Set huwelijk is
niet verouderd
de verdoolde
geliefden
Ondanks de moderne opvattingen blijft
aantal gelijk
Van landbouwcrisis (1880)
tot wereldbrand (1940)
EENDRACHTBODE
STATISTIEKEN WIJZEN HET UIT:
Besling-Optiek
SINT-ANNALAND, HISTORIE EN HERINNERING
(XII)
Een reeks vorige eeuwse gemeenschapsschetsen,
èn uit een meer recent weleer
door Han Dekker
12 november 1970
5
Het huwelijk als instelling is een van de oudste instituten ter we
reld. Feitelijk is het huwelijk de enige door de maatschappij gesanc
tioneerde vorm van samenleven van een man en een vrouw en zelfs
allerlei moderne theorieën over het huwelijk hebben daarin geen
verandering gebracht. De door het overgrote deel van de bevol
king onderschreven levensbeschouwelijke en/of religieuze overtui
gingen, waarop het instituut huwelijk steunt, vormen een der be
langrijkste elementen van onze cultuur. Zij die beweren dat het
huwelijk steeds meer in discrediet geraakt, worden door de statis
tieken in het ongelijk gesteld, want het huwelijkscijfer in ons land
is in de laatste eeuw vrijwel constant gebleven, de huwelijksleeftijd
vertoont zelfs een scherpe daling en ondanks alle sombere bewerin
gen van cultuurpessimisten en Cassandra-profeten blijft het aantal
echtscheidingen vrij constant.
RUSTIG DOORGAAN
MET TROUWEN
Sommige nieuwlichters poneren de stel
ling, dat wanneer een man en een vrouw
van elkaar houden, zij ook zonder een hu
welijk te sluiten gelukkig zouden kunnen
samenleven. Wanneer men toch trouwt, is
dat uit maatschappelijke of financiële over
wegingen. Deze mening wordt evenwel door
de meeste mannen en vrouwen scherp
aangevochten. Waarom zou men een ver
bintenis tolereren, waarbij de man zijn
vrouw en kinderen te allen tijde in de
steek kan laten? Waarom zou men de
mensen wel voor de konsekwenties van
hun handelingen en niet voor de konse
kwenties van hun liefde mogen stellen?
Trouwen veronderstelt het aanvaarden
van een zekere verantwoordelijkheid en
dat is een cultuurgoed, waarvan men de
waarde niet hoog genoeg kan schatten.
Ondanks alle relative theorieën over het
huwelijk gaat het grootste deel van het
Nederlandse volk rustig door met trouwen.
Men ziet dat aan het zogenaamde huwe
lijkscijfer, waaronder verstaan wordt het
aantal gesloten huwelijken per 1000 bewoners
per jaar. In 1875 bedroeg dit cijfer 8,3 in
1925 idem, in 1939 8,1, in 1944 daalde het
onder de druk der oorlogsomstandigheden
tot 5,5 om in 1946 op te lopen tot 11,4.
In 1949 bedroeg het huwelijkscijfer weer
8,3 en sindsdien blijft het vrij constant zo
als uit de cijfers van 1964, 1965 en 1966
blijkt, toen het resp. 8,5 8,8 en 9,0 bedroeg.
Kortom, in een eeuw is er in de waarde
ring voor het huwelijk als sociale instelling
in Nederland nauwelijks iets veranderd.
JONGER TROUWEN
De drang om zo jong mogelijk trouwen,
neemt zelfs duidelijk toe. In 1939 bedroeg
de gemiddelde huwelijksleeftijd van de Ne
derlandse man 27,8 in 1963 was dat 26, nu
ligt het om en nabij de 22 jaar. De gemiddel
de huwelijksleeftijd van de vrouw vertoont
MODERNE BRILLEN
PRACHT COLLECTIE BIJ i
Fortuinstraat 12
Bergen op Zoom
OOK LEUKE HIPPE MODELLEN
adv. Ing. med.
eveneens een dalende tendens. In 1939 be
droeg deze huwelijksleeftijd 25,6 in 1963 23,5
en thans circuleert ze rondom 21 jaar.
