De visie van statenleden
uit onze streek
Boekennieuws
Brigadier
Piet
en de
Waterpolo
de Eendracht
Sport Real
Marien van Prooijen
10e na lange blessure
Donderdag 12 augustus 1976
EENDRACHTBODE
9
r~f
Plattelandskernen extra
impuls nodig
Voorzichtig met
consoloditatiekernen
Gebundelde deconcentratie
Openbaar vervoer belangrijk
De kleine kernen
Gemeente-agentschap
Gezondheidszorg
Herkenbaarheid
Vragen
WEDVLUCHTEN
P.P.D. schets bewoningspatroon
Tholen/Sint Philipsland laat
nog wel maand op zich wachten
Het onderwerp ,,bewoningspatroonn heeft ook in onze krant al menige kolom
gevuld. Zoveel zelfs, dat er op het moment dat de Zeeuwse Staten daarover in de
april vergadering van gedachten wisselden te veel andere onderwerpen de aandacht
vroegen, dat met name hetgeen in die vergadering door Statenleden uit onze
contreien over die materie werd gezegd, in portefeuille bleef liggen.
De laatste weken kwam het stuk opnieuw in het middelpunt toen een discussienota
van de provinciale planologische dienst over het bewoningspatroon van Midden-
Zeeland de openbaarheid bereikte. Eerder, in februari 1976 was er zo'n voorontwerp
verschenen met de indeling voor Oost Zeeuws Vlaanderen. Daarna werd hetzelfde
bekend over Schouwen-Duiveland, maar wat Tholen en Sint Philipsland betreft
verwachtte de PPD, dat het nog wel een maandje kon aanlopen, eer de betrokken
gemeentebesturen een discussienota zien verschenen. Een en ander b toch wel
aanleiding om nog eens op te diepen, wat de statenleden L.A.M. Elenbaas uit
Scherpenisse namens de WD fractie en burgemeester G. van den Berg uit Sint
Philipsland namens de SGP fractie daarover in de april-statenzitting naar voren
brachten.
kan. Er is maar gering verschil tussen
een kern met aanvullende woonfunctie
en een opvangkern, hetzelfde geldt
tussen opvangkern en plattelandskern.
De heer Elenbaas was van oordeel, dat
de plattelandskernen, zoals men die in
Zeeland kent, een extra impuls veelal
hard nodig hebben. Maar die impuls is
volgens de nota slechts weggelegd voor
opvangkernen. De VVD dacht aan een
inwonertal, dat past bij de
voorzieningen, die men voor de
plattelandskernen als minimaal wenst,
o.a. scholen. Als men leest, hoeveel
kleuterscholen een te gering aantal
leerlingen hebben of krijgen, moet men
zich afvragen waar dat naar toe gaat,
vond de VVD woordvoerder. Hij achtte
meer steun voor de plattelandskernen
dringend gewenst. De meeste zorg had
de VVD fractie echter voor de
consolidatiekernen. Wie zegt dat het
woonklimaat daar niet deugt? Een
theoretisch vastgestelde afstand van
minimaal drie of vier kilometer tot een
basisindustrie wijst de VVD beslist van
de hand. Voor wat het aanwijzen van
een consolidatickcrn betreft zal een
uitermate voorzicht,ig beleid gevoerd
moeten worden, stelde de heer
Elenbaas. In een consolidatickern wil
men immers feitelijk uitbreiding
uitsluiten. Jonge gezinnen kunnen zich
alleen dan vestigen als er toevallig
woningen vrij komen. Zo'n kern is ten
dode opgeschreven. Als dat de
bedoeling is, willen we toch eerst wel
weten, welke plaatsen men als
consolidatiekern wil aanwijzen. De
VVD verklaarde zich wel akkoord met
de klasse groeikernen, kernen met
aanvullende woonfunctie en
opvangkernen. Twijfel bestond bij deze
fractie over de klasse
plattelandskernen, terwijl met de
laagste klasse of de consolidatiekernen
afwees. De heer Elenbaas wees er in dit
verband nog op, hoe in de provinciale
nota uitvoerig wordt ingegaan op de
mogelijkheden tot achteruitgang van de
plattelandskernen. Daarbij komt ook
de kwestie van de tweede woningen. De
meerderheid van de VVD fractie heeft
het bijzonder moeilijk met het instellen
van verordeningen tegen deze tweede
woning. Anderzijds wel de bezwaren
kennende van overdrijving, had de heer
Elenbaas kernen gekend, waar tweede
bewoning niet mogelijk was, maar er
ook veel desolater uitzagen dan in
kernen, waar een tweede bewoning wel
werd toegestaan. Hij zag overigens het
probleem van de tweede woningen wat
verminderen, nu door de economische
omstandigheden de vraag daalde en
anderzijds de jeugd de geëigendheid in
het dorpsbeeld van die woningen meer
gaat waarderen en er dus zelf intrekt.
