De visie van statenleden uit onze streek Boekennieuws Brigadier Piet en de Waterpolo de Eendracht Sport Real Marien van Prooijen 10e na lange blessure Donderdag 12 augustus 1976 EENDRACHTBODE 9 r~f Plattelandskernen extra impuls nodig Voorzichtig met consoloditatiekernen Gebundelde deconcentratie Openbaar vervoer belangrijk De kleine kernen Gemeente-agentschap Gezondheidszorg Herkenbaarheid Vragen WEDVLUCHTEN P.P.D. schets bewoningspatroon Tholen/Sint Philipsland laat nog wel maand op zich wachten Het onderwerp ,,bewoningspatroonn heeft ook in onze krant al menige kolom gevuld. Zoveel zelfs, dat er op het moment dat de Zeeuwse Staten daarover in de april vergadering van gedachten wisselden te veel andere onderwerpen de aandacht vroegen, dat met name hetgeen in die vergadering door Statenleden uit onze contreien over die materie werd gezegd, in portefeuille bleef liggen. De laatste weken kwam het stuk opnieuw in het middelpunt toen een discussienota van de provinciale planologische dienst over het bewoningspatroon van Midden- Zeeland de openbaarheid bereikte. Eerder, in februari 1976 was er zo'n voorontwerp verschenen met de indeling voor Oost Zeeuws Vlaanderen. Daarna werd hetzelfde bekend over Schouwen-Duiveland, maar wat Tholen en Sint Philipsland betreft verwachtte de PPD, dat het nog wel een maandje kon aanlopen, eer de betrokken gemeentebesturen een discussienota zien verschenen. Een en ander b toch wel aanleiding om nog eens op te diepen, wat de statenleden L.A.M. Elenbaas uit Scherpenisse namens de WD fractie en burgemeester G. van den Berg uit Sint Philipsland namens de SGP fractie daarover in de april-statenzitting naar voren brachten. kan. Er is maar gering verschil tussen een kern met aanvullende woonfunctie en een opvangkern, hetzelfde geldt tussen opvangkern en plattelandskern. De heer Elenbaas was van oordeel, dat de plattelandskernen, zoals men die in Zeeland kent, een extra impuls veelal hard nodig hebben. Maar die impuls is volgens de nota slechts weggelegd voor opvangkernen. De VVD dacht aan een inwonertal, dat past bij de voorzieningen, die men voor de plattelandskernen als minimaal wenst, o.a. scholen. Als men leest, hoeveel kleuterscholen een te gering aantal leerlingen hebben of krijgen, moet men zich afvragen waar dat naar toe gaat, vond de VVD woordvoerder. Hij achtte meer steun voor de plattelandskernen dringend gewenst. De meeste zorg had de VVD fractie echter voor de consolidatiekernen. Wie zegt dat het woonklimaat daar niet deugt? Een theoretisch vastgestelde afstand van minimaal drie of vier kilometer tot een basisindustrie wijst de VVD beslist van de hand. Voor wat het aanwijzen van een consolidatickcrn betreft zal een uitermate voorzicht,ig beleid gevoerd moeten worden, stelde de heer Elenbaas. In een consolidatickern wil men immers feitelijk uitbreiding uitsluiten. Jonge gezinnen kunnen zich alleen dan vestigen als er toevallig woningen vrij komen. Zo'n kern is ten dode opgeschreven. Als dat de bedoeling is, willen we toch eerst wel weten, welke plaatsen men als consolidatiekern wil aanwijzen. De VVD verklaarde zich wel akkoord met de klasse groeikernen, kernen met aanvullende woonfunctie en opvangkernen. Twijfel bestond bij deze fractie over de klasse plattelandskernen, terwijl met de laagste klasse of de consolidatiekernen afwees. De heer Elenbaas wees er in dit verband nog op, hoe in de provinciale nota uitvoerig wordt ingegaan op de mogelijkheden tot achteruitgang van de plattelandskernen. Daarbij komt ook de kwestie van de tweede woningen. De meerderheid van de VVD fractie heeft het bijzonder moeilijk met het instellen van verordeningen tegen deze tweede woning. Anderzijds wel de bezwaren kennende van overdrijving, had de heer Elenbaas kernen gekend, waar