Dorpsminiatuur en avondmijmering (12)
Vroegere mensen, dieren en dingen;
Een terloopse „overdenking" in ons streekmuseum (3)
Terugbrengen olifanten
bestand voorkwam voedsel
voorzieningsproblemen
in krugerpark
Uit blijdorp
geluiden
Scandinavië
wil zijn wolf
redden
EIGEN
GA VE TANDEN
DANSEN
OP PAPIER
RITSSLUITING
NOG GEEN
EEUW OUD
VERGEET NIET
UW PLANTEN
ETEN TE GEVEN
TENTOON
STELLING OVER
DE BERGING
VAN VLIEGTUIG
WRAKKEN
Zo maar enkele (Sint-Annaland) schetsjes, het eertijds leven dat vergleed....
Door Han Dekker
Donderdag 1 augustus 1974
EENDRACHTBODE
Ondanks alle waarschuwingen en akties
is het nog steeds droevig gesteld met hef
gebit van velen van ons. Alle pogingen
die in het werk worden gesteld, van
fluoridering van het drinkwater tot
klassikaal tandenpoetsen en snoepver-
bod op scholen toe, hebben nog niet tot
het gewenste resultaatgeleidln Engeland
wordt op kleine schaal "sinds kort een
systeem toegepast dat ook in de
Verenigde Staten al enig sukses heeft
geboekt. Hierbij wordt het kauwvlak
van de kiezen van kinderen overtrokken
met een dun laagje bestendig plastic
waardoor het ontstaan van tandcariës
zou moeten worden tegengegaan.
Een goede gi»g van het gebit zou vol
doende moeten zijn om het in goede
staat te houden, snoepen of niet
snoepen. Kunst en vliegwerk lijkt de
mensen echter meer aan te spreken.
Kennelijk zijn ze liever lui dan moe en is
het besef dat een goed gebit een onver
vangbare schat is, nog steeds niet vol
doende tot ons doorgedrongen.
Gracieuze danspassen kunnen voortaan
mechanisch worden vastgelegd.. Een
snel langs het papier „dansend" schrijf-
knopje zet de danspassen en lichaams
bewegingen op papier die een choreo
graaf heeft bedacht. Ongeveer vijfen
veertig jaar geleden ontwikkelde
Rudolph von Laban èen nu algemeen
gebruikt systeem om dansbewegingen
symbolisch weer te geven. Ondanks
deze verbetering in het noteren van
dergelijke bewegingen was snelheid en
nauwkeurigheid ook bij dit systeem
vaak een probleem.
In samenwerking met het Dance
Notation Bureau in New York heeft
IBM nu een schrijfkopje ontwikkeld
voor haar elektrische schrijfmachines
waarmee volgens de methode van Von
Laban de dansbewegingen kunnen
worden vastgelegd. Het schrijfbolletje
bevat 88 verschillende tekens die
zodanig gerangschikt kunnen worden,
dat iedere soort beweging kan worden
vastgelegd. Behalve vele vormen van
ballet kunnnen zo ook sportbewegingen
en oefeningen bij fysio-therapieën
worden aangegeven. Bij het bolletje
hoort een kaart die het toetsenbord
voorstelt en waarop staat vermeld welke
toets correspondeert met welk symbool.
De ritssluiting die wij zo doodgewoon
vinden is een ongelooflijk ingenieus
apparaatje dat nog niet eens een eeuw
bestaat. Althans, in 1850 was er in de
Verenigde Staten een man, een zekere
Howe, die iets uitvond dat al veel weg
had van wat later de ritssluiting zou
worden, maar hij had met zijn uitvin
ding geen sukses. Het duurde tot 1893
voordat de eerste echte ritssluiting,
uitgevonden door Whitcomb L. Judson,
werd gepresenteerd op de wereldten
toonstelling Chicago. Maar ook dat was
niet voldoende om de ritssluiting tot
algemeen verbreid gebruiksvoorwerp te
promoveren.