Dat is een verheugend verschijnsel.
De inhoud van de nota is niet
onvriendelijk voor het platteland.
Vraag is echter hoe het met de
uitwerking loopt. Theoretisch lijkt het
een aardig geheel, maar de VVD wil
toch wel meepraten over de uitwerking
daarvan. Men kan voor wat het laatste
betreft wat gerust zijn, nu het
voornemen bestaat via streekplannen
de vijf groepen per regio in te delen, zo
besloot de heer Elenbaas zijn betoog
over de nota bewoningspatroon.
Gedeputeerde Boersma deed in zijn
antwoord aan de VVD en andere
fracties de toezegging dat de Staten
binnen twee jaar kunnen oordelen over
de uitwerkingsplannen per streek.
In de provinciale nota wordt een
indeling gemaakt van de bestaande
woonkernen in vijf klassen. De
voornaamste daarvan is de groeikern.
Daar wordt dan niet alleen maar
natuurlijke groei (woningbouw) voor de
aanwezige bevolking toegestaan, maar
worden ook van elders komenden
opgevangen. Als groeikernen komen in
Zeeland praktisch alleen de grotere
steden in aanmerking. Vervolgens is er
de aanduiding kernen met een
aanvullende woonfunctie. Het zijn die
plaatsen bij de steden (bij de
groeikernen) die een aanvulling kunnen
vormen van wat overtollige stedengroei.
Een derde klasse wordt aangeduid als
opvangkernen, plattelandsgemeenten
die voor een zeker gebied toch een
opvnngliinctie vervullen. Voor een
opvangkern is er dus ook een werkelijke
groeimogelijkheid geschapen. In de
vierde plaats de plattelandskernen, die
bestemd zijn voor hel opvangen van de
eigen natuurlijke groei. De vijfde klasse
wordt de eonsoiidaliekern genoemd.
I lel woord zegt voldoende: geen groei,
of uiterst zeer beperkt en aangezien
stilstand achteruitgang betekent slaat
klasse vijl min of meer op de nominatie
0111 Ie verdwijnen. Het zijn kernen die
ongunstig zijn gelegen ten opzichte van
vervuilende industrie en waarheen de
bcwoningsliefhebberij ook niet bij
voorbaat zal uitgaan.
De Zeeuwse staten bleken in april wat
huiverig te zijn 0111 een zodanige
belijning aan te geven, laat staan toe te
passen als het bewoningspatroö met zijn
vijf klasson indeling aangeeft.
De nota werd tenslotte toch
aangenomen, toert gedeputeerde staten
de toezegging deden dat er over de
indeling nog in de staten zal worden
overlegd. Hoe VVD en SGP over de
nota bewoningspatroon oordeelden
werd vertolkt door de twee genoemde
Statenleden uit ons gebied.
Zo vond de heer Elenbaas dat de inhoud
van dit provinciaal discussiestuk nogal
vriendelijk overkwam. Er is, zo vond de
heer Elenbaas, begrip ontstaan voor de
kleinere kernen, waarover de VVD zich
alleen maar kan verheugen. Het gaat
immers niet alleen om begrip voor de
kleine kernen, maar ook om begrip
voor de mensen, die uit vrije wil, zonder
de voorzieningen van de grote stad te
veronachtzamen - liever de rust van het
platteland zoeken. Over deze vrijheid
hebben wij in de afgelopen jaren al vaak
gesproken zonder hiervoor veel begrip
te hebben ondervonden, vond de heer
Elenbaas. Hij vond voorts de indeling in
vijf typen kernen nogal wat wijds
opgezet. Kan dat met name in Zeeland
met een relatief geringe
bevokingsaanwas niet wat eenvoudiger
zijn. Is het niet voldoende te beperken
tot regionale groeikernen, tot kernen
met een aanvullende woonfunctie en
plattelandskernen. Waarom het zo
ingewikkeld maken als het eenvoudig
Z.P.C. de Eendracht heeft met 8-6 van
Dio Etten Leur verloren. Ondanks de
vrij lange vakantieperiode werd er
aardig gespeeld. Jongere spelers kregen
donderdagavond voor het eerst de kans
om hun kunnen te tonen. ,t Was prettig
dat Peter Brugman, Johan van der Stee
en Peter Blok niet voor hun oudere
medespelers hoefden onder te doen.
Zaterdag stonden de Eendracht en de
Meermin uit Steenbergen al vroeg klaar
voor hun wedstrijden. De Thoolse
jongens boekten een 5-3 overwinning,
maar helaas gingen de dames met 2-3
ten onder. Het is voor de Eendracht niet
eenvoudig om een dameszevental te
vormen. ,s Zomers is men wel
enthousiast, maar bij minder goed weer
en op de trainingen laten de dames
verstek gaan. Hopelijk komt hierin
verandering. De heren konden, mede
door het stoppen van een strafworp
door de keeper, de wedstrijd met een 5-
3 zege afsluiten.
