Knappe restauratie
St.-Annalandse molen
evers
Stel voor afsluiting Oosterschelde
onderzoek in naar verdronken
Van het Streekmuseumbestuur
Reimerswaal
Woonwagenbewoners betrapt
op verboden wapenbezit
de
derde
factor
&C.
Ziekenhuis Lievensberg
wacht nog op 100 bedden
OPRUIMING
Rijwiel-tourclub
gaat van start
KAA BEE
Têrhorsl-
VLOERBEDEKKING
GRATIS GELEGD
Autobedrijf
WEST
BRABANT
Geen fabelachtige bloei
Terrein nu beschermen
Doe Uw voordeel in onze
Donderdag 26 juli 1973
EENDRACHTBODE
5
Al twee
nieuwe wieken
Geld is nu op
S.A.O.-werkgroep na twee campagnes op Speelmansplaat:
DAF-dealer voor
Bergen op Zoom e.o.
Rooseveltlaan 76
BERGEN OPZOOM
Tel. 34646
Tholen en Sint-Philipsland
Van Tholen over dam naar Sint-Philipsland gevlucht
KOOPJES IN ALLE AFDELINGEN
Dames - en Herenkonfektie
Kremerstraat 11-13
B.o.Zoom
kelder boetiek
suede en nappa
kleding
zuivektraat 17
bergen op zoom
Binnen het jaar heeft de Sint-
Annalandse molen „De vier winden" in
de omgeving van het bejaardencentrum
De Schutse een heel ander aanzien
gekregen. Dit dank zij de eigenaar en
oud-molenaar L. A. Verhage uit Poort
vliet. Nadat de voormalige eigenaar G.
J. Breas al enkele jaren geleden deze
molen had verkocht aan de heer Ver
hage, die ook in ztyn woonplaats Poort
vliet molenbezitter is, werd het verval
van de Sint-Annalandse molen steeds
groter. Ze leek gedoemd tot verdwijnen.
Ontdaan van wieken, verveloos en een
steeds snellere verkrotting betekende
weinig perspectief om de overigens wel
op een mooi punt van het dorp staande
molen te kunnen bewaren. De voor
malige gemeente Slnt-Annaland zag
daartoe geen financiële mogelijkheid,
na al een zestig mille in de oude molen
te hebben gestoken.
Tevoren had de plaatselijke midden
standsvereniging al een poging gedaan
wat extra aandacht op noodzakelijke
restauratie te vestigen door de baten van
een winkelweek voor te reserveren.
Aanvankelijk leek het allemaal
tevergeefs te zijn, tot molenaar Verhage
toe was aan zijn pensionering. Met nog
volop energie en liefde voor zijn molens.
Hij begon in Poortvliet aan het op
knappen van zijn molen en toen hij zich
in Sint-Annaland het ruggesteuntje wist
van de middenstandsvereniging waren
ook daar nu ongeveer een jaar geleden
de eerste herstelwerkzaamheden aan
„De Vier Winden".
Het resultaat na een jaar mag ver
bluffend worden genoemd voor een één-
mansrestaurateur, waarbij bovendien
een gedeelte van de wintermaanden aan
het buitenwerk nog heel weinig te doen
valt.
De vier Winden kreeg al voor een groot
deel zijn oude luister terug. De bijdrage
uit de winkelactie betekende voor de
heer Verhage ook de mogelijkheid om
de wieken te herstellen, dat wil zeggen
dat het voorlopig tot twee wieken
beperkt moest blijven. Immers, de zaak
waar het bij een molenwiek vooral om
draait is de roe, een duur stuk
plaatwerk, waaraan de roeboorden en
het raamwerk voor het zeil bevestigd
moeten worden.
Nieuwe ramen worden aangebracht ook
daar waar ze eerder al waren uitgehaald
en dichtgemetseld. Houtwerk werd
provisorisch hersteld en de molenkop
verbeterd. Het draaiwerk moest volledig
worden vernieuwd evenals de galerij.
Daarbij een grondige verfbeurt.
Molenaar Verhage heeft het alles in een
jaar voor elkaar gekregen. De hem
enkele maanden geleden verleende
onderscheiding bij het jubileum van de
vereniging „De Nederlandse molen" is
wel volop verdiend, als men nagaat wat
deze moleneigenaar in een jaar op zijn
eentje weet te presteren.
