Opbouwwerk-experiment kreeg niet
complete Thoolse raadsinstemming
Oosterscheldevissers naar
landelijk kampioenschap
kusthengelen
SGP FRACTIE
ANDERS
OVER LEEFBAARHEID
UIT DE THOOLSE ALMANAK 1858 f2)
RODE KRUIS
PUZZEL
Ingoede
handen..
EVERS MODE BOETIEK
Donderdag 29 april 1976
EENDRACHTBODE
Positief
Vierkant tegen
Ondermijning van
maatschappelijke
verhouding
Scherp oordeel
Ik wil het de W.O.
niet aandoen
Licht op groen
'Onze mening over de leefbaarheid van onze gemeente venchOt met de owe, zodat
wij aan opbouwwerk, zoals dit zich over het algemeen aandient, beslist geen
behoefte hebben.' Dit was het SGP antwoord op het B en W voorstel om in het
kader van decentralisatie aan de Stichting Welzyns orgaan Tholen te verzoeken tot
een vervolg van een opbouwwerk-experiment.
Bedenkingen kwamen er aanvankelijk ook van WD zjjde, terwijl de PVDA fractie
zonder opbouwwerk af te wjjzen in het kader van decentralisatie meer voelde voor
het instellen van een samenspraakcommissie.
Tenslotte werd het B en W voorstel toch aanvaard met 10 tegen 6 (SGP) stemmen.
Er ging aan deze beslissing een
uitvoerige discussie en zelfs nog een
schorsing van de vergadering vooraf.
De PVDA fractie had de primeur en bij
monde van de heer P. van Schetsen
werd gesteld dat het voor die fractie niet
zo moeilijk was om een oordeel uit te
spreken over het B en W voorstel. Het
was immers al meerdere malen in
commissievergadering besproken.
Daartoe kan men al bijna een jaar
teruggrijpen. In die
commissievergadering was toen o.m.
gevraagd, aldus de heer van Schetsen of
mr„ Ten Berge zijn oordeel wilde geven
over de B en W gedachte van de
opbouwwerker en het instellen van een
samenspraakcommissie. B en W
hebben die vraag inderdaad voorgelegd
aan de heer Ten Berge, die daarop heeft
geantwoord. Dat antwoord echter is
niet in de openbaarheid gekomen en dat
achtte de heer van Schetsen toch wel
van belang. Van belang, gezien toch de
vrij grote belangstelling, die de
bevolking voor het rapport Ten Berge
toonde, van belang daarom ook voor
een verdere oordeelsvorming, ook al
neemt de raad dan nu al een beslissing.
De heer Van Schetsen verzocht de
voorzitter alsnog te willen overwegen
het antwoord van Ten Berge aan de
pers door te geven. Deze zei daartegen
geen bezwaar te hebben. Verder
informeerde de PVDA woordvoerder of
het stuk ook aan de sectie opbouwwerk
van het Welzijnsorg&an was overgelegd.
Dat bleek niet het geval te zijn. De heer
J. de Bres vulde zijn fractiegenoot aan
met een wat uitvoeriger beschouwing op
het voorstel. Hij zag het wel als een zeer
belangrijke zaak, al zijn er altijd wel in
een samenleving die daaraan niet zo
zwaar tillen.
Dit B en W voorstel, zo wilde de heer de
Bres nog eens herinneren, is duidelijk
een gevolg van de samenvoeging van
gemeenten en de
decentralisatiegedachte heeft in feite
landelijke belangstelling. Nu willen B en
W mogelijkheden om bestuur en
bestuurder dichter bij elkaar te
brengen realiseren via het opbouwwerk.
Dit wil zeggen, een meerderheid van het
college want het is geen unaniem
voorstel. Het is bovendien zo, dat de
mening van de overheid en de burger
ook nog wel verschillend ligt, evenals bij
de burgers onderling. Dat is onder
meer gebleken tijdens de hoorzitting te
Poortvliet. De heer de Bres laakte
vervolgens een uitspraak die gedaan
zou zijn in de commisisievergadering
bestuurlijke aangelegenheden, dat' van
elders komende eendagsvliegen zich te
veel met dit onderwerp zouden
bemoeien'. Hij trok dat zelfs naar eigen
persoon toe, omdat geroddeld zou zijn,
dat ook spreker maar voor een blauwe
maandag Thoolse inwoner zou zijn en
na de boel op stelten te hebben gezet
weer met de noorderzon zou
verdwijnen. Dat had hem toch wel diep
getroffen. Hij vond het ook geen
houding tegenover mensen, die zich wel
voor de problemen in deze samenleving
interesseren.