Z:P.C. de Eendracht organiseert
zaterdagmiddag om half vier in het
overdekte bad Gageldonk te Bergen op
Zoom een zwemwedstrijd met Dio Etten
Leur, Meermin Steenbergen,
Zuidwesthoek Hoogerheide.
De SGP woordvoerder burgemeester G.
van den Berg belichtte in zijn betoog
vooraf de achtergrond, er op wijzend
hoe de problematiek van de kleine
kernen in een groot deel van ons land
een van de meest op de voorgrond
tredende discussiepunten werd als
onderdeel van de ruimtelijke ordening.
Uitgangspunt was tot dusver om in een
zo dichtbevolkt land als het onze de
overvloed aan mensen en menselijke
aktiviteiten zo zorgvuldig mogelijk over
de schaarse ruimte te spreiden. Daarbij
wenste men een duidelijk contrast
tussen stedelijke en landelijke gebieden
en het concentreren van industrie en
diensten In stedelijke gebieden.
Voorkomen diende te worden dat de
verstedelijking vrijwel overal zichtbaar
zou worden. Om de geweldige
opeenhoping van mensen en aktiviteiten
in de Randstad te verminderen, diende
de functie van stedelijke gebieden
buiten de Randstad te worden vergroot.
Dat werd de zgn. gebundelde
deconcentratie.
De heer Van den Berg begreep uit de
proyinciale nota bewoningspatroon, dat
het principe van de gebundelde
deconcentratie ook voor Zeeland
aanvaardbaar uitgangspunt was, mits
ook rekening wordt gehouden met de
problemen van de kleinste kernen.
Daarmee kon de SGP fractie het niet
geheel eens zijn. Het vanaf 1966
gevoerde beleid van gebundelde
deconcentratie bleek voor de kleine
kernen niet juist. Daarom ook is er op
oriënteringsnota ruimtelijke ordening
1973 een nota van wijziging gekomen in
april 1975 met het begrip
„leefbaarheid" als centraal gegeven.
Aan' de gehechtheid van de inwoners
van het eigen dorp wordt thans een
groot gewicht toegekend, vooral in
verband met de sociaal-culturele
waarde die het dorp in ons
samenleveringspatroon
vertegenwoordigt. De nota stelt nu dat
de leefbaarheid van de kleine kernen
wordt bepaald door twee factoren, te
weten het voorzieningenniveau ter
plaatse of op overbrugbare afstand en
de leeftijdsopbouw. Geacht worden
hierbij vooral voorzieningen buiten de
materiële sfeer als van groot belang
zijnde, zoals kerken, scholen,
verenigingen, gezondheidszorg, enz.
De heer Van den Berg vond de
opmerking gunstig dat toepassing van
de nieuwe beleidslijnen alleen
streeksgewijze kan worden bezien.
Daarmee valt een belangrijke taak toe
aan de provincie op dit terrein.
Met de provinciale discussienota kon de
SGP-fractie in grote lijnen instemmen,
verzekerde de heer Van den Berg. Ook
met 5 klassen (typen kernen)'zullen er
altijd nog wel overblijven die wat blijven
zweven tussen het ene en het andere.
Het kan ook zijn, dat stedelijke centra
niet hun bestemmingsplannen op het
gebied van het wonen duidelijk beneden
ile maal blijven en bewoners betere
woonruimte zoeken in de omgeving.
Een ander facet is dat het in bepaalde
gebieden voor de bewoners van kleine
kernen niet zo'n probleem is voor een
aantal zaken hel stedelijk
verzorgingsgebied op te zoeken. De
afstand is dan niet te groot en het
openbaar vervoer redelijk. Veel
moeilijker is het voor de kernen waar
die afstand wel belangrijk is en het
openbaar vervoer te wensen overlaat. In
zulke situaties zal de vraag naar eigen
voorzieningen groot zijn en dat is alleen
mogelijk door het bouwen van meer
woningen. Weer andere gebieden
hebben de beschikking over een
duidelijke centrum-gemeente, zoals
bijvoorbeeld op Schouwen-Duiveland.
Zo'n gemeente moet dan ook zijn
verzorgende taak kunnen blijven
vervullen.
