Commissie Ruimtelijke Ordening Tholen wil
kleine kernen blijvende bestaanskans geven
desnoods met grondprijs faciliteiten
de
derde
factor
In augustus raadsvergadering verschillende aankopen saneringspercelen
Tien jaar Bruynzeel
Bergen op Zoom
Heel wat
saneringsaankopen
Bufferzone
Beplanting
parkeerterrein Doelweg
Sluitstuk
Achterstraat Poortvliet
Voor veertien woningen
Donderdag 16 augustus 1973
EENDRACHTBODE
vervolg van pag. 1
Besling-Qptiek
Zwem-subsidie
Autobedrijf
WEST
BRABANT
DAF-dealer voor
Bergen op Zoom e.o.
Rooseveltlaan 76
BERGEN OPZOOM
Tel. 34646
Woningbestand
Bewust kiezen
gelegenheid gebruik moeten maken.
Dat zou wel heel sterk zijn en dan zou
het ook een uitgemaakte zaak zijn, dat
er geen behoefte aan bestaat. Mocht
blijken dat wel in een behoefte wordt
voorzien, dan zou de opdracht na 1973
verlengd kunnen worden.
Er is al heel wat gedokterd in de laatste
raadsvergadering. Het zit er nu wel in,
dat de proef zal doorgaan, behoudens
de gewenste vergunningen voor de
busondernemer en de goedkeuring van
het provinciaal bestuur.
Terwijl de Thoolse administratieve
ambtenaren zich waarschijnlijk
inmiddels buigen of dat zeer spoedig
gaan doen over de ontwerp-begroting
1974 de laatste voor de
raadsverkiezingen kan de augustus
raadsagenda niet spectaculair worden
genoemd. Waarschijnlijk is er ook al
een flinke deuk in het dienstjaar 1973
wat de beschikbare financiën betreft
ontstaan. Er kan niet zo heel veel meer
overblijven. Naast woningbouw zijn er
enkele flinke spaanders gehakt, met
name de riolering te Scherpenisse, waar
inmiddels trouwens ook het dorpshuis
belangrijk intern is verbeterd, de
komende rioolzuiveringsinstallatie te
Tholen en om nog een behoorlijke
spaander te noemen, het dorpshuis te
Poortvliet. Ook daar zal de eerste stap
inmiddels zijn gezet.
Overigens valt er in die augustusraads-
vergaderingen toch nog wel iets te doen
voor de raadsleden dan zich alleen maar
over de ziekenhuisbus te buigen.
Zo worden een aantal begrotings
wijzigingen voorgelegd, die inhouden
dat bepaalde plannen ook weer
uitgevoerd zullen worden. In de
begrotingswijziging komt voor een
krediet van 73.229,40 voor het
aanleggen van een bufferzone bij de
provinciale weg en het
bestemmingsplan Dalempolder te
Tholen. Het gaat er om daar een
groenzone te creeëren met een
rijkssubsidie van 10.000,en 2 jaar
onderhoud'door Staatsbosbeheer.
Voor uitbreiding van de Chr. Nat.
school te Tholen met een lokaal is
eveneens een begrotingswijziging nodig.
Er was meer werk dan was gedacht en
een aanvulling van 4605,87 op het
geraamde bedrag van 47.193,40 is
nodig.
De vereniging ,,De Hollandsche molen"
heeft per 20 juni een gemeentelijke
subsidie aangevraagd in de
BRILLEN
MODERN. IN ALLERLEI
UITVOERINGEN
Fortuinstraat 12
Bergen op Zoom
restauratiekosten van de molen ,,De
Jager" te Oud-Vossemeer. Het ligt in de
bedoeling het herstel in twee fasen uit te
voeren. Binnenkort kan worden
begonnen. Er zal een totaal bedrag mee
gemoeid zijn van ƒ47.671,36. De
voormalige gemeente Oud-Vossemeer
had in principe reeds een subsidie
toegezegd tot 30 procent van de
herstelkosten onder voorwaarde dat ook
het rijk zou bijdragen. De minister is
bereid tot een maximum van
53.117,te subsidiëren. B en w
stellen de raad nu voor 30 procent van
47.672,36 voor molenrestauratie op de
begroting te plaatsen of14.301,41. Bij
de tweede fase kan opnieuw worden
bezien of een verder subsidiëring
mogelijk is.
advertentie IM
Ook de werkgroep „Zwemmen" te
Tholen heeft een gemeentelijke bijdrage
gevraagd in de kosten voor zwem-
cursussen ten behoeve van de inwoners
in de kernen Tholen en Oud-Vossemeer.
Die cursussen worden gegeven in het
zwembad „Gageldonk" te Bergen op
Zoom. Er zijn thans 106 cursisten in de
leeftijd van 4 t/m 12 jaar.
