Uit de historie van
Stavenisse
marie-anne
wordt gewoon
Opnieuw klinkende namen bij
adspiranten en amateurs
Ed Diepeveen, vorig jaar winnaar
doet ook weer mee
Kees Koeken en Kees Priem zijn
er echter ook nog
Op en rondom de Stoof dijk (xm>
EENDRACHTBODE
ZATERDAG A.S.
22ste RONDE VAN OUD-VOSSEMEER
Besling-Optielc
door A. J. Smits
23 juli 1970
5
Niet minder dan honderd renners moesten door het wielercomité
worden teleurgesteld voor de 22ste Ronde van Oud-Vossemeer,
die zaterdag a.s. verreden wordt. Dit is opnieuw een bewijs van de
grote naam die dit wielerevenement in de loop der jaren opgebouwd
heeft. Telkens slaagt men erin de grote mannen uit de wielersport
voor die ene zaterdag per jaar naar het eiland Tholen te krijgen.
Coureurs, waarvan men de namen telkens tegen komt op eerste
plaatsen in andere wielerwedstrijden, kampioenschappen en zelfs
in uitstekende klasseringen in de Ronde van Frankrijk, Was het
vorig jaar niet Joop Zoetemelk uit Rijpwetering, nu in het algemeen
klassement van het Franse wielerspektakel op de tweede plaats ge
ëindigd, die in de spannende eindsprint door Ed Diepeveen ver
slagen werd? Dit is maar één voorbeeld uit de grootse Vosmeerse
wielergeschiedenis.
De 22ste Ronde bestaat evenals vorig
jaar uit een adspiranten -en een amateur
wedstrijd. Daardoor komt er slechts één
renner uit de streek aan bod, amateur Kees
van de Berge uit Sint Maartensdijk, door
dat Kees Stoutjesdijk uit Sint Maartens
dijk, Bram Geense uit Sint Philipsland en
Thijs Fase uit Sint Annaland allen nieu
welingen geworden zijn. Vorig jaar zorgde
Kees Stoutjesdijk nog voor het eerste streek,
succes in de Vosmeerse Ronde ,door de
adspirantenwedstrijd te winnen.
Daarvoor zijn nu 55 coureurs ingeschre
ven ,die om kwart voor één aan 25 ronden
van elk 1631 meter gaan beginnen. Het par
cours begint en eindigt zoals gewoon op
de Dorpsweg ,voor de r.k. lagere school
en loopt verder via de Kennedystraat, Hof
straat, Kalisbuurt en Hiksedijk naar de
Dorpsweg. Niet minder dan 102 adspiran
ten wilden wel in Oud Vossemeer fietsen,
maar het comité selecteerde hieruit 55 ren
ners. Deze overweldigende inschrijving, die
elk jaar groter wordt .bewijst nog eens de
voortreffelijke organisatie ,die steeds door
de jury van de KNWU geprezen wordt,
en de voortvarende aanpak van het comité.
NEDERLANDS KAMPIOEN
In de nationale trui de adspirantenkam-
pioen 1970 K. P .Sterk uit Oisterwijk. Cou
reurs die bij het Nederlandse kampioen
schap op ereplaatsen eindigden komen ook:
A. Bongers uit Apeldoorn (3e), Jan Da-
men uit Ulvenhout (4e), H. Huveneers
uit Amsterdam (7e) en reeds negen ritover-
winningen in dit seizoen) en A. W. Prin
sen uit Raamsdonvkveer (10e), Vijf fina
listen dus van het Nederlandse wieier kam
pioenschap voor adspiranten dat in Zand-
voort verreden werd.
MODERNE BRILLEN
PRACHT COLLECTIE BIJ t
Fortulnstraat 12
Bergen op Zoom
OOK LEUKE HIPPE MODELLEN
adv. ing. med.
Ed. Diepeveen uit Bilthoven wist vorig jaar
Joop Zoetemelk in de eindsprint te ver
slaan. Joop is nu een succesvolle prof,
maar Ed Diepeveen is zaterdag ats ama
teur weer van de partij in de 22e Ronde
van Oud Vossemeer.
Bij de adspiranten uit Noord Brabant en
Zuid Holland zijn verder nog J. Verbrugge
uit Putte en Toni Petie en Petr Hollemans
uit Halsteren.