De heer Van den Berg zei bijzonder
geïnteresseerd te zijn naar de resultaten
van de st diegroep kleine kernen of die
ook beschikbaar komen voor
bestuurders. Dan zal blijkeri of de
verrichte studies te eenzijdig waren. Uit
de onderzoekingen bleek in elk geval
dat het hebben van een school voor het
voortbestaan van een kern van groot
belang is. De kwaliteit van het
onderwijs aan een kleine school behoeft
ook niet onder te doen voor die van een
grotere school. Waar echter een
schooltje nog net kan blijven bestaan is
er voor de middenstand al vrijwel geen
emplooi meer. Juist het wegvallen van
aankoop eerste levensbehoeften in de
directe omgeving brengt de
leefbaarheid ernstig in gevaar.
Rijdende winkels kunnen alternatief
bieden, maar als een kern te klein
wordt rendeert ook dat niet meer.
Om naast de school nog de beschikking
te hebben over een winkel moet het toch
mogelijk zijn om naast een zgn.
postagentschap er een gemeente-agent
schap te vestigen. Voor een aantal
zaken zoals verkrijging rijbewijzen,
toeristenkaarten. een pas en diverse
formulieren behoeft de bewoner van de
kern niet meer naar het gemeente
secretarie, meestal gelegen in een
grotere kern. Belangrijker is nog dat de
middenstander met zijn agentschappen
zich een basisinkomen kan verwerven,
eventueel aangevuld met een uitleenpost
voor boeken. Dan is de consument
werkelijk eediend.
Een ander belangrijk punt voor de
leefbaarheid is de gezondheidszorg,
vond de SGP-woordvoerder. Niet iedere
(kleine) kern kan een huisarts hebben,
maar het is zeker van belang dat deze
goed bereikbaar is. Belangrijk is voorts
ook de zuigelingen- en kleuterzorg. In
een grotere kern met ziekenhuis
(dichtbij) en specialisten worden
kinderen met afwijkingen eerder
verwezen. In onze provincie zijn
daarover geen vergelijkende gegevens.
Mogelijk kan daartoe de Provinciale
Raad voor de volksgezondheid worden
ingeschakeld.
Een groot gevaar voor de leefbaarheid
van de kleine kernen noemde
burgemeester Van den Berg grote
aantallen tweede woningen. Dat wordt
weekendbezoek en bewoning. Een
aantasting van de zondagsrust, maar
ook de materiële leefbaarheid komt er
door in gevaar.
De SGP-woordvoerder maakte tenslotte
nog enkele opmerkingen over de
herkenbaarheid van het dorpsbeeld en
het dorpsleven.
De heer Van den Berg vond het hoog
tijd worden, dat er voor het platteland
met andere leerlingenschalen wordt
gewerkt dan voor de stad. Het vervoer'
van kinderen met schoolbussen is ook
verre van ideaal. Sub-urbane groei van
een aantal kernen kan een groot gevaar
zijn voor centrumgemeenten. Maar
voor de herkenbaarheid van het
dorpsbeeld niet minder.
De meest gemakkelijke weg is om als
het nodig is een aantal nieuwe woningen
te bouwen. Het oudere hart wordt dan
onleefbaar in de toch al niet grote kern.
Met nee te zeggen tegen de tweede
woningen zal het oudste gedeelte
meestal worden bewoond door de
ouderen. Er kan op rehabilitatie
mogelijkheid niet genoeg de nadruk
worden gelegd. Waarschijnlijk is dat
niet de gemakkelijkste weg, maar
voorkomen wordt te veel stedelijke
bebouwing aan de rand en
verpaupering van het oude hart. Dan is
het gebeurd met de herkenbaarheid van
het dorpsbeeld. Wil de rehabilitatie nog
eens extra stimuleren, verzocht het SGP
statenlid. De heer Van den Berg besloot
met te verklaren dat de SGP in grote
lijnen akkoord kon gaan met de
discussienota als eerste aanzet. Echter
ook de natuurlijke groei van kernen
met een hoog geboortecijfer dient door
die kernen te worden opgevangen. Dat
moet niet ten koste van de regio gaan.
Ook de SGP had overigens met de
consolidatiekernen de grootste moeite.
Inmiddels zijn door de CDA fracties
vragen bij gedeputeerde staten inge
diend over de vreemde gang van zaken
rond de openbaarheid van de PPD
discussienota.
In de augustus-statenzitting zal dat
onderwerp dus ongetwijfeld opnieuw
aan de orde komen.
Alexander: Partijstellingen.
Uitgeverij Hollandia te Baarn heeft een
niet zo grote, maar wel selectieve keuze
in schaak-en dam voorlichtingsboeken.
Een daarvan werd samengesteld door
de schaakmeester en schaakauteur
Hugh Alexander, die via een groot
aantal partij-stellingen op
onderhoudende wijze elke sterkte en
bekwaamheid van schaakspelers weet te
testen en te verbeteren.
In het eerste gedeelte komen we met
vele voorbeelden een systematische
inleiding tot het combinatiespel tegen.
