marie-anne wordt gewoon Uit de historie van Sint-Philipsland Bergse Braderie 1970 overtrof alle vorige successen Niet eerder zoveel mensen tegelijk in de stad Ds. Pontiaen van Hattem (ii) EENDRACHTBODE Besiing-Optiek door D« Roozemond 6 augustus 1970 'Bij geen enkele gelegenheid, zijn zoveel mensen gedurende zo lange tijd in de stad geweest'. Dit was de alles omvattende conclu sie van het driedaagse winkelfeest in Bergen op Zoom, dat na de openingsplechtigheid op donderdagmiddag naar een onovertroffen climax reikte op zaterdagavond. Een ruwe schatting, dat ook de helft van de 18.000 zielen uit onze streek er een kijkje hebben ge nomen, lijkt ons nauwelijks overdreven. „Het is met geen pen te beschrijven wat de Braderie 1970 teweeg heeft gebracht", zei naast de hierboven gestelde conclusie even eens de enthousiaste middenstandsvoorzitter van het Markiezaat, de heer W. Besling. Hoe snel de nu zesjarige Bergse Braderie ook in korte tijd tot een in wijde omtrek bekend jaarlijks evenement is uitgegroeid, een zo grote belangstelling als de afgelopen week te zien gaf had niemand durven voorspellen. Hoewel? Wanneer men in het Eendracht- bodenummer van 23 juli onder de samen vatting „deze week" de profetie leest"... en goed weer verwacht vanwege komende bouwvak-rust en Bergse Braderie", dan had men naar die belangstelling een gooi kunnen doen. Maar wie was toen al zeker van het stralende weer, dat het afgelopen weekend die Braderie in bizondere mate begunstigde. Het lijkt er echter wel op, dat men in de juiste hoek zit, wanneer men bij het organi seren van „Thoolse Dagen" durft voorspel len, dat de boeren regen krijgen en bij de Braderie-organisatie, dat het zonnetje zal schijnen. Alle factoren hebben vorige week bijgedra gen tot die grote belangstelling voor Ber gen op Zoom. In de eerste plaats het fraaie zomerweer, vervolgens de vakantietijd aan het toppunt, tenslotte de manier ook waarop dit winkelfestijn wordt georganiseerd en at- traktief gemaakt. Laat de directe verkopen dan niet even redig zijn met de belangsteling, het is een voor de stad toch onvergelijkbare reclame, welke de niet geringe kosten voor de deel nemers volop waard zijn. En die reclame, zo stelde de burgemeester van Bergen op Zoom, drs. L. van de Laar nog de avond voor de officiële opening in een raadsver gadering is nodig. De middenstandsbelangen kwamen toen eveneens aan de orde bij het ontwerp verkeersplan binnenstad. „In de komende twee jaar zal de „winkelslag'' ge leverd moeten worden en als we die ver liezen liggen we voorgoed achter. Er is al eerder vastgesteld dat 60% van de winkelende Zeeuwen door Bergen op Zoom naar Roosendaal rijdt om daar in kopen te gaan doen", zo merkte burgemeester Van de Laar op bij zijn verdediging van het ontwerp verkeersplan. En daaruit kunnen we dan vanaf ons gebied concluderen, dat niet alleen onze streek-middenstand het zuig- probleem kent van de naburige stad, maar dat ook die stad zelf weer op haar gui vive moet zijn de mogelijkheden aan te grijpen. Zo ligt er voor elke middenstand altijd weer volop aktiviteit-terrein braak. Sluimering is fataal. Kritiek op andermans aktiviteiten en zelf werkloos blijven eveneens. Men kan niet an- MODERNE BRILLEN PRACHT COLLECTIE BIJ i Fortulnstraat 12 Bergen op Zoom OOK LEUKE HIPPE MODELLEN adv. ing. med. ders doen dan trachten mede in de ruinning te blijven. Daartoe wordt door de Bergse middenstand o.a. het jaarlijks Braderie-festijn aangegrepen Ditmaal met overweldigend succes wat het bezoekerstal betreft. Die drukte was er al toen een in middel eeuws kostuum gestoken stadsheraut don derdagmiddag rond drie uur de volke via een trompetsignaal kond deed dat het feest was