Het kostte de zakenman Lewis Walker,
die zich op de promotie van Judson's
ritssluiting wierp, jaren van inspanning
voordat hij succes boekte. Pas nadat hij
zich had geassocieerd met de Zweedse
ingenieur Sundbak, die een machine
ontwikkelde om ritsen in het groot te
vervaardigen, begon er schot in te
komen. Zoals vaker gebeurt was er een
oorlog nodig om een nieuw produkt te
pousseren: de Amerikaanse soldaten in
de eerste wereldoorlog hadden een
kleingeldvakje in hun koppel dat werd
afgesloten op de nieuwerwetse manier.
In Europa waren het tabakszakjes die
als eerste werden voorzien van een rits.
Tegenwoordig maken de ritslsuitingen
na garen het grootste deel uit van de
omzet van de kledingsfourniturcn-
industrie.
Waarom groeit er uit een klein zaadje
een grote boom? Dat was hetgeen tegen
het einde van de zestiende eeuw de
Belgische edelman Jean Baptiste van
Helmont zich ook afvroeg. Hij nam een
grote ton, deed hier 200 kg aarde in en
plantte een wilgenplantje van vijf pond.
Gedurende vijfjaar begoot hij geduldig
de plant met zuiver water. Toen haalde
hij hem uit de aarde en woog de in
middels boom geworden wilg weer: 168
pond. Toch hield hij nog bijna 200 kg
grond over. Konklusie: een plant groeit
alleen van water.
Wij weten nu wel, dat deze konklusie
verkeerd was, maar toch was Van
Helmont's proef het begin van een hele
reeks onderzoekingen naar de voedsel-
houding van de plantenwereld.
Een plant heeft naast water en lucht een
serie verschillende mineralen nodig. De
belangrijkste hiervan is stikstof.
Omdat de natuur niet snel genoeg de
voorraden kan aanvullen - de omzetting
van natuurlijke mest in minerale zouten
duurt circa drie jaar - moeten de land
bouwers ieder jaar belangrijke hoeveel
heden kunstmeststoffen aan het land
toevoegen. De Nederlandse Stikstof
Maatschappij, één van de grote
producenten van kunstmest, produceert
meer dan één miljoen ton stikstofmest
stoffen per jaar, waarvan circa 300.000
ton in Nederland wordt afgezet.
Maar niet alleen landbouwgewassen
hebben bijvoeding nodig. Ook kamer
planten en sierplanten in de tuin
kunnen best een extra schepje
„voeding" gebruiken. Geef daarom
regelmatig uw planten wat kunstmeest.
Ze zullen er veel fleuriger bijstaan.
Tot 1 november 1974 is in het expositie
gebouw te Lelystad-haven een tentoon
stelling ingericht over de vliegtuig
wrakken die in het IJsselmeergebied
werden gevonden. De wrakken dateren
uit de tweede wereldoorlog toen vele
vliegtuigen in het IJsselmeer zijn neerge
stort. De vliegtuigen die in het water
neerkwamen lieten de Duitsers liggen.
Zij borgen slechts de vliegtuigen die op
het land neerstortten.
Gedurende de ontginning van Flevo
land, maar ook bij het vissen in het
IJsselmeer zijn reeds meer dan vijftig
wrakken gevonden. Ongetwijfeld zullen
er in de toekomst nog meer restanten
van vliegtuigen worden ontdekt.
Hoewel de oorlog reeds lang achter ons
ligt, leveren de explosieven in de
wrakken nog steeds gevaar op. Daarom
bestaat in een drooggevallen polder één
van de eerste werkzaamheden altijd uit
het speuren naar vliegtuigwrakken. Alle
vondsten worden in kaart bracht. Is de
polder eenmaal droog, dan wordt het
onderzoek snel afgemaakt en bergt men
de wrakken. Pa$ daarna start het ont
ginningswerk in de nieuwe polder. Het
bergingswerk wordt verricht door de
Koninklijke Luchtmacht zo nodig in
samenwerking met de landmacht. Het
materiaal op de tentoonstelling en de
gegevens werden voor de luchtmacht ter
beschikking gesteld.
