De P.T.T. op Tholen
en Sint-Philipsland
Ovationele Hulde voor
het gouden VZOS en
haar dirigent Riedijk
de verdoolde
geliefden
Na prachtig zangconcert
in Haestinge
Enveloppen met inhoud vloeiden toe
BRILLEN
Besling-Optiek
Postzeeeltaal
EENDRACHTBODE
(V)
door J. J. Bevelander
Daar wellen diep uit mijn gemoed,
Veel wenschen teer en rein,
U koestre steeds der liefde gloed,
Uw leven 2ij vol zonneschijn.
18 maart 1971
Nog waren de slotakkoorden van pianobegeleider Ad Goedege-
buure uit Sint-Annaland niet verklonken of een staande en lang
durige ovatie van de 500 enthousiaste zangsupporters dreunde in
de grote sporthal van Haestinge ter ere van de door de Riedijks en
de zijnen geleverde prestaties op deze VZOS jubileumavond.
Een jubileum avond, die VZOS zelf maakte door haar sublieme
uitvoering van het grote werk: fragmenten uit Der Zigeunerbaron
van Johan Straus. Een soortgelijke waardering was er eerder op de
avond voor het optreden van het Smalstads Mannenkoor.
Het machtige slotapplaus was tegelijkertijd een extra onderstre
ping van de huldiging voor het 50-jarig VZOS en haar eveneens
gouden dirigent A. L. Riedijk.
Zeker, daar tussendoor waren er talrijke
felicitaties als een op een jubileum onovci ko_,
melijke zaak.
Terecht wensten vertegenwoordigers van
de Zeeuwse Zangersbond en van cultureel
Tholen en Sint Philipsland eens in het open
baar te getuigen van hun waardering voor
dit halve eeuw gewaardeerde vrije tijds ama
teurisme in de Smalstad.
Terecht kwam het echtpaar A. L. Riedijk
daarbij in bijzondere belangstelling. Terecht
ook vloeiden de cadeautjes toe als stoffe
lijke blijken van waardering en oprecht ge
schonken steun voor de toekomst.
Maar naast deze bij schier elk jubileum
horende en ook passende franje waren toch
vooral de gebrachte concerten, die de om
streeks 500 aanwezigen, even plezierig de
den feesten als het j .bilerende koor zelf.
VAN alle kanten
Onze voorspelling, dat vrijdagavond 12
maart de zangliefhebbers uit Tholen en Sint-
Philipsland Haestinge zouden vullen, werd
volop bewaarheid.
De .buitenlanders" overtroffen zelfs het
Smerdiekse supporterspubliek in aantal. Het
waren in feite ook geen „buitenlanders
want zowel de vertegenwoordiging van de
Zeeuwse Zangersbond als de velen uit elke
gemeente van Tholen en Sint Philipsland
wisten zich als zangliefhebbers met elkaar
verbonden. Het programma liep wat ver
der uit dan was gepland door de talrijke
sprekers, die het overigens niet te lang
maakten.
Zo werd het een voor VZOS, zo werd het
voor Smalstads Mannenkoor, zo werd het
inzonderheid ook voor de Riedijks een glo
rieuze jubileumavond.
Zelf hadden we er nog bijgedacht, dat het
op zo'n avond verlenen van het predikaat
„koninklijke" aan deze zangvereniging nau
welijks een overbodige luxe genoemd had
kunnen worden.
Het jubileumcomité had in de voorzitter
van de Zeeuwse Zangersbond „Zang Ver
edelt", de heer E. J. Sinke een vlot alge
mene leider, die aan het begin van de avond
inzonderheid de vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur - de beide wethouders en de
gemeentesecretaris - een welkom toeriep.
Spijtig werd gevonden, dat burgemeester
D. C Bouwense nog niet van zijn buiten
landse reis was teruggekeerd om als eerste
burger mede het cachet van de avond te
verhogen. Niettemin toonde dhr. Sinke zich
namens „VZOS" verheugd over de aan
wezigheid van diens plaatsvervanger wet
houder L. J. Koopman.