Afgelopen zaterdag was er een officiële
proefdraai in tegenwoordigheid van een
paar afgevaardigden van het Sint-
Annalandse middenstandsbestuur.
Daarbij kon worden vastgesteld dat de
restauratie zich niet had beperkt tot het
exterieur, maar dat ook aan het
inwendige het nodige is gedaan.
Niemand beter dan de bewoners van De
Schutse hebben die eenmansrestauratie
kunnen volgen. Zij hebben er ook nog
het meeste plezier van nu het uitzicht op
De Vier Winden zo belangrijk is ver
beterd.
Misschien dat de heer Verhage nog even
verder gaat door ook het gedeelte onder
de galerij op te verven, maar dan moet
hij er wel mee stoppen. Naast de ruim
duizend gulden van de middenstands-
vereniging heeft hij er nu zelf wel onge
veer zes mille ingestoken, nog afgezien
dan van de vele onbetaalde uren, die hij
maar op de post „liefhebberij" boekt.
Voor restauratie van de andere twee
wieken, wat met name ingrijpend
herstel van de staalplatenroe zou
betekenen, zullen er eerst weer finarv.
ciën moeten zijn. Het is nog onbekend
uit welke bronnen daartoe geput zal
moeten worden. Enthousiaste inwoners
van De Schutse hebben al overwogen
een soort bazar te organiseren, maar
dan zal men meer publiek moeten
hebben dan de bewoners zelf. In
hoeverre ook van gemeentewege nog wat
Twee van de vier molenwieken van De Vier Winden te Sint-Annaland zfln weer in
ere hersteld. De molen draait weer. Dank zij de energieke aanpak van eigenaar L. A.
Verhage en de steun van de plaatselijke middenstands vereniging. Een beeld van wat
al gerestaureerd kon worden.
Advertentie IM
Dezer dagen is voor Tholen en Sint-
Philipsland een nieuwe sportvereniging
opgericht: een rijwiel- en tourclub. Doel
is op zondagmorgen en eventueel 's
avonds door de week fietstochten op het
eiland Tholen te houden. Steeds meer
mensen trimmen per fiets. Iedereen die
belangstelling heeft voor de Tourclub
'73, kan zich opgeven bij W. Spikker,
Molenstraat 80, tel.01667-630 of P.
Roggeband, C. Frankenstraat 19, tel.
01667-364 beiden in Oud-Vossemeer.
Er zijn al tien leden.
mogelijk is, zou mogelijk via een
desbetreffend verzoek van de eigenaar
duidelijk worden. Kan nog eens een
winkelactie voor dit doel worden
gehouden?
Of zijn er enthousiaste inwoners, die
hiervoor wel iets over hebben. Elke
bijdrage zou welkom zijn en kan via de
Rabobank op de rekening van de
middenstandsvereniging worden over
gemaakt met vermelding „voor molen".
Dan komt het wel op zijn bestemming.
Voorlopig kan Sint-Annaland oud-
molenaar Verhage alleen maar bij
zonder erkentelijk zijn, voor wat in een
jaar aan De Vier Winden is gepresteerd.
Evenals de middenstandsvereniging, die
toch het gewenste aanzetje gaf. Nu het
al zover kon komen, is er ook een goede
kans dat de afwerking kan worden ver
volgd. Dat is het na het al gepresteerde
volop waard.
ALLE SOORTEN
Bosstraat 40 - Tel. 3 43 68
BERGEN OP ZOOM
advertentie IM
Hoewel er mét voortva
rendheid is gewerkt, is de zo
noodzakelijke uitbreiding van het
ziekenhuis Lievensberg in Bergen op
Zoom met honderd bedden niet verder
van de grond gekomen dan de
goedgekeurde bouwplannen door het
ministerie van volksgezondheid en
milieuhygiëne. In hoeverre een
bouwstop een aanvaardbaar beleid
inhoudt, is niet duideftjk. Ieder jaar dat
gewacht moet worden, maakt de bouw
10 a 15 duurder en veroorzaakt by de
start reeds een hogere prijs per bed.
Dat schrijft voorzitter W.N.C. de Haas
in het eerste verslag van de stichting
ziekenhuis Lievensberg te Bergen op
Zoom. Dit omvat de periode 28 juni
1968, toen Lievensberg geopend werd,
tot en met 1972. Er wordt nog aan
herinnerd, dat het een wijs besluit was
dat getuigde van visie op de toekomst
van de beide toenmalige besturen, dat
de Stichting Katholiek Ziekenhuis
Lievensberg en de Stichting Protestants-
Christelijk Ziekenhuis samen gingen.