tweede bewoning niet mogelijk was, maar er ook veel desolater uitzagen dan in kernen, waar een tweede bewoning wel werd toegestaan. Hij zag overigens het probleem van de tweede woningen wat verminderen, nu door de economische omstandigheden de vraag daalde en anderzijds de jeugd de geëigendheid in het dorpsbeeld van die woningen meer gaat waarderen en er dus zelf intrekt. Dat is een verheugend verschijnsel. De inhoud van de nota is niet onvriendelijk voor het platteland. Vraag is echter hoe het met de uitwerking loopt. Theoretisch lijkt het een aardig geheel, maar de VVD wil toch wel meepraten over de uitwerking daarvan. Men kan voor wat het laatste betreft wat gerust zijn, nu het voornemen bestaat via streekplannen de vijf groepen per regio in te delen, zo besloot de heer Elenbaas zijn betoog over de nota bewoningspatroon. Gedeputeerde Boersma deed in zijn antwoord aan de VVD en andere fracties de toezegging dat de Staten binnen twee jaar kunnen oordelen over de uitwerkingsplannen per streek. In de provinciale nota wordt een indeling gemaakt van de bestaande woonkernen in vijf klassen. De voornaamste daarvan is de groeikern. Daar wordt dan niet alleen maar natuurlijke groei (woningbouw) voor de aanwezige bevolking toegestaan, maar worden ook van elders komenden opgevangen. Als groeikernen komen in Zeeland praktisch alleen de grotere steden in aanmerking. Vervolgens is er de aanduiding kernen met een aanvullende woonfunctie. Het zijn die plaatsen bij de steden (bij de groeikernen) die een aanvulling kunnen vormen van wat overtollige stedengroei. Een derde klasse wordt aangeduid als opvangkernen, plattelandsgemeenten die voor een zeker gebied toch een opvnngliinctie vervullen. Voor een opvangkern is er dus ook een werkelijke groeimogelijkheid geschapen. In de vierde plaats de plattelandskernen, die bestemd zijn voor hel opvangen van de eigen natuurlijke groei. De vijfde klasse wordt de eonsoiidaliekern genoemd. I lel woord zegt voldoende: geen groei, of uiterst zeer beperkt en aangezien stilstand achteruitgang betekent slaat klasse vijl min of meer op de nominatie 0111 Ie verdwijnen. Het zijn kernen die ongunstig zijn gelegen ten opzichte van vervuilende industrie en waarheen de bcwoningsliefhebberij ook niet bij voorbaat zal uitgaan. De Zeeuwse staten bleken in april wat huiverig te zijn 0111 een zodanige belijning aan te geven, laat staan toe te passen als het bewoningspatroö met zijn vijf klasson indeling aangeeft. De nota werd tenslotte toch aangenomen, toert gedeputeerde staten de toezegging deden dat er over de indeling nog in de staten zal worden overlegd. Hoe VVD en SGP over de nota bewoningspatroon oordeelden werd vertolkt door de twee genoemde Statenleden uit ons gebied. Zo vond de heer Elenbaas dat de inhoud van dit provinciaal discussiestuk nogal vriendelijk overkwam. Er is, zo vond de heer Elenbaas, begrip ontstaan voor de kleinere kernen, waarover de VVD zich alleen maar kan verheugen. Het gaat immers niet alleen om begrip voor de kleine kernen, maar ook om begrip voor de mensen, die uit vrije wil, zonder de voorzieningen van de grote stad te veronachtzamen - liever de rust van het platteland zoeken. Over deze vrijheid hebben wij in de afgelopen jaren al vaak gesproken zonder hiervoor veel begrip te hebben ondervonden, vond de heer Elenbaas. Hij vond voorts de indeling in vijf typen kernen nogal wat wijds opgezet. Kan dat met name in Zeeland met een relatief geringe bevokingsaanwas niet wat eenvoudiger zijn. Is het niet voldoende te beperken tot regionale groeikernen, tot kernen met een aanvullende woonfunctie en plattelandskernen. Waarom het zo ingewikkeld maken als het eenvoudig Z.P.C. de Eendracht heeft met 8-6 van Dio Etten Leur verloren. Ondanks de vrij lange