Uit de historie van
Sta ven me
de omweg
25 JAREN GELEDEN
Op en rondom de Stoof dijk (v>
EENDRACHTBODE
Op 5 mei 1945 gaf de Duitse generaal
Blaskowitz zich over aan de Canadese
generaal Foulkes
Bevrijding van ons land vergde veel meer
tijd dan de bezetting
Opvallende punten van overeenkomst tussen
de gebeurtenissen in 1940 en in 1944/45
door AJ» Smits
1 mei 1970
5
Wageningen, 5 mei 1945. Het stadje, dat,
evenals in 1940, op de route van de strijden
de partijen heeft gelegen, toont op vele plaat
sen de sporen daarvan. Er zijn vrij veel ver
woestingen aangericht. In het centrum staat
hotel „De Wereld". Het gebouw heeft veel
van de oorlogshandelingen van de laatste
dagen geleden. De „W" van het opschrift
„Wereld" is van de muur afgeschoten. Het
dak is zwaar beschadigd en vrijwel alle
ruiten zijn versplinterd. Voor het hotel
neemt de activiteit van hoge geallieerde
militairen toe. De Canadese generaal Foulkes
arriveert met zijn stafofficieren en verge
zeld van prins Bernhard. Even later nade
ren Duitse militaire auto's Zij brengen gene
raal Blaskowitz, het type van een Pruisische
militair.
In 1939 vocht hij reeds in Polen. Pas in
april was Blaskowitz, net op het nippertje,
via de afsluitdijk, ons land binnengekomen.
Hij verving, als Oberbefehlshaber" van de
Vesting Holland, generaal Christiansen.
Enige dagen geleden was hij niet tot het
sluiten van een wapenstilstand bereid. Het
bleek, dat zelfs Seyss-Inquart toeschiete
lijker was. Op 28 april praatte deze nazi
met generaal Bedell-Smith, Chef staf van
Eisenhower, met de Chef staf van generaal
Montgomery, generaal de Guingand, met
prins Bernhard en met een Russische gene
raal te Achterveld over het uitvoeren van
„voedseldroppings" boven het hongerige, be
zette gebied. In 1939 nam generaal Blasko
witz de capitulatie van de Poolse strijd
krachten in ontvangst. Nu zijn de rollen
omgekeerd. De generaal zal nu misschien
begrepen hebben wat het voor een militair
betekent zich te moeten overgeven. In Po
len heeft Blaskowitz geprotesteerd tegen
het wrede optreden van de Duitse SS aldaar
Hij is toen door Hitier voor straf overge
plaatst. Wellicht heeft hij het bij zijn Füh-
rer in 1945 weer goed willen maken, want
onder zijn commando werd, geheel onnodig,
een paar dagen voor de capitulatie, de Wie-
ringermeerpolder onder water gezet. Maar
nu hebben de bazen van Blaskowitz zelf
moord gepleegd of zich overgegeven. En op
deze 5e mei, te 16.30 uur, tekent de Duitse
generaal zijn capitulatie. Voor Nederland
zijn de oorlogsjaren, begonnen met een on
gelijke strijd van enkele dagen, welke werd
gevolgd door een donkere bezettingstijd en
afgesloten met een bloedige en verwoesten
de bevrijding, voorgoed voorbij. Als één der
laatste bezette gebieden zou heel Nederland
dan eindelijk vrij zijn.
MERKWAARDIGE
GELIJKENISSEN
Op 19 mei 1940 verlieten de laatste Ne
derlandse soldaten via de Belgische grens
met Zeeuws-Vlaanderen ons land; op 20
september 1944 overschreden de eerste Ne
derlandse soldaten - van de Prinses Irene-
Brigade - bij Valkenswaard eveneens de Bel
gisch-Nederlandse grens,
Het is zelfs mogelijk, dat dezelfde sol
daten, die in 1940 als laatsten ons land ver
lieten, behoorden bij de troepen, die 4 jaren
later ons land weer binnen kwamen om
deel te nemen aan het verjagen van de be
zetter van ons grondgebied.
