"Ik trouw toch" belemmering voor doorbreking traditionele positie
van het meisje/de vrouw
Raad Sint-Philipsland
Gezinsverzorgende..f.
misschien ook iets voor jou?
Jan Overeenkam...
welvaarts
verschijnsel
KAA BEE
Mtmr/
pc dol tei
M delta
Leerkrachtendag H.N.O. scholen Z.L.M. in de Oesterschelp te Tholen
BEGIN IN HET GEZIN
Donderdag 11 maart 1976
EENDRACHTBODE
reinigt goedkoop
zie maar
kostuum4,75
mantel4,75
pantalon 2,35
rok2,35
japon3,15
en nog goed ook
probeer maar
Tholen
StooCstraat 12
Zelfstandig
Basisvaardigheden
Vragen achterhaald
Vervolg van pag. 1
Besloten vergadering
Openhartig
Bestrating Anna
Jacobapolder
Onroerend goed
belasting
Nooit revolutionaire dingen doen
Samenwerking L.B.0. scholen
Belang leerling voorop
VLOERBEDEKKING
GRATIS GELEGD
LADY
MODEBRILLEN
„Nog heel veel hoor je van meisjes die
een vak moeilijk vinden: ik trouw toch."
Dat was een van de uitspraken van de
discussiegroepen die vrijdag op de
leerkrachtendag van de Z.L.M.
huishoudscholen in de Oesterschelp te
Tholen spraken over gelijke
mogelijkheden voor beide geslachten en
onderwjjs en maatschappelijk
perspectief. Nu wilde het toeval dat
directrice mej. S. de Reus bij de
opening bloemen kreeg van het Z.L.M.-
bestuur omdat zij in ^ndertrouw is. De
leerlingen hadden voor deze
bijeenkomst collages gemaakt over de
rol van de vrouw. En
onder wijsinspecteur A. J. H. Mulder
kreeg instemming met zijn uitspraak
dieren krijgen relatiegeschenken en
vrouwen tikken de bedankbriefjes".
Nu begint dat traditionele rolpatroon
van de fragile, lieve huisvrouw en de
sterke, stoere kostwinner al bij de
geboorte als de jongen in het blauwe en
Trlrsiï drycleam ng
K=St dry-cleaning
advertentie IM
het meisje in het rose pakje wordt
gestoken, zei de inspecteur van het
voortgezet onderwijs. Docenten,
directies, bestuursleden, ouders en
inspectieleden hebben zich een bepaald
verwachtingspatroon van het leven van
het meisje en de jongen eigen gemaakt.
Wij hebben bepaalde rolverwachtingen
waaraan ons denken en doen zijn
gekoppeld en waardoor wij grote
invloed uitoefenen op de uiteindelijke
bestemming van de jongen en het meisje
in de maatschappij. In het algemeen
wordt deze uiteindelijke bestemming
uitgedrukt in de verwachting, dat de
jongen de kostwinner en het meisje de
huisvrouw wordt. Vastzittend aan onze
eigen ervaringen en belast met de
erfenis van onze opleiding, is het niet
denkbeeldig dat wij in onze werksituatie
ons onvoldoende betrokken voelen bij
de maatschappij in ontwikkeling, aldus
dhr. Mulder.
Onze gangbare meningen zijn dat een
jongen iets moet bereiken. Hij dient
leergemotiveerd te zijn. Hij moet tijdig
kunnen beslissen in datgene wat hij wil
worden. Hij moet verantwoordelijk
heidsgevoel hebben en bepaald meer
prestaties verrichten en meer optreden
of agressiever zijn dan het meisje. Het
meisje moet dienstbaarder zijn en
zorgzamer. In de tussenmenselijke
verhouding moet zij zich aardig
voordoen. Zij hoeft niet zo intelligent te
zijn dan de jongen, niet zo exact maar
wel meer affectief en wat spontaner en
wat creatiever misschien. De.cultuur en
haar gewoonten beinvloeden de
groeiende tegenstellingen tussen
mannelijkheid en vrouwelijkheid. Voor
het meisje betekent dat haar geestelijke
groei belemmerd wordt en dat zij later
als vrouw aan zelfwaarde inboet. Om
dit te vermijden moeten wij ons bewust
worden van onze eigen opstelling.
