Gasthuiskapel Tholen
wordt na restauratie
gemeenschapsruimte
ij
cr*
u
PROVINCIALE SUBSIDIE
VOOR MOLENRESTAURATIE
SCHERPENISSE
Openbaar vervoer en aardgasaansluiting Anna Jacobapolder nader bezien
Niet voldoende aandacht voor bezwaarschrift SGP plan Krabbenkreek
Monumenten
Voor vijf jaar
voldoende
Hoogste waterstand sinds 1954
de werkeli jk
zachte vieux
Evacuatieplan
Stavenisse herzien
IN RAAD SINT-PHILIPSLAND:
I
rf-
vervolg van pag. 1
Toch nog 1974
Het SGP bezwaar
Meerderheidsantwoord
Tekort gedaan
Openbaar vervoer
Aardgas voor Anna Jacobapolder
Geen woorden maar daden
KEUL'S DISTILLEERDERIJ
DORDRECHT
Benzine-aanvragen
Als het moeilijk kan-
Politiekorps
Donderdag 20 december 1973
EENDRACHTBODE
13
De gemeenteraad van Tholen heeft
dinsdagavond besloten de
Gasthuiskapel in de Kerkstraat te
Tholen te restaureren en deze vier
panden na gereedkoming in februari
1975 als gemeenschapsruimte te
bestemmen. Plannen voor een gemeen
schapshuis aan de Markt worden
voorlopig opgeschort in afwachting van
de verdere ontwikkeling van Tholen.
Zo*n nieuw gebouw zou ook een
veelvoud kosten van de restauratie van
de Gasthuiskapel. Dinsdagavond werd
er in de raad zelfs een bedrag van een
miljoen gulden genoemd. De Gasthuis
kapel gaat ruim een half miljoen gulden
kosten, waarin men een subsidie van
247.000 gulden krijgt. De jaarlijkse
lasten voor de gemeente zijn geraamd
op 16.881,75.
Wethouder A.J. Scherpenisse deelde op
vragen van raadsleden mee, dat het plan
voor een gemeenschapsruimte aan de
Markt in Tholen niet in de ijskast gaat.
In de commissie van financiën zal daar
nog over gesproken worden., maar voor
de komende jaren zal de Gasthuiskapel
voldoende gemeenschapsruimte bieden.
Het gemeentebestuur wacht af hoe
Tholen zal ontwikkelen om een beslis
sing te nemen over een gemeenschaps
huis aan de markt.
Wethouder C.J. Moerland zei dat de
Gasthuiskapel een kleine keuken krijgt
en een bergruimte voor 106 stoelen,
zodat het voor bruiloften niet geschikt
zal zijn. Wel voor muziekuitvoeringen
zoals de Z.V.U. geeft in de hal van het
stadhuis en het verenigingsgebouw in de
Brugstraat. Het wordt een grote ruimte
in de Gasthuiskapel, zodat je er ook
geen damclub in onder kunt brengen
die op vijf borden bezig is. Voor 1
februari moet er met de restauratie
worden begonnen en 1 februari 1975
moet het werk klaar zijn.
Op vragen van mevr. J.M. Deurloo-van
Broekhoven (KVP) en J.D. de Korte
(CHU) over het vervallen van de
zuidkant van de Markt, zei wethouder
Moerland dat B en W het nog willen
aanzien. Afbreken zou ook een chaos
betekenen - daar heeft de raad al meer
dan eens kritiek op gehad - en het
gemeentebestuur wil niet gebonden zijn
aan het toelaten van een gebouw,
waarvan men straks eventueel spijt
heeft. Mevr. Deurloo had namelijk
gewezen op de vestiging van een bank
en ambachtelijke bedrijven die meer
Een schets van de Gasthuiskapel zoals
die er na de restauratie uit gaat zien.
dan vijftig jaar aan de zuidkant van de
markt gestaan hebben. In de commissie
ruimtelijke ordening en/of bestuurlijke
aangelegenheden kan deze zaak nog
aan de orde komen.
