De verdwenen verloofde Rabobank Scherpenisse passeerde tien miljoen gulden spaargeld Veecontrolevereniging registreerde vijfduizendste kalf in Tholen Handenarbeid voor meisjes de werkelijk zachte vieux Jacolien van Lenie van Catho van Geertje's Maartje van Nellie 100 ziet er best uit Gelukkige inlegger werd leren fauteuil rijker Autobedrijf WEST BRABANT Donderdag 22 november 1973 5 Roman door Gré de Boer Voor en na Geld lenen was niet eenvoudig Rijk dorp KRUL'S DISTMJ DORDRECHT DAF-dealer voor Bergen op Zoom e.o. Rooseveltlaan 76 BERGEN OPZOOM Tel. 34646 Geen onderwaardering Toenemende deelname Met deze schrale troost moet de vader het doen. Een stevige handdruk ten afscheid en de inspecteur laat zijn bezoeker persoonlijk uit. Doch daarna haalt hij de schouders op. Zulke dingen komen zo vaak voor. Toch neemt hij nog even de aantekeningen door, waarna de inspecteur een rechercheur belt. Hem de gegevens overhandigende, zegt hij: „Werk het meteen uit en laat het over de telex gaan. Het klassieke geval van de weggelopen dochter. Apropos, het is de dochter van oud-wethouder Ertsma. Zodoende." De rechercheur knikt en begrijpt. Dus gaat hij meteen aan de slag. De inspecteur, weer alleen, gaat over tot de orde van deze laatste dag van het jaar. Hij heeft nog een uurtje dienst, dan gaat hij heerlijk thuis oud en nieuw vieren. Bovendien is hij nieuwjaarsdag vrij. Dus is hij binnen een minuut Jannie Ertsma en haar angstige vader vergeten. Hij moet nog een lijvig dossier doornemen, want dat moet 2 januari meteen 's morgens naar de officier. De oudejaarsavondviering gaat in de gezinnen Ertsma en Van Pais de mist in. Af en toe belt Gé van Pais de vader van zijn aanstaande schoon dochter om te vernemen, of er al wat over Jannie bekend is, maar het ant woord is immer negatief. Op zijn beurt neemt Erik een paar maal kontakt op met de politie, maar die weet evenmin wat. In de laatste uren van het oude jaar moet de dienstdoende arts nog komen om mevrouw Ertsma te kalmeren, want ze raakt over haar toeren heen. Gé van Pais verneemt dit, één uur voor het verstrijken van het oudejaar. Zijn dochter aankijkend zegt hij: „Marrie, als jij nu vannacht eens naar de Vespuccistraat ging om daar een oogje op mevrouw Ertsma te 6 houden? Tenslotte ben jij ook arts. Voor ons is de aardigheid er vanavond toch af. Wat voor de drommel heeft Jannie bezield om zo te handelen? Even later rijdt Marga van Pais in de Daf van haar moeder naar de Vespuccistraat, nadat ze de „zondagsdienst-arts" gebeld heeft. Deze gaat er volkomen mee akkoord, dat zijn geachte confrater die nacht een oogje in het zeil houdt bij mevrouw Ertsma. Hartelijk dank voor deze moeite, juffrouw Van Pais. Ik stel het bijzonder op prijs." Inspecteur Benning heeft de zaak van de verdwenen juffrouw Ertsma in handen genomen. Als hij op nieuwjaarsdag gebeld wordt vanuit het bureau, luistert hij naar hetgeen de dienstdoende bureauagent te zeggen heeft en knikt enkele malen. „Oké, ik kom zelf meteen kijken. Zorg er voor, dat er niemand meer kan lopen en waarschuw de dactylopische dienst en de fotograaf. Het gaat om de dochter van oud-wethouder Ertsma. Dit moeten we bizonder serieus aanpakken." Benning hangt de telefoon op en staat na te denken. Zijn vrouw vraagt nieuwsgierig: „Is er wat bizonders aan de hand?" •Hij knikt. „Je komt het toch te weten. Maandagavond is Jannie Ertsma er vandoor gegaan. Tenminste, verdwenen. Wandelaars hebben een uur ge leden haar fiets gevonden. In een bosje in het Prinsenpark. Vertrapt. En er zijn sporen van