Commissie Ruimtelijke Ordening Tholen wil kleine kernen blijvende bestaanskans geven desnoods met grondprijs faciliteiten de derde factor In augustus raadsvergadering verschillende aankopen saneringspercelen Tien jaar Bruynzeel Bergen op Zoom Heel wat saneringsaankopen Bufferzone Beplanting parkeerterrein Doelweg Sluitstuk Achterstraat Poortvliet Voor veertien woningen Donderdag 16 augustus 1973 EENDRACHTBODE vervolg van pag. 1 Besling-Qptiek Zwem-subsidie Autobedrijf WEST BRABANT DAF-dealer voor Bergen op Zoom e.o. Rooseveltlaan 76 BERGEN OPZOOM Tel. 34646 Woningbestand Bewust kiezen gelegenheid gebruik moeten maken. Dat zou wel heel sterk zijn en dan zou het ook een uitgemaakte zaak zijn, dat er geen behoefte aan bestaat. Mocht blijken dat wel in een behoefte wordt voorzien, dan zou de opdracht na 1973 verlengd kunnen worden. Er is al heel wat gedokterd in de laatste raadsvergadering. Het zit er nu wel in, dat de proef zal doorgaan, behoudens de gewenste vergunningen voor de busondernemer en de goedkeuring van het provinciaal bestuur. Terwijl de Thoolse administratieve ambtenaren zich waarschijnlijk inmiddels buigen of dat zeer spoedig gaan doen over de ontwerp-begroting 1974 de laatste voor de raadsverkiezingen kan de augustus raadsagenda niet spectaculair worden genoemd. Waarschijnlijk is er ook al een flinke deuk in het dienstjaar 1973 wat de beschikbare financiën betreft ontstaan. Er kan niet zo heel veel meer overblijven. Naast woningbouw zijn er enkele flinke spaanders gehakt, met name de riolering te Scherpenisse, waar inmiddels trouwens ook het dorpshuis belangrijk intern is verbeterd, de komende rioolzuiveringsinstallatie te Tholen en om nog een behoorlijke spaander te noemen, het dorpshuis te Poortvliet. Ook daar zal de eerste stap inmiddels zijn gezet. Overigens valt er in die augustusraads- vergaderingen toch nog wel iets te doen voor de raadsleden dan zich alleen maar over de ziekenhuisbus te buigen. Zo worden een aantal begrotings wijzigingen voorgelegd, die inhouden dat bepaalde plannen ook weer uitgevoerd zullen worden. In de begrotingswijziging komt voor een krediet van 73.229,40 voor het aanleggen van een bufferzone bij de provinciale weg en het bestemmingsplan Dalempolder te Tholen. Het gaat er om daar een groenzone te creeëren met een rijkssubsidie van 10.000,en 2 jaar onderhoud'door Staatsbosbeheer. Voor uitbreiding van de Chr. Nat. school te Tholen met een lokaal is eveneens een begrotingswijziging nodig. Er was meer werk dan was gedacht en een aanvulling van 4605,87 op het geraamde bedrag van 47.193,40 is nodig. De vereniging ,,De Hollandsche molen" heeft per 20 juni een gemeentelijke subsidie aangevraagd in de BRILLEN MODERN. IN ALLERLEI UITVOERINGEN Fortuinstraat 12 Bergen op Zoom restauratiekosten van de molen ,,De Jager" te Oud-Vossemeer. Het ligt in de bedoeling het herstel in twee fasen uit te voeren. Binnenkort kan worden begonnen. Er zal een totaal bedrag mee gemoeid zijn van ƒ47.671,36. De voormalige gemeente Oud-Vossemeer had in principe reeds een subsidie toegezegd tot 30 procent van de herstelkosten onder voorwaarde dat ook het rijk zou bijdragen. De minister is bereid tot een maximum van 53.117,te subsidiëren. B en w stellen de raad nu voor 30 procent van 47.672,36 voor molenrestauratie op de begroting te plaatsen of14.301,41. Bij de tweede fase kan opnieuw worden bezien of een verder subsidiëring mogelijk is. advertentie IM Ook de werkgroep „Zwemmen" te Tholen heeft een gemeentelijke bijdrage gevraagd in de kosten voor zwem- cursussen ten behoeve van de inwoners in de kernen Tholen en Oud-Vossemeer. Die cursussen worden gegeven in het zwembad „Gageldonk" te Bergen op Zoom. Er zijn thans 106 cursisten in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. B en w zijn van oordeel dat in de kosten voor zwemonderricht geen subsidie