Het bergen van wrakken is nog uit een
ander oogpunt belangrijk. Men vindt bij
het opruimen van de vliegtuigrestanten
nog vrij veel „vermiste" vliegers terug.
Nog steeds worden er meer dan 1000
Amerikanen vermist, enkele duizenden
Engelse vliegers en enkele honder
den Duitsers. Naarmate er meer vlieg
tuigwrakken werden gevonden kon
men voor vele vermisten precies vast
stellen wat hun lot is geworden. In het
IJsselmeergebied zijn in de loop van de
oorlog honderden vliegtuigen neerge
stort. De reden is, dat duizenden
vliegers hun route zochten over het
IJsselmeer, omdat men hier niet veel
last had van afweergeschut en omdat de
duidelijk zichtbare grens tussen land en
water het navigeren vergemakkelijkte.
Bovendien lag het IJsselmeer voor vlieg
tuigen die waren aangeschoten in de
snelste route naar midden-Engeland.
Vooral de Duitse nachtjagers maakten
boven het IJsselmeergebied veel slacht
offers. Daarbij kwamen vele vliegtuigen
die kilometers van het IJsselmeer door
afweergeschut waren geraakt, op hun
kreupele tocht naar huis tenslotte toch
nog in het IJsselmeer terecht.
De tentoonstelling geeft aan de hand
van vondsten en foto's een indruk van
de verkenning en de berging van de
wrakken. De expositie is doorlopend -
ook op zaterdagen en zondagen -
geopend van 10.00 uur tot 17.00 uur.
De bevolkingsexplosie in de
olifantenkudden in het Zuidafrikaanse
Kruger Nationaal Park. die leidde tot
voedselvoorzieningsproblemen voor
andere dieren, is bezworen.
Door schenking van jonge dieren aan
dierenparken in het buitenland en door
het pijnloos doden van zorgvuldig
geselecteerde zeer oude of zieke
olifanten, liep het bestand terug tot
ongeveer 8.200 exemplaren.
Dierenvrienden over de gehele wereld
zijn blij met deze ontwikkeling in het
naar de legendarische „boerenpresi-
dent" Paul Kruger genoemde wildreser
vaat.
De ruim 75 jaar geleden bij een wet
aangewezen smalle gebiedsstrook, is in
de loop van deze eeuw uitgegroeid tot
het bijna 21.000 km? grote Kruger
Nationaal Park; een gebied dat
overeenkomt met ongeveer 2/3 van de
oppervlakte van Nederland.
Het reservaat is niet alleen een van de
grootste, maar ook een van de
wildrijkste ter wereld en het geniet
daarbij een zeer grote populariteit.
Vele exotische wildsoorten, die naar alle
waarschijnlijkheid door onwetendheid
van mensen gedecimeerd of zelfs
uitgeroeid zouden zijn, bleven door de
vooruitziende beslissingen van Kruger
en zijn opvolgers voor latere generaties
behouden.
Voor deze dieren werden het
Krugerpark en de later in Zuid-Afrika
aangewezen wildreservaten, tot
toevluchtsoorden waarin ze tegen
achtervolging waren beschermd.