B en w zijn van oordeel dat in de kosten
voor zwemonderricht geen subsidie kan
worden verleend. De cursisten voor het
gemeentelijke zwembad te Sint
Maartensdijk moeten ook zelf de kosten
betalen. Bovendien moeten degenen die
niet in Sint Maartensdijk wonen in
Haestinge gaan zwemmen, zelf voor
vervoer zorgen.
Wel zijn b en w bereid, zolang het
zwembad in Tholen niet klaar is, een
bijdrage te geven van 30 procent in de
huur van het zwembad. Daartoe moet
dan een bedrag op tafel komen van
2520,—.
Nu de raad heeft besloten het storten
van vuil door particulieren (behalve met
personenauto's gebracht afval) in het
Tuttelhoekje te Scherpenisse te gaan
belasten is het nodig dat een
deugdelijke afrastering wordt geplaatst,
dat verbods- en informatieborden
worden geplaatst, dat waterleiding
wordt aangelegd naar de aanwezige
loods en een dagverblijf wordt geplaatst
in die loods voor de controleur. De
totale kosten van deze voorzieningen
worden op 10.000,geraamd en dit
bedrag wordt dan ook van de raad
gevraagd.
Voor het parkeerterrein aan de Doelweg
te Tholen is een beplantingsplan
opgemaakt, waarvan de totale kosten
zijn geraamd op 5500,Aangezien
een gedeelte in eigen beheer kan worden
uitgevoerd is hiervoor een begrotings
wijziging nodig van 3.500,
De kleuterschool Marijke te Scherpe
nisse krijgt voor schoolmeubilair en
ontwikkelingsmateriaal 5.816,80.
Destijds werd aan mej. M. Zwagemaker
ontslag verleend als hoofdleidster aan
de openbare kleuterschool te Poortvliet
en kreeg mevrouw I. C. Dubois-
Sluitman te Bergen op Zoom een
tijdelijke benoeming vanaf 1 mei van
dit jaar. De inspecteur van het
kleuteronderwijs adviseert om mevrouw
Dubois thans in vaste dienst te
benoemen.
Met de heer C. A. Dorst te Oud-
Vossemeer is overeenstemming bereikt
voor pachtontbinding van een perceel
grond dat nodig is voor realisering van
het bestemmingsplan Oost. Afwikkeling
van die pachtontbinding is daardoor
gewenst. Eenzelfde mogelijkheid is er
met een door de heer P. van den Houten
uit de Kalisbuurt 32 gepacht perceel. Er
wordt ook aan andere voorontwerp-
bestemmingsplannen gedokterd,
voorzover er mogelijkheden zijn voor de
gemeente tot eigendomverwerving. Zo is
ook onderhandeld met de heer M. C.
Vermeulen te Halsteren over het pand
Hogeweg 29 te Sint-Maartensdijk dat
ligt in het ontwerp bestemmingsplan
„Achter 't Bos". Gelet op het
uitgebrachte taxatierapport is de
aankoopprijs voor de gemeente
aanvaardbaar. Daarom wordt de raad
voorgesteld tot aankoop van Hogeweg
29 te besluiten. Eenzelfde mogelijkheid
is er voor aankoop van het pand Ds. de
Bresstraat 25 van mevr. A. J. van
Gorsel-Schot. Dit perceel ligt in het
bestemmingsplan „Kom".
Als sluitstuk van de eigendomsverwer
ving van de bedrijfsruimten aan de
Achterstraat te Poortvliet is er de
mogelijkheid tot aankoop van de schuur
van de heer J. A. Hage, wonende
Hogedorpstraat 12.
Zodra nu de gebruikers van de panden
in de Achterstraat andere passende
woon- dan wel bedrijfsruimten hebben
betrokken kan de gemeente de
Achterstraat gaan saneren. Dan kunnen
ook enkele ontsierende elementen in die
bebouwing worden weggenomen. De
aankoop van het sluitstuk in de
Achterstraat stemt overeen met het
voorontwerp-bestemmings of sanerings
plan „Kom" Poortvliet.
Een andere aankoopmogelijkheid ligt in
Tholen-stad, met name in het
vQorontwerpbestemmingsplan „Stads
kern Oost". De eigenaar van het
perceel Venkelstraat 5 de heer J. P.
Geense is bereid tot verkoop van
genoemd pand over te gaan en ook
hierover moet de raad dinsdagavond
beslissen. B en W hebben voorts
overeenstemming bereikt met de heer C.
Huijbregts te Tholen over de aankoop
van het bedrijfspand met erf aan de
Bosstraat. Het gaat om een perceel van
500 m2. Daarop zijn voor de toekomst
garage-boxen geprojecteerd.
