VARIA „Het is een tijd van vraagtekens, alles wordt op de korrel genomen" .MS, Brandweer in Stavenisse mag ook blijven bestaan Jan Overeenkam... Julianadag i x „Wie volhardt tot het einde die zal behouden worden FOTO/FILM Zal Oranje nog langer de kleur zijn waar iedere Nederlander zichzelf aan herkent? KAA BEE 25 jaar koningin Juliana (slot) t f f f Autobedrijf WEST BRABANT Pak even uvt/ zakboekje OP TIJD OF TE LAAT VLOERBEDEKKING GRATIS GELEGD Oogkleppen 2 DIFCGA B.V. T X X f t f X T X X Y X X Y f X X T X X Y Y X T Y Foto- en filmtips Hoe benarder de situatie hoe hechter de band Symbool van verzet De koninginhartstikke goed! Nieuw voorstel voor Thoolse brandweerreorganisatie 9 f i X t: Y T Y T Y X Y t Y X Y f Y Y X X Ds. L. Eringa nam afscheid van Gereformeerd Tholen ff Terug naar God Gods liefde niet bekoeld Geef uw hart aan Hem Waarom gewasbescherming in de graanteelt? Donderdag 6 september 1973 EENDRACHTBODE 5 voor u getekend door CORK NR 3 In opdracht van de N.V. Uitgeversmaatschappij Bonaventura heeft de N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek een wetenschappelijk onderzoek gehouden naar de verwachting van de Nederlander voor de periode 1970-1980. In een uitgebracht rapport „De toekomst op zicht", gebaseerd op een representatieve steekproef onder de Nederlandse bevolking over de verwachting voor de komende jaren, komt de stichting tot de volgende conclusies: Verwacht wordt dat de verontreiniging van het millieu, (vervuilde waterwegen en stranden, vieze lucht, ondragelijk lawaai en constante verkeersopstoppingen), zal toenemen; verwacht wordt dat een sterk groeiende bevolking een zware druk zal leggen op een beperkt beschikbaar landoppervlak met als parallel een permanente woningnood; de gewone man zal in toenemende mate het gevoel hebben, dat hij geen enkele invloed heeft bil het tot stand komen van de beslissingen van de regering via de traditionele kanalen van de party-politiek, en veelbetekenend wordt er aan toegevoegd: Een volk dat grote betekenis toekent aan democratische waarden kan dit nauwelijks met gelijkmoedigheid aanvaarden; voorts wordt verwacht: Een uitholling van tal van sociale deugden, zoals verdraagzaamheid, gematigheid, een gevoel van nationale saamhorigheid, die thans duidelijke kenmerken van het Nederlandse leven en van de Nederlandse kijk op de dingen zijn: men zal - zo gaat het rapport verder - een grotere bereidheid tonen om geweld en agressie te gebruiken, zowel in de gedragingen van alle dag als bij het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en conflicten. Wanneer we deze waarheden goed tot ons laten doordringen dan moeten we geloven dat we een toekomst tegemoet gaan waarbij de Nederlander zich meer en meer gaat ergeren aan de situatie waarin hij - nolens volens - is geraakt en waarbij hij zich niet bij machte voelt om langs legale weg daaraan iets te veranderen. Hij zal daarom de neiging hebben de zaak te forceren en desnoods met geweld in de toestand verandering te brengen. In het kader van dit artikel rijst dan de vraag: Hoe zal het hierbij de monarchie vergaan? Hoe staat het er met het Oranjehuis voor? Het is uit de vaderlandse geschiedenis bekend, dat, naarmate de situatie in ons land er slechter ging uitzien, de verbondenheid met Oranje toenam. De oorzaak daarvan moet gezocht worden in de grote rol die de eerste Oranje, Willem de Zwijger, speelde in het begin van de bevrijdingsoorlog tegen de Spaanse overheersing en de stimulans die in de daaropvolgende 80 jaren steeds is uitgegaan van de Oranje- stadhouders Maurits en Frederik Hendrik tot het volhouden van de strijd, waardoor tenslotte de Republiek der Verenigde Nederlanden een zelfstandige natie werd, geheel aan vreemde heerschappij ontworsteld. Het is