VARIA
„Het is een tijd van vraagtekens,
alles wordt op de korrel genomen"
.MS,
Brandweer in Stavenisse
mag ook blijven bestaan
Jan Overeenkam...
Julianadag
i
x
„Wie volhardt tot het einde
die zal behouden worden
FOTO/FILM
Zal Oranje nog langer de kleur zijn
waar iedere Nederlander
zichzelf aan herkent?
KAA BEE
25 jaar koningin Juliana (slot)
t
f
f
f
Autobedrijf
WEST
BRABANT
Pak even
uvt/ zakboekje
OP TIJD
OF TE LAAT
VLOERBEDEKKING
GRATIS GELEGD
Oogkleppen 2
DIFCGA B.V.
T
X
X
f
t
f
X
T
X
X
Y
X
X
Y
f
X
X
T
X
X
Y
Y
X
T
Y
Foto- en
filmtips
Hoe benarder de situatie
hoe hechter de band
Symbool van verzet
De koninginhartstikke goed!
Nieuw voorstel voor Thoolse brandweerreorganisatie
9 f
i
X
t:
Y
T
Y
T
Y
X
Y
t
Y
X
Y
f
Y
Y
X
X
Ds. L. Eringa nam afscheid van Gereformeerd Tholen
ff
Terug naar God
Gods liefde
niet bekoeld
Geef uw hart aan Hem
Waarom
gewasbescherming
in de graanteelt?
Donderdag 6 september 1973
EENDRACHTBODE
5
voor u getekend
door CORK
NR 3
In opdracht van de N.V. Uitgeversmaatschappij Bonaventura heeft de N.V. v/h
Nederlandse Stichting voor Statistiek een wetenschappelijk onderzoek gehouden
naar de verwachting van de Nederlander voor de periode 1970-1980. In een
uitgebracht rapport „De toekomst op zicht", gebaseerd op een representatieve
steekproef onder de Nederlandse bevolking over de verwachting voor de komende
jaren, komt de stichting tot de volgende conclusies:
Verwacht wordt dat de verontreiniging van het millieu, (vervuilde waterwegen en
stranden, vieze lucht, ondragelijk lawaai en constante verkeersopstoppingen), zal
toenemen;
verwacht wordt dat een sterk groeiende bevolking een zware druk zal leggen op
een beperkt beschikbaar landoppervlak met als parallel een permanente
woningnood;
de gewone man zal in toenemende mate het gevoel hebben, dat hij geen enkele
invloed heeft bil het tot stand komen van de beslissingen van de regering via de
traditionele kanalen van de party-politiek, en veelbetekenend wordt er aan
toegevoegd: Een volk dat grote betekenis toekent aan democratische waarden kan
dit nauwelijks met gelijkmoedigheid aanvaarden;
voorts wordt verwacht: Een uitholling van tal van sociale deugden, zoals
verdraagzaamheid, gematigheid, een gevoel van nationale saamhorigheid, die thans
duidelijke kenmerken van het Nederlandse leven en van de Nederlandse kijk op de
dingen zijn:
men zal - zo gaat het rapport verder - een grotere bereidheid tonen om geweld en
agressie te gebruiken, zowel in de gedragingen van alle dag als bij het zoeken naar
oplossingen voor maatschappelijke problemen en conflicten.
Wanneer we deze waarheden goed tot
ons laten doordringen dan moeten we
geloven dat we een toekomst tegemoet
gaan waarbij de Nederlander zich meer
en meer gaat ergeren aan de situatie
waarin hij - nolens volens - is geraakt en
waarbij hij zich niet bij machte voelt om
langs legale weg daaraan iets te
veranderen. Hij zal daarom de neiging
hebben de zaak te forceren en desnoods
met geweld in de toestand verandering
te brengen. In het kader van dit artikel
rijst dan de vraag: Hoe zal het hierbij de
monarchie vergaan? Hoe staat het er
met het Oranjehuis voor?