Deze daling van de huwelijksleeftijd is
zelf vrij spectaculair, ook al manifesteert ze
zich niet bij alle bevolkingsgroepen even
sterk. De huwelijksleeftijd ligt hoger bij die
groepen, waar men lang moet studeren om
zich een maatschappelijke positie te verwer
ven. Weliswaar kennen we het verschijnsel
van de studentenhuwelijken, maar dat zou
ons de ogen bijna doen sluiten voor het
feit, dat de meeste studenten pas trouwen
na hun doctoraal of in elk geval na hun
kandidaats.
Op het platteland worden huwelijken soms
uigesteld tot de zoon het bedrijf van de
ouders kan overnemen of bouw- of weide
grond in pacht kan krijgen. Maar vooral in
de grote steden is het tegenwoordig gemak
kelijker om zich al vrij jong een redelijk
economisch bestaan te verwerven en dus kan
men zich een huwelijk financieel veroorlo
ven. Bovendien is de jeugd afgestapt van het
idee, dat je eerst je huis goed moet kunnen
inrichten om te kunnen trouwen. Tegen
woordig koopt een paartje desnoods wat
tweedehands meubelen en huurt een zolder
kamer of etage.
ECHTSCHEIDINGEN CONSTANT
Tegen de algemene veronderstelling in
blijft het aantal echtscheidingen in ons land
vrij constant, althans wat de naoorligse jaren
betreft. In 1875 bedroeg het aantal schei,
dingen op 1000 echtparen slechts 0,2. In
1939 was dit opgelopen tot 1,8. In de periode
1951-55 bedroeg het cijfer 2,2 in 1966 was
het 2,4 Kortom, men kan niet van een ver
ontrustende stijging spreken.
Dat een eeuw geleden het aantal echt
scheidingen aanzienlijk lager was, zegt bo
vendien minder dan men zou denken. De
sociale controle was toen veel sterker, het
was gewoon een schande om te scheiden, dus
bleef men bij elkaar, ook al was er van een
liefdesband allang geen sprake meer.
Uiteraard doen deze omstandigheden zich
ook thans nog gelden, vooral in sommige
plattelandsstreken, alsook in kleinere over
wegend r.k. of orthodoxe gemeenten, maar
een bewijs dat de huwelijken van vroeger
zoveel beter waren, valt niet te leveren.
Interessante gegevens vermelden de statis
tieken over het .aantal huwelijksjaren, waar
na echtscheiding plaats heeft.
Het blijkt dat de meeste echtscheidingen
plaatsvinden in de groep, waar men 10 tot
.19 jaar is getrouwd. Op de tweede plaats
komt de groep, waar men 20 jaar of langer
is getrouwd. Dat vele echtparen pas zo laat
tot een scheiding besluiten, vindt zijn oor
zaak voornamelijk in het feit, dat een schei
ding voor de meestal dan wat ouder ge
worden kinderen minder schadelijk is.
De echtscheidingsstatistieken geven natuur
lijk geen aanwijzing over het aantal werke
lijk geslaagde huwelijken, maar men moet
toch aj een geboren pessimist zijn om uit de
huidige, niet verontrustende echtscheidings
cijfers negatieve conclusies omtrent het in
stituut huwelijk te trekken.
Het ziet er naar uit dat het huwelijk alle
moderne, sceptische theorieën glansrijk zal
overleven. Zij, die in het huwelijksbootje
stappen, behoeven niet bang te zijn dat zij
om die reden voor ouderwets worden ver
sleten. Bovendien, vele moderne sceptici
die zich laatdunkend over het huwelijk uit
laten, zijn zelf getrouwd...
VAN EEN DRIFTIG DORPSHOOFD
EN EEN NOG BOZER SUPERIEUR
„Zy is na het jaar 1631 van alle haare inwoonders verlaaten: en in
dat jaar zyn de straatsteenen, en alwat 'er was, by aangeslaage briefjes
verkogt...," meldt een 17e eeuws geschiedschrijver over het verdronken,
Zuidbevelandse Reimerswaal. In deze stad en directe omgeving woon
den vele Poldermans. Ook zij hielpen aan de evacuatie van hun plaats en
omliggende hoeven, waar voor hen nimmer terugkeer mogelijk zou zijn.