een worsteling. Niet zo mooi." „AlleWat denk je? Verkrachting?" „Het wijst er wel op, ja. Het spijt me, Marion, maar ik moet er meteen heen. Ik heb deze zaak in handen." Een goed kwartier later is hij in het park op de plek des onheils. Alles heeft men zo gelaten, als de beide wandelaars het gevonden hebben. Heel verstandig is er één bij de fiets blijven staan, terwijl de ander de politie waarschuwde. Om dat er achter op het zadeltasje een kaartje zat met de naam en het adres, wist men terstond, dat dit de fiets was van de ver dwenen Jannie Ertsma. De experts zijn al bezig met hun werk en tasten de sporen af. 'n Fotograaf schiet plaatjes. De mannen groeten hun chef. en lichten hem in. Ze wijzen naar de fiets op en de grond en meer in het bizonder naar het achterwiel: dat is half in elkaar getrapt. „Ze moet zich danig geweerd hebben, meneer. Overal zijn sporen van een worsteling En we hebben ook wat gevonden." De man duwt de inspecteur iets onder zijn neus. Hij ziet een gladde, donkerblauwe knoop. Veel verstand heeft hij er niet van, maar begrijpt terstond, dat het een damcsknoop is. Van een mantelmouw bijvoorbeeld. Of een jurk. Een ander heeft een stukje afgescheurd nylon gevonden. Dat kan van een kouszijn. Van het slachtoffer? Ofvan de aanrander? Wie zal het zeggen? De man kan een kous over zijn gezicht hebben getrokken om niet herkend te worden. De politieman krijgt de knoop en 't stukje nylon terug. „We moeten het park afzoeken." besluit de inspecteur. „Ergens moet het slachtoffer liggen. Waarschuwde hondenbrigade," voegt hij er aan toe. De bezoekers moeten het park uit. Dat duuurt een half uurtie. waarna men 't zo goed als maar mogelijk is afsluit voor ongewenste bezoekers- Intussen komen er drie politiemannen in burger met honden. Ze krijgen gelegenheid om aan de knoop, het stukje nylon en de fiets te ruiken. Een aantal andere agenten is al bezig met het onderzoek in het park. Syste matisch wordt elk bosje en iedere waterkant onderzocht. De honden janken en trekken aan hun lijnen. Binnen een kwartier staan alle drie honden onafhankelijk buiten het park en lopen gedecideerd in één rich ting, om bij het station te eindigen. Hier raken ze blijkbaar het spoor bijster. De rechercheurs staan besluiteloos. Wie is er vanuit het park naar het station gelopen en waarschijnlijk met de trein meegegaan? Is dat de dader geweest? Dat moet haast wel en men wordt versterkt in zijn mening, dat het stukje nylon afkomstig is van de man. Twee rechercheurs gaan met hun honden terug naar het park. De dieren moeten nog een keer ruiken, maar dan enkel jjtan de knoop en de fiets. De derde man gaat een praatje maken met de stationsambtenaar, die loket- dienst heeft, maar van hem wordt hij niet veel wijzer, want de man is net aan zijn dienst begonnen. O. En wie heeft er dan vroegedienst gehad? Een meisje? En waar woont dit meisje? Wat zegt u? Nee, niet vandaag natuurlijk; juffrouw Ertsma is op 30 december ,des avonds omstreeks half acht verdwenen. Het gaat er om, wie er maandagavond dienst had, zo ongeveer na acht uur. O, was u dat zelf? Waarom zegt u dat dan niet meteen? Kunt u zich nog herinneren, wie er allemaal kaartjes hebben ge kocht? Een paar honderd mensen, mannen en vrouwen. Niets bijzonders opgevallen? Een gejaagde man misschien? U weet het niet? Nou, dan moet u er toch maar eens goed over nadenken, want er is waarschijnlijk een misdaad gepleegd en de sporen leiden naar het station. De heer W. M. Menheere uit de Bakkerstraat 13 te Scherpenisse wist van toeten tooch