De P.T.T. op Tholen
eo Sint-Philipsland
de verdoolde
geliefden
EENDRACHTBODE
door J. J. Bevelander
25 februari 1971
5
(lil)
HET VERHAAL VAN DE EERSTE BRIEVENGAARDERS
fFerd in de vorige aflevering duidelijk, dat Scherpenisse een belangrijke
Posterijen-positie innam tijdens het eerste vervoer in onze streek, ook de
gemeente Sint Maartensdijk en Stavenisse waren in dat opzicht geen on
belangrijke posterijenpunten.
In Sint Maartensdijk is Jan Verschuuren distributeur al vanaf 1816 en in
Stavenisse is A. I. van Maurik de waarschijnlijk eerste post vertegenwoor
diger. Laatstgenoemde had waarschijnlijk nog vóór 1816 een distribute-
kanloor van de post gevestigd. In 1816 wordt Van Maurik herbenoemd.
Het salarisvan deze heren wordt via een aantal bewaard gebleven brie
even bekend.
„en zulks onder het genot van eene stuiver voor eikei aankomende en
van eene halve stuiver voor iedere afgaande brief, onverschillig hoe zwaar
dezelve zijn".
Dit lijkt in huidige maatstaven van briefwisseling en drukwerken geen
onaardige beloning, maar in 1816 waren de wekelijkse briefschrijvers op
de vingers van een hand te tellen.
DE EERSTE MET VAST SALARIS
Op 1 juli 1822 krijgt distributeur Daane te Scherpenisse ontslag. De
reden wordt niet vermeld. Zijn schoonzoon Cornelis Geuze krijgt de
functie toegewezen op voorwaarde dat hij in Scherpenisse komt wonen
en niet op Poortvliet blijft gehuisvest, zoals tot dusver.
Hij is de eerste, buiten de twee eerder genoemden in Tholen dan, die
zich op een vast traktement van de posterijen kan beroepen. Het trakte
ment bedraagt f 200,- per jaar, dit hoge bedrag omdat het werk des
nachts van lossen, laden en sorteren, toeneemt.
Tot 27 oktober 1834 blijft Geuze in dienst bij de Posterijen. Pieter Laven
is zijn opvolger, die ook lid is van de gemeenteraad, maar dit op zijn
verzoek mag blijven. Van hem is verder overigens weinig bekend, be
halve dat hij na een langdurige ziekte in begin 1844 overleed.
Vanaf oktober 1843 werd hij al vervangen door Matthijs Geuze, een
bekende naam in onze streek, vooral in Scherpenisse en Poortvliet. Na
het overlijden van Laven komt Geuze echter niet in vaste dienst. Scherpe
nisse krijgt een nieuwe distributeur in de persoon van Jacobus Luijse,
klerk ten kantore der directe Belastingen te Sint Maartensdijk.
Waarschijnlijk heeft de post beter betaald dan de belastingdienst.
DE EERSTE VROUW
Ook in Stavenisse komt verandering, wanneer de heer Van Maurik is
vertrokken. Cornelis Droogendijk gaat daar zijn postale loopbaan be
ginnen. Het zou niet lang duren. Rond de jaarwisseling 1826-1827 komt
Droogendijk te overlijden. Dan doet de eerste vrouw haar intrede in d?
postgeschiedenis van Tholen.
Wie thans meent, dat Stavenisse vroeger van achter stond, heeft het dui
delijk mis. De emancipatie der vrouw was daar reeds aan het begin van
de negentiende eeuw op gang gekomen, al waren er dan nog niet direct
dolle Mina's bekend.
De weduwe van de overleden distributeur Droogendijk, Elisabeth van
Dijk zet het postwerk van haar man voort. Per 28 februari 1827 wordt
zij door de Gouverneur van de Provincie Zeeland Van Vredenburgh be
noemd.
Tot 1 september 1850 blijft zij distribulrice. Dan wordt Stavenisse tege
lijk met Scherpenisse en Sint Maartensdijk omgezet in een hulpkantoor,
wat voor de inwoners een hele verbetering betekende.
Was een distributiekantoor alleen maar een punt van verzending en ont
vangst van brieven, op een hulpkantoor konden ook geldzaken worden
behandeld. De geldzaken bestonden in die tijd alleen nog maar uit ver
zenden en uitbetalen van postwissels.