Het is uit de vaderlandse geschiedenis
bekend, dat, naarmate de situatie in ons
land er slechter ging uitzien, de
verbondenheid met Oranje toenam. De
oorzaak daarvan moet gezocht worden
in de grote rol die de eerste Oranje,
Willem de Zwijger, speelde in het begin
van de bevrijdingsoorlog tegen de
Spaanse overheersing en de stimulans
die in de daaropvolgende 80 jaren
steeds is uitgegaan van de Oranje-
stadhouders Maurits en Frederik
Hendrik tot het volhouden van de strijd,
waardoor tenslotte de Republiek der
Verenigde Nederlanden een
zelfstandige natie werd, geheel aan
vreemde heerschappij ontworsteld.
Het is ook uit de vaderlandse
geschiedenis bekend dat van het eerste
moment af, dat Oranje in ons
staatsbestel een belangrijke factor werd,
er in ons land anti-Oranje-krachten zijn
geweest, die, zodra het tij daarvoor
gunstig scheen - en dat was meestal in
een periode van vrede en voorspoed -
getracht hebben de invloed van Oranje
terug te dringen of zelfs geheel uit te
schakelen. Een en andermaal scheen dit
zelfs te gelukken.
Zo werd er nó de moeilijkheden tussen
Amsterdam en prins Willem II in 1651,
na de dood van de prins, geen
stadhouder meer benoemd. Toen echter
in het rampjaar 1672, de regering
radeloos, het land reddeloos en het volk
redeloos was, werd er weer een beroep
op Oranje - prins Willem III, gedaan
om ons land te redden van 4 vijanden:
Engeland, Frankrijk, Munster en
Keulen.
Prins Willem III redde ons land van de
ondergang. Hij werd zelfs koning van
Engeland en de Fransen werden in de
Zuidelijke Nederlanden vernietigend
verslagen. De oorlog was weer voorbij.
De handel en scheepvaart konden zich
weer ongehinderd ontwikkelen.
Willem III stierf kinderloos in 1702. Jan
Willem FriSo, de stadhouder in de
noordelijke provincies, verdronk bij de
Moerdijk in 1711.
Een tweede „stadhouderloos tijdperk"
begon. Niemand vroeg om Oranje.
Totdat, in 1747 de Franse troepen weer
eens een inval in ons land deden en
Bergen op Zoom bezetten. Toen moest
en zou er weer een Oranje aan te pas
komen.
Op 2 september 1748 deed de 36-jarige
Prins Willem IV, een zoon van Jan
Willem Friso, zijn triomfantelijke
intocht in Amsterdam.
„L'histoire se repète?" zegt het
spreekwoord: „De geschiedenis
herhaalt zich".
En in onze vaderlandse geschiedenis
was het al niet anders.
In 1798 moest Prins Willem V naar
Engeland vluchten terwijl in ons land
om de vrijheidsboom werd gedanst en
deze keer de Franse troepen als de
brengers van „Vrijheid, gelijkheid en
broederschap" werden ingehaald...
Maar even-feestelijk was in 1813 de
intocht van de zoon van Willem V,
nadat de Fransen waren weggetrokken.
Het Oranjehuis werd nu een
koningshuis met als eerste koning:
Willem I.
Het koningschap van Oranje was stevig
gevestigd en wankelde maar nauwelijks
in 1918. Doch sinds de mislukte
„staatsgreep" van Troelstra is er wel een
oppositie tegen Oranje ontstaan. De
partijen die in 1918 een omwenteling
hadden bezworen kozen Oranje n.l. als
symbool van „Recht(s) en orde" met het
gevolg dat de socialisten demonstratief
elke Oranje-manifestatie boycotten.