blazen, toen hij dezer dagen een bedrag toevoegde aan zfln spaartegoed op de Rabobank te Scherpenisse. Zaterdagochtend 17 november 1973 werd hem in de bestuurskamer van de Bank echter duidelijk gemaakt dat hjj met zjjn Inleg de tien mityoen gulden spaargeld op deze Bank had volgemaakt. Het gevolg was dat Wj nu gelukkig bezitter is van een fraai leren sfoel, dat hij gerust mag zien als een extra rente van zjjn spaartegoed op de bank. Een cadeautje dat er zfln mocht. Zoals ook het tegoed op deze Bank in de kleinste kern van onze streek er z^jn mag. Trouwens, ook uit de andere zaterdag ochtend gelanceerde djfers werd duidelijk, dat men hier met 'n echte dorpsbank te maken heeft. Zonder inwonergroel kan men zich nog nauwelijks voorstellen, dat het aantal spaarders en het aantal lopende rekeningen kan toenemen, want iedereen in Scherpenisse spaart bjj deze Rabobank en Iaat er zjjn girale verkeer verzorgen. Daarom was deze tien miljoenste gulden meer dan een daalder waard. Daarvan nu profiteerde W. M. Menheere. Er kwamen nog een paar gelukkigen bij. Naar de voorzitter, de heer L. A. M. Elenbaas in tegenwoordigheid van zijn mede-bestuurders, de leden van de raad van toezicht en het personeel der bank verklaarde, waren er voor die twee nog een troostprijsje. De heer C. van Dalen van de Hoge Markt 7 en de heer L. J. Menheere uit de Bram Groenewegeweg 6 waren twee inleggers, die juist voor en juist na de gelukkige van de tien miljoen waren gekomen. Zij moesten dan ook nog maar wat mee profiteren van de bereikte mijlpaal vond het bestuur, zodat er voor deze twee Rabobank-spaarders een zilveren Ronson-aansteker op de tafel kwam. Gedrieën waren ze voor deze bijzondere bijeenkomst uitgenodigd en voorzitter Elenbaas maakte van de gelegenheid gebruik om meteen ook maar wat op merkelijke bankgegevens te spuien. Hij wees er op, hoe in het verleden een feestelijk tintje werd gegeven, wanneer men weer aan een volgend miljoen spaargeld was gekomen. Dat kon toen ook wel, want zo hard ging het nog niet met de miljoenen guldens. De ruime toevloed der laatste jaren en de ook toenemende inflatie van de gulden waren er oorzaak van, dat de miljoenen elkaar vrij snel gingen opvol gen. Daarom werd de voor-oorlogse ge woonte van een cadeau bij elk toege voegd miljoen op gedoekt. Het bereiken van tien miljoen voor een plattelands- bank als van Scherpenisse, is echter Voor bestuur en raad van toezicht toch nog wel een mijlpaal om er even aandacht voor te vragen. Na verschillende voorbeelden in de naaste omgeving en elders werd in Scherpenisse in het jaar 1916 een boerenleenbank opgericht. Niemand verwachtte, dat ze zo snel een zo grote vlucht zou nemen, maar de groei was toen vooral te danken aan de econo misch ongunstige tijd, die men beleefde. Het was toen niet eenvoudig geld van instanties of particulieren los te maken. De voorwaarden waren vaak onoverkomelijk, dikwijls te ingrijpend om nog enige vrijheid over te houden, zo vervolgde de heer Elenbaas. De boeren leenbank Scherpenisse begon in 1916 met 18 spaarders, maar in 1925 waren het er al 497. De dertiger jaren lieten vervolgens geen groei meer toe, men had het geld zelf te hard nodig. In 1950 pas seerde men de 500 spaarders, in 1960 waren het er al 750 en nu telt deze Rabobank 1268 spaarders met 1653 rekeningen op de 1300 inwoners, die het werkgebied telt. Het girale betalingsver keer (de zogenaamde lopende rekenin gen) kregen vooral de laatste tien jaar een enorme vlucht. Men klom van 170 in 1963 naar nu 578 personen met een lopende