Mevrouw Droogendijk krijgt de rang van brievengaardster en krijgt als
vast salaris f 75,- per jaar. Tot aller tevredenheid blijft zij het werk doen.
Op 1 mei 1874 wordt haar eervol ontslag verleend. Meer dan 47 jaar
heeft mevrouw Droogendijk haar krachten aan de Posterijen gegeven
en is zij de mensen op Stavenisse van dienst geweest. Het was tot dusver
overigens niet de enige kantoorhoudster, die Stavenisse van dienst was.
CAFE AFGEKEURD
In Sint Maartensdijk gaat op 20 juli 1829 Jan Verschuuren weg bij de
post. Zijn schoonzoon Johannis Noom, die logementhouder is, ziet er wel
brood in de post erbij te nemen. Hij is veel thuis en heeft bovendien al
een dochter, die de jaren des onderscheids heeft bereikt en dus ook een
handje kan helpen.
Eer het echter zover is, zijn er wat strubbelingen over de ruimte waar
het zal gebeuren. Noom zelf vindt het café een geschikte plaats. De direc
teur uit Tholen staat daar anders tegenover. Hij wil een afgesloten ruimte.
En de directeur wint natuurlijk. De woonkamer van Noom moet het ont
gelden en door middel van een houten wand komt het voor elkaar.
Als Sint Maartensdijk per 1 september 1850 ook tot hulpkantoor wordt
verheven, krijgt Noom de rang van brievengaarder en een salaris van
f 150,- per jaar.
Begin 1859 komt hij te overlijden en per 1 april van dat jaar krijgt
Sint Maartensdijk in P. de Haan een nieuwe brievengaarder.
LANGS ONGEBAANDE WEGEN
Zoals reeds vermeld werden de poststukken voor Sint Annaland te Sint
Maartensdijk uitgeladen. Eenmaal per dag liep een voetbode de vooral in
de winter vaak onbegaanbare weg tussen de twee plaatsen heen en terug.
Als blijkt dat sommige brieven wat lang onderweg blijven, wordt uitge
zocht hoe dit komt. De reden is vrij snel gevonden. De postwagen uit de
richting Zierikzee komend, stopt niet te Sint Maartensdijk. Het gevolg
daarvan is dat de stukken voor Sint Annaland bestemd, eerst op Scherpe
nisse terecht komen en dan met de volgende postwagen weer mee terug
gaan naar de Smalstad.
Dit levert voor Sint Maartensdijk zelf geen enkel bezwaar op, maar de
voetbode van Sint Annaland is op dat tijdstip al weer op de terugweg,
zodat de brieven nog weer een dag langer weg blijven.
Een en ander is voor burgemeester N. Polderman van Sint Annaland
reden om op 8 april 1848 aan de directeur van het postkantoor Tholen
het verzoek te richten voortaan de poststukken, bestemd voor Sint Anna
land niet meer te Sint Maartensdijk, maar in Scherpenisse uit te laden
en dan de voetbode ze daar te laten ophalen.
Er is een uitvoerige briefwisseling nodig tussen directeur en inspecteur
van de Posterijen, eer het verzoek wordt ingewilligd.
Ook toen bleek reeds, dat hoe verder men het eiland ingaat, hoe moei
lijker het wordt tot een snelle communicatie te komen.
Wie voor 1 juli 1852 deze dagelijkse route (Sint Annaland - Sint Maar
tensdijk en later Scherpenisse) heeft gelopen is niet bekend. Vanaf die
datum is dat wel het geval, want dan komt Izak Leune uit Sint Anna
land in dienst van de Posterijen. Echter niet alleen als voetbode. Hij krijgt
ook zijn benoeming als bestelhouder. Dit betekende dat hij een gesloten
brievenbus aan zijn woning moet bevestigen, waarin de inwoners van
Sint Annaland hun te verzenden correspondentie kunnen deponeren.
DE POSTZEGEL
Inmiddels heeft de postzegel zijn intrede gemaakt. Voorheen moesten zo
wel afzender als geadresseerden beiden in contanten een deel van de
verschuldigde port betalen. Met de komst van de postzegel is de afzender
alleen de dupe. Het had en heeft nog steeds zijn voordelen. Op alle uren
van dag en nacht kan men een brief posten.