Bijzondere welkomstwoorden waren er ook
voor de dichteres van het jubileumlied me
vrouw T. Valkenburg-van der Hoeven uit
Scherpenisse en voor componist S. Sanders
uit Middelburg. Uiteraard ook voor de tal
rijke verenigingsvertegenwoordigers van uit
de Smalstad en de andere gemeenten.
MODERN, IN ALLERLEI
UITVOERINGEN.
Fortuinstraat 12
Bergen op Zoom
adv. ing. med.
VOORTREFFELIJK
Met orgelbegeleiding van de heer J. Hage
uit Scherpenisse was er vervolgens een eer
ste optreden van VZOS. Voor het eerst ook
kwam in het openbaar het jubileumlied ten
gehore. En niemand hoefde er meer aan
te twijfelen of de leden van VZOS hun
eigen jubileumlied niet voldoende gerepe
teerd hadden.
Wat aarzelend, maar steeds zekerder werd
het refrein door de zaal meegezongen van het
door de componist ditmaal zelf gedirigeerde
lied: „Daar over ons heerlijke eiland
Door water en dijken omringd
Hier in onze prachtige Smalstad
Klinkt het lied van het land, dat nog
zingt".
Eveneens van Sanders volgde hierop „Mijn
Zeeland". Met enkele felicitaties als inter
mezzo was er daarna het optreden van Smal
stads Mannenkoor onder leiding van Izaak
Riedijk. Van het vijftal nummers dat ten ge
hore werd gebracht kreeg het „Slavenkoor"
van Verdi, de „Twaalf Rovers" van Chi-
garoff met uitstekende solo's en het humo
ristische „Den Apotheker'' van Kahnt extra
applaus beloning.
E;n voortreffelijk optreden van de Smal
stads zangers, als een gewaardeerde entou
rage op deze sfeervolle jubileumavond.
WEER DE HOOGSTE PUNTEN
De eerste felicitatie van de genodigden was
die van het gemeentebestuur bij monde van
wethouder L. J. Koopman. Het lijdt geen
twijfel, dat de zang voor de leden van VZ
OS en niet minder voor haar dirigent de
liefde van het hart bezat. En dat 50 jaar
lang. Daarvoor is doorzettingsvermogen en
moed nodig, meende wethouder Koopman.
Men kan wel aan iets beginnen, maar om
het ook vol te houden en dan op de wijze
als VZOS heeft mogen doen.
Een compliment waard. Vele malen is V
ZOS op concours geweest en zodra de uit
slag bekend was, kon men het van de Smer
diekse jeugd op straat horen: „de zang van
Riedijk heeft weer de hoogste punten".
Ook daarom namens het gemeentebestuur
gefeliciteerd, inzonderheid ook dirigent Rie
dijk, waarvan men kon zeggen als hij 's-
avonds de straat op ging: daar gaat hij weer
naar zijn koor. Het is een groot stuk van
uw leven geworden.
Ik wens u persoonlijk dan ook van harte
toe, dat u ook eenmaal in de rij van blijde
zangers zult mogen staan, waar het geen 50
jaar maar altijd zingen zal zijn", zo richtte
de wethouder zich tot de jubilerende diri
gent.
Hij had naast deze felicitatie ook nog de
toezegging, dat het gemeentebestuur voorne
mens is het concours van 15 mei, te houden
in Sint Maartensdijk financieel te zullen
steunen, een mededeling die bij het koor met
applaus werd „opgetekend".
Met de verklaring, dat het gemeentebestuur
bewondering heeft voor de VZOS prestaties
en met de wens, dat ze nog lang zo verder
zal mogen gaan, besloot wethouder Koop
man de gemeentelijke huldiging.