rekening. Ook aan de hand van de omzetten is wel een beeld te vormen van de groei der Rabobank Scherpe nisse. In 1963 was er een omzet van 12, in 1973 zal men dicht bij de 50 miljoen gulden omzetten. Behalve deze getallen wijzen ook de vele diensten op de snelle ontwikkeling. Men steunt inmiddels op drie peilers: de spaar- en girale dienst verlening als de oudste, vervolgens de boekhoudafdeling, die de administratie en belastingzaken voor de cliënten ver. zorgt en inmiddels ook een assurantie afdeling met een volledig pakket ver zekeringen, het laatste in regionaal ver band. Dit alles vraagt nogal wat van direkteur en medewerkers, maar men wil al het mogelijke blijven doen de cliënt van dienst te zijn. Terugkerend tot de tien miljoen spaar geld, wees de heer Elenbaas er op, hoe dit getal werd volgeboekt juist voor de spaarweek. Dat die spaargelden een enorme vlucht namen bewijst het feit dat Scherpenisse pas in 1954 aan het eerste miljoen toe was, in I960 aan het tweede, in 1962 aan het derde, terwijl er nu in ruim 10 jaar niet minder dan zeven miljoen is bijgekomen. Ondanks de inflatie een rijk dorp, vond de Rabo- bank-voorzitter. Het bestuur vond het wel plezierig dat het bij deze tien miljoen om een spaar der gaat, die al tientallen jaren tot de trouwe Rabo-aanhangers behoort. De heer C. van Dalen, die net voor de tien miljoen kwam heeft de bank jaren gediend in bestuur en raad van toezicht, terwijl 't voor de bestuurders eveneens plezierig is, dat ook jeugd in deze mijl paalsfeer kon worden betrokken, nu de heer L. Menheere onmiddellijk na de tien miljoen een spaarbijdrage leverde. Met bovendien de gehele familie nauw bij de bank betrokken. De heer Elen baas wenste namens het bestuur over de hoofden van deze drie alle spaarders dank te brengen, die toch uiteindelijk gezamenlijk tot deze geweldige ont wikkeling hebben bijgedragen. Hij hoopte dat de bank zich in een verder stadium zal mogen ontwikkelen, de weg van de veilige belegging zal blijven volgen, maar evengoed van dienst kan zijn, wanneer de leden geld nodig hebben. Met een felicitatie voor deze „prijswinnaars" besloot de heer Elenbaas zijn toespraak en overhan digde de heer Van Dalen en de heer L. Menheere een zilveren aansteker, terwijl via 't personeel voor de heer W.M.Men heere de fraaie fauteuil in de bestuurs kamer werd gedeponeerd. Er waren dankwoorden van de gelukkigen en er was nog wat gezelligheid daarna. Er valt moeilijk een gok te doen, wan neer de Rabobank Scherpenisse aan de 15 miljoen toe is. Wel staat vast, dat ruimte uitbreiding in het verschiet ligt, nu voor de directeur aan de overzijde een nieuwe woning wordt gebouwd en de ruimte van de huidige directeurs woning straks doelmatig kan worden gebruikt voor de afdeling boekhouding en verzekeringen. I Geflankeerd door de voor-inlegger C. I van Dalen (links) en de heer L. J. Men- heere (rechts) als na-inlegger van de tien j miljoen gulden spaargeld zit de werke- iyk gelukkige spaarder W. M. Mcn- 1 heere al in het geschenk dat hem van de i Rabo-bank Scherpenisse ten deel viel, een fraai leren stoel. bestuur ook duidelijk blij met een lid als Jan Hage van de Vrouwendijk. Niet alleen omdat hij momenteel 51 stuks vee verzorgde, waarvan hij er dagelijks zo'n 30 stuks kan melken, maar ook vanwege een voorbeeldig vergaarder van kennis via de organisatie. Hij kwam in 1958 met 5 koeien uit Scherpenisse naar de Thoolse Vrouwendijk, om op de boerderij Elke morgen, nieuwe zorgen De Thoolse wethouder van onderwijs, dhr. C. J. Moerland, is van plan met