Onderwijs moet leiden tot het
veranderen van gedragingen. Onze taak
daarbij is dat wij meer bedacht moeten
zijn op een taak die meer
maatschappelijk gefundeerd is. De
docent moet een klimaat scheppen
waarin jongens en meisjes gevormd
worden die later zelfstandig kunnen
functioneren in de vele situaties van een
flexibele maatschappij. Ons werk moet
gebaseerd zijn op de erkenning van het
geven van gelijke mogelijkheden voor
beide geslachten en het ontwikkelen van
respect voor elkaar.
Daf betekent dat en voor het meisje en
de jongen een bepaalde
maatschappelijke bagage in ons
onderwijs moet worden ingebouwd. Zij
zijn gebaat met een werkelijke sociale
bewustwording niet als doel op zich,
maar als een middel om greep te
krijgen op de wereld rondom.
Tot die sociale bewustwording hoort:
meer inzicht in de problematiek van het
gezinsleven, fundamentele
kinderverzorging, een
consumentengedrag eigen maken in het
kiezen, kopen en aanwenden van
consumptiegoederen en diensten, op
verantwoorde wijze moeten leren
omgaan met geld, materialen, arbeid en
tijd ten behoeve van de menselijke
samenleving en milieu.
Basisvaardigheden beheersen op
eenvoudig verzorginqsniveau van
zichzelf en een groepje. Meer
verantwoordelijkheid dragen voor
school en samenleving voor woning en
omgeving, stadsvernieuwing, verkeer,
e.d'. Meer kennis vergaren inzake
werkgelegenheid, sociale zekerheid,
staatsburgerschap en internationale
samenwerking. Steeds weer zullen wij
onze schoolwerkplannen moeten
toetsen of deze aspecten voldoende zijn
ingebouwd, aldus inspecteur Mulder.
Uit de discussiegroepen kwam o.a. naar
voren dat verschillende vragen
achterhaald zijn omdat er op de scholen
al een heleboel is veranderd. Op de
meeste huishoudscholen zitten al
jongens. Zij hebben een keuze gemaakt
voor de verzorgende beroepen. De
naam Huishoud/Nijverheidschool zou
moeten verdwijnen en het
vakkenpakket zou uitgebreid moeten
worden met o.a. algemene technieken,
een heel belangrijk vak. Ook de boeken
zijn nog teveel gericht op. het meisje,
aldus enkele uitspraken van de bijna
honderd vrouwelijke en mannelijke
docenten van Zeeuwse en Brabantse
Z.L.M.-huishoudscholen. Er waren aan
de andere kant ook geluiden dat de
twee deskundigen hadden aangewezen
voor het uitbrengen van een
taxatierapport.
B. en W. vonden het ongebruikelijk dat
het Landbouwschap zich rechtstreeks
tot de raad had gewend. In plan de
Luister is met vier eigenaren in principe
overeenstemming bereikt over aankoop
van grond. Drie daarvan beoefenen de
landbouw niet bedrijfsmatig. Mochten
er echter wel duidelijk
landbouwbelangen bij betrokken zijn,
dan werd door ons college voorgesteld
de grond aan te kopen voor een prijs die
bepaald wordt door twee taxateurs,
waarvan een aan te wijzen door de
eigenaar en een door de gemeente.
Mochten deze taxateurs niet tot
overeenstemming komen, dan zullen
beiden een derde benoemen die
arbitraire bevoegdheid heeft. Dit
aanbod gaat zelfs verder dan de
gewestelijke raad suggereerde, aldus B.
en W.
Raadslid van Hekken was benieuwd
naar de achtergronden van de brief van
het Landbouwschap. Dhr. de Jager
noemde het best mogelijk dat het wat
ongebruikelijk is van het
Landbouwschap de brief aan de raad te
richten, maar de raad stelt plannen vast
en koopt grond. Hij vond het
begrijpelijk dat een belanghebbende
zich tot het Landbouwschap heeft
gewend. Een taxatiecommissie
benoemen is een heel goede doelstelling.
In het verre verleden werd de zwakste
schakel in een ketting benaderd en als
hij door de knieën ging, was de
prijszetting bepaald. Dat bevredigde
het rechtsgevoel niet. Nu komt met de
taxatiecommissie de prijszetting tot
stand. Het is volslagen onbelangrijk of
het 100 of 10.000 m2 grond is. Met het
materiële, inhoudelijke deel van de
brief van het Landbouwschap ben ik het
eens. Ook uit menselijke, morele
overwegingen heb ik bezwaren tegen de
gevolgde procedure in plan de Luister.