De gemeente heeft al enige jaren de
eigendom van de panden Kerkstraat
9,11, 13 en 15 in Tholen. Op de
monumentenlijst staan ze omschreven
als twee dwarspanden waarin de
restanten verscholen zitten van het
voormalige Gasthuis. Gotische bogen in
de bovenverdieping. Aan de begane
grond een voorgebouwd gedeelte waarin
restanten van steunberen zijn
opgenomen. Nummer 9 bevat
belangrijke restanten 'van de oor
spronkelijke bekapping. Kerkstraat 13-
15: dwars pand met geverfde gevel en
19e eeuwse winkelpui. Bevat evenals de
vorige panden elementen in zich van het
voormalige Gasthuis".
Het gemeentebestuur acht het van groot
belang voor Tholen dit monument, dat
in het verleden helaas is verbouwd en
aangebouwd, tot drie weinig fraaie
winkel-woonhuizen, (waardoor de
constructieve gaafheid van het gebouw,
dat zich overigens in een bouwtechnisch
slechte toestand bevindt, ernstig is
aangetast) weer in zijn oorspronkelijke
staat te herstellen en voor het
nageslacht te behouden. Bovendien kan
in dit verband worden gewezen op de
leefbaarheid en de welstand van de
Kerkstraat en daarmee in het oude hart
van de kern van Tholen. Met de
restauratie wordt dat effect verkregen
waardoor het woonklimaat ter plaatse
aanzienlijk wordt verbeterd. Het
gemeentebestuur is er veel aan gelegen
dat een nuttige bestemming en een goed
gebruik van deze panden verzekerd is.
De bestemming als gemeenschaps
ruimte lijkt een waarborg. Het is
onnodig te wijzen op de behoefte aan
een dergelijke accommodatie in Tholen.
Na in de ingebruikname van de
Gasthuiskapel acht het gemeente
bestuur voorhands niet de noodzaak
aanwezig om uitbreiding te geven aan
de dan bestaande accommodatie. Van
i j
•li
j
rit3jJ'"-
j;-yr"**ntü-
s-li;
4tw Hrtttin-TT-J
CO C
f v *-
s
c c A A
over het verloop van de waterstanden.
Het viel echter mee. In de dijk-
coupures op de havens van Oud-
Vossemeer en Tholen kwamen twee
vloedbalken te staan vanwege de 3.80 m
waterstand. De alarmering voor dijk
bewaking gebeurt door Rijkswaterstaat
vanuit den Haag, waarna ook de B.B.
uit Goes nog eens waarschuwt. Dat
gebeurt veelal per telefoon of telegram.
Vrijdagochtend om half zeven was het
hoog water, waarna de uitgebreide dijk
bewaking werd opgeheven.
Door de storm van vorige week en de
hoge waterstand van vrijdagavond in
het bijzonder ontstond bij streek-
bewoners wat ongerustheid. Een of
meer inwoners uit Stavenisse belden
blijkbaar het Algemeen Nederlands
Persbureau op. Het A.N.P. belde
daarop de Thoolse waarnemend-burge
meester C.J. Moerland uit Stavenisse.
Naar aanleiding van dit gesprek volgde
in de uitzending van de radionieuws
dienst van zondagmiddag 1 uur een
bericht.
Wethouder Moerland zei ons maandag
middag dat hij in het college van B en
W zal voorstellen om het evacuatieplan
voor Stavenisse, dat dateert uit 1954, te
herzien. Er is sinds die tijd heel wat
veranderd, zodat de bewoners van laag
gelegen gedeelten van Stavenisse
opnieuw bericht moeten krijgen waar ze
in geval van nood naar toe kunnen.
de stichting van een gemeenschapshuis
aan de Markt in Tholen wordt
vooralsnog afgezien. Als zich in de
toekomst de behoefte daaraan duidelijk
zou manifesteren, zou de voorbereiding
opnieuw ter hand genomen kunnen
worden. Binnen vijf jaar moet dat
echter niet worden verwacht.
De huidige situatie in de Kerkstraat met
de winkelpanden van Textielhandel A.
de Bruin.