Wat nu? De familie splitst zich; sommigen trekken naar het Thoolse
land, dat dan mede leeft in het machthebberstijdperk der respectievelijke
ambachtsheren, en inmiddels snellen talrijke decennia heen ons staats-
vormelijk van Verenigde Nederlanden, via Bataafse Republiek, konink
rijk Holland en Franse annexatie voerend naar de huidige, constitutionele
Monarchie, die tot 1848 nog maar weinig democratisch was...
Tussen Napoleons débacle bij Leipzig en laatstgenoemd jaartal liggen
vijfendertig onzer uiteraard door armoede en innerlijke machtsstrijd ge
kenmerkte koninkrijksjaren, waarin het monarch en vroegere regenten
clan resp. veelal ging om uitbreiding van nieuwe- en herstel van oude
rechten, terwijl, door bittere nood gedreven, de volksstem steeds aan
kracht ging winnen, inzonderheid in 't buitenland... Wanneer dan begin
1848 revolterende geweerschoten uit Parijs, Berlijn en Wenen waarschu
wend „doordringen" tot Den Haag, kan eindelijk datj jaar onze begaafde
Thorbecke zijn zo belangrijke grondwetsherziening realiseren. In zijn
daarop volgende, van een ongekende vooruitziendheid getuigende, orga
nieke wetgeving, vond hij de staatkundig duurzaam gebleken midden
weg tussen feodale verbrokkeling en een weleer door de Fransen op de
spits gedreven centralisatie. Een nieuwe, democratisch-evenwichtige ver
houding: rijk - provincie - gemeente, en de koning (of koningin) benoemt
onderscheidenlijk zijn (of haar) commissarissen en burgemeesters...
,,Zy is na het jaar 1631...," en voor St. Annaland is dan elf jaar geleden
het tijdperk der Doublets begonnen, met als besturend hoofd een autochto
ne, ambachtsheerlijke vertegenwoordiger. Na Napoleons verbanning heten
onze respectievelijke dorpsbestuurders schout, en gedurende het eerste
kóninkrijkslustrum doet zich als zodanig te Sint Annaland gelden, de heer
Abraham van der Bel, omstreeks 1820 in deze opgevolgd door chirurgijn
Willem Cornelis Hoogkamer ,een kortaangebonden heerschap, en de ambte
lijke rechtszekerheid scheen toen even beperkt als de grootte van 't sala
ris. Terwijl, zo ongeveer ten tijde der bloedige, Javaanse acties tussen
Dipo Negoro en Merkus de Koek onze burgervader pillen draait in zijn
Voorstraatwoning (nu nummer 42), landbouwer Piet Polderman, nazaat
der Reimerswaalse immigrantenfamilie, z'n koeien stalt op de Annavos-
dijkse hoeve (thans nr 6 M. J. A. Elenbaas), heeft te Zierikzee een regio
nale hoofdambtenaar (we zullen 'em maar opperschout noemen) het
(dienst) plan opgevat morgen naar 't Thoolse land te gaan, en 't vervolg
is vervat in een heel oud volksverhaal.
Daags daarna valt drenzend een gure herfstregen. Op deze donker-kille
avond komt heel laat, opgehouden door 't slechte weer en een drassige
weg, Zierikzees opperschout voor gemeentezaken aan te Sint Annaland.
Danig uit zijn humeur stapt hij uit z'n koets en laat verkleumd, met een
geweldige slag de klopper vallen op heer Hoogkamers straatdeur. Deze
is pas een kwartier geleden, doorweekt teruggekeerd van een spoedgeval
in de Weihoek, en ook zijn stemming heeft geleden. Onderwijl de knecht
het druipende paard stalt, heeft onze geneesheer zich van droge kleren
voorzien en ter bijkoming een plaats ingenomen aan de vlammende turf-
haard. Juist is een glas rum ingeschonken als zijn klopper de gemelde
dreun geeft... en zie, dit blijkt net iets te veel! Woedend stuift het dorps
hoofd door de gang, rukt de voordeur open en neemt, zonder in 't donker
te weten wie hij voor zich heeft, afwisselend Oudhollands en Frans schel
dend de honneurs waar op een wijze waar de meest geharde, Napoleon
tische grenadier van zou zijn verbleekt. Deze weinig tactvolle begroeting
onder zulk klamme omstandigheden doet heer opperschout geen goed,
blijkend uit een replicerende „ontploffing", die 't burgemeestersambt ter
plaatse erg bedreigt...