AMATEURS
Waarnemend burgemeester A. M. van
Engelen zal waarschijnlijk de laatste bur
gemeester, van de zelfstandige gemeente
Oud Vossemeer zijn, die om half drie
het startschot lost voor de honderd kilo-
meterrit van de amateurs. Ook hier de
Nederlandse kampioen 1970: Kees Koeken
uit Achtmaal, de sterke Kees Priem uit
Goes (2e bij het nationale kampioenschap
en zaterdag nog le in Wemeldinge, in
Zweden winnaar voor Fedor den Hertog
veel overwinningen in België) en de win
naar van de 21e Ronde van Oud Vosse
meer in 1969: Ed Diepeveen uit Bilthoven
Als hij opnieuw wint ,is de dr Renes
wisselbeker voor hem. De amateurwedstrijd
telt ook mee voor het Scheldeklassement en
de Breda Bier wielercompetitie.
Maar behalve genoemde renners zijn er
nog meer cracks: Nico Vermeulen uit
Amsterdam (4e bij de Nederlandse kam
pioenschappen), Gr. Thomas uit Engeland
Tino Tabak uit Egmond aan Zee, Wim
Prinsen uit Hank, Wim Evertse uit Zierik-
zee, Theo van Poecke uit Koewacht, Kas
Fiktorie uit Bergen op Zoom, Kees Freij-
ters uit Zegge, Berth van Dort uit Zwijn-
drecht, Frans Ouwerkerk uit Rotterdam,
Leo Embregs uit Stampersgat, Ad van
Overveld uit Zegge, Kees van Dongen
uit Oud Gastel, Henk Stander uit Oude
Tonge, Tonie Barten uit Klundcrt, Bart
Solaro uit Den Bosch, Bert Broere uit
Oudonbosch, Jan Kemps uit Sprundel, Pe
ter van den Donk uit Rosmalen en Peter
Re.rijn uit Goes.
Uit alle windstreken komen de amateurs-
weer naar Vosmeer. Het comité heeft uit
de 150 inschrijvingen 101 coureurs gese
lecteerd. Evenals bij de adspiranten dus
zo'n vijftig teleurgestelden.
De bierbrouwer-baljuw-ambachtsheer Antoni de Clercq leefde na de ver
wikkelingen met ds Rouffaer niet lang meer. Tivee jaar later stierf hij,
ds Rouffaer bleef tot 1777 de gemeente dienen.
Als gevolg van het overlijden van heer Antoni, hadden er in 1768 meer
dere mutaties in het dorpsbestuur plaats. Cornells van der Lek, de secre
taris van Stavenisse werd „als grootste participant in het ambacht", baljuw
Hij moest oom zeggen tegen heer Antoni, en heeft gewoond in het huis,
dat misschien de mooiste gevel van de Voorstraat had, wat nu de electri-
citeitszaak van Gebraad is.
Een zoon van heer Antoni Theodoris-de Clercq werd in zijn plaats se
cretaris. Daarnaast was hij ook schepen, in 1793 doet hij vrijwillig afstand
van dit ambt, ten behoeve van zijn zoon Johannis de Clercg. Het was de
eeuw van de familieregering.
VAN BROUWERIJ TOT KOETSHUIS
Met deze Johannis de Clercq keren we weer terug naar het brouwers
huis aan de Stoofdijk. Heel toevallig is dit grote heerenhuis ook een elec-
triciteitszaak geworden. Op de bij artikel 9 afgedrukte foto is de voor
malige brouwerij met woning nog in de oude toestand te zien. En toch
is deze grote schuur in de volksmond niet als de „brouwerieë" blijven
voortleven; wel kent iedere Stavenissenaar het „koesuus". Deze benaming
wijst ongetwijfeld naar een latere bestemming van de brouwerij. Het laat
zich voorstellen, dat de familie de Clercq na het verwerven van het am
bacht, het bierbrouwen eraan gegeven heeft en de gebouwen aangepast
aan „een hogere staat des levens". Het huis met koetshuis en stallen vorm
den alzo een waardige zetel voor de heer der plaats.
Die stallen ze waren er naar; zware hardstenen kribben die eeuwen
konden verduren. Voor enkele jaren zijn ze weggebroken. Er is trouwens
meer veranderd. Het huis waar nu C. Goedegebuure woont is in het begin
van deze eeuw door de familie Broodman gebouwd. Oorspronkelijk, (zie
bovengen, foto) was dat een veel lager gebouw, wat als keuken gebruikt
werd.