ook uit de vaderlandse geschiedenis bekend dat van het eerste moment af, dat Oranje in ons staatsbestel een belangrijke factor werd, er in ons land anti-Oranje-krachten zijn geweest, die, zodra het tij daarvoor gunstig scheen - en dat was meestal in een periode van vrede en voorspoed - getracht hebben de invloed van Oranje terug te dringen of zelfs geheel uit te schakelen. Een en andermaal scheen dit zelfs te gelukken. Zo werd er nó de moeilijkheden tussen Amsterdam en prins Willem II in 1651, na de dood van de prins, geen stadhouder meer benoemd. Toen echter in het rampjaar 1672, de regering radeloos, het land reddeloos en het volk redeloos was, werd er weer een beroep op Oranje - prins Willem III, gedaan om ons land te redden van 4 vijanden: Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen. Prins Willem III redde ons land van de ondergang. Hij werd zelfs koning van Engeland en de Fransen werden in de Zuidelijke Nederlanden vernietigend verslagen. De oorlog was weer voorbij. De handel en scheepvaart konden zich weer ongehinderd ontwikkelen. Willem III stierf kinderloos in 1702. Jan Willem FriSo, de stadhouder in de noordelijke provincies, verdronk bij de Moerdijk in 1711. Een tweede „stadhouderloos tijdperk" begon. Niemand vroeg om Oranje. Totdat, in 1747 de Franse troepen weer eens een inval in ons land deden en Bergen op Zoom bezetten. Toen moest en zou er weer een Oranje aan te pas komen. Op 2 september 1748 deed de 36-jarige Prins Willem IV, een zoon van Jan Willem Friso, zijn triomfantelijke intocht in Amsterdam. „L'histoire se repète?" zegt het spreekwoord: „De geschiedenis herhaalt zich". En in onze vaderlandse geschiedenis was het al niet anders. In 1798 moest Prins Willem V naar Engeland vluchten terwijl in ons land om de vrijheidsboom werd gedanst en deze keer de Franse troepen als de brengers van „Vrijheid, gelijkheid en broederschap" werden ingehaald... Maar even-feestelijk was in 1813 de intocht van de zoon van Willem V, nadat de Fransen waren weggetrokken. Het Oranjehuis werd nu een koningshuis met als eerste koning: Willem I. Het koningschap van Oranje was stevig gevestigd en wankelde maar nauwelijks in 1918. Doch sinds de mislukte „staatsgreep" van Troelstra is er wel een oppositie tegen Oranje ontstaan. De partijen die in 1918 een omwenteling hadden bezworen kozen Oranje n.l. als symbool van „Recht(s) en orde" met het gevolg dat de socialisten demonstratief elke Oranje-manifestatie boycotten. Toen in 1940, na een korte vergeefse strijd van 5 dagen, ons land door de Duitsers werd bezet en koningin Wilhelmina naar Engeland was uitgeweken, groeide bij alle partijen de aanhankelijkheid aan het Oranjehuis zeer snel en in sterke mate. „Anjerdag" - 29 juni 1940 - de eerste verjaardag van prins Bernhard in bezettingstijd, was daar een sprekend bewijs van. Vele Nederlanders tooiden zich die dag met de lievelingsbloem van de prins, de anjer. Zo werd in de Tweede Wereldoorlog het koningshuis in ons land meer en meer het symbool van de vrijheid en het verzet tegen de dictatuur, óók bij hen voor wie het koningshuis vóórdien geen enkele of enkel maar negatieve betekenis had. Bij het zoeken van een kristallisatiepunt waarop alle verlangens, de hoop op het terugkrijgen van de vrijheid zich kon richten, werd dit, in alle lagen van de bevolking, gevonden in de Oranjefamilie. Hieruit valt misschien wel te verklaren dat de eerste verzetsgroepen voortkwamen uit rechtse, per traditie Oranjegezinde kringen, die zich in de jaren vóór de oorlog nu niet bepaald fanatiek tegen het opkomende Nationaal-Socialisme hadden gekeerd. Nó de oorlog scheen nu meer dan ooit de monarchie onverbrekelijk en vanzelfsprekend verbonden met Nederland. Koningin Wilhelmina werd de „Moeder des