Numeriek zijn de 17 verschillende
Zonder bepaald doel een ommetje makend zien we hoe
ergens 'n ouwe baas met vies geicht z'n pijp staat uit te
kloppen in de deuropening. "Bah!, die rommel bluuf noe
mar in m'n snuit zittel," moppert hij links en rechts nog
een beetje naspugend. "Ei j'even tied om der in te
kommen?" Die vraag betreft ons en na het binnengaan de
voordeur stevig sluitend vervolgt hij: "Ik wou es wat
vraege; meschien dat jie m'n ellepe kan." Door het
gangetje komen we in de voorkamer, en terwijl hij op 't
zwaar-eiken kabinet toeloopt wenkt hij nodigend om een
stoel te pakken. Na wat achter die antieke kastdeur te
hebben gerommeld komt hij ook aan tafel zitten,zet 'n te
voorschijn gebracht sigarenkistje voor zich.en laat daar
plechtig een ogenblik z'n hand op rusten. Achtenveertig
jaar was hij gehuwd met de vrouw, wier portret aan de
wand daar in volle klederdracht op ons schijnt neer te
zien. Reeds twaalf jaar woont hij thans als weduwnaar in
dit zijn huisje helemaal alleen.... '"t Eten koke' loap' wè'
los," merkt hij verhalend op; „mar dat andere m'n jongen
vooral 's aeves; da's toch zo een maeger leven...." Dat
"andere" is die doelloos ontmoedigende eenzaamheid en
mistroostig zuchtend valt dan even een trieste stilte
Geen directe oplossing wetend noemen we schuchter door
ervaring in deze zo tactvol mogelijk het woord "de
Schutse", en 't is verwonderlijk om ook hier weer die
plotse "gemoedsverandering" waar te nemen! "Jie bin'
glèd zot!," stelt hij gruwend met diepe verontwaardiging
vast; "ik wil vrie man bluve, in zelf uutmaeke wat of 'k ete
wil in zo!," en driftig zijn neus snuitend wil hij geprikkejd
(zo voelen we het) gelijk van thema veranderen en ter zake
komen
"drie malen daags vijf pillen; héél doorslikken!" Nu dat
zou in dit geval niet best bekomen want bij opening blijkt
het. boordevol te zitten met van die grote zwarte
(rouw)gittenIn 't'papieren zakje van d'oude baas zat
bloedkoraal. Uitgestort op een "theeschuttel" blijft één
miezerig kraaltje zich koppig verschuilen in 't uiterste
zakpuntje. "Alle mieter nog toe," gromt hij zachtjes tóch
al wat verstoord nog van zoëven en als 't er dan na heftig
schudden eensklaps uitschiet springt het tergend met een
reuzeboog gelijk achter 't kammenet.... "Een mens mot
geweun zo mè' bewaerd bluve!en intens met een soort
aangeboren koopmans-schijnheiligheid met hem "mee
levend", kost het wèl moeite om daarbij ernstig te blijven
kijken
Fraai getrokken Thoolse krullen zijn het die we nu gaan
bekijken. Ze zitten nog aan hun zwart geworden zilveren
beugel waarin als gewoonlijk 'n Romeins getal staat
gekrast. We lezen: XVIII, het totale goudgewicht der
krullen; in dit geval negen gram per stuk dus. Dan volgen
twee grote 14-karaats "mussespellen" in cantille of
"ketrielje-goud", waarop minuscule Franse leliemotieven
en Lodewijkskrulletjes onmiskenbaar heenwijzen naar de
zuidelijke bakermat van Bourgondiërs en Hugenoten. Er
is een "reukflesje" met gouden stop en ook zien we échte
gitten of granaten met andere zaken verdeeld over
meerdere medicijndoosjes.... Behalve Quakkelaar en Van
Es zijn 't verder onbekende respectieve doktersnamen als
Schille of Schilling en haast onleesbaar die van een homoe-
paath uit Rotterdam. Even opkijkend raadt hij ons denken
en zucht toelichtend: "De vróüwe 'ei in d'r leven dikkels
plechtig tonen dezer ingeblikte verwrongen peperbol
letjes", die een koor ontlokken van al of niet gemeende
ah's en oh's.... "Wat 'n kanjers méns liêve nog toe 'oe ei