Vervolgens staan zeventig stellingen ter
oplossing, gerangschikt per type in
series van tien. De lezer kan de
stellingen zelf oplossen.
Tenslotte staan er in deze uitgave een
aantal stellingen om de schaker te
testen met daarbij
vergelijkingsmateriaal van Engelands
beste spelers. Een goeie, en leerzame
voor de schakers, deze 16,90
kostende voorlichter.
Een besluitvaardig zeiler.
Met besluiteloosheid doet men nergens
wat, met besluitvaardigheid komt men
heel wat verder, maar van veel belang is
wel een goede beslissing, ook al of zelfs
vooral wanneer ze heel snel moet vallen.
Uitermate belangrijk mag een goede
besluitvaardigheid op zee worden
genoemd. Daarom kan men ook zoveel
leren als watersporter van het boek van
Joachim Schuit, dat bij Hollandia b.v. te
Baarn is verschenen. Elke zeiler komt
vroeg of laat voor situaties te staan die
hem tot snelle aktie dweingen. Wind en
zee zijn immers gedaanten met vele
gezichten. Met veel voorbeelden en
illustraties toont de auteur wat men niet
alleen met gezond, maar vooral
voorzien van veel voorkennis kan
vermijden.
Meer dan tevoren zal met via deze
besluitvaardige zeiler vreemde en
onverwachte situaties te baas kunnen.
Zogenaamde kajuitlektuur, die bij
iedere gelegenheid geraadpleegd kan
worden. „De besluitvaeiardige zier" is
goed zeemanschap in vraag en
antwoord. Prijs 19,50.
Makkabeeër-trilogie.
Wie hoort of leest van de schrijver L.
Penning zal daaraan onmiddellijk de
Zuid Afrikaanse Boerenoorlog
verbinden. Van deze zo algemeen
bekende Penningboeken zijn bij
uitgeverij La Rivière Voorhoeve te
Zwolle tientallen herdrukken
VETERANEN KORFBAL
Belangstellenden voor de veteranen
korfbalwedstrijd zaterdag 21 augustus
om kwart voor drie, Haestinge, Sint-
Maartensdijk, kunnen zich opgeven bij
G. A. de Hond, Fr. van Borselenstraat
17.
Donderdagavond tussen 7 en 8 uur is er
voor de veteranen gelegenheid nog eens
een balletje te gooien en de spelregels
door te nemen met de trainer en spelers
van Emergo.
Het programma voor de korfbalmiddag
in Sint-Maartensdijk op 21 augustus: 2
u. pupillen, 2.45 u. veteranen, 3.45 u.
senioren, 3.45 u. adspiranten, beide
laatste ploegen tegen Keep Fit
Roosendaal.
verschenen, laatst dan veelal in
omnibussen, die altijd weer hun weg
naar ook elke nieuwe boekenplank
weten te vinden. Nu staat daar toch ook
achter een nieuwe uitgave van La
Rivière de naam van die bekende
auteur L. Penning. Dus weer een
verhaal over Zuid-Afrika? Over de
Boeren? Nee. Die voor de hand liggende
beantwoording is onjuist. De titel moet
daaromtrent al volop twijfel oproepen.
De Makkabeeërs wonen toch in het
Midden- Oosten. De Makkabeeërs zijn
toch Joden? Inderdaad, nu zijn we met
dezelfde L. Penning op het goede spoor.
De auteur van de Boerenoorlogverhalen
toonde ook in die boeken sympathie met
de kleine volken die in conflict met
grootmachten zijn gewikkeld en
vandaar dat ook zijn grote
belangstelling uitging naar het Joodse
volk. dat zo vaak een heldenstrijd moest
voeren.
Het was in de 2e eeuw voor Christus dat
de Joden een reeks vrijheidsoorlogen
voeren tegen hun nog altijd
onverzoenlijke nabuur Syrië.
Toendertijd een machtige staat. De
bloedige ontmoetingen leken dan ook in
het voordeel van de Syrische koning
beslist te word. maar telkens opnieuw
sloegen de Israëlieten verpletterend
terug. In de voorste linie bij die strijd
stonden de Makkabeeërs.
Een priesterfamilie uit Modin.
Over die Makkabeeërs gaat het in het
boek van Penning, maar daarmee
tegelijkertijd over een Israël-episode,
die opnieuw benadrukt, hoe de Joden
door lijden gelouterd, ook gehard
werden. De Makkabeeërs-trilogie telt
ruim 500 pagina's. Het is dus niet in één
ruk uit te lezen, hoewel Penning ook
met dit onderwerp boeiend genoeg is
om het graag te willen doen. Het eerste
deel gaat over de grootste van de
genoemde Priesterfamilie: Juda de
Makkabeeër. Hij sneuvelt in de
hero"ïsche strijd en dat nog door
verraad uit „eigen huis". Het tweede
deel toont dat met het sneuvelen van de
grote voorman de strijd niet wordt
gestaakt. Onder „het veldteken der
Makkabeeërs" is er dan een even
boeiend, ook weer bloeiend vervolg van
het verzet tegen overweldigers.