kan worden verleend. De cursisten voor het gemeentelijke zwembad te Sint Maartensdijk moeten ook zelf de kosten betalen. Bovendien moeten degenen die niet in Sint Maartensdijk wonen in Haestinge gaan zwemmen, zelf voor vervoer zorgen. Wel zijn b en w bereid, zolang het zwembad in Tholen niet klaar is, een bijdrage te geven van 30 procent in de huur van het zwembad. Daartoe moet dan een bedrag op tafel komen van 2520,—. Nu de raad heeft besloten het storten van vuil door particulieren (behalve met personenauto's gebracht afval) in het Tuttelhoekje te Scherpenisse te gaan belasten is het nodig dat een deugdelijke afrastering wordt geplaatst, dat verbods- en informatieborden worden geplaatst, dat waterleiding wordt aangelegd naar de aanwezige loods en een dagverblijf wordt geplaatst in die loods voor de controleur. De totale kosten van deze voorzieningen worden op 10.000,geraamd en dit bedrag wordt dan ook van de raad gevraagd. Voor het parkeerterrein aan de Doelweg te Tholen is een beplantingsplan opgemaakt, waarvan de totale kosten zijn geraamd op 5500,Aangezien een gedeelte in eigen beheer kan worden uitgevoerd is hiervoor een begrotings wijziging nodig van 3.500, De kleuterschool Marijke te Scherpe nisse krijgt voor schoolmeubilair en ontwikkelingsmateriaal 5.816,80. Destijds werd aan mej. M. Zwagemaker ontslag verleend als hoofdleidster aan de openbare kleuterschool te Poortvliet en kreeg mevrouw I. C. Dubois- Sluitman te Bergen op Zoom een tijdelijke benoeming vanaf 1 mei van dit jaar. De inspecteur van het kleuteronderwijs adviseert om mevrouw Dubois thans in vaste dienst te benoemen. Met de heer C. A. Dorst te Oud- Vossemeer is overeenstemming bereikt voor pachtontbinding van een perceel grond dat nodig is voor realisering van het bestemmingsplan Oost. Afwikkeling van die pachtontbinding is daardoor gewenst. Eenzelfde mogelijkheid is er met een door de heer P. van den Houten uit de Kalisbuurt 32 gepacht perceel. Er wordt ook aan andere voorontwerp- bestemmingsplannen gedokterd, voorzover er mogelijkheden zijn voor de gemeente tot eigendomverwerving. Zo is ook onderhandeld met de heer M. C. Vermeulen te Halsteren over het pand Hogeweg 29 te Sint-Maartensdijk dat ligt in het ontwerp bestemmingsplan „Achter 't Bos". Gelet op het uitgebrachte taxatierapport is de aankoopprijs voor de gemeente aanvaardbaar. Daarom wordt de raad voorgesteld tot aankoop van Hogeweg 29 te besluiten. Eenzelfde mogelijkheid is er voor aankoop van het pand Ds. de Bresstraat 25 van mevr. A. J. van Gorsel-Schot. Dit perceel ligt in het bestemmingsplan „Kom". Als sluitstuk van de eigendomsverwer ving van de bedrijfsruimten aan de Achterstraat te Poortvliet is er de mogelijkheid tot aankoop van de schuur van de heer J. A. Hage, wonende Hogedorpstraat 12. Zodra nu de gebruikers van de panden in de Achterstraat andere passende woon- dan wel bedrijfsruimten hebben betrokken kan de gemeente de Achterstraat gaan saneren. Dan kunnen ook enkele ontsierende elementen in die bebouwing worden weggenomen. De aankoop van het sluitstuk in de Achterstraat stemt overeen met het voorontwerp-bestemmings of sanerings plan „Kom" Poortvliet. Een andere aankoopmogelijkheid ligt in Tholen-stad, met name in het vQorontwerpbestemmingsplan „Stads kern Oost". De eigenaar van het perceel Venkelstraat 5 de heer J. P. Geense is bereid tot verkoop van genoemd pand over te gaan en ook hierover moet de raad dinsdagavond beslissen. B en W hebben voorts overeenstemming bereikt met de heer C. Huijbregts te Tholen over de aankoop van het bedrijfspand met erf aan de Bosstraat. Het gaat om een perceel van 500 m2. Daarop zijn voor de toekomst garage-boxen geprojecteerd. De firma Huibregts verplaatste zijn bedrijf naar Bergen op Zoom. Wellicht kan het perceel Bosstraat door de gemeente voorlopig worden gebruikt als opslagruimte voor