ZEEUWSE BEKENDHEID
Bondsvoorzitter Sinke feliciteerde namens
„Zang Veredelt'' en vroeg zich af, wie meer
uit ervaring kan spreken hoe het 50 jaar ge
leden in het gewone leven en in het vereni
gingsleven was dan de VZOS dirigent A.
L. Riedijk.
Vijftig jaar zangkoorleiding betekent ook
verschillende hoogte- en dieptepunten.
Hij herinnerde er aan, hoe het eerste op
treden van VZOS op het eerste concours
met de kritische opmerking van de jury als
volgt werd besloten: „dit koor had beter thuis
kunnen blijven.''
Dan is er heel wat moed voor nodig er
mee door te gaan. Maar u zei toen evenals
POSTSTUKKEN VOOR KONING WILLEM II
Na de eerste aflevering komen we weer terug op Tholen zelf. 15
juni 1843 overlijdt brievenbesteller Bernard Embden. Jacob Geluk
gaat zijn plaats innemen. Als geboren Tholenaar is hij de eerste
P.T.T. uit die gemeente.
Zestien jaar bezorgde Geluk de blijde en droeve berichten bij zijn
stadsgenoten aan huis.
In 1859 wordt hij ziek en komt Mattheus de Jong op 26-jarige
leeftijd als hulpbesteller in dienst.
Geluk overlijdt kort daarop. De Jong krijgt 1 januari 1860 zijn
vaste aanstelling.
Begin januari 1848 verwisselt directeur Cornelis Boom het tijdelijke met
het eeuwige. Zijn zoon B. Boom neemt het beheer over.
Binnen het jaar ontvangt de nieuwe directeur twee zwartomrande berich
ten Tweemaal kort achtereen slaat de dood in ons Vorstenhuis toe.
Op 18 maart 1848 overlijdt 's konings beminde tweede zoon. Z.K.H.
Prins Alexander der Nederlanden op het eiland Madeira, waar hij zich
voor herstel ophield.
Op 17 maart 1849 overlijdt in de vroege morgen omstreeks half drie
te Tilburg Z. M. koning Willem II zelf.
„De directeur van het postkantoor Tholen gelieve van deze nood
lottige gebeurtenis kennis te geven aan de Ambtenaren onder Uw
kantoor behoorende."
EXTRA KRACHT
De ups en downs waren er ook vroeger. Na de voorgaande droeve be
richten nu een blijde tijding. 25 mei 1862 is voor Tholen een feestelijke
dag. Koning Willem III in eigen peisoon brengt het stadje een bezoek.
De burgemeester verzoekt de directeur zich bij het gemeentebestuur aan
te sluiten om met de andere notabelen aan de hoge gast voorgesteld te
worden. Maar de post heeft nog meer bemoeienis met dit bezoek:
„tijdens zijn verblijf bevindt de Koning zich op het Stoomjagt
„de Leeuw" liggende op de rivier de Eendragt".
Alle stukken die voor Z. M. op het postkantoor aankomen, dienen onver
wijld besteld te worden. Het aantrekken van een extra kracht lost dit
probleem op.
MET DE TREIN
Op 1 juli 1868 ondergaat het postvervoer naar Zeeland een belangrijke
wijziging. Met de Kreekkrakdam heeft Zuid Beveland een vaste verbin
ding gekregen. Tussen Roosendaal en Goes gaat de trein rijden. Die neemt
het postvervoer van paard en wagen over.
Gorishoek heeft hiermee voor de Posterijen afgedaan.
De postwagen blijft rijden van Bergen op Zoom - Scherpenisse en van
Scherpenisse naar Zierikzee en terug.»
DE TELEGRAAF
De ontwikkeling gaat nu ook in sneller tempo. Het volgend jaar - 1869 -
is voor Tholen wel heel belangrijk. Een snellere verbinding met overig
Nederland dan per postwagen komt tot stand. De telegraaf doet zijn in
trede. Het is een vooruitgang voor het gehele eiland.
Voorzieningen worden getroffen om alles zo goed mogelijk te laten ver
lopen. De apparatuur is ondergebracht in een ander gebouw dan de post.
