de verdoolde j geliefden j Van landbouwcrisis (1880) tot wereldbrand (1940) Een reeks vorige eeuwse gemeenschapsschetsen, èn uit een meer recent weleer SINT-ANNALAND, HISTORIE EN HERINNERING (XVI) door Han Dekker 10 december 1970 EENDRACHTBODE Een fraai havenbeeld uit vroeger tijden simpele geldleninkjes aangingen van een paar kwartjes of een gulden: looptijd maximaal vier weken; rente een halfje ten honderd per week... Fré'tje-de-bode, die tevens havenmeester was, woonde er ook, vlak hij 't karakteristieke bierhuisje annex scheerwinkel van Piet-van-Witte (Rijn berg). Dagelijks tapte men daar door de week een zeker aantal hele en „halve" stenen bierkruikjes vol aan 't vat, die als resp. verkoopeenheden, stevig gekurkt de gestoppelbaarde (avond) cliëntele mede „begroetten' Een eindje verder, in café-veerhuis „Apollo" woonde veerman Arij (van Schouwen) en enkele huizen terug was er de bekende dorpsherberg waar kasteleinse Jozina Goedegebuure als een plaatselijke „Gouden Reaal-waar din" filosofeerde over 't vaak wonderlijk-bizarre levensspectrum harer bontgekleurde gastenkring, onder wie Johannis van E., alias „Elzakker- tje", als' een Sint Annalandse „Woutertje Pieterse", hoogst zelden maar ontbrak... Johannis van Elsacker, een vriendelijk-goedig manneke, die als kin derloze weduwnaar deels zijn leven alleenwonend sleet. Hij was kuiper van z'n vak, en oefende dit ambacht uit in de hopeloos versleten schuur van ,,'t ouwe Jezineke" (Goedegebuure) aan de oostelijke Achterweg. Soms bracht 't gehaakmutste Jezineke, die nooit kon laten water bij de jenever te doen, er hem zo'n „versneden" aperitief. Verrukt zette hij z'n petje scheef, en nam, haar ondeugd in deze kennend, keurend een eerste slokje... Olijk-vermanend keek hij haar daarbij al proevend aan, en zijn lippen afvegend klonk het dan: „Ei je êêst m'n borreltje gewasse bure? 'k z'anders liever vüul 'oor!" In 1925, op een bladstille dag, zakte dit al jaren gevaar opleverende (schuur) bouwsel als een amechtige dame, stijlvol maar radicaal ineen, waarbij gelukkig onze spektonnen- en was- kuipenvervaardiger afwezig bleek... Als nevenberoep had Johannis, toen zijn vrouw nog leefde, een poosje „café gehouden" aan de Voorstraat. Dikwijls schonk hij daar „per ongeluk" juist dat in, wat aan 't stam- tafeltje niet was besteld geworden. Kwasi beteuterd stopte hij vijf cent dan in 't buffet, gooide de „verkeerde" borrel door z'n keelgat en zuchtte tevreden-berustend: „Een stuver is ie mien aok aoltied nog waerd", maar door dit soort „privé-klandizie" werd de bloei van 't zaakje geen succes... Door een blijkbaar te eenzijdige voeding tijdens z'n alleen wonen op latere leeftijd, had de huisarts onze zich niet lekker voelende vitamine- behoeftige Johannis citroen-gebruik geadviseerd, en niet direct nader informerend, had hij 't daar machtig moeilijk mee. Na een nacht on rustig slapen, gaat 's morgens allereerst de brave kerel ter „dilemma doorbreking" even naar dokter terug, beleefd vragend of dit nu citroen moet zijn „van de groenteboer" of „uut d'èrreberrege"..., en als dan 't eerste juist blijkt, komt de „wrangzure" klap wel heel hard aan!... Hij was jaren lid der dorpsfanfare, droeg op 't laatst haar vaandel nog, en 't beroerde daarbij bleek, een zeker „evenwichtsprobleem", gezien bij tal van „Accelerando"-hoogtepunten de muziekbanier steeds medaille-zwaar der, maar zijn benen uiteraard door ,,'t succesvieren" in deze aldoor „lichter" werden... Meer „vendelzwaaier" dan vaandrig soms, voelde Johannis onder 't marcheren de bezorgde blik op zich gevestigd der aan 't hoofd lopende orkestleider, waarop hij „ter verklaring" deze zijdelings toevoegde: ,,'tt Kom aollemae' deu' die rotte pikkels, mééster," daarmee de schuld schuivend op klinkerstraat- of macadamwegkwaliteit, en wei nig overtuigd glimlachte Lambrecht Soeters dan „begrijpend", onderwijl nog vele malen z'n hart vasthoudend, vanwege „die rotte pikkels" zie je... En terwijl in 1920 de K.L.M. 