Opbouwwerk-experiment kreeg niet complete Thoolse raadsinstemming Oosterscheldevissers naar landelijk kampioenschap kusthengelen SGP FRACTIE ANDERS OVER LEEFBAARHEID UIT DE THOOLSE ALMANAK 1858 f2) RODE KRUIS PUZZEL Ingoede handen.. EVERS MODE BOETIEK Donderdag 29 april 1976 EENDRACHTBODE Positief Vierkant tegen Ondermijning van maatschappelijke verhouding Scherp oordeel Ik wil het de W.O. niet aandoen Licht op groen 'Onze mening over de leefbaarheid van onze gemeente venchOt met de owe, zodat wij aan opbouwwerk, zoals dit zich over het algemeen aandient, beslist geen behoefte hebben.' Dit was het SGP antwoord op het B en W voorstel om in het kader van decentralisatie aan de Stichting Welzyns orgaan Tholen te verzoeken tot een vervolg van een opbouwwerk-experiment. Bedenkingen kwamen er aanvankelijk ook van WD zjjde, terwijl de PVDA fractie zonder opbouwwerk af te wjjzen in het kader van decentralisatie meer voelde voor het instellen van een samenspraakcommissie. Tenslotte werd het B en W voorstel toch aanvaard met 10 tegen 6 (SGP) stemmen. Er ging aan deze beslissing een uitvoerige discussie en zelfs nog een schorsing van de vergadering vooraf. De PVDA fractie had de primeur en bij monde van de heer P. van Schetsen werd gesteld dat het voor die fractie niet zo moeilijk was om een oordeel uit te spreken over het B en W voorstel. Het was immers al meerdere malen in commissievergadering besproken. Daartoe kan men al bijna een jaar teruggrijpen. In die commissievergadering was toen o.m. gevraagd, aldus de heer van Schetsen of mr„ Ten Berge zijn oordeel wilde geven over de B en W gedachte van de opbouwwerker en het instellen van een samenspraakcommissie. B en W hebben die vraag inderdaad voorgelegd aan de heer Ten Berge, die daarop heeft geantwoord. Dat antwoord echter is niet in de openbaarheid gekomen en dat achtte de heer van Schetsen toch wel van belang. Van belang, gezien toch de vrij grote belangstelling, die de bevolking voor het rapport Ten Berge toonde, van belang daarom ook voor een verdere oordeelsvorming, ook al neemt de raad dan nu al een beslissing. De heer Van Schetsen verzocht de voorzitter alsnog te willen overwegen het antwoord van Ten Berge aan de pers door te geven. Deze zei daartegen geen bezwaar te hebben. Verder informeerde de PVDA woordvoerder of het stuk ook aan de sectie opbouwwerk van het Welzijnsorg&an was overgelegd. Dat bleek niet het geval te zijn. De heer J. de Bres vulde zijn fractiegenoot aan met een wat uitvoeriger beschouwing op het voorstel. Hij zag het wel als een zeer belangrijke zaak, al zijn er altijd wel in een samenleving die daaraan niet zo zwaar tillen. Dit B en W voorstel, zo wilde de heer de Bres nog eens herinneren, is duidelijk een gevolg van de samenvoeging van gemeenten en de decentralisatiegedachte heeft in feite landelijke belangstelling. Nu willen B en W mogelijkheden om bestuur en bestuurder dichter bij elkaar te brengen realiseren via het opbouwwerk. Dit wil zeggen, een meerderheid van het college want het is geen unaniem voorstel. Het is bovendien zo, dat de mening van de overheid en de burger ook nog wel verschillend ligt, evenals bij de burgers onderling. Dat is onder meer gebleken tijdens de hoorzitting te Poortvliet. De heer de Bres laakte vervolgens een uitspraak die gedaan zou zijn in de commisisievergadering bestuurlijke aangelegenheden, dat' van elders komende eendagsvliegen zich te veel met dit onderwerp zouden bemoeien'. Hij trok dat zelfs naar eigen persoon toe, omdat geroddeld zou zijn, dat ook spreker maar voor een blauwe maandag Thoolse inwoner zou zijn en na de boel op stelten te hebben gezet weer met de noorderzon zou verdwijnen. Dat had hem toch wel diep getroffen. Hij vond het ook geen houding tegenover mensen, die zich wel voor de