gemeentemateriaal. Dat is nu het geval in de Verbrandestraat, maar daar zou nog een eengezinswoning gebouwd kunnen worden, waartoe zich een gegadigde aanmeldde. De voorstellen beperken zich niet alleen tot aankopen, er kan ook nog wat bouwgrond worden verkocht. De Stichting „Beter Wonen" te Tholen wil in het bestemmingsplan West te Sint-Maartensdijk 14 woningwet woningen bouwen. Nu is de grond- verkoop weliswaar naar b en w gedelegeerd, maar de raad moet wel de uitgifteprijs vaststellen. Die prijs zal een paar gulden hoger komen te liggen dan aanvankelijk was gedacht. De raad wordt daarom nu voorgesteld de uitgifteprijs te bepalen op 33,50 per m2. Eind 1971 werd van N.V. Mayfair te Sint-Maartensdijk 14.900 m2 industriegrond teruggekocht. Een deel daarvan is later weer verkocht aan het aannemersbedrijf Muller-Franke B.V. en aan de Metaal Coatin Industrie. Verder was ook Gerard H. Polderman B.V. gegadigde. Die verkoop werd wat vertraagd omdat b en w ten aanzien van opslag vaten enz. enige waarborgen wensten. Inmiddels is ook daaromtrent overeenstemming bereikt. B en W stellen dan nu ook voor om genoemde Polderman 6590 m2 industriegrond te verkopen voor 34.750,Voor de bouw van een bungalow vraagt de heer J. Quist in de Koning Haakonstraat 5 te Stavenisse een perceel grond in de Kerkstraat groot 405 m2. De uitgifteprijs werd in april 1973 bepaald op 37,20 per m2. Het perceel is echter al geruime tijd voor deze aanvrager gereserveerd, waarom het billijk wordt geacht niet meer dan 30,per m2 te vragen. Het aangaan van een geldlening van J 845.000,tegen 8 1/4 procent looptijd 25 jaar zal wellicht niet veel discussie vergen, al zit er tegenwoordig een hoge rente aan vast. In deze raadsvergadering zal ook het kwartaal-vragenuurtje worden gehouden. Advertentie IM advertentie IM In de periode 1 juli- 1 september 1963 vestigde zich het Zaandamse bedrijf Bruijnzeel in Bergen op Zoom. Vanwege het tweede lustrum gaat de directie op vrijdag 31 augustus een open avond organiseren om het publiek in de gelegenheid te stellen iets van het bedrijf aan de Wattweg te laten zien. Dat kan te meer aantrekkelijk zijn, nu in de voorafgaande middag een nieuwe showroom in gebruik genomen wordt. Tot dusver werden de produkten in de fabriek zelf tentoongesteld, maar nu heeft men een belangrijk groter en gezelliger ingerichte ruimte voor dit doel. Ook bij de vijfjarige Bergse vestiging is er een open dag gehouden, die veel publiek trok. In Bergen op Zoom werd begonnen met de potlodenfabriek, die later uitgroeide met de fabricage van balpoints en viltstiften. Daarna volgde de vloeren- fabriek en nog in het eerste vestigings jaar kwam er ook de kastenfabriek. Men werkte toen met 70 personeels leden. In de loop van 1968 kwam ook de keukenfabriek in Bergen op Zoom en toen steèg het personeelsbestand al snel tot zeshonderd, terwijl in 1968 ook nog de duizendste weknemer kon worden begroet. Nu zijn er 1150 personeelsleden in Bergen op Zoom, waardoor Bruijnzeel de grootste werkgever in het markiezaat is. In 1970 is er nog de administratie afdeling en de verkoop van keukens bijgekomen. In de beginperiode bleek het niet eenvoudig voldoende personeel aan te trekken, althans niet in de tijd van de sterkste groei. Ook nu kan nog niet altijd in de behoefte worden voorzien. Bruijnzeel kan er nog wel een 40 bijgebruiken, hetzij gediplomeerde L.T.S.ers dan wel volwassenen die in het bedrijf opgeleid kunnen worden. Er werken thans ook zestig turken en de ervaringen hiermee zijn goed. Zoals bekend is er bij dit bedrijf een bloeiende personeelsvereniging waarvan 80 tot 90 procent lid is. Men heeft een voetbalclub van twee elftallen die in de zaterdagafdeling uitkomen en daardoor ook vaak op Tholen te gast zijn, men heeft een filmliga, clubs voor vislief- hebbers, tafeltennis, pottenbakken, fotografie, hobby's miniracen en