"Ik trouw toch" belemmering voor doorbreking traditionele positie van het meisje/de vrouw Raad Sint-Philipsland Gezinsverzorgende..f. misschien ook iets voor jou? Jan Overeenkam... welvaarts verschijnsel KAA BEE Mtmr/ pc dol tei M delta Leerkrachtendag H.N.O. scholen Z.L.M. in de Oesterschelp te Tholen BEGIN IN HET GEZIN Donderdag 11 maart 1976 EENDRACHTBODE reinigt goedkoop zie maar kostuum4,75 mantel4,75 pantalon 2,35 rok2,35 japon3,15 en nog goed ook probeer maar Tholen StooCstraat 12 Zelfstandig Basisvaardigheden Vragen achterhaald Vervolg van pag. 1 Besloten vergadering Openhartig Bestrating Anna Jacobapolder Onroerend goed belasting Nooit revolutionaire dingen doen Samenwerking L.B.0. scholen Belang leerling voorop VLOERBEDEKKING GRATIS GELEGD LADY MODEBRILLEN „Nog heel veel hoor je van meisjes die een vak moeilijk vinden: ik trouw toch." Dat was een van de uitspraken van de discussiegroepen die vrijdag op de leerkrachtendag van de Z.L.M. huishoudscholen in de Oesterschelp te Tholen spraken over gelijke mogelijkheden voor beide geslachten en onderwjjs en maatschappelijk perspectief. Nu wilde het toeval dat directrice mej. S. de Reus bij de opening bloemen kreeg van het Z.L.M.- bestuur omdat zij in ^ndertrouw is. De leerlingen hadden voor deze bijeenkomst collages gemaakt over de rol van de vrouw. En onder wijsinspecteur A. J. H. Mulder kreeg instemming met zijn uitspraak dieren krijgen relatiegeschenken en vrouwen tikken de bedankbriefjes". Nu begint dat traditionele rolpatroon van de fragile, lieve huisvrouw en de sterke, stoere kostwinner al bij de geboorte als de jongen in het blauwe en Trlrsiï drycleam ng K=St dry-cleaning advertentie IM het meisje in het rose pakje wordt gestoken, zei de inspecteur van het voortgezet onderwijs. Docenten, directies, bestuursleden, ouders en inspectieleden hebben zich een bepaald verwachtingspatroon van het leven van het meisje en de jongen eigen gemaakt. Wij hebben bepaalde rolverwachtingen waaraan ons denken en doen zijn gekoppeld en waardoor wij grote invloed uitoefenen op de uiteindelijke bestemming van de jongen en het meisje in de maatschappij. In het algemeen wordt deze uiteindelijke bestemming uitgedrukt in de verwachting, dat de jongen de kostwinner en het meisje de huisvrouw wordt. Vastzittend aan onze eigen ervaringen en belast met de erfenis van onze opleiding, is het niet denkbeeldig dat wij in onze werksituatie ons onvoldoende betrokken voelen bij de maatschappij in ontwikkeling, aldus dhr. Mulder. Onze gangbare meningen zijn dat een jongen iets moet bereiken. Hij dient leergemotiveerd te zijn. Hij moet tijdig kunnen beslissen in datgene wat hij wil worden. Hij moet verantwoordelijk heidsgevoel hebben en bepaald meer prestaties verrichten en meer optreden of agressiever zijn dan het meisje. Het meisje moet dienstbaarder zijn en zorgzamer. In de tussenmenselijke verhouding moet zij zich aardig voordoen. Zij hoeft niet zo intelligent te zijn dan de jongen, niet zo exact maar wel meer affectief en wat spontaner en wat creatiever misschien. De.cultuur en haar gewoonten beinvloeden de groeiende tegenstellingen tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid. Voor het meisje betekent dat haar geestelijke groei belemmerd wordt en dat zij later als vrouw aan zelfwaarde inboet. Om dit te vermijden moeten wij ons bewust worden van onze eigen opstelling. Onderwijs moet leiden tot het veranderen van gedragingen. Onze taak daarbij is dat wij meer bedacht moeten zijn op een taak die meer maatschappelijk gefundeerd is. De docent moet een klimaat scheppen waarin jongens en meisjes