j'et aol die jaeren uut'góüwe!" en een onderwijl in dubbel
opzicht genietende "vróüwe", ten eerste dat haar lichaam
van die rommel is verlost en ze er nu bovendien, door een
bewonderd in-het-middelpunt-staan nog plezier aan
beleeft ook"STOF ZLJT GIJ. EN TOT STOF..." Hoe
treffend-vreemd kan op zeker moment toch het leven zijn
want terwijl deze vrouw er al lang niet meer is klinkt zacht
het geluid van haar galstenen door de kamer wanneer de
oude baas het doosje weer wegzet in 't kammenet
onbewust een beetje schuddend als speelde een baby met
zijn rammelaar
Zo een ouderwetse Thools/Sint-Philipslandse
(boere)kamer^het kabinet als dominerend meubelstuk en
zijn eigentijdse vaak zo bont gevarieerde inhoudUit
onze kinderjaren kennen we nog dat nieuwsgierig
verlangen om overal waar zich zo'n kast bevond achter die
geheimzinnig-imposante deuren te mogen zien. Logerend
bij bejaarde mensen mochten we daar onder toezicht
uiteraard op zekere regendag eens "uitgebreid" een kijkje
nemen. Als schooljog vond je 't prachtig, al die vreemd-
ouderwetse dingen nog en honderd uit vragend kwamen
we ogen te kort... Veel kleding is er overwegend in
zwart/wit en twee grote kuipvormige dozen met in elk een
hoge hoed. Bij één daarvan ligt een lamfer dat is een bij 'n
begrafenis van de hoed afhangende rouwsluier met
daarnaast een blikken koektrommel die behalve vergeelde
akten en eigendomspapieren ook een bundeltje over
lijdensberichten bevat.... Op enkele bewaarde nummers
der Zierikzeesche Nieuwsbode liggen Consciences "De
Leeuw van Vlaanderen" en 't allegorische Hartenboekje;
er achter staat een kistje met kopergeklonken ivoren
dominostenen. Er is een damspel en ganzebord.streek-
bekende gezeiligheidszaken voor lange winteravonden en
in 't linker hoekje zien we een half gevuld flesje met "piel-
staertolie" en een Roodster-tabaksblik als
"knoppe'dóóze", waarin zich, tussen knopen en benen
gordijnringen ook wat bikkels en 'n paar valig-grillige
kiezen bevinden, die weleer een bejaarde oudoom "zes
daegen in nachten op z'n kop déje stae' van de
tandpiene..." De doos met halfsleten tabakspijpen een
stereoscoop met stadsbeeld platen uit Verlijn, en de in
perkament gebonden catechismus van Van der Kemp.
Drie met zilveren sloten voorziene boeken staan hier naast
evenals Bunyans "The Pilgrim's Progress" waar we de
tekst niet van lezen kunnen maar de zinnebeeldige
Christenreis-plaatjes ons des te sterker boeien dan! De
oude "kammenetten" onzer voorgeslachten met die
perseleinen knoppen aan de laden of "schuven" waarvan
er meestal één wel los voorover hing
Voorjaar 1932 overleed in een huisje aan St. Annalands,
Hoenderweg een bijna 80-jarige schippersvrouw. Ze was
niet gemakkelijk geweest in d'r leven maar het leven was
Ouderwetse (boere)kamers van ouderwetse (boere)huisjes
waarvoor het (zoals hier aan de Ring) nog ouderwets-
gezellig poseren was
dat ook niet geweest voor haar! Gezien drie getrouwde
zoons als trampers ter binnenvaart hun brood verdienen
en het maar zelden gebeurt dat allen gelijktijdig in de
thuishaven zijn wordt om deze reden vlak na de begrafenis
de boel uiteen gedaan. De kammenet-inhoud verdwijnt
grotendeels in even zoveel kussenslopen als er erven zijn en
een dochtertje der jongste zuster is er bij als haar moeders
portie wordt bekroond met 'n oude breukband van wijlen
opa'ze zal voor moeder die gevulde sloop wel even
thuisbrengen en omdat een tante eveneens die richting uit
woont neemt ze ook dèt bundeltje gelijk maar mee.