Vaderlands" genoemd en om haar fiere houding, maar ook wegens haar democratische optreden, algemeen geëerd. In 1948 was een grote menigte op de Dam van Amsterdam ontroerd getuige van haar aftreden en regeringsoverdracht aan haar dochter. Maar met het verbeteren van de situatie in ons land in materieel en economisch opzicht, met het steeds minder bedreigd worden van vrijheid en onafhankelijkheid, ging men echter de aanwezigheid van Oranje weer „gewoon vinden". En ja hoor, hier en daar werden weer uitingen gehoord, die op zichzelf niets nieuws waren maar weleer een symptoom waren van de gedachte bij sommigen: Ziezo, het wordt weer eens tijd dat we het Oranjehuis onder de loupe gaan nemen... Republikein of koningsgezind. In een land als het onze is alles toegestaan. Gelukkig dat dit zo is, en met recht! En als een partij, gebruik makend van een zekere wrevelige stemming die er in ons land heerst bij het vernemen van de tijding dat prinses Beatrix met een Duitsert zal gaan trouwen, haastig verklaart de republikeinse staatsvorm voor te staan, dan is daar als zodanig niets tegen in te brengen. Wèl komt de vraag naar voren: Waar heeft in hemelsnaam het Oranjehuis, of, met name, koningin Juliana, het aan te „danken", dat vrij invloedrijke dagbladen publicaties doen, die voor Oranje zo niet beledigend zijn, dan toch wel getuigen van een grote mate van gebrek aan sympathie voor het koninklijk huis. Tegenover koningin Juliana, de koningin, die bij alles haar hart laat spreken en steeds een groot medeleven aan de dag heeft gelegd met alles wat er maar in ons land gebeurt, is de houding van die dagbladen zeer zeker onredelijk te noemen, al dient eerlijkheidshalve te worden opgemerkt, dat de afkeer van „Oranje-franje" mede een reactie is op een ól te honingzoet geprevel over het Oranjehuis, openlijk geuit door ól te ijverige Oranje-klanten. Belangrijk is de vraag: Hoe denkt het volk over de monarchie. Of moeten wij misschien wel de vraag stellen: Heeft de monarchie vandaag-aan-de-dag nog wel enige zin? Wat de eerste vraag betreft, als we afgaan op politiek Nederland, dan zijn er slechts 2 politieke partijen, die zich uitgesproken hebben voor de republiek: De Communistische Partij Nederland en de Pacifistisch Socialistische Partij. Deze partijen vertegenwoordigen tezamen echter een minderheid. Zij bezetten maar 10 van de 150 zetels in de Tweede Kamer. Er zijn wellicht kamerleden in andere partijen die voortzetting van de Oranje-dynastie niet meer wensen, doch zij delen niet het officiële standpunt van hun partij. En ook niet het standpunt van een vooraanstaand kamerlid van de Partij van de Arbeid, dr. A. Vondeling die zich op praktische gronden vóór Oranje uitsprak en wel om de volgende redenen: Een president, die wordt gekozen, zal vrijwel altijd in een verkiezingsstrijd zijn betrokken geweest; Het zal voor een president heel moeilijk zijn zich buiten de politieke strijd te houden; de toekomstige kroonpretendent wordt helemaal opgevoed in de sfeer van politieke onschendbaarheid; de manier waarop koningin Juliana haar taak vervult is zo voorbeeldig, dat hierin een stuk garantie ligt voor de wijze waarop haar opvolgster haar moeilijke taak zal vervullen; trouw en offervaardigheid van Oranjes zijn meer dan eens in de vaderlandse geschiedenis gebleken, hetgeen aan beide kanten zekere verplichtingen geeft; voorlopig zal niemand in binnen- en buitenland zoveel goodwill ontmoeten als de koningin en de kroonprinses. Ons land kan zich geen betere „ambassadrices" wensen. Dat is enorm veel waard en daarom moeten we zuinig zijn op hen en dankbaar wezen dat er een opvolgster is die deze „hondebaan" (een ander woord is er niet voor) niet alleen aanvaardt, maar zelfs ambieert. De vraag: Heeft het koningschap in Nederland nog toekomst? dient echter gesteld te worden aan de jeugd, want dót zijn de onderdanen van nu èn van morgen. Is een dergelijke vraag omtrent de kansen van de monarchie al eens aan de jeugd gesteld? Ja, dat is inderdaad gebeurd. Wel niet aan de gehele jeugd maar wel aan een aantal jongeren, gekozen uit de „werkende stand" en uit scholieren. 