de hoofden van de openbare lagere scholen een bespreking te voeren over de lessen handenarbeid voor meisjes. Tot twee keer toe werd hiervoor een datum vastgesteld, maar door onvoor ziene omstandigheden heeft de bespre king nog niet kunnen plaatsvinden. Zodra voldoende gegevens bekend zijn, zal een definitief antwoord volgen, aldus b. en w. van Tholen op een schriftelijke vraag van raadslid mevr. M. J. Renes- Van Geer. Zij had erop gewezen dat de Thoolse meisjes ver achter liggen en slechts met moeite mee kunnen met de eisen die gesteld worden aan handvaar digheid op de scholen voor voortgezet onderwijs. Moeder en dochter koe, evenals moeder en dochter Hage zyn met man en vader Jan Hage getuige van het registeren en schetsen door stamboekhouder L. Istha, die daarmee het 5000ste kalf van de fok- en controlevereniging op papier noteert. aan een uitbreiding te beginnen. Het waren er al spoedig 10, het zijn er nu ruim 50. Met zijn jongste aanwinst Jacolien hoopt veehouder Hage weer een goed figuur te kunnen slaan. Dat is vooral zijn persoonlijk belang en daar gaat het uiteraard ook een veehouder om. Die van goede produktie -dieren beter kan bestaan dan van slechte. Met de winter-veehouderijavonden in het zicht was deze vrijdag 16 november een voor de vereniging gewaardeerde mijlpaal. Vandaar het toch wat feeste lijk tintje op de boerderij Hage aan de Vrouwendijk. advertentie 1M Stemmen van lezers M. de r. mag ik naar aanleiding van het raadsverslag Sint-Philipsland in de E.B. van 15 november het volgende doen opnemen. In die raadsvergadering heb ik mijn voldoening geuit over het feit dat er met de nieuwe secretaris ook pre adviezen zijn gekomen, waar ik al jaren geleden om gevraagd heb. Dat compliment schijnt verkeerd te zijn overgekomen. Het is mijn* bedoeling zeer beslist niet geweest de vroegere burgemeester-secretaris, de heer Van Velzen te onderwaarderen, zoals collega Walpot veronderstelt. In de raadsvergadering van mei 1966, waarvan een verslag in de E.B. van 26 mei is opgenomen, staat te lezen dat ik burgemeester Van Velzen een compliment heb gemaakt voor het tijdig ontvangen van de uitvoerige stukken, wat mede door het toen zittend raadslid P. A. Bolier (ARP) werd onderstreept. Nog steeds ben ik burgemeester Van Velzen voor wat hij voor de gemeente Sint-Philipsland heeft gedaan erkentelijk en ik heb nog evenveel waardering voor zijn grote deskundigheid en vakmanschap. Burgemeester Van Velzen heeft me wel eens gezegd dat hij de raad nog van betere voorlichting zou willen voorzien door nog uitvoeriger pre-adviezen, maar dat hij daar doodgewoon tijd voor te kort kwam. Nadat ik 8 maanden belast ben geweest met de waarneming van burgemeester kan ik dit volkomen begrijpen. Als men er dan nog secretaris bij is, komt men daar beslist niet aan toe. Nu het ambt van burgemeester-secretaris is ontkoppeld en de nieuwe secretaris van elk te behandelen agendapunt een afzonderlijk uitgebreid pre-advies maakt, heb ik hier mijn waardering voor uitgesproken. Niet dat voorheen de bekwaamheid, maar wel de tijd ont brak. Ik hoop van ganser harte dat voor hen, waarvoor dit compliment verkeerd is overgekomen, een en ander nu duidelijk is. A. A. Rijstenbil, wethouder Sint-Philipsland. De 8-jarige Lenie Hage van de boerderij aan de Vrouwendijk had vrijdagmorgen 16 november schoolvrij. Een feestje op de boerderij, waar op het toegangshek de naam wordt vermeld: elke morgen, nieuwe zorgen. Deze vrijdagmorgen waren er weinig zorgen. Het 5000ste kalf dat door de in 1962 opgerichte