Een verantwoord medisch en
economisch beleid van twee kleine
ziekenhuizen in Bergen op Zoom was
ook geen haalbare kaart. De directe
consequentie van het samengaan van
Voortaan geen berichten meer van de
streekmuseumcommissie, maar van het
bestuur streekmuseum, want de
statuten zijn thans koninklijk goed
gekeurd.
Het ledental blijft rustig stijgen met
enkele leden per week en bedraagt nu
174. Daarvan 50 uit Tholen, 29
Poortvliet, 9 Scherpenisse, 21 Sint
Maartensdijk, 8 Stavenisse, 14 Sint
Annaland, 16 Oud-Vossemeer, 7 Sint
Philipsland, 18 van buiten de streek en
2 in het buitenland.
Van deze leden heeft bijna de helft nu
uit eigen beweging de contributie 10,-
gestort bij de Rabobank te Poortvliet.
De giro van deze bank is 38.55.62.
Willen de andere leden dit goede
voorbeeld spoedig volgen. Mogelijk
wachten ze op een kwitantie, maar dat
brengt het bestuur weer extra kosten,
terwijl ze liever de contributie tenvolle
wil besteden voor het doel, waarvoor de
leden bijdragen. Giften in natura en
bruikleen benevens toezeggingen
werden inmiddels ontvangen van W.L.
Blindenbach, Sint Maartensdijk,
Fam. J. Mosselman-Elenbaas en
Fam.Kugel-Swart uit Poortvliet,
Fam. J. E. van Gorsel- van
Nieuwenhuizen en Fam.H.van Gorsel-
van Westen uit Tholen,P.Lindhout en
mevr.Bras-Kloet uit Sint Maartensdijk
en uit Sint-Philipsland en uit Anna
Jacobapolder van de volgende adressen:
H.Timmers, M.C. van Dijke, C.
Neele, G.P.A. v. Nieuwenhuijzen,
J.Ligtendag.A.C. Wisse, C.J. van Strien,
C.van Strien, J. van Hoeve, mevr.
Vogelaar-Francois, mevr.P.Vogelaar en
Mevr. Neele.
Verder ook nog van mevr. Polderman-
Rijstenbil uit Oud-Vossemeer en
fam.A.Burgers te St.-Annaland. Heeft
misschien een der winkelbedrijven in de
streek een of meerdere niet-gebruikte
etalagepoppen voor ons met het oog op
de in te richten gecostumeerde
kamer?Wij houden ons aanbevolen,
evenals voor oud kinderspeelgoed,
spelletjes en prentenboeken, waarin wij
nog zeer schaars zijn voorzien.
Met de opbouw van een kleine
openingstentoonstelling eind september
zijn wij thans begonnen. Het
openluchtmuseum te Arnhem zegde in
bruikleen toe een maquette van een
meestoof.
Tot zover weer de mededelingen van en
rorid het streekmuseum.
advertentie IM
beide stichtingen in één ziekenhuis was
echter wel, dat Lievensberg met 359
bedden in haar totaliteit te klein bleek.
Een uitbreiding met ongeveer honderd
bedden, een grotere polikliniek en een
afdeling voor spoedgevallen, bleken
dringende eisen die een goede medische
verzorging stelt. In 1971 werd de
uitbreiding van de polikliniek, de
afdeling voor spoedgevallen en de
revalidatie-afdeling in gebruik
genomen. De zo noodzakelijke
beddenvleugel is er echter nog niet.
In de Stichting ziekenhuis Lievensberg
zit uit onze streek alleen notaris W.L.
Blindenbach uit Sint-Maartensdijk in
het bestuur. In 1972 werden er van het
eiland Tholen 1177 patiënten in
Lievensberg opgenomen, dat is 14.7%
van het totaal opgenomen patiënten van
het Bergse ziekenhuis.
In 1968 waren die cijfers 491 en 13.9%,
in 1969 1097 en 15.2%, in 1970 1124 en
14.8% en in 1971 1173 en 15.5%. Van
Sint-Philipsland werden er vorig jaar 90
mensen in Lievensberg opgenomen of
1.1% van het totaal aantal opgenomen
patiënten. In 1968 was dat 48 en 1.4%,
in 1969 93 en 1.3%, in 1970 131 en
1.7%, en in 1971 113 en 1.5%.
