wil halen en brengen U marie-anne wordt gewoon Een nieuwe historische serie DENK OM DE KLEINTJES N.V. DE SCHELDE Van landbouwcrisis (1880) tot wereldbrand (1940) EENDRACHTBODE 5 Verborgen verliezen in middenstandszaken Kwart van inkomen gaat verloren SINT-ANNALAND, HISTORIE EN HERINNERING CD Een reeks vorige eeuwse gemeenschapsschetsen, èn uit een meer recent weieeer door Han Dekker 20 augustus 1970 Van de voormalige Stavenisser en thans Gorinchemse D. Roozemond sloten we vorige week een korte historische reeks af van Sint-Phi- lipsland, waarbij vooral de periode Ds. Pontiaen van Hattem een interessant intermezzo vormde op de meer gebruikelijke stads- en dorpsseries, die we tot dusver mochten afdrukken. Het is prettig ,dat sinds Tholen haar ontstaan vierde als stad er in onze uitgave een niet aflatende variatie van historische artikelen is verschenen waarvoor zowel in als buiten de streek grote belangstel- lings is. Die wat we dan mogen noemen historische medewerkers doen het elk op hun wijze en het brengt een interesse, die per ge meente wordt geaccentueerd naarmate het over eigen stad of dorp gaal. Het betekent echter niet, dat het door anderen wordt over geslagen. In dit opzicht komt tot dusver de gemeente Sint-Maartens dijk (met een toch ook zo rijke historie en een in dat opzicht veelwetende heer J asperse) evenals Oud-Yossemeer (waar eertijds wijlen de gemeentesecretaris Van der Ploeg ook heel wat heeft ver zameld) nog wat minder aan hun trekken. In dat opzicht kan de P.T.T.serie mogelijk een gedeelte van dat hiaat opheffen en we prijzen ons gelukkig thans definitief te kunnen meedelen, dat die P.T.T.Serie er toch inderdaad zal komen. De eerste vijf artikelen daarvan zijn reeds ter nodige verificatie omtrent juistheid gegevens bij bevoegde P.T.T.instanties en het vervolg daarvan wordt deze weken afgewerkt. De beloofde P.T.T.serie, waarnaar reeds her haaldelijk bij ons is geinformeerd komt dus wel. Eerst echter nog onze welgemeende dank aan de heer D. Roozemond te Gorinchem voor zijn jongste bijdrage, waardoor tegelijkertijd Sint-Philipsland weer een beurt kreeg, nadat eerder Anna Jacoba- polder (denk maar aan de majoortjes") via dhr. Goudzwaard en vervolgens ir M .A. Geuze zijn geboorteplaats een beurt gaf. Daarna kwam Stavenisse tot tweemaal toe aan bod (chirurgijn van eveneens dhr. Roozemond en de Stoofdijk via de heer A. J. Smits). Deze week wordt het begin gemaakt van een nieuwe serie via de heer J. T. Dekker uit Sint-Annaland, diein deze rubriek al lang geen onbekende meer is. Het is immers reeds zijn derde serie. De Sint-Annalandse dorpshistoricus, zoals we hem al lang en graag noemen doet dat dan altijd weer op zijn manier. Met scherpe con trasten, met verleden en heden saamgevlochten, met een verbinding tussen dorps-, gewestelijk-, landelijk, maar ook internationaal ge beuren in dezelfde periode en soms op dezelfde dag. BEWOGEN TIJDPERK Kent vrijwel iedere generatie een bewogen, diep in het bewustzijn ingedrongen periode zoals het nu al weer wat ouder geslacht de vijf bezettingsjaren nooit kan vergeten, in economisch opzicht zijn de dertiger jaren er ook diep ingegrifd. Uit en rond die dertiger jaren bouwde Han Dekker zijn nieuwe historische serie op. Hij noemt die generatie het "scharniergeslacht", met het ene been nog in het oude stoelend (de armoetijd), maar met het andere in hedendaagse tijd. "Twee volkomen verschillende we relden waarvan een in 1860 geboren, aan de lange sleekachel zittende grootvader wél alles weet van vroeger ,maar