Gasthuiskapel Tholen wordt na restauratie gemeenschapsruimte ij cr* u PROVINCIALE SUBSIDIE VOOR MOLENRESTAURATIE SCHERPENISSE Openbaar vervoer en aardgasaansluiting Anna Jacobapolder nader bezien Niet voldoende aandacht voor bezwaarschrift SGP plan Krabbenkreek Monumenten Voor vijf jaar voldoende Hoogste waterstand sinds 1954 de werkeli jk zachte vieux Evacuatieplan Stavenisse herzien IN RAAD SINT-PHILIPSLAND: I rf- vervolg van pag. 1 Toch nog 1974 Het SGP bezwaar Meerderheidsantwoord Tekort gedaan Openbaar vervoer Aardgas voor Anna Jacobapolder Geen woorden maar daden KEUL'S DISTILLEERDERIJ DORDRECHT Benzine-aanvragen Als het moeilijk kan- Politiekorps Donderdag 20 december 1973 EENDRACHTBODE 13 De gemeenteraad van Tholen heeft dinsdagavond besloten de Gasthuiskapel in de Kerkstraat te Tholen te restaureren en deze vier panden na gereedkoming in februari 1975 als gemeenschapsruimte te bestemmen. Plannen voor een gemeen schapshuis aan de Markt worden voorlopig opgeschort in afwachting van de verdere ontwikkeling van Tholen. Zo*n nieuw gebouw zou ook een veelvoud kosten van de restauratie van de Gasthuiskapel. Dinsdagavond werd er in de raad zelfs een bedrag van een miljoen gulden genoemd. De Gasthuis kapel gaat ruim een half miljoen gulden kosten, waarin men een subsidie van 247.000 gulden krijgt. De jaarlijkse lasten voor de gemeente zijn geraamd op 16.881,75. Wethouder A.J. Scherpenisse deelde op vragen van raadsleden mee, dat het plan voor een gemeenschapsruimte aan de Markt in Tholen niet in de ijskast gaat. In de commissie van financiën zal daar nog over gesproken worden., maar voor de komende jaren zal de Gasthuiskapel voldoende gemeenschapsruimte bieden. Het gemeentebestuur wacht af hoe Tholen zal ontwikkelen om een beslis sing te nemen over een gemeenschaps huis aan de markt. Wethouder C.J. Moerland zei dat de Gasthuiskapel een kleine keuken krijgt en een bergruimte voor 106 stoelen, zodat het voor bruiloften niet geschikt zal zijn. Wel voor muziekuitvoeringen zoals de Z.V.U. geeft in de hal van het stadhuis en het verenigingsgebouw in de Brugstraat. Het wordt een grote ruimte in de Gasthuiskapel, zodat je er ook geen damclub in onder kunt brengen die op vijf borden bezig is. Voor 1 februari moet er met de restauratie worden begonnen en 1 februari 1975 moet het werk klaar zijn. Op vragen van mevr. J.M. Deurloo-van Broekhoven (KVP) en J.D. de Korte (CHU) over het vervallen van de zuidkant van de Markt, zei wethouder Moerland dat B en W het nog willen aanzien. Afbreken zou ook een chaos betekenen - daar heeft de raad al meer dan eens kritiek op gehad - en het gemeentebestuur wil niet gebonden zijn aan het toelaten van een gebouw, waarvan men straks eventueel spijt heeft. Mevr. Deurloo had namelijk gewezen op de vestiging van een bank en ambachtelijke bedrijven die meer Een schets van de Gasthuiskapel zoals die er na de restauratie uit gaat zien. dan vijftig jaar aan de zuidkant van de markt gestaan hebben. In de commissie ruimtelijke ordening en/of bestuurlijke aangelegenheden kan deze zaak nog aan de orde komen. De gemeente heeft al enige jaren de eigendom van de panden Kerkstraat 9,11, 13 en 15 in Tholen. Op de monumentenlijst staan ze omschreven als twee dwarspanden waarin de restanten verscholen zitten van het voormalige Gasthuis. Gotische bogen in de bovenverdieping. Aan de begane grond een voorgebouwd gedeelte waarin restanten van steunberen zijn opgenomen. Nummer 9 bevat belangrijke restanten 'van de oor spronkelijke bekapping. Kerkstraat 13- 15: dwars pand met geverfde gevel en 19e eeuwse winkelpui. Bevat evenals de vorige panden elementen in zich van het voormalige Gasthuis". Het gemeentebestuur acht het van groot belang voor Tholen dit monument, dat in het verleden helaas is verbouwd en aangebouwd, tot drie weinig fraaie winkel-woonhuizen, (waardoor de constructieve gaafheid van het gebouw, dat zich overigens in een bouwtechnisch slechte toestand bevindt, ernstig is