Toen in 1940, na een korte vergeefse
strijd van 5 dagen, ons land door de
Duitsers werd bezet en koningin
Wilhelmina naar Engeland was
uitgeweken, groeide bij alle partijen de
aanhankelijkheid aan het Oranjehuis
zeer snel en in sterke mate. „Anjerdag"
- 29 juni 1940 - de eerste verjaardag van
prins Bernhard in bezettingstijd, was
daar een sprekend bewijs van. Vele
Nederlanders tooiden zich die dag met
de lievelingsbloem van de prins, de
anjer. Zo werd in de Tweede
Wereldoorlog het koningshuis in ons
land meer en meer het symbool van de
vrijheid en het verzet tegen de dictatuur,
óók bij hen voor wie het koningshuis
vóórdien geen enkele of enkel maar
negatieve betekenis had. Bij het zoeken
van een kristallisatiepunt waarop alle
verlangens, de hoop op het terugkrijgen
van de vrijheid zich kon richten, werd
dit, in alle lagen van de bevolking,
gevonden in de Oranjefamilie. Hieruit
valt misschien wel te verklaren dat de
eerste verzetsgroepen voortkwamen uit
rechtse, per traditie Oranjegezinde
kringen, die zich in de jaren vóór de
oorlog nu niet bepaald fanatiek tegen
het opkomende Nationaal-Socialisme
hadden gekeerd.
Nó de oorlog scheen nu meer dan ooit
de monarchie onverbrekelijk en
vanzelfsprekend verbonden met
Nederland. Koningin Wilhelmina werd
de „Moeder des Vaderlands" genoemd
en om haar fiere houding, maar ook
wegens haar democratische optreden,
algemeen geëerd. In 1948 was een grote
menigte op de Dam van Amsterdam
ontroerd getuige van haar aftreden en
regeringsoverdracht aan haar dochter.
Maar met het verbeteren van de situatie
in ons land in materieel en economisch
opzicht, met het steeds minder bedreigd
worden van vrijheid en
onafhankelijkheid, ging men echter de
aanwezigheid van Oranje weer „gewoon
vinden". En ja hoor, hier en daar
werden weer uitingen gehoord, die op
zichzelf niets nieuws waren maar weleer
een symptoom waren van de gedachte
bij sommigen: Ziezo, het wordt weer
eens tijd dat we het Oranjehuis onder de
loupe gaan nemen...
Republikein of koningsgezind. In een
land als het onze is alles toegestaan.
Gelukkig dat dit zo is, en met recht! En
als een partij, gebruik makend van een
zekere wrevelige stemming die er in ons
land heerst bij het vernemen van de
tijding dat prinses Beatrix met een
Duitsert zal gaan trouwen, haastig
verklaart de republikeinse staatsvorm
voor te staan, dan is daar als zodanig
niets tegen in te brengen. Wèl komt de
vraag naar voren: Waar heeft in
hemelsnaam het Oranjehuis, of, met
name, koningin Juliana, het aan te
„danken", dat vrij invloedrijke
dagbladen publicaties doen, die voor
Oranje zo niet beledigend zijn, dan toch
wel getuigen van een grote mate van
gebrek aan sympathie voor het
koninklijk huis. Tegenover koningin
Juliana, de koningin, die bij alles haar
hart laat spreken en steeds een groot
medeleven aan de dag heeft gelegd met
alles wat er maar in ons land gebeurt, is
de houding van die dagbladen zeer
zeker onredelijk te noemen, al dient
eerlijkheidshalve te worden opgemerkt,
dat de afkeer van „Oranje-franje" mede
een reactie is op een ól te honingzoet
geprevel over het Oranjehuis, openlijk
geuit door ól te ijverige Oranje-klanten.
Belangrijk is de vraag: Hoe denkt het
volk over de monarchie. Of moeten wij
misschien wel de vraag stellen: Heeft de
monarchie vandaag-aan-de-dag nog wel
enige zin?
Wat de eerste vraag betreft, als we
afgaan op politiek Nederland, dan zijn
er slechts 2 politieke partijen, die zich
uitgesproken hebben voor de republiek:
De Communistische Partij Nederland
en de Pacifistisch Socialistische Partij.
Deze partijen vertegenwoordigen
tezamen echter een minderheid. Zij
bezetten maar 10 van de 150 zetels in de
Tweede Kamer. Er zijn wellicht
kamerleden in andere partijen die
voortzetting van de Oranje-dynastie niet
meer wensen, doch zij delen niet het
officiële standpunt van hun partij.