problemen in deze samenleving interesseren. De voorzitter interrumpeerde hier de heer de Bres, omdat deze had geciteerd uit een niet openbare commissievergadering. Daarvoor bood de PVDA man zijn excuses aan. De heer de Bres constateerde vervolgens dat B en W een tussenvorm kozen tussen de suggestie van m Ten Berge ten aanzien van het instellen van wijk en dorpsraden en de suggestie tijdens de hoorzitting te Poortvliet om eerst een samenspraakcommissie te benoemen. Daarvoor was toen ook met name de Dat bent u bij ons, uw aanbouwkeukenspecialist. We geven: #'n gedetailleerd advies 'n persoonlijke planning perfekte inbouw klantenservice, ook jaren later. aanbouwkeukens PVDA geporteerd. Door die tussenvorm van B en W mist spreker toch in feite een duidelijk standpunt. Het is voor de PVDA op zichzelf geen vraag of men wil meedoen aan samenlevingsopbouw, ook al zou dan een eerder experiment in die richting op Tholen zijn mislukt. Wel rijzen bij hem wat vragen, nl. of de stichting Welzijnsorgaan bereid is dat opbouwwwerk weer onder te brengen, vervolgens of het door het rijk zal worden gesubsidieerd en in de derde plaats welke taak die opbouwwerker zal krijgen. Er zijn veel mogelijkheden te noemen en o.m. ook genoemd door de woordvoerder van de sectie samenlevingsopbouw, de heer Mabelis tijdens de hoorzitting te Poortvliet. Er zal toch echter eerst zekerheid moeten bestaan over de taak of taken, die men de opbouwwerker wil opdragen. De heer de Bres wees er verder op, dat ook door de burgemeester al eens was gezegd, dat de verhouding burger/overheid door de herindeling niet gunstig is beinvloed. Jammer vond hij dat bepaalde kritiek op het gemeentelijk besturen vaak wel binnenkamers wordt gespuid, maar niet uitgedragen. Daartoe zijn toch volop mogelijkheden en dat is wel jammer, want meer openheid in dat opzicht zou problemen duidelijker maken en daarmee de kansen voor een oplossing. MJ Ten Berge wilde toch ook de mensen meer gemeente-bewust maken. Een samenleving die meepraat en zich zich intensiever toont voor de problemen dan tot dusver blijkt, geeft voordelen. Het is nu eenmaal zo, dat de democratie niet geheel ongeschonden door de herindeling kwam. Het doen vervaardigen van het rapport over de decentralisatie was mede een poging daarin verbetering te brengen. B en W willen dat nu doen via een opbouwwerker. Ondergebracht bij de stichting Welzijnsorgaan en daardoor heeft de gemeente in feite geen verantwoordelijkheid. De verbetering verhouding bestuur/bestuurder komt dan in feite via een zijlijn. Zoals ook bijvoorbeeld de bijeenkomst tussen de dorpsgemeenschap te Sint Annaland en de burgemeester. Op zichzelf goed dat zo'n gemeenschap zich laat horen,, maar niet alleen tegenover de benoemde burgemeester, maar ook tegenover de gekozen vertegenwoordigers in die gemeente. Daarom was ik er toch ook wel graag bijgeweest, zo verzekerde de heer de Bres. De raadsvoorzitter antwoordde hierop, dat hij moeilijk zijn gastheer, in dit geval de dorpsgemeenschap Sint Annaland kan voorhouden, wie men allemaal moet uitnodigen. Mevrouw M.J. Deurloo-van Broekhoven (KVP) verklaarde wel gelukkig te zijn met dit B en W voorstel. Voor haar moet het niet persé een opbouwwerker zijn die wordt benoemd, het mag evengoed een opbouwwerkster zijn. Als men inderdaad maar de geschikte persoon voor dit doel weet te vinden. Ze had te dien aanzien voldoende vertrouwen in het bestuur van de stichting Welzijnsorgaan. Dat vertrouwen bleek er ook te zijn bij het ARP raadslid de heer W.C. van Kempen. Als men een geschikt iemand zou kunnen vinden, zou hij deze poging graag willen ondersteunen. De SGP fractie daarentegen had een geheel andere mening over opbouwwerk. Bij monde van de heer M. Dijke werd verklaard het wel eens te zijn met het oordeel van B