de nieuwe tijd niet meer beleven zal." Van landbouwcrisis (1880) tot wereldbrand (1940) is de hoofdom lijsting. En daarin vinden we dan telkens de draad terug van de bijna 90 jaar geleden (september 1971) geschiedenis van de ko ninklijke fanfare "Accelerando". Een serie van een dikke twintig afleveringen. Met een lach (van Toon Hermans) en een traan (van Gert en Hermien), met als het ware weer een speels benadrukken van een periode, in de geschie denisboekjes kort vermeld, maar waard om niet te worden vergeten. Ruim 20 weken "Van landbouwcrisis tot wereldbrand" op deze pagina. Mogen de lezers er veel genoegen aan beleven. Bijna dagelijks moet men in het midden- standsbedrijf constateren, dat er onnodige verliezen worden geleden. Een kopje breekt, stof verkleurt, een zak suiker scheurt of een doos chocolade raakt zoek. Het zijn verlie zen, die per geval gering zijn, maar die over het gehele jaar een grote post aan de ver keerde kant van de balans vormen. De op deze manier ontstane lekkages nemen dik wijls een dergelijke omvang aan, dat het Productiviteitscentrum voor het Midden- en Kleinbedrijf het raadzaam heeft geacht een brochure aan het verschijnsel te wijden. In de publicatie worden niet alleen verschillen de soorten van onnodige en dikwijls moei lijk te vinden verliezen geconstateerd, er wordt in vele gevallen tevens een manier aan de hand gedaan hoe ze te voorkomen. Tal van middenstandszaken hebben er een gewoonte van gemaakt de verliezen wegens lekkage in het oog te houden en systematisch te bestrijden. In het grootwinkelbedrijf wordt zelfs aan de filiaalchefs een manco van een half procent toegestaan bij de aankoop van goederen. Er blijven echter nog te veel za ken, die te weinig aandacht besteden aan de lekkage, die op vele manieren kan optreden. Reeds eerder werd bijzondere aandacht besteed aan de verontrustende toename van de winkeldiefstallen, maar ook op andere wijze kan ieder jaar een extra schade wor den veroorzaakt. Een verlies, dat, in pro centen van de omzet, hoog kan oplopen. In de levensmiddelenbranche treft men lekkages U hoeft maar te bellen. Het zou doodjammer zijn als U alle informatie van het Bouw- en Keukencentrum moest missen door het ontbreken van vervoers- mogelijkheid, nietwaar? Keukens, w'and: en vloertegels, open haarden, natuursteen, dakramen, plafonds, kanteldeuren, kasten. Industrieterrein Theodorushaven Bergen op Zoom telefoon 01640-6910. Openingstijden van 8100 uur tot 18.00 uur, 'a avonds na afspraak, zaterdags van 9.00 uur tot 14.00 uur. adv. ing. med. TER INLEIDING... Sterk leeft in velen de belangstelling voor „het oude", een vaak onbewuste hang naar vroegere romantiek en rustgevende gemoedelijkheid. In schier elk huis ziet men (familie)antiek, als even zovele stukjes geconserveerd verleden, in ere gehouden als nooit te voren; ongetwijfeld één der meest concrete uitingen der genoemde interesse. Vage nostalgie naar een volop- de-tijd-hebbend weleer, zoals moderne stedelingen smoorverliefd blijken op recreatief. Zeeland, en binnen- als buitenlandse intellectuelen (met gezin) onze krotjes bevolken, die tot voor kort nog plaatselijke auto riteiten migraine bezorgden, om de eigen, vroegere (soms asociale) be woners hiervan ,een nieuw menswaardig onderkomen te verschaffen... Paradoxaal is nu eenmaal de mens, schijnbaar tegenstrijdig al zijn tijden, maar één bijzonder, relatief kort stukje wereldgang, lijkt hierin tóch de kroon te spannen: de crisisjaren onzer eeuw! In september 1939 blazen gierend-duikende Stuka's