Dit is niet het enige merkwaardige punt
van overeenkomst tussen de oorlogshande
lingen in 1940 en die in 1944 en 1945. Er
zijn vele gelijkenissen. Zo daalde zowel de
vijand als de bevrijder in groten getale uit
de lucht op ons neer. En in beide gevallen
met het doel de oorlog aanmerkelijk te ver
korten.
Was het in 1.940 de Duitsers te doen
om het in bezit nemen van de rivier-over
gangen bij Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam
én tevens tot het uitschakelen van het re
geringscentrum te Den Haag, tijdens de
grootscheepse operatie „Market Garden"
landden Amerikaanse, Engelse en Poolse
luchtlegers om het snel in bezit nemen van
bruggen over het Wilhelminakanaal en de
rivieren, Dommel Dinkel Maas en Rijn. In
beide gevallen moest de weg worden vrijge
maakt voor hét uitvoeren van een snelle
beslissende doorstoot. In 1940 moest de
Duitse 9e pantserdivisie via Noord-Brabant
Dordrecht en Rotterdam de Vesting Holland
binnendringen. In 1944 moest het 11e Engelse
leger, onder bevel van generaal Dempsy,
door Noord-Brabant, langs de lijn Valkens
waard, Eindhoven, Grave, 'Nijmegen, Arn
hem en vervolgens over de Veluwe, de IJs-
selmeerkust bereiken. Snelle acties leiden
altijd tot paniek bij de tegenstander.
De ouderen onder ons herinneren zich
nog wel de angst voor de „vijfde colonne"
- een in het binnenland werkende vijand -
in de meidagen van 1940, maar ook de 5e
september 1944, beter bekend als „Dolle
Dinsdag", toen Duitsers, N.S.B.ers en col
laborateurs in paniek de vlucht namen en
de bevolking van vele steden, zowel in het
Zuiden als in het Noorden, naar de stads
rand toog om de bevrijders te verwelkomen.
In 1940 verloren de Duitsers de slag om
de Residentie en in 1944 verloren de gealli
eerden de slag bij Arnhem. In beide geval
len waren de treepen te ver van het doel
- dat spoedig bij de tegenstander werd ver
moed - geland. Zouden de Duitse acties
rond Den Haag succes hebben gehad, dan
zou het Nederlandse verzet in één dag zijn
gebroken. Zouden de Engelse luchtlandin
gen bij Arnhem een overwinning hebben
opgeleverd, dan zou de Rijn gepasseerd zijn.
Van geallieerde bruggehoofden over de IJssel
uit zouden dan om de Westwall heen, (de
Duitse verdedigingslinie, die langs onze
grens zich uitstrekte tot Nijmegen) aanval
len zijn gedaan door de Duitse laagvlakte.
Hierdoor zou het Ruhrgebied zijn omsin
geld en Berlijn open liggen. In dat geval zou
de oorlog wellicht in 1944 geëindigd zijn.
Leverde in 1940 de 9e Duitse tankdivisie
in Noord-Brabant slag bij Mill Peel-Raam-
stelling), in 1944 woedde eveneens een zwa
re tankslag in onze zuidelijke provincie erf'
wel bij Overloon.
In 1940 werd Zuid-Limburg onder de
voet gelopen door het 6e leger, dat tot doel
had België ^e veroveren, en in de morgen
van de 10e mei was Maasstricht al in
Duitse handen. Begin september 1944 werd
Zuid-Limburg veroverd door troepen van het
le Amerikaanse leger, dat niet veel tegen
stand ontmoette. De soldaten van generaal
Hodges bevrijdden Maastricht als de eerste
Nederlandse stad. Het eigenlijke doel van
de Amerikanen was de Westwall.
Ook in 1944 werd Zeeland weer oorlogs
toneel en evenals in 1940 leden Walcheren
en Zeeuws-Vlaanderen de meeste schade.
Wegens de sterke verdediging van de Sloe-
dam tussen Walcheren en Zuid-Beveland
braken de Duitsers het verzet door het bom
barderen van Middelburg. In 1944 werden
door de geallieerden om dezelfde reden de
dijken van Walcheren gebombardeerd, waar
door het eiland onder water kwam te staan.