21 jongelui tussen 12 en 18 jaar waren op vrijdag 29 juni in Lage Vuurse (Ernst Sillemhoeve) bij elkaar om over verschillende onderwerpen te praten: Politieke betrokkenheid, staatsstructuur, toekomstverwachting en „Nederland in de wereld". De leiding van de groep berustte bij Prof. P. J. Boukema, hoogleraar in het Staatsrecht aan de V.U., de heer Groeneveld, directeur Stichting en Vorming Detailhandel en de heer Noordmans, hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant. De daaropvolgende dag werd dit gesprek op paleis Soestdijk, waar koningin Juliana wèl aanwezig was zonder zelf aan de discussie deel te nemen, voortgezet. De jongelui vonden dat de Oranjes het goed hadden gedaan. Ze vonden ook dat het gesprek op Soestdijk „hartstikke' goed" was en vonden het vooral erg leuk dat koningin Juliana samen met de groep - zittend op het gazon achter het paleis - de lunch gebruikte. Zij voelden niets voor een republiek. „Het koningschap moet voor ons maar blijven," zo stelden ze vast. Het licht staat dus op Or-inje, en Oranje staat op groen: doorgaan. Wij willen dit artikel eindigen met de hartelijke felicitaties aan koningin Juliana met dit 25-jarige ambtsjubileum en de woorden herhalen, die prof. dr. L. J. Rogier, hoogleraar in de nieuwe geschiedenis te Nijmegen, tijdens het historisch congres over de monarchie, in 1966 heeft uitgesproken: „Wij weten dat de monarchale functie, zoals zij door koningin Juliana wordt uitgeoefend, staat en volk ten goede komt, en ik voor mij wil geloven in haar duurzaamheid, als de opvolger straks hóór lijn doortrekt." DAF-dealer voor Bergen op Zoom e.o. Rooseveltlaan 76 BERGEN OPZOOM Tel. 34646 advertentie IM Advertentie IM Bergen op Zoom: De Hollandse Tuin: Volle Evangelie Gemeenschap elke dinsdagavond 19.30 Oud Vossemeer Donderdag 6 september Bejaardensoos: 8 uur ledenvergadering schaakclub. Sint-Annaland: zaterdag 15 september zangavond door VZOS in het Dorpshuis om half acht. Bergen op Zoom: 8 sept. t/m 14 oktober in het Markiezenhof: Egypte, Doden\^ kunst als Levenskunst (expositie). Postabonnees die de Eendrachtbode later ontvangen dan vrijdag met de eerste post, verzoeken wij ons hiervan mededeling te doen. Wij zullen dan proberen verbetering in de postverzen ding te brengen. Geeft u het gerust door aan Eendrachtbode, postbus 5, Sint- Annaland of telefoon 01665-375. Opheffing van het brandweerkorps te Stavenisse is gezien het brandrisico en de onderlinge afstanden tussen de Thoolse woonkernen toch niet verantwoord. Dat zegt de districtsinspecteur voor het brandweerwezen in een rapport, waarom de Thoolse gemeenteraad in juni had gevraagd. Met voorstel tot inkrimping van de eilandeiyke brandweerkorpsen van zeven tot drie werd toen aangehouden, omdat de raadsleden niét „in overtuiging" een beslissing konden nemen. De inspecteur heeft nu een nader onderzoek ingesteld en een rapport over de Thoolse brandweerorganisatie gemaakt dat de raadsleden kunnen lezen. B en W nemen het nieuwe advies van de inspecteur over, zodat ze nu voorstellen alleen de vrijwillige brandweerkorpsen van Oud-Vossemeer, Poortvliet en Scherpenisse op te heffen. Sint-Annaland, Sint-Maartensdijk en Tholen mochten volgens het juni- voorstel hun brandweer al houden, maar nu is Stavenisse daar nog bijgekomen. Overigens zou het korps in Stavenisse volgens het oude voorstel voorlopig toch nog gehandhaafd blijven