Tenslotte dan „Makkabeüs
Triumfator." Land en volk. het
tijdsbeeld, het wordt door Penning op
zijn bekende boeiende, tegelijkertijd
eenvoudige wijze beschreven en vaak
groeit bladzijde na bladzijde de
spanning, om na een climax meteen
weer een bij de lezer groeiende belang
stelling te wekken. Een trilogie van
24,50 maar dan ook voor 500
bladzijden, die snel worden
„genomen", niet vanwege saaiheid,
maar die snelheid vooral door de
spanning voor de lezer. La Rivière
Voorhoeve inclusief Penning zorgen er
voor dat dit boek verantwoord op elke
boekenplank kan staan en wordt
gelezen en herlezen.
De ontdekkingsreis van Steven Corf.
Jan dc Ruyter schrijft over de zee. Bij
La Rivière Voorhoeve te Zwolle zijn
van deze zeeverhalen-auteur al
verschene „Scheepsmaat Eric en de
Boekanier, Jeroen, scheepsmaat bij de
Noordse Compagnie, Dammes'
Avonturen op de wereldzeeën om er
enkele te noemen.
„De ontdekkingsries van Steven Corf',
doet als spannend jongensboek niet
voor die met de andere titels onder. Als
scheepsmaat op de „Arend" gaat
Steven op zoek naar het mysterieuze
Zuidland. Eer hij weer voet zet op
Vaderlandse bodem zijn heel wat
avonturen beleefd. Mist en storm,
ontevredenheid aan boord, scheurbuik,
vreemd vaarwater, eilanden met een
vijandige bevolking. Gestrand en
beschoten.
Wie van boeken over de zee houdt, wie
graag spannende jongensboeken leest
kan met „De ontdekkingsreis van
Steven Corf', kan met Jan de Ruyter
volop het zoute sop kiezen.
Verkrijgbaar in de erkende
boekhandel. Gebonden 13,90.
Bij de ambtenaar van Sportzaken van
de gemeente Tholen, dhr. P. van der
Vlies, zijn weer trimtassen verkrijgbaar
in het kader van de actie Sport Real.
Belangstellenden kunnen contact met
hem opnemen op het gemeente
secretarie in Sint-Maartensdijk of in
zijn woonplaats Tholen.
Het programma Sport Real Tholen is
enigszins gewijzigd, aangezien de voor
vrijdag 13 augustus geplande
zwemmarathon in Haestinge te Sint-
Maartensdijk geen doorgang kan
vinden. Badmeester Boxce kón de
organisatie niet tijdig rond krijgen,
zodat de zwemmarathon naar een
latere datum verschoven wordt.
„Dc Reisduif' te St. Philipsland vanaf
Survilliers op 7.8.1976 met 184 duiven
over 304 km., de snelheid eerste duif
904.01 m/m„ aankomst 11.55.43,
snelheid laatste duif 757.41 m/m.,
aankomst 13.01.03.
Iz. Reijngoud 1,4, 15, 19 en 44; J.
Verwijs en Zn. 2, 3, 5, 7, 8, 11, 12, 17,
21, 22, 25, 26, 41, 43 en 45; J. van
Oeveren 6, 13, 20 en 36; Gebr.
Fonteijne 9, 18, 30, 35, 39 en 40; W.
Neele 10 en 16; K. de Frel 14; J.D. Quist
23 en 31J.C. Quist 24; K.A. Reijngoudt
27, 29 en 46; A. Faasse 28, 32 en 34; M.
Fonteijne 35; A. Verwijs 37 en 42; A.W.
Beurkens en Zn. 38.
Wedvlucht Louvres 7.8.1976, Reisduif
te Scherpenisse. In concours 160 j.
duiven, los 6.20 u., n.o. wind., afst. 302
km., Ie pr. 11-32-43 965,17 m.,
laatste pr. 12-47-38 774,80 m.
P. Potappel 1-9-25, D. Uijl 2-21, C. van
Belle 3-28-29-33, L. de Kwak-Koolaard
4-6, K. Lisseveld 5-38-41-49, P.
Suurland 7-26-51-54, A. Scherpenisse 8-
15-18-30-31-32-44, A. Moerland 10-16-
17-20-42-46-47-50-52, H. Smits 11-12-37-
43, J. Moerland 13-24-27-35-36-39, A.
Riedijk 14-19-22-23-34, G. Larroy 40-
53, M. Goudzwaard 45, B. Suurland 48.