aangetast) weer in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en voor het nageslacht te behouden. Bovendien kan in dit verband worden gewezen op de leefbaarheid en de welstand van de Kerkstraat en daarmee in het oude hart van de kern van Tholen. Met de restauratie wordt dat effect verkregen waardoor het woonklimaat ter plaatse aanzienlijk wordt verbeterd. Het gemeentebestuur is er veel aan gelegen dat een nuttige bestemming en een goed gebruik van deze panden verzekerd is. De bestemming als gemeenschaps ruimte lijkt een waarborg. Het is onnodig te wijzen op de behoefte aan een dergelijke accommodatie in Tholen. Na in de ingebruikname van de Gasthuiskapel acht het gemeente bestuur voorhands niet de noodzaak aanwezig om uitbreiding te geven aan de dan bestaande accommodatie. Van i j •li j rit3jJ'"- j;-yr"**ntü- s-li; 4tw Hrtttin-TT-J CO C f v *- s c c A A over het verloop van de waterstanden. Het viel echter mee. In de dijk- coupures op de havens van Oud- Vossemeer en Tholen kwamen twee vloedbalken te staan vanwege de 3.80 m waterstand. De alarmering voor dijk bewaking gebeurt door Rijkswaterstaat vanuit den Haag, waarna ook de B.B. uit Goes nog eens waarschuwt. Dat gebeurt veelal per telefoon of telegram. Vrijdagochtend om half zeven was het hoog water, waarna de uitgebreide dijk bewaking werd opgeheven. Door de storm van vorige week en de hoge waterstand van vrijdagavond in het bijzonder ontstond bij streek- bewoners wat ongerustheid. Een of meer inwoners uit Stavenisse belden blijkbaar het Algemeen Nederlands Persbureau op. Het A.N.P. belde daarop de Thoolse waarnemend-burge meester C.J. Moerland uit Stavenisse. Naar aanleiding van dit gesprek volgde in de uitzending van de radionieuws dienst van zondagmiddag 1 uur een bericht. Wethouder Moerland zei ons maandag middag dat hij in het college van B en W zal voorstellen om het evacuatieplan voor Stavenisse, dat dateert uit 1954, te herzien. Er is sinds die tijd heel wat veranderd, zodat de bewoners van laag gelegen gedeelten van Stavenisse opnieuw bericht moeten krijgen waar ze in geval van nood naar toe kunnen. de stichting van een gemeenschapshuis aan de Markt in Tholen wordt vooralsnog afgezien. Als zich in de toekomst de behoefte daaraan duidelijk zou manifesteren, zou de voorbereiding opnieuw ter hand genomen kunnen worden. Binnen vijf jaar moet dat echter niet worden verwacht. De huidige situatie in de Kerkstraat met de winkelpanden van Textielhandel A. de Bruin. Architectenbureau A. Peetoom te Voorburg (die ook de twee stoven in de Stoofstraat te Tholen heeft gerastaureerd) heeft een plan gemaakt. Deze relatief kostbare voorziening kan door subsidie in het kader van de aan vullende werkgelegenheid worden verwezenlijkt. De jaarlijkse lasten voor de gemeente,/ 16.881,75, komen nu ten laste van de post onvoorziene uitgaven 1974. Gedeputeerde Staten van Zeeland stellen de Provinciale Staten voor aan de gemeente Tholen ten hoogste 12.000 gulden (20%) te geven in de op 60.000 gulden geraamde subsidiabele restau ratiekosten van de korenmolen De Korenbloem te Scherpenisse. Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk heeft toegezegd volgend jaar 24.000 gulden subsidie te zullen verstrekken. De op de Monumentenlijst geplaatste ronde stenen stelling korenmolen De Korenbloem in Scherpenisse is in 1970 door de gemeente aangekocht om het fraaie dorpsgezicht in stand te houden. Het was voor de eigenaar-molenaar name lijk niet mogelijk deze molen weer in goede staat te brengen. De Korenbloem werd in 1872 gezet door W. Dijkman, knecht op de standerdmolen 't Zee paard, waar hij ongenoegen kreeg en toen deze liet bouwen. Op het moment dat de voormalige ge meente Scherpenisse de molen kocht was er dringend behoefte aan restau ratie. De kosten worden door de molen makers fa. P. van Beek en Zn. te Rijn- saterwoude in 1970 begroot op 47.634,48. In november 1970 deelde de minister van CRM mee, dat hij het subsidiabele bedrag had vastgesteld op 