Na in 't Voorstraatse dorpslogement van Vrouw van Dussen te hebben
overnacht rijdt de volgende dag onze Schouwse magistraat naar d'eerder
genoemde boer Polderman, kennis der gebelgde ambtsdrager. Op een zij
delingse vraag of zoon Klaas zou voelen voor de burgemeestersfunctie van
St. Annaland, zegt peinzend een enigszins verraste vader Piet, dat dit
misschien wel gaan zal, en ook de betrokkene, die diepzinnig in een
met beide handen omvatte, oorloze koffiekom zit te blazen, ziet er wel
iets in; in 't burgemeesterschap dan uiteraard. Zo werd deze „ambtsmu
tatie", indirect veroorzaakt door de regen, vanuit Zierikzee bewerkstelligd.
Nicolaas Polderman werd onze* eerste burger, en omdat hij van de daar
aan verbonden jaarwedde ad honderdtwintig gulden niet kon leven, bleef
hij aanvankelijk z'n hoofdbestaan van boerenarbeider op vaders hoeve
handhaven...
In 1850 wordt hij als burg emeester opgevolgd door landbouwer A. J.
Bierens senior, bij wie zijn zoon, Johannis Polderman sr., de taken ver
vult van gemeentesecretaris en -ontvanger. Thans is het 1891 en gaat deze
secretaris met pensioen, opgevolgd in beide overheidsfuncties door zoon
Johannis junior, dié ondanks deze jeugdaanduidende naamtoevoeging in
onze eeuw door de volksmond ,,'t ouwe Poldermantje" zal genoemd wor
den. Johannis Polderman jr., kleinzoon van wijlen burgemeester Nicolaas
die eveneens grootvader was van „Accelerando's" eerste voorzitter P.
van Luijk, wordt ter gelegenheid van zijn gemeentelijke benoemingen op
18 december bedacht door onze dorpsmuziek, waarvan hij destijds werd
de allereerste donateur: „Op bovengenoemden datum, bracht de vereeni-
ging „Accelerando" des avonds eene serenade bij den Heer Johs. Polder
man Jr. wien dien dag benoemd werd tot Secr. en Ontvanger der Ge
meente... Na het blazen van eenige stukken werden de leden, en ook de
lantaarndragers verzocht binnen te komen..."
Zo ging het jaar (1891) voorbij, waarin te Eindhoven de heren Frede-
rik Philips en zoon in een leegstaand textielfabriekje met... twintig werk
nemers kooldraad-gloeilampen begonnen te maken, van Sint Annalands
muziekkorps de eerste groepsfoto ontstond, en 't inwonertal dezer ge
meente, mede door geboorte dit jaar van... vijfennegentig baby's op 2399
kwam. Men leeft in 't laatste decennium der 19e eeuw, en zoals weleer
Vlamingen (Everiiers, Goedegebuure), Hugenoten (Soeters, Keur, Gil-
jam, Manteau. Van Luijk) en inwoners uit het resp. tijdelijk en blijvend
verdronken Sint Philipsland en Reimerswaal door overkomst definitief
tot de onzen gingen behoren, zo emigreerden ook die laatste jaren voor
de eeuwwisseling nog, vele onzer dorpelingen op hun beurt weer naar de
U.S.A.: „Gerard Elenbaas, 53 jaar, arbeider; Leendert Pleune, 26 jaar,
kleermaker; Martinus Moerland, 25 jaar, arbeider; Maria Kwaak, 29
jaar, arbeidster..." Zoals men gemeentelijk aantekende, behoorden kerke
lijk de eerste twee tot de „Chr. Gereformeerde Kerk" in feite: Ledeboeri-
aanse- en sedert 1907Geref. Gemeente) en de andere tot de „Neder-
duitsche Herv. Gemeente." Onderwijl men te Sint Annaland vlak tegen
de eeuwafsluiting tot realisering komt van een (tè groot) weeshuis en
een nieuw (tè klein) kerkgebouw der Hervormde Gemeente, stichten te
Grand Haven, Orange City Madison of elders onze landverhuizers doel
matig hun farms en huizen in de trant der nieuwe wereld, en kerken
op die der respectievelijke, alsoude grondslagen van een ver verwijderd
moederland
VOLGENDE WEEK:
DE ALFA EN DE OMEGA
Sint-Annalands (beurt) vaar-
der C. de Vos, werd kort na
d'eeuwwisseling reeds onze
plaatselijke eerste motorschip
per. „Wie vaart er mee met
Kees de Vos? Die vaart er zo
geducht op los..." zong vro
lijk de dorpsjeugd als de
„Vooruitgang F' uitvoer. He
laas bleek 't economisch-wel-
zijn in tegenstelling tot de
scheepsnaam...