En ook niet het standpunt van een
vooraanstaand kamerlid van de Partij
van de Arbeid, dr. A. Vondeling die
zich op praktische gronden vóór Oranje
uitsprak en wel om de volgende
redenen:
Een president, die wordt gekozen, zal
vrijwel altijd in een verkiezingsstrijd zijn
betrokken geweest;
Het zal voor een president heel moeilijk
zijn zich buiten de politieke strijd te
houden;
de toekomstige kroonpretendent wordt
helemaal opgevoed in de sfeer van
politieke onschendbaarheid;
de manier waarop koningin Juliana
haar taak vervult is zo voorbeeldig, dat
hierin een stuk garantie ligt voor de
wijze waarop haar opvolgster haar
moeilijke taak zal vervullen;
trouw en offervaardigheid van Oranjes
zijn meer dan eens in de vaderlandse
geschiedenis gebleken, hetgeen aan
beide kanten zekere verplichtingen
geeft; voorlopig zal niemand in binnen-
en buitenland zoveel goodwill
ontmoeten als de koningin en de
kroonprinses. Ons land kan zich geen
betere „ambassadrices" wensen. Dat is
enorm veel waard en daarom moeten we
zuinig zijn op hen en dankbaar wezen
dat er een opvolgster is die deze
„hondebaan" (een ander woord is er
niet voor) niet alleen aanvaardt, maar
zelfs ambieert.
De vraag: Heeft het koningschap in
Nederland nog toekomst? dient echter
gesteld te worden aan de jeugd, want
dót zijn de onderdanen van nu èn van
morgen. Is een dergelijke vraag omtrent
de kansen van de monarchie al eens aan
de jeugd gesteld? Ja, dat is inderdaad
gebeurd. Wel niet aan de gehele jeugd
maar wel aan een aantal jongeren,
gekozen uit de „werkende stand" en uit
scholieren. 21 jongelui tussen 12 en 18
jaar waren op vrijdag 29 juni in Lage
Vuurse (Ernst Sillemhoeve) bij elkaar
om over verschillende onderwerpen te
praten: Politieke betrokkenheid,
staatsstructuur, toekomstverwachting
en „Nederland in de wereld". De leiding
van de groep berustte bij Prof. P. J.
Boukema, hoogleraar in het Staatsrecht
aan de V.U., de heer Groeneveld,
directeur Stichting en Vorming
Detailhandel en de heer Noordmans,
hoofdredacteur van de Leeuwarder
Courant.
De daaropvolgende dag werd dit
gesprek op paleis Soestdijk, waar
koningin Juliana wèl aanwezig was
zonder zelf aan de discussie deel te
nemen, voortgezet.
De jongelui vonden dat de Oranjes het
goed hadden gedaan. Ze vonden ook dat
het gesprek op Soestdijk „hartstikke'
goed" was en vonden het vooral erg leuk
dat koningin Juliana samen met de
groep - zittend op het gazon achter het
paleis - de lunch gebruikte. Zij voelden
niets voor een republiek.
„Het koningschap moet voor ons maar
blijven," zo stelden ze vast.
Het licht staat dus op Or-inje, en Oranje
staat op groen: doorgaan.
Wij willen dit artikel eindigen met de
hartelijke felicitaties aan koningin
Juliana met dit 25-jarige ambtsjubileum
en de woorden herhalen, die prof. dr. L.
J. Rogier, hoogleraar in de nieuwe
geschiedenis te Nijmegen, tijdens het
historisch congres over de monarchie, in
1966 heeft uitgesproken: „Wij weten
dat de monarchale functie, zoals zij
door koningin Juliana wordt
uitgeoefend, staat en volk ten goede
komt, en ik voor mij wil geloven in haar
duurzaamheid, als de opvolger straks
hóór lijn doortrekt."
DAF-dealer voor
Bergen op Zoom e.o.