's werelds eerste luchtpostdienst, Amster- dam-Londen, opent (één postzak-totaal gewicht 6*/2 kg), beleeft „Accele rando" dit jaar een vruchtbare serenadelente. Op 15 april werd een sere nade gebracht bij de heer Johs. Polderman, ter gelegenheid van zijn 40-jarige bruiloft. Vier dagen later „werd de jaardag herdacht van Prins Hendrik met een marsch door de gemeente. Ook werd een serenade ge bracht bij David Manteau en Willem Scherpenisse, welke beiden hun zilveren bruiloft vierden..." Na weesvader Manteau en huisvader Scher penisse is drie dagen daarna de heer F. M. Boogaard aan; de beurt, zij het om andere reden, want het is $eer precies als 28 jaar geleden, toen Sint Annaland bijna gelijktijdig een nieuwe gemeentesecretaris en burge meester kreeg. Hoewel het thans geen resp. opvolging wordt van vader op zoon, toont „Accelerando" even opgewekt haar goede hart. In dit twintigste jaar van onze eeuw gaati in Sint Annaland, waar wegens een spectaculaire afschaffing deze zomer voor het eerst sinds mensenheu genis geen kermis meer zal zijn, een nieuwe burgemeester geïnstalleerd worden. De heer Abraham J. Bierens (jr.), één van „Accelerando's" eersten, trekt zich gepensioneerd terug uit het ambtelijke dorpsleven. In zijn plaats komt de heer C. M. P. W. Hanssens, en de officiële intree- datum wordt 29 april. Economisch is tot hiertoe de tijd niet slecht geweest. Na de mobilisatie jaren was schier aan alles gebrek. Landbouw, handel en scheepvaart hebben daarvan mogen profiteren. Tussen prijzen en produktiekosten was een stabiel evenwicht Ondanks in 't volgend jaar (1921), en ook daarna weer, telkens (waarschuwend) optredende „verstorinkjes" in deze, heeft men conjunctureel in 't algemeen geen klagen nog voorlopig... In 1921, waarin men Albert Einstein om zijn bekende relativiteits theorie de Nobelprijs voor Natuurkunde zal toekennen, besluit Sint Annalands „Accelerando", ter gelegenheid van 't achtste lustrum de 21e september een eerste festival te presenteren. Deze zomer krijgt Giethoorn, dorp van sloten, vaarten en punters, bezoek van de koninklijke familie. Opgetogen probeert de dan 12-jarige prinses Juliana aan een vaarboom beweging te krijgen in zo'n houten bootje; vertederd kijkt de bevolking toe, van wie wellicht velen later zullen figu reren, als de „Fanfare" zal spelen in hun streek... In het Thoolse land is 't nu al zover, want op de dag dat dit jaargetij overgaat in zijn herfstige opvolger, zal op Sint Annaland, het Zeeuwse dorp waar bijna zestig jaar tevoren koning Willem de Derde zo klankarm moest ontvangen worden, de lucht vervuld zijn van muziek... Relatief vrolijk en welvarend, vooral in de U.S.A., is dit decennium der jaren twintig, dat culminerend „vastvriest" in de langdurige winter van negenentwintig... Een „ijzige" inleiding tot het tijdvak) dat chrono logisch zal bestaan uit tien gelijke parten: de zogenaamde crisisjaren!... Nad ruk Verboden) Volgende week: BEGINKLANK VAN EEN SLOTAKKOORD. Op de toenmalige jaarlijkse kermis stond Johannes Hage met zijn zgn. danstent en kijkdoos. De laatste aktueel aangepast aan de toen heersende oorlog tussen Japan en Rusland. In 1921 werd op zekere dag druk gemusiceerd op het schoolplein, het dorpscentrum, dat altijd het markante punt vormde voor evenementen. Met medewerking van de muziekvereniging uit Nieuwerkerk, Sint Maartensdijk en Tholen bracht „Accelerando" een dag vol vrolijke tonen. Op de foto leidt dirigent Soeters de muziekvereniging, terwijl vaandeldrager Johannes van Elsacker het