Medio t' eerste eeuw- decen
nium vertrekt genoemde De
Vos (alleen!) naar Chicago
(Illinois), om negen maanden
daarna echtgenote Jacoba de
Vos-Moerland (en 9 kinderen)
over te doen komen.
Een jaar later emigreren daar
heen eveneens De Vos' stief
vader Teunis Hoek, diens echt
genote Pietje van Beveren (St.
Annalands eerste weeshuis-
ouders) en twee hunner (wees-
huis-kinders)de gebroeders
Fase.
Op de foto zien we allen te
Chicago terug.
Een wit-baardige Teunis Hoek
en vrouw (zij overleden drie
dagen na elkaar.achter hen
het echtpaar De Vos-Moerland
wier thans welvarende nazaten
veelal in de staten Californië
en Indiana gevestigd zijn. Zo entten zich mede, door levensmisère gedwongen, Sint Annalandse loten, in de groot Amerikaanse stam!
door
LEO FAUST
antiquiteit ontdekt en is er een „pension de familie" be- de ellende van gezien. Ook geen toneel of televisie, want
gonnen. Toen was ze een jonge weduwe uit de Gelderse daarvoor was ze te verlegen. Tegenover een vreemde
Achterhoek, die de kost moest gaan verdienen. Rijk is stotterde en kleurde ze. Ze had een al te eenzame jeugd
ze nooit geworden. Maar ze heeft geleefd, onafhanke-jgehad. Maar wat dan?... Muziek eiste een te zware stu-
lijk en niet al te moeilijk. Behalve gedurende de oorlog,die.
want toen was haar woning bezet door Duitse officieren. Zo was het denkbeeld in haar gegroeid in de „couture"
Thans is mevrouw Van As een grijs, zwaarlijvig dametje te gaan. Niet zomaar een aardige jurk in elkaar frutselen.
Kwiek als was ze een Frangaise van 20 jaar. Een echte zoals op de Huishoudschool onderwezen werd. Neen,
goedzak, zolang ge niet aan het sleutelmandje komt, dat de „Couture" met 'n grote C, de „haute Couture". En
Aan het boveneind van de boulevard Saint-Michel in
Parijs, dicht bij het Observatorium, was vroeger het
historisch geworden „Bal BullierDe straatstenen zin
gen daar nog de charme van Jane Avril. Daar ook staat
nog altijd een bescheiden „hotel particulier", dat twee
eeuwen heeft getrotseerd. Een tuin ervoor, en een ijzeren
hek met een bel aan een roestige ketting. Maar overdag
behoeft niemand te bellen. Als de ingang van het hek
niet open staat, is hij aangeleund. Het zandsteen van
het huis is vergrauwd, onder een hellend dak van rode
pannen. Het huis heeft twee verdiepingen.
Dat alles is heel weinig Frans, eerder zou men zich
nog in een provinciestad in Holland kunnen wanen. De
bewoonster is trouwens een Hollandse.