en W dat dorpsraden de afstand tussen gemeentebestuur en burger eerder vergroot dan verkleind, ook was men het als SGP fractie wel met het college eens, dat een samenspraakcommissie ook niet zonodig moet, maar' helaas', zo vervolgde de heer Dijke, kunnen we evenmin instemmen met het B en W vcorstel om het Welzijnsorgaan te vragen het opbouwwerk weer op te nemen. Wij hebben nimmer om een opbouwwerker staan trappelen. Zeker niet, nu het Welzijnsorgaan doende is met een wijziging van de organisatie in de richting van een federatief verband met Schouwen-Duiveland. Daar schijnt men trouwens voor dat opbouwwerk ook weinig te voelen. Dat is gezien de resultaten in den lande ook niet te ^modehuis nta bosstraat 27 bercjen op zoom verwonderen, vond de SGP woordvoerder. i De heer Dijke zou er nog enige vrede mee kunnen hebben indien het opbouwwerk een zodanig signatuur zou vertonen dat het volledig in de Thoolse samenleving zou passen, maar juist daarop is men bij de SGP lang niet gerust. Hij was met name geschrokken als hij leest dat als middel bij het opbouwwerk wordt gebruikt, voorlichting van groepen over de situatie in de samenleving en het bewust maken van de behoefte aan wijziging daarin. Wat betekent dit? Is het soms de taak van een opbouwwerker de burger aan te zetten tot ondermijning van de huidige maatschappelijke verhoudingen? De SGP is bevreesd dat de jeugd mede door het opbouwwerk zal worden voorgehouden zowel ouders als overheid ongehoorzaam te zijn. Zijn onze inlichtingen juist dan vindt zoiets via opbouwwerk in andere gemeenten plaats. Dat nu gaat ons veel te ver, besliste de heer Dijke. Een dergelijke wijze van voorlichting zal een zo bevredigend mogelijk functioneren van de samenleving bepaald niet bevorderen. Iets wat juist de taak van opbouwwerk moet zijn. De SGP fractie zal dus dit B en W voorstel niet steunen, zo besloot de heer Dijke zijn betoog. Ook de VVD fractie, vertolkt bij monde van de heer M. van Damme had een scherp oordeel over opbouwwerkers. Overigens zag hij het bouwen, het opbouwen, het vernieuwen van de samenleving als een al jaren door liberalen bepleite ontwikkeling. De wetgeving in het verleden is daarvan op menig onderdeel een bewijs. In die tijd werden de liberalen ook als links (vooruitstrevend) aangemerkt. De liberale beginselen van vrijheid, verdr aagzaamheid verantwoordelijkheid en sociale gerechtigheid waren ook voor onze uitnemende voorgangers de bron van inspiratie, zo doceerde de heer van Damme wat politieke achtergronden van zijn betoog. Hij verzekerde dat het welzijnswerk in al zijn facetten de warme belangstelling van de VVD heeft. Daarvoor wil men zich als fractie ook volop inzetten. In dit kader wordt door de VVD ook het opbouwwerk als onderdeel van het welzijnswerk positief benaderd. Zuiver ideologisch bezien valt onze theorie en filosofie volledig samen met dit B en W voorstel. De praktijk van het werken met een opbuouwwerker pakt echter vaak anders uit, meende de heer van Damme, waartoe voorbeelden te over zijn. Houdt een opbouwwerker bij zijn werk rekening met de samenleving waarin hij werkt? Worden die leefwijze en opvattingen gerespecteerd? In de praktijk blijken de opbouwwerkers vaak produkten te zijn van een Marxistisch geïndoctrineerde sociale academie, die lak hebben aan een bestaande situatie en alleen hun eenzijdige zienswijze willen doordrukken, zo verkondigde de heer van Damme. Men kan dan tegenwerpen dat de raad toch uiteindelijk voorstellen van een opbouwwerker zal goed- of afkeuren, maar de praktijk leert anders. Elk voorstel vindt wel medestanders en het resultaat van afwijzen is vaak een aktiegroep. Dat is in onze ogen het gevaar wat schuilt in benoemen van een opbouwwerker, die misschien met hoge cijfers afstudeerde, maar onbewogen voor onze