De firma Huibregts verplaatste zijn
bedrijf naar Bergen op Zoom. Wellicht
kan het perceel Bosstraat door de
gemeente voorlopig worden gebruikt als
opslagruimte voor gemeentemateriaal.
Dat is nu het geval in de
Verbrandestraat, maar daar zou nog
een eengezinswoning gebouwd kunnen
worden, waartoe zich een gegadigde
aanmeldde.
De voorstellen beperken zich niet alleen
tot aankopen, er kan ook nog wat
bouwgrond worden verkocht.
De Stichting „Beter Wonen" te Tholen
wil in het bestemmingsplan West te
Sint-Maartensdijk 14 woningwet
woningen bouwen. Nu is de grond-
verkoop weliswaar naar b en w
gedelegeerd, maar de raad moet wel de
uitgifteprijs vaststellen. Die prijs zal een
paar gulden hoger komen te liggen dan
aanvankelijk was gedacht. De raad
wordt daarom nu voorgesteld de
uitgifteprijs te bepalen op 33,50 per
m2.
Eind 1971 werd van N.V. Mayfair te
Sint-Maartensdijk 14.900 m2
industriegrond teruggekocht. Een deel
daarvan is later weer verkocht aan het
aannemersbedrijf Muller-Franke B.V.
en aan de Metaal Coatin Industrie.
Verder was ook Gerard H. Polderman
B.V. gegadigde. Die verkoop werd wat
vertraagd omdat b en w ten aanzien van
opslag vaten enz. enige waarborgen
wensten. Inmiddels is ook daaromtrent
overeenstemming bereikt. B en W
stellen dan nu ook voor om genoemde
Polderman 6590 m2 industriegrond te
verkopen voor 34.750,Voor de
bouw van een bungalow vraagt de heer
J. Quist in de Koning Haakonstraat 5 te
Stavenisse een perceel grond in de
Kerkstraat groot 405 m2. De
uitgifteprijs werd in april 1973 bepaald
op 37,20 per m2. Het perceel is echter
al geruime tijd voor deze aanvrager
gereserveerd, waarom het billijk wordt
geacht niet meer dan 30,per m2 te
vragen.
Het aangaan van een geldlening van
J 845.000,tegen 8 1/4 procent
looptijd 25 jaar zal wellicht niet veel
discussie vergen, al zit er tegenwoordig
een hoge rente aan vast.
In deze raadsvergadering zal ook het
kwartaal-vragenuurtje worden
gehouden.
Advertentie IM
advertentie IM
In de periode 1 juli- 1 september 1963
vestigde zich het Zaandamse bedrijf
Bruijnzeel in Bergen op Zoom. Vanwege
het tweede lustrum gaat de directie op
vrijdag 31 augustus een open avond
organiseren om het publiek in de
gelegenheid te stellen iets van het
bedrijf aan de Wattweg te laten zien.
Dat kan te meer aantrekkelijk zijn, nu
in de voorafgaande middag een nieuwe
showroom in gebruik genomen wordt.
Tot dusver werden de produkten in de
fabriek zelf tentoongesteld, maar nu
heeft men een belangrijk groter en
gezelliger ingerichte ruimte voor dit
doel.
Ook bij de vijfjarige Bergse vestiging is
er een open dag gehouden, die veel
publiek trok.
In Bergen op Zoom werd begonnen met
de potlodenfabriek, die later uitgroeide
met de fabricage van balpoints en
viltstiften. Daarna volgde de vloeren-
fabriek en nog in het eerste vestigings
jaar kwam er ook de kastenfabriek.
Men werkte toen met 70 personeels
leden.
In de loop van 1968 kwam ook de
keukenfabriek in Bergen op Zoom en
toen steèg het personeelsbestand al snel
tot zeshonderd, terwijl in 1968 ook nog
de duizendste weknemer kon worden
begroet. Nu zijn er 1150 personeelsleden
in Bergen op Zoom, waardoor
Bruijnzeel de grootste werkgever in het
markiezaat is.
In 1970 is er nog de administratie
afdeling en de verkoop van keukens
bijgekomen.
In de beginperiode bleek het niet
eenvoudig voldoende personeel aan te
trekken, althans niet in de tijd van de
sterkste groei. Ook nu kan nog
niet altijd in de behoefte worden
voorzien. Bruijnzeel kan er nog wel een
40 bijgebruiken, hetzij gediplomeerde
L.T.S.ers dan wel volwassenen die in het
bedrijf opgeleid kunnen worden.
Er werken thans ook zestig turken en de
ervaringen hiermee zijn goed.