ere teken onder zijn hoede heeft. JOHANNIS EN ,,'T CITROENDILEMMA" Zomer 1919 wordt in Goes een grote landbouwtentoonstelling georgani seerd, die ook door de Koningin zal bezocht worden. Vele Zeeuwen uit alle provincie-delen gaan er een kijkje nemen, en hieruit blijkt tevens weer, dat elke tijd zijn eigen gewoonten en genoegens kent. Verschillende onzer binnenvaart- en beurtschippers namelijk, gaan dit zomerseizoen, zoals vaker gebeurde wanneer er in de provincie of elders wat te beleven viel, zogenaamd „volkvaren" ongeveer zoals dit thans plaatsvindt bij het zeehengelen. In 't scheepsruim staan zitbanken naast tafels van planken en kisten provisorisch opgesteld. Van uit Sint Anna land varen de schippers Kees Theunisse en Willem Heijboer, terwijl beurt schipper Abram Theunisse ditmaal drie van deze reizen verzorgt naar 't Goese feestterrein voor Schouwen en DuivelandZierikzee-Wilhelmina- polder, vice versa. Aan boord bij laatstgenoemde schipper is hiertoe zelfs een soort van „scheepsbar" ingericht, waarin als drankverkoper meevaart Johan Legemate uit Zierikzee. Ook diens vrouw en dochter zitten als twee verlate „marketentsters" in het ruim. Helemaal aan 't an dere eind is een zorgvuldig met zeildoek afgeschut „privaat" in elkaar geknutseld, zodat naast „het innemen" ook aan „de keerzijde" is gedacht. Ondanks deze attente voorzorg, maken helaas (zee) ziekte en een te veel aan (rterke) drank op de terugreis veelal, dat na 't aangenaam verpozen de schippersknecht urenlang bezig zullen zijn, met wel bijzonder onfrisse reinigingskarweitjes... De 18e juni gaat ook „Accelerando" naar deze Goese tentoonstelling, „welke reis door een groot aantal personen werd meegemaakt." Om zes uur 's morgens werden onder het spelen van een mars de trossen losgegooid„Bij de thuisreis werkte het weer niet mee, zodat we wegens de mist moesten stilliggen. Zoodoende kwamen wij wat later thuis dan wij gedacht hadden en voeren ongeveer negen uur des morgens (men was dus 27 uren aan één stuk uit geweest!) met muziek de haven weer binnen..." Die oude haven van Sint Annaland, romantische dorpskaai van weleer... Hoe vaak toefde hier Willem Bruijnzeel, zoon van houtindustrieel Kees en kunstenaar van professie, haar wisselende beelden op linnen con serverend, keuvelend met schippers en huismoeders, voerlieden en bejaar den, kortom met allen, die er de menselijke figuratie vormden en 't hui- zendekor bewoonden. Je had er de roodgebaarde „Roski" (tautologisch Nederlands-Russisch misschien?...), in wiens onmetelijk grote woonkamer even onmetelijk zware zolderbalken waakten, dat hij niet door een daar boven opgeslagen graanvoorraad bedolven werd. Naast hem woonde een doorgaans naar haar werk ziende vrouw Van der Klooster, of „kolen- Pietje", zo genoemd vanwege haar bescheiden brandstoffennerinkje. Met luttele kilo's tegelijk werden vooral in (armoe) winters kolen van haar betrokken. Stooksel voor 1 a 2 dagen, vaak door kinderen gehaald: „Ei je centjes bie m'n knecht?," want door scha en ergenis had Pietje ,,'t poffen" afgeleerd... Ook was daar buurvrouw Kaatje, „voorschot- bankierster" in 't klein, bij wie veelal op zwart zaad zittende huisvrouwen door ij LEO FAUST 5 j Monsieur Mollière liet zich echter niet zo gemakkelijk uit het veld slaan. Ik heb een verzoek aan u. Een verzoek en een voorstel Marie-Anne. Ik mag wel Marie-Anne zeggen, nietwaar? Ik ben vijf-en-dertig jaar ouder dan u... De kwestie is deze: het werk groeit mij over het hoofd. Ik heb een secretaresse hard nodig. En, daar ik voornemens ben, een weinig propaganda in Holland te maken en het In stituut in die richting te specialiseren,... Les jeunes filles hollandaises me sont infiniment sympathiques. Ik ken er niet een massa, maar de