De voorzitter interrumpeerde hier de
heer de Bres, omdat deze had geciteerd
uit een niet openbare
commissievergadering. Daarvoor bood
de PVDA man zijn excuses aan. De
heer de Bres constateerde vervolgens
dat B en W een tussenvorm kozen
tussen de suggestie van m Ten Berge
ten aanzien van het instellen van wijk
en dorpsraden en de suggestie tijdens
de hoorzitting te Poortvliet om eerst een
samenspraakcommissie te benoemen.
Daarvoor was toen ook met name de
Dat bent u bij ons, uw
aanbouwkeukenspecialist.
We geven:
#'n gedetailleerd advies
'n persoonlijke planning
perfekte inbouw
klantenservice, ook
jaren later.
aanbouwkeukens
PVDA geporteerd. Door die
tussenvorm van B en W mist spreker
toch in feite een duidelijk standpunt.
Het is voor de PVDA op zichzelf geen
vraag of men wil meedoen aan
samenlevingsopbouw, ook al zou dan
een eerder experiment in die richting
op Tholen zijn mislukt. Wel rijzen bij
hem wat vragen, nl. of de stichting
Welzijnsorgaan bereid is dat
opbouwwwerk weer onder te brengen,
vervolgens of het door het rijk zal
worden gesubsidieerd en in de derde
plaats welke taak die opbouwwerker zal
krijgen. Er zijn veel mogelijkheden te
noemen en o.m. ook genoemd door de
woordvoerder van de sectie
samenlevingsopbouw, de heer Mabelis
tijdens de hoorzitting te Poortvliet. Er
zal toch echter eerst zekerheid moeten
bestaan over de taak of taken, die men
de opbouwwerker wil opdragen. De
heer de Bres wees er verder op, dat ook
door de burgemeester al eens was
gezegd, dat de verhouding
burger/overheid door de herindeling
niet gunstig is beinvloed. Jammer vond
hij dat bepaalde kritiek op het
gemeentelijk besturen vaak wel
binnenkamers wordt gespuid, maar
niet uitgedragen. Daartoe zijn toch
volop mogelijkheden en dat is wel
jammer, want meer openheid in dat
opzicht zou problemen duidelijker
maken en daarmee de kansen voor een
oplossing.
MJ Ten Berge wilde toch ook de mensen
meer gemeente-bewust maken. Een
samenleving die meepraat en zich zich
intensiever toont voor de problemen
dan tot dusver blijkt, geeft voordelen.
Het is nu eenmaal zo, dat de democratie
niet geheel ongeschonden door de
herindeling kwam. Het doen
vervaardigen van het rapport over de
decentralisatie was mede een poging
daarin verbetering te brengen. B en W
willen dat nu doen via een
opbouwwerker. Ondergebracht bij de
stichting Welzijnsorgaan en daardoor
heeft de gemeente in feite geen
verantwoordelijkheid. De verbetering
verhouding bestuur/bestuurder komt
dan in feite via een zijlijn. Zoals ook
bijvoorbeeld de bijeenkomst tussen de
dorpsgemeenschap te Sint Annaland en
de burgemeester. Op zichzelf goed dat
zo'n gemeenschap zich laat horen,,
maar niet alleen tegenover de
benoemde burgemeester, maar ook
tegenover de gekozen
vertegenwoordigers in die gemeente.
Daarom was ik er toch ook wel graag
bijgeweest, zo verzekerde de heer de
Bres.
De raadsvoorzitter antwoordde hierop,
dat hij moeilijk zijn gastheer, in dit
geval de dorpsgemeenschap Sint
Annaland kan voorhouden, wie men
allemaal moet uitnodigen.
Mevrouw M.J. Deurloo-van
Broekhoven (KVP) verklaarde wel
gelukkig te zijn met dit B en W voorstel.
Voor haar moet het niet persé een
opbouwwerker zijn die wordt benoemd,
het mag evengoed een opbouwwerkster
zijn. Als men inderdaad maar de
geschikte persoon voor dit doel weet te
vinden. Ze had te dien aanzien
voldoende vertrouwen in het bestuur
van de stichting Welzijnsorgaan. Dat
vertrouwen bleek er ook te zijn bij het
ARP raadslid de heer W.C. van
Kempen. Als men een geschikt iemand
zou kunnen vinden, zou hij deze poging
graag willen ondersteunen.
De SGP fractie daarentegen had een
geheel andere mening over
opbouwwerk. Bij monde van de heer M.