Met iemand die op zo'n hoge leeftijd is
en zakelijke bijstand nodig heeft, kun je
geen onderhandelingen over
grondaankopen voeren, aldus raadslid
de Jager.
Toen greep de burgemeester echter snel
de hamer omdat hij over wilde gaan
naar een besloten vergadering. Dat
duurde twintig minuten. Na de
hervatting zei dhr. de Jager dat het hem
speet dat hij de aanleiding was tot een
ongewilde communicatiestoornis. Hij
deelde mee dat er openhartig en in
goede sfeer gesproken was. Er is niets
onherroepelijks gebeurd. Er is
helemaal niets gebeurd wat aanleiding
kan geven tot een stuk zeer ernstige
kritiek. ,t Is opgelost, zodat mijn kritiek
op dat deel van de transactie vervallen
is, aldus dhr. de Jager. De
burgemeester zei van plan te zijn de
grondonderhandelingen goed te voeren
met twee taxateurs.
Gezien de onduidelijkheid over de in de
openbare raadsvergadering genoemde
punten, vernamen wij nader dat het
Landbouwschap en raadslid de Jager
doelden op grondonderhandelingen
met de 96-jarige Marinus Noorthoek,
de oudste inwoner van Sint-Philipsland.
Hij is eigenaar van 2300 m2 grond in
plan de Luister. De Middelburgse
rechtbank stelde hem per 16 februari
onder curatele, waarbij zijn dochter tot
bewindvoerster werd benoemd. De
onderhandelingen vonden in januari
plaats. Na een bezoek van de
burgemeester en wethouder Rijstenbil
tekende dhr. Noorthoek bij een later
bezoek van de burgemeester een
voorlopig koopcontract. Volgens de
burgemeester was dit tijdens een
normaal, zakelijk gesprek gebeurd. De
familie tekende echter bezwaar aan
omdat met de bejaarde vader was
onderhandeld terwijl men als verkoper
ook geen taxateur had kunnen
aanwijzen.
Tenslotte beantwoordde de
burgemeester nog een aantal
schriftelijke vragen. Ten aanzien van de
vragen van raadslid de Jager over de
toestand met de bestrating, in Anna
Jacobapolder zei de voorzitter dat B. en
W. bij gemeentewerken om een rapport
hebben gevraagd, maar dat was heel
summie&. Men heeft er zich met een
Jantje van Leiden afgemaakt. We willen
uitgebreid de achtergrond van begin tot
het eind op een rijtje.
Dhr. de Jager zei dat er gegronde
redenen waren voor zijn vragen. Zelfs
buiten de bebouwde kom waren er
stenen weggegooid. Het toezicht op het
werk is ten enenmale onvoldoende
geweest om uitwassen te voorkomen.
Dat moet betrokkene meegedeeld
worden. Er hadden noodvoorzieningen
getroffen moeten worden als zoiets een
aantal maanden gaat duren. Er is nu al
veel ten goede gewijzigd.
De burgemeester zei wat boos te zijn
geweest over de antwoorden van
gemeentewerken naar aanleiding van
de vragen. Ik voel er niets voor om een
flauw verhaaltje te vertellen.
Op vragen van dhr. v.d. Reest
antwoordde de burgemeester dat
betaling van de onroerendgoed
belasting in termijnen wettelijk niet
mogelijk is. Via de V.N.G. kan
geprobeerd worden daar wat aan te
doen. De hele inning wordt door het
Rijk verzorgd. Daarom is het ook niet
mogelijk om de verzending van de
nota's niet gelijk te laten vallen met de
zuiveringsheffing van het waterschap.
Tegen de taxatie i.v.m. de
onroerendgoed belasting zijn 15
bezwaren ingediend. Die worden nu
bekeken. Wat de vraag van de S.G.P.-
fractie over het R.P.C.Z. betreft, zei de
burgemeester dat met de gemeenten op
Schouwen-Duiveland geprobeerd wordt
een eensluidend standpunt te krijgen
over financieel technische zaken van het
R.P.C.Z. Zelf relateert hij de
gemeentelijke bijdragen aan het
R.P.C.Z. veel liever aan het aantal
leerlingen dan aan de inwoners omdat
anders de vergrijsde platte
landsgemeenten de klos zijn.
huishoudkundige vakken niet
opgeofferd mogen worden aan vakken
waarvoor maar enkelen belangstelling
hebben. Werken in een gezin kan een
hele voldoening geven en dat is ook te
waarderen, was de mening van een
discussiegroep.