vakantieperiode werd er aardig gespeeld. Jongere spelers kregen donderdagavond voor het eerst de kans om hun kunnen te tonen. ,t Was prettig dat Peter Brugman, Johan van der Stee en Peter Blok niet voor hun oudere medespelers hoefden onder te doen. Zaterdag stonden de Eendracht en de Meermin uit Steenbergen al vroeg klaar voor hun wedstrijden. De Thoolse jongens boekten een 5-3 overwinning, maar helaas gingen de dames met 2-3 ten onder. Het is voor de Eendracht niet eenvoudig om een dameszevental te vormen. ,s Zomers is men wel enthousiast, maar bij minder goed weer en op de trainingen laten de dames verstek gaan. Hopelijk komt hierin verandering. De heren konden, mede door het stoppen van een strafworp door de keeper, de wedstrijd met een 5- 3 zege afsluiten. Z:P.C. de Eendracht organiseert zaterdagmiddag om half vier in het overdekte bad Gageldonk te Bergen op Zoom een zwemwedstrijd met Dio Etten Leur, Meermin Steenbergen, Zuidwesthoek Hoogerheide. De SGP woordvoerder burgemeester G. van den Berg belichtte in zijn betoog vooraf de achtergrond, er op wijzend hoe de problematiek van de kleine kernen in een groot deel van ons land een van de meest op de voorgrond tredende discussiepunten werd als onderdeel van de ruimtelijke ordening. Uitgangspunt was tot dusver om in een zo dichtbevolkt land als het onze de overvloed aan mensen en menselijke aktiviteiten zo zorgvuldig mogelijk over de schaarse ruimte te spreiden. Daarbij wenste men een duidelijk contrast tussen stedelijke en landelijke gebieden en het concentreren van industrie en diensten In stedelijke gebieden. Voorkomen diende te worden dat de verstedelijking vrijwel overal zichtbaar zou worden. Om de geweldige opeenhoping van mensen en aktiviteiten in de Randstad te verminderen, diende de functie van stedelijke gebieden buiten de Randstad te worden vergroot. Dat werd de zgn. gebundelde deconcentratie. De heer Van den Berg begreep uit de proyinciale nota bewoningspatroon, dat het principe van de gebundelde deconcentratie ook voor Zeeland aanvaardbaar uitgangspunt was, mits ook rekening wordt gehouden met de problemen van de kleinste kernen. Daarmee kon de SGP fractie het niet geheel eens zijn. Het vanaf 1966 gevoerde beleid van gebundelde deconcentratie bleek voor de kleine kernen niet juist. Daarom ook is er op oriënteringsnota ruimtelijke ordening 1973 een nota van wijziging gekomen in april 1975 met het begrip „leefbaarheid" als centraal gegeven. Aan' de gehechtheid van de inwoners van het eigen dorp wordt thans een groot gewicht toegekend, vooral in verband met de sociaal-culturele waarde die het dorp in ons samenleveringspatroon vertegenwoordigt. De nota stelt nu dat de leefbaarheid van de kleine kernen wordt bepaald door twee factoren, te weten het voorzieningenniveau ter plaatse of op overbrugbare afstand en de leeftijdsopbouw. Geacht worden hierbij vooral voorzieningen buiten de materiële sfeer als van groot belang zijnde, zoals kerken, scholen, verenigingen, gezondheidszorg, enz. De heer Van den Berg vond de opmerking gunstig dat toepassing van de nieuwe beleidslijnen alleen streeksgewijze kan worden bezien. Daarmee valt een belangrijke taak toe aan de provincie op dit terrein. Met de provinciale discussienota kon de SGP-fractie in grote lijnen instemmen, verzekerde de heer Van den Berg. Ook met 5 klassen (typen kernen)'zullen er altijd nog wel overblijven die wat blijven zweven tussen het ene en het andere. Het kan ook zijn, dat stedelijke centra niet hun bestemmingsplannen op het gebied van het wonen duidelijk beneden ile maal blijven en bewoners betere woonruimte zoeken in de omgeving. Een ander facet is dat het in bepaalde gebieden voor de bewoners van kleine kernen niet zo'n probleem is voor een aantal zaken hel stedelijk