Dijke werd verklaard het wel eens te
zijn met het oordeel van B en W dat
dorpsraden de afstand tussen
gemeentebestuur en burger eerder
vergroot dan verkleind, ook was men
het als SGP fractie wel met het college
eens, dat een samenspraakcommissie
ook niet zonodig moet, maar' helaas',
zo vervolgde de heer Dijke, kunnen we
evenmin instemmen met het B en W
vcorstel om het Welzijnsorgaan te
vragen het opbouwwerk weer op te
nemen. Wij hebben nimmer om een
opbouwwerker staan trappelen. Zeker
niet, nu het Welzijnsorgaan doende is
met een wijziging van de organisatie in
de richting van een federatief verband
met Schouwen-Duiveland. Daar schijnt
men trouwens voor dat opbouwwerk
ook weinig te voelen. Dat is gezien de
resultaten in den lande ook niet te
^modehuis
nta
bosstraat 27 bercjen op zoom
verwonderen, vond de SGP
woordvoerder. i
De heer Dijke zou er nog enige vrede
mee kunnen hebben indien het
opbouwwerk een zodanig signatuur zou
vertonen dat het volledig in de Thoolse
samenleving zou passen, maar juist
daarop is men bij de SGP lang niet
gerust. Hij was met name geschrokken
als hij leest dat als middel bij het
opbouwwerk wordt gebruikt,
voorlichting van groepen over de
situatie in de samenleving en het bewust
maken van de behoefte aan wijziging
daarin. Wat betekent dit? Is het soms
de taak van een opbouwwerker de
burger aan te zetten tot ondermijning
van de huidige maatschappelijke
verhoudingen? De SGP is bevreesd dat
de jeugd mede door het opbouwwerk
zal worden voorgehouden zowel ouders
als overheid ongehoorzaam te zijn. Zijn
onze inlichtingen juist dan vindt zoiets
via opbouwwerk in andere gemeenten
plaats. Dat nu gaat ons veel te ver,
besliste de heer Dijke. Een dergelijke
wijze van voorlichting zal een zo
bevredigend mogelijk functioneren van
de samenleving bepaald niet
bevorderen. Iets wat juist de taak van
opbouwwerk moet zijn. De SGP fractie
zal dus dit B en W voorstel niet steunen,
zo besloot de heer Dijke zijn betoog.
Ook de VVD fractie, vertolkt bij monde
van de heer M. van Damme had een
scherp oordeel over opbouwwerkers.
Overigens zag hij het bouwen, het
opbouwen, het vernieuwen van de
samenleving als een al jaren door
liberalen bepleite ontwikkeling. De
wetgeving in het verleden is daarvan op
menig onderdeel een bewijs. In die tijd
werden de liberalen ook als links
(vooruitstrevend) aangemerkt. De
liberale beginselen van vrijheid,
verdr aagzaamheid
verantwoordelijkheid en sociale
gerechtigheid waren ook voor onze
uitnemende voorgangers de bron van
inspiratie, zo doceerde de heer van
Damme wat politieke achtergronden
van zijn betoog. Hij verzekerde dat het
welzijnswerk in al zijn facetten de
warme belangstelling van de VVD
heeft. Daarvoor wil men zich als fractie
ook volop inzetten. In dit kader wordt
door de VVD ook het opbouwwerk als
onderdeel van het welzijnswerk positief
benaderd. Zuiver ideologisch bezien
valt onze theorie en filosofie volledig
samen met dit B en W voorstel. De
praktijk van het werken met een
opbuouwwerker pakt echter vaak
anders uit, meende de heer van
Damme, waartoe voorbeelden te over
zijn. Houdt een opbouwwerker bij zijn
werk rekening met de samenleving
waarin hij werkt? Worden die leefwijze
en opvattingen gerespecteerd? In de
praktijk blijken de opbouwwerkers
vaak produkten te zijn van een
Marxistisch geïndoctrineerde sociale
academie, die lak hebben aan een
bestaande situatie en alleen hun
eenzijdige zienswijze willen
doordrukken, zo verkondigde de heer
van Damme. Men kan dan tegenwerpen
dat de raad toch uiteindelijk voorstellen
van een opbouwwerker zal goed- of
afkeuren, maar de praktijk leert
anders. Elk voorstel vindt wel
medestanders en het resultaat van
afwijzen is vaak een aktiegroep. Dat is
in onze ogen het gevaar wat schuilt in
benoemen van een opbouwwerker, die
misschien met hoge cijfers afstudeerde,
maar onbewogen voor onze leef- en
werkwijze van onze Thoolse
samenleving een puinhoop maakt.