Architectenbureau A. Peetoom te
Voorburg (die ook de twee stoven in de
Stoofstraat te Tholen heeft
gerastaureerd) heeft een plan gemaakt.
Deze relatief kostbare voorziening kan
door subsidie in het kader van de aan
vullende werkgelegenheid worden
verwezenlijkt. De jaarlijkse lasten voor
de gemeente,/ 16.881,75, komen nu ten
laste van de post onvoorziene uitgaven
1974.
Gedeputeerde Staten van Zeeland
stellen de Provinciale Staten voor aan de
gemeente Tholen ten hoogste 12.000
gulden (20%) te geven in de op 60.000
gulden geraamde subsidiabele restau
ratiekosten van de korenmolen De
Korenbloem te Scherpenisse. Het
ministerie van cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk heeft toegezegd
volgend jaar 24.000 gulden subsidie te
zullen verstrekken.
De op de Monumentenlijst geplaatste
ronde stenen stelling korenmolen De
Korenbloem in Scherpenisse is in 1970
door de gemeente aangekocht om het
fraaie dorpsgezicht in stand te houden.
Het was voor de eigenaar-molenaar name
lijk niet mogelijk deze molen weer in
goede staat te brengen. De Korenbloem
werd in 1872 gezet door W. Dijkman,
knecht op de standerdmolen 't Zee
paard, waar hij ongenoegen kreeg en
toen deze liet bouwen.
Op het moment dat de voormalige ge
meente Scherpenisse de molen kocht
was er dringend behoefte aan restau
ratie. De kosten worden door de molen
makers fa. P. van Beek en Zn. te Rijn-
saterwoude in 1970 begroot op
47.634,48. In november 1970 deelde
de minister van CRM mee, dat hij het
subsidiabele bedrag had vastgesteld op
48.000 gulden (de post onvoorzien werd
verhoogd met 365,52). Het rijk betaalt
hiervan 40%. In december 1971 deelt de
staatssecretaris van CRM tot zijn leed
wezen mee dat i.v.m. het beperkte be
drag voor molenrestauraties hij de
eerder gedane toezegging moest intrek
ken.
In mei 1972 lieten b. en w. van Tholen
weten dat de onderhoudstoestand van
de molen dusdanig was dat er op korte
termijn maatregelen noodzakelijk
waren. In mei 1972 besloot de Thoolse
gemeenteraad dan ook tot restauratie,
mede omdat de molen een zeer waarde
vol bezit is en uit het landschap niet
meer is weg te denken.
Aan deze beslissing werd de voorwaarde
verbonden dat rijks- en provinciale sub
sidie in 1973 werden uitbetaald.
In december 1972 liet de staatssecre
taris van CRM weten, dat het hem ver
heugde te kunnen meedelen dat er als
nog een mogelijkheid was gevonden om
de in het vooruitzicht gestelde subsidie
in 1974 te betalen. Daar de begroting
van de restauratiekosten uit 1970
dateerde en de toestand van de molen
sindsdien sterk achteruitgegaan is,
achtte de staatssecretaris het gewenst de
post onvoorzien te verhogen tot
f 16.665,00 zodat het totale
subsidiabele bedrag op 60.000 gulden
kwam.
In september van dit jaar deelde het
gemeentebestuur van Tholen G.S. van
Zeeland mee met de restauratiewerk
zaamheden te zijn begonnen. Provin
ciale staten van Zeeland beslissen :n
hun vergadering van 18 januari volgend
jaar over het voorstel van G.S.
De Sint Philipslandse raadsvergadering kreeg dinsdagavond wat meer om het Hjf
door via de SGP fractie en de Prot.Chr.fractie gestelde schriftelijke vragen. Van de
eerste omdat men zich wat tekort gedaan voelde, nu de raad haar bezwaarschrift
plan Krabbenkreek ten aanzien van de geprojecteerde verkeerssituatie wel gegrond
verklaarde, maar daarvan in het ter visie liggende plan geen spoor viel te
bekennen .De Prot.Chr .fractie die er op attendeerde, dat de huidige energiecrisis het
openbaar vervoersprobleem naar en van Sint Philipsland/Anna Jacobapolder nog
zorgelijker maakte dan het was. Een fractie die voorts een hernieuwde visie van b. en
w. verzocht ten aanzien van aardgasaansluiting Anna Jacobapolder en een fractie
die het bevreemdde dat niet Tholen, maar Zierikzee was aangewezen als distributie
centra voor het aanvragen van extra benzine door Sint-Philipslanders.