gevormd worden die later zelfstandig kunnen functioneren in de vele situaties van een flexibele maatschappij. Ons werk moet gebaseerd zijn op de erkenning van het geven van gelijke mogelijkheden voor beide geslachten en het ontwikkelen van respect voor elkaar. Daf betekent dat en voor het meisje en de jongen een bepaalde maatschappelijke bagage in ons onderwijs moet worden ingebouwd. Zij zijn gebaat met een werkelijke sociale bewustwording niet als doel op zich, maar als een middel om greep te krijgen op de wereld rondom. Tot die sociale bewustwording hoort: meer inzicht in de problematiek van het gezinsleven, fundamentele kinderverzorging, een consumentengedrag eigen maken in het kiezen, kopen en aanwenden van consumptiegoederen en diensten, op verantwoorde wijze moeten leren omgaan met geld, materialen, arbeid en tijd ten behoeve van de menselijke samenleving en milieu. Basisvaardigheden beheersen op eenvoudig verzorginqsniveau van zichzelf en een groepje. Meer verantwoordelijkheid dragen voor school en samenleving voor woning en omgeving, stadsvernieuwing, verkeer, e.d'. Meer kennis vergaren inzake werkgelegenheid, sociale zekerheid, staatsburgerschap en internationale samenwerking. Steeds weer zullen wij onze schoolwerkplannen moeten toetsen of deze aspecten voldoende zijn ingebouwd, aldus inspecteur Mulder. Uit de discussiegroepen kwam o.a. naar voren dat verschillende vragen achterhaald zijn omdat er op de scholen al een heleboel is veranderd. Op de meeste huishoudscholen zitten al jongens. Zij hebben een keuze gemaakt voor de verzorgende beroepen. De naam Huishoud/Nijverheidschool zou moeten verdwijnen en het vakkenpakket zou uitgebreid moeten worden met o.a. algemene technieken, een heel belangrijk vak. Ook de boeken zijn nog teveel gericht op. het meisje, aldus enkele uitspraken van de bijna honderd vrouwelijke en mannelijke docenten van Zeeuwse en Brabantse Z.L.M.-huishoudscholen. Er waren aan de andere kant ook geluiden dat de twee deskundigen hadden aangewezen voor het uitbrengen van een taxatierapport. B. en W. vonden het ongebruikelijk dat het Landbouwschap zich rechtstreeks tot de raad had gewend. In plan de Luister is met vier eigenaren in principe overeenstemming bereikt over aankoop van grond. Drie daarvan beoefenen de landbouw niet bedrijfsmatig. Mochten er echter wel duidelijk landbouwbelangen bij betrokken zijn, dan werd door ons college voorgesteld de grond aan te kopen voor een prijs die bepaald wordt door twee taxateurs, waarvan een aan te wijzen door de eigenaar en een door de gemeente. Mochten deze taxateurs niet tot overeenstemming komen, dan zullen beiden een derde benoemen die arbitraire bevoegdheid heeft. Dit aanbod gaat zelfs verder dan de gewestelijke raad suggereerde, aldus B. en W. Raadslid van Hekken was benieuwd naar de achtergronden van de brief van het Landbouwschap. Dhr. de Jager noemde het best mogelijk dat het wat ongebruikelijk is van het Landbouwschap de brief aan de raad te richten, maar de raad stelt plannen vast en koopt grond. Hij vond het begrijpelijk dat een belanghebbende zich tot het Landbouwschap heeft gewend. Een taxatiecommissie benoemen is een heel goede doelstelling. In het verre verleden werd de zwakste schakel in een ketting benaderd en als hij door de knieën ging, was de prijszetting bepaald. Dat bevredigde het rechtsgevoel niet. Nu komt met de taxatiecommissie de prijszetting tot stand. Het is volslagen onbelangrijk of het 100 of 10.000 m2 grond is. Met het materiële, inhoudelijke deel van de brief van het Landbouwschap ben ik het eens. Ook uit menselijke, morele