Zoals bekend is er bij dit bedrijf een
bloeiende personeelsvereniging waarvan
80 tot 90 procent lid is. Men heeft een
voetbalclub van twee elftallen die in de
zaterdagafdeling uitkomen en daardoor
ook vaak op Tholen te gast zijn, men
heeft een filmliga, clubs voor vislief-
hebbers, tafeltennis, pottenbakken,
fotografie, hobby's miniracen en
zwemmen, terwijl een autoclub in
voorbereiding is.
Zoals bekend is de grondlegger van
Zaandamse Bruijnzeel fabrieken
afkomstig uit Sint - Annaland.
De Thoolse commissie ruimtelijke ordening wil de kleine woonkernen
(Poortvliet, Scherpenisse en Stavenisse) zo snel mogelijk optrekken naar de
mini-leefbaarheidsdrempel wat de woningvoorraad betreft.
Die drempel ligt op ongeveer 500 woningen. Om het wonen en daardoor eerst het
bouwen of het huren van huizen in de kleine kernen aantrekkelijker te maken,
zullen we er wat voor over moeten hebben, meent de commissie, die dan ook bereid
zou zijn een bouwgrondprijsdifferentiatie toe te passen.
Die suggestie werd maandagavond
duidelijk uit de discussie in het Thoolse
stadhuis,
toen daar voor de tweede maal in het
openbaar de deelnota „bevolkingsgroei
en woningbouw op Tholen" werd
behandeld.
In het nummer van 12 juli hebben we
over de eerste openbare zitting en uit
het desbetreffende rapport al uitvoerig
cijfermateriaal gegeven. De lezers
dienen er zich van bewust te zijn, dat
het hierbij gaat om een discussienota,
waarbij geen besluiten worden genomen
de bevoegdheid hiertoe ligt bijde raad)
maar wel een discussie die straks
uitgangspunt zou kunnen zijn voor een
toekomstig beleid ten aanzien van de
woningvoorraadontwikkeling.
Om een indruk te geven van de
onderscheidene kernen zien we hoe
de nota cijfers toont van de woningvoor
raad per 1 januari 1972. Dat kwam
voor Tholen-stad op 1251 huizen, Sint-
Maartensdijk 870, Sint-Annaland 863,
Oud-Vossemeer 563, Stavenisse 419,
Poortvliet 389, en Scherpenisse 384
woningen.
Voor een te voeren woningvoorraad
beleid noemt de door Stad en
Landschap te Rotterdam
geproduceerde nota (samensteller Drs.
R. Kok) drie mogelijkheden.
Ten eerste: Iedere kern krijgt het aantal
nieuwe huizen dat overeenkomt met het
huidige aandeel in de totale woning
voorraad, een dus procentsgewijze
verdeling. Ten tweede: Een beleid
gericht op woningbouw in een kern. Ten
derde: Een beleid gericht op
woningbouw alleen in Tholen en Sint-
Maartensdijk.
De nota maakt ook wat de
bevolkingsgroei betreft, zie daartoe ook
weer het nummer van 11 juli, een
prognose tot 1985. Burgemeester J.E.
van Boeijen liet als voorzitter van de
commissie ruimtelijke ordening de drie
in de nota genoemde mogelijkheden nog
eens de revue passeren. Alle kernen
procentuele portie geven betekent
versnippering en duurder bouwen.
Concentratie in een kern achtte ook hij
wat te vergaand omdat er op Tholen
geen uitgesproken en ver boven de rest
dominerend centrum is. De derde
mogelijkheid betekent ongetwijfeld een
verdere verzwakking van de kleine
kernen, maar biedt wellicht meer
mogelijkheden tot betere centrale
voorzieningen. Men kan stellen het er
voor over te hebben elke kern op peil te
houden, maar je komt wellicht niet
zover met je totale voorzieningenpakket
dan bij een sterker concentratie. Dit
laatste betekent met minder geld meer
kunnen doen. De vraag rijst, zo meende
de heer van Boeijen, of we nog altijd niet
te veel denken in het stramien van voor
de herindeling, namelijk elke kern
zoveel mogelijk helpen. Of moet je
zeggen: Het is een gemeente. Laten we
dan ook proberen zoveel mogelijk
voorzieningen te krijgen. Bij een grotere
spreiding een lager niveau. Het lijkt dat
de leefbaarheid afhankelijk is van de
ontwikkeling van alle kernen, maar is
dat ook zo Men kan ergens in een
kleine kern plezierig wonen in de
wetenschap dat de gewenste
voorzieningen toch zo dichtbij liggen,
dat het geen punt vormt. Mevrouw
Deurloo informeerde wat de voorzitter
bedoelt met een kern onder het
minimum. De burgemeester
antwoordde dat het zeer moeilijk is
bepaalde voorzieningen te spreiden. Nu
is er op Tholen geen uitgesproken
centrum, zodat het evenmin nodig is
alles op een kaart te zetten.