Op 31 december 1972 bestond het
personeel van Lievensberg uit 501
mensen. De tarieven op 1-10-
1972 waren/220,15 per dag voor klasse
1168,25 voor klasse 2, 128,85 voor
klasse 3 en 59,85 voor zuigelingen.
De exploitatiekosten waren in 1972
134,34 per verpleegdag bestaan uit
75,38 nersoneelskosten, 4,52 voeding,
6,44 medische middelen en
onderzoeken derden, 5,60 onderhoud
en aanvulling inventaris en vaste activa,
35,53 afschrijving interest en 6,87
overige kosten.
Samenstelling van de Medische staf op
31 december 1972.
Anaesthesiologie L. SCHRIPSEMA
R. v. STEENSEL
Apotheek MEJ. DRS. C.V. DE BRUIN
Chirurgie J.H. VAN EYCK
DR. F. VAAS
Dermatologie DR. J.C.M. GROSFELD
A.G.S. VAN RAMSHORST
Gynaecologie C.L. PLASMAN
C. HOHNER
Interne Geneeskunde H.J. BEKKERS
J.P. GOOSSENS
G.C.J.H. WILBERTS
K.N.O. ziekten H.C. BISSCHOP
DR. G.J.M. VAN OPPENRAAY
Kindergeneeskunde J. VAN MIERT
Klinische Chemie
DR.J.C.A.MIGHORST
Neurologie DR. TH. B. GEBBINK
F.J.M. KUPPERS
Oogheelkunde WGM VAN DER VALK
J.J. VOGELAAR
Orthopaedie R. DIKLAND
S.H.THIO
Pathologische Anatomie DR. A.K. VOS
Radiologie F.M. VAN GENT
Revalidatie R.A.J. RIJKEN
Urologie H.C. PULL
Na twee zomercampagnes laat de werk
groep voor submarine archeologisch
onderzoek van de Nederlandse Jeugd
bond ter bestudering van de geschie
denis de resten van de Verdronken Stad
Reimerswaal rusten. Zij dringt er wel
met klem op aan, voor de afsluiting van
de Oosterschelde een professioneel
onderzoek in te stellen in het
Verdronken land van Zuid-Beveland.
Daarna zal Reimerswaal namelijk
waarschyniyk voor goed onbereikbaar
worden voor de archeologen. De werk
groep schryft dat in het onlangs ver
schenen rapport over de werkzaam
heden op de Speelmansplaat, ten zuiden
van Tholen.
In 1971 begon de S.A.O.-werkgroep
haar onderzoek naar de verdronken
stad Reimerswaal, waarbij de hoeve
Vermuyden aan de Kettingdijk in
Tholen als verblijfplaats fungeerde. Uit
een onderzoek van vrijwel alle over
Reimerswaal verschenen literatuur
kreeg men een beeld van de gangbare
opvattingen over de geschiedenis van de
stad,. Van het ontstaan in de 12e eeuw
via de handelsprivileges in de 14e eeuw
en het stadsrecht in 1375, de bloei
periode in de 15e eeuw tot de lange
martelgang van neergang. Die ving aan
met de grote overstromingen van 1530
en 1532, waardoor oostelijk Zuid-Beve
land voor goed in de golven verdween,
en eindigde in 1631 met het definitief
verlaten van de stad door de bevolking.
Met de kaart van Jacob van Deventer
werd op de plaats waar Reimerswaal
eens lag, gezocht naar aanknopings
punten met het doel iets van de platte
grond van de stad terug te vinden. In
eerste instantie lukte dit niet - de groep
had erg veel tegenslagen - maar de
vondsten rechtvaardigden toch wel een
verder onderzoek, dat in de zomer van
1972 plaats vond.
In het kader van een universitaire
scriptie over de economische toestand
van Zeeland in de 16e eeuw kon Judith
Schuyf de economische toestand van
Reimerswaal wat nauwkeuriger onder
de loep nemen. Uit deze gegevens blijkt
niets van een fabelachtige bloei, zoals
die altijd werd aangenomen Volgens
haar kan men uit de privileges die de
stad tussen 1315 en 1375 van de
grafelijkheid ontving, duidelijk op
maken dat het de bedoeling was de stad
aansluiting te laten vinden op het
Brabantse jaarmarktenstelsel. „De
jaarmarkten zijn er gekomen, maar zij
zijn nooit boven het lokaal belang uitge
komen. Handelslui uit Reimerswaal
treft men in het buitenland nauwelijks
aan", aldus Judith Schuyf.