zwemmen, terwijl een autoclub in voorbereiding is. Zoals bekend is de grondlegger van Zaandamse Bruijnzeel fabrieken afkomstig uit Sint - Annaland. De Thoolse commissie ruimtelijke ordening wil de kleine woonkernen (Poortvliet, Scherpenisse en Stavenisse) zo snel mogelijk optrekken naar de mini-leefbaarheidsdrempel wat de woningvoorraad betreft. Die drempel ligt op ongeveer 500 woningen. Om het wonen en daardoor eerst het bouwen of het huren van huizen in de kleine kernen aantrekkelijker te maken, zullen we er wat voor over moeten hebben, meent de commissie, die dan ook bereid zou zijn een bouwgrondprijsdifferentiatie toe te passen. Die suggestie werd maandagavond duidelijk uit de discussie in het Thoolse stadhuis, toen daar voor de tweede maal in het openbaar de deelnota „bevolkingsgroei en woningbouw op Tholen" werd behandeld. In het nummer van 12 juli hebben we over de eerste openbare zitting en uit het desbetreffende rapport al uitvoerig cijfermateriaal gegeven. De lezers dienen er zich van bewust te zijn, dat het hierbij gaat om een discussienota, waarbij geen besluiten worden genomen de bevoegdheid hiertoe ligt bijde raad) maar wel een discussie die straks uitgangspunt zou kunnen zijn voor een toekomstig beleid ten aanzien van de woningvoorraadontwikkeling. Om een indruk te geven van de onderscheidene kernen zien we hoe de nota cijfers toont van de woningvoor raad per 1 januari 1972. Dat kwam voor Tholen-stad op 1251 huizen, Sint- Maartensdijk 870, Sint-Annaland 863, Oud-Vossemeer 563, Stavenisse 419, Poortvliet 389, en Scherpenisse 384 woningen. Voor een te voeren woningvoorraad beleid noemt de door Stad en Landschap te Rotterdam geproduceerde nota (samensteller Drs. R. Kok) drie mogelijkheden. Ten eerste: Iedere kern krijgt het aantal nieuwe huizen dat overeenkomt met het huidige aandeel in de totale woning voorraad, een dus procentsgewijze verdeling. Ten tweede: Een beleid gericht op woningbouw in een kern. Ten derde: Een beleid gericht op woningbouw alleen in Tholen en Sint- Maartensdijk. De nota maakt ook wat de bevolkingsgroei betreft, zie daartoe ook weer het nummer van 11 juli, een prognose tot 1985. Burgemeester J.E. van Boeijen liet als voorzitter van de commissie ruimtelijke ordening de drie in de nota genoemde mogelijkheden nog eens de revue passeren. Alle kernen procentuele portie geven betekent versnippering en duurder bouwen. Concentratie in een kern achtte ook hij wat te vergaand omdat er op Tholen geen uitgesproken en ver boven de rest dominerend centrum is. De derde mogelijkheid betekent ongetwijfeld een verdere verzwakking van de kleine kernen, maar biedt wellicht meer mogelijkheden tot betere centrale voorzieningen. Men kan stellen het er voor over te hebben elke kern op peil te houden, maar je komt wellicht niet zover met je totale voorzieningenpakket dan bij een sterker concentratie. Dit laatste betekent met minder geld meer kunnen doen. De vraag rijst, zo meende de heer van Boeijen, of we nog altijd niet te veel denken in het stramien van voor de herindeling, namelijk elke kern zoveel mogelijk helpen. Of moet je zeggen: Het is een gemeente. Laten we dan ook proberen zoveel mogelijk voorzieningen te krijgen. Bij een grotere spreiding een lager niveau. Het lijkt dat de leefbaarheid afhankelijk is van de ontwikkeling van alle kernen, maar is dat ook zo Men kan ergens in een kleine kern plezierig wonen in de wetenschap dat de gewenste voorzieningen toch zo dichtbij liggen, dat het geen punt vormt. Mevrouw Deurloo informeerde wat de voorzitter bedoelt met een kern onder het minimum. De burgemeester antwoordde dat het zeer moeilijk is bepaalde voorzieningen te spreiden. Nu is er op Tholen geen uitgesproken centrum, zodat het evenmin nodig is alles op een kaart te zetten. Het lid J.D. de Korte - hij bleek de mening van de commissie in grote lijnen