Het lid J.D. de Korte - hij bleek de
mening van de commissie in grote lijnen
te vertolken - verklaarde zich
enthousiast voorstander om voor de
kleine kernen de minimum-leefbaar
heidsdrempel te halen, dus minimaal
500 woningen. Er zijn nu eenmaal in
onze gemeente zeven kernen en zelfs in
de Tweede Kamer is men er van
uitgegaan die te handhaven.
De voorzitter: Zander dat de
Rijksoverheid enige bijdrage verleent
om daaraan tegemoet te komen. De
heer de Korte meende voorts dat de
kern Sint-Maartensdijk in de nota
nogal groot is gedacht. Bestaat daar
inderdaad nog wel zoveel behoefte aan
woningbouw Spreker wil daarachter
een groot vraagteken zetten. Met name
voor wat woningen betreft voor de
industrie. Het gebeurt niet zelden dat
men in Sint-Maartensdijk gaat werken
om een zogenaamde bedrijfswoning te
krijgen, maar na een poosje stapt men
weg bij de Smerdiekse werkgever, die
voor een huis heeft gezorgd en gaat
naar Bergen op Zoom.
De voorzitter meent dat men aan die
vrijheid niet moet en kantornen.De heer
de Korte kon de nota wel volledig volgen
ten aanzien van de geplande aanwas in
Tholen-stad. Deze kern ligt nu eenmaal
het' dichtst bij Bergen op Zoom met
meer industrie, waarvan de werknemers
als ze op Tholen gaan wonen
begrijpelijk eerst naar Tholen-stad
uitzien voor een huis. Toch zou de
commissie graag zien, zo vervolgde de
heer de Korte, dat het wonen in de
kleinere dorpen wordt gestimuleerd.
Men wil op Tholen naar een uniforme
bouwgrondprijs en dat is ook inderdaad
gewenst vond de heer de Korte, maar de
commissie denkt nu toch aan een voor
de kleine kernen speciale bouw
grondprijs. Wanneer we met de dorpen
op een bepaald punt zijn aangeland, zal
er geen weg terug meer mogelijk zijn.
Dat moeten we voorkomen, nu het nog
kan. Mevrouw Renes-van Geer
onderstreepte dat de commissie het zou
willen aansturen op een gemiddelde uit
de drie in het rapport genoemde
voorbeelden. Maar wel vooropstellend
te streven naar de minimaal 500
woningen in de kleinste kernen. Daalt
met het inwonertal het dienstbetoon,dan
zijn die kernen straks gewoon niet meer
leefbaar te krijgen. Er zijn wel
voorbeelden van. Mevrouw Renes
meende dat Oud-Vossemeer in het
rapport nogal wat stevig wordt
toebedeeld, althans volgens alternatief
1. Ze zou liever de 128 woningen
aanhouden, die er voor Oud-Vossemeer
opstaan in de twee andere modellen. De
heren P.A. Boot en stedebouwkundige
J. Keldermans waren van oordeel dat de
verdere ontsluiting van Tholen voor
Oud-Vossemeer wel eens een gunstige
invloed zou kunnen hebben. Mevrouw
Renes meende voorts dat er bij Sint-
Maartensdijk en bij Sint-Annaland ook
nog wel wat huizen afkunnen. Wanneer
tot 1985 in die kernen zo'n 300
woningen gerealiseerd kunnen worden,
lijkt het haar wel voldoende. Voor
Tholen-stad zou ze inderdaad wel 540
woningen tot 1985 willen plannen.
Mevrouw Deurloo informeerde of de
leeftijdsopbouw van alle kernen bekend
is en of die cijfers ook een mogelijke
aanwijzing geven. De voorzitter
antwoordde op dit moment niet over de
cijfers te beschikken maar daar is wel
aankomen aan. Het bevreemde de heer
van Schetsen, hoe men bij alternatief 3
aan een cijfer komt van 500 woningen
in Sint-Maartensdijk en 128 in Sint-
Annaland. Waarop zijn die cijfers
gebaseerd De voorzitter wijst er op,
hoe de rapporteur in alternatief 3
uitgaat van alleen woningbouw in
Tholen en Sint-Maartensdijk.
Burgemeester van Boeijen acht
Poortvliet nog het meest moeilijk om tot
ontwikkeling te brengen, omdat die
kern, zoals hij het uitdrukte, „wat
minder body heeft" dan bijvoorbeeld
Scherpenisse.