Inspecteur Mulder noemde de
algemene technieken een gevaarlijk
punt. Hij wenste geen vergaarbak van
technische vakken. Het grote probleem
is de identiteit van de vakken. Als we
alles willen verkwanselen, doe het dan
in de algemene technieken, maar daar
bewijzen we niemand een dienst mee,
zei dhr. Mulder.
Vanuit de docenten werd verder gepleit
voor meer integratie tussen het
L.H.N.O. en de L.T.S. zodat meisje en
jongen bij algemene technieken gelijke
kansen krijgt.
Verandering van de houding van het
meisje achtte een der discussiegroepen
bijna onmogelijk. Men dacht alleen aan
bijschaven en bijsturen. Er werd voor
gewaarschuwd niet te snel iets van
bovenaf te regelen. Er moet een
samenspel zijn tussen school en ouders.
Gezin en leerkracht kunnen
verschillende uitgangspunten hebben.
Daarom zou een leerplan eerst aan de
ouders voorgelegd moeten worden. Het
rollenpatroon wordt namelijk
aangesterkt door ouders en
maatschappij. Duidelijk is dat de zaak
niet in een paar jaar te veranderen valt.
De inspecteur onderschreef dat je nooit
revolutionaire dingen moet doen. De
school is er voor en door de ouders. Die
zijn er primair bij betrokken en
daarom is ouderparticipatie erg
belangrijk.
Dhr. Mulder waarschuwde voor
reactionaire tendenzen in den lande
waar we terdege voor moeten oppassen.
Worden onze kinderen niet nog
kwetsbaarder als we ze zonder
voldoende maatschappelijke bagage en
zelfstandigheid blootstellen aan allerlei
linkse groeperingen?, aldus de
inspecteur.
Inspecteur Mulder wees er verder op,
dat niet alleen in maatschappijleer het
vraagsöuk van de rolverdeling van
beide geslachten opgenomen moet
worden. Duidelijk dient ook gesteld te
worden dat schoolprogramma's van
diverse onderwijssectoren meer ver
maatschappelijkt en gelijkgericht
moeten worden. Voor elke jongen en elk
meisje wiskunde, hetzelfde gerichte
h and v aar d igheid sond er wijs
fundamentele kinderverzorging, basis
vaardigheden op eenvoudig
verzorgingsniveau, economisch
bewustzijn vergroten door het ont
wikkelen van zelfstandig consumenten
gedrag. Dus ook gelijkgerichtheid van
vakken en daaraan kan nu al veel
gedaan worden.Voor bepaalde vak
gebieden in samenwerking met andere
LBO-scholen en eventueel Mavo zeer
wenselijk. Zelfs zou het mogelijk zijn
bijvoorbeeld voor een gelijk aantal
lessen een bepaalde uitwisseling van
vakken in te voeren.
Door samenspraak en samenwerking
met andere LBO-scholen (LEAO-LTS)
en/of Mavo kan een gemeen
schappelijke brugperiode worden voor
bereid om te komen tot een scholen-'
gemeenschap. Een aantal voorwaarden
kan daarbij van essentiële aard zijn
(plaatselijke situatie, coördinatie en
leiding, situatie van de gebouwen,
rechtspositionele problematiek, enz.).
Een scholengemeenschap van HNO met
LTO en/of LEAO en/of Mavo biedt
reële kansen ten aanzien van het door
breken van de traditionele positie van
meisjes en jongens in de maatschappij;
aldus de inspecteur van het voortgezet
onderwijs op de leerkrachtendag van de
ZLM huishoudscholen.
De bijeenkomst in de Oesterschelp was
geopend door mr. J. Oggel, voorzitter
van de onderwijscommissie der ZLM,
die daarmee zijn eerste officiële daad
verrichtte. Hij zei dat het aan de ene
kant een goede zaak is dat het onderwijs
enorm in beweging is omdat het
onderwijs tot taak heeft een maximale
voorbereiding te zijn op een zich steeds
veranderende maatschappij.
Anderzijds moet er rekening mee
gehouden worden dat het incasserings
vermogen van de leerkrachten begrensd
is. Dat zijn ook maar mensen.