te vertolken - verklaarde zich enthousiast voorstander om voor de kleine kernen de minimum-leefbaar heidsdrempel te halen, dus minimaal 500 woningen. Er zijn nu eenmaal in onze gemeente zeven kernen en zelfs in de Tweede Kamer is men er van uitgegaan die te handhaven. De voorzitter: Zander dat de Rijksoverheid enige bijdrage verleent om daaraan tegemoet te komen. De heer de Korte meende voorts dat de kern Sint-Maartensdijk in de nota nogal groot is gedacht. Bestaat daar inderdaad nog wel zoveel behoefte aan woningbouw Spreker wil daarachter een groot vraagteken zetten. Met name voor wat woningen betreft voor de industrie. Het gebeurt niet zelden dat men in Sint-Maartensdijk gaat werken om een zogenaamde bedrijfswoning te krijgen, maar na een poosje stapt men weg bij de Smerdiekse werkgever, die voor een huis heeft gezorgd en gaat naar Bergen op Zoom. De voorzitter meent dat men aan die vrijheid niet moet en kantornen.De heer de Korte kon de nota wel volledig volgen ten aanzien van de geplande aanwas in Tholen-stad. Deze kern ligt nu eenmaal het' dichtst bij Bergen op Zoom met meer industrie, waarvan de werknemers als ze op Tholen gaan wonen begrijpelijk eerst naar Tholen-stad uitzien voor een huis. Toch zou de commissie graag zien, zo vervolgde de heer de Korte, dat het wonen in de kleinere dorpen wordt gestimuleerd. Men wil op Tholen naar een uniforme bouwgrondprijs en dat is ook inderdaad gewenst vond de heer de Korte, maar de commissie denkt nu toch aan een voor de kleine kernen speciale bouw grondprijs. Wanneer we met de dorpen op een bepaald punt zijn aangeland, zal er geen weg terug meer mogelijk zijn. Dat moeten we voorkomen, nu het nog kan. Mevrouw Renes-van Geer onderstreepte dat de commissie het zou willen aansturen op een gemiddelde uit de drie in het rapport genoemde voorbeelden. Maar wel vooropstellend te streven naar de minimaal 500 woningen in de kleinste kernen. Daalt met het inwonertal het dienstbetoon,dan zijn die kernen straks gewoon niet meer leefbaar te krijgen. Er zijn wel voorbeelden van. Mevrouw Renes meende dat Oud-Vossemeer in het rapport nogal wat stevig wordt toebedeeld, althans volgens alternatief 1. Ze zou liever de 128 woningen aanhouden, die er voor Oud-Vossemeer opstaan in de twee andere modellen. De heren P.A. Boot en stedebouwkundige J. Keldermans waren van oordeel dat de verdere ontsluiting van Tholen voor Oud-Vossemeer wel eens een gunstige invloed zou kunnen hebben. Mevrouw Renes meende voorts dat er bij Sint- Maartensdijk en bij Sint-Annaland ook nog wel wat huizen afkunnen. Wanneer tot 1985 in die kernen zo'n 300 woningen gerealiseerd kunnen worden, lijkt het haar wel voldoende. Voor Tholen-stad zou ze inderdaad wel 540 woningen tot 1985 willen plannen. Mevrouw Deurloo informeerde of de leeftijdsopbouw van alle kernen bekend is en of die cijfers ook een mogelijke aanwijzing geven. De voorzitter antwoordde op dit moment niet over de cijfers te beschikken maar daar is wel aankomen aan. Het bevreemde de heer van Schetsen, hoe men bij alternatief 3 aan een cijfer komt van 500 woningen in Sint-Maartensdijk en 128 in Sint- Annaland. Waarop zijn die cijfers gebaseerd De voorzitter wijst er op, hoe de rapporteur in alternatief 3 uitgaat van alleen woningbouw in Tholen en Sint-Maartensdijk. Burgemeester van Boeijen acht Poortvliet nog het meest moeilijk om tot ontwikkeling te brengen, omdat die kern, zoals hij het uitdrukte, „wat minder body heeft" dan bijvoorbeeld Scherpenisse. Mevrouw Renes: Wanneer u het huidige beleid blijft voeren, dan kan men voor die kleinere kernen ook geen verwachtingen meer koesteren. De voorzitter: Vraag is hoe meer woning- animo voor die kleine kernen is te bereiken. De commissie wil dat doen met grondprijsverschillen, maar hoe zal de bevoelking van de grotere kernen daarop reageren Vinden ze het billijk, dat