Mevrouw Renes: Wanneer u het huidige
beleid blijft voeren, dan kan men voor
die kleinere kernen ook geen
verwachtingen meer koesteren. De
voorzitter: Vraag is hoe meer woning-
animo voor die kleine kernen is te
bereiken. De commissie wil dat doen
met grondprijsverschillen, maar hoe zal
de bevoelking van de grotere kernen
daarop reageren Vinden ze het billijk,
dat je in Poortvliet voor 1000,--
goedkoper (grondprijs) kan gaan
bouwen dan in Sint-Maartensdijk. Dat
komt dan neer op een jaarlijkse
huurprijs van 100,--. Men kan zich dus
ook aan de andere kant afvragen of dat
een voldoende stimulans zou zijn in de
kleine kern te bouwen. De heer van
Schetsen meent dat dit voor eigen
woningbezit toch wel van betekenis kan
zijn. Hij ziet ook de onredelijkheid niet
zitten, zoals de voorzitter veronderstelt,
wanneer de bouwgrondprijs in de
kleinere kernen lager is, want die
grotere kernen hebben toch meer
centrale voorzieningen en zijn als gevolg
daarvan ook meer bevoorrecht.
De voorzitter: Ik zit ook niet tegen de
spreiding te duwen, maar wil wel graag
alle kanten onder ogen zien. De heer de
Korte: Men kan zich ander zijds ook
afvragen, wat de schade zou zijn als we
geen spreiding gaan toepassen.
Mevrouw Renes: Dan ben ik bang van
leeglopende kleine kernen. Er zijn daar
nu nog goede scholen, laten we
proberen die ook te handhaven. De
voorzitter: Vraag is of genoemde
middelen als een lagere grondprijs
voldoende zijn tot spreiding. Wat
kunnen we er verder nog aan doen. De
heer de Korte was van oordeel dat de
geboren en getogen bevolking op de
eigen woonkern is gesteld. Indien dat
niet nodig is, zal men niet zo gauw
weglopen en elders gaan wonen. Zij die
van buiten de streek komen zal het
minder interesseren in welke kern ze
terechtkomen. De voorzitter meent dat
ouders bijvoorbeeld sneller zullen
kiezen voor een kern met een
zesklassige dan met een tweeklassige
lagere school, ook al zou de afstand
groter zijn naar die eerste school.
Mevrouw Renes ziet het niet zitten, dat'
ouders hun kinderen vanaf hun zesde
jaar al op de bus zetten en denken, ziezo
om half vijf zien we je wel weer. Heel
anders ligt dat boven de lagere school
leeftijd. Mevrouw Renes informeerde
voorts nog of de geprogrammeerde
woningtoewijzing werkelijk haalbaar
zou zijn. De voorzitter vond, dat men
zich van een al of niet voldoende
woningtoewijzing beter maar niets kan
aantrekken bij de beleidsbepaling. De
ene tijd is het immers zus, de andere tijd
zo. Mevrouw Deurloo meende dat het
ook wel een goede zaak zou zijn om bij
zo'n beleidsbepaling de sectie
opbouwwerk van het welzijnsorgaan te
betrekken. De voorzitter bleek in elk
geval voldoende van de commissie
gehoord te hebben om zoals hij het
uitdrukte nog eens te gaan plussen en
minnen en dat met commentaar dan
nog eens aan de commissie voor te
leggen. Voor deze avond had de
commissie er geen twijfel over laten
bestaan: Ze wenste een beleid van kleine
kernhandhaving, niet alleen maar via
woningbouw.
FEUILLETON
Roman door Gré de Boer
Ze keek haar vroegere ondergeschikte enige tijd onderzoekend aan. Het
was duidelijk, dat dit eertijds schuchtere dorpskind zich had ontwikkeld
tot een min of meer zelfverzekerde jongevrouw. Ze was in deze maanden
volwassen geworden.
„Houd je van mijn zoon, Hennie?"
Er kwam een blijde schittering in haar ogen. „Heel veel, mevrouw."
„Ik had bepaalde plannen voor Harry," vervolgde ze, nadenkend. „Dat
zal iedere moeder wel voor haar kinderen koesteren. Vooral als er ook 'n
zoon is. Misschien wilde ik te hoog grijpen. Ik mag jullie geluk niet in de
weg staan, dat zie ik nu wel in. Goed, kinderen, mijn toestemming
hebben jullie. Maar met een verloving wachten we onder deze
omstandigheden natuurlijk een tijdje."
Hennie keek de vrouw getroffen aan. „Dank u wel, mevrouw. Het is erg
lief van u."
De jongen kwam naar zijn moeder en kuste haar op de wang. „Dank je,
ma. Misschien vinden we nog wel een oplossing voor dat werk. En het
leren."
Wilburg voegde zich in het gesprek. „Te zijner tijd heb ik een
vertegenwoordiger nodig. Harry is binnen afzienbare tijd achttien, dan
kan hij proberen zijn rijbewijs te halen. Als hij wil, kan hij met een paar
maanden bij mij in dienst komen. Rijdt hij met me mee en kan hij op deze
wijze alvast leren, en dan naar een avondschool. Dat lijkt me een prima
oplossing. Over het geld worden we het wel eens."