De SGP raadsleden L.den Engelsman
en P. van Hekken wezen er in hun
schriftelijke ingediende vraag op, hoe de
op 29 oktober bij vaststelling van het
plan Krabbenkreek aan twee
bezwaarschriften tegemoet gekomen
was. Dat was het bezwaar van de heer
J.M.Ligtendag en een deel van het
bezwaarschrift dat is ingediend door de
SGP afdeling Sint Philipsland. Beide
waren gericht tegen het verkeer van en
naar het zomerhuizenterrein. Verkeer
dat door het dorp loopt.
Nu was de gedachte van beide SGP
raadsleden, dat het plan ook zodanig
gewijzigd zou worden, dat er een
ontsluiting naar de rijksweg zou worden
opgenomen en dan ter visie gelegd. De
ontsluiting via Zuiddijk en verbreding
daarvan moesten dan niet meer op het
plan voorkomen. Niets is echter minder
waar, zo hadden beide raadsleden
geconstateerd. Er is in het ter visie
liggende plan geen enkele ontsluiting
opgenomen, terwijl de Zuiddijk gewoon
op de 6 meter breedte is blijven staan,
nl. vanaf de woning L.Geluk tot de
ingang zomerhuizen. Dat zegt voor ons
voldoende zo stellen genoemde
raadsleden. Wel is er een grote
oranjevlek aangebracht op de plaats
waar zwembad, etc. moeten komen,
maar wanneer men de toelichting leest,
dan is er in wezen niets veranderd. Er
kan dus nog van alles gebeuren, zij het
dan met toestemming van B en W. Dat
zinde de SGP fractie niet. Er kan nu
gerust een ontsluiting worden gemaakt
en vandaar de volgende vragen: 1
waarom geen ontsluiting op de Rijksweg
opgenomen? 2 waarom Zuiddijk
handhaven op 6 meter tot in het plan? 3
acht het college een en ander in
overeenstemming met de inhoud van de
bezwaarschriften, die door de voltallige
raad gegrond zijn verklaard? Gaarne op
deze vragen een onomwonden
antwoord, zo is de wens van de heren
den Engelsman en van Hekken.
Het college bleek in haar antwoord niet
unaniem te kunnen optreden. Weth.
L.Walpot was een andere mening
toegedaan, zoals hij later toelichtte dan
de raadsvoorzitter en dan wethouder
Rijstenbil. Burgemeester G.van den
Berg wees er op, dat de opname van de
ontsluiting op de Rijksweg niet meer in
te passen viel. Bij opname daarvan zou
de gehele procedure weer opnieuw
ingezet moeten worden. Te zijner tijd
zal een nieuw bestemmingsplan in
voorbereiding genomen worden ten
behoeve van de uitbreiding van het
dorp. Dan zal zeker met de ontsluiting
rekening worden gehouden.
De Zuiddijk is op een breedte van zes
meter gehandhaafd, omdat deze weg
gebruikt zal worden door de plaatselijke
middenstand ter bevoorrading van het
kampcentrum en door de
schoolkinderen en inwoners voor bezoek
zwembad. Uit verkeerstechnisch
oogpunt is dus deze verbreding gewenst.
De omstandigheid doet zich ook voor
dat de wegen in het recreatieplan in
particulier eigendom zullen blijven.
Afsluiting daarvan zou dus mogelijk
zijn.
'Het' tot stand brengen van een
aansluiting via het kampcentrum zou
volledig in strijd zijn met het plan en het
raadsbesluit. Dat zou een fundamentele
wijziging betekenen. De wegenstructuur
is niet op een aansluiting berekend.
De uitwerking is overigens met alle
waarborgen omgeven.