Als belangrijkste vondst merkt de werk
groep een tinnen bord aan dat onder 50
cm zand te voorschijn kwam. Het bord
was vrijwel gaaf, afgezien van enkele
butsen die er al vanaf vroeger moeten
hebben ingezeten. Op de zijkant zijn
twee stempels ingeslagen, waarvan een
het wapen van de heren van Reimers
waal voofstelt.
De voorstelling van het andere wapen
is nog niet bekend. Het bord is bij
de rijksdienst voor oudheidkundig
bodemonderzoek gerestaureerd. Dr. J.
G. N. Renaud verklaarde dat de ouder
dom van het bord zelf niet geheel vast
staat, maar dat de stempels uit de 14e
eeuw dateren. Dit bord wordt in het
museum voor Noord- en Zuid-Beveland
in Goes geplaatst.
De afsluiting van de Oosterschelde
hangt volgens de werkgroep als een
dreigende wolk boven de verdronken
stad Reimerswaal. Na de afsluiting
komt het gebied waarschijnlijk per
manent onder water te liggen. Het is
hoog tijd dat de archeologische instan
ties een beslissing over Reimerswaal
nemen. Hopelijk valt deze beslissing
ten gunste van de wetenschap uit en niet
in het voordeel van allerlei schatgravers
die wel eens een mooi potje komen weg
halen. Het terrein zou beschermd
moeten worden. Juridisch en praktisch
schijnt dat echter nogal wat voeten in de
aarde te hebben. Reimerswaal kan niet
onder de monumentenwet vallen omdat
bepalingen van die wet alleen gelden
voor gemeentegrond en grondvondsten.
Een uitwijkmogelijkheid zou zijn, alle
archeologie te laten vallen onder de wet
strandvonderij die ook voor de Zeeuwse
wateren van toepassing is. Het probleem
is, dat de Speelmansplaten soms droog
vallen en soms volledig zee zijn, aldus
deskundige mr. A. Korthals Altes uit
Utrecht.
Overigens valt een politiecontrole
moeilijk uit te voeren, zelfs als zij wette
lijk mogelijk zou zijn, aldus het rapport
van de werkgroep, bestaand uit Andy
Brouwer, Lex Heerma van Voss,
Christina Kastelein, Thijs Maarlevelt,
Ton Kappelhof, Juul Roding, Hans van
Sluis, Judith Schuyf en Edwin Zonligt.
Onze correspondente in Tholen, mej.
E. Deurloo, in gesprek met drie leden
van de SAO-werkgroep van de
Nederlandse Jeugdbond ter bestudering
van de geschiedenis, in Huize
Vermuyden aan de Kettingdjjk. Zij
volgde zowel in 1971 als in 1972 de
onderzoekingen van de werkgroep en
maakte nu een verslag van het
eindrapport.
De Thoolse politie heeft in samenwer.
king met de jachtopziener van Oud-
Vossemeer vier woonwagenbewoners
kunnen aanhouden die zaterdagavond
met een halfautomatisch Flobert geweer
in de Hollaerepolder vermoedeiyk wat
fazanten wilden schieten. Het geweer,
waarin nog vyf scherpe patronen zaten
en de auto werden in beslag genomen.
De drie gebroeders M. en W. van E. van
het woonwagenkamp aan de Oude-
landseweg in Tholen zullen voor de
Middelburgse rechtbank terecht
moeten staan wegens overtreding van de
vuurwapenwet, wat onder misdryven
valt.
Rond zes uur reden de vier in hun auto
op de Roolandseweg. Een toevallig
achteropkomende jonge jager kon
moeilijk passeren en zag hoe er door het
open raampje met een geweer in het
veld werd gericht, waar een fazant liiep.
Hij reed voorbij en waarschuwde de
jachtopziener van Oud-Vossemeer die
de auto met woonwagenbewoners in de
Hollaerepolder wilde aanhouden. Ze
negeerden echter het stopteken, waarna
met vier leden van de Thoolse jagersver
eniging de achtervolging werd ingezet.