leef- en werkwijze van onze Thoolse samenleving een puinhoop maakt. Daarom bij dit B en W voorstel van onze kant toch wel een flink aantal vragen. Van beantwoording daarvan zal afhangen of we met dat voorstel al of niet akkoord gaan. Zo informeerde de heer van Damme of bekend is of het welzijnsorgaan bereid is tot dit experiment, nadat een eerdere poging mislukte. Zou een federatief bestuur (Tholen en Schouwen) geporteerd zijn voor een opbouwwerker? Een sterke in eigen kracht gelovende Aelzijnsstichting is voor het benoemen van een opbouwwerker voorwaarde. Kan B en W ons voorlichten over haar gesprek met de Welzijnsstichting? Waar bekend is dat de sectoren maatschappelijk werk en gezinsverzorging alle aandacht eisen van de Thoolse stichting, durft B en W het dan aan om de stichting met een nieuwe werkvorm te belasten? Verdient het in elk geval geen aanbeveling dat de Welzijnsstichting een marsroute uitstippelt voor een opbouwwerker, zodat niet een groot deel van het experiment verloren gaat door bestudering van een plan de campagne, zo luidde een laatste vraag van de VVD woordvoerder. De heer J. Versluijs (CHU) had er minder tijd en woorden voor nodig om zijn standpunt tegenover het B en W voorstel te bepalen. Hij stond daar positief tegenover. Verder zou men zich nog wel eens kunnen beraden over aard en betekenis van het opbouwwerk, terwijl men zich in elk geval kon beperken tot datgene wat de samenleving in het algemeen wenst. Na deze eerste ronde kwam de voorzitter aan bod. Hij achtte het in tegenstelling met de suggestie van de heer van Schetsen niet nodig met de burgerij weer te gaan spreken over het antwoord van mr Ten Berge. Men had als college toch wel voldoende duidelijkheid gekregen tijdens de hoorzitting te Poortvliet. Uiteraard moet men ook eens tot een afronding komen na 2 jaar praten. Als de heer de Bres alsnog een samenspraakcommissie wil, moet hij wel kunnen begrijpen dat na de Poortvlietse hoorzitting B en W met dit voorstel zijn gekomen. De voorzitter zou toch wel graag zien, dat het opbouwwerk een nieuwe experimentele fase kon beginnen. Uiteraard schrijft ook mr Ten Berge in zijn rapport dat de afstand bestuur/ bestuurder hier geen grote reden tot ongerustheid geeft, wat niet wil zeggen, dat men mogelijkheden tot verbetering daarvan niet zou moeten aangrijpen. We hebben ook de voorlichtingsambtenaar nog niet in dienst. Er is al eerder wat gesnuffeld aan opbouwwerk in ons gebied en het is toch wel goed daarvan ook de positieve punten eens te noemen. In die richting zal het Welzijnsorgaan ongetwijfeld nog wat kunnen doen en daartoe was het betoog van de sectie opbouwwerk op de Poortvlietse hoorzitting toch ook wel moedgevend. B en W vinden dat het thans nog weinig zin heeft om een samenspraakcommissie te benoemen. Mislukte experimenten elders hebben ons van zo'n voorstel weerhouden, omdat dit overheid en betrokkenen toch wel danig frustreert, vaak zelfs zo, dat er in geen jaren meer wat van de grond komt. (Denk maar aan de wijkraad in Zuilen). Het is nu zaak vooral goed voorbereid aan het opbouwwerk te beginnen. De voorzitter was het met verschillende sprekers eens, dat men voorzichtig moet starten, vooral ten aanzien van de keuze wat je gaat doen. Hij zou graag zien, dat men het een jaar of drie kon proberen en dan ook wat doen aan de relatie bestuur/bestuurde. We hebben het in deze vorm gegoten, omdat het op Tholen moeilijk anders kan. Weliswaar is mr Ten Berge hiermee niet zo gelukkig, maar als er te weinig interesse is voor een samenspraakcommissie, moet men er ook niet aan beginnen. Ik hoopte dat de SGP fractie mee zou kunnen gaan met ons voorstel, zo verVolgde de raadsvoorzitter, ik hoopte dat het uitgesproken vertrouwen ook van die zijde in het bestuur van het W.O. voldoende vertrouwen