Uiterlijk eendere toegebonden kussenzakjes zijn het en
onder 't spelend-lopen ze telkens verwisselend wordt het
straks bij tante de vraag welke van de twee er achterblijven
moet.... Eén ogenblik schijnt het kind beteuterd maar
resoluut de slopen bevoelend roept ze triomfantelijk D'n
dezen is vó'julder tante want die mee tie naebelbreuke die
is van ons!, "en vrolijk op d'r klompjes naar de Tienhoven
stappend, brengt ze moeders verkregen erfgoed veilig
thuis
wordt vervolgd.
Hoe vaak zagen we als kind nog dit soort Sint-Annalandse havenbeelden in de jaren dertig en veertig. Thans lijkt het
echter net of we een goed geënsceneerd tableau beschouwen uit het een of ander openlucht museum....
Vroegere mensen dieren en dingen; het eertijds leven dat vergleed
Het houten kistje blijkt wat doosjes en zakjes te bevatten
met "mussespullen" van "de vrouwe" nog. Na maanden
lange tweestrijd gaat hij eerdaags deze sieraden weggeven
aan drie getrouwde elders wonende kinders en een
kleindochter. "Dat kan 'k in m'n leven beter zellef doeë as
'at ze der laeter om vechte' "verklaart hij terecht en om nu
eerlijk ieder haar deel te geven zou hij graag bij benade
ring deze dingen naar waarde zien getaxeerd. Tja dan zal
eerst een overzicht moeten genomen worden en onderwijl
hij zelf een grauw puntzakje gaat ontvouwen nemen wij na
een uitnodigend: "Kiek mè g'rust," een heel oud karton
nen pilledoosje ter hand. "D.Quakkelaar Arts" zo lezen
we en daaronder adviseert diens verbleekte penneschrift:
mekérende gewist in dan doe' een méns van aoles
Onder een hierop volgend gevoelvol "operatieverslag"
schiet hij ineens weer naar 't kabinet om gelijk terug te
keren met een rammelend blikkenpepermuntdoosje van
klein formaat. Van buiten vol vrolijk-gekleurde meisjes die
bloemenkransen vlechten in een wei doet de inhoud bij 't
openen des te schriller aan: de "galstéénen van de
vróüwe".... Bloedkoraal gitten en galstenen.... Een
wonderlijk "stilleven" onzer streek en even naar de foto
blikkend glijdt in gedachten zo'n eertijdse "reconstructie"
ons voorbij: "de vróüwe", met sommige sieraden aan ter
theevisite een gezellige (praat)sfeer over dominees schoon
maak of ziektegevallen met dan als klap op de vuurpijl het
'...en het maar zelden gebeurt
dat allen gelijktijdig
in de thuishaven zijn...."
soorten antilopen in het Krugerpark het
sterkst vertegenwoordigd.
Daaronder zijn alleen al 250.000
impala's, die door hun gracieuze
lichaamsbouw de bezoekers steeds weer
in verrukking brengen. Zij behoren,
tezamen met de ongeveer 20.000
zebra's, 21.000 buffels, 7.500 gnoe's en
3.000 giraffen tot de vredelievendste
grotere dieren.
Voor de roofdieren in het Kruger-
wildreservaat, waaronder ongeveer
1.200 leeuwen, 600 luipaarden, 400
cheeta's en de meer dan 800 hyena's en
jakhalzen, bestonden daarom nooit
voedselproblemen.
Bij de voedselvoorziening van de
ongeveer 2.500 nijlpaarden en 1.000
krokodillen die rivieren en me.en van
het uitgestrekte terrein bevolken, moest
echter van tijd tot tijd de helpende
mensenhand worden toegestoken;
vooral in perioden van grote droogte.
De apen daarentegen, losten dit
probleem op hun eigen wijze op. Zij
hieven aan de talrijke autowegen hun
„Wegenbelasting", wat hun door de
gasten gaarne werd gegeven.
Ondanks de herhaalde malen in het
Krugerpark gehouden „Volkstellin
gen", is het onmogelijk het preciese
aantal afzonderlijke dierenfamilies vast
te stellen.
Alles bij elkaar werden tot nu toe in dit
gebied 48 kleinere en 66 grotere soorten
zoogdieren waargenomen.