Wat de ZLM betreft, heeft altijd het
belang van de leerling voorop gestaan.
Dit uitgangspunt zullen wij ook in de
toekomst handhaven. Met dit
uitgangspunt voor ogen zullen wij ook
steeds bereid zijn tot overleg en samen
werking. De grens van onze
medewerking ligt daar waar de
belangen van de leerling geschaad
worden. Dat is de zuivere taak van de
besturen; aldus mr. Oggel, die in het
kort taken en problemen van de acht
ZLM-huishoudschool in Zeeland en
West-Brabant bebehandelde.
Naast de bijna honderd docenten van
huishoudscholen waren op deze leer
krachtendag ook directeur Meijer van
de LTS uit Sint-Maartensdijk en
directeur Van Trigt van de openbare
Mavo uit Tholen aanwezig, de beheers
commissie van de Oesterschelp was ver
tegenwoordigd door mevr. Stoutjesdijk
en dhr. Breure.
ALLE SOORTEN
Bosstraat 40 - Tel. 3 43 68
BERGEN OP ZOOM
advertentie IM
f
Een beroep dat erg veelzijdig is en dat
vele kansen biedt tot zelfontplooiing.
Met de veranderingen in onze
maatschappij moet ook wel een geheel
andere inhoud worden gegeven aan dit
beroep en dus ook aan de opleiding
ervoor.
Dat blijkt ook duidelijk uit het onder
staande:
Kunnen
werken.
luisteren even belangrijk als
Begin in het gezin. Een affiche met deze
tekst heb je misschien wel eens zien
hangen op school of in de wachtkamer
van een Kruisgebouw, Diensten
centrum of arts. Het hangt daar om de
aandacht van meisjes (en ook van
jongens) te vestigen op het beroep van
gezinsverzorgende en de mogelijkheden
tot opleiding tot dit beroep.
Wat houdt het in gezinsverzorgende te
zijn?
Je gaat dan, zoals het woord al zegt, een
gezin verzorgen. Dat betekent, dat je de
zorg voor het huishouden op je neemt,
maar er komt nog veel meer bij kijken.
Het is heel belangrijk dat je de kinderen
kunt opvangen. De huisvrouw heeft
vaak jouw steun nodig in problemen
waarmee zij of het hele gezin zit, of
heeft verzorging nodig omdat ze ziek
ligt. Sfeer scheppen en kunnen luisteren
is zeker zo belangrijk als koken en
vaatwassen.
Het beroep van gezinsverzorgende
vraagt van je dat je tijdens je werk je
'eigen problemen opzij zet om je
helemaal aan „jouw" gezin te kunnen
wijden. Omgekeerd moet je je in je vrije
tijd los kunnen maken van het gezin om
je te kunnen ontspannen, makr ook om
je goed aan je beroepsgeheim te kunnen
houden.
Uit wat hierboven verteld wordt begrijp
je wel dat je voor dit beroep een gedegen
opleiding niet kunt missen.
De opleiding tot gezinsverzorgende
duurt twee jaar en wordt op diverse
plaatsen in Nederland gegeven aan een
school voor Middelbaar Sociaal
Pedagogisch Onderwijs (M.S.P.O.)
Deze twee jaar zijn verdeeld in vijf
theorie-periodes (=lessen op school) en
vier praktijk-periodes. Tijdens de
theorie-periodes kun je in het internaat
wonen. Tijdens de praktijk -periodes
loop je stage bij de Instelling voor
Gezinsverzorging in je woonplaats. Je
wordt dan in gezinnen die hulp nodig
hebben, geplaatst. Je wordt in die
periodes intensief begeleid door „jouw"
leidster van de Instelling en door een
docent. Methodische werkbegeleiding
van de school.
In de praktijk draag je een
schooluniform en heb je een school-
speld. De echte „Gezinsverzorgende"-
speld krijg je bij je diplomering. Heb je
het diploma „Gezinsverzorgende"
behaald, dan kun je nog verder
studeren.
Bijv. de opleiding voor gespecialiseerd
gezinsverzorgende
de middelbare opleidingen voor
Sociaal-Pedagogische beroepen (Sociale
dienstverlening, cultureel werk)
Wil je de opleiding voor
gezinsverzorgende gaan volgen, dan
moet je vooropleiding minimaal zijn:
- diploma MAVO 3 of 4
- 3 klassen VWO of HAVO
- diploma LHNO 4
- diploma LHNO 3 T
- diploma gezinshelpster
- andere diploma's door de Minister
aan te wijzen, te denken aan:
- LEAO
- LTO 4
- LTO 3 T
- LMO e.d.
