Vit de historie van Stavenisse de omweg 30 JAREN GELEDEN A Herkrs Jmniskm Gas-weekend- service Fa. P. JANSEN 9 APRIL 1940: DUITSE AANVAL OP DENEMARKEN EN NOORWEGEN HITLER WAS DE GEALLIEERDEN EEN SLAG VOOR Op en rondom de Stoof dijk (iii) EENDRACHTBODE UW OMEGA DEALER Gebeurtenissen in Scandinavië deden in ons land de angst voor verraad toenemen Bezit Noorse kust van strategisch belang voor de hegemonie op de Noordatlantische oceaan Gebruik van parachutisten verhoogde onze waakzaamheid door A. J. Smits 16 april 1970 5 mr Gaarne adviseren wij U bij de aanschaf van Uw Omega horloge JUWELIERS igjp HORLOGERS GROTE MARKT 5 - BERGEN OP ZOOM adv.ing.med. Denemarken werd vrijwel zonder slag of stoot genomen. In een daartoe afgemeerd schip te Kopenhagen bevond zich reeds een Duits bataljon infanterie. Parachutisten be zetten de brua tussen de eilanden Falstar en Seeland en luchtlandingstroepen namen het vliegveld Aalborg in bezit. 36 Deense sol daten werden gedood of gewond en van Duitse zijde waren het er niet meer dan 20. Maar ook in Noorwegen ging alles snel te werk. De havens van Oslo, Kristiansand Stavanger, Bergen, Drontheim en Narvik vielen spoedig in Duitse handen. Parachutis tenacties tegen forten en luchtlandingstroe- BERGEN OP ZOOM TEL. 01640 - 53 47 OF 41 68 DUITSE PLANNEN pen op de vliegvelden hadden snel succes. Het Noorse leger, dat niet eens was gemo biliseerd, bood tegenstand onder leiding van koning Haakon en zijn regering, die over haast naar het Noorden waren gevlucht. De inmiddels reeds ingescheepte Franse