meebrengt, dat ongetwijfeld voorzichtig zal worden geëxperimenteerd. Het zijn mensen met in wezen dezelfde achtergrond als de heer Dijke zou willen, oordeelde de raadsvoorzitter. De gemeente zal bereid moeten zijn er wat geld in te steken. Er is niet afgechekt of CRM bereid is tot subsidie, evenmin of de Stichting W.O. bereid is tot dit experiment. Wel was er een bespreking tussen delegatie college en delegatie bestuur W.O. Daarbij is ons in elk geval gebleken, dat een samengaan met een andere stichting niet betekent dat hier geen andere werksoorten mogelijk zouden zijn. Het zal afhangen van het Algemeen Bestuur der stichting en het zal inderdaad in belangrijke mate afhangen van een te vinden geschikte kracht. De voorzitter erkende in antwoord op een informatie van dhr. de Bres dat er in B en W geen unaniem standpunt was, maar de minderheid zal zich wel laten horen. Die minderheid maakte zich spoedig kenbaar in de persoon van wethouder L.J. Koopman. Hij zei zich volledig bij het SGP standpunt te kunnen aansluiten. Zelfs in de gemeenschap denkt men aan een schaap met vijf poten als opbouwwerker en zo iemand te moeten vinden is als een naald in een hooiberg. Dat wil ik de stichting niet aandoen. Er zijn voorbeelden wat een opbouwwerker kapot kan maken. Soms ziet men zelfs een ingrijpen in de gezinsopvoeding. Men hoort van elders dat het een schoppen kan zijn tegen door de burgers gekozen overheden. Die lui krijgen veel meer gehoor dan de zwijgende burger. Men haalt een samenleving overhoop. Wethouder C.J. Moerland verklaarde hierna dat hij behoorde tot de B en W minderheid k die wel instellen van een samenspraakcommissie gewenst vond. Via de herindelingswet, is ons op geFdragen wat te doen aan decentralisatie. Wat te doen aan de verhouding bestuur/bestuurde Toen mijn idee niet haalbaar bleek, heb ik voor het meerderheidsvoorstel B en W gekozen. De heer Moerland betreurde overigens wel, dat tijdens de Poortvlietse hoorzitting onvoldoende aandacht werd geschonken aan wat een meelevende groep, die het rapport Ten Berge goed bestudeerd had, te berde bracht. Wethouder A.J. Scherpenisse verklaarde nog wel terrein braak te zien liggen, waar een opbouwwerker nuttig kan zijn. Hij zou ook wel een bepaalde lijn willen uitstippelen wat er gedaan moet worden en met de voorzitter was hij het eens, dat er in dat opzicht uit het verleden (eerste experiment) al positieve uitkomsten waren te halen. De voorzitter onderstreepte het nog eens, met name wat door de voormalige W.O. directeur, de heer Van der Stel was gedaan. De heer M J. van der Linde (PA) vond de /v.d./ kritiek van dhr. van Damme onjuist. Er zijn natuurlijk ook slechte, maar eveneens goede opbouwwerkers. Men moet niet alles dan zo maar over een kam scheren. Dhr. van Damme: je kunt ook goed bezig zijn met iets wat een samenleving niet wil. Mevrouw Deurloo (de tweede discussieronde was toen al begonnen) zei graag de opmerking van de burgemeester te willen onderschrijven met betrekking tot resultaten van eerder opbouwwerk-experiment. Ze vond het spijtig dat wethouder Koopman zich wat al te negatief opstelt. Voorts vind ze het ook wel jammer dat het W.O. Tholen bij federatieve gedachten geen contact zocht met Goes en W.Brabant. De heer M. Dijke: het is niet zo dat we geen vertrouwen hebben in het W.O. bestuur, maar dan toch veel minder in een opbouwwerker. De voorzitter: waarom baseert de SGP zich niet op die stukjes opbouwwerk, welke door de heer Van der Stel tot stand zijn gebracht. Ik heb er toch wel moeite mee, dat men alleen maar naar negatieve resultaten in een andere omgeving kijkt er dat op Tholen over meent te moeten brengen. Wethouder Koopman: de heer Van der Stel bleef tenslotte toch ook steken, omdat hij geen brokken wilde maken, om een samenleving