Fok- en Controlevereniging Tholen en Sint-Philipsland geschetst zou worden, was de jongste aanwinst op boerderij Hage. Een mijlpaal voor de vereniging en tegelijk dus een vrije schoolochtend voor Lenie, die Jacolinie mocht voorbrengen ter registratie. Voor mevrouw Hage-Oudesluijs was het om half elf al druk. Ze moest een 14-tal gasten van koffie voorzien. Het voltallig bestuur van de fok- en controlevereni ging was van de partij plus een ver tegenwoordiger van het Consulentschap voor de akkerbouw en de rundveehou derij te Goes, de heer I. Hamming even als de Thoolse hoofdassistent M. A. de Hond uit Tholen. De bestuurders hadden er met af lopende najaarswerkzaamheden enkele uren voor over om getuige te zijn van wat hun vereniging in de 11 jaar van Het voltallig bestuur van de Fok- en Controlevereniging Tholen en Sint- Philipsland was vrijdagmorgen present op de boerderij aan de Vrouwendijk om getuige te zijn van het registeren van kalfje Jacolien. Geen wonder, want hiermee kwam de in 1962 opgerichte vereniging aan de 5000ste registratie. Dan ka.i er ook best een bestuurlijk plaatje af inclusief vader en moeder Hage en dochter Lenie. haar bestaan presteerde. Een fraai bloemstuk was huize Hage al eerder binnengedragen. Dat was dan de fleu rige felicitatie van de vereniging voor een lid die vanaf de oprichting de waarde van een controlevereniging wist te erkennen. Er was ook nog een mondelinge felicitatie van de voorzitter der vereniging, de heer J. J. van der Slikke. Hij hoopte dat het 5000ste ver- enigingskalf in gezondheid zou mogen opgroeien, zoals ook de moeder al zoveel langer blijk van gezondheid gaf, want vorig jaar nog produceerde moeder Lenie 5200 kg melk met 4,02% vet. Maar ze komt ook van goede huize. En om dat te weten is er een fok- en controlevereniging op Tholen. Daarom ook kan stamboekhouder L. Istha uit Oud-Vossemeer de genealogie van Jaco lien tot menig voorgeslacht opdiepen. Jacolien is dan de dochter van Lenie en van Marijke's Adema, een stier uit de stal Van der Slikke. De laatste is een zoon van Geesje's Adema en Marijke 10, ter wijl Lenie werd geboren uit Catho, die daartoe tevoren kennis had gemaakt met Maarten van fokkerij Anthonisse (thans Koese) van de Steil April. Maarten had ook beroemde voorvade ren, want Ronald van de Witte Hoeve was een bekende stier uit een drieling van fokkerij J. M. C. Ooms, terwijl Geertje's Adema een heel bekende vrouwelijke koe was. Nog een geslacht verder komt men dan aan de K.I.- medewerking uit Goes via de voor vee houders bekende klank van Skuldumer Bouke en van moeder Nelly 100. Zo ziet men wat een stamboom vermag in het leven van een jonggeboren kalf. De heer Hamming wees er in zijn felici tatie op, dat het zich aansluiten bij een controlevereniging niet maar wordt ge daan als een hobby, maar het levert nuttige bewijskracht op via het vast leggen van de afstamming en eigen schappen, de goede en de slechte, om daaruit lering te kunnen trekken. Hij moest zijn chef ir. Verboom veront schuldigen, maar wist namens hem te spreken, wanneer hij de vereniging en de eigenaar met deze 5000ste registratie feliciteerde. Enige cijfers van het secretariaat en stamboekhouder leerden, dat het ver minderde aantal veehouders wel in toe nemende mate gaan meedoen aan de fok- en controlevereniging. Dit jaar zijn al 156 dieren meer gecontroleerd dan •vorig jaar, waardoor het per 1 juli al op 943 stond. Ondertussen is deze vereniging, is het advertentie IM

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1973 | | pagina 5