48.000 gulden (de post onvoorzien werd verhoogd met 365,52). Het rijk betaalt hiervan 40%. In december 1971 deelt de staatssecretaris van CRM tot zijn leed wezen mee dat i.v.m. het beperkte be drag voor molenrestauraties hij de eerder gedane toezegging moest intrek ken. In mei 1972 lieten b. en w. van Tholen weten dat de onderhoudstoestand van de molen dusdanig was dat er op korte termijn maatregelen noodzakelijk waren. In mei 1972 besloot de Thoolse gemeenteraad dan ook tot restauratie, mede omdat de molen een zeer waarde vol bezit is en uit het landschap niet meer is weg te denken. Aan deze beslissing werd de voorwaarde verbonden dat rijks- en provinciale sub sidie in 1973 werden uitbetaald. In december 1972 liet de staatssecre taris van CRM weten, dat het hem ver heugde te kunnen meedelen dat er als nog een mogelijkheid was gevonden om de in het vooruitzicht gestelde subsidie in 1974 te betalen. Daar de begroting van de restauratiekosten uit 1970 dateerde en de toestand van de molen sindsdien sterk achteruitgegaan is, achtte de staatssecretaris het gewenst de post onvoorzien te verhogen tot f 16.665,00 zodat het totale subsidiabele bedrag op 60.000 gulden kwam. In september van dit jaar deelde het gemeentebestuur van Tholen G.S. van Zeeland mee met de restauratiewerk zaamheden te zijn begonnen. Provin ciale staten van Zeeland beslissen :n hun vergadering van 18 januari volgend jaar over het voorstel van G.S. De Sint Philipslandse raadsvergadering kreeg dinsdagavond wat meer om het Hjf door via de SGP fractie en de Prot.Chr.fractie gestelde schriftelijke vragen. Van de eerste omdat men zich wat tekort gedaan voelde, nu de raad haar bezwaarschrift plan Krabbenkreek ten aanzien van de geprojecteerde verkeerssituatie wel gegrond verklaarde, maar daarvan in het ter visie liggende plan geen spoor viel te bekennen .De Prot.Chr .fractie die er op attendeerde, dat de huidige energiecrisis het openbaar vervoersprobleem naar en van Sint Philipsland/Anna Jacobapolder nog zorgelijker maakte dan het was. Een fractie die voorts een hernieuwde visie van b. en w. verzocht ten aanzien van aardgasaansluiting Anna Jacobapolder en een fractie die het bevreemdde dat niet Tholen, maar Zierikzee was aangewezen als distributie centra voor het aanvragen van extra benzine door Sint-Philipslanders. De SGP raadsleden L.den Engelsman en P. van Hekken wezen er in hun schriftelijke ingediende vraag op, hoe de op 29 oktober bij vaststelling van het plan Krabbenkreek aan twee bezwaarschriften tegemoet gekomen was. Dat was het bezwaar van de heer J.M.Ligtendag en een deel van het bezwaarschrift dat is ingediend door de SGP afdeling Sint Philipsland. Beide waren gericht tegen het verkeer van en naar het zomerhuizenterrein. Verkeer dat door het dorp loopt. Nu was de gedachte van beide SGP raadsleden, dat het plan ook zodanig gewijzigd zou worden, dat er een ontsluiting naar de rijksweg zou worden opgenomen en dan ter visie gelegd. De ontsluiting via Zuiddijk en verbreding daarvan moesten dan niet meer op het plan voorkomen. Niets is echter minder waar, zo hadden beide raadsleden geconstateerd. Er is in het ter visie liggende plan geen enkele ontsluiting opgenomen, terwijl de Zuiddijk gewoon op de 6 meter breedte is blijven staan, nl. vanaf de woning L.Geluk tot de ingang zomerhuizen. Dat zegt voor ons voldoende zo stellen genoemde raadsleden. Wel is er een grote oranjevlek aangebracht op de plaats waar zwembad, etc. moeten komen, maar wanneer men de toelichting leest, dan is er in wezen niets veranderd. Er kan dus nog van alles gebeuren, zij het dan met toestemming van B en W. Dat zinde de SGP fractie niet. Er kan nu gerust een ontsluiting worden gemaakt en vandaar de volgende vragen: 1 waarom geen ontsluiting op de Rijksweg opgenomen? 