D. van der Graft, een schoonzoon van postdirecteur Boom krijgt zijn be
noeming als directeur telegraafkantoor.
Een telegrambestelling komt in dienst met voor ons eiland een vreem
de naam: F. Trijzelaar. Twee jaar bezorgt hij de telegrammen over heel
het eiland. Dan vindt hij het schijnbaar genoeg en neemt zijn ontslag.
In zijn plaats komt D. Begtho.
Twee directeuren in Tholen blijkt toch wel wat veel van h©t goede
te zijn. Om wat goedkoper te maken, beslist Den Haag, dat post en tele
graaf onder één dak en één directeur gebracht dienen te worden. Dit
komt 1 juni 1872 tot stand.
Hoewel B. Boom wel in Tholen wil blijven komt toch zijn schoonzoon
v. d. Graft hiervoor in aanmerking. Directeur Boom krijgt als pleister
op de wonde een benoeming als directeur in Zevenaar.
Door dit alles is er in Tholen veel werk gekomen. Naast v. d. Graft,
die nu directeur van post en telegraafkantoor is, werkt er al een E.
Boom, een broer van zijn schoonvader en komt er in de persoon van
Aalbregt Boot uit Zierikzee nog een klerk bij.
BODELOOP
Het aantal te vervoeren poststukken gaat steeds toenemen. Ook verschil
lende inwoners krijgen steeds meer post. Tholen krijgt 1 augustus 1873 een
tweede bestelling. Naast de gewone rit per postwagen komt er een bode
loop tussen Tholen en Bergen op Zoom, die dagelijks, dus ook op zondag
uitgevoerd zal worden.
Uitbreiding van personeel is hiervoor nodig. Het is iemand uit Grave
die daartoe zijn tenten in Tholen opslaat. Lang zou hij niet in PTT dienst
zijn en wel om de volgende reden: Onze man uit Grave is bijzonder
dorstig en doet vaak het nuttige met het aangename verenigen.
Maar altijd gaat dit niet op. De eerste week al is hij elke avond later
terug in Tholen, dan op zijn dienstrooster staat aangegeven. Telkens
heeft hij weer een smoes om dit goed te praten.
Op 31 augustus de laatste dag van de maand dat hij in dienst is ge
komen, daagt hij helemaal niet meer op. Het aangegeven tijdstip is allang
verstreken, wanneer directeur v. d. Graft zelf op onderzoek gaat. Navraag
hij de man thuis en aan het Veer levert geen resultaat op. In een brief
aan de inspecteur schrijft v. d. Graft later het volgende: „ik begaf mij
op weg om zelf de oorzaak op te sporen en ik vond hem in blijkbaren
staat van dronkenyschap in eene herberg aan den weg, op omstreeks een
halfuur afstand van Tholen."
Als straf volgt veertien dagen schorsing, maar onze Brabander is
hardleers. Het blijft hommeles. Op 1 december, vier maanden na zijn in
diensttreding wordt hij oneervol ontslagen. P. Bartels, een inwoner van
Tholen, neemt zijn plaats in. Negen jaar doet hij dit werk, dan gaat hij op
65 jarige leeftijd met pensioen. Zijn opvolger is Jacobus Vercouteren
35 jaar oud.
VERBODEN TE RIJDEN
De voetbodes mochten van geen enkel vervoermiddel gebruik maken. Als
directeur v. d. Graft op last van de inspecteur een onderzoek instelt, blijkt
dat L. Lindhout, de voetbode van Oud-Vossemeer dit voorschrift over
treedt Tijdens zijn tocht van Oud-Vossmeer naar Tholen en terug maakt
hij gebruik van een kar, bespannen met een hit. Zijn voorganger reed
met een hondekar.
Het helpt niet, hoe Lindhout ook praat en de voordelen van het sneller
alles op zijn bestemming hebben opnoemt. Hij moet weer lopende zijn
tocht gaan doen.