overwegingen heb ik bezwaren tegen de gevolgde procedure in plan de Luister. Met iemand die op zo'n hoge leeftijd is en zakelijke bijstand nodig heeft, kun je geen onderhandelingen over grondaankopen voeren, aldus raadslid de Jager. Toen greep de burgemeester echter snel de hamer omdat hij over wilde gaan naar een besloten vergadering. Dat duurde twintig minuten. Na de hervatting zei dhr. de Jager dat het hem speet dat hij de aanleiding was tot een ongewilde communicatiestoornis. Hij deelde mee dat er openhartig en in goede sfeer gesproken was. Er is niets onherroepelijks gebeurd. Er is helemaal niets gebeurd wat aanleiding kan geven tot een stuk zeer ernstige kritiek. ,t Is opgelost, zodat mijn kritiek op dat deel van de transactie vervallen is, aldus dhr. de Jager. De burgemeester zei van plan te zijn de grondonderhandelingen goed te voeren met twee taxateurs. Gezien de onduidelijkheid over de in de openbare raadsvergadering genoemde punten, vernamen wij nader dat het Landbouwschap en raadslid de Jager doelden op grondonderhandelingen met de 96-jarige Marinus Noorthoek, de oudste inwoner van Sint-Philipsland. Hij is eigenaar van 2300 m2 grond in plan de Luister. De Middelburgse rechtbank stelde hem per 16 februari onder curatele, waarbij zijn dochter tot bewindvoerster werd benoemd. De onderhandelingen vonden in januari plaats. Na een bezoek van de burgemeester en wethouder Rijstenbil tekende dhr. Noorthoek bij een later bezoek van de burgemeester een voorlopig koopcontract. Volgens de burgemeester was dit tijdens een normaal, zakelijk gesprek gebeurd. De familie tekende echter bezwaar aan omdat met de bejaarde vader was onderhandeld terwijl men als verkoper ook geen taxateur had kunnen aanwijzen. Tenslotte beantwoordde de burgemeester nog een aantal schriftelijke vragen. Ten aanzien van de vragen van raadslid de Jager over de toestand met de bestrating, in Anna Jacobapolder zei de voorzitter dat B. en W. bij gemeentewerken om een rapport hebben gevraagd, maar dat was heel summie&. Men heeft er zich met een Jantje van Leiden afgemaakt. We willen uitgebreid de achtergrond van begin tot het eind op een rijtje. Dhr. de Jager zei dat er gegronde redenen waren voor zijn vragen. Zelfs buiten de bebouwde kom waren er stenen weggegooid. Het toezicht op het werk is ten enenmale onvoldoende geweest om uitwassen te voorkomen. Dat moet betrokkene meegedeeld worden. Er hadden noodvoorzieningen getroffen moeten worden als zoiets een aantal maanden gaat duren. Er is nu al veel ten goede gewijzigd. De burgemeester zei wat boos te zijn geweest over de antwoorden van gemeentewerken naar aanleiding van de vragen. Ik voel er niets voor om een flauw verhaaltje te vertellen. Op vragen van dhr. v.d. Reest antwoordde de burgemeester dat betaling van de onroerendgoed belasting in termijnen wettelijk niet mogelijk is. Via de V.N.G. kan geprobeerd worden daar wat aan te doen. De hele inning wordt door het Rijk verzorgd. Daarom is het ook niet mogelijk om de verzending van de nota's niet gelijk te laten vallen met de zuiveringsheffing van het waterschap. Tegen de taxatie i.v.m. de onroerendgoed belasting zijn 15 bezwaren ingediend. Die worden nu bekeken. Wat de vraag van de S.G.P.