niet te verstoren. Het mislukken van dat experiment was niet zijn opzet, maar hij wenste te voorkomen, dat de boel overhoop ging. Dhr. v. Kempen: het W.O. bestuur is toch wel zo breed samengesteld dat ze een in dit opzicht uiterst voorzichtig beleid zal voeren. De heer de Bres ziet in elk geval de B en W kaarten duidelijk liggen. .Hij vreest echter dat als het bestuur van de W.O. eerst bestaande zaken goed op een rijtje wil hebben, er van opbouwwerk voorlopig niet veel kan komen. Hij wil sterk tegenspreken, dat men iemand zou willen benoemen om tegen alles aan te gaan schoppen. Je gaat toch ook niet tegen je eigen benen aanschoppen. Hij verzekert dat de Pv.d.A het zuiver te doen is om verbetering van de samenleving, waarin is gesignaleerd, zoals mr Ten Berge in zijn rapport deed, dat de relatie bestuur/bestuurde beter kan. Hij neemt eveneens aan dat de SGP ook verbetering voorstaat. Over hoe dat moet kan men wel verschillen, maar daarom was hij ook geporteerd voor een samenspraakcommissie. Hij las over stichting van een SGP studiegroep, waarin de een wel meisjes, de andere die niet als lid wilde opnemen. Daarover zou de PV.d.A dan anders denken, maar men kan er niettemin met elkaar over praten. Als je werkelijk mensen inschakelt, wil dat niet zeggen, dat ze aan de bevoegdheden van een raadslid gaan tornen. Integendeel, men kan wederzijds meer begrip krijgen als er samen wordt gepraat. Daarom wil ik alsnog voorstellen een samenspraakcommissie te benoemen, aldus dhr. de Bres in de slotfase van deze opbouwwerkdiscussie. De heer van Damme: het kan zijn, dat een opbouwwerker tot de conclusie komt, dat zo'n samenspraakcommissie toch gewenst is. De heer van Damme vond het inmiddels tijd om schorsing aan te vragen, zodat men zich even onderling kon beraden. Dat verzoek werd ingewilligd. Na heropening herhaalde de heer van Damme dat zijn fractie geen bezwaar heeft tegen opbouwwerk op zich, ook niet om te pogen de relatie bestuur/bestuurder te verbeteren. Hij wenste in de eerste ronde slechts duidelijk te maken, dat er in de praktijk veel opbouwwerk-mislukkingen in den lande zijn, wat voorkomen zou moeten worden. Dat ligt dan inderdaad vooral veel aan de manier waarop men te werk gaat. Mijn fractie wil het ex?eriment echter niet tegenhouden. Weliswaar vallen er aan de stichting W.O. geen voorwaarden te stellen, maar we kunnen vertrouwen, dat het bestuur daarvan wel voorwaarden zal stellen aan de te benoemen opbouwwerker. Voorwaarden dat de boel niet overhoop wordt gehaald. Ik zou dan ook graag zien, dat het bestuur W.O. de notulen van deze raad kreeg, verzocht de heer van Damme. Hij wist dat angst een slechte raadgeefster was, verklaarde voldoende vertrouwen te hebben in het beleid van het W.O. en in datgene wat de bevolking wil. Daarom wil de VVD het licht op groen zetten voor dit voorstel. De heer van Damme zei voorts de PVDA fractie op haar woord te willen geloven, dat men eveneens de goede richting wenst. Wethouder Moerland: het schijnt toch, dat de VVD de PVDA maar gedoogt. Dhr. de Bres: Ik heb voldoende aan de nu positieve benadering van dhr. v. Damme. Toen was het welletjes vond de voorzitter. Hij bracht eerst het voorstel de Bres in stemming tot benoeming van een samensprafakcommissie. Dat werd verworpen met 12 tegen 4 (PVDA) stemmen voor. Vervolgens kwam op verzoek van weth. Koopman het Ben W meerderheidsvoorstel in stemming om het W.O. te vragen tot opbouwwerk- experiment. Voor waren 10 raadsleden, zijnde alle fracties, met uitzondering van de SGP (6 tegen). Dat was het happy-end van een lang opbou wwer k ver h aal Advertentie 1M B(| de 20 korpsen die zich zaterdag hebben geplaatst voor het landeiyk kampioenschap kusthengelen, z(Jn ook korps 1 en 7 van de Oosterscheldelssers uit Slnt-Maartensdyk. De Zeebaars