2 waarom Zuiddijk handhaven op 6 meter tot in het plan? 3 acht het college een en ander in overeenstemming met de inhoud van de bezwaarschriften, die door de voltallige raad gegrond zijn verklaard? Gaarne op deze vragen een onomwonden antwoord, zo is de wens van de heren den Engelsman en van Hekken. Het college bleek in haar antwoord niet unaniem te kunnen optreden. Weth. L.Walpot was een andere mening toegedaan, zoals hij later toelichtte dan de raadsvoorzitter en dan wethouder Rijstenbil. Burgemeester G.van den Berg wees er op, dat de opname van de ontsluiting op de Rijksweg niet meer in te passen viel. Bij opname daarvan zou de gehele procedure weer opnieuw ingezet moeten worden. Te zijner tijd zal een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding genomen worden ten behoeve van de uitbreiding van het dorp. Dan zal zeker met de ontsluiting rekening worden gehouden. De Zuiddijk is op een breedte van zes meter gehandhaafd, omdat deze weg gebruikt zal worden door de plaatselijke middenstand ter bevoorrading van het kampcentrum en door de schoolkinderen en inwoners voor bezoek zwembad. Uit verkeerstechnisch oogpunt is dus deze verbreding gewenst. De omstandigheid doet zich ook voor dat de wegen in het recreatieplan in particulier eigendom zullen blijven. Afsluiting daarvan zou dus mogelijk zijn. 'Het' tot stand brengen van een aansluiting via het kampcentrum zou volledig in strijd zijn met het plan en het raadsbesluit. Dat zou een fundamentele wijziging betekenen. De wegenstructuur is niet op een aansluiting berekend. De uitwerking is overigens met alle waarborgen omgeven. B en W zijn daarom in antwoord op de derde SGP vraag van oordeel dat volledig aan procedureweg en bezwaren zijn voldaan. Wethouder Walpot verduidelijkte hierna zijn minderheidsstandspunt. Hij is namelijk van mening dat het gegrond verklaarde bezwaar wat aan de minimale kant is behandeld en had liever een rigoureuzer benadering gezien. Met name is dat het geval voor wat de Zuiddijk betreft, die hij bepaald niet had verbreed. Hij kan in deze het meerdere deel van het college dan ook niet bijvallen en zou eerder extra aandacht willen vragen voor een toekomstige noordelijke ontsluiting. Namens de Prot. Chr. fractie verklaart de heer G.J.de Jager van oordeel te zijn dat de meerderheid van het college zich juist heeft opgesteld. Hij kan zich wel indenken, dat de SGP fractie het plan graag wat op de lange baan geschoven ziet, maar daarmee zou men niet aan het raadsbesluit voldoen. De zaken liggen nu een keer zo en daarmee zal men genoegen moeten nemen. Ik zie op het moment gewoon geen andere mogelijkheden, dan zoals door B en W zijn uitgevoerd, beslist de heer de Jager. Daarentegen verklaarde dhr L.den Engelsman het volkomen eens te zijn met hetgeen door wethouder Walpot is gesteld. Wij zouden graag meer zekerheid voor onze bewoners. De voorzitter heeft er niets meer aan toe te voegen en acht de gestelde vragen voldoende beantwoord. De Prot. Chr. fractie had een drietal schriftelijke vragen ingediend. De eerste betrof het openbaar vervoer. ,,ls het college het met de fractie eens, dat, geziende huidige energiecrisis, met alle gevolgen van dien voor o.a. het particulier vervoer, het noodzakelijk is alle stappen te ondernemen om het openbaar vervoer voor deze gemeente beter te regelen of geregeld te zien worden? Gedacht wordt hierbij met name aan de verbinding met Steenbergen van en naar de kernen Anna Jacobapolder en Sint Philipsland'. Is het college bereid stappen te ondernemen en met klemop verbetering aan te dringen. zo vraagt de Prot.Chr.fractie. B en W blijken dat wel te willen doen, want zijn het volkomen eens met de vraagstellers. Wel wijst de voorzitter er op, hoe in het verleden, zowel door de vorige burgemeester als tijdens de interiumperiodebij herhaling is gepoogd verbetering in de diensten te brengen. Overigens hadden B en W al besloten een gesprek met de BBA te vragen., zeker voor vaststelling van de nieuwe dienstregeling. ,Is het college het met de fractie eens, dat de huidige bevolking van Anna Jacobapolder, bezien in het licht van de stijgende olieprijzen, onevenredig zwaar de gevolgen