Rooseveltlaan 76
BERGEN OPZOOM
Tel. 34646
advertentie IM
Advertentie IM
Bergen op Zoom:
De Hollandse Tuin: Volle Evangelie
Gemeenschap elke dinsdagavond 19.30
Oud Vossemeer
Donderdag 6 september Bejaardensoos:
8 uur ledenvergadering schaakclub.
Sint-Annaland: zaterdag 15 september
zangavond door VZOS in het Dorpshuis
om half acht.
Bergen op Zoom: 8 sept. t/m 14 oktober
in het Markiezenhof: Egypte, Doden\^
kunst als Levenskunst (expositie).
Postabonnees die de Eendrachtbode
later ontvangen dan vrijdag met de
eerste post, verzoeken wij ons hiervan
mededeling te doen. Wij zullen dan
proberen verbetering in de postverzen
ding te brengen. Geeft u het gerust door
aan Eendrachtbode, postbus 5, Sint-
Annaland of telefoon 01665-375.
Opheffing van het brandweerkorps te
Stavenisse is gezien het brandrisico en
de onderlinge afstanden tussen de
Thoolse woonkernen toch niet
verantwoord. Dat zegt de
districtsinspecteur voor het
brandweerwezen in een rapport,
waarom de Thoolse gemeenteraad in
juni had gevraagd. Met voorstel tot
inkrimping van de eilandeiyke
brandweerkorpsen van zeven tot drie
werd toen aangehouden, omdat de
raadsleden niét „in overtuiging" een
beslissing konden nemen.
De inspecteur heeft nu een nader
onderzoek ingesteld en een rapport over
de Thoolse brandweerorganisatie
gemaakt dat de raadsleden kunnen
lezen. B en W nemen het nieuwe advies
van de inspecteur over, zodat ze nu
voorstellen alleen de vrijwillige
brandweerkorpsen van Oud-Vossemeer,
Poortvliet en Scherpenisse op te heffen.
Sint-Annaland, Sint-Maartensdijk en
Tholen mochten volgens het juni-
voorstel hun brandweer al houden,
maar nu is Stavenisse daar nog
bijgekomen. Overigens zou het korps in
Stavenisse volgens het oude voorstel
voorlopig toch nog gehandhaafd blijven
omdat men een nog goedgekeurde
nevelspuit heeft. Zodra echter in Sint-
Annaland, Sint-Maartensdijk of Tholen
een nieuwe brandweerauto (met
nevelspuit) zouden worden aangeschaft,
dan kon'het korps in Stavenisse na dat
in Oud-Vossemeer, Poortvliet en
Scherpenisse, worden opgeheven. Dat
gaat nu dus niet door: Stavenisse mag
blijven, tenminste van de inspecteur en
b en w. De gemeenteraad gaat er
dinsdagavond 18 september over
beslissen. De financiële consequenties
van het handhaven van het
ALLE SOORTEN
brandweerkorps in Stavenisse
25.000 guldens per jaar.
zijn
De inspecteur adviseert verder niet over
te gaan tot het instellen van kleine sub
brandweerkorpsen in Oud-Vossemeer,
Poortvliet en Scherpenisse. Deze sub
korpsen suggereren volgens de
inspecteur een zekere veiligheid die in
werkelijkheid niet wordt waar gemaakt.
Naar aanleiding van het ingezonden
artikel door opperwachmeester A.
Brinkman in de E.B. van 30 augustus jl.
het volgende: Van „hogerhand" wenst
men (en volgens mij terecht) dat de
woonwagenbewoners behandeld worden
als gewone burgers.
Dat wil zeggen: bij een overtreding
misschien een berisping, maar de
volgende keer zeker een bekeuring.
Wat blijkt nu: de bekeuring blijft uit,
omdat deze mensen toch geen geld
hebben de bekeuring te betalen en de
juiste dader dikwijls moeilijk aanwijs
baar is.
U begrijpt toch, hoop ik, dat het een
ieder tegen de borst stuit, dat hier met
twee maten gemeten wordt.