DE TARIEVEN
Negentig jaar geleden kostte verzending van een brief aanmerkelijk
minder dan nu. Een brief tot 20 gram 3 cent (nu 25), tot 200 gram 5
cent (nu tot 100 gram 40, daarboven 60 cent). Gezien het bedrag aan
verkochte zegels van elk kantoor over 1875 werden er toch nogal wat
brieven verzonden: Tholen voor f 2225,38H; Sint Annaland f 602,75H;
Sint Maartensdijk f 725,35H; Oud Vossemeer f 538,52; Sint Philipsland
f 299,96; Poortvliet f 329,38; Scherpenisse f 492,02; Stavenisse f 385,28lA
Ook de geldomzet steeg regelmatig. In 1876 werd het postkantoor Tholen
voorzien van een brandkast, geleverd door Meijlink uit Haarlem.
Wat de openstellingstijden betreft, was er in die tijd vooral 's avonds
en zondags meer gelegenheid dan tegenwoordig.
Van maandag tot en met zaterdag: van half acht tot half een, van
twee tot drie en van vijf tot acht. Op zon- en feestdagen: van half acht
tot half een en van half zeven tot half acht.
(wordt vervolgd.)
De liefde weet overal de weg te vinden. Zo ook bij de poste
rijen. Al vroeg was er de kaart met de bekende postzegeltaai
die het, zij het in wat veranderde vorm, nog steeds uithield.
Wel wat minder verkocht, maar nu zijn er ook meer zeden
bedervende mogelijkheden dan in die tijd. Zelfs de postzegel-
kaart viel bij een groot deel van het volk nog onder de
noemer: zedenbederf. Via een verzameling van Han Dekker
te Sint Annaland kwamen we in het bezit van één der eerste
postzegelkaarten. Wel, ze spreekt voor zichzelf.
door
LEO FAUST
19
En toen haar man van de tafel was opgestaan, zonder
z'n boterham of de thee te hebben aangeraakt, en naar
zijn kantoor was gegaan, zonder groet en, natuurlijk zon
der omhelzing, toen ze weer alleen was, zij die een half
uur geleden nog eerlijk overtuigd meende te zijn, dat
alles zijn schuld was, dat zij slechts het diep-beklagens-
waardige slachtoffer was van zijn echt-manlijk egoismè
ze verviel nu in gepeins en begon zich af te vragen wat
dit was, die schijnbare haat tussen twee mensen, die
toch vijf jaren samen waren opgegaan en ongetwijfeld
nog van elkaar hielden met gevoel van samenhorigheid
en van respect voor elkander.
Hoe kon het zijn, dat zij en dat ook hij zich zo
demonisch liet opdrijven als tot een vulkanische uitbars
ting van woede, alleen, waarschijnlijk, omdat een van
beiden - of alle twee - slecht geslapen had en met het
verkeerde been uit 't bed was gestapt?... Was 't het ge
wend raken aan verwelkende gevoelens en een hopeloos
rakelen in de as? Was het zoeken naar andere, meer
gepeperde prikkels? Of was het de wanhoop en de we
derzijds verwijten om een kinderloos huwelijk, nu op
dat punt niets meer te verwachten viel? Of was het, dat
ze verwend waren, nu ze - behalve dan kinderen - alles
hadden wat men wensen kon: een gezellig eigen huis,
een mooie wagen, een prettig milieu? Hij 'n interessante
veel voldoening schenkende werkkring, directeur ener
goed marcherende textielfabriek? Zij, nu ja, veel ver
veling? Was het omdat beiden vergeefs trachtten hun
ideaal te verwezenlijken en zochten de leegte op te vul
len met de emoties van scènes en verzoeningen?