Op dezelfde foto zien we iets verder nog een huis staan. Dat stond op
,,'t Oefje" zogenaamd. Toen in 1930 de nieuwe sluis gebouwd werd,
stond dit in de weg en is toen gesloopt. Begin achttienhonderd woonde
er de broodbakker. Dingeman van der Wiele. En weer honderd jaar later
woonde de gemeente veldwachter Wolfert de Feijter er in.
Over deze legendarische figuur, spreken oudere Stavenissenaars nu nog.
En hij moet ook wel lang geweest zijn, want „hij is zo lank as de Feijter"
zegt men nog altijd.
VAN REPUBLIEK TOT KONINKRIJK
De buurman van bakker Dingeman van der Wiele was dus Johannes
de Clercq. Over hem wordt wel niet meer gesproken. Wel heb ik iemand
gekend, wiens moeder over „den ouwen schout" vertelde. Geschreven
bronnen vertellen zoveel te meer over hem. Want, tijdgenoot van Napoleon
trad hij juist tijdens en na de Franse overheersing van ons land, als be
stuurder naar voren. Hij was 23 jaar, toen hij als telg uit een opkomend
aristocraten geslacht, zijn loopbaan als schepen begon. Dat was in 1793,
twee jaar later waren de Fransen in ons land.
Treffend is de slotalinea in de Magistraatslij st van Stavenisse „bij de
omwenteling van zaken dan 10 May 1795, de Magistraat bij de Stemge
rechtigde burgers alhier verandert en dan 15 dito daeraanvolgende
gecontinueert tot den 15 May 1796 onder directie en overstaen van de
Burgers Johannes de Clercq en J. Huyssen als gedeputeerden van de
provinsionele representanten van 't volk van Zeeland".
DE EERSTE BURGEMEESTER
De Magistraatslijst in 1618 begonnen, werd hiermee afgesloten. Natuur
lijk al het oude moest immers weg, men begon een nieuw tijdperk van
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
Johannes de Clercq kon zich overigens best schikken in de „omwente
ling van zaken' Hij rolt van de ene promotie in de andere. Eerst wordt
hij secretaris van Stavenisse en afgevaardigde in het Provinciaal bestuur
nieuwe stijl. Begin 1800 vinden we hem als Schoutsecretaris - tijdens de
inlijving bij Frankrijk van 1810-1813 is hij maire. En als in laatsge-
noemde jaar de Fransen uit het land worden gejaagd verandert er voor
hem nog niets. Hij wordt zonder meer gehandhaafd en heet van nu af
aan officieel burgemeester. Maar op Stavenisse zijn ze hem „den ouwen
schout blijven noemen. Zo was hij tegelijk de eerste burgemeester en de
laatste schout van ons dorp. Een lange staat van dienst heeft hij in elk
geval wel gehad, en hij moet wel een grote apportunist geweest zijn, daar
hij het presteerde om onder vijf verschillende staatsinstellingen aan te
blijven.
„DE OUWE MATRES IS KWIJT!"
Zo hoorde een zekere Merien de Post op een morgen roepen in het
huis van Johannes de Clercq. 't Was eigenlijk nog nacht toen die Merien
daar om 3 uur onder langs de Stoofdijk kwam om paarden te gaan voeren.
Wat een beweging en een geschreeuw toch in het huis van de Schout. Hij
moest toch eens even binnen kijken, en op z'n vraag „wat doet er ier op?"
kreeg hij ten antwoord „de ouwe matres is kwijt! Een van de bedienden
trok hem mee naar het koetshuis en zei „er zit hier wat irt de regenbak,
maar niemand durft erin te kijken".
„Durf jij het?", vroegen ze aan Merien. „Nou als je me vijf gulden
geeft, dan klim ik erin", zei hij. En de daat bij het woord voegende zette
hij een ladder in de regbak en daalde af in de duistere diepte. Misschien
was hij toch niet helemaal op z'n gemak, want beneden gekomen zei hij
„Als het nou een mens is, geef me dan een hand!"
Geen antwoord, wel een allerakeligst geplons in het gewelf, en... plots
voelde hij twee steenkoude handen zijn pols in een ijzeren greep omklem
men. Zo werd de oude matres op het droge gebracht.