Vele jaren geleden - ze zou zelf niet zo maar dadelijk
weten te zeggen hoeveel - heeft mevrouw Van As deze
ze in huis overal met zich draagt
In het brede bed in een van de foeilijke maar propere
dat kon men alleen in Parijs leren.
Met weinig moeite had ze haar vader en haar stief-
kamers werd Marie-Anne wakker. Een ogenblik vroeg -moeder overgehaald. Haar vader gaf haar graag haar
ze zich verbaasd af waar zij was. Doch al gauw wist'zin, en „maman", die dolveel hield van mooie kleren, een
ze het weer. Sinds gisteren woonde ze in Parijs, waar
ze de „haute couture" zou gaan leren in het „Institut"
van monsieur Mollière, in de rue du Quatre Septembre.
Toen ze haar Mulo-diploma gehaald had, zou ze één
of twee jaar naar de Huishoudschool gaan. Hoe meer
echter ze erover had nagedacht, gedurende de laatste
maanden, temeer was de gedachte haar gaan tegenstaan.
Ze was nu een groot jongmeisje van 17 jaar, en ze wist
wat ze wilde. Huishouden was niets voor haar. Ze kon,
al sinds tien jaren, een biefstuk met gebakken aardappels
klaarmaken, of 'n paar spiegeleieren. Ze kon behoorlijk
echte Parisienne met wat geld, die indertijd, toen ze nog
in Parijs woonde, ook weieens naar een „revue des
modèles" gegaan was, juichte het idee toe.
De laatste jaren was Marie-Anne verzoend met haar
stiefmoeder. Ze had geleerd en begrepen. Die vrouw had
heel veel gedaan voor de schilder. Het kind zag in, dat
een grote en oprechte liefde erachter zat. Mevrouw Van
Over van haar kant mocht konstateren, dat ze haar doel
had bereikt, een gewoon meisje van Marie-Anne te
maken. Dat was haar taak geweest en ze had die ver
vuld. Als de meeste mensen kweekte ze een zekere sym
koffie en thee zetten, en ze vond dat dit wel genoeg was pathie in zich aan voor haar slachtoffer. Bovendien had
voor het leven. j de tijd vele wonden geheeld. Marie-Anne noemde haar
Waar ze naar haakte was in de kunst te gaan. Geen tweede moeder „maman", zonder aarzelen En deze drong
beeldende kunst, daar had ze op Montparnasse teveeL zelfs erop aan, dat het grote meisje haar zou aanspreken
met „Hedwige", de voornaam die zo voornaam stond.
Sinds 'n paar jaar woonde Van Over met zijn vrouw
in Amsterdam. Een dochter ,die in Parijs zich in de
„haute couture" bekwaamde, en misschien - wie weet? -
later nog weieens ontwerpster zou zijn in een van de mo
de-paleizen in de buurt van de place Vendome of de
Champs-Elysées, het trok de vrouw wel aan. Het zou
hun ook een motief zijn om nu en dan eens naar Parijs
te gaan en zich te bewegen in een wereld waar ook haar
man de portretschilder inspiraties en opdrachten zou vin
den. Zo waren zij, met hun drietjes, naar Parijs getrok
ken, E enweek geleden. Alle drie hadden ze zich onder
gedompeld in de heerlijke wereld van hun verleden, Ma-
rie-Anne's jeugd het elk jaar in september weer tot het
volle leven terugkerend Parijs. Ze hadden tentoonstel
lingen bezocht en musea. De kunsthandelaar In de rue
de Seine, die twaalf jaar geleden Jan van Over redde
van de hongerdood, had met diens schilderijen niet
kwaad geboerd. Hij had hun een etentje aangeboden bij
Maxim's en een nieuw werk gekocht.
Ook waren zij 'n avond gaan eten bij de „bistro" in
de rue de Buci. Ze padden het atelier in de rue Notre-
Dame des Champs bezocht, waar nu een Japanner woon
de. En de blikken van Marie-Anne hadden in 't voorbij
gaan, de gevel van het winkeltje gestreeld waar Robert
met zijn moeder, de „blanchisseuse" leefde. Het stond
daar nog immer, maar in het avondlijk donker waren de
deur en de luiken gesloten. (wordt vervolgd)