20 oude duiven Louvres:
P. Noordijke 1-5, G. Larooy 2, P.
Suurland 3-6, D. Menheere 4-7.
Wedvlucht Louvres 7-8-1976, Trouwe
Duif te Tholen, in concours 119 j.
duiven, los 6.20 u., n.o. wind, afst. 302
km., Ie pr. 11-47-49 922,08 m.,
laatste pr. 12-50-24 773.42 m.
J. Noom 1-5-10-16, P. Laban 2-17-20, M.
Moeliker 3, A. Korsman 4-8, J. Bogaart
6-7, J. van Dijke (Kr.) 9-12-18, M.
Tazelaar 11-29, J. Deurloo 13, C.
Moeliker 14-15-24, W. Theunisse 19-28,
L. v.d. Klein Jzn. 21, C. van Luijk 22, L.
v.d. Klein (S) 23-27, C. Ln 25, A.
Wagemaker 26-30.
38 oude duiven Louvres:
J. Hol 1, J. Kegge 2, J. Deurloo 3, J.M.
We hebben het natuurlijk allemaal al begrepen. Brigadier Piet
was de man achter de auto. Hij stond achteloos tegen een lantaarnpaal
geleund en beschreef speels een boogje met de loop van zijn pistool.
„Steek de kluifjes maar omhoog, jongens," zei hij. „Braaf zo. Ik mag
zelfs zeggen, bravissimo. Dat neemt echter niet weg, dat ik zo vrij zal
zijn jullie te arresteren, aan te houden en voor te geleiden op grond van
artikel zus en zo, sub dit en dat, hetwelk aan ieder volwassen persoon,
onverschillig van welke kunne verbiedt zich in vermomming op straat
O6m|-Dr0lS te begeven. Begrepen? Jullie zijn er gloeiend bij, jongens." „Niks
gloeiend erbij," gromde Diavolo. En Angelico viel hem bij door te
zeggen: „Inderdaad, signore agente di policio! Nikske gloeiend erbij!
NoNoIWij willen die Italiaanse ambassadeur sprekenlWij zijn leden
van een bevriende natie en onderdanen van een land, dat ook is
aangesloten bij het Atlantisch Pact, net als jullie. Wij zijn dus
vrienden!" „Maak je niet druk over de ambassadeur, jongens,"
lachte brigadier Piet. „Jullie worden onmiddellijk in de gelegenheid
gesteld terug te reizen naar je eigen vriendelijke land zonder die hele
diplomatieke rompslomp." - „Wat bedoel je?" vroegen de schurken
verward. Maar dat merkten ze gauw genoeg. Nog diezelfde avond
werden ze namelijk door een stevige marechaussée als ongewenste
van Dijke 4, A. Korsman 5-6, W.
Theunisse 7, P. den Boef 8-10, M.
Tazelaar 9.
Dc Reisduif te Sint Philipsland vanaf
Compiegne op 31-7-'76, over 262 km.,
met 216 duiven, met Westen wind gelost
om 7.50 uur, snelheid eerste duif 981.62
m/mln., aankomst 12.17.20, snelheid
laatste duif 784.35 m/mln., aankomst
13.26.02.
J. Verwijs en Zn. 1,9, 15, 16, 19, 29, 32,
34, 49 en 51. W. Neele 2, 3, 8 en 20. M.
Fonteijne 4, 36 en 52. K. de Frel 5, 7,
21 en 38. Gebr. Fonteijne 6, 30, 42, 44
en 48. Iz. Reijngoudt 10, 23, 25, 35, 41
en 45. A. Faasse 11, 17, 22 en 37. A.
Verwijs 12, 24 en 50. K. A. Reijngoudt
13 en 14. J. C. Verwijs 18 en 53. Jac.
Geense 26, 27, 40 en 47. J. v. Oeveren
28, 33 en 39. Jan Quist 31. J. D. Quist 43
cn 46. W. Verwijs 54.
Wedvlucht Compiegne 31-7-1976,
Reisduif Scherpenisse. In concours 189
jonge duiven, los 7.50 uur, w.wind met
regenbuien, 1c pr. 12-10-57 966,84
m., laatste pr. 13-31-00 742,65 m.,
afst. 254 km.
P. Suurland 125, 55 en 63. C. v. Belle
2, 11, 14 en 34. A. Scherpenisse 3, 28,
39, 49, 50, 5154, 56 en 59. A. Moerland
4, 8. 12, 15, 18, 20, 23, 30, 33, 37 en 40.
K. Lisseveld 5, 22, 24 en 45. A. Riedijk
6, 13, 16, 31, 36, 46 en 62. J. Moerland
7, 42 en 43. P. Potappel 9, 29, 47, 53 en
60. M. Goudzwaard 10. L. de Kwak-
Koolaard 17, 27 en 48. P. Dorst 19. C.