B en W zijn daarom in antwoord op de
derde SGP vraag van oordeel dat
volledig aan procedureweg en bezwaren
zijn voldaan. Wethouder Walpot
verduidelijkte hierna zijn
minderheidsstandspunt. Hij is namelijk
van mening dat het gegrond verklaarde
bezwaar wat aan de minimale kant is
behandeld en had liever een rigoureuzer
benadering gezien. Met name is dat het
geval voor wat de Zuiddijk betreft, die
hij bepaald niet had verbreed. Hij kan
in deze het meerdere deel van het
college dan ook niet bijvallen en zou
eerder extra aandacht willen vragen
voor een toekomstige noordelijke
ontsluiting.
Namens de Prot. Chr. fractie verklaart
de heer G.J.de Jager van oordeel te zijn
dat de meerderheid van het college zich
juist heeft opgesteld. Hij kan zich wel
indenken, dat de SGP fractie het plan
graag wat op de lange baan geschoven
ziet, maar daarmee zou men niet aan
het raadsbesluit voldoen. De zaken
liggen nu een keer zo en daarmee zal
men genoegen moeten nemen. Ik zie op
het moment gewoon geen andere
mogelijkheden, dan zoals door B en W
zijn uitgevoerd, beslist de heer de Jager.
Daarentegen verklaarde dhr L.den
Engelsman het volkomen eens te zijn
met hetgeen door wethouder Walpot is
gesteld. Wij zouden graag meer
zekerheid voor onze bewoners. De
voorzitter heeft er niets meer aan toe te
voegen en acht de gestelde vragen
voldoende beantwoord.
De Prot. Chr. fractie had een drietal
schriftelijke vragen ingediend. De eerste
betrof het openbaar vervoer. ,,ls het
college het met de fractie eens, dat,
geziende huidige energiecrisis, met alle
gevolgen van dien voor o.a. het
particulier vervoer, het noodzakelijk is
alle stappen te ondernemen om het
openbaar vervoer voor deze gemeente
beter te regelen of geregeld te zien
worden? Gedacht wordt hierbij met
name aan de verbinding met
Steenbergen van en naar de kernen
Anna Jacobapolder en Sint Philipsland'.
Is het college bereid stappen te
ondernemen en met klemop verbetering
aan te dringen. zo vraagt de
Prot.Chr.fractie.
B en W blijken dat wel te willen doen,
want zijn het volkomen eens met de
vraagstellers. Wel wijst de voorzitter er
op, hoe in het verleden, zowel door de
vorige burgemeester als tijdens de
interiumperiodebij herhaling is gepoogd
verbetering in de diensten te brengen.
Overigens hadden B en W al besloten
een gesprek met de BBA te vragen.,
zeker voor vaststelling van de nieuwe
dienstregeling.
,Is het college het met de fractie eens,
dat de huidige bevolking van Anna
Jacobapolder, bezien in het licht van de
stijgende olieprijzen, onevenredig zwaar
de gevolgen van de energiecrisis krijgen
te dragen, in vergelijking met de
bovolking van Sint Philipsland, omdat
de kern niet op het aardgasnet is
aangesloten? Zo luidt de tweede vraag
van de Prot. Chr. fractie. Als B en W het
daarmee eens zijn, wil het college dan
een onderzoek instellen naar kosten en
mogelijkheden van aansluiting en met
een gedetailleerd voorstel komen? Dit
laatste wil het college wel, maar
opgemerkt wordt dat de koppeling van
gasprijzen aan de olieprijzen zal blijven
bestaan. Ook ziet het college in de
polder een ontwikkeling die tot
vergrijzing van die kern leidt. Dat wordt
betreurd en gepoogd verandering te
brengen.Een onderzoek in 1970 wees uit
dat de onrendabele investeringen van
aardgasaansluiting in de polder een ton
beliepen, wat neerkomt op duizend
gulden per woning.