Voor Leune aan zijn tocht naar Scherpenisse begon, moest hij de bus
bij zijn woning lichten en de brieven meenemen, die van Scherpenisse
met de postwagen werden verzonden.
Dit bracht ook mee, dat evenals de directeuren en brievengaarders
ook de voetbodes een salaris kregen. Voor Leune was dat het mooie be
drag van f 100,- per jaar, waarvoor hij dan dagelijks heen en weer
Scherpenisse op de benenwagen moest maken.
Tot 1 april blijft in Sint Annaland deze situatie bestaan. Dan is er ook
daar behoefte om geldzaken te regelen. Op die datum wordt dan ook een
hulppostkantoor geopend met J. Polderman als brievengaarder.
Kort daarna verlaat Leune de dienst. Een nieuwe voetbode, P. Nuyens
neemt zijn plaats in. Zijn dagelijkse toch van St. Annaland naar Scher
penisse en weer terug wordt in mei 1867 in zoverre gewijzigd dat hij op
de heenweg via Sint Maartensdijk doet.
ALLEEN IN DORPSKOM
Ook Poortvliet krijgt op 1 juli 1852 een bestelhuis. Hier gaat G.A. Ampt
de scepter zwaaien. Poortvliet ligt gunstig wat het postvervoer aangaat.
De postwagen komt dagelijks langs gereden. Van bijzondere maatregelen
is dan ook geen sprake.
Het wordt 1 oktober 1870 voor Poortvliet een hulpkantoor toegewezen
krijgt. Bestelhouder Ampt komt in aanmerking voor brievengaarder.
Hij bedankt voor de eer. In zijn plaats wordt Leendert van Zaltbommel
benoemd. Hij is 47 jaar. Evenals de andere brievengaarders moet hij in
de kom van het dorp bestellen.
WORDT VERVOLGD)
Zetelde het Thoolse postkantoor in de oudste P.T.T.-tijden in de
Dalemsestraat? De geschiedenis wijst in die richting, maar welk pand
het precies was, werd tot dusver niet bekend. Als het zo was, ver
huisde men later in elk geval naar de Hoogstraat, dicht bij het mo
numentale stadhuis. Op de hoek Hoogstraat - Visstraat is nog altijd
het postkantoor te vinden. Op het plaatje ziet men een tweetal per
sonen even vóór de splitsing van de Visstraat - Hoogstraat gepo
seerd. Het hoge perceel met het fraaie trapgeveltje is ook nu nog
postkantoor in Tholen.
door
LEO FAUST
16
Marie-Anne was uitermate verheugd, haar oom en
tante uit Aalst weer te zien. De gelukkigste jaren van
'haar jongemeisjesleven had ze aan hen te danken. Dat
bracht ze ook in een kleine toespraak onder woorden.
Sinds haar vertrek naar Parijs, vijf jaar geleden, had ze
hen niet ontmoet. De Obdams van hun kant waren op- 1
getogen over het kind, dat een echte dame was gewor- 1
den, in haar mooie jurk en de platina verlovingsring aan I
de vinger.
Het dejeuner, aangeboden door de Van Over's in het
Vondelparkpaviljoen, begon laat in de middag, na de
plechtigheid in de kerk, en het duurde tot bijna vijf
uur.
Het Vondelpark was, die volzomermiddag, in zijn
schoonste feestkleed, een zonnige tuin met diep-blauwe
waterpartijen prachtige bloemperken en bosschages van
seringen en meidoorns.
In de vooravond vertrok het jonge paar per vliegtuig
naar Milaan en de volgende dag met een gehuurde auto
naar Cernobbio aan het Comomeer, waar ze een kamer
hadden besproken in het „Grand Hotel Villa d'Este",
voor een huwelijksreis een van de meest aangewezen
hotels ter wereld. Een feeriek paradijs.
Het hotel ligt temidden van een uitgestrekt park, dat
beneden wordt omspoeld door het meer en naarboven
zich in de bergen verliest. Een park, waarin de jongge
huwden uren achtereen dwaalden, elke nieuwe dag weer
op 'n andere manier.