begonnen. Tevoren had de Braderie-voorzitter de heer W. Besling er in een toespraak op gewezen dat de winkeliers ook hebben begrepen, dat er zes jaar geleden een evenement tot ont wikkeling is gebracht, waardoor er thans tienduizenden vreemdelingen naar Bergen op Zoom stromen. Met een eerste deelname van een dikke 50 winkeliers waren het er thans 237, vrij wel de gehele binnenstad omvattend. Met een sfeer die alleen mogelijk is tussen eeuwen oude gebouwen al het ouds Markiezaat be zit. Maar de Braderie-voorzitter bleef ook nuchter in zijn conclusie nadat het zo ge slaagde festijn aan de finale toe was. Bij de prijsuitreiking voor de beste gevelversiering op zaterdagavond zei de heer Besling: „Het stichtingsbestuur is meer dan dik tevreden, maar het realiseert zich heel goed dat deze Braderie onder gunstige weersomstandighe den is verlopen en dat een deel van het- suc ces daaraan moet worden toegeschreven We zullen ons daardoor niet laten mislieden en ons in slaap laten wiegen, want als we het succes bestendigd willen zien dan zal er blij vend gewerkt moeten worden. Binnenkort gaat het stichtingsbestuur zich dan ook weer bezighouden met nieuwe plannen, waarmee we de Braderie 1971 een nog grotere opzet hopen te kunnen geven. MIDDELEEUWSE KOOPMANSSTAD Bij het moderne van deze eeuw grijpt ieder toch ook graag terug naar de sfeer en rust van het verleden. Daaraan is mede het Braderie-succes te danken. De winkeliers zorgen voor een bonte, schilderachtige, middeleeuwse koopmansstad. En de attrakties daarbinnen zijn legio. Van jeugdvermaak (vooral op het Ca- tharinapiein) tot rommelmarkt en niet te vergeten de kunstmarkt met de sfeervolle entourage van het Sint Annastraatje en stad huisplein. Ook op die kunstmarkt werd goed zaken gedaan. Geen wonder, dat men reeds nu een stand voor een volgend maal wenste te doen re gistreren. Niemand kon het ergens in de Bergse binnenstad drukker noemen. Het was ge woonweg overal vol. Een vooral op zater dagavond schuifelende massa. Of dat nu was in de Steenbergse- of Lievevrouwe straat, in de Bosstraat of het Vierkantje, op het Catharinaplein of de Fortuinstraat overal mensen, bij duizenden, bij tienduizenden. Ge parkeerde auto's tot ver voorbij de Wilhel- minakazerne, ondanks de zo zeer toege nomen parkeerruimte rond de gevangenpoort. Van de beschikbaar gestelde prijzen voor mooiste straat, mooiste gevel en standwerker sleepte de Bosstraat het leeuwenaandeel weg. Nog even terug naar de Kunstmarkt, waar de demonstraties grote belangstelling trokken. Vooral de pottenbakker J. Witte uit Ossen- drecht toonde dat het oude handwerk nog springlevend is. Ook de op Tholen bekende kunstenaar Henk Potters uit Oisterwijk was van de partij terwijl een vroegere bewoonster van Tholen Ad Kooijmans met haar prachtige wandkle den, schilderijen en kunstnijverheid in haar stand ook nog vele bekenden ontmoette. De Kunstmarkt blijft de bijzondere attrak- tie op de Bergse Braderie, een winkelfeest dat dit jaar uitgroeide tot een ongekend eve nement voor het gehele gebied, waar ook duizenden streekbewoners een kijkje namen en waar omgekeerd heel wat vreemdelingen via een bezoek aan Bergen op Zoom ook even doorwipten naar het eiland Tholen, een uitwisseling van het „toerisme", dat niet onderschat moet worden. door LEO FAUST 12 Ze was geinviteerd voor het déjeuner, en om elf uur stond ze al kant en klaar voor de reis. Haar vriendin netje wachtte weer achter het tuinhek. Het was de eerste mooie lentedag. De kinderen bleven in de tuin tot mevrouw hen riep voor de tafel. Marie-Anne in 't eerst wat bedeesd nieuwsgierig. Ze was nog nooit in een echte tuin geweest en ze kende geen enkele bloem, zelfs niet van gezicht. Ze