Wanneer ik spreek over „de politie"
spreek ik niet over iemand persoonlijk
maar over de politie als geheel.
Eén van mijn plichten als raadslid is
om als schakel op te treden tussen de
bevolking en burgemeester en wet
houders en de onvrede die er heerst in
onze gemeente over te brengen naar het
dagelijks bestuur zodat er maatregelen
genomen kunnen worden om „uit
wassen" nu en in de toekomst te voor
komen.
In de gemeenteraadsvergadering van
18-7-72 heeft de V.V.D. trouwens
schriftelijke vragen gesteld over de
woonwagenstandplaats te Tholen,
omdat toen sprake was van een ver
plaatsing van de standplaats van de
Gemaalweg naar het terrein aan de
Oudelandsedijk. En ook toen was het
niet de eerste keer dat er over gesproken
werd.
Dit laatste als antwoord op een „ver
moedelijke oogkleppen in de raadsver
gadering".
M. Renes - Tholen.
'n Filmkamera.is geen
verrekijker. Film vaak van
dichtbij of haal het
beeld naar U toé
't Zijn de
mooiste beelden,
waar grote en
kleine emoties op
het gezicht
staan te lezen
Achtergronden zijn
gevaarlijke zónes
Laat geen boom
uit een hoofd
steken of bloemen
uit een oor
Maak voor kinder
foto's eens een
knieval en
word kind
tussen de kinders.
Geloof ons
Uw foto s
winnen dan
aan echtheid
vt>
'i» 'i> 'j» '1> 'i> rj* rt> rj» »J»
Dive*se typen en prijsklassen
Ford-Dealer
Tel. (01640) 3 59 10
Bredasestr. 25 - B. o. Zoom
Vert: J. Oerlemans -
(01641) 21 11.
advertentie IM
Bosstraat 40 - Tel. 3 43 68
BERGEN OP ZOOM
t
Y
T
T
T
X
T
T
Y
X
V
Zo was dan Julianadag gekomen
die altijd weer in veler harten leeft.
Wat ook de altijd wisselende wereld
aan spanning en veranderingen geeft.
Oranje is diep in het hart geborgen
waaruit een hechte eenheid is gegroeid,
waaruit vooral bij 't dringen van de tijden
een groter liefde nog is opgebloeid.
Men staat zo heel dicht bij u, Juliana
en niet alleen op een Oranjedag,
en niet alleen bij 'n feestelijk gebeuren,
en niet alleen bij 't wapperen van een vlag.
Men is bij u in 't dagelijkse leven
bij heel veel, wat er om u heen gebeurt,
dat vreugde geeft en onverwachte zorgen,
al wat uw leven licht en donker kleurt.
U ging voor ons naar vreemde, verre streken,
naar volk'ren van een heel ander ras
de televisie bracht onfc vele beelden
en liet ons zien hoe welkom u er was.
We waren trots op onze koninginne,
al is de afstand lang niet meer zo groot
de mensen staan wat dichter bij elkander
wat nuchterder, ook niet meer zo devoot.
*T»
Maar er zijn dagen, die we nooit vergeten
ze blijven altijd in het hart bewaard.
Toen eens u zelf met duidlijke ontroering
met hel'dre stem uw toekomst hebt aanvaard,
want na uw kroning sprak u deze woorden
Zo nam uw werk een zegenrijk begin:
'k Aanvaard de troon tot koningin geroepen,
maar ook als moeder van mijn huisgezin.
Moog' God u steeds zijn rijke zegen geven
U sterken bij uw dagelijkse (aak
in goede en in minder goede uren,
en altijd bezig aan een grote zaak.
Het volk ziet aan, het reikt u beide handen
zoals ze dat toch altijd heeft gedaan,
Blijft zo uw weg door onze lage landen
met onze trouw ook nu weer verder gaan.