De „ouwe matres" zo werd ze genoemd; in haar jonge jaren was ze
als dienstmeid in het brouwershuis gekomen en nu was ze er zoveel als
huishoudster.
Hoe ze in de regenbak terechtkwam? Ze moet er zelf ingesprongen
zijn, luidde het verhaal. En daarom sluiten we dan (voorlopig) de historie
van Stavenisse weer af.
Luchtfoto van voor 1930.
De oude sluis ligt er nog, de woning van bakker van der
Wiele en later veldwachter de Feijter is dus nog niet gesloopt.
Duidelijk is ook het brouwerij complex te zien.
VOOR HET GROENE KRUIS
De Mobiele kolonne van het Roode Kruis
uit Sint Annaland zal weer met acht man
present zijn voor de eventuele ongelukken
De jury van de KNWU is de bekende
Zeeuws-Brabantse groep: Wim Jeremiasse
J. Moerdijk, J. Kieboom, H. Kramer, J. van
Stee en S. Suykerbuyk uit Bergen op Zoom
die al voor de twintigste keer in Oud Vos
semeer in de jury zit. Camiel Mattheusen
ook altijd een vertrouwde figuur op de jury
wagen met de witte pet en de grote si
gaar, heeft na 21 jaar afscheid genomen.
De netto-opbrengst van de Ronde is
opnieuw bestemd voor de plaatselijke afde
ling van het Groene Kruis, die in 1969
duizend gulden van het wielercomité Oud
Vossemeer kreeg.
Microfonist is de bekende Wim Hendriks
uit Middelburg wiens stem weer langs het
hele parcours te horen zal zijn.
Dankzij de grote steun van gemeente
bestuur, inwoners en middenstand en be
drijven uit de streek zal zaterdag met een
pracht renners veld de 22e Ronde van Oud
Vossemeer weer uit kunnen groeien tot één
van de grootse wielerevenemenüen in deze
omgeving. Hopenlijk is het weer ook guns
tig.
Met deze dertiende aflevering van 'Op en rond de Stoofdijk' bracht de heer
A. J. Smits te Stavenisse weer een interessant stukje historie van zijn woonplaats.
Ruim drie maanden met daartussen een paar weken van onderbreking wist
hij de belangstellende lezers voor streekgeschiedenis te boeien. Onze dank en voor
de toekomst bij herhaling aanbevolen.
Volgende week wordt het eerste van drie artikelen gebracht van de hand van
dhr. D. Roozemond te Gorinchem, die ook geen onbekende in deze reeks is.
Al eerder verleende hij zijn medewerking.
Deze serie van drie gaat dan over de geschiedenis van Sint-Philipsland en met
name dan over een daar in de zeventiende eeuw afgezette predikant. Niet be
paald een bijdrage van onbekende gegevens, maar wel een bewerking en samen
voeging van eerdere publicaties. Publicaties die al heel lang geleden onder de
aandacht zijn gebracht.
Mogelijk zal het ook de lezers interesseren.
door
LEO FAUST
10
Ja, zei hij, zonder om te kijken. Wat is er?
Paps, ,,ze" zegt, dat ik naar school moet.
Natuurlijk moet je naar school. Het is hoog tijd!...
Maar wie is „ze"?
Maman.
O... 't zal je best bevallen, op die school. Met *n
macht andere meisjes van jouw leeftijd.
Twee jaar jonger.
Hoor eens, kleine Marie-Anna. Ik zal je eens wat
zeggen. En dat zeg ik je nu maar één keer. Dus je moet
het goed onthouden. „Maman" is hier in huis de baas.
Je lustert naar haar, en je doet wat zij zegt. Ik heb geen
tijd meer om me met je in te laten. Maar „maman" kan
het beter dan ik. Zij zal je wel opvoeden tot een ge
woon meisje.
Dat was de tweede maal, die ochtend, dat het kind
dat woord „gewoon" hoorde. Ze wist niet precies wat
het betekende, maar ze haatte dat „gewoon" en alles
wat „gewoon" was. Het was zeker zoiets als .bourgeois'
en dat kende ze maar al te goed...
j De volgende morgen bracht „maman" haar naar
school.
i Nu moet je goed op de weg letten, zei ze. Want vanaf
morgen ga je alleen. Ik heb geen tijd om altijd met je
mee te gaan, en zo'n groot kind als jij kan toch best
alleen naar school gaan.