verzorgingsgebied op te zoeken. De afstand is dan niet te groot en het openbaar vervoer redelijk. Veel moeilijker is het voor de kernen waar die afstand wel belangrijk is en het openbaar vervoer te wensen overlaat. In zulke situaties zal de vraag naar eigen voorzieningen groot zijn en dat is alleen mogelijk door het bouwen van meer woningen. Weer andere gebieden hebben de beschikking over een duidelijke centrum-gemeente, zoals bijvoorbeeld op Schouwen-Duiveland. Zo'n gemeente moet dan ook zijn verzorgende taak kunnen blijven vervullen. De heer Van den Berg zei bijzonder geïnteresseerd te zijn naar de resultaten van de st diegroep kleine kernen of die ook beschikbaar komen voor bestuurders. Dan zal blijkeri of de verrichte studies te eenzijdig waren. Uit de onderzoekingen bleek in elk geval dat het hebben van een school voor het voortbestaan van een kern van groot belang is. De kwaliteit van het onderwijs aan een kleine school behoeft ook niet onder te doen voor die van een grotere school. Waar echter een schooltje nog net kan blijven bestaan is er voor de middenstand al vrijwel geen emplooi meer. Juist het wegvallen van aankoop eerste levensbehoeften in de directe omgeving brengt de leefbaarheid ernstig in gevaar. Rijdende winkels kunnen alternatief bieden, maar als een kern te klein wordt rendeert ook dat niet meer. Om naast de school nog de beschikking te hebben over een winkel moet het toch mogelijk zijn om naast een zgn. postagentschap er een gemeente-agent schap te vestigen. Voor een aantal zaken zoals verkrijging rijbewijzen, toeristenkaarten. een pas en diverse formulieren behoeft de bewoner van de kern niet meer naar het gemeente secretarie, meestal gelegen in een grotere kern. Belangrijker is nog dat de middenstander met zijn agentschappen zich een basisinkomen kan verwerven, eventueel aangevuld met een uitleenpost voor boeken. Dan is de consument werkelijk eediend. Een ander belangrijk punt voor de leefbaarheid is de gezondheidszorg, vond de SGP-woordvoerder. Niet iedere (kleine) kern kan een huisarts hebben, maar het is zeker van belang dat deze goed bereikbaar is. Belangrijk is voorts ook de zuigelingen- en kleuterzorg. In een grotere kern met ziekenhuis (dichtbij) en specialisten worden kinderen met afwijkingen eerder verwezen. In onze provincie zijn daarover geen vergelijkende gegevens. Mogelijk kan daartoe de Provinciale Raad voor de volksgezondheid worden ingeschakeld. Een groot gevaar voor de leefbaarheid van de kleine kernen noemde burgemeester Van den Berg grote aantallen tweede woningen. Dat wordt weekendbezoek en bewoning. Een aantasting van de zondagsrust, maar ook de materiële leefbaarheid komt er door in gevaar. De SGP-woordvoerder maakte tenslotte nog enkele opmerkingen over de herkenbaarheid van het dorpsbeeld en het dorpsleven. De heer Van den Berg vond het hoog tijd worden, dat er voor het platteland met andere leerlingenschalen wordt gewerkt dan voor de stad. Het vervoer' van kinderen met schoolbussen is ook verre van ideaal. Sub-urbane groei van een aantal kernen kan een groot gevaar zijn voor centrumgemeenten. Maar voor de herkenbaarheid van het dorpsbeeld niet minder. De meest gemakkelijke weg is om als het nodig is een aantal nieuwe woningen te bouwen. Het oudere hart wordt dan onleefbaar in de toch al niet grote kern. Met nee te zeggen tegen de tweede woningen zal het oudste gedeelte meestal worden bewoond door de ouderen. Er kan op rehabilitatie mogelijkheid niet genoeg de nadruk worden gelegd. Waarschijnlijk is dat niet de gemakkelijkste weg, maar voorkomen wordt te veel stedelijke bebouwing aan de rand en verpaupering van het oude hart. Dan is het gebeurd met de herkenbaarheid van het dorpsbeeld. Wil de rehabilitatie nog eens extra stimuleren, verzocht