Y
X
X
X
T
advertentie IM:
„Vier jaar lang heb ik het evangelie van de bevrtydlng by u mogen verkondigen. Van
dat evangelie zal God zelf de vruchten zoeken. Ook by u". Met die woorden besloot
ds. L. Eringa zondagavond zyn afscheidspreek ln de Gereformeerde Kerk aan de
Doelweg in Tholen. 's Morgens had hy al afscheid genomen ln PoortvHet en 's
middags in Oud-Vossemeer. Met het vertrek van ds. Eringa naar Rotterdam-
Heyplaat zitten de drie Thoolse Gereformeerde kerken - en die van Anna Jacoba-
polder al eerder - zonder predikant. Met een handdruk namen de kerkgangers
afscheid van ds. en mevr. Eringa. Daarby waren vertegenwoordigers van de ver
schillende plaatseiyke kerken en burgemeester J. E. van Boeyen. Op verzoek van de
scheidende predikant werden er geen toespraken gehouden.
In de volle kerk begon de afscheids-
dienst met orgelspel van dhr. W. C. van
Kempen en stil gebed. Na votum en
groet werd staande psalm 149 1 en 3
(berijming 1968) gezongen, waarna
gebed volgde voor de opening van Gods
Woord. De Schriftlezingen waren uit
Jesaja 5 1-7 en Openbaring 3:1-6.
Voor de prediking werd nog ps. 199 40
gezongen, waarna ds. Eringa preekte
over Mattheus 24 12 en 13 (Nieuwe
Vertaling): „En omdat de wetsverach-
ting toeneemt, zal de liefde van de
meesten verkillen. Maar wie volhardt
tot het einde, die zal behouden worden".
Ds. Eringa wees er in zijn preek op dat
de wederkomst van Christus in deze
welvaartstijd wat te veel naar de achter
grond verdwijnt. Hij vroeg zich af waar
om het officiële christendom zo weinig
rekening houdt met de jongste dag.
„Verlangen de christenen er niet naar
dat Christus wederkomt? Dat moet dan
broodnodig en radicaal veranderen.
Radicaal uitzicht op de toekomst is heel
belangrijk. De kerk is ten dóde opge
schreven als men niet uitziet naar de
grote Dag. Of denkt er liever niet aan
omdat u.het hier zo goed hebt?
Regelmatig zijn er voorspellingen van
secten over het vergaan van de wereld.
Nu wordt 1980 genoemd. Volgens een in
Londen verschenen rapport gaat de
wereld aan ziekte, uitputting van
grondstoffen e.d. ten gronde. Christus
zegt echter: Het is de laatste ure, de
eindtijd is er. Die dag komt heel onver
wachts, net als 'n dief in de nacht. Hij
zegt ons: Let op de tekenen der tijden,
opdat we ons bekeren. We moeten terug
naar God, de weg op naar het geluk,
want ook voor ons begint de tijd te
korten. Jezus komt met een aangrijpend
woord in dit hoofdstuk van Mattheus.
Er zullen heel wat erge dingen aan zijn
komst voorafgaan. Eigenlijk is elke tijd
eindtijd, want ongerechtigheid en wets-
verachting is er nu al. Dat niet hier en
daar of vandaag en gisteren, maar dat is
de geest en mentaliteit van onze wereld.
Voor de grote massa heeft God zonder
meer afgedaan. Men heeft liever drie af
goden: meer produceren, meer consu
meren en economische groei. Alle
moraal wort overboord gezet en ieder
doet maar wat ie goedvindt. We leven
tegenwoordig in een tijdperk dat ge
raffineerd interessant wordt. Men
neemt het niet meer zo nauw. Een.
afstomping van het geweten is er het
gevolg van.