De heer de Jager toonde zich over het
tweede antwoord minder tevreden dan
hetgeen B en W hadden opgemerkt ten
aanzien van de eerste vraag van zijn
fractie. Hij benadrukte nog eens hoe de
internationale situatie aanleiding is
geweest tot deze vragen, een situatie die
tot nationale maatregelen noopte, welke
we hebben te aanvaarden. Daardoor
zijn de burgers beperkingen opgelegd,
wel niet plezierig maar noodzakelijk het
behoort echter wel tot de
verantwoordelijkheid van de overheid,
ook van de plaatselijke overheid die
beperkingen zo goed mogelijk op te
vangen. Daarbij staat vast dat de
plattelandsgemeenten in een zeer
nadelige positie komen. Denk maar aan
het openbaar vervoer. In een stad ligt
dat anders. In* Bergen op Zoom
bijvoorbeeld brengt de stadsbus iedere
\S
advertentie IM
burger waar hij wezen wil, ook voor het
station. Maar van hieruit moet men er
eerst zelf naar toe rijden. Daarom
kunnen de besprekingen met de BBA
ook van een andere achtergrond worden
benaderd dan tevoren, toen overigens
ook niet alleen onze fractie maar de
gehele raad daarop heeft aangedrongen.
De zaak van 't openbaar vervoer is nog
zoveel urgenter geworden door de
huidige omstandigheden. Dat wettigt
een nieuw gesprek en nieuwe
maatregelen Ik ben blij dat het college
daartoe de BBA wil benaderen.
Echter ook ten aanzien van de
aardgasaansluiting in de'polder zag de
heer de Jager thans andere
achtergronden dan in 1970 Destijds
zagen we het als een zekere discrimina
tie dat voor de Sint Philiplandse
aansluiting 70 mille extra gedokt moest
worden, terwijl het voor de polder toen
en terecht helemaal niet verantwoord
was.
Nu past het echter wel degelijk in het
overheidsbeleid, welke blijkens
woorden:, van de minister president de
economische teruggang en
verslechtering werkgelegenheid zoveel
mogelijk wil beperken. Die ook heeft
aangedrongen op overschakeling op
aardgas. Wel nu, laat men het niet bij
woorden laten. Aardgasaansluiting in
de polder zou aan meerdere suggesties
van de rijksoverheid kunnen voldoen,
zowel wat het energiegebruik als de
werkgelegenheid betreft.
De heer de Jager wilde thans de
kernvergrijzing niet bij het oordeel
betrekken. Dat zou pas bezien kunnen
worden, als B en W dienaangaande met
een voorstel komen, waarbij alle
facetten betrokken kunnen worden.De
voorzitter ziet het dan toch wel als een
noodzaak die facetten in te calculeren.
De Prot. Chr. fractie vindt het verder
een ongelukkige omstandigheid, dat
Sint Philiplsland voor extra benzine-
aanvragen is aangewezen op Zierikzee
niet op Tholen. Kan het college alle
mogelijke stappen doen om indeling bij
Tholen te bevorderen of om in ieder
geval te zorgen dat Sint Philipsland als
bijkantoor van het centrum Zierikzee
kan opereren, zo staat er in de derde
vraag van de Prot. Chr. fractie. Het
college blijkt die bezwaren niet te delen.
De indeling is geregeld in de
uitvoeringsvoorschriften op de
distributiewet. Het college ziet geen
reden om indeling bij Tholen te
bevorderen. Zodra Zierikzee de
aanvragen krijgt, zal ook Sint
Philipsland zijn deel ontvangen. De
aanvragen moeten echter in Zierikzee
ingediend worden, hoewel er vanaf
dinsdag 8 januari en de dinsdagen
daarna ook op de secretarie in Sint
Philipsland daartoe gelegenheid wordt
geboden en wel tussen 10 en 11 uur.
De heer de Jager wijst er op, dat deze
derde vraag van zijn fractie een meer
praktische zaak betreft. Als men dat
van de benzine-aanvragen zo beziet, kan
men het ambtenarenmopje citeren: als
het moeilijk kan, waarom dan
makkelijk doen. Het zal wel zo zijn, dat
Sint Philipsland volgens de
uitvoeringsvoorschriften van de
distributiewet bij Zierikzee behoort,
maar dat zijn ook oude voorschriften.