stond verstomd ovr de heer lijke geur van sommige, en was verrukt toen ze een vlinder van de een naar de andere zag fladderen. Hij danst! riep ze lachend uit. Het was een weelde, die haar intimideerde. Na een poosje kwam ook een grote jongen, de broer van Denise, in zijn zondagse pak, zich bij hen voegen, en dat deed de „vrouw" in haar ontwaken. Een beetje koket, hield ze zich of ze zich over niets verbaasde en draaide wat om hem heen, zonder hem op te merken. In het begin van de middag, na het déjeuner, gingen de meisjes naar Denise's kamer, om de poppen, de boe ken en de „schilderijen" te bewonderen. Daar kwam ook een speelgoed-keukentje voor de dag, en 'n kom pleet theeservies en beide vriendinnetjes amuseerden zich dol met het zetten van een poppekopje echte thee met suiker. Mari-Anne vond het hier de hemel op aarde. Toen het wat lang duurde, kwam de jongen aan de deur kloppen met het verzoek nu ook eens bij hem te komen en met zijn electrische trein te spelen. Wat later was Marie-Anne een ogenblik met hem alleen. Toen vroeg hij opeens: Wil je mijn vriendin worden? Gevleid, antwoordde zij: Jawel. Dan moet je plechtig beloven, met mij te trouwen, later, als we groot zijn. Dat kan ik niet. Dat heb ik al aan een ander vriendje beloofd. Aan wie? Dat is geheim. Zeg op! riep hij driftig. Wie is die knul? Dan ga ik hem met me zakmes z'n strot afsnijden!!... Hoe heet-ie en waar woont-ie? En daar zij zweeg: Als je 't niet zegt, vermoord ik jou! Daar ben ik toch altijd nog zelf bij. Ik schiet je dood! Met 't jachtgeweer van mijn vader. Huilend liep Marie-Anne weg. En in de gang liep ze tegen de vader van de kinderen op, die kwam kijken wat er aan de hand was. Wat scheelt eraan, Marie Anne? Snikkend vertelde ze, dat Gerard gedreigd had, haar dood te schieten met 'het jachtgeweer. Maak je daar geen zorg over! zei hij lachend. Het geweer is natuurlijk niet geladen, en de kogels liggen veilig achter slot... Ga mee, dan moet de bengel je zijn excuses maken. Sinds die middag was Marie-Anne toch wel een wei nig bang en vermeed, zoveel ze kon, de villa van haar vriendin. De zomer naderde, en in juni kondigde de kunsthan delaar met wie Van Over sinds zijn huwelijk gebroken had, een expositie aan van de werken, die hij van de schilder in zijn bezit had. Van Over en zijn vrouw gingen naar de vernissage en kwamen ervan terug met 'n hevige ruzie. In huis ging elk zijn weg; maar aan tafel, onder 't eten, barstte de twist opnieuw los. Het ging over een groot doek met 'n liggend naakt. Marie-Anne, die niet naar de tentoonstelling was ge weest, begreep welk schilderij het was. Ze zag het nog als het ware voor zich, en ze herinnerde zich het .model' dat ze voor haar vader had gehaald. Samen met hem, had ze, toen het af was, juist dat doek erg bewon derd. Wat was dat een zalige tijd geweest!! 't Is een schande! zei haar tweede moeder. Ik word misselijk als ik eraan denk! Hoe heb je ooit zo'n obscene „croute" kunnen maken?... Als ik het gèld had, kocht ik het, om 't met wellust in stukken te kunnen scheuren en verbranden! Die vuiligheid zal jou je carrière in de weg staan! Gelukkig maar, dacht Marie-Anne, dat ze het geld niet heeft! Haar vader liet het ganse onweer over zijn hoofd gaan en zei niets. Maar toen zijn dochter met hem al leen was, vlijde ze zich, als vroeger tegen zijn knieën, en fluisterde: Ze is jaloers, paps. Ik geloof het ook, fluisterde hij terug. Gelukkig! Dat ene woord „gelukkig" deed het kind onzegbaar pijn. Ze begreep het volle gewicht ervan. En nu was zij jaloers. Enkele dagen daarna viel, als een donderslag, het verschrikkelijke op Marie-Anne, dat aan haar jonge leven een totale wending zou geven. Ze kwam, om bij vijven, uit school, met een mooi rap port, toen haar stiefmoeder haar riep. 