Bolier 21, 32, 35 en 38. D. Uijl 26 en 41.
H. Smits 44, 52 en 61. G. Larooy 57 en
58.
Achttien oude duiven:
D. Menheere 1, 2, 4 en 5. P. Noordijke
3. G. Laroov 6.
De Zwaluw - Oud-Vossemeer, 325
duiven, vanaf Compiegne, gelost 7.50
u., eerste duif 1018 m/min., 12.03.23 u.,
laatste prijswinnaar 794 m/min.,
13.16.32 u.
A. van Daalen 1, 23, 31 en 64. D.
Polderman 2, 3, 20, 21, 43, 49, 54, 56,
57,88, 89 en 96. B. Quist 4,10, 32, 33 en
36.1. Berkey 5 en 97. J. Potappel 6, 12,
23, 58, 59 en 95. Jac Vaders 7, 48, 51, 85
en 99. L. Hoek 8. P. de Wilde 9. J.
Schetters 11, 80, 100 en 103. G. Hoek
13, 78, 82 en 108. M. Moerland 14, 24,
42, 55, 62, 72 en 73. P. van de Houten
15, 30,46 en 53. P. Vis 16, 35, 47, 63, 66
en 93. A. Voormeulen 17, 19, 27, 37, 38,
71, 74, 87 en 106. D. Haverêmans 18, 50
en 90. M. Speyer 25, 39 en 104. D.
Lindhout 28, 52, 67, 70, 81, 84, 97 en
107. D. Vaders 29. J. Kruf 34 en 105. J.
Ballegooijen 40, 41 en 65. C. Hommel
44, 61, 76 en 86. A. Lindhout 45, 60, 68
en 101. W. Burgers 69. R. Mosch 76, 77
en 79. L. de Heer 83. M. de Graaf 91 en
92. D. Havermans 102.
De Zwaluw, Sint Maartensdijk, Noyon
met 131 duiven.
G. Lindhout 1, 4, 6, 11, 21, 26, 30, 24,
32, 34 en 36. D. Muskee 2, 28 en 42. J.
Scherpenisse 3, 5, 7, 9, 14, 17, 20 en 38.
L. v.d. Berg 8, 40, 43 en 44. C.
Vermeulen 10, 23 en 31. J. Kwaak 12,
15, 22, 33 en 41. C. v. Gorsel 13 en 37.
C. Andriesse 16 en 27. A. Bijl 18 en 29.
J. Stoutjesdijk 19 en 35. Fr. v. Beveren
25. C. Priem 39.
vreemdeling over de grens gezet, waarbij een dikke soldatenschoen als
vervoermiddel op rijkskosten dienst deed. Met een zware plof
belandden de twee schavuiten in de strook niemandsland tussen ons
land en een nabuurstaat. En daarmee nemen we dan voorgoed
afscheid van de schurken Diavolo e Angelico. Tegelijk nemen we
voorgoed afscheid vn Karei Kleuntjes, van wie alleen nog te vertellen
valt, dat hij in het vervolg elke wedstrijd als binnenspeler werd
opgesteld. En van brigadier Piet kunnen we nog even vertellen, dat hij
tegenwoordig vol trots de dubbele gouden in plaats van de dubbele
zilveren strepen draagt.Hij is namelijk bevorderd tot brigadier der
le klasse van de gemeentepolitie te Bonckelhoven. En als er nu nog
mensen zijn die liever gezien hadden, dat Angelie en Diavolo er
werkelijk in geslaagd waren de wondervoetballer K. Kleuntjes tóch
naar Italië te krijgen, die kunnen we aanraden het hele verhaal weer
opnieuw te gaan lezen om er vervolgens zelf een mooi eind aan te
draaien. Maar daarvoor zullen onze tekenaars zeker geen plaatjes
tekenen. Nee, die zeggen liever met brigadier Piet: Leve de sport
maar weg met de schurkenstreken om winstbejag!
EINDE
Marien van Prooijen uit Sint-
Maartensdijk is niet ontevreden over
zijn tiende plaats in Goes, waar hij 20
km. liep in 1.09.25 u. Dit was de eerste
wedstrijd na een lange blessureperiode.
Mogelijk is het herstellingsproces nu
zover gevorderd, dat van Prooijen in
september ook kan starten bij de
stratenloop in Sint-Maartensdijk. In
Goes werd J. de Leeuw uit Oud-
Vossemeer 26e met een nieuw
persoonlijk record van 1.14.45 u. Er
waren 70 deelnemers waarvan er 59 de
wedstrijd uitliepen. Winnaar werd de
Belgische marathonkampioen W. van
Renterghem in 1.02.10 u. voor Piet
Vonck 1.03.35 en Wies van Houten
1.06.35 u.