Hun kamer had uitzicht op het meer en het gebergte
aan de overkant ervan. De kleuren welke die bergen
aannamen tegen zonsondergang, zou Marie-Anne nooit
vergeten. Heel een gamma van teer lichtgroen tot don-
kerviolet. Zij, die behalve in Parijs nooit veel gezien
had, waande zich in „Villa d'Este" te gast in een kas
teel. Ze leefden in dit ideale oord tot ze, een goede dag,
een trip maakten naar Cadenabbia, weinig vermoe
dend, dat ze die avond, en zelfs nooit meer naar Cer
nobbio zouden terugkeren.
De reis op zichzelf was reeds onvergetelijk. Zon en
water, fraaie landhuizen en heerlijke tuinen, verrukke
lijke alleeën en groene berghellingen, de rijke kleuren-
en geurenweelde der zuidelijke flora, prachtige verge
zichten over het meer en de beneden-Alpen, alles werkte
samen om haar tot de gelukkigste vrouw ter wereld te
maken. Het zoele meer, effen, blauw en groen als op
een plaatje, de schilderachtige stadjes en dorpen op de
kust, langs hen heen glijdend als was 't een film, het
was een ononderbroken genot.
„Villa Carlotta", in Cernobbio, overtrof alles wat ze
in hun dromen hadden gezien. Azalea's, rhododendrons
magnolia's, camelia's, oleanders als huizen zo hoog en
eenenal boeket, mimosa, tulpen en lelies tegelijkertijd in
bloei, bossen prachtige varens met bladeren als ruis-
achtige struisveren, waaronder zij wandelden, laurier
bomen en myrten, eucaliptussen, coniferen en cypressen,
zware blauweregentrossen neerhangend van 15 en 20
meter hoog, druiven en olijven, berceau's en pergola's,
waar, in het donker-groen loof, sinaasappels en citroe
nen hingen en daarbij alle planten, struiken en bomen
van de wereld, hier in de vrije natuur: thee en suikerriet
rubber, koffie, bananen- en dadelpalmen, vanielle, or
chideeën, cactussen, ceders van de Libanon...
Maar het allermooiste vond Marie-Anne de rang
schikking, de manier waarop een verfijnd tuinman
artiest had partijgetrokken van de gesteldheid van het
terrein, van hoogten en laagten, valleien en rotspartijen,
en de doorkijkjes op het stralende meer en de kleurige
bergen.
Ze maakte het plan, hier nogeens terug te komen met
haar vader. Wat zou die genieten.
Aan het hek van het park namen ze een roeibootje,
een gezellig gondeltje met weke kussens en een blanke
zonnetent, en lieten zich overzetten naar Bellagio, waar
ze dejeuneerden in het „Hotel de Florence".
Het centrum van Bellagio viel tegen. Palaces van
roomkleurig stuc en beton, gepoetste winkelgalerijen
met bloemenmagazijnen, byoutiers, mondaine robes- en
dameshoedenwinkels, „kunst"-handels met Daily Mails,
prentbriefkaarten en gekleurde foto's dezelfde patisse
rieën .tearooms en kapperssalons als in alle mondaine
badplaatsen. Het karakteristieke kwam pas toen ze die
banale fagade achter zich lieten en doordrongen in de
straatjes en slopjes van een typische schilderachtigheid,
alle opvoerend, trapsgewijs, tegen de berghelling, a.e.
daverend van licht en van franke kleuren.
Zozeer werden Han en zijn jonge vrouw geboeid door
Bellagio, dat... ze er bleven. De portier van het hotel
ging nog diezelfde middag de rekening in Cernobbio be
talen en de koffers halen.
Een volle week genoten beiden van dit zalig oord.
De pensionprijs bedroeg slechts een derde van wat ze
betaalden in „Villa d'Este" en de omgeving was nog
veel en veel mooier.Ze baadden in het meer en lieten
zich loom ronddobberen op de wiegende deining, luier
den op het terras van het hotel of dutten in een hang
mat op de bergen.
Toen ze naar hun zin genoeg hadden genoten van
Bellagio, namen de jonggehuwden de trein naar Venetië
(wordt vervolgd)