je in Poortvliet voor 1000,-- goedkoper (grondprijs) kan gaan bouwen dan in Sint-Maartensdijk. Dat komt dan neer op een jaarlijkse huurprijs van 100,--. Men kan zich dus ook aan de andere kant afvragen of dat een voldoende stimulans zou zijn in de kleine kern te bouwen. De heer van Schetsen meent dat dit voor eigen woningbezit toch wel van betekenis kan zijn. Hij ziet ook de onredelijkheid niet zitten, zoals de voorzitter veronderstelt, wanneer de bouwgrondprijs in de kleinere kernen lager is, want die grotere kernen hebben toch meer centrale voorzieningen en zijn als gevolg daarvan ook meer bevoorrecht. De voorzitter: Ik zit ook niet tegen de spreiding te duwen, maar wil wel graag alle kanten onder ogen zien. De heer de Korte: Men kan zich ander zijds ook afvragen, wat de schade zou zijn als we geen spreiding gaan toepassen. Mevrouw Renes: Dan ben ik bang van leeglopende kleine kernen. Er zijn daar nu nog goede scholen, laten we proberen die ook te handhaven. De voorzitter: Vraag is of genoemde middelen als een lagere grondprijs voldoende zijn tot spreiding. Wat kunnen we er verder nog aan doen. De heer de Korte was van oordeel dat de geboren en getogen bevolking op de eigen woonkern is gesteld. Indien dat niet nodig is, zal men niet zo gauw weglopen en elders gaan wonen. Zij die van buiten de streek komen zal het minder interesseren in welke kern ze terechtkomen. De voorzitter meent dat ouders bijvoorbeeld sneller zullen kiezen voor een kern met een zesklassige dan met een tweeklassige lagere school, ook al zou de afstand groter zijn naar die eerste school. Mevrouw Renes ziet het niet zitten, dat' ouders hun kinderen vanaf hun zesde jaar al op de bus zetten en denken, ziezo om half vijf zien we je wel weer. Heel anders ligt dat boven de lagere school leeftijd. Mevrouw Renes informeerde voorts nog of de geprogrammeerde woningtoewijzing werkelijk haalbaar zou zijn. De voorzitter vond, dat men zich van een al of niet voldoende woningtoewijzing beter maar niets kan aantrekken bij de beleidsbepaling. De ene tijd is het immers zus, de andere tijd zo. Mevrouw Deurloo meende dat het ook wel een goede zaak zou zijn om bij zo'n beleidsbepaling de sectie opbouwwerk van het welzijnsorgaan te betrekken. De voorzitter bleek in elk geval voldoende van de commissie gehoord te hebben om zoals hij het uitdrukte nog eens te gaan plussen en minnen en dat met commentaar dan nog eens aan de commissie voor te leggen. Voor deze avond had de commissie er geen twijfel over laten bestaan: Ze wenste een beleid van kleine kernhandhaving, niet alleen maar via woningbouw. FEUILLETON Roman door Gré de Boer Ze keek haar vroegere ondergeschikte enige tijd onderzoekend aan. Het was duidelijk, dat dit eertijds schuchtere dorpskind zich had ontwikkeld tot een min of meer zelfverzekerde jongevrouw. Ze was in deze maanden volwassen geworden. „Houd je van mijn zoon, Hennie?" Er kwam een blijde schittering in haar ogen. „Heel veel, mevrouw." „Ik had bepaalde plannen voor Harry," vervolgde ze, nadenkend. „Dat zal iedere moeder wel voor haar kinderen koesteren. Vooral als er ook 'n zoon is. Misschien wilde ik te hoog grijpen. Ik mag jullie geluk niet in de weg staan, dat zie ik nu wel in. Goed, kinderen, mijn toestemming hebben jullie. Maar met een verloving wachten we onder deze omstandigheden natuurlijk een tijdje." Hennie keek de vrouw getroffen aan. „Dank u wel, mevrouw. Het is erg lief van u." De jongen kwam naar zijn moeder en kuste haar op de wang. „Dank je, ma. Misschien vinden we nog wel een oplossing voor dat werk. En het leren." Wilburg voegde zich in het gesprek. „Te zijner tijd heb ik een vertegenwoordiger nodig. Harry is binnen afzienbare tijd achttien, dan kan hij proberen zijn rijbewijs te halen. Als hij wil, kan hij met een paar maanden bij mij in dienst komen. Rijdt hij met me mee en kan hij