het SGP statenlid. De heer Van den Berg besloot met te verklaren dat de SGP in grote lijnen akkoord kon gaan met de discussienota als eerste aanzet. Echter ook de natuurlijke groei van kernen met een hoog geboortecijfer dient door die kernen te worden opgevangen. Dat moet niet ten koste van de regio gaan. Ook de SGP had overigens met de consolidatiekernen de grootste moeite. Inmiddels zijn door de CDA fracties vragen bij gedeputeerde staten inge diend over de vreemde gang van zaken rond de openbaarheid van de PPD discussienota. In de augustus-statenzitting zal dat onderwerp dus ongetwijfeld opnieuw aan de orde komen. Alexander: Partijstellingen. Uitgeverij Hollandia te Baarn heeft een niet zo grote, maar wel selectieve keuze in schaak-en dam voorlichtingsboeken. Een daarvan werd samengesteld door de schaakmeester en schaakauteur Hugh Alexander, die via een groot aantal partij-stellingen op onderhoudende wijze elke sterkte en bekwaamheid van schaakspelers weet te testen en te verbeteren. In het eerste gedeelte komen we met vele voorbeelden een systematische inleiding tot het combinatiespel tegen. Vervolgens staan zeventig stellingen ter oplossing, gerangschikt per type in series van tien. De lezer kan de stellingen zelf oplossen. Tenslotte staan er in deze uitgave een aantal stellingen om de schaker te testen met daarbij vergelijkingsmateriaal van Engelands beste spelers. Een goeie, en leerzame voor de schakers, deze 16,90 kostende voorlichter. Een besluitvaardig zeiler. Met besluiteloosheid doet men nergens wat, met besluitvaardigheid komt men heel wat verder, maar van veel belang is wel een goede beslissing, ook al of zelfs vooral wanneer ze heel snel moet vallen. Uitermate belangrijk mag een goede besluitvaardigheid op zee worden genoemd. Daarom kan men ook zoveel leren als watersporter van het boek van Joachim Schuit, dat bij Hollandia b.v. te Baarn is verschenen. Elke zeiler komt vroeg of laat voor situaties te staan die hem tot snelle aktie dweingen. Wind en zee zijn immers gedaanten met vele gezichten. Met veel voorbeelden en illustraties toont de auteur wat men niet alleen met gezond, maar vooral voorzien van veel voorkennis kan vermijden. Meer dan tevoren zal met via deze besluitvaardige zeiler vreemde en onverwachte situaties te baas kunnen. Zogenaamde kajuitlektuur, die bij iedere gelegenheid geraadpleegd kan worden. „De besluitvaeiardige zier" is goed zeemanschap in vraag en antwoord. Prijs 19,50. Makkabeeër-trilogie. Wie hoort of leest van de schrijver L. Penning zal daaraan onmiddellijk de Zuid Afrikaanse Boerenoorlog verbinden. Van deze zo algemeen bekende Penningboeken zijn bij uitgeverij La Rivière Voorhoeve te Zwolle tientallen herdrukken VETERANEN KORFBAL Belangstellenden voor de veteranen korfbalwedstrijd zaterdag 21 augustus om kwart voor drie, Haestinge, Sint- Maartensdijk, kunnen zich opgeven bij G. A. de Hond, Fr. van Borselenstraat 17. Donderdagavond tussen 7 en 8 uur is er voor de veteranen gelegenheid nog eens een balletje te gooien en de spelregels door te nemen met de trainer en spelers van Emergo. Het programma voor de korfbalmiddag in Sint-Maartensdijk op 21 augustus: 2 u. pupillen, 2.45 u. veteranen, 3.45 u. senioren, 3.45 u. adspiranten, beide laatste ploegen tegen Keep Fit Roosendaal. verschenen, laatst dan veelal in omnibussen, die altijd weer hun weg naar ook elke nieuwe boekenplank weten te vinden. Nu staat daar toch ook achter een nieuwe uitgave van La Rivière de naam van die bekende auteur L. Penning. Dus weer een verhaal over Zuid-Afrika? Over de Boeren? Nee. Die voor de hand liggende beantwoording is onjuist. De titel moet daaromtrent al volop twijfel oproepen. De Makkabeeërs wonen toch in het Midden- Oosten. De Makkabeeërs zijn toch Joden? Inderdaad, nu