omdat men een nog goedgekeurde nevelspuit heeft. Zodra echter in Sint- Annaland, Sint-Maartensdijk of Tholen een nieuwe brandweerauto (met nevelspuit) zouden worden aangeschaft, dan kon'het korps in Stavenisse na dat in Oud-Vossemeer, Poortvliet en Scherpenisse, worden opgeheven. Dat gaat nu dus niet door: Stavenisse mag blijven, tenminste van de inspecteur en b en w. De gemeenteraad gaat er dinsdagavond 18 september over beslissen. De financiële consequenties van het handhaven van het ALLE SOORTEN brandweerkorps in Stavenisse 25.000 guldens per jaar. zijn De inspecteur adviseert verder niet over te gaan tot het instellen van kleine sub brandweerkorpsen in Oud-Vossemeer, Poortvliet en Scherpenisse. Deze sub korpsen suggereren volgens de inspecteur een zekere veiligheid die in werkelijkheid niet wordt waar gemaakt. Naar aanleiding van het ingezonden artikel door opperwachmeester A. Brinkman in de E.B. van 30 augustus jl. het volgende: Van „hogerhand" wenst men (en volgens mij terecht) dat de woonwagenbewoners behandeld worden als gewone burgers. Dat wil zeggen: bij een overtreding misschien een berisping, maar de volgende keer zeker een bekeuring. Wat blijkt nu: de bekeuring blijft uit, omdat deze mensen toch geen geld hebben de bekeuring te betalen en de juiste dader dikwijls moeilijk aanwijs baar is. U begrijpt toch, hoop ik, dat het een ieder tegen de borst stuit, dat hier met twee maten gemeten wordt. Wanneer ik spreek over „de politie" spreek ik niet over iemand persoonlijk maar over de politie als geheel. Eén van mijn plichten als raadslid is om als schakel op te treden tussen de bevolking en burgemeester en wet houders en de onvrede die er heerst in onze gemeente over te brengen naar het dagelijks bestuur zodat er maatregelen genomen kunnen worden om „uit wassen" nu en in de toekomst te voor komen. In de gemeenteraadsvergadering van 18-7-72 heeft de V.V.D. trouwens schriftelijke vragen gesteld over de woonwagenstandplaats te Tholen, omdat toen sprake was van een ver plaatsing van de standplaats van de Gemaalweg naar het terrein aan de Oudelandsedijk. En ook toen was het niet de eerste keer dat er over gesproken werd. Dit laatste als antwoord op een „ver moedelijke oogkleppen in de raadsver gadering". M. Renes - Tholen. 'n Filmkamera.is geen verrekijker. Film vaak van dichtbij of haal het beeld naar U toé 't Zijn de mooiste beelden, waar grote en kleine emoties op het gezicht staan te lezen Achtergronden zijn gevaarlijke zónes Laat geen boom uit een hoofd steken of bloemen uit een oor Maak voor kinder foto's eens een knieval en word kind tussen de kinders. Geloof ons Uw foto s winnen dan aan echtheid vt> 'i» 'i> 'j» '1> 'i> rj* rt> rj» »J» Dive*se typen en prijsklassen Ford-Dealer Tel. (01640) 3 59 10 Bredasestr. 25 - B. o. Zoom Vert: J. Oerlemans - (01641) 21 11. advertentie IM Bosstraat 40 - Tel. 3 43 68 BERGEN OP ZOOM t Y T T T X T T Y X V Zo was dan Julianadag gekomen die altijd weer in veler harten leeft. Wat ook de altijd wisselende wereld aan spanning en veranderingen geeft. Oranje is diep in het hart geborgen waaruit een hechte eenheid is gegroeid, waaruit vooral bij 't dringen van de tijden een groter liefde nog is opgebloeid. Men staat zo heel dicht bij u, Juliana en niet alleen op een Oranjedag, en niet alleen bij 'n feestelijk gebeuren, en niet alleen bij 't wapperen van een vlag. Men is bij u in 't dagelijkse leven bij heel veel, wat er om u heen gebeurt, dat vreugde geeft en onverwachte zorgen, al wat uw leven licht en donker kleurt. U ging voor ons naar vreemde, verre streken, naar volk'ren van een heel ander ras de televisie bracht onfc vele beelden en liet ons zien hoe welkom u er was. We waren trots op onze koninginne, al is de afstand lang niet