Wil keek de man aan. „Dat zou wellicht een prachtige oplossing zijn,
Fred."
„Hoe denk je er over, Harry?" vroeg het meisje.
„Ja," antwoordde de aangesprokene nadenkend, „dat lijkt me wel goed,
meneer Wilburg, morgen ga ik terug naar Amsterdam en zeg mijn baan
op. M'n baas zal het onder de gegeven omstandigheden kunnen begrijpen.
Dan kom ik thuis, ga bij meneer Wilburg werken en neem kontakt op met
een avondschool. Alleen... Hij keek naar zijn meisje, „wij zullen elkander
dan veel minder zien."
„Ik heb anderhalve vrije dag in de week, zei ze. „Dan kom ik wel
hierheen. En misschien mag jij eens een weekeind naar Amsterdam?""
Wil knikte. „Daar is over te praten. Wie wil er eigenlijk nog koffie?
Schande, door al dat gepraat vergeet ik helemaal mijn plichten."
Hennie sprong op. „Blijft u maar zitten, mevrouw, ik doe het wel even."
Harry volgde haar. „En ik help je."
Toen de beide jongelieden weg waren, zei Olga: „Wil, wees dankbaar voor
zo'n aanstaande schoondochter. Die Hennis is een schat van een meisje.
En als ze van elkaar houden..."
„Ze is in haar voordeel veranderd," konstateerde Wil Bosboom. „Van het
dorpsmeisje is niet veel meer over, he?"
Fred knikte en antwoordde: „Misschien is het wel goed geweest, Wil, dat
ze beiden een poosje op eigen benen hebben gestaan. Dat kweekt
verantwoordelijkheidsbesef aan en ze worden zelfstandiger. De zorgeloze
scholier is veranderd in een flinke, jonge kerel, die weet wat hij wil."
„Hij heeft me twee keer een postwissel gestuurd," vertelde de vrouw des
huizes.beide keren vijfhonderd gulden. Verdient hij zoveel? Betalen ze
in
Amsterdam zulke hoge bedragen?"
„Ze verdienen het samen. Wil," verduidelijkte Fred. „Waarschijnlijk
hebben ze het geld beiden gegeven. Daar zie ik Hennie wel voor aan."
„Ik keur zijn handelwijze nog steeds niet goed," vervolgde Wil. „Maar op
de een of andere manier ben ik toch trots op hem. Omdat hij de moed had
weg te gaan. En de wilskracht kon opbrengen zich in die grote stad er
doorheen te slaan."
,,Wil," merkte Olgj» op, „wees blij, datje zo'n flinke zoon hebt."
En daarmee was iedereen het eens.
Toen Hennie afscheid nam van de oudere vrouw, hield Wil Bosboom haar
hand even vast en zei op zachte toon: „Dank je wel, Hennie, voor dat geld.
Die postwissels van Harry. Het is me duidelijk geworden, dat er ook een
deel van jou bij was. Dat heeft me bijzonder getroffen, kind."
Het meisje begon te kleuren. „Harry zei, dat u misschien in financiële
moeilijkheden zat. Nou. en u bent altijd goed voor me geweest, vroeger.
Dan help ik toch mee? Ik heb voor mezelf niet zoveel nodig."
In een opwelling trok Wil het meisje naar zich toe en kuste haar. „Ik heb
je wel eens verkeerd beoordeeld, kind. Enne... zeg geen mevrouw meer.
Noem me maar moeder. Of mama. Of hoe jij wilt. Maar geen mevrouw
meer."
Spontaan kuste het meisje, een hoogrode kieur van blijdschap op haar
gezicht, de oudere vrouw. „Dank u wel, mam... dat is... dat is..." En
omdat ze haar tranen niet meer kon bedwingen, draaide ze zich om en
liep vlug het huis uit.
EPILOOG
Harry Bosboom ontpopte zich binnen enkele maanden als een geboren
vertegenwoordiger. Al heel spoedig ontdekte Fred Wilburg de
commerciële kwaliteiten en capaciteiten bij de jongen. En toen Harry,
enkele maanden na zijn achttiende jaar zijn rijbewijs in één keer haalde,
had Wilburg op een avond een lang gesprek met hem. „Mijn vrouw en
ik... we hebben geen kinderen, Harry. Dus geen opvolger in mijn bedrijf.
Als je wilt, kun je me binnen een paar jaar opvolgen. Dan ga ik me
geleidelijk aan terugtrekken en kan ik me wat meer gaan wijden aan mijn
hobby's. Tegen die tijd zullen jij en Hennie wel trouwen. We moeten enkel
nog een huis voor jullie versieren. Dat zal wel het grootste probleem
vormen, maar alia, misschien hebben we in dit opzicht ook een beetje
geluk."