zijn we met dezelfde L. Penning op het goede spoor. De auteur van de Boerenoorlogverhalen toonde ook in die boeken sympathie met de kleine volken die in conflict met grootmachten zijn gewikkeld en vandaar dat ook zijn grote belangstelling uitging naar het Joodse volk. dat zo vaak een heldenstrijd moest voeren. Het was in de 2e eeuw voor Christus dat de Joden een reeks vrijheidsoorlogen voeren tegen hun nog altijd onverzoenlijke nabuur Syrië. Toendertijd een machtige staat. De bloedige ontmoetingen leken dan ook in het voordeel van de Syrische koning beslist te word. maar telkens opnieuw sloegen de Israëlieten verpletterend terug. In de voorste linie bij die strijd stonden de Makkabeeërs. Een priesterfamilie uit Modin. Over die Makkabeeërs gaat het in het boek van Penning, maar daarmee tegelijkertijd over een Israël-episode, die opnieuw benadrukt, hoe de Joden door lijden gelouterd, ook gehard werden. De Makkabeeërs-trilogie telt ruim 500 pagina's. Het is dus niet in één ruk uit te lezen, hoewel Penning ook met dit onderwerp boeiend genoeg is om het graag te willen doen. Het eerste deel gaat over de grootste van de genoemde Priesterfamilie: Juda de Makkabeeër. Hij sneuvelt in de hero"ïsche strijd en dat nog door verraad uit „eigen huis". Het tweede deel toont dat met het sneuvelen van de grote voorman de strijd niet wordt gestaakt. Onder „het veldteken der Makkabeeërs" is er dan een even boeiend, ook weer bloeiend vervolg van het verzet tegen overweldigers. Tenslotte dan „Makkabeüs Triumfator." Land en volk. het tijdsbeeld, het wordt door Penning op zijn bekende boeiende, tegelijkertijd eenvoudige wijze beschreven en vaak groeit bladzijde na bladzijde de spanning, om na een climax meteen weer een bij de lezer groeiende belang stelling te wekken. Een trilogie van 24,50 maar dan ook voor 500 bladzijden, die snel worden „genomen", niet vanwege saaiheid, maar die snelheid vooral door de spanning voor de lezer. La Rivière Voorhoeve inclusief Penning zorgen er voor dat dit boek verantwoord op elke boekenplank kan staan en wordt gelezen en herlezen. De ontdekkingsreis van Steven Corf. Jan dc Ruyter schrijft over de zee. Bij La Rivière Voorhoeve te Zwolle zijn van deze zeeverhalen-auteur al verschene „Scheepsmaat Eric en de Boekanier, Jeroen, scheepsmaat bij de Noordse Compagnie, Dammes' Avonturen op de wereldzeeën om er enkele te noemen. „De ontdekkingsries van Steven Corf', doet als spannend jongensboek niet voor die met de andere titels onder. Als scheepsmaat op de „Arend" gaat Steven op zoek naar het mysterieuze Zuidland. Eer hij weer voet zet op Vaderlandse bodem zijn heel wat avonturen beleefd. Mist en storm, ontevredenheid aan boord, scheurbuik, vreemd vaarwater, eilanden met een vijandige bevolking. Gestrand en beschoten. Wie van boeken over de zee houdt, wie graag spannende jongensboeken leest kan met „De ontdekkingsreis van Steven Corf', kan met Jan de Ruyter volop het zoute sop kiezen. Verkrijgbaar in de erkende boekhandel. Gebonden 13,90. Bij de ambtenaar van Sportzaken van de gemeente Tholen, dhr. P. van der Vlies, zijn weer trimtassen verkrijgbaar in het kader van de actie Sport Real. Belangstellenden kunnen contact met hem opnemen op het gemeente secretarie in Sint-Maartensdijk of in zijn woonplaats Tholen. Het programma Sport Real Tholen is enigszins gewijzigd, aangezien de voor vrijdag 13 augustus geplande zwemmarathon in Haestinge te Sint- Maartensdijk geen doorgang kan vinden. Badmeester Boxce kón de organisatie niet tijdig rond krijgen, zodat de zwemmarathon naar een latere datum verschoven wordt. „Dc Reisduif' te St. Philipsland vanaf Survilliers op 7.8.1976 met 184 duiven over 304 km., de snelheid eerste duif 904.01 m/m„ aankomst 11.55.43, snelheid laatste duif 757.41 