Daarom bij dit B en W voorstel van
onze kant toch wel een flink aantal
vragen. Van beantwoording daarvan
zal afhangen of we met dat voorstel al of
niet akkoord gaan. Zo informeerde de
heer van Damme of bekend is of het
welzijnsorgaan bereid is tot dit
experiment, nadat een eerdere poging
mislukte. Zou een federatief bestuur
(Tholen en Schouwen) geporteerd zijn
voor een opbouwwerker? Een sterke in
eigen kracht gelovende
Aelzijnsstichting is voor het benoemen
van een opbouwwerker voorwaarde.
Kan B en W ons voorlichten over haar
gesprek met de Welzijnsstichting?
Waar bekend is dat de sectoren
maatschappelijk werk en
gezinsverzorging alle aandacht eisen
van de Thoolse stichting, durft B en W
het dan aan om de stichting met een
nieuwe werkvorm te belasten? Verdient
het in elk geval geen aanbeveling dat de
Welzijnsstichting een marsroute
uitstippelt voor een opbouwwerker,
zodat niet een groot deel van het
experiment verloren gaat door
bestudering van een plan de campagne,
zo luidde een laatste vraag van de VVD
woordvoerder.
De heer J. Versluijs (CHU) had er
minder tijd en woorden voor nodig om
zijn standpunt tegenover het B en W
voorstel te bepalen. Hij stond daar
positief tegenover. Verder zou men zich
nog wel eens kunnen beraden over aard
en betekenis van het opbouwwerk,
terwijl men zich in elk geval kon
beperken tot datgene wat de
samenleving in het algemeen wenst.
Na deze eerste ronde kwam de
voorzitter aan bod. Hij achtte het in
tegenstelling met de suggestie van de
heer van Schetsen niet nodig met de
burgerij weer te gaan spreken over het
antwoord van mr Ten Berge. Men had
als college toch wel voldoende
duidelijkheid gekregen tijdens de
hoorzitting te Poortvliet. Uiteraard
moet men ook eens tot een afronding
komen na 2 jaar praten. Als de heer de
Bres alsnog een samenspraakcommissie
wil, moet hij wel kunnen begrijpen dat
na de Poortvlietse hoorzitting B en W
met dit voorstel zijn gekomen. De
voorzitter zou toch wel graag zien, dat
het opbouwwerk een nieuwe
experimentele fase kon beginnen.
Uiteraard schrijft ook mr Ten Berge in
zijn rapport dat de afstand bestuur/
bestuurder hier geen grote reden tot
ongerustheid geeft, wat niet wil zeggen,
dat men mogelijkheden tot verbetering
daarvan niet zou moeten aangrijpen.
We hebben ook de
voorlichtingsambtenaar nog niet in
dienst. Er is al eerder wat gesnuffeld
aan opbouwwerk in ons gebied en het is
toch wel goed daarvan ook de positieve
punten eens te noemen. In die richting
zal het Welzijnsorgaan ongetwijfeld nog
wat kunnen doen en daartoe was het
betoog van de sectie opbouwwerk op de
Poortvlietse hoorzitting toch ook wel
moedgevend. B en W vinden dat het
thans nog weinig zin heeft om een
samenspraakcommissie te benoemen.
Mislukte experimenten elders hebben
ons van zo'n voorstel weerhouden,
omdat dit overheid en betrokkenen toch
wel danig frustreert, vaak zelfs zo, dat
er in geen jaren meer wat van de grond
komt. (Denk maar aan de wijkraad in
Zuilen). Het is nu zaak vooral goed
voorbereid aan het opbouwwerk te
beginnen. De voorzitter was het met
verschillende sprekers eens, dat men
voorzichtig moet starten, vooral ten
aanzien van de keuze wat je gaat doen.
Hij zou graag zien, dat men het een jaar
of drie kon proberen en dan ook wat
doen aan de relatie bestuur/bestuurde.
We hebben het in deze vorm gegoten,
omdat het op Tholen moeilijk anders
kan. Weliswaar is mr Ten Berge
hiermee niet zo gelukkig, maar als er te
weinig interesse is voor een
samenspraakcommissie, moet men er
ook niet aan beginnen. Ik hoopte dat de
SGP fractie mee zou kunnen gaan met
ons voorstel, zo verVolgde de
raadsvoorzitter, ik hoopte dat het
uitgesproken vertrouwen ook van die
zijde in het bestuur van het W.O.
voldoende vertrouwen meebrengt, dat
ongetwijfeld voorzichtig zal worden
geëxperimenteerd. Het zijn mensen met
in wezen dezelfde achtergrond als de
heer Dijke zou willen, oordeelde de
raadsvoorzitter.