op deze wijze alvast leren, en dan naar een avondschool. Dat lijkt me een prima oplossing. Over het geld worden we het wel eens." Wil keek de man aan. „Dat zou wellicht een prachtige oplossing zijn, Fred." „Hoe denk je er over, Harry?" vroeg het meisje. „Ja," antwoordde de aangesprokene nadenkend, „dat lijkt me wel goed, meneer Wilburg, morgen ga ik terug naar Amsterdam en zeg mijn baan op. M'n baas zal het onder de gegeven omstandigheden kunnen begrijpen. Dan kom ik thuis, ga bij meneer Wilburg werken en neem kontakt op met een avondschool. Alleen... Hij keek naar zijn meisje, „wij zullen elkander dan veel minder zien." „Ik heb anderhalve vrije dag in de week, zei ze. „Dan kom ik wel hierheen. En misschien mag jij eens een weekeind naar Amsterdam?"" Wil knikte. „Daar is over te praten. Wie wil er eigenlijk nog koffie? Schande, door al dat gepraat vergeet ik helemaal mijn plichten." Hennie sprong op. „Blijft u maar zitten, mevrouw, ik doe het wel even." Harry volgde haar. „En ik help je." Toen de beide jongelieden weg waren, zei Olga: „Wil, wees dankbaar voor zo'n aanstaande schoondochter. Die Hennis is een schat van een meisje. En als ze van elkaar houden..." „Ze is in haar voordeel veranderd," konstateerde Wil Bosboom. „Van het dorpsmeisje is niet veel meer over, he?" Fred knikte en antwoordde: „Misschien is het wel goed geweest, Wil, dat ze beiden een poosje op eigen benen hebben gestaan. Dat kweekt verantwoordelijkheidsbesef aan en ze worden zelfstandiger. De zorgeloze scholier is veranderd in een flinke, jonge kerel, die weet wat hij wil." „Hij heeft me twee keer een postwissel gestuurd," vertelde de vrouw des huizes.beide keren vijfhonderd gulden. Verdient hij zoveel? Betalen ze in Amsterdam zulke hoge bedragen?" „Ze verdienen het samen. Wil," verduidelijkte Fred. „Waarschijnlijk hebben ze het geld beiden gegeven. Daar zie ik Hennie wel voor aan." „Ik keur zijn handelwijze nog steeds niet goed," vervolgde Wil. „Maar op de een of andere manier ben ik toch trots op hem. Omdat hij de moed had weg te gaan. En de wilskracht kon opbrengen zich in die grote stad er doorheen te slaan." ,,Wil," merkte Olgj» op, „wees blij, datje zo'n flinke zoon hebt." En daarmee was iedereen het eens. Toen Hennie afscheid nam van de oudere vrouw, hield Wil Bosboom haar hand even vast en zei op zachte toon: „Dank je wel, Hennie, voor dat geld. Die postwissels van Harry. Het is me duidelijk geworden, dat er ook een deel van jou bij was. Dat heeft me bijzonder getroffen, kind." Het meisje begon te kleuren. „Harry zei, dat u misschien in financiële moeilijkheden zat. Nou. en u bent altijd goed voor me geweest, vroeger. Dan help ik toch mee? Ik heb voor mezelf niet zoveel nodig." In een opwelling trok Wil het meisje naar zich toe en kuste haar. „Ik heb je wel eens verkeerd beoordeeld, kind. Enne... zeg geen mevrouw meer. Noem me maar moeder. Of mama. Of hoe jij wilt. Maar geen mevrouw meer." Spontaan kuste het meisje, een hoogrode kieur van blijdschap op haar gezicht, de oudere vrouw. „Dank u wel, mam... dat is... dat is..." En omdat ze haar tranen niet meer kon bedwingen, draaide ze zich om en liep vlug het huis uit. EPILOOG Harry Bosboom ontpopte zich binnen enkele maanden als een geboren vertegenwoordiger. Al heel spoedig ontdekte Fred Wilburg de commerciële kwaliteiten en capaciteiten bij de jongen. En toen Harry, enkele maanden na zijn achttiende jaar zijn rijbewijs in één keer haalde, had Wilburg op een avond een lang gesprek met hem. „Mijn vrouw en ik... we hebben geen kinderen, Harry. Dus geen opvolger in mijn bedrijf. Als je wilt, kun je me binnen een paar jaar opvolgen. Dan ga ik me geleidelijk aan terugtrekken en kan ik me wat meer gaan wijden aan mijn hobby's. Tegen die tijd zullen jij en Hennie wel trouwen. We moeten enkel nog een huis voor jullie versieren. Dat zal wel het grootste