'Onmiddellijk voelde het kind, dat er iets ernstigs was. De „afschu-^ welijke vrouw" riep op een toon, zo gebiedend, streng en boos, als het kind nog nooit had gehoord. [(Wordt vervolgd), Nadat de moeilijkheden die aan het beroep naar St. Philipsland kleef den waren opgelost, stond niets de bevestiging van van Hattem meer in de weg. PREDIKANT TE ST. PHILIPSLAND Op 31 juli 1672 vond de bevestiging te St. Philipsland plaats. Ds. Burs, die weer als consulent was benoemd, werd aangewezen als bevesti ger. Om ons onbekende redenen vond de bevestiging echter plaats door ds. Josephus Legouche, predikant te Stavenisse. In zijn beginperiode kampte ds. van Hattem nog met moeilijkheden met de consulent ds. Burs, die weigerde om de onder zijn beheer zijnde boeken en gelden af te geven. Door de invloed van de Classis gebeurde dit tenslotte. Ook zijn voorganger ds. Bolle had nog geld van de diaconie onder zich en slechts na veel en lang vergadèren, kwam ook deze zaak op zijn pootjes terecht. Toen de dagen korter werden, werden deze gebeden vervangen door gende oorlogswolken van het bekende jaar 1672 zich samen. Onder in vloed hiervan stelde hij voor „tweemaals in de week, des avonts een half uur voor sonnen ondergangh een onderling gebet in de kerke te doen, ten einde wy door onse smeekingen Gods toorn van ons lieve vaderlant mochten afwenden ende de ingewanden zyner barmhartigheid tot ont- ferminge over het zelve mochten bewegenende zyn daertoe bestemt de dijnsdagh en de donderdaeh, zullende het eerste gebet worden eedaen op den 9 Augustus 1672". Toen de dagen korter werden, werden de ze gebeden vervangen door een wekelijkse predikatie. Ook stelde hij een dienst op Hemelvaartsdag in, hetgeen voorheen nooit de gewoonte was. Verder had hij zo de gebruikelijke werkzaamheden, die bij het ambt behoorden. Van 1672 tot 1680 verliep alles normaal, doch dan gaan de zaken een keer nemen. ONRECHTZINNIG Op de vergadering van 2 juli 1680 van de Classis Tholen wordt er voor het eerst gesproken over ds. van Hattem, die van onrechtzinnigheid werd verdacht. De gemeente van St. Philipsland zal wel hebben opgekeken van dit gerucht, want het was met de leer van van Hattem zo, dat de eenvoudige mensen de verschillen moeilijk waar konden nemen. „Onder schoon klinkende redenen wist hij zijn eigenlijk gevoelen meesterlijk te ver bergen". Bovendien had hij wel enige aantrekkelijke eigenschappen, waarover later nog iets. Indien de afwijking van de leer zo gering scheen, waarom greep men dan niet direct in? Omdat twee wegen, die in het begin schijnbaar gelijk lopen en nauwelijks van elkaar afwijken, aan het eind zover uiteen wij ken, dat men elkaar niet meer ziet. We zullen echter geen beschrijving geven van de leergeschillen, doch slechts proberen het verdere verloop van de behandeling weer te geven. In 't vervolg hopen we nog even op een leerstuk van Van Hattem terug te komeu. HET ONDERZOEK Op 9 en 10 juli 1680 werd een onderzoek te St. Philipsland ingesteld. De kerkeraad en de catechisanten werden ondervraagd, doch dit leverde nog niets bezwarends op. Toen ds. van Hattem echter terloops vertelde, dat hij 14 lessen over het Kort Begrip van de Heidelbergse Catechismus had geschreven, spitsten de kerkvisitatoren, de oren. Na inzage van deze stukken, verzochten de heren, om deze lessen mede te mogen nemen voor een nader onderzoek. Eerst maakte van Hattem hiertegen bezwaar, maar hij beloofde tenslotte een afschrift. Van Hattem bezorgde daarna 7 van zijn lessen bij de Classis. Na een onderzoek was men eenparig van oor deel dat de schrijver onrechtzinnig was. DE SCHORSING Op 1 en 2 October 