boven Warschau de sinistere eind-bazuin van een tijdperk dat in 1789 te Parijs al even spectaculair begon, en vooral de laatste jaren dezer burgerlijke era, vol hoop en vrees, zorgen en uitbundigheid, kregen als „slotakte" door een niet te stuiten, onver moede climax, een totaal eigen karakter. De broeiend-hete onweerssfeer die hunkeren deed naar verkoeling, en angst bracht voor de naderende bui... Een burgerlijk-romantieke wereld met haar steeds evoluerend levenspatroon, gaat dan voorgoed ten onder, na een internationale malaise die de landbouwcrisis van „tachtig" heel ver in de schaduw liet. Driftig klinkt hamergeklop vanuit een oude, Sint-Annalandse bedstee; in de smal-gammele spinde van het verzakte overkanthuisje probeert al foeterend een Belgisch rechtsgeleerde, zwartbezweet zijn draai te vinden bij 't repareren van het bovenboord, terwijl buiten voor de deur zwart- of roodgenummerde Mercedessen of nóg „hogere rassen" een stil-tech- nische „commissie van toezicht" vormen... Zo een heel oud spindeboord... „historisch stilleven" vaak van grauwe armoede en diep verdriet... Er op een soms karige voedselhoeveelheid, vooral in de winter/ met daarnaast enkele stukjes zelden gebruikt (kraak)- porselein en andere snuisterijtjes, resp. geërfd en van boerekoopdag of kermis afkomstig. Ook zien we chronologische „markeringspuntjes", simpele huishoudzaken waarin historie is vervat. Op een theepotbuik 't fragiele kleurprentje van een-vader-Napoleon-zoekende hertog van Reich- stadt ,door twee grote sierglazen geflankeerd, waarin de resp. slijpsels van Botha en De Wet herinneren aan weer later oorlogsleed. Enkele gedecoreerde, tegen de kalkwand geplaatste ontbijtbordjes doen de Krim- slag bij Sebastopol herleven, terwijl een blikken koekjestrommel in de hoek, tussen de Van Speijk-wereld en die onzer astronauten ,als een in-de-lucht-vliegende, symbolische „middenweg" een trotse Uiver-be- manning toont uit de jaren dertig. Meer vooraan, op-de-pak zoals dat heet, een stenen stroopvetkan met Javaanse voorstelling; maar deze blijkt gebarsten door té intensief gebruik..., en vlak er naast een op school gekregen, vorstelijk getinte (melk) beker, toen Juliana zich verloofde met haar Prins! Zonder onvriendelijk te willen zijn vergeten we tóch even de huidige, in hengeltenue of zeiljack gestoken week-enders, en zitten daar in zo'n „versleten kotje", waar eigen voorgeslachten lief en leed doorleefden, als „schoolknaap" in gedachten weer aan een tussen de ramen geschoven, met gebloemd zeiltje bedekte tafel, waarvan aan 't eind een kaal geworden „schinkblad" staat; ernaast de „schutteldoek" op een bruindoortrokken tegeltje... Halverwege 't raamkozijn zit een glimmend koperen knop, waaraan een schaar en speldekussen hangen's avonds komt daar vaders horloge nog bij, een degelijk G.T.-werk met geciseleerde paardjes in de kast, waardig tikkend aan een grijs-katoenen korsetveter, met het sleu teltje aan 't andere eind... De jaren dertig dezer christeneeuw, een economische wereldcrisis, de prille schooljeugdjaren van ons leven, althans van hen die nu zo rond en in de veertig zijn, en deze leeftijdsgroep werd hierdoor een „scharnier geslacht"; met het ene been nog net in ,,'t oude stoelend, maar met het andere vanaf 't begin in hedendaagse tijd. Twee volkomen verschil lende werelden waarvan een in 1860 geboren ,aan de sleekachel zit tende grootvader wél „alles" weet van „vroeger", maar de nieuwe tijd niet meer beleven zal... Bedachtzaam pruimerid zit hij in een krakend- rieten