De situatie is totaal veranderd. Nu zegt
zegt de voorzitter wel, dat we ter plaatse
op 8 januari ook terecht kunnen, maar
dat is wel aan de late kant voor mensen
en bedrijven die moeilijk zitten. Voor
wie elke dag later een nieuwe
moeilijkheid of stilstaan van bedrijf
betekent.
Wethouder Rijstenbil voegde er met
betrekking tot de aardgasprijzen nog
aan toe uit goede bron te hebben
vernomen, dat het kabinet den Uyl wel
spoedig met verhoogde aardgasprijzen
zal komen. Dat kon de heer de Jager
moeilijk rijmen met de voorgestelde
loon- en prijspolitiek.
De heer Rijstenbil was het wel met de
heer de Jager eens dat Tholen voor de
benzine-aanvrager beter was geweest
dan Zierikzee. Met het arbeidsbureau is
het eigenlijk precies zo, vond wethouder
Rijstenbil. De heer den Engelsman
verklaarde zich volledig te kunnen
aansluiten bij het geen door de
Prot.Chr.fractie in de drie vragen was
gesteld. Hij hoopte dat er via het BBA
gesprek wat voor de mensen in de
polder uit de bus en daardoor in de bus
zal komen.
Weth. Walpot vond dat men ten
aanzien van de aardgasvoorziening in
de polder wel de gehele ontwikkeling
daar moet bekijken. Om nuttige
voorzieningen te kunnen plegen, moet
er een bepaald woningbestand zijn. Nu
zijn de vraagtekens groot. We zouden
ons eerst over een bestemmingsplan
moeten buigen en de toekomstige
mogelijkheden om van daaruit de lijn
te bepalen. Als het opgebracht kan
worden, krijgen alle voorzieningen ook
meer zin. Maar inmiddels is al wel de
kleuterschool verdwenen en is het
Dorpshuis ook een kwijnende
exploitaite beschoren.
Wethouder Rijstenbil zou het prima
vinden als er aardgas in de polder
kwam, maar zou dan ook de
buitengebieden toch wel een
aansluitingsmogelijkheid willen bieden.
Daarmee was de heer de Jager het wel
eens, maar als eerste fase zal men toch
de kom moeten bekijken.
Daarmee waren de schrif
telijke vragen afgewerkt. De
agenda zelf gaf vrijwel geen aanleiding
tot discussie.
Bij de ingekomen stukken was een brief
van het bestuur van het streek museum
Tholen en Sint Philipsland met dank
voor de toegezegde subsidie en de
verzekering dat met de daarin gestelde
voorwaarde rekening wordt gehouden,
terwijl het bestuur met genoegen kennis
nam van de benoeming van wethouder
Walpot als gemeentelijk vertegen
woordiger.
Binnenkort kan ter plaatse uitbreiding
van hetpolitiekorpsworden verwacht via
benoeming wachtmeester der
rijkspolitie zo kon burgemeester van
den Berg de raad voorhouden. De heer
de Jager informeerde of die twee
politiemannen in de polder
komen te wonen, maar daarop kon de
voorzitter geen bevestigend antwoord
geven. Voorheen was dat zo de
gewoonte zei de heer de Jager, al
spreekt dat minder vanwege de
mobiliteit. Dat vond ook de voorzitter,
die stelde dat het bij de groep Tholen
behoren nu al een belangrijke
verbetering aantoont, vanwege een heel
wat frequenter aanwezigheid van een
patrouillewagen en het ook in de
nachtelijke uren gemakkelijker
inroepen van versterking. Met
betrekking tot afvloeiing van
brandweermensen op 55 jarige leeftijd
informeerde de heer den Engelsman of
tijdige aanvulling mogelijk is dan wel of
een hiaat zal ontstaan. De voorzitter
antwoordde dat aanvulling wel tijd
vergt, mede door de noodzakelijke
keuring, maar er liggen wel namen voor
aanvulling.
De heer Beurkens concludeert uit dit
antwoord dat er geen te grote
onderbezetting zal ontstaan, ook al
zwaaien er thans nogal wat af.