enkele die ik het genoe gen gehad heb te ontmoeten, hebben het verlangen in mij gewekt er méér te mogen tellen onder mijn leerlingen ...Mijn secretaresse moet dus behoorlijk vertrouwd zijn met de Nederlandse taal. Vooral geen Vlaams. Daar heb ik een zusje aan dood! Dus heb ik aan u gedacht, als enige Hollandse in mijn omgeving. Ik heb nooit op de machine geschreven En steno kan ik nog minder dan Chinees. Ik kan u Chinees leren, Marie-Anne. En dan ...Ik ben in Parijs om te leren „couturière" te worden. Secretaresse zijn, dat kan ik in Holland ook. Mijn vader zou raar opkijken. U hebt me niet laten uitspreken. Het gaat voorlopig slechts om één uur per dag. In schooltijd of daarna, naar verkiezing. Ik ben natuurlijk bereid, uw arbeid naar ver, dienste te honoreren. Stenografie hebt u er niet bij nodig En op de schrijfmachine te tikken, dat leert u spelender wijs. Ik acht mij niet capabel tot een arbeid als u voor ogen staat, monsieur Mollière. Plaatst u een annonce in een groot Hollands dagblad. Dan krijgt u tientallen brieven van sollicitanten. Dat is uw laatste woord? Ik zou juist u zo graag heb ben. Ik wil u zoveel betalen, dat u uw papa niet meer nodig hebt. Dit versterkt alleen nog maar mijn besluit. Ze stond op. Was dit laatste niet brutaal?... Een brutaal mens heeft alleen maar oren voor brutaliteiten. Het mannetje aan de overkant van de tafel sprong even eens overeind, deed alsof hij haar weer een hand wilde geven. Denkt u er nogeens over, mademoiselle. Ik heb geen haast. Woedend, met een hoog rode kop, kwam zij in de klas terug. Om twaalf uur, toen Marie-Anne de school uit ging, kwam de jongste van de beide manlijke leerlingen uit haar klas haar haastig achterop, en legde, buiten adem, zijn hand op haar schouder. ,,Hij ook al?" dacht ze. „C'est le jour!" Een weinig nerveus nam ze die hand weg. Oh, vous n'avez pas besoin d'avoir peur de moi! U hoeft voor mij niet bang te zijn, zei hij glimlachend. Ik geef niet om meisjes. Wat zoekt u dan bij mij? Ik wou u alleen even waarschuwen. De directeur is een „salaud", een vuilik. Past u voor hem op! Het is vriendelijk van u mij te waarschuwen. Maar, heus, laat dat maar aan mij over. Ik ben ook niet van gisteren. De twee waren nu bij de ingang van het Metro-sta tion La Bourse, en bleven staan. Gaat u ook met de Metro? vroeg Marie-Anne. Nee, ik loop. Ik woon hier dichtbij. Zij reikte hem de hand. Tot straks. Nogmaals dank voor uw goede bedoeling. Hem nog even goedendag toezwaaiend, huppelde ze met kokette sprongetjes de trap af. Die middag, toen ze uit het „Institut" kwam stond er een dure auto voor de deur, en de directeur, die aan het stuur zat, kwam, toen hij haar zag de wagen uit en trad op haar toe: Mademoiselle Van Over, vroeg hij. Mag ik u mis schien thuisbrengen? Ik ga de kant van Montparnasse uit. Merci, monsieur! Vous êtes trés aimable. Maar ik ga nog niet naar huis. Ik heb de tijd. Ik zal u brengen waaru heen wilt. Ik ga liever te voet. Ik zit al de hele dag, en ik wil niet de managerziekte krijgen. Zoals u wilt. Een andere keer dan. Wanneer u haast heeft. Hij stapte weer in de slee. Klapte hard het portier dicht. En zette de motor aan. V Na die woelige week bleef het enige tijd wat rustiger voor Marie-Anne. De directeur scheen te berusten in zijn échec. En ook Fred Delarue, ontweek haar min of meer. Een vrijdagavond in het begin van oktober, aan tafel, zei Raoul Cernay haar: Mijn ouwelui zouden graag eens met je kennismaken. Zou je zondag naar Blois kunnen komen? Zo tegen de koffie? Dan gaan we 's middags het kasteel bekijken. En 's avonds gaan we samen naar Parijs terug. De bos sen rondom Blois zijn nu zo prachtig. Wat dunkt je daarvan? (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1970 | | pagina 5