Midden in die wereld van wetteloosheid
staat de gemeente van Christus, maar in
plaats dat de liefde van de christenen
uitstraalt naar anderen, is het kil en
koel. In de eerste gemeenten was er
enthousiasme in Gods kerk. Als
christen moet je je vastklampen aan
God, die altijd trouw blijft. Door het
wonder van de liefde zijn er stille
krachten in het rijk van God. Was het
maar dat we allemaal enthousiastelin
gen waren en in vuur en vlam gezet
werden door de liefde van God. Wat is
er vandaag nog van die hartelijke liefde
over? Aan de invloed van de liefdeloos
heid, wetteloosheid en zedeloosheid zijn
ook wij niet helemaal ontkomen. De
koude zakelijkheid komt ook geleidelijk
over ons. Maar Gods liefde voor u is
niet bekoeld en vergeet het nooit: We
zijn erg duur gekocht en betaald.
Na een dringende oproep komt'Jezus
met een grote belofte met uitkomst:
„Wie volhardt tot het einde, die zal be
houden worden". Vooral in onze tijd
komt het aan op ons volhouden van het
christenzijn. Het karakteristieke van het
christendom ligt ook in de herhaling, in
trouw. De liefde moet zich steeds ver
nieuwen. We moeten volhouden.
Omdat God in zijn onbegrijpelijke
liefde volhardt, daarom kunnen wij hem
tot het einde toe vasthouden, totdat de
verlossing daagt. Zonder Zijn liefde zal
het echter nooit gaan. Geeft uw hart aan
hem, want alleen dan wordt u behou
den. Wordt wakker, koude en lauwe
mensen, als u nog slaapt in uw zondig
leven, jioudt vol tot het einde toe. Het is
de moeite waard: Wie bij Jezus en Zijn
Woord blijft, krijgt de kroon des
levens", aldus ds. Eringa in zijn af
scheidspreek in de Gereformeerde Kerk
aan de Doelweg in Tholen.
In antwoord op de preek werd gezang
93 1 en 2 gezongen, waarna staande
belijdenis van het geloof werd gedaan.
Na het zingen van ps. 68 7 volgde de
dankzegging en de gebeden. Vervolgens
was er de collecte. Het slotlied was uit
gezang 82 1 en 3, waarna ds. Eringa
voor de laatste keer de zegen gaf in de
Thoolse Gereformeerde Kerk. Behalve
predikant van de Gereformeerde Kerk
in Rotterdam-Heyplaat wordt ds.
Eringa ook geestelijk verzorger van het
verpleegtehuis De Elf Ranken in
Rotterdam-Lombardijen.
Er is in de akkerbouw geen onderwerp
te noemen, dat momenteel zo in de
belangstelling staat als ziekten in de
graanteelt en de bescherming hiervan.
Dat is volkomen begrijpelijk, want de
graanteelt wordt gekonfronteerd met
schadelijke gevolgen van meeldauw,
bruine roest en afrijpingsziekten.
De keuze van resistente rassen of afzien
van de teelt van vatbare graansoorten,
gezonde graanwisseling en gebruik van
goedgekeurd zaaizaad zullen een eerste
vereiste zijn.
Daar de graanprijzen stagneren, zijn
hogere opbrengsten de enige mogelijk
heid voor een inkomstenverbetering.
In het afgelopen jaar is duidelijk
gebleken, hoeveel schade kan ontstaan
door sterke aantasting van meeldauw
en afrijpingsziekten in gerst en tarwe.
Gelukkig staat de wetenschap niet stil
en doelmatige beschermingsmiddelen
dienen zich aan. Zo kan meeldauw
worden bestreden met Thiovit, het is
goedkoop en het graan verdraagt het
middel zeer goed.
Tegen afrijpingsziekten en bruine roest
in tarwe geeft het middel Miltoxan een
goede werking.
Ook bladluizen spelen een grote rol,
daaraan zal men ook hier de nodige
aandacht moeten besteden.
Een minder giftig middel is Ekatin, het
heeft een bijzonder goede en langdurige
werking, spaart de nuttige insekten en
voorkomt opbrengstdervingen.
Formothion-Sandoz is speciaal geschikt
voor bladluisbestrijding met het
vliegtuig.
Is er reeds meeldauw aantasting
waargenomen? Men zij op zijn hoede,
want de gevreesde ziekte kan onze
graangewassen veel schade berokkenen.