De gemeente zal bereid moeten zijn er
wat geld in te steken. Er is niet
afgechekt of CRM bereid is tot subsidie,
evenmin of de Stichting W.O. bereid is
tot dit experiment. Wel was er een
bespreking tussen delegatie college en
delegatie bestuur W.O. Daarbij is ons
in elk geval gebleken, dat een
samengaan met een andere stichting
niet betekent dat hier geen andere
werksoorten mogelijk zouden zijn. Het
zal afhangen van het Algemeen Bestuur
der stichting en het zal inderdaad in
belangrijke mate afhangen van een te
vinden geschikte kracht. De voorzitter
erkende in antwoord op een informatie
van dhr. de Bres dat er in B en W geen
unaniem standpunt was, maar de
minderheid zal zich wel laten horen.
Die minderheid maakte zich spoedig
kenbaar in de persoon van wethouder
L.J. Koopman. Hij zei zich volledig bij
het SGP standpunt te kunnen
aansluiten. Zelfs in de gemeenschap
denkt men aan een schaap met vijf
poten als opbouwwerker en zo iemand
te moeten vinden is als een naald in een
hooiberg. Dat wil ik de stichting niet
aandoen. Er zijn voorbeelden wat een
opbouwwerker kapot kan maken. Soms
ziet men zelfs een ingrijpen in de
gezinsopvoeding. Men hoort van elders
dat het een schoppen kan zijn tegen
door de burgers gekozen overheden.
Die lui krijgen veel meer gehoor dan de
zwijgende burger. Men haalt een
samenleving overhoop.
Wethouder C.J. Moerland verklaarde
hierna dat hij behoorde tot de B en W
minderheid k die wel instellen van een
samenspraakcommissie gewenst vond.
Via de herindelingswet, is ons op
geFdragen wat te doen aan
decentralisatie.
Wat te doen aan de verhouding
bestuur/bestuurde Toen mijn idee niet
haalbaar bleek, heb ik voor het
meerderheidsvoorstel B en W gekozen.
De heer Moerland betreurde overigens
wel, dat tijdens de Poortvlietse
hoorzitting onvoldoende aandacht werd
geschonken aan wat een meelevende
groep, die het rapport Ten Berge goed
bestudeerd had, te berde bracht.
Wethouder A.J. Scherpenisse
verklaarde nog wel terrein braak te zien
liggen, waar een opbouwwerker nuttig
kan zijn. Hij zou ook wel een bepaalde
lijn willen uitstippelen wat er gedaan
moet worden en met de voorzitter was
hij het eens, dat er in dat opzicht uit het
verleden (eerste experiment) al positieve
uitkomsten waren te halen. De
voorzitter onderstreepte het nog eens,
met name wat door de voormalige W.O.
directeur, de heer Van der Stel was
gedaan.
De heer M J. van der Linde (PA) vond
de /v.d./ kritiek van dhr. van Damme
onjuist. Er zijn natuurlijk ook slechte,
maar eveneens goede opbouwwerkers.
Men moet niet alles dan zo maar over
een kam scheren. Dhr. van Damme: je
kunt ook goed bezig zijn met iets wat
een samenleving niet wil.
Mevrouw Deurloo (de tweede
discussieronde was toen al begonnen)
zei graag de opmerking van de
burgemeester te willen onderschrijven
met betrekking tot resultaten van
eerder opbouwwerk-experiment. Ze
vond het spijtig dat wethouder
Koopman zich wat al te negatief opstelt.
Voorts vind ze het ook wel jammer dat
het W.O. Tholen bij federatieve
gedachten geen contact zocht met Goes
en W.Brabant.
De heer M. Dijke: het is niet zo dat we
geen vertrouwen hebben in het W.O.
bestuur, maar dan toch veel minder in
een opbouwwerker.
De voorzitter: waarom baseert de SGP
zich niet op die stukjes opbouwwerk,
welke door de heer Van der Stel tot
stand zijn gebracht. Ik heb er toch wel
moeite mee, dat men alleen maar naar
negatieve resultaten in een andere
omgeving kijkt er dat op Tholen over
meent te moeten brengen.
Wethouder Koopman: de heer Van der
Stel bleef tenslotte toch ook steken,
omdat hij geen brokken wilde maken,
om een samenleving niet te verstoren.
Het mislukken van dat experiment was
niet zijn opzet, maar hij wenste te
voorkomen, dat de boel overhoop ging.
Dhr. v. Kempen: het W.O. bestuur is
toch wel zo breed samengesteld dat ze
een in dit opzicht uiterst voorzichtig
beleid zal voeren.