Voor het schooljaar 1976 - 1977 kun je
je voor het eerste leerjaar aanmelden
bij:
1. Hervormde Stichting voor Opleiding
Gezinsverzorgenden en Bejaarden
verzorgenden
School voor M.S.P.O.
Vorrinklaan 7,
Dordrecht.
2. School voor Chr. M.S.P.O.,
Prinses Julianalaan 77,
Rotterdam.
3. Algemene School voor
Gezinsverzorgenden en
verzorgenden,
Straatweg 203,
Rotterdam.
M.S.P.O.,
Bejaarden-
4. Katholieke
„Bouvigne",
Bouvignelaan 2,
Breda.
Opleidingsschool
FOUNDATIONS - LINGERIE BADMODE
TOONAANGEVEND IN WEST-BRABANT
WOUWSESTRAAT 20 BERGEN OP ZOOM
DE ZAAK MET DE RODE PUI
Advertentie IM
advertentie IM
Ik hoop niet dat m'n waarde lezer en lezers het verder
vertellen, maar zelfs mijn goede vriend Kees,
gewoonlijk uiterst betrouwbaar en standvastig, is
slachtoffer van de welvaart.
Misschien wordt me onmiddellijk voor de voet
geworpen, dat die welvaart maar zo-zo is met de vele
werklozen. Met ondanks goede A.O.W. een dure tijd
en met het niet voldoen aan landbouwerseisen door
de E.G.
Allemaal goed en wel, maar m'n vriend Kees is toch
ook welvaartsslachtoffer. Ik ga het u uitleggen.
Hij was met meerdere landbouwende collega's
bedwelmd met een soort weer-soft-drugs. Ook dit
vereist naar ik aanneeem, toelichting.
Kees staat bij u en ook bij mij bekend als een
jarenlang geroutineerd en ervaren landbouwer. Maar
bij hem heeft zich de welvaart ook meester gemaakt
van de weersgesteldheid.
Fluitend heeft hij vorige week onder1 een
ogenschijnlijk mild voorjaarszonnetje zijn
aardappelen uitgepoot. Weliswaar ook toen al een
Oostenwind, maar volgens Kees de voorbode van de
lente. Hij verwijt zijn echtgenote, mijn goede vriendin
Kee vaak bezeten te zijn in het prille voorjaar van
schoonmaakwoede. Zogezegd als een maartse poes,
die in februari al furore maakt.
Ondertussen lapte hij echter zelf ook Bildtse-
berichten inclusief de molenaar-in-het-midden-des
lands, in casu de Noordzee-kijker aan zijn laars. Beter
gezegd aan zijn pootgoed.
Nogmaals, waarde lezer en lezeres, als je het onder
ons wilt houden, moet ik je nu verklappen, dat Kees
afgelopen maandag bij een wat ijzige noordooster,
z'n vorige week uitgepote zetters en u weet dat het
kleine aardappelen zijn, weer heeft gerooid.
Zonder m'n goede vriendin Kee - dat is zijn
bloedeigen vrouw - op de hoogte te stellen (en die had
het veel te druk met de schoonmaak om iets zinnigs
waar te nemen), stapte Kees ,s morgens op de
trekker, haakte de aardappelrooier er achter en heeft
rijtje voor rijtje zijn gezette poters weer uitgereden. Ze
belandden opnieuw in de kistjes. ,s avonds zei hij met
een effen gezicht en handenwrijvend tegen Kee, dat er
tegenwoordig zoveel „zottewelvaarts-boeren" zijn, die
geen rekening meer willen houden met maartse vorst
en aprilse buien en wat dies meer zij.
Kee rimpelde het voorhoofd weliswaar even en zei wat
schuchter van mening te zijn, dat haar echtgenoot een
week eerder toch al aardappels had gepoot. Dat had
ze althans vol triomf aan buurvrouw verkondigd,
terwijl ze de dekens luchtte.
Kees wuifde nonchalant de veronderstelling van zijn
echtgenote weg met buurvrouwenkletspraat.
Mijn zetters, zo verklaarde hij trots, liggen nog
heerlijk in het warme donker te schieten.