Mari-Anne, de handen in de schoot, achter de onaan
geroerde ontbijttafel, schrok bij het bedenken hoezeer
die scènes talrijker en vinniger werden, in de laatste
tijd. En plotseling nam ze het besluit, dat het nu „uit"
zou zijn; dat zij, zelfs wanneer ze gelijk had, voortaan de
verstandigste zou zijn; dat zij, ook als het onmogelijk
scheen, de vrede zou bewaren. Ze huiverde voor de
toekomst als een hel waarheen hun leven hard bezig was
af te glijden. Alles, ook het saaiste huwelijk, een zon
der versnellingen, was beter dan dit. Moest het haar een
moeilijke zelfoverwinning kosten, ze zag het nu als
haar plicht, daarover te waken.
Toen verzonk ze in een bui van vertedering. Haar
man was ,op dit ogenblik, zeker even ongelukkig als zij.
Enwaarom? Waarvoor? Welk een dwaasheid!
Welk een misdaad aan jezelf, en... aan de ander!
Ze stond op. Aarzelde naar de telefoon. Ze wilde
horen op welke toon hij tot haar zou spreken. Ze draaide
het nummer van de fabriek, vroeg aan de standaard de
directie. Maar tot haar teleurstelling was het niet zijn
stem, die antwoordde. Zijn secretaresse zei:
Mijnheer is net even de deur uit, mevrouw. Ik weet
niet waar hij naar toe is, en mijnheer heeft ook niet ge
zegd hoe laat hij terug zou zijn.
Wilt u mijnheer dan verzoeken mij op te bellen zo
gauw hij terugkomt? Kan ik er beslist op rekenen?
Ik zal het doen, mevrouw.
Het wachten.Het wachten.Een ganse lange dag.
Han kwam zelden thuis tussen de middag. Hij at wat,
zoals 't uitkwam, in de kantine van de zaak of in zijn
bureau, en had ondertussen nog besprekingen, las
brieven, rapporten, contracten. Hij was, op de fabriek,
de man van binnenshuis. Zelden of nooit verliet hij zijn
stoel. Klanten, relaties bezoeken lag niet in zijn aard. Hij
was man van papieren, organisator naar binnen en naar
buiten. Het levende contact met de buitenwereld, het
reizen en zich verplaatsen, daar had hij zijn mensen voor,
na het nodige overleg.
j Dus was Marie-Anne een weinig verwonderd, dat hij
niet in zijn kantoor was. En ze meende, hij zou wel gauw
terugkomen.
I Maar de ochtend verstreek, en ook de lange, trage
middag rekte zich voorbij, uur na uur. Zij week niet
uit de buurt van de telefoon. Ze keek naar het toestel
als had ze het kunnen dwingen te rinkelen.
Ze begreep er niets van. Werd ongerust, ten slotte...
Nog eens bellen? Waartoe? Zij kende zijn secretaresse
en wist hoe precies het meisje was...
Boudeerde haar man? Wou hij haar niet oproepen?
Dat was haast niet voor te stellen. Nu zij immers de
eerste was geweest. Het kon toch ook zijn, dat ze hem
iets belangrijks te zeggen had. Iets voor de zaak mis
schien wel. Hij zou dat zelfs waarschijnlijk achten.
Neen, ze begreep niet.
Het liep nu naar vier uur! Hij moest nu toch terug
zijn. Om half-vijf tekende hij de post.
Een ernstige ongerustheid, een angst groeide in haar.
En ten slotte kon ze het niet meer uithouden en besloot
ze haar man van 't bureau te gaan halen. Dat zou het een
voudigste zijn. Dan zou ze - wat het ook zij - tenminste
een half uur eerder weten. Om klokslag vijf ging ze de
fabriekspoort in. Een sirene loeide, werklieden holden
bij bosjes langs de prikklokken, sprongen op de fiets.
Bureaumensen namen hun auto. De portier, die haar
kende, kwam zijn hokje uit en vroeg, met de familiariteit
van het gebrek aan opvoeding:
Zoekt u de directeur, mevrouw? Hij heeft „gesnip
perd vandaag. Hij is niet op de zaak geweest.
(wordt vervolgd)