De heer de Bres ziet in elk geval de B en
W kaarten duidelijk liggen. .Hij vreest
echter dat als het bestuur van de W.O.
eerst bestaande zaken goed op een rijtje
wil hebben, er van opbouwwerk
voorlopig niet veel kan komen. Hij wil
sterk tegenspreken, dat men iemand
zou willen benoemen om tegen alles aan
te gaan schoppen. Je gaat toch ook niet
tegen je eigen benen aanschoppen. Hij
verzekert dat de Pv.d.A het zuiver te
doen is om verbetering van de
samenleving, waarin is gesignaleerd,
zoals mr Ten Berge in zijn rapport
deed, dat de relatie bestuur/bestuurde
beter kan. Hij neemt eveneens aan dat
de SGP ook verbetering voorstaat. Over
hoe dat moet kan men wel verschillen,
maar daarom was hij ook geporteerd
voor een samenspraakcommissie. Hij
las over stichting van een SGP
studiegroep, waarin de een wel meisjes,
de andere die niet als lid wilde
opnemen. Daarover zou de PV.d.A dan
anders denken, maar men kan er
niettemin met elkaar over praten. Als je
werkelijk mensen inschakelt, wil dat
niet zeggen, dat ze aan de
bevoegdheden van een raadslid gaan
tornen. Integendeel, men kan
wederzijds meer begrip krijgen als er
samen wordt gepraat. Daarom wil ik
alsnog voorstellen een
samenspraakcommissie te benoemen,
aldus dhr. de Bres in de slotfase van
deze opbouwwerkdiscussie.
De heer van Damme: het kan zijn, dat
een opbouwwerker tot de conclusie
komt, dat zo'n samenspraakcommissie
toch gewenst is. De heer van Damme
vond het inmiddels tijd om schorsing
aan te vragen, zodat men zich even
onderling kon beraden. Dat verzoek
werd ingewilligd.
Na heropening herhaalde de heer van
Damme dat zijn fractie geen bezwaar
heeft tegen opbouwwerk op zich, ook
niet om te pogen de relatie
bestuur/bestuurder te verbeteren. Hij
wenste in de eerste ronde slechts
duidelijk te maken, dat er in de praktijk
veel opbouwwerk-mislukkingen in den
lande zijn, wat voorkomen zou moeten
worden. Dat ligt dan inderdaad vooral
veel aan de manier waarop men te werk
gaat. Mijn fractie wil het ex?eriment
echter niet tegenhouden. Weliswaar
vallen er aan de stichting W.O. geen
voorwaarden te stellen, maar we
kunnen vertrouwen, dat het bestuur
daarvan wel voorwaarden zal stellen
aan de te benoemen opbouwwerker.
Voorwaarden dat de boel niet overhoop
wordt gehaald. Ik zou dan ook graag
zien, dat het bestuur W.O. de notulen
van deze raad kreeg, verzocht de heer
van Damme. Hij wist dat angst een
slechte raadgeefster was, verklaarde
voldoende vertrouwen te hebben in het
beleid van het W.O. en in datgene wat
de bevolking wil. Daarom wil de VVD
het licht op groen zetten voor dit
voorstel. De heer van Damme zei voorts
de PVDA fractie op haar woord te
willen geloven, dat men eveneens de
goede richting wenst.
Wethouder Moerland: het schijnt toch,
dat de VVD de PVDA maar gedoogt.
Dhr. de Bres: Ik heb voldoende aan de
nu positieve benadering van dhr. v.
Damme. Toen was het welletjes vond de
voorzitter. Hij bracht eerst het voorstel
de Bres in stemming tot benoeming van
een samensprafakcommissie. Dat werd
verworpen met 12 tegen 4 (PVDA)
stemmen voor. Vervolgens kwam op
verzoek van weth. Koopman het Ben W
meerderheidsvoorstel in stemming om
het W.O. te vragen tot opbouwwerk-
experiment. Voor waren 10 raadsleden,
zijnde alle fracties, met uitzondering
van de SGP (6 tegen).
Dat was het happy-end van een lang
opbou wwer k ver h aal
Advertentie 1M
B(| de 20 korpsen die zich zaterdag
hebben geplaatst voor het landeiyk
kampioenschap kusthengelen, z(Jn ook
korps 1 en 7 van de Oosterscheldelssers
uit Slnt-Maartensdyk. De Zeebaars alt
Scherpenisse lakte het niet in de finale
te komen by de selectie-wedstry4den,
die zaterdag tassen Stavenlsse en Sint-
Annaiand werden gehouden.
Ondanks de stormachtige wind
trotseerden maar liefst 571 vissers de
kou langs de zeedijken aan de Ooster-
schelde. Dit was een recorddeelname
voor selectiewedstrijden, waarbij geen
prijzen te verdienen zijn. Daarom
temeer was de plaatsvervangend
voorzitter van de Deltafederatie, dhr.