„Niemand heeft meer tijd voor mij!" dacht Marie-
Anne. Maar ze troostte zich weer met de gedachte aan
de brief, die goed achter slot en verstopt in haar kastje
lag. Wanneer ze het niet meer uit kon houden...
Ze werd naar de directrice gebracht, en deze ging
met haar naar de klas, waar een plaats op de voorste
rij was opengehouden.
De eerste dagen op school gingen voorbij zonder noe-
menswaardige incidenten. Alleen viel het haar zwaar
'om altijd te moeten maken „op tijd" te zijn. Haar vrij
heid was weg, en dat was wel heel triest voor het vrij
gevochten kind dat ze altijd was geweest.
Na een paar dagen begonnen de andere meisjes haar
minachting voor die „domme gans", die twee jaar ouder
was dan de meeste meisjes uit de eerste klas, en een
hoofd groter, onverholen aan de dag te leggen. En het
ergste was nog, dat Marie-Anne zelf gevoelde, dat er
alle reden voor die minachting was. Ze kon niet mee. De
anderen waren haar meer dan een half jaar vooruit,
en wat ze geleerd hadden, sinds oktober van het vorig
jaar, daar moest Marie-Anne maar naar raden.
In het begin deed de onderwijzeres nog wel haar
best om de nieuwelinge te helpen. Na enkele vergeefse
pogingen gaf ze het echter op, temeer omdat het rare
kind, te trots om te bekennen dat ze niets ervan be
greep, deed of ze het wel snapte. Een trucje, waar de
ander natuurlijk niet in vloog. Zo duurde 't niet lang
of ze „hing gewoon erbij". De juffrouw bemoeide zich
niet meer met haar. En op de binnenplaats, in het kwar.
tier van de récréation, en bij het uitgaan van de school
jauwden de anderen haar uit, duwden en stompten,
toen ze merkten, dat die nieuwe zich niet verdedigde en
alleen maar zachtjes voor zich heen begon te schreien.
Marie-Anne gevoelde zich hulpeloos alleen, op school
zowel als thuis. Thuis zag ze op tegen het uur, dat ze
naar de school moest gaan; en als ze uit de school kwam,
viel het haar zwaar om naar huis te gaan en draalde ze,
alleen in de straat.
Op n keer, toen ze 's-avonds thuis kwam uit school,
liet haar stiefmoeder haar bij zich roepen. Zich afvra
gend wat haar nu weer boven het hoofd hing, ging Ma
rie-Anne erheen, want zo te worden opgeroepen voor
spelde niet veel goeds.
De vrouw zat in haar kamer, bij het raam, te bor
duren, en zei, zonder van haar werk op te kijken
Goede middag, maman!... En doe behoorlijk die deur
achter je dicht.
Goede middag, maman.
Ga zitten...
Langzaam legde ze het borduursel terzijde, en ging
voort, op een plechtige toon;
Het gaat niet best, op school, - hè, Marie-Anne?...
Nee, je hoeft me niets te vertellen. Ik heb gisterenavond
bezoek gehad van de directrice, en ik weet er alles van.
Als 't zo doorgaat, blijf je zitten en ben je het volgend
Jaar geen 2, maar 3 jaar tenachter! Je begrijpt wel,
dat kan niet. Nu moet ik toegeven, dat het niet hele
maal jouw schuld is. Je vader is zeer nalatig geweest
,met je opvoeding, en dat kan jij natuurlijk niet helpen.
|Maar gedane zaken nemen geen keer. Achterom zien
dient nergens toe. We moeten maken, dat de achter-
j stand wordt ingehaald. Daarom heb ik, in overleg met
de directrice, besloten je privé-les te laten geven in de
avonduren. Ze heeft me iemand aanbevolen en die per
soon is vanmiddag bij me geweest. We hebben afge
sproken, dat hij de lessen morgenavond zal beginnen.
Iedere avond van 7 tot 8, na het eten, zal hij hier komen
en proberen je datgene bij te brengen wat de andere
.kinderen uit je klas nu al hebben geleerd Ik hoop, dat
je op die manier met de grote vakantie „bij" zult zijn.
(Wordt vervolgd)