- fractie over het R.P.C.Z. betreft, zei de burgemeester dat met de gemeenten op Schouwen-Duiveland geprobeerd wordt een eensluidend standpunt te krijgen over financieel technische zaken van het R.P.C.Z. Zelf relateert hij de gemeentelijke bijdragen aan het R.P.C.Z. veel liever aan het aantal leerlingen dan aan de inwoners omdat anders de vergrijsde platte landsgemeenten de klos zijn. huishoudkundige vakken niet opgeofferd mogen worden aan vakken waarvoor maar enkelen belangstelling hebben. Werken in een gezin kan een hele voldoening geven en dat is ook te waarderen, was de mening van een discussiegroep. Inspecteur Mulder noemde de algemene technieken een gevaarlijk punt. Hij wenste geen vergaarbak van technische vakken. Het grote probleem is de identiteit van de vakken. Als we alles willen verkwanselen, doe het dan in de algemene technieken, maar daar bewijzen we niemand een dienst mee, zei dhr. Mulder. Vanuit de docenten werd verder gepleit voor meer integratie tussen het L.H.N.O. en de L.T.S. zodat meisje en jongen bij algemene technieken gelijke kansen krijgt. Verandering van de houding van het meisje achtte een der discussiegroepen bijna onmogelijk. Men dacht alleen aan bijschaven en bijsturen. Er werd voor gewaarschuwd niet te snel iets van bovenaf te regelen. Er moet een samenspel zijn tussen school en ouders. Gezin en leerkracht kunnen verschillende uitgangspunten hebben. Daarom zou een leerplan eerst aan de ouders voorgelegd moeten worden. Het rollenpatroon wordt namelijk aangesterkt door ouders en maatschappij. Duidelijk is dat de zaak niet in een paar jaar te veranderen valt. De inspecteur onderschreef dat je nooit revolutionaire dingen moet doen. De school is er voor en door de ouders. Die zijn er primair bij betrokken en daarom is ouderparticipatie erg belangrijk. Dhr. Mulder waarschuwde voor reactionaire tendenzen in den lande waar we terdege voor moeten oppassen. Worden onze kinderen niet nog kwetsbaarder als we ze zonder voldoende maatschappelijke bagage en zelfstandigheid blootstellen aan allerlei linkse groeperingen?, aldus de inspecteur. Inspecteur Mulder wees er verder op, dat niet alleen in maatschappijleer het vraagsöuk van de rolverdeling van beide geslachten opgenomen moet worden. Duidelijk dient ook gesteld te worden dat schoolprogramma's van diverse onderwijssectoren meer ver maatschappelijkt en gelijkgericht moeten worden. Voor elke jongen en elk meisje wiskunde, hetzelfde gerichte h and v aar d igheid sond er wijs fundamentele kinderverzorging, basis vaardigheden op eenvoudig verzorgingsniveau, economisch bewustzijn vergroten door het ont wikkelen van zelfstandig consumenten gedrag. Dus ook gelijkgerichtheid van vakken en daaraan kan nu al veel gedaan worden.Voor bepaalde vak gebieden in samenwerking met andere LBO-scholen en eventueel Mavo zeer wenselijk. Zelfs zou het mogelijk zijn bijvoorbeeld voor een gelijk aantal lessen een bepaalde uitwisseling van vakken in te voeren. Door samenspraak en samenwerking met andere LBO-scholen (LEAO-LTS) en/of Mavo kan een gemeen schappelijke brugperiode worden voor bereid om te komen tot een scholen-' gemeenschap. Een aantal voorwaarden kan daarbij van essentiële aard zijn (plaatselijke situatie, coördinatie en leiding, situatie van de gebouwen, rechtspositionele problematiek, enz.). Een scholengemeenschap van HNO met LTO en/of LEAO en/of Mavo biedt reële kansen ten aanzien van het door breken van de traditionele positie van meisjes en jongens in de maatschappij; aldus de inspecteur van het voortgezet onderwijs op de leerkrachtendag van de ZLM huishoudscholen. De bijeenkomst in de Oesterschelp was geopend door mr. J. Oggel, voorzitter van de onderwijscommissie der ZLM, die daarmee zijn eerste officiële daad verrichtte. Hij zei dat het aan de ene kant een goede zaak is dat het onderwijs enorm in beweging is omdat het onderwijs tot taak heeft een maximale voorbereiding te zijn op een zich steeds veranderende maatschappij. Anderzijds moet