Wat denk je dan medeburger en medeburgeres? Is
dat even met spek schieten. Lijkt dat niet op de
sportvisser, die bij vishandel Visman een knaap van
een paling koopt en die zijn vrouw toont als een
zelfveroverde wondervangst. Of als die jager, wiens
hond een haa- wist te vangen, maar toch met
nekschot aan moeder de vrouw wordt getoond? Of
moet ook door vijf graden vorst gevolgde
aardappelpoterij van vriend Kees worden aangemerkt
als welvaartsverschijnsel? Welvaart, geloof me burger
en burgeres, verzwakt geest en lichaam.
De mens van thans, zo wordt beweerd,
verslapt, verzwakt, degenereert.
Als ,t in dit tempo voort blijft gaan,
heeft weldra ,t menszijn' afgedaan.
Men geeft de schuld aan de techniek,
met haar vernuftig mechaniek,
dat -door en door goed uitgedacht
de mens teveel gemakken bracht.
Men doet al druk-knop-pend z'n plicht,
draait kraantjes open, kraantjes dicht.
Men roltrapt, glijdt, men rijdt en zweeft,
men leeft niet meer, men wordt geleefd.
Het bedje is te wel gespreid,
men kan z'n energie niet kwijt.
Gemakken worden tot een straf:
men wordt passief en men stompt af.
Vandaar ,t advies - ,t is niet te laat
het „mens-zijn" is er mee gebaat,
bevrijdt u van die dictatuur,
enkeer terug tot de natuur.
Goossens knikte instemmend. De boekhouder eveneens. Van Tijnen,
de accountant mengde zich nu voor het eerst in dit gesprek, door te
beamen: „Dat is een verstandig voorstel, waar wat in zit."
„Daarna - vervolgde Jopie - legt meneer van Tijnen de boeken open en
kunnen we zien, hoe het in dat jaar is gegaan. Of er winst is gemaakt
en of er altijd voldoende werk is geweest voor alle mensen. Een voljaar
blijven beide partijen vrij. Zegt Gert na dat jaar, dat hij om welke
reden dan ook, wil aftreden, dan zoeken we voor hem een vakbekwame
opvolger en neemt Gert zijn oude funktie weer ter hand. Zijn wij, aan
de andere kant dus, van mening, dat er beter een ander aan het roer
kan gaan staan, dan accepteert Gert dit besluit, zo goed als wij zijn
besluit zullen moeten aanvaarden, en krijgt hij eveneens zijn vroegere
funktie weer. Iemand bezwaren?"
Niemand reageerde. De notaris merkte slechts op: „Dat lijkt me zelfs
zeer verstandig, zo'n proefjaar. Mij dunkt, daar zal de heer Treep wel
mee akkoord kunnen gaan."
„Het valt me natuurlijk wel een beetje rauw op het dak", begon Gert,
die nu ietwat bekomen was van de schrik. „Alles, wat ik had verwacht,
maar dat men mij bij voorbaat al heeft bestempeld als opvolger van
meneer Matsers, dat is nooit in me opgekomen. Als iedereen zo'n groot
vertrouwen in me heeft, dan benauwt het me enerzijds zo'n verant
woordelijke positie te moeten aanvaarden. Anderzijds ben ik geweldig
getroffen door uw vertrouwen in mij in deze aangelegenheid. Ik wil het
proberen. Een proefjaar lijkt me. Het is zo, dat ik heel wat weet van het
werk, dat meneer Matsers onderhanden heeft, omdat hij veel dingen
met mij besprak. Als ik alle medewerking krijg van onze boekhouder
en natuurlijk ook van meneer Van Tijn, en als Piet mijn rechterhand
wordt - hij loopt lang genoeg mee om ook te weten, wat er komt kijken
bij grote bouwwerken - dan wil ik het op de voorwaarden, die mevrouw
Van der Velde heeft aangegeven, een jaar proberen. Ik ben ontzettend
dankbaar voor het vertrouwen, dat u allen in mij hebt gesteld. Het zou
een belediging zijn aan de nagedachtenis van mijn zeer geachte
werkgever, wanneer ik niet aan zijn laatste wens zou willen voldoen.
Goed, ik accepteer, voorlopig voor één jaar."
Iedereen kwam overeind en er werden handen gedrukt. Maar het was
de spontane Jopie, die hem bij het hoofd pakte en op beide wangen
kuste. „Fijn, Gert, ik ben blij voor jou en ik vind het fideel van je,
omdat je het dadelijk accepteert. We handelen helemaal in de geest
van vaders wil, als jij hier voortaan de leiding op je neemt."