alt Scherpenisse lakte het niet in de finale te komen by de selectie-wedstry4den, die zaterdag tassen Stavenlsse en Sint- Annaiand werden gehouden. Ondanks de stormachtige wind trotseerden maar liefst 571 vissers de kou langs de zeedijken aan de Ooster- schelde. Dit was een recorddeelname voor selectiewedstrijden, waarbij geen prijzen te verdienen zijn. Daarom temeer was de plaatsvervangend voorzitter van de Deltafederatie, dhr. A. van Overveld uit Nieuw-Vossemeer, enthousiast over het sportieve karakter van deze selectiewedstrijd. Ondanks het grote aantal vissers was de organisatie van Geduld Brengt Vis uit Roosendaal m.m.v. de Oosterscheldevissers uit stekend. De medewerking was honderd procent en er is geen wanklank gevallen. Behalve de 571 deelnemers, verdeeld over 99 korpsen van totaal 33 ver enigingen uit Zeeland, Brabant en Limburg, waren er ook 119 controleurs Spijkerbroeken Spijkerrokken Spijker-overalls Spijkerjurken Ruit-blouses Nappa jacks Zuivelstraat 17-21 Bergen op Zoom Isoeooccooccooooo Alles van de beste merken In het hiervoor genoemde jaar bestond de bevolking van Scherpenisse en Westerke in 1858 dus nog afzonderlijk genoemd) uit 1253 inwoners, in dat opzicht dus nog wat groter dan in 1976. Ambachtsheren waren toen H.M. Mollerus en het domein. Burgemeester was D. Polderman. Wethouders J. Was (deze naam komt men telkens tegen in Scherpenisse en Sint Maartensdijk bij de voornaamste der burgers en over het geslacht Was is al eerder in ons blad een uiteenzetting gegeven) en D. van der Velde. Secretaris J. Luijk. Raadsleden C. de Wilde Jzn., P. Noordijke, J. Rijstenbil Hzn en A. Hartog Azn. Gemeentebode was toen A.S. Suurland. De gemeente Sint Annaland telde in 1858 aan inwoners 1955 en was dus toen belangrijk kleiner dan nu. Ambachtsheer was Jhr. F.C. de Casembroot.. Burgemeester A.J. Bierens. Wethouders J. Geluk Azn. en C. Pape. Secretaris J. Polderman Nzn. Raadsleden H. Steijn, B. Meerman, A. van Luijk, J. Hoogkamer. Gemeentebode Jo Leune. Sint Maartensdijk telde 2114 inwoners met éls burgemeester Jhr. J.L. de Casembroot en als wethouders J. van Straten en P. Vermaat. Gemeentesecretaris was J. Luijk en gemeente ontvanger P. de Haan. Raadsleden J. Noom, D. Hage, C. Was, J. Elenbaas en gemeentebode C. Verkerke. Sint Philipsland had een bevolking van nog slechts 813. Ambachtsvrouwe was A.L. Schorer. Burgemeester A. van Haaften. Wethouders B.A. Kramer en A. Mol. Secretaris J. Polderman Nzn. Ontvanger W. Mol Mzn. Raadsleden M. Geense, A. van Dijke, L. Dorst, W. van Putte en W. Caland. Gemeentebode H. IJ. Snoodijk. De laatste van de in de streek gesettelde zelfstandige gemeenten was Stavenisse met een bevolking van 1290 inwoners, dus ongeveer zo groot als Scherpenisse. Ambachtsheer Mr. C. van der Lek de Gercq. Burgemeester A. van Klinke. Wethouders C. van Luijk en H. Roozemond. Secretaris J.H. Moolenburgh. Raadsleden C. Steendijk, D. Stoutjesdijk, J. ten Haaf, J. Tuijnman Dzn. en gemeentebode C. de Vos. In dié tijd was et ook een zogenaamde tuttende schuttetlj, bestaande uit een half bataljon. Zo'n half bataljon bestond uit de staf en drie compagnieën. Majoor sinds 1851 was M.M. de Lange. Officier van gezondheid 24 klasse was J.A. van Rhee en auditeur Mr. T.A. Wagtho. De eerste compagnie was ge formeerd uit inwoners van de gemeenten Stavenisse, Sint Philipsland en SintD Annaland. Aan deze eenheid hebben we nog niet eerder aandacht geschonken in 1976. Kapitein was C.M. Bal, eerste luitenant J. Soeters, twee luitenants J.H. Moolenburgh en C. Stoutjesdijk. De tweede compagnie was uit Poortvliet, Scherpenisse en Sint Maartensdijk geformeerd met als kapitein I. Hage Dzn., eerste luit E.C. van Rijssel, tweede luit J. Luijk en I. de Wilde Czn. De derde compagnie was uit Tholen en Oud-Vossemeer samengesteld met H. Cornelisse als kapitein, eerste en tweede luits L.J. van den Oudendijk, B. Boom en M.W.J. de Visser. Wie als latere generaties van een hunner nog een afbeelding of foto zou hebben. Wel, oök dat kén de attf éktie van deze f Ubflek verhogen. GESCHIEDKUNDIGE HERINNERINGEN Zoals in de eerste aflevering van deze almanak bleek, bevatte het boekje veel verder teruggaande feitenmateriaal. We vervolgen met: 13 jan. 552: Storm en watervloed welke het eiland Tholen zeer beschadigen. 