Intussen was ook de politie gewaar
schuwd. De vluchters lieten hui» auto
daarna in de steek en gingen te voet over
de Krabbenkreekdam naar Sint-
Philipsland. Een van de vier mannen
nam het geweer mee, maar dit werd na
lang zoeken in een sloot teruggevonden.
In de auto werden lege hulzen gevonden
van een Flobertgeweer, maar geen wild.
Tenslotte werden twee mannen in een
bietenveld in de Prins Hendrikpolder te
Sint-Philipsland aangehouden. De
andere twee vluchtten in een boom
gaard en werden zondag door de politie
verhoord. Al eerder hadden jagers een
vermoeden dat er uit eigen omgeving op
wild werd gejaagd.
FEUILLETON
Roman door Gré dc Boer
Ik voel niets meer. Net of mijn hoofd leegloopt. Hou' jij mijn hand vast.
want ik ben bang..."
Ik nam zijn hand en hield die vast. Hij voelde klam aan en dat was voor
mij een veeg teken. Ik heb in mijn loopbaan als verpleegster al vaker
zoiets meegemaakt. Maar ik probeerde hem op te monteren. Hij keek me
enkel aan. Toen zei hij nog: „Dank je wel, Cora, voor alles... toen zakte hij
weg in een coma. En daaruit is hij niet meer bijgekomen. Vanmorgen om
half vijf... toen was het voorbij... en hij was altijd zo lief voor me en zo
flink... Ze begon weer te huilen.
Olga, die zichzelf met moeite beheerste, voerde de vrouw zacht uit het
sterfvertrek weg, Fred bij de gestorven man achterlatend. Deze bekeek
hem nogeens, zoals hij daar lag, met gesloten ogen en gevouwen handen.
Een schim van wat eens de rustige, zelfverzekerde Peet Bosboom was
geweest. En zijn gedachten gingen terug naar de jaren, waarin hun leven
en dat van Peet en Wil rustig voortkabbelde. De avondjes bij elkaar,
waarop ze gezellig babbelden en een glaasje dronken. De kleine
onschuldige flirtations, de diners... En toch, hoe weinig wisten ze toen van
de moeilijkheden, die er in die jaren ongetwijfeld al waren tussen Wil en
Peet. Maar waarvan ze nooit iets lieten blijken. En de kleine voorvalletjes,
waarover ze wel eens gelachen hadden, omdat Olga en hij aannamen, dat
het maar een grapje was. Bijvoorbeeld als Peet zijn vrouw aan tafel even
liefkoosde. Over haar slanke arm. Of over haar gezicht. Wat tot gevolg
had, dat ze verkilde en haar arm terugtrok of haar gezicht even een
veelbetekende blik gaf. Nooit gedacht, dat hij bij haar geen komedie was,
maar harde realiteit.
Fred Wilburg zuchtte. Dit blijft over van de mens, dacht hij, als het leven
en dus de ziel het lichaam is ontvloden. Een stoffelijk overschot. Sorry,
ouwe jongen, dat ik al die jaren niet meer voor je bent geweest. Ergens zijn
we beiden te kort geschoten, Olga en ik. Maar we wisten het niet. We
dachten dat je een gelukkig man was. Hoezeer hebben we ons vergist...
Fred Wilburg kon organiseren en improviseren. Olga had Cora Slanzing
in zoverre weer opgemonterd, dat ze de nodige inlichtingen kon geven.
Samen met Olga regelde hij de begrafenis, deed aangifte op het stadhuis
en via de telefoon kreeg hij uit het dorp de dag en het uur van de
begrafenis. Het lijk zou opgebaard blijven in de stad, maar op de dag van
de begrafenis naar de aula op het kerkhof worden gebracht. Fred regelde
het vervoer en had tenslotte een gesprek met Cora.
„We hebben nu aan al de wensen van onze Peet voldaan. Voor zover ze op
dit ogenblik uitgevoerd konden worden. In zijn woonplaats is een
familiegraf. Daar wordt hij zaterdagmorgen bijgezet. En nu zijn vrouw,
Cora. Zij moet ingelicht worden, daaraan is natuurlijk niet te ontkomen.