probleem vormen, maar alia, misschien hebben we in dit opzicht ook een beetje geluk." De jongen zat tegenover zijn patroon in een zijkamertje, dat de man als kantoortje gebruikte. „Dat huis zal waarschijnlijk geen probleem meer zijn, meneer Wilburg. Enfin, laat ik het maar vertellen, want ma zal er vandaag of morgen wel bij jullie mee aankomen. wil namelijk hertrouwen." Wilburg zette grote ogen op. „Wat zeg je? Daar hoor ik van op. Daar heeft Wil nooit met één woord over gesproken." „Ze vertelde het mij, enkele dagen geleden. Ik ken hem, want hij is al enkele malen bij ons thuis geweest. Ik mag hem wel. Hij is erg sympathiek en bijzonder voorkomend en lief voor ma. Ma zei me: ik wil eerst helemaal zeker zijn van mezelf." De man tegenover hem was nog altijd verrast. „Dat heeft ze dan wel goed geheim gehouden. Wie is het? Kennen wij hem?" Hij woont in Den Haag. Ma kent hem eigenlijk van vroeger, uit haar studententijd. Ze hebben samen college gelopen. Hij is advokaat en weduwnaar. Zijn kinderen zijn allen getrouwd. Voor zover ik heb kunnen nagaan, heeft hij een behoorlijke praktijk. Je komt zijn naam wel eens tegen in de ktranten. Hij schijnt een behoorlijke strafpleiter te zijn." „Hoe weet jij dat allemaal?" „O. toen hij een paar keer bij ons was geweest en ik bemerkte, dat ze beiden uitstekend met elkaar overweg konden, begon ik al zoiets te vermoeden. Toen ben ik in m'n eentje op onderzoek uitgegaan. In de eerste plaats wilde ik weten, wie mijn eventueel toekomstige stiefvader zou worden. En bovendien wilde ik er zeker van zijn, dat ma een goed huwelijk doet. Ze is nu eenmaal altijd een zekere luxe gewend geweest en daarom moet ze er niet op achteruitgaan, nietwaar?" „Heb jij dat allemaal gedaan? Dat naspeuren, bedoel ik?" De jongen knikte. „Ergens voelde ik me verantwoordelijk voor ma's welzijn." De man begon te lachen. Overeind komend, gaf hij de jongen een klap op zijn schouders. „Wel, wel, de rollen zijn omgekeerd, he? Een paar jaar geleden was het de moeder, die bezorgd was voor het welzijn van haar zoon... nu is het de zoon, die wil voorkomen, dat zijn moeder een misgok waagt met een tweede huwelijk. Dus hij kan je goedkeuring wegdragen?" „Ja. En ook die van Eline. Tussen haakjes... u hoort het toch wel een dezer dagen: Eline wil ook trouwen. Misschien heeft de wetenschap, dat ma spoedig naar Den Haag gaat, haar plan wel versneld. Hij is student en wil dokter worden. Arts zal ik maar zeggen. Ma heeft bezwaren, maar Eline heeft het nu eenmaal in haar hoofd gezet. Ze blijven na hun huwelijk studeren, want Eline heeft de smaak te pakken: die wil ook arts worden. Kinderarts." „Dus te zijner tijd hebben jullie een artsenechtpaar in de familie. Ik val van de ene verbazing in de andere." „Ja. En om dan maar weer op ons uitgangspunt terug te komen, een huis wordt geen probleem, want ma gaat na haar huwelijk in Den Haag wonen. Hij heeft een kast van een huis nabij Mariahoeve. Dat is zo'n villawijk, een eindje buiten de stad. Ma zal er best aarden. Zodra ma getrouwd is, wachten Hennie en ik ook niet lang meer. Dan gaan wij daar wonen." „En Annet?" „Die gaat uiteraard mee naar Den Haag. Oom Piet is stapel op haar en verwent m'n zusje tot en met. En omgekeerd is het oom Piet voor en oom Piet na." „Ergens kan ik Wil geen ongelijk geven. Je vader was een fijne kerel, jongen. Niemand beter dan ik weet dat.Maar je moeder kan niet met een dode leven. Ik gun haar dit nieuwe geluk van harte. Apropos, komen jullie van de week eens een avondje aan, he? Jij en Hennie? Dan gaan we samen babbelen over jullie toekomst. Nu de zaken er zo voor staan, moest jij maar gauw de hele business overnemen. Dan trek ik me terug en kunnen Olga en ik wat van het leven gaan genieten. Mij dunkt, dat hebben we wel verdiend!" einde

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1973 | | pagina 5