m/m., aankomst 13.01.03. Iz. Reijngoud 1,4, 15, 19 en 44; J. Verwijs en Zn. 2, 3, 5, 7, 8, 11, 12, 17, 21, 22, 25, 26, 41, 43 en 45; J. van Oeveren 6, 13, 20 en 36; Gebr. Fonteijne 9, 18, 30, 35, 39 en 40; W. Neele 10 en 16; K. de Frel 14; J.D. Quist 23 en 31J.C. Quist 24; K.A. Reijngoudt 27, 29 en 46; A. Faasse 28, 32 en 34; M. Fonteijne 35; A. Verwijs 37 en 42; A.W. Beurkens en Zn. 38. Wedvlucht Louvres 7.8.1976, Reisduif te Scherpenisse. In concours 160 j. duiven, los 6.20 u., n.o. wind., afst. 302 km., Ie pr. 11-32-43 965,17 m., laatste pr. 12-47-38 774,80 m. P. Potappel 1-9-25, D. Uijl 2-21, C. van Belle 3-28-29-33, L. de Kwak-Koolaard 4-6, K. Lisseveld 5-38-41-49, P. Suurland 7-26-51-54, A. Scherpenisse 8- 15-18-30-31-32-44, A. Moerland 10-16- 17-20-42-46-47-50-52, H. Smits 11-12-37- 43, J. Moerland 13-24-27-35-36-39, A. Riedijk 14-19-22-23-34, G. Larroy 40- 53, M. Goudzwaard 45, B. Suurland 48. 20 oude duiven Louvres: P. Noordijke 1-5, G. Larooy 2, P. Suurland 3-6, D. Menheere 4-7. Wedvlucht Louvres 7-8-1976, Trouwe Duif te Tholen, in concours 119 j. duiven, los 6.20 u., n.o. wind, afst. 302 km., Ie pr. 11-47-49 922,08 m., laatste pr. 12-50-24 773.42 m. J. Noom 1-5-10-16, P. Laban 2-17-20, M. Moeliker 3, A. Korsman 4-8, J. Bogaart 6-7, J. van Dijke (Kr.) 9-12-18, M. Tazelaar 11-29, J. Deurloo 13, C. Moeliker 14-15-24, W. Theunisse 19-28, L. v.d. Klein Jzn. 21, C. van Luijk 22, L. v.d. Klein (S) 23-27, C. Ln 25, A. Wagemaker 26-30. 38 oude duiven Louvres: J. Hol 1, J. Kegge 2, J. Deurloo 3, J.M. We hebben het natuurlijk allemaal al begrepen. Brigadier Piet was de man achter de auto. Hij stond achteloos tegen een lantaarnpaal geleund en beschreef speels een boogje met de loop van zijn pistool. „Steek de kluifjes maar omhoog, jongens," zei hij. „Braaf zo. Ik mag zelfs zeggen, bravissimo. Dat neemt echter niet weg, dat ik zo vrij zal zijn jullie te arresteren, aan te houden en voor te geleiden op grond van artikel zus en zo, sub dit en dat, hetwelk aan ieder volwassen persoon, onverschillig van welke kunne verbiedt zich in vermomming op straat O6m|-Dr0lS te begeven. Begrepen? Jullie zijn er gloeiend bij, jongens." „Niks gloeiend erbij," gromde Diavolo. En Angelico viel hem bij door te zeggen: „Inderdaad, signore agente di policio! Nikske gloeiend erbij! NoNoIWij willen die Italiaanse ambassadeur sprekenlWij zijn leden van een bevriende natie en onderdanen van een land, dat ook is aangesloten bij het Atlantisch Pact, net als jullie. Wij zijn dus vrienden!" „Maak je niet druk over de ambassadeur, jongens," lachte brigadier Piet. „Jullie worden onmiddellijk in de gelegenheid gesteld terug te reizen naar je eigen vriendelijke land zonder die hele diplomatieke rompslomp." - „Wat bedoel je?" vroegen de schurken verward. Maar dat merkten ze gauw genoeg. Nog diezelfde avond werden ze namelijk door een stevige marechaussée als ongewenste van Dijke 4, A. Korsman 5-6, W. Theunisse 7, P. den Boef 8-10, M. Tazelaar 9. Dc Reisduif te Sint Philipsland vanaf Compiegne op 31-7-'76, over 262 km., met 216 duiven, met Westen wind gelost om 7.50 uur, snelheid eerste duif 981.62 m/mln., aankomst 12.17.20, snelheid laatste duif 784.35 m/mln., aankomst 13.26.02. J. Verwijs en Zn. 1,9, 15, 16, 19, 29, 32, 34, 49 en 51. W. Neele 2, 3, 8 en 20. M. Fonteijne 4, 36 en 52. K. de Frel 5, 7, 21 en 38. Gebr. Fonteijne 6, 30, 42, 44 en 48. Iz. Reijngoudt 10, 23, 25, 35, 41 en 45. A. Faasse 11, 17, 22 en 37. A. Verwijs 12, 24 en 50. K. A. Reijngoudt 13 en 14. J. C. Verwijs 18 en 53. Jac. Geense 26, 27, 40 en 47. J. v. Oeveren 28, 33 en 39. Jan Quist 31. J. D. Quist 43 cn 46. W. Verwijs 54. Wedvlucht Compiegne 31-7-1976, Reisduif Scherpenisse. In concours 189 jonge duiven, los 7.50 uur, w.wind met regenbuien, 1c pr. 12-10-57 966,84 m., laatste pr. 13-31-00 742,65 m., afst. 254 km. P. Suurland 125, 55 en 63. C. v. Belle 2, 11, 14 en 34. A. Scherpenisse 3, 28, 39, 49, 50, 5154, 56 en 59. A. Moerland 4, 8. 