1680 viel het besluit, dat ds. van Hattem en zijn gehele kerkeraad geschorst dienden te worden. De kerkeraad vanwege het feit, dat een mede-afgevaardigde ouderling op de classisvergadering partij had gekozen voor zijn leraar. Nu trad echter weer de politieke macht, die de burgerlijke overheid nu eenmaal helaas in de oud-vaderlandse kerk bezat en die was omschre ven in de artikelen IV en V van de Dordtse kerkordening van 1618-'19, naar voren. Het Collegium Qualificatum van St. Philipsland, gesteund door de Ambachtsheer, gelastte aan Van Hattem de schorsing naast zich neer te leggen. Een beroep door de Classis op de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland werkte, mede door de aanwezigheid van de Ambachtsheer, niets uit. In tegendeel. De schorsing moest worden opge heven NIEUWE MAATREGELEN Het lag voor de hand, dat de Classis niet zou berusten in deze uit spraak Zij zond de bewuste lessen aan de godgeleerden van de universi teiten van Leiden en Utrecht, voor nader onderzoek. Op 10 december 1680 werd aan de Classis bericht, dat Leiden zowel als Utrecht de ge schriften veroordeelden. Door deze steun verzekerd, werd op 27 februari 1681 van Hattem weer geschorst. De Staten van Zeeland gaven kerkeraad en burgerlijke afgevaardig den last, de zaak af te handelen. Dit deden ze, doch| ze besloten op 6 October 1681 de geschorste predikant in zijn ambt te herstellen! De Classis nam onmiddellijk maatregelen. Op zondagmorgen 12 October 1681 had van Hattem voor het eerst weer dienst gedaan en 's middags werd hem weer de kansel ontzegd. Op 9 december 1681 werd de schor sing weer opgeheven en op 9 maart 1682 werd hij andermaal geschorst. Vele malen werd vergaderd, doch de kloof bleef bestaan. Tenslotte gaf de Classis de moed op. Men verzocht om een provinciale synode waar de 4 Zeeuwse Classen in vertegenwoordigd waren. Op 17 mei 1683 vond deze vergadering te Middelburg plaats. Op 29 mei 1683 werd, na een lange reeks van zittingen, waarin de geschriften van van Hattem nauwkeurig werden onderzocht, ds. Pontiaen van Hattem uit zijn ambt ontzet. TERUG NAAR BERGEN OP ZOOM Op 27 augustus 1683 verliet van Hattem St. Philipsland, en vestigde zich weer te Bergen op Zoom. Van Hattem was ongehuwd. Zijn dienst bode Dina Jans, vertrok naar Zierikzee en zou in de toekomst nog van zich doen spreken als „dominee Dina". Van Hattem ging weer naar zijn ouders in Bergen op Zoom. Zijn vader was daar apotheker. Voorzover is na te gaan, is hij nimmermeer in St. Philipsland geweest. Toen hij rekening en verantwoording moest doen van de armpenningen in mei 1684, mocht dat' niet in St. Philipsland, maar wel ten huize van R. Anthonissen te Oud-Vossemeer. Hier voelde van Hattem weer niets voor, zodat het 20 september 1684 werd voor de rekening en verantwoor ding te Bergen op Zoom plaats vond. DE GEMEENTE TE ST. PHILIPSLAND Hoe reageerde de gemeente te St. Philipsland? We zagen reeds dat de kerkeraad eerst aan de zijde van hun leraar stond. Men zou dus verwacht kunnen hebben, dat hieruit scheuring en onrust zou ontstaan. Dit schijnt echter erg meegevallen te zijn. Wel werd een onderzoek inge steld naar de gesteldheid van de kerkeraad en de schoolmeester, doch het bleek, dat de gemeenteleden de juiste bedoeling van Van Hattem's leer niet hadden begrepen en derhalve niet tot verdere afwijkingen waren vervallen. Vervolgens bearbeidden de diverse predikanten de gemeente door ze geruime tijd te onderwijzen „in de suyvere gereformeerde Leere der waerhyt, die nae de godzaelighyt is." Een oud plaatje van de Voor straat, op de achtergrond de Herv. Kerk waar Ds van Hat tem preekte.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1970 | | pagina 5