er rekening mee gehouden worden dat het incasserings vermogen van de leerkrachten begrensd is. Dat zijn ook maar mensen. Wat de ZLM betreft, heeft altijd het belang van de leerling voorop gestaan. Dit uitgangspunt zullen wij ook in de toekomst handhaven. Met dit uitgangspunt voor ogen zullen wij ook steeds bereid zijn tot overleg en samen werking. De grens van onze medewerking ligt daar waar de belangen van de leerling geschaad worden. Dat is de zuivere taak van de besturen; aldus mr. Oggel, die in het kort taken en problemen van de acht ZLM-huishoudschool in Zeeland en West-Brabant bebehandelde. Naast de bijna honderd docenten van huishoudscholen waren op deze leer krachtendag ook directeur Meijer van de LTS uit Sint-Maartensdijk en directeur Van Trigt van de openbare Mavo uit Tholen aanwezig, de beheers commissie van de Oesterschelp was ver tegenwoordigd door mevr. Stoutjesdijk en dhr. Breure. ALLE SOORTEN Bosstraat 40 - Tel. 3 43 68 BERGEN OP ZOOM advertentie IM f Een beroep dat erg veelzijdig is en dat vele kansen biedt tot zelfontplooiing. Met de veranderingen in onze maatschappij moet ook wel een geheel andere inhoud worden gegeven aan dit beroep en dus ook aan de opleiding ervoor. Dat blijkt ook duidelijk uit het onder staande: Kunnen werken. luisteren even belangrijk als Begin in het gezin. Een affiche met deze tekst heb je misschien wel eens zien hangen op school of in de wachtkamer van een Kruisgebouw, Diensten centrum of arts. Het hangt daar om de aandacht van meisjes (en ook van jongens) te vestigen op het beroep van gezinsverzorgende en de mogelijkheden tot opleiding tot dit beroep. Wat houdt het in gezinsverzorgende te zijn? Je gaat dan, zoals het woord al zegt, een gezin verzorgen. Dat betekent, dat je de zorg voor het huishouden op je neemt, maar er komt nog veel meer bij kijken. Het is heel belangrijk dat je de kinderen kunt opvangen. De huisvrouw heeft vaak jouw steun nodig in problemen waarmee zij of het hele gezin zit, of heeft verzorging nodig omdat ze ziek ligt. Sfeer scheppen en kunnen luisteren is zeker zo belangrijk als koken en vaatwassen. Het beroep van gezinsverzorgende vraagt van je dat je tijdens je werk je 'eigen problemen opzij zet om je helemaal aan „jouw" gezin te kunnen wijden. Omgekeerd moet je je in je vrije tijd los kunnen maken van het gezin om je te kunnen ontspannen, makr ook om je goed aan je beroepsgeheim te kunnen houden. Uit wat hierboven verteld wordt begrijp je wel dat je voor dit beroep een gedegen opleiding niet kunt missen. De opleiding tot gezinsverzorgende duurt twee jaar en wordt op diverse plaatsen in Nederland gegeven aan een school voor Middelbaar Sociaal Pedagogisch Onderwijs (M.S.P.O.) Deze twee jaar zijn verdeeld in vijf theorie-periodes (=lessen op school) en vier praktijk-periodes. Tijdens de theorie-periodes kun je in het internaat wonen. Tijdens de praktijk -periodes loop je stage bij de Instelling voor Gezinsverzorging in je woonplaats. Je wordt dan in gezinnen die hulp nodig hebben, geplaatst. Je wordt in die periodes intensief begeleid door „jouw" leidster van de Instelling en door een docent. Methodische werkbegeleiding van de school. In de praktijk draag je een schooluniform en heb je een school- speld. De echte „Gezinsverzorgende"- speld krijg je bij je diplomering. Heb je het diploma „Gezinsverzorgende" behaald, dan kun je nog verder studeren. Bijv. de opleiding voor gespecialiseerd gezinsverzorgende de middelbare opleidingen voor Sociaal-Pedagogische beroepen (Sociale dienstverlening, cultureel werk) Wil je de opleiding voor gezinsverzorgende gaan volgen, dan moet je vooropleiding minimaal zijn: - diploma MAVO 3 of 4 - 3 klassen VWO of HAVO - diploma LHNO 4 - diploma LHNO 3 T - diploma gezinshelpster - andere diploma's door de Minister aan te wijzen, te denken aan: - LEAO - LTO 4 - LTO 3 T - LMO e.d. Voor het schooljaar 1976 - 1977 kun je je voor het eerste leerjaar aanmelden bij: 1. Hervormde Stichting voor Opleiding Gezinsverzorgenden en Bejaarden verzorgenden School voor M.S.P.O. Vorrinklaan 7, Dordrecht. 