Daarbij komen dan nog de 413 vogel-,
29 amphibie-, 83 reptielsoortcn en
talloze ongewervelde diersoorten.
Evenals de toeristenstroom uit andere
Westeuropese landen heeft ook een
groot aantal Nederlandse vakantiegan
gers het 10.000 km van hier
verwijderde Zuid-Afrika ontdekt.
Alleen al het afgelopen jaar was dit
dierenparadijs het reisdoel van
duizenden Nederlanders.
Dc laatste jaren werden voor de
bezoekers verschillende mogelijkheden
geschapen om hun verblijf in het
Krugerwild reservaat tot meerdere
dagen uit te breiden.
Voor hen werden kris-kras door het
park duizenden kilometers weg
aangelegd en wegrestaurants gebouwd
met omliggend modern uitgeruste
„hutten" waarin vele bezoekers kunnen
worden ondergebracht.
Daarbij komen dan nog de talrijke
campings.
Steeds weer echter gaan de gastvrije
Zuidafrikaners verder met hun plannen
om de wensen van de van heinde en ver
komende bezoekers van deze
dierenwonderwereld op nog perfecter
wijze te vervullen.
Na het terugbrengen van het al te hoge
olifantenbestand in het Kruger
Nationaal Park, dat in de voorbije jaren
door enorme eetlust van de dikhuiden
tot moeilijkheden bij de
voedselvoorziening van de overige - rond
de 400.000 - dieren leidde, kunnen de
Zuidafrikaanse wildbeschermers weer
op adem komen.
Door hun maatregelen zorgden zij weer
voor een noodzakelijk evenwicht onder
de bewoners van dit unieke dierenrijk
dat de wereld aan het idee van een groot
man te danken heeft.
Jammer dat men in dierentuinen even
voor de bronsttijd moet besluiten van
enkele herten de dikwijls prachtig
vertakte geweien te verwijderen. In die
tijd gaan dc bronstige bokken er vaak
toe over de weideomrastering op
soliditeit te kontroleren, ja vallen zelfs
aanstaande bruidjes aan hun dolle
bronstuitingen ten offer. Nadat de
geweidragers eerst hun rivalen in hevige
gevechten hebben uitgerangeerd
waaraan de dierenverzorgers, om moord
en doodslag te voorkomen, .uiteraard
meehelpen, jaagt de rocdelbok in dolle
drift de vrouwelijke dieren bijeen.
Hierbij maakt de bronstige bok een
enkele keer gebruik van zijn gewei
tegenover hinden, die niet snel genoeg
naar zijn pijpen dansen. Dat moeten we
zo veel mogelijk voorkomen en daarom
ontdoen wij de roedel bok bijtijds van
zijn gewei. Om nu het gewei op een
vlotte en veilige manier voor mens en
dier weg te nemen, maken we gebruik
van een injectiegeweer. Dit kan geladen
worden met een patroon, dat de
dierenarts van een narcoticum voorziet.
Het dier wordt een lichte verdoving
ingeschoten in de dikke spierenbundels
van het achterbeen. Wanneer nu het
dier in een diepe slaap is verzonken
worden even boven de rozestok de
geweistangen afgezaagd. Een pijnloze
behandeling. Met de overgebleven
stompjes geweistang is de bok nog wel
in staat flinke opstoppers uit te delen,
maar hij kan nu toch geen ernstig letsel
meer toebrengen.
Het Zweeds genootschap voor
natuurbescherming heeft een project
opgezet om de Scandinavische wolf te
behoeden voor totale uitroeiing. Doel is
een „Genenbank" te stichten, door met
behulp van de ongeveer twintig in
gevangenschap levende qiempiaren
Scandinavische wolven te fokken,
waarvan dan een stamboom wordt
bijgehouden. De bedoeling is behalve in
Zweden ook in Finland en Noorwegen
op deze manier de voortplanting van de
wolven te bevorderen.
f