12, 15, 18, 20, 23, 30, 33, 37 en 40. K. Lisseveld 5, 22, 24 en 45. A. Riedijk 6, 13, 16, 31, 36, 46 en 62. J. Moerland 7, 42 en 43. P. Potappel 9, 29, 47, 53 en 60. M. Goudzwaard 10. L. de Kwak- Koolaard 17, 27 en 48. P. Dorst 19. C. Bolier 21, 32, 35 en 38. D. Uijl 26 en 41. H. Smits 44, 52 en 61. G. Larooy 57 en 58. Achttien oude duiven: D. Menheere 1, 2, 4 en 5. P. Noordijke 3. G. Laroov 6. De Zwaluw - Oud-Vossemeer, 325 duiven, vanaf Compiegne, gelost 7.50 u., eerste duif 1018 m/min., 12.03.23 u., laatste prijswinnaar 794 m/min., 13.16.32 u. A. van Daalen 1, 23, 31 en 64. D. Polderman 2, 3, 20, 21, 43, 49, 54, 56, 57,88, 89 en 96. B. Quist 4,10, 32, 33 en 36.1. Berkey 5 en 97. J. Potappel 6, 12, 23, 58, 59 en 95. Jac Vaders 7, 48, 51, 85 en 99. L. Hoek 8. P. de Wilde 9. J. Schetters 11, 80, 100 en 103. G. Hoek 13, 78, 82 en 108. M. Moerland 14, 24, 42, 55, 62, 72 en 73. P. van de Houten 15, 30,46 en 53. P. Vis 16, 35, 47, 63, 66 en 93. A. Voormeulen 17, 19, 27, 37, 38, 71, 74, 87 en 106. D. Haverêmans 18, 50 en 90. M. Speyer 25, 39 en 104. D. Lindhout 28, 52, 67, 70, 81, 84, 97 en 107. D. Vaders 29. J. Kruf 34 en 105. J. Ballegooijen 40, 41 en 65. C. Hommel 44, 61, 76 en 86. A. Lindhout 45, 60, 68 en 101. W. Burgers 69. R. Mosch 76, 77 en 79. L. de Heer 83. M. de Graaf 91 en 92. D. Havermans 102. De Zwaluw, Sint Maartensdijk, Noyon met 131 duiven. G. Lindhout 1, 4, 6, 11, 21, 26, 30, 24, 32, 34 en 36. D. Muskee 2, 28 en 42. J. Scherpenisse 3, 5, 7, 9, 14, 17, 20 en 38. L. v.d. Berg 8, 40, 43 en 44. C. Vermeulen 10, 23 en 31. J. Kwaak 12, 15, 22, 33 en 41. C. v. Gorsel 13 en 37. C. Andriesse 16 en 27. A. Bijl 18 en 29. J. Stoutjesdijk 19 en 35. Fr. v. Beveren 25. C. Priem 39. vreemdeling over de grens gezet, waarbij een dikke soldatenschoen als vervoermiddel op rijkskosten dienst deed. Met een zware plof belandden de twee schavuiten in de strook niemandsland tussen ons land en een nabuurstaat. En daarmee nemen we dan voorgoed afscheid van de schurken Diavolo e Angelico. Tegelijk nemen we voorgoed afscheid vn Karei Kleuntjes, van wie alleen nog te vertellen valt, dat hij in het vervolg elke wedstrijd als binnenspeler werd opgesteld. En van brigadier Piet kunnen we nog even vertellen, dat hij tegenwoordig vol trots de dubbele gouden in plaats van de dubbele zilveren strepen draagt.Hij is namelijk bevorderd tot brigadier der le klasse van de gemeentepolitie te Bonckelhoven. En als er nu nog mensen zijn die liever gezien hadden, dat Angelie en Diavolo er werkelijk in geslaagd waren de wondervoetballer K. Kleuntjes tóch naar Italië te krijgen, die kunnen we aanraden het hele verhaal weer opnieuw te gaan lezen om er vervolgens zelf een mooi eind aan te draaien. Maar daarvoor zullen onze tekenaars zeker geen plaatjes tekenen. Nee, die zeggen liever met brigadier Piet: Leve de sport maar weg met de schurkenstreken om winstbejag! EINDE Marien van Prooijen uit Sint- Maartensdijk is niet ontevreden over zijn tiende plaats in Goes, waar hij 20 km. liep in 1.09.25 u. Dit was de eerste wedstrijd na een lange blessureperiode. Mogelijk is het herstellingsproces nu zover gevorderd, dat van Prooijen in september ook kan starten bij de stratenloop in Sint-Maartensdijk. In Goes werd J. de Leeuw uit Oud- Vossemeer 26e met een nieuw persoonlijk record van 1.14.45 u. Er waren 70 deelnemers waarvan er 59 de wedstrijd uitliepen. Winnaar werd de Belgische marathonkampioen W. van Renterghem in 1.02.10 u. voor Piet Vonck 1.03.35 en Wies van Houten 1.06.35 u.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1976 | | pagina 9