14 jan. 1665: Vanwege de stad Tholen wordt verzocht om een gedeelte dijks, tot 's lands domeinen behorende, in erfpacht. 15 jan. 1808: Geduchte water vloed, welke het eiland Tholen teistert. 16 jan. 1786: Ds. Johannes de Leeuw tot predikant te Stavenisse beroepen. 16 jan. 1675: De besturen der ondergevloeide polders in het eiland Tholen verzoeken de staten van Zeeland afslag der buitengewone heffing van den honderdsten penning. 17 jan. 1627: De dichter en staatsman Philibert van Borselen, rentmeester van Zeeland beoosterschelde, overlijdt te Zierikzee als oud- burgemeestér Van Tholen. wordt vervolgd. op pad. De dorpskom van Stavenisse was zaterdag overstroomd met auto's, voornamelijk rond het Dorpshuis en het oude gemeentehuis. Daar werden de resultaten berekend na de wedstrijd, di<5 van half elf tot twee uur duurde. De Oosterscheldevissers was met 58 man van de partij, De Zeebaars met 7. De beoordeling van de vangst varieerde van middelmatig tot bijzonder goed. De optimisten vonden het alles meegevallen gezien de weersomstandigheden. Daarbij wezen ze er bovendien op, dat slechts twintig procent van de deelnemers geen vis had gevangen en dat was heel weinig. Winnaar A. Veraart uit Halsteren haalde 285 cm vis uit de Oosterschelde. De Zeester Halsteren Van deze selectiewedstrijd van het rayon Zuid plaatste zich 20% van de deelnemers voor de landelijke finale in oktober bij Koudekerke. Van het parcours Stavenisse (waar de vangst het beste was) werden 48 deelnemers met een vangst boven de 71 cm geklasseerd voor de eindwedstrijd. Van het parcours Sint-Annaland 36 vissers die meer dan 52 cm gevangen hadden. Bij die 84 kwamen nog eens 20 korpsen van 5 man, zodat rayon Zuid in Koudekerke goed vertegenwoordigd is met 184 vissers. Midden Nederland levert slechts 110 deelnemers, terwijl rayon Noord nog een selectiewedstrijd moet houden. In het Dorpshuis reikte dhr. Van Overveld de prijzen uit. De eerste drie korpsen kregen een vaantje en de eerste vijf individuele een medaille. Voor de winnaar was er nog een Delfts blauw herinneringsbord. De selectiewedstrijd werd een groot succes voor De Zeester uit Halsteren, die bij de korpsen en individueel de boventoon voerde. Ook de Ooster scheldevissers had nog een goede klassering. Korpsen: 1. Zeester IV Halsteren 539 punten 2. Zeester I Halsteren 500 punten 3. Glymesvissers I Lepelstraat 491 punten 4. G.B.V. VII Roosendaal 483 punten 5. Oosterscheldevissers VII Sint- Maartensdijk 443 punten. Individueel: 1. A. Veraart, Zeester, 285 p 2. C. van Gorsel, Oosterscheldevissers, 227 p. 3. G. van Tilburg, Zeester, 208 p. 4. P. Geelhoed, HVKK Kapelle, 204 p 5. M. Veraart, G.B.V. 199 p. Beste dame was mevr. Slabbecoorn- Versluijs van EGHV Goes met 128 punten. Bij de 21.131 inzendingen van Rode Kruis puzzel 9 waren dit keer geen prijswinnaars van Tholen en Sint- Philipsland. De oplossing was vul in, stuur op en win. De stand van de actie is nu 419.952,De eerste prijs, dc kleurentelevisie, ging naar Meppel. De platenspeler naar Leiden, de film camera's naar Amsterdam en öósterhout, de naaimachine naar Ede. Blijf hét Rode Kruis Wefk steunen en stuur dé oplossing van de nieuwe puzzel Viiï dezé wéék op, ale U dat nog niet gedéafl hebt.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1976 | | pagina 7