2. School voor Chr. M.S.P.O., Prinses Julianalaan 77, Rotterdam. 3. Algemene School voor Gezinsverzorgenden en verzorgenden, Straatweg 203, Rotterdam. M.S.P.O., Bejaarden- 4. Katholieke „Bouvigne", Bouvignelaan 2, Breda. Opleidingsschool FOUNDATIONS - LINGERIE BADMODE TOONAANGEVEND IN WEST-BRABANT WOUWSESTRAAT 20 BERGEN OP ZOOM DE ZAAK MET DE RODE PUI Advertentie IM advertentie IM Ik hoop niet dat m'n waarde lezer en lezers het verder vertellen, maar zelfs mijn goede vriend Kees, gewoonlijk uiterst betrouwbaar en standvastig, is slachtoffer van de welvaart. Misschien wordt me onmiddellijk voor de voet geworpen, dat die welvaart maar zo-zo is met de vele werklozen. Met ondanks goede A.O.W. een dure tijd en met het niet voldoen aan landbouwerseisen door de E.G. Allemaal goed en wel, maar m'n vriend Kees is toch ook welvaartsslachtoffer. Ik ga het u uitleggen. Hij was met meerdere landbouwende collega's bedwelmd met een soort weer-soft-drugs. Ook dit vereist naar ik aanneeem, toelichting. Kees staat bij u en ook bij mij bekend als een jarenlang geroutineerd en ervaren landbouwer. Maar bij hem heeft zich de welvaart ook meester gemaakt van de weersgesteldheid. Fluitend heeft hij vorige week onder1 een ogenschijnlijk mild voorjaarszonnetje zijn aardappelen uitgepoot. Weliswaar ook toen al een Oostenwind, maar volgens Kees de voorbode van de lente. Hij verwijt zijn echtgenote, mijn goede vriendin Kee vaak bezeten te zijn in het prille voorjaar van schoonmaakwoede. Zogezegd als een maartse poes, die in februari al furore maakt. Ondertussen lapte hij echter zelf ook Bildtse- berichten inclusief de molenaar-in-het-midden-des lands, in casu de Noordzee-kijker aan zijn laars. Beter gezegd aan zijn pootgoed. Nogmaals, waarde lezer en lezeres, als je het onder ons wilt houden, moet ik je nu verklappen, dat Kees afgelopen maandag bij een wat ijzige noordooster, z'n vorige week uitgepote zetters en u weet dat het kleine aardappelen zijn, weer heeft gerooid. Zonder m'n goede vriendin Kee - dat is zijn bloedeigen vrouw - op de hoogte te stellen (en die had het veel te druk met de schoonmaak om iets zinnigs waar te nemen), stapte Kees ,s morgens op de trekker, haakte de aardappelrooier er achter en heeft rijtje voor rijtje zijn gezette poters weer uitgereden. Ze belandden opnieuw in de kistjes. ,s avonds zei hij met een effen gezicht en handenwrijvend tegen Kee, dat er tegenwoordig zoveel „zottewelvaarts-boeren" zijn, die geen rekening meer willen houden met maartse vorst en aprilse buien en wat dies meer zij. Kee rimpelde het voorhoofd weliswaar even en zei wat schuchter van mening te zijn, dat haar echtgenoot een week eerder toch al aardappels had gepoot. Dat had ze althans vol triomf aan buurvrouw verkondigd, terwijl ze de dekens luchtte. Kees wuifde nonchalant de veronderstelling van zijn echtgenote weg met buurvrouwenkletspraat. Mijn zetters, zo verklaarde hij trots, liggen nog heerlijk in het warme donker te schieten. Wat denk je dan medeburger en medeburgeres? Is dat even met spek schieten. Lijkt dat niet op de sportvisser, die bij vishandel Visman een knaap van een paling koopt en die