Nadat de beide dochters met hun echtgenoten en de notaris waren ver
trokken, wees Vilstra naar de grote leunstoel achter het bureau en zei
op ernstige toon: „Daar is voortaan jouw plaats, Gert. O, neem me
niet kwalijk.... meneer Treep natuurlijk."
Gert schudde het hoofd. „Entre-nous blijf ik Gert, mensen. Ik
verbeeld me niks en wij blijven, wat we altijd geweest zijn, prettige
kollega's onder elkaar en goede vrienden. Geen flauwekul met meneer.
En nu wil ik wel eens weten, hoe de financiële toestand is van het
bedrijf. Mij dunkt, er zal wel een kapitaal aan successierechten moeten
worden betaald, nietwaar?"
Gedurende twee uren zaten de vier mannen rond het bureau en
bestudeerden de cijfers, die Van Tijnen in de dagen tussen het over
lijden en de begrafenis van Kees Matsers gereed had gemaakt. Hij gaf
een toelichting, wijzende op de verschillende vellen met cijfers. „Dit is
een tussenbalans, eindigende 30 juni van dit jaar. Daar hebt u de
balans van het vorige jaar. Toen is er ruim honderdduizend gulden
winst gemaakt, die aan de reserves zijn toegevoegd. Wat de tussen
balans betreft, over de eerste zes maanden van dit jaar was de winst
klem, maar dat komt, omdat er twee grote bouwwerken bijna gereed
zijn en binnen enkele weken voor de eerste maal zullen worden op
geleverd. Dat brengt een aanzienlijk bedrag in kas. Daarom is deze
tussenbalans ietwat geflatteerd en geeft niet een juist beeld. Een voor
zichtige begroting vindt u hier achter, voor wat betreft dit lopende
boekjaar. Naar mijn bescheiden mening - en deze mening is de
boekhouder ook toegedaan - zullen we kunnen rekenen op een winst
van ongeveer anderhalve ton. Er is een reserve van circa
negenhonderdduizend gulden. Verder zijn er kas-, bank- en
girogelden, alsmede uitstaande vorderingen, terwijl het bedrag, dat op
de creditzijde staat, zo ongeveer verwaarloosd kan worden. De heer
Matsers had de goede gewoonte om elke rekening na controle binnen
enkele dagen te betalen. Een gewoonte, die ik de nieuwe directeur kan
aanbevelen. De financiële positie van dit bedrijf is dus, last but not
least, kerngezond. De heer Treep stapt in een gespreid bedje. Het zal
van zijn capaciteiten afhangen, of hij deze gezonde toestand zal
kunnen stabiliseren."
„En het bedrag der successierechten?" herhaalde Gert. „Hoe zit het
daarmee?"
Van Tijnen haalde de schouders op. „De tijd was tekort om het uit te
rekenen, Gert. Een paar ton moeten we echter wel op rekenen.
Misschien zelfs een kwart miljoen."
Gert keek geschrokken van de een naar de ander. „Dat is me nogal
wat. Tast zoiets de liquiditeit van het bedrijf niet aan?"
Van Tijnen glimlachte. „Dat loopt wel los, Gert. Overigens, we hebben
zeker een half jaar de tijd.,De komende weken weet ik meer- Zodra ik
het totaalbedrag definitief heb, kom ik er onmiddellijk mee hierheen."
Om twee uur besloot Gert de zitting op te heffen. „Heren, het was
gisteren een emotievolle dag en vanmorgen heb ik de grootste schok
van mijn leven te verwerken gekregen. Bovendien heb ik trek
gekregen, en dat zal bij u ook wel het geval zijn. Ik stel voor, dat we het
voor vandaag hierbij laten. Morgen vang ik mijn werkzaamheden hier
aan."
Opnieuw werden er handen gedrukt, waarna ieder zijns weegs ging.
Thuisgekomen ontmoette Gert de nieuwsgierige blik van zijn moeder.
„En? Sta je ook in het testament?"
Hij trok zijn kolbertjasje uit en rukte zijn das los, waarna hij uitgeput
in een fauteuil viel. „Ja, dat stond ik inderdaad."
„Meen je het? Heeft hij je geld nagelaten? Een legaat?"