van de energiecrisis krijgen te dragen, in vergelijking met de bovolking van Sint Philipsland, omdat de kern niet op het aardgasnet is aangesloten? Zo luidt de tweede vraag van de Prot. Chr. fractie. Als B en W het daarmee eens zijn, wil het college dan een onderzoek instellen naar kosten en mogelijkheden van aansluiting en met een gedetailleerd voorstel komen? Dit laatste wil het college wel, maar opgemerkt wordt dat de koppeling van gasprijzen aan de olieprijzen zal blijven bestaan. Ook ziet het college in de polder een ontwikkeling die tot vergrijzing van die kern leidt. Dat wordt betreurd en gepoogd verandering te brengen.Een onderzoek in 1970 wees uit dat de onrendabele investeringen van aardgasaansluiting in de polder een ton beliepen, wat neerkomt op duizend gulden per woning. De heer de Jager toonde zich over het tweede antwoord minder tevreden dan hetgeen B en W hadden opgemerkt ten aanzien van de eerste vraag van zijn fractie. Hij benadrukte nog eens hoe de internationale situatie aanleiding is geweest tot deze vragen, een situatie die tot nationale maatregelen noopte, welke we hebben te aanvaarden. Daardoor zijn de burgers beperkingen opgelegd, wel niet plezierig maar noodzakelijk het behoort echter wel tot de verantwoordelijkheid van de overheid, ook van de plaatselijke overheid die beperkingen zo goed mogelijk op te vangen. Daarbij staat vast dat de plattelandsgemeenten in een zeer nadelige positie komen. Denk maar aan het openbaar vervoer. In een stad ligt dat anders. In* Bergen op Zoom bijvoorbeeld brengt de stadsbus iedere \S advertentie IM burger waar hij wezen wil, ook voor het station. Maar van hieruit moet men er eerst zelf naar toe rijden. Daarom kunnen de besprekingen met de BBA ook van een andere achtergrond worden benaderd dan tevoren, toen overigens ook niet alleen onze fractie maar de gehele raad daarop heeft aangedrongen. De zaak van 't openbaar vervoer is nog zoveel urgenter geworden door de huidige omstandigheden. Dat wettigt een nieuw gesprek en nieuwe maatregelen Ik ben blij dat het college daartoe de BBA wil benaderen. Echter ook ten aanzien van de aardgasaansluiting in de'polder zag de heer de Jager thans andere achtergronden dan in 1970 Destijds zagen we het als een zekere discrimina tie dat voor de Sint Philiplandse aansluiting 70 mille extra gedokt moest worden, terwijl het voor de polder toen en terecht helemaal niet verantwoord was. Nu past het echter wel degelijk in het overheidsbeleid, welke blijkens woorden:, van de minister president de economische teruggang en verslechtering werkgelegenheid zoveel mogelijk wil beperken. Die ook heeft aangedrongen op overschakeling op aardgas. Wel nu, laat men het niet bij woorden laten. Aardgasaansluiting in de polder zou aan meerdere suggesties van de rijksoverheid kunnen voldoen, zowel wat het energiegebruik als de werkgelegenheid betreft. De heer de Jager wilde thans de kernvergrijzing niet bij het oordeel betrekken. Dat zou pas bezien kunnen worden, als B en W dienaangaande met een voorstel komen, waarbij alle facetten betrokken kunnen worden.De voorzitter ziet het dan toch wel als een noodzaak die facetten in te calculeren. De Prot. Chr. fractie vindt het verder een ongelukkige omstandigheid, dat Sint Philiplsland voor extra benzine- aanvragen is aangewezen op Zierikzee niet op Tholen. Kan het college alle mogelijke stappen doen om indeling bij Tholen te bevorderen of om in ieder geval te zorgen dat Sint Philipsland als bijkantoor van het centrum Zierikzee kan opereren, zo staat er in de derde vraag van de Prot. Chr. fractie. Het college blijkt die bezwaren niet te delen. De indeling is geregeld in de uitvoeringsvoorschriften op de distributiewet. Het college ziet geen reden om indeling bij Tholen te bevorderen. Zodra Zierikzee de aanvragen krijgt, zal ook Sint Philipsland zijn deel ontvangen. De aanvragen moeten echter in Zierikzee ingediend worden, hoewel er vanaf dinsdag 8 januari en de dinsdagen daarna ook