leunstoel; rechts van hem z'n tegen de knie rustende, van een boomtak zelfgesneden „wandelstok", links de kwispeldoor, waarbij een tegenover hem zittend, vinnig-kousenstoppend omaatje scherp oplet of hij 't er-niet-buiten-doet.Onbemiddelde oudjes ,als de meeste uiteraard, die inwonen bij getrouwde, „crisisgetekende" kinderen, of omgekeerd, zij bij hèn, want in plaats van doelmatige bejaardenhuisvesting en A.O.W. geldt dan diaconale steun en ongeschreven kinderplicht... Mijmerend vertelt de oude baas uit z'n verleden, zoals dat alle (bejaarde) mensen eigen is. Zijn Dordtse diensttijd bij de pontonniers, geboorte- en kroningsfeest van een prinses (Wilhelmina), de barre winter van negen tig en de vlak daarvoor beleefde (crisis)jaren, vol zwarigheid en brood gebrek... Ook waren er gelukkig prettiger aspecten ,want guitig lichten vaak zijn ogen op, vooral als jeugdjaren bij „meester Sammetje (v. d. Bel)" ter sprake komen, de Thoolse lotingsdag onder Van Houtens veld- wachterlijke hoede, die als oud-Indië-gast uiteraard béter alcohol ver droeg dan zij allen te zamen.... of het ontstaan van ons fanfarekorps, Hij stond aan „Accelerando's" wieg, beleefde roemruchte „kleuterjaren", ja zat zelf een poos in „de meziek"! Respectievelijke jeugdimpressies van een willekeurig gekozen grootvader, zijn dan getrouwde kinderen, van ons zelf..., over een drie a vier gene raties omspannend tijdvak, individueel-beschouwelijk achterhaald of aan gevuld door ervaring en afstandneming Sint-Annaland historie en herinnering ,van de „ene crisis" naar de „an dere", zo maar wat onvolledige grepen uit een voltooid weleer, vaak muzikaal verbonden en omlijst door al deze gedachten omvattend, thans koninklijke korps Historie en herinnering.... vreugde, verdriet, dorpshumor, gemeenschaps leed en vooral: een zich in alles manifesterend betrekkelijkheidsweten van heel het menselijke leven, ook dat van óns... Tóch mag 't verleden in zijn algemeenheid niet vergeten worden, want voor ons hedendaagse den ken, vormt het mede de zo onmisbaar zijnde achtergrond! Volgende week: ,-,CRESCENDO" EN DE PLAATSELIJKE ARMENZORG. Zo rond de dertiger jaren was er wat meer tijd dan tegenwoordig stil te staan bij de dingen van de dag. Een niet altijd gewenste rust. Donkere werkloosheidswolken bedekten de economische hemel. Aan de vóórkant van "Achter het Tonhuis'' was er gelegenheid om de dorpsnieuwtjes uit te wisselen. door LEO FAUST 14 Ze kwam aan de Seine. Midden op de brug wierp ze een schichtige blik om zich heen of iemand op haar lette, en slingerde toen met een snel gebaar de tas met de schoolboeken en het schrift, tussen de spijlen van het hek door, in het water. De bezegeling van haar besluit; het onherstelbare. Maar nu ze temidden van de huizen massa's van Parijs was, bekroop haar een gevoel van machteloze eenzaamheid. Ze vroeg zich af, welke kant uit, welke straat in, om naar Montparnasse te komen? Ze besloot, de kaden van de rivier te volgen, want ze wist, dat de Seine langs het Louvre kwam, waar ze twee keer met haar vader was geweest en van waar ze zich de weg naar Montparnasse wel zou herinneren. Alleen wist ze niet of ze nu de Seine naar links of naar rechts moest volgen. En de wanhoop, dat ze mis schien juist de verkeerde kant uit liep, ontnam haar alle moed. Nu ook voelde ze, dat ze moe werd. Op een groot plein ging ze op een bank zitten. Zelfs was ze niet ver van spijt over wat ze begonnen was, en dacht aan de mogelijkheid terug te keren. Voor het verlies van haar tas zou 't niet moeilijk