De jongen zat tegenover zijn patroon in een zijkamertje, dat de man als
kantoortje gebruikte. „Dat huis zal waarschijnlijk geen probleem meer
zijn, meneer Wilburg. Enfin, laat ik het maar vertellen, want ma zal er
vandaag of morgen wel bij jullie mee aankomen. wil namelijk
hertrouwen."
Wilburg zette grote ogen op. „Wat zeg je? Daar hoor ik van op. Daar
heeft Wil nooit met één woord over gesproken."
„Ze vertelde het mij, enkele dagen geleden. Ik ken hem, want hij is al
enkele malen bij ons thuis geweest. Ik mag hem wel. Hij is erg sympathiek
en bijzonder voorkomend en lief voor ma. Ma zei me: ik wil eerst helemaal
zeker zijn van mezelf."
De man tegenover hem was nog altijd verrast. „Dat heeft ze dan wel goed
geheim gehouden. Wie is het? Kennen wij hem?"
Hij woont in Den Haag. Ma kent hem eigenlijk van vroeger, uit haar
studententijd. Ze hebben samen college gelopen. Hij is advokaat en
weduwnaar. Zijn kinderen zijn allen getrouwd. Voor zover ik heb kunnen
nagaan, heeft hij een behoorlijke praktijk. Je komt zijn naam wel eens
tegen in de ktranten. Hij schijnt een behoorlijke strafpleiter te zijn."
„Hoe weet jij dat allemaal?"
„O. toen hij een paar keer bij ons was geweest en ik bemerkte, dat ze
beiden uitstekend met elkaar overweg konden, begon ik al zoiets te
vermoeden. Toen ben ik in m'n eentje op onderzoek uitgegaan. In de
eerste plaats wilde ik weten, wie mijn eventueel toekomstige stiefvader zou
worden. En bovendien wilde ik er zeker van zijn, dat ma een goed
huwelijk doet. Ze is nu eenmaal altijd een zekere luxe gewend geweest en
daarom moet ze er niet op achteruitgaan, nietwaar?"
„Heb jij dat allemaal gedaan? Dat naspeuren, bedoel ik?"
De jongen knikte. „Ergens voelde ik me verantwoordelijk voor ma's
welzijn."
De man begon te lachen. Overeind komend, gaf hij de jongen een klap op
zijn schouders. „Wel, wel, de rollen zijn omgekeerd, he? Een paar jaar
geleden was het de moeder, die bezorgd was voor het welzijn van haar
zoon... nu is het de zoon, die wil voorkomen, dat zijn moeder een misgok
waagt met een tweede huwelijk. Dus hij kan je goedkeuring wegdragen?"
„Ja. En ook die van Eline. Tussen haakjes... u hoort het toch wel een dezer
dagen: Eline wil ook trouwen. Misschien heeft de wetenschap, dat ma
spoedig naar Den Haag gaat, haar plan wel versneld. Hij is student en wil
dokter worden. Arts zal ik maar zeggen. Ma heeft bezwaren, maar Eline
heeft het nu eenmaal in haar hoofd gezet. Ze blijven na hun huwelijk
studeren, want Eline heeft de smaak te pakken: die wil ook arts worden.
Kinderarts."
„Dus te zijner tijd hebben jullie een artsenechtpaar in de familie. Ik val
van de ene verbazing in de andere."
„Ja. En om dan maar weer op ons uitgangspunt terug te komen, een huis
wordt geen probleem, want ma gaat na haar huwelijk in Den Haag wonen.
Hij heeft een kast van een huis nabij Mariahoeve. Dat is zo'n villawijk, een
eindje buiten de stad. Ma zal er best aarden. Zodra ma getrouwd is,
wachten Hennie en ik ook niet lang meer. Dan gaan wij daar wonen."
„En Annet?"
„Die gaat uiteraard mee naar Den Haag. Oom Piet is stapel op haar en
verwent m'n zusje tot en met. En omgekeerd is het oom Piet voor en oom
Piet na."
„Ergens kan ik Wil geen ongelijk geven. Je vader was een fijne kerel,
jongen. Niemand beter dan ik weet dat.Maar je moeder kan niet met een
dode leven. Ik gun haar dit nieuwe geluk van harte. Apropos, komen jullie
van de week eens een avondje aan, he? Jij en Hennie? Dan gaan we samen
babbelen over jullie toekomst. Nu de zaken er zo voor staan, moest jij
maar gauw de hele business overnemen. Dan trek ik me terug en kunnen
Olga en ik wat van het leven gaan genieten. Mij dunkt, dat hebben we wel
verdiend!"
einde