zijn vrouw toont als een zelfveroverde wondervangst. Of als die jager, wiens hond een haa- wist te vangen, maar toch met nekschot aan moeder de vrouw wordt getoond? Of moet ook door vijf graden vorst gevolgde aardappelpoterij van vriend Kees worden aangemerkt als welvaartsverschijnsel? Welvaart, geloof me burger en burgeres, verzwakt geest en lichaam. De mens van thans, zo wordt beweerd, verslapt, verzwakt, degenereert. Als ,t in dit tempo voort blijft gaan, heeft weldra ,t menszijn' afgedaan. Men geeft de schuld aan de techniek, met haar vernuftig mechaniek, dat -door en door goed uitgedacht de mens teveel gemakken bracht. Men doet al druk-knop-pend z'n plicht, draait kraantjes open, kraantjes dicht. Men roltrapt, glijdt, men rijdt en zweeft, men leeft niet meer, men wordt geleefd. Het bedje is te wel gespreid, men kan z'n energie niet kwijt. Gemakken worden tot een straf: men wordt passief en men stompt af. Vandaar ,t advies - ,t is niet te laat het „mens-zijn" is er mee gebaat, bevrijdt u van die dictatuur, enkeer terug tot de natuur. Goossens knikte instemmend. De boekhouder eveneens. Van Tijnen, de accountant mengde zich nu voor het eerst in dit gesprek, door te beamen: „Dat is een verstandig voorstel, waar wat in zit." „Daarna - vervolgde Jopie - legt meneer van Tijnen de boeken open en kunnen we zien, hoe het in dat jaar is gegaan. Of er winst is gemaakt en of er altijd voldoende werk is geweest voor alle mensen. Een voljaar blijven beide partijen vrij. Zegt Gert na dat jaar, dat hij om welke reden dan ook, wil aftreden, dan zoeken we voor hem een vakbekwame opvolger en neemt Gert zijn oude funktie weer ter hand. Zijn wij, aan de andere kant dus, van mening, dat er beter een ander aan het roer kan gaan staan, dan accepteert Gert dit besluit, zo goed als wij zijn besluit zullen moeten aanvaarden, en krijgt hij eveneens zijn vroegere funktie weer. Iemand bezwaren?" Niemand reageerde. De notaris merkte slechts op: „Dat lijkt me zelfs zeer verstandig, zo'n proefjaar. Mij dunkt, daar zal de heer Treep wel mee akkoord kunnen gaan." „Het valt me natuurlijk wel een beetje rauw op het dak", begon Gert, die nu ietwat bekomen was van de schrik. „Alles, wat ik had verwacht, maar dat men mij bij voorbaat al heeft bestempeld als opvolger van meneer Matsers, dat is nooit in me opgekomen. Als iedereen zo'n groot vertrouwen in me heeft, dan benauwt het me enerzijds zo'n verant woordelijke positie te moeten aanvaarden. Anderzijds ben ik geweldig getroffen door uw vertrouwen in mij in deze aangelegenheid. Ik wil het proberen. Een proefjaar lijkt me. Het is zo, dat ik heel wat weet van het werk, dat meneer Matsers onderhanden heeft, omdat hij veel dingen met mij besprak. Als ik alle medewerking krijg van onze boekhouder en natuurlijk ook van meneer Van Tijn, en als Piet mijn rechterhand wordt - hij loopt lang genoeg mee om ook te weten, wat er komt kijken bij grote bouwwerken - dan wil ik het op de voorwaarden, die mevrouw Van der Velde heeft aangegeven, een jaar proberen. Ik ben ontzettend dankbaar voor het vertrouwen, dat u allen in mij hebt gesteld. Het zou een belediging zijn aan de nagedachtenis van mijn zeer geachte werkgever, wanneer ik niet aan zijn laatste wens zou willen voldoen. Goed, ik accepteer, voorlopig voor één jaar." Iedereen kwam overeind en er werden handen gedrukt. Maar het was de spontane Jopie, die hem bij het hoofd pakte en op beide wangen kuste. „Fijn, Gert, ik ben blij voor jou en ik vind het fideel van je, omdat je het dadelijk accepteert. We handelen helemaal in de geest van vaders wil, als jij hier voortaan de