meer zo groot de mensen staan wat dichter bij elkander wat nuchterder, ook niet meer zo devoot. *T» Maar er zijn dagen, die we nooit vergeten ze blijven altijd in het hart bewaard. Toen eens u zelf met duidlijke ontroering met hel'dre stem uw toekomst hebt aanvaard, want na uw kroning sprak u deze woorden Zo nam uw werk een zegenrijk begin: 'k Aanvaard de troon tot koningin geroepen, maar ook als moeder van mijn huisgezin. Moog' God u steeds zijn rijke zegen geven U sterken bij uw dagelijkse (aak in goede en in minder goede uren, en altijd bezig aan een grote zaak. Het volk ziet aan, het reikt u beide handen zoals ze dat toch altijd heeft gedaan, Blijft zo uw weg door onze lage landen met onze trouw ook nu weer verder gaan. Y X X X T advertentie IM: „Vier jaar lang heb ik het evangelie van de bevrtydlng by u mogen verkondigen. Van dat evangelie zal God zelf de vruchten zoeken. Ook by u". Met die woorden besloot ds. L. Eringa zondagavond zyn afscheidspreek ln de Gereformeerde Kerk aan de Doelweg in Tholen. 's Morgens had hy al afscheid genomen ln PoortvHet en 's middags in Oud-Vossemeer. Met het vertrek van ds. Eringa naar Rotterdam- Heyplaat zitten de drie Thoolse Gereformeerde kerken - en die van Anna Jacoba- polder al eerder - zonder predikant. Met een handdruk namen de kerkgangers afscheid van ds. en mevr. Eringa. Daarby waren vertegenwoordigers van de ver schillende plaatseiyke kerken en burgemeester J. E. van Boeyen. Op verzoek van de scheidende predikant werden er geen toespraken gehouden. In de volle kerk begon de afscheids- dienst met orgelspel van dhr. W. C. van Kempen en stil gebed. Na votum en groet werd staande psalm 149 1 en 3 (berijming 1968) gezongen, waarna gebed volgde voor de opening van Gods Woord. De Schriftlezingen waren uit Jesaja 5 1-7 en Openbaring 3:1-6. Voor de prediking werd nog ps. 199 40 gezongen, waarna ds. Eringa preekte over Mattheus 24 12 en 13 (Nieuwe Vertaling): „En omdat de wetsverach- ting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen. Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden". Ds. Eringa wees er in zijn preek op dat de wederkomst van Christus in deze welvaartstijd wat te veel naar de achter grond verdwijnt. Hij vroeg zich af waar om het officiële christendom zo weinig rekening houdt met de jongste dag. „Verlangen de christenen er niet naar dat Christus wederkomt? Dat moet dan broodnodig en radicaal veranderen. Radicaal uitzicht op de toekomst is heel belangrijk. De kerk is ten dóde opge schreven als men niet uitziet naar de grote Dag. Of denkt er liever niet aan omdat u.het hier zo goed hebt? Regelmatig zijn er voorspellingen van secten over het vergaan van de wereld. Nu wordt 1980 genoemd. Volgens een in Londen verschenen rapport gaat de wereld aan ziekte, uitputting van grondstoffen e.d. ten gronde. Christus zegt echter: Het is de laatste ure, de eindtijd is er. Die dag komt heel onver wachts, net als 'n dief in de nacht. Hij zegt ons: Let op de tekenen der tijden, opdat we ons bekeren. We moeten terug naar God, de weg op naar het geluk, want ook voor ons begint de tijd te korten. Jezus komt met een aangrijpend woord in dit hoofdstuk van Mattheus. Er zullen heel wat erge dingen aan zijn komst voorafgaan. Eigenlijk is elke tijd eindtijd, want ongerechtigheid en wets- verachting is er nu al. Dat niet hier en daar of vandaag en gisteren, maar dat is de geest en mentaliteit van onze wereld. Voor de grote massa heeft God zonder meer afgedaan. Men heeft liever drie af goden: meer produceren, meer consu meren en economische groei. Alle moraal wort overboord gezet en ieder doet maar wat ie goedvindt. We leven tegenwoordig in een tijdperk dat ge raffineerd interessant wordt. Men neemt het niet meer zo nauw. Een. afstomping