op de secretarie in Sint Philipsland daartoe gelegenheid wordt geboden en wel tussen 10 en 11 uur. De heer de Jager wijst er op, dat deze derde vraag van zijn fractie een meer praktische zaak betreft. Als men dat van de benzine-aanvragen zo beziet, kan men het ambtenarenmopje citeren: als het moeilijk kan, waarom dan makkelijk doen. Het zal wel zo zijn, dat Sint Philipsland volgens de uitvoeringsvoorschriften van de distributiewet bij Zierikzee behoort, maar dat zijn ook oude voorschriften. De situatie is totaal veranderd. Nu zegt zegt de voorzitter wel, dat we ter plaatse op 8 januari ook terecht kunnen, maar dat is wel aan de late kant voor mensen en bedrijven die moeilijk zitten. Voor wie elke dag later een nieuwe moeilijkheid of stilstaan van bedrijf betekent. Wethouder Rijstenbil voegde er met betrekking tot de aardgasprijzen nog aan toe uit goede bron te hebben vernomen, dat het kabinet den Uyl wel spoedig met verhoogde aardgasprijzen zal komen. Dat kon de heer de Jager moeilijk rijmen met de voorgestelde loon- en prijspolitiek. De heer Rijstenbil was het wel met de heer de Jager eens dat Tholen voor de benzine-aanvrager beter was geweest dan Zierikzee. Met het arbeidsbureau is het eigenlijk precies zo, vond wethouder Rijstenbil. De heer den Engelsman verklaarde zich volledig te kunnen aansluiten bij het geen door de Prot.Chr.fractie in de drie vragen was gesteld. Hij hoopte dat er via het BBA gesprek wat voor de mensen in de polder uit de bus en daardoor in de bus zal komen. Weth. Walpot vond dat men ten aanzien van de aardgasvoorziening in de polder wel de gehele ontwikkeling daar moet bekijken. Om nuttige voorzieningen te kunnen plegen, moet er een bepaald woningbestand zijn. Nu zijn de vraagtekens groot. We zouden ons eerst over een bestemmingsplan moeten buigen en de toekomstige mogelijkheden om van daaruit de lijn te bepalen. Als het opgebracht kan worden, krijgen alle voorzieningen ook meer zin. Maar inmiddels is al wel de kleuterschool verdwenen en is het Dorpshuis ook een kwijnende exploitaite beschoren. Wethouder Rijstenbil zou het prima vinden als er aardgas in de polder kwam, maar zou dan ook de buitengebieden toch wel een aansluitingsmogelijkheid willen bieden. Daarmee was de heer de Jager het wel eens, maar als eerste fase zal men toch de kom moeten bekijken. Daarmee waren de schrif telijke vragen afgewerkt. De agenda zelf gaf vrijwel geen aanleiding tot discussie. Bij de ingekomen stukken was een brief van het bestuur van het streek museum Tholen en Sint Philipsland met dank voor de toegezegde subsidie en de verzekering dat met de daarin gestelde voorwaarde rekening wordt gehouden, terwijl het bestuur met genoegen kennis nam van de benoeming van wethouder Walpot als gemeentelijk vertegen woordiger. Binnenkort kan ter plaatse uitbreiding van hetpolitiekorpsworden verwacht via benoeming wachtmeester der rijkspolitie zo kon burgemeester van den Berg de raad voorhouden. De heer de Jager informeerde of die twee politiemannen in de polder komen te wonen, maar daarop kon de voorzitter geen bevestigend antwoord geven. Voorheen was dat zo de gewoonte zei de heer de Jager, al spreekt dat minder vanwege de mobiliteit. Dat vond ook de voorzitter, die stelde dat het bij de groep Tholen behoren nu al een belangrijke verbetering aantoont, vanwege een heel wat frequenter aanwezigheid van een patrouillewagen en het ook in de nachtelijke uren gemakkelijker inroepen van versterking. Met betrekking tot afvloeiing van brandweermensen op 55 jarige leeftijd informeerde de heer den Engelsman of tijdige aanvulling mogelijk is dan wel of een hiaat zal ontstaan. De voorzitter antwoordde dat aanvulling wel tijd vergt, mede door de noodzakelijke keuring, maar er liggen wel namen voor aanvulling. De heer Beurkens concludeert uit dit antwoord dat er geen te grote onderbezetting zal ontstaan, ook al zwaaien er thans nogal wat af.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1973 | | pagina 13