zijn, een leugentje te vin- den. Opeens zag ze een bus voorbijkomen, waarop tot haar enorme opluchting „Louvre" stond. Ze had na tuurlijk al haar spaarcentjes meegenomen. Met die bus zou ze haar doel kunnen bereiken. Ze sleepte zich naar het punt waar ze hem had zien stoppen, en wachtte daar op de volgende. De deur van het winkeltje van Roberts moeder was op slot, Marie-Anne had er niet aan gedacht, dat 't dins dag was en de blanchisseuse naar het lavoir Robert naar school, natuurlijk. Maar om twaalf uur zou hij wel thuis komen. Geheel op van vermoeidheid en zenuwen liet ze zich neerzakken op de stoep. Die twee uren, dat ze daar zat, in de oude straat, leef de het verleden weer voor haar op. Het duurde niet lang of het was haar alsof ze nooit was weg geweest. Be kende gezichten kwamen voorbij, zonder echter veel aandacht aan haar te schenken. Ze was niet bang, her kend te worden. Ze wist immers, dat ze hier niet blijven zou, en „thuis" begrepen ze natuurlijk toch al, dat ze naar haar vriendje was. Tenslotte viel ze, van afgematheid en verveling, in slaap. Zo vond Robert haar, toen hij om half-een uit de school kwam om het prakje op te warmen, dat zijn moeder voor hem had klaargezet. De jongen kon z'n ogen niet geloven! Marie-Anne.! Wat kwam zij hier doen? Hoe kwam ze hier?... Zachtjes schudde hij haar wakker. En het kind, uit haar dromen gerukt, zag het vertrouwde gezicht, angstig bezorgd, over haar heen gebogen. Hij ontsloot de deur, nam haar mee naar binnen. Daar in het vertrekje achter de winkel, waar ook de twee bedden stonden, begon ze te schreien. Was 't van ver driet? Wast 't van vreugde? Ze zou het zelf niet hebben kunnen zeggen. Sprakeloos, maar met vragende ogen, keek de jon gen haar aan. Ik ben weggelopen. Ik kan 't wezenlijk niet meer uit houden, snikte ze Ze slaan me... Waarom heb je me niet geschreven? Dat mens heeft je brief gevonden en verscheurd... Help me. Hoe kan ik je helpen? Met me weglopen. Bij me blijven, ergens waar ze ons niet kunnen vinden. Ik zal werken. Ze zullen ons overal vinden. Dan spring ik in de Seine. Laat me nadenken... Bij ons kan je natuurlijk niet blij ven, Dan hebben ze je zó. Vanwege die brief komen ze het eerste hier naar toe. Alleen kan ik je niet laten gaan. Het beste zou zijn, dat ik je terugbracht. Ze zullen nu wel verdriet hebben... Nee, Rob, ik wil bij jou blijven. Jij bent de enige die ik heb. Jij bent toch mijn man? Je hebt het beloofd! „Avec les flics, ils te retrouvent partout!" (Met de politie vinden ze je overal!) Dan doen ze met je wat ze willen, en je met mij samen laten, is wel het laatste. Als ik dreig, anders weer weg te lopen? Ze zetten je in een kostschool. Daar kan je niet weg lopen. We kunnen ons best verstoppen. Bij boerenmensen of zo, brave mensen, die met ons te doen hebben en waar we allebei werken voor de kost, tot we groot zijn en sterk... Het is het enige mogelijke. Toe, Robert, laten we gaan. Elk ogenblik kan de politie hier komen. Haar wilde snikken, haar blik van opgejaagd en achtervolgd dier in doodsangst, deden de knaap beslui ten. Hij schreef een paar woorden voor zijn moeder. Schreef, dat ze niet bang moest zijn, hen vooral niet moest laten zoeken, en dat hij haar geregeld zou schrij ven, en zou terugkomen zogauw het mogelijk was. Haastig, nerveus was hij nu ook, pakte hij wat kle ren, 'n groot stuk „pain de ménage" (brood) en kaas in een rugzak, nam het geld dat hij vinden kon, sloot de winkeldeur achter hen. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1970 | | pagina 5