van het geweten is er het gevolg van. Midden in die wereld van wetteloosheid staat de gemeente van Christus, maar in plaats dat de liefde van de christenen uitstraalt naar anderen, is het kil en koel. In de eerste gemeenten was er enthousiasme in Gods kerk. Als christen moet je je vastklampen aan God, die altijd trouw blijft. Door het wonder van de liefde zijn er stille krachten in het rijk van God. Was het maar dat we allemaal enthousiastelin gen waren en in vuur en vlam gezet werden door de liefde van God. Wat is er vandaag nog van die hartelijke liefde over? Aan de invloed van de liefdeloos heid, wetteloosheid en zedeloosheid zijn ook wij niet helemaal ontkomen. De koude zakelijkheid komt ook geleidelijk over ons. Maar Gods liefde voor u is niet bekoeld en vergeet het nooit: We zijn erg duur gekocht en betaald. Na een dringende oproep komt'Jezus met een grote belofte met uitkomst: „Wie volhardt tot het einde, die zal be houden worden". Vooral in onze tijd komt het aan op ons volhouden van het christenzijn. Het karakteristieke van het christendom ligt ook in de herhaling, in trouw. De liefde moet zich steeds ver nieuwen. We moeten volhouden. Omdat God in zijn onbegrijpelijke liefde volhardt, daarom kunnen wij hem tot het einde toe vasthouden, totdat de verlossing daagt. Zonder Zijn liefde zal het echter nooit gaan. Geeft uw hart aan hem, want alleen dan wordt u behou den. Wordt wakker, koude en lauwe mensen, als u nog slaapt in uw zondig leven, jioudt vol tot het einde toe. Het is de moeite waard: Wie bij Jezus en Zijn Woord blijft, krijgt de kroon des levens", aldus ds. Eringa in zijn af scheidspreek in de Gereformeerde Kerk aan de Doelweg in Tholen. In antwoord op de preek werd gezang 93 1 en 2 gezongen, waarna staande belijdenis van het geloof werd gedaan. Na het zingen van ps. 68 7 volgde de dankzegging en de gebeden. Vervolgens was er de collecte. Het slotlied was uit gezang 82 1 en 3, waarna ds. Eringa voor de laatste keer de zegen gaf in de Thoolse Gereformeerde Kerk. Behalve predikant van de Gereformeerde Kerk in Rotterdam-Heyplaat wordt ds. Eringa ook geestelijk verzorger van het verpleegtehuis De Elf Ranken in Rotterdam-Lombardijen. Er is in de akkerbouw geen onderwerp te noemen, dat momenteel zo in de belangstelling staat als ziekten in de graanteelt en de bescherming hiervan. Dat is volkomen begrijpelijk, want de graanteelt wordt gekonfronteerd met schadelijke gevolgen van meeldauw, bruine roest en afrijpingsziekten. De keuze van resistente rassen of afzien van de teelt van vatbare graansoorten, gezonde graanwisseling en gebruik van goedgekeurd zaaizaad zullen een eerste vereiste zijn. Daar de graanprijzen stagneren, zijn hogere opbrengsten de enige mogelijk heid voor een inkomstenverbetering. In het afgelopen jaar is duidelijk gebleken, hoeveel schade kan ontstaan door sterke aantasting van meeldauw en afrijpingsziekten in gerst en tarwe. Gelukkig staat de wetenschap niet stil en doelmatige beschermingsmiddelen dienen zich aan. Zo kan meeldauw worden bestreden met Thiovit, het is goedkoop en het graan verdraagt het middel zeer goed. Tegen afrijpingsziekten en bruine roest in tarwe geeft het middel Miltoxan een goede werking. Ook bladluizen spelen een grote rol, daaraan zal men ook hier de nodige aandacht moeten besteden. Een minder giftig middel is Ekatin, het heeft een bijzonder goede en langdurige werking, spaart de nuttige insekten en voorkomt opbrengstdervingen. Formothion-Sandoz is speciaal geschikt voor bladluisbestrijding met het vliegtuig. Is er reeds meeldauw aantasting waargenomen? Men zij op zijn hoede, want de gevreesde ziekte kan onze graangewassen veel schade berokkenen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1973 | | pagina 5