leiding op je neemt." Nadat de beide dochters met hun echtgenoten en de notaris waren ver trokken, wees Vilstra naar de grote leunstoel achter het bureau en zei op ernstige toon: „Daar is voortaan jouw plaats, Gert. O, neem me niet kwalijk.... meneer Treep natuurlijk." Gert schudde het hoofd. „Entre-nous blijf ik Gert, mensen. Ik verbeeld me niks en wij blijven, wat we altijd geweest zijn, prettige kollega's onder elkaar en goede vrienden. Geen flauwekul met meneer. En nu wil ik wel eens weten, hoe de financiële toestand is van het bedrijf. Mij dunkt, er zal wel een kapitaal aan successierechten moeten worden betaald, nietwaar?" Gedurende twee uren zaten de vier mannen rond het bureau en bestudeerden de cijfers, die Van Tijnen in de dagen tussen het over lijden en de begrafenis van Kees Matsers gereed had gemaakt. Hij gaf een toelichting, wijzende op de verschillende vellen met cijfers. „Dit is een tussenbalans, eindigende 30 juni van dit jaar. Daar hebt u de balans van het vorige jaar. Toen is er ruim honderdduizend gulden winst gemaakt, die aan de reserves zijn toegevoegd. Wat de tussen balans betreft, over de eerste zes maanden van dit jaar was de winst klem, maar dat komt, omdat er twee grote bouwwerken bijna gereed zijn en binnen enkele weken voor de eerste maal zullen worden op geleverd. Dat brengt een aanzienlijk bedrag in kas. Daarom is deze tussenbalans ietwat geflatteerd en geeft niet een juist beeld. Een voor zichtige begroting vindt u hier achter, voor wat betreft dit lopende boekjaar. Naar mijn bescheiden mening - en deze mening is de boekhouder ook toegedaan - zullen we kunnen rekenen op een winst van ongeveer anderhalve ton. Er is een reserve van circa negenhonderdduizend gulden. Verder zijn er kas-, bank- en girogelden, alsmede uitstaande vorderingen, terwijl het bedrag, dat op de creditzijde staat, zo ongeveer verwaarloosd kan worden. De heer Matsers had de goede gewoonte om elke rekening na controle binnen enkele dagen te betalen. Een gewoonte, die ik de nieuwe directeur kan aanbevelen. De financiële positie van dit bedrijf is dus, last but not least, kerngezond. De heer Treep stapt in een gespreid bedje. Het zal van zijn capaciteiten afhangen, of hij deze gezonde toestand zal kunnen stabiliseren." „En het bedrag der successierechten?" herhaalde Gert. „Hoe zit het daarmee?" Van Tijnen haalde de schouders op. „De tijd was tekort om het uit te rekenen, Gert. Een paar ton moeten we echter wel op rekenen. Misschien zelfs een kwart miljoen." Gert keek geschrokken van de een naar de ander. „Dat is me nogal wat. Tast zoiets de liquiditeit van het bedrijf niet aan?" Van Tijnen glimlachte. „Dat loopt wel los, Gert. Overigens, we hebben zeker een half jaar de tijd.,De komende weken weet ik meer- Zodra ik het totaalbedrag definitief heb, kom ik er onmiddellijk mee hierheen." Om twee uur besloot Gert de zitting op te heffen. „Heren, het was gisteren een emotievolle dag en vanmorgen heb ik de grootste schok van mijn leven te verwerken gekregen. Bovendien heb ik trek gekregen, en dat zal bij u ook wel het geval zijn. Ik stel voor, dat we het voor vandaag hierbij laten. Morgen vang ik mijn werkzaamheden hier aan." Opnieuw werden er handen gedrukt, waarna ieder zijns weegs ging. Thuisgekomen ontmoette Gert de nieuwsgierige blik van zijn moeder. „En? Sta je ook in het testament?" Hij trok zijn kolbertjasje uit en rukte zijn das los, waarna hij uitgeput in een fauteuil viel. „Ja, dat stond ik inderdaad." „Meen je het? Heeft hij je geld nagelaten? Een legaat?"

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1976 | | pagina 5