Drommels... ik moet Harry op de een of andere manier te pakken zien te
krijgen. Maar hoe? Olga, iemand moet vanavond thuis zijn. Harry heeft al
enkele dagen niet gebeld, dus het is best mogelijk, dat hij vanavond doet.
Weet je dat? Als ik hier klaar ben, rijd ik vanmiddag zelf naar huis. En
dan ga ik eerst bij Wil aan. Het zal haar ondanks alles wel een schok
geven. Peet heeft me toestemming gegeven om na zijn dood aan Wil over
zijn kwaal te vertellen. De derde faktor, noemde hij die. Ja, er zal niets
anders opzitten," besloot hij met een zucht. „En ik moet de namen en
adressen hebben voor de rouwcirculaires. Van familie en zakenrelaties en
zo. De bank moet ook op de hoogte worden gesteld. Tenslotte heeft hij al
die jaren daar gewerkt. Enne... nou zou ik wel wat willen eten. Per slot van
rekening gingen we vanmorgen vroeg nuchter van huis."
Cora Slanzing sprong overeind, terwijl haar bleke wangen zich kleurde.
„Schande, dat ik daar helemaal niet aan gedacht heb. Neemt u me
alstublieft niet kwalijk... ik maak meteen wat voor uw beiden klaar..."
Wil Bosboom was klaarblijkelijk niet van plan de vroegere huisvriend in
huis te laten, want toen ze zag, wie er op het bordes stond, fronste ze haar
wenkbrauwenen keek de man vragend aan. „En? Meneer Wilburg? Wat
voor leuke berichten komt u me nu weer brengen? Heeft mijn zoon soms
trouwplannen?"
Zijn gezicht bleef ernstig. „Ik heb ditmaal zeer slecht nieuws. Wil. Over
Peet," zei hij op zachte toon.
Hij zag haar schrikken. Alle kleur op haar gezicht verdween en één
ogenblik wankelde ze. Fred was een onderdeel van een sekonde naast haar
cn ondersteunde de vrouw, terwijl hij haar naar binnen bracht. In de salon
plaatste hij haar op een stoel. Van vroeger wist hij nog, waar de kleine
huisbar stond. Hij liep er heen, haalde een fles te voorschijn en een glas,
dat hij vulde. Met het gevulde glas keerde hij naar de vrouw terug en zei:
„Hier. Drink op. Je zult het nodig hebben."
Hij hoorde haar tanden tikken tegen de glasrand, toen ze een slok nam
„Is er wat met hem?"
Voor haar staande, knikte hij. „Peet is vanmorgen om half vijf overleden.
Hij ligt in Amsterdam. Als je wilt, breng ik je naar hem toe."
De vrouw omklemde beide stoelleuningen. Met opengesperde ogen
staarde ze hem aan. „Nee... prevelde ze. „Dat kan niet waar zijn.. Hij was
nooit ziek.. Hij mankeerde nooit wat... Wat hebben jullie met hem
gedaan?"
Fred Wilburg trok een stoel bij en ging zitten. „Luister. Wil, ik zal het je
uitleggen, dan begrijp je alles beter. Ik zei je enige tijd geleden al, dat Peet
drie redenen had om weg te gaan. Twee heb ik je genoemd; de derde
mocht ik niet noemen. Dat was de uitdrukkelijke wil van Peet.
De derde reden zal ik je nu vertellen: Peet was, kort voor hij voorgoed uit
je leven verdween, naar zijn dokter geweest. Omdat hij steeds meer aan
hoofdpijn ging lijden tenslotte geen minuut meer zonder hoofdpijn was.
Deze vond niets, maar stuurde hem door naar een specialist. Daar
constateerde men, dat Peet 'n tumor in zijn hoofd had. En men gaf hem
nog een half jaar. Dat kwam hij te weten één dag voordat hij vertrok.
Diezelfde dag had hij zijn laatste geld opgenomen van een afgekochte
levensverzekering, want meer had hij niet: vijfduizend gulden.
Aanvankelijk lag het in zijn bedoeling ook dit geld aan zijn schoonzuster
te geven, maar nu had hijzelf nodig. De dag na zijn vertrek ging hij naar
een kliniek in Amsterdam, waar men foto's maakte en waar men hem
veertien dagen opnam. Maar ook daar luidde het vonnis gelijk aan dat
van de specialist: er was niets meer aan te doen; het gezwel was te groot.
Men gaf hem nog vijf zes maanden te leven."