INVASIE EN BEVRIJDING
UIT HET OOSTEN
Het merkwaardigste is echter wel, dat in
1945 voor wat de bevrijding van het mid
den en Westen van ons land betreft, de be
vrijders, evenals 5 jaren geleden de verover
aars, uit het Oosten kwamen en via Arnhem
en de Veluwe de Grebbèlinie naderden. In
het laatste geval was deze verdedigingslijn
door de Duitsers bezet.
En dezelfde generaal, die in 1940 het com
mando had bij de Duitse luchtlandings
operaties in Nederland, de parachutisten-
generaal Student, leidde in het voorjaar van
1945 de verdediging tegen de geallieerde
invasie in ons land. Op 6 april verliet hij
echter ons land om de Duitse tegenstand
aan de Weser te organiseren.
In april 1945 Was Friesland bevrijd en
stonden de geallieerden, evenals de Duitsers 5
jaren tevoren, voor de verdedigingswerken
bij Kornwerderzand. In beide gevallen werd
de afsluitdijk niet veroverd.
Tenslotte begon de oorlog op 10 mei en
eindigde de strijd in ons land op 5 mei. Op
beide dagen was het zonnig, maar vrij fris.
SNELLE VEROVERING
LANGZAME BEVRIJDING
Duurde de strijd in 1940 t.a.v. de Vesting
Holland 5 dagen en gold voor ons hele land
hiervoor een termijn van 17 dagen, met de
bevrijding van ons land zijn ruim 8 maanden
gemoeid geweest. Dit opvallende verschil
tussen verovering en bevrijding - in tegensteL
ling tot de hierboven beschreven vele punten
van overeenkomst - heeft diverse oorzaken.
In 1940 vielen verse troepen ons land bin
nen, rechtstreeks van uit eigen land opere
rend. De geallieerde legers hadden, vóór ze
ons land naderden, al een lange, moei
zame weg afgelegd.
Was in 1940 ons land het eerste aanvals.
doel, in 1944 vormde de bevrijding van ons
land de afsluiting van een fase van de ge
allieerde invasie. In 1940 maakte ons land
sinds 1830 opnieuw kennis met de oorlog en
dan nog wel in een vorm, die wij niet had
den verwacht. Onze soldaten hadden veel
tijd nodig om de vuurdoop te doorstaan.
In 1944 werd ons land verdedigd door
Duitse oorlogsveteranen, voor wie oorlog
voeren dagelijks werk was geworden. Dit
had tot gevolg, dat, in tegenstelling tot onze
soldaten, de Duitsers, ook al geraakten ze
bij snelle geallieerde acties soms in paniek,
zich gauw herstelden en doeltreffende tegen
acties ondernamen. De door de geallieerden
gevoerde taktiek van het uitvoeren van tang
bewegingen met snel oprukkende tanks was
de Duitsers heel goed bekend. Het was hun
Wat we u in vorige artikelen vertelden, viel hoofdzakelijk in het tijd
vak, dat de Stoofdijk waterkering was. Het hele gebied, tussen de Molen
dijk en de z.g.n. Kloetsedijk was een schorregebied, dat door de Kamer
in tweeën gedeeld werd. Het ivas eigenlijk een wijde inham en lag daar
door gunstig voor een snelle aanslib. Wat ook gebeurde, zelfs de Kamer
verzandde zo snel, dat ze al gauw niet meer als havengeul te gebruiken
was.
In 1656 laat de ambachtsheer Jeronimus van Tuyl van Serooskerke
dit gebied bedijken. Vanaf het punt, dat wij kennen als de eerste nol in
noordelijke richting en met een haakse bocht naar de dijk van Oud-
Kempen. Heel eenvoudig; maar Stavenisse was, zijn haven kwijt. Dat
de Stoofdijk nu geen zeewering meer was, woog er niet tegen op. Daar
om spoedig weer maar graven, langs de Molendijk naar het Keetcn. Met
de uitkomende grond lei men en passant nog een dijk - later zou ze de
Veerdijk heten. Een stukje zeedijk doorgestoken en Stavenisse had weer
een haven. Ze is er nog.
Des bedijkers echtgenote was Margaretha Huyssen, vandaar de Mar-
garethapolder.