A. van Overveld uit Nieuw-Vossemeer,
enthousiast over het sportieve karakter
van deze selectiewedstrijd. Ondanks het
grote aantal vissers was de organisatie
van Geduld Brengt Vis uit Roosendaal
m.m.v. de Oosterscheldevissers uit
stekend. De medewerking was honderd
procent en er is geen wanklank
gevallen.
Behalve de 571 deelnemers, verdeeld
over 99 korpsen van totaal 33 ver
enigingen uit Zeeland, Brabant en
Limburg, waren er ook 119 controleurs
Spijkerbroeken
Spijkerrokken
Spijker-overalls
Spijkerjurken
Ruit-blouses
Nappa jacks
Zuivelstraat 17-21
Bergen op Zoom
Isoeooccooccooooo
Alles van de
beste merken
In het hiervoor genoemde jaar
bestond de bevolking van
Scherpenisse en Westerke in
1858 dus nog afzonderlijk
genoemd) uit 1253 inwoners, in
dat opzicht dus nog wat groter
dan in 1976. Ambachtsheren
waren toen H.M. Mollerus en het
domein. Burgemeester was D.
Polderman. Wethouders J. Was
(deze naam komt men telkens
tegen in Scherpenisse en Sint
Maartensdijk bij de voornaamste
der burgers en over het geslacht
Was is al eerder in ons blad een
uiteenzetting gegeven) en D. van
der Velde. Secretaris J. Luijk.
Raadsleden C. de Wilde Jzn., P.
Noordijke, J. Rijstenbil Hzn en
A. Hartog Azn. Gemeentebode
was toen A.S. Suurland.
De gemeente Sint Annaland telde
in 1858 aan inwoners 1955 en was
dus toen belangrijk kleiner dan
nu. Ambachtsheer was Jhr. F.C.
de Casembroot.. Burgemeester
A.J. Bierens. Wethouders J.
Geluk Azn. en C. Pape.
Secretaris J. Polderman Nzn.
Raadsleden H. Steijn, B.
Meerman, A. van Luijk, J.
Hoogkamer. Gemeentebode Jo
Leune.
Sint Maartensdijk telde 2114
inwoners met éls burgemeester
Jhr. J.L. de Casembroot en als
wethouders J. van Straten en P.
Vermaat. Gemeentesecretaris
was J. Luijk en gemeente
ontvanger P. de Haan.
Raadsleden J. Noom, D. Hage, C.
Was, J. Elenbaas en
gemeentebode C. Verkerke.
Sint Philipsland had een
bevolking van nog slechts 813.
Ambachtsvrouwe was A.L.
Schorer. Burgemeester A. van
Haaften. Wethouders B.A.
Kramer en A. Mol. Secretaris J.
Polderman Nzn. Ontvanger W.
Mol Mzn. Raadsleden M.
Geense, A. van Dijke, L. Dorst,
W. van Putte en W. Caland.
Gemeentebode H. IJ. Snoodijk.
De laatste van de in de streek
gesettelde zelfstandige
gemeenten was Stavenisse met
een bevolking van 1290 inwoners,
dus ongeveer zo groot als
Scherpenisse. Ambachtsheer Mr.
C. van der Lek de Gercq.
Burgemeester A. van Klinke.
Wethouders C. van Luijk en H.
Roozemond. Secretaris J.H.
Moolenburgh. Raadsleden C.
Steendijk, D. Stoutjesdijk, J. ten
Haaf, J. Tuijnman Dzn. en
gemeentebode C. de Vos.
In dié tijd was et ook een
zogenaamde tuttende schuttetlj,
bestaande uit een half bataljon.
Zo'n half bataljon bestond uit de
staf en drie compagnieën.
Majoor sinds 1851 was M.M. de
Lange. Officier van gezondheid
24 klasse was J.A. van Rhee en
auditeur Mr. T.A. Wagtho.
De eerste compagnie was ge
formeerd uit inwoners van de
gemeenten Stavenisse, Sint
Philipsland en SintD Annaland.
Aan deze eenheid hebben we nog
niet eerder aandacht geschonken
in 1976. Kapitein was C.M. Bal,
eerste luitenant J. Soeters, twee
luitenants J.H. Moolenburgh en
C. Stoutjesdijk.
De tweede compagnie was uit
Poortvliet, Scherpenisse en Sint
Maartensdijk geformeerd met
als kapitein I. Hage Dzn., eerste
luit E.C. van Rijssel, tweede luit
J. Luijk en I. de Wilde Czn.
De derde compagnie was uit
Tholen en Oud-Vossemeer
samengesteld met H. Cornelisse
als kapitein, eerste en tweede
luits L.J. van den Oudendijk, B.
Boom en M.W.J. de Visser. Wie
als latere generaties van een
hunner nog een afbeelding of
foto zou hebben. Wel, oök dat
kén de attf éktie van deze f Ubflek
verhogen.
GESCHIEDKUNDIGE
HERINNERINGEN
Zoals in de eerste aflevering van
deze almanak bleek, bevatte het
boekje veel verder teruggaande
feitenmateriaal. We vervolgen
met:
13 jan. 552: Storm en watervloed
welke het eiland Tholen zeer
beschadigen.
14 jan. 1665: Vanwege de stad
Tholen wordt verzocht om een
gedeelte dijks, tot 's lands
domeinen behorende, in
erfpacht.
15 jan. 1808: Geduchte water
vloed, welke het eiland Tholen
teistert.
16 jan. 1786: Ds. Johannes de
Leeuw tot predikant te Stavenisse
beroepen.
16 jan. 1675: De besturen der
ondergevloeide polders in het
eiland Tholen verzoeken de
staten van Zeeland afslag der
buitengewone heffing van den
honderdsten penning.
17 jan. 1627: De dichter en
staatsman Philibert van
Borselen, rentmeester van
Zeeland beoosterschelde,
overlijdt te Zierikzee als oud-
burgemeestér Van Tholen.
wordt vervolgd.
op pad. De dorpskom van Stavenisse
was zaterdag overstroomd met auto's,
voornamelijk rond het Dorpshuis en het
oude gemeentehuis. Daar werden de
resultaten berekend na de wedstrijd,
di<5 van half elf tot twee uur duurde.
De Oosterscheldevissers was met 58
man van de partij, De Zeebaars met 7.
De beoordeling van de vangst varieerde
van middelmatig tot bijzonder goed. De
optimisten vonden het alles meegevallen
gezien de weersomstandigheden.
Daarbij wezen ze er bovendien op, dat
slechts twintig procent van de
deelnemers geen vis had gevangen en
dat was heel weinig. Winnaar A.
Veraart uit Halsteren haalde 285 cm vis
uit de Oosterschelde.
De Zeester Halsteren
Van deze selectiewedstrijd van het
rayon Zuid plaatste zich 20% van de
deelnemers voor de landelijke finale in
oktober bij Koudekerke. Van het
parcours Stavenisse (waar de vangst het
beste was) werden 48 deelnemers met
een vangst boven de 71 cm geklasseerd
voor de eindwedstrijd. Van het
parcours Sint-Annaland 36 vissers die
meer dan 52 cm gevangen hadden. Bij
die 84 kwamen nog eens 20 korpsen van
5 man, zodat rayon Zuid in Koudekerke
goed vertegenwoordigd is met 184
vissers. Midden Nederland levert
slechts 110 deelnemers, terwijl rayon
Noord nog een selectiewedstrijd moet
houden.
In het Dorpshuis reikte dhr. Van
Overveld de prijzen uit. De eerste drie
korpsen kregen een vaantje en de eerste
vijf individuele een medaille. Voor de
winnaar was er nog een Delfts blauw
herinneringsbord.
De selectiewedstrijd werd een groot
succes voor De Zeester uit Halsteren,
die bij de korpsen en individueel de
boventoon voerde. Ook de Ooster
scheldevissers had nog een goede
klassering.
Korpsen:
1. Zeester IV Halsteren 539 punten 2.
Zeester I Halsteren 500 punten 3.
Glymesvissers I Lepelstraat 491 punten
4. G.B.V. VII Roosendaal 483 punten 5.
Oosterscheldevissers VII Sint-
Maartensdijk 443 punten.
Individueel:
1. A. Veraart, Zeester, 285 p 2. C. van
Gorsel, Oosterscheldevissers, 227 p. 3.
G. van Tilburg, Zeester, 208 p. 4. P.
Geelhoed, HVKK Kapelle, 204 p 5. M.
Veraart, G.B.V. 199 p.
Beste dame was mevr. Slabbecoorn-
Versluijs van EGHV Goes met 128
punten.
Bij de 21.131 inzendingen van Rode
Kruis puzzel 9 waren dit keer geen
prijswinnaars van Tholen en Sint-
Philipsland. De oplossing was vul in,
stuur op en win. De stand van de actie is
nu 419.952,De eerste prijs, dc
kleurentelevisie, ging naar Meppel. De
platenspeler naar Leiden, de film
camera's naar Amsterdam en
öósterhout, de naaimachine naar Ede.
Blijf hét Rode Kruis Wefk steunen en
stuur dé oplossing van de nieuwe puzzel
Viiï dezé wéék op, ale U dat nog niet
gedéafl hebt.