„OM DIE ZEE TE KEEREN"
Van 1599 tot 1656 bespoelden de zilte golven de Stoofdijk - ze heten
overigens toen nog Havendijk. Ze lag erg gevaarlijk en vormde als 't ware
de binnenste rand van een baai. Bij storm en vloed werd het water er
tegen opgestuwd en vond geen uitweg. Toch brak ze nooit door. Misschien
wel omdat ze in de schorren een hoge vooroever had.
Of er toen al huizen op de Stoofdijk stonden? Er is wel een over
levering dat het oudste veerhuis er stond. En nog wel aan de zeezijde.
Mogelijk stonden er meer huizen. Stond ook de Molendijk aan de buiten
zijde niet vol met huizen en schuren?
Maar daar stroomde dan ook bij stormgetij het water door de gangen
en sloppen de polder in. Er heeft nog eens iemand z'n „kammenet" met
palen klem gezet tegen de zolderbalken, anders was het gaan drijven. In
1867 hebben ze toen het „nieuwe dijkje" maar gelegd, vanwege de ieder
jaar terugkerende natte boel in de huizen.
„ZO DE OUDE PRENT VERTOONT"
De Zeeuwen altijd door wind en water bedreigd, bouwden graag hun
huis op dam en dijk. Zo ook op de Stoofdijk, zeker na 1656 toen het een
binnendijk werd.
Gezegde ambachtsheer Jeronimus, bouwde in 1640 zijn „Slot tot Sta
venisse". Smalleganges Kroniek laat ons een „koperen print" zien.
De „schoone wooninghe" van den heer der plaats, is natuurlijk hoofd
zaak, maar op de achtergrond is de Stoofdijk te zien, zo die er op het
laatst der 17e eeuw uitzag. Toevallig klopt dat nog met de archivale ge
gevens ook, dat geeft dan een beetje meer vertrouwen in die plaat.
Zo de haven met een paar zeilschepen en de kaapstanders op de sluis
zijn ongetwijfeld juist weergegeven. Verder nog een paar gebouwen aan
de haven en het huis waar dan die overlevering van het veerhuis aan
verbonden is. Dan nog een viertal boerderijtjes, waarvan ons uit de „oude
stukken" omtrent de bewoners wat meer bekend is.
Trouwens een paar van die schuren, staan er vandaag nog altijd met
hun orginele dakvorm.
De markantste historische gebouwen, zien we aan beide einden van de
Stoofdijk. Aan de kant van het dorp, de Redoute en aan het andere
eind de meestoof.
„VAN EEN QUADE ZAKE"
Die redoute, - in 1628 is er al sprake van - was oorspronkelijk een
militair wachthuis. Hij stond bizonder strategisch, op de driesprong
Stoofdijk - Molendijk - Voorstraat. Hoe hij er uitzag? Op de gravure
staat hij als een torenachtig gebouw. Hij was van achteren rond, met
bovenin schietgaten zeggen oude mensen, wier ouders hem nog hebben
gezien.
In een bewonerslij st van Stavenisse uit 1803, vinden we „de redoute
daar woont in Jacob Rinket en Marijnis Luijk met 4 personen.
Het bovengedeelte was - althans wat later - gevangenis. Of er veel mis
dadigers hebben gezeten? Van een weten we het.
Het eerste nummer van de „Zierikzeesche Nieuwsbode", verscheen op
19 Augustus 1844. Daarin lezen we „Gevankelijk hier binnengebracht
de persoon van A. Cloomans van Stavenisse; verdacht van brandstichting
Overdrevene geldzucht wordt als de oorzaak hiervan toegeschreven. Heeft
reeds deszelfs misdaad bekend".
De brandstichter heeft eerst; dat weten we uit andere bron, in de redoute
in arrest gezeten. Hij zat flink in de knijper, want door de schietgaten
stond hij te schreeuwen „maansen, lae m'r toch uut, want anders zie je
m'n nooit mee trug".
Nou hij kwam wel terug, maar het duurde toch twintig lange jaren.
Zijn vrouw had toen een dochter van 19, die had hij nooit gezien. En toen
hij terug kwam, was ook de redoute weg.
Kopergravure uit
Croniek van
Smallegange.
eigen strijdmethode, die zij in 1940 met
groot succes hadden toegepast.
Bevond generaal Guderian, bijgenaamd
„snelle Heinz", zich bij de voorste tanks
tijdens de toch wel riskante, smalle doorstoot
van Sedan, dwars door Noord-Frankrijk
via abbeville naar Calais, in 1944 leidde
generaal Horrocks, die de bijnaam „the hurri
cane" - de orkaan - had, aen de spits van
het 30e legerkorps de eveneens gewaagde en
even smalle doorstoot van de BHgisch-Ne-
derlandse grens naar Nijmegen.
In tegenstelling tot de Franse, en Engelse
troepen, die in 1940, door hun linies langs
de Frans-Belgische grens te verlaten om
hun noordelijke bondgenoten te hulp te
snellen, de vijand vollediq in de kaart speel
den, wisten de Duitsers in 1944, door vak
kundig terug te trekken en tijdig nieuwe stel
lingen te betrekken, het resultaat van een
doorstoot zo veel mogelijk te verkleinen.
Zij toonden zich taaiere tegenstanders dan
de Fransen. Hierbij speelde hun angst voor
represailles bij overgave een grote rol. Na,
de aanslag op Hitier op 20 juli 1944 werd
het hoofd van de SS - de beruchte Heinrich
Himmler commandant van de troepen die
„die Heimat" moesten verdedigen. Op 3 sep
tember gaf hij een dagorder uit, waarin hij
stelde, dat iedere soldaat die zich overgaf
later gestraft zou worden. Nu waren er tal
loze Duitse soldaten, die niet meer in eigen
overwinning geloofden, doch ernstiger was
Himmlers dreigement, geuit in dezelfde dag
order, waarbij alvast de familieleden van
de gecapituleerde soldaat voor zijn gedrag
verantwoordelijk zouden worden gesteld.
Door middel van allerlei duivelse manieren
wisten de Nazi-leiders hun greep op het
Duitse volk op de laatste oorlogsdag ten
volle te behouden. Dat de Duitsers de ver
dediging moesten staken vond zijn oorzaak
in een zelfde omstandigheid, die een beslis
sende rol speelde bij hun eigen „Blitzkrieg''
in de eerste oorlogsjaren: absolute over
macht in de lucht. Braken Duitse bommen
werpers in 1940 elk verzet, de overweldi
gende luchtsteun, die de geallieerde troepen
bij de bevrijding van ons land ondervonden
besliste de eindstrijd.
Toch moest er vaak om elke meter grond
hevig worden gevochten.
Aan de bevrijding van ons land werd deel
genomen door troepen van verschillende na
tionaliteit, voornamelijk Canadezen, Engel
sen, en Polen, maar ook Amerikanen, Fran
sen, Belgen, Noren en Nederlanders.
Tijdens de meidagen van 1940 sneuvelden
bijna 2200 Nederlandse militairen. Alleen
al bij de verovering van Zeeland telden de
geallieerden 13.000 man aan doden en ver
misten, terwijl op het Airbornekerkhof bij
Oosterbeek 1500 geallieerde parachutisten
begraven zijn. (NADRUK VERBODEN)
door
MAARTJE ZELDENRIJK
63
Veertien dagen bleef Jaap Witvliet weg. Maar op een
regenachtige avond stond hij plotseling in de deur
opening. Haar hart klopte van blijdschap bij het weer
zien. ,,Kom gauw binnen." nodigde ze uit. „Wat een
weer, he? Om er dan nog door te komen
Hij keek naar de beide meisjes, die naar de t.v. zaten
te kijken. Jopie draaide zich naar de boerin en keek
haar vragend aan. Doch Lena schudde haar hoofd.
„Blijf rustig zitten," zei ze. „Ik maak wel even koffie
klaar."
Wat later zaten ze getweeën in de voorkamer, waar
Lena de gordijnen had gesloten. „Hoe is het met je
dochters?"
„Best. Ze vragen naar tante Leen. Ik heb ze beloofd
dat je zondag kwam is 't erg?"
Ze schudde lachend haar hoofd. „Nee hoor. Ik voel
er wel wat voor."
Gedurende enige tijd vertelde hij van de zaak, de toe
nemende verkoop van televisietoestellen, het groeiende
personeelsprobleem en andere kleine dingen. Tenslotte
onderbrak Lena hem en zei zacht: „Ik kan nog geen
beslissing nemen, Jaap Daarvoor kwam je zeker?"
Hij schudde zijn hoofd. „Nee, Lena, dat moet je rustig
zelf uitmaken. Je weet, wat ik je kan bieden. Je weet
ook, dat ik veel van je houdt. Maar ik wil je niet be-
invloeden. Je moet uit eigen vrije wil ja zeggen. Ik ben
ouder dan vroeger, Leen, ik kan wachten. „Hij lachte.
„Hoewel als ik je zo zie zitten gaat er wel het
een en ander in me om."
Ze voelde een kleur opkomen, toen ze overeind kwam.
Langzaam liep ze naar hem toe en bleef bij zijn stoel
staan. Opeens voelde hij haar arm om zijn schouders.
„Misschien weet ik het gauw, Jaap," zei ze zacht. „Het
is de boerderij, denk ik. Dit alles achterlaten is is
Dat valt niet mee."
Hij keek naar omhoog. Ze las de liefde in zijn ogen,
toen hij zei: „Ik kan je daarvoor in ruil alleen maar me
zelf en m'n beide dochters geven, Leen. Plus de nodige
comfort natuurlijk. In elk geval zul je een wat gemak
kelijker leven krijgen. Je moet het zelf uitmaken, of deze
ruil het waard is."
Ze streek over zijn hoofd. „Verlang-je naar me, Jaap?
Zoals vroeger? Ik merkte het wel eens aan je. Nu niet
meer. Dat is te begrijpen. We zijn allebei ouder
Hij dacht even na, haar hand grijpend. „Als ik ja zeg
is het dan goed, of heb ik je teleurgesteld?"
Ze boog zich over hem heen en drukte een kus op
zijn voorhoofd. „Je bent lief," antwoordde ze enkel.
We moeten terug naar de keuken, Jaap. Ik wil niet
dat de meisjes verkeerde gevolgtrekkingen maken."
Bij de deur hielden ze elkanders hand enige tijd vast.
„Tot ziens, zondag," fluisterde ze zacht.
De volgende morgen belde Piet Pereboom op. „Ik
weet niet, of je al een beslissing hebt genomen, Lena,
maar zit alsjeblieft niet in over de boerderij: ik heb een
pachter gevonden: boerenzoon met vrouw en twee kin
deren. Ze kunnen binnen enkele weken bij jou aan de
slag. Ik bedoel laat dit nu geen bezwaar meer voor
je zijn, he? Als je ze een maand inwerkt, is de zaak be
klonken. En blijft de boerderij eventueel voor de kleine
Bert beschikbaar, als hij er later zin in heeft. Wat denk
je ervan?"
Het was of er een centenaarslast van haar afviel. „Ik
ik vind het geweldig!" riep ze uit. „Het is net,
zoals u zegt: dit was het laatste beletsel, dat me nog
weerhield. Zoals u het opgelost hebtvoor de kleine
Bert vader, je bent een schat!"
Dank je, Lena. Zal ik dan maar bellen, dat hij kan
komen kennismaken?"
„Goed, vader, doe dat. En eh vind je het werkelijk
niet erg, als ik hertrouw?"
„Lieverd, jouw geluk is ons geluk, hoor je? Zo denkt
Bets erover en ik eveneens. Kom eens een avond met
Jaap bij ons. Is het nodig te zeggen, dat ons huis ook
na je huwelijk voor jou en je kinderen blijft openstaan?"
„Dat is ontzettend lief, vader," zei ze getroffen.
Nadat ze de hoorn op het toestel had gelegd, bleef
ze enige tijd in gepeins verzonken staan. Daarna keek
ze naar de cijferschaal en begon te draaien. Haar ogen
glinsterden, toen ze wachtte en een stem zich meldde.
„Ben jij het, Jaap? Met Lena. Als je tijd hebt van
morgen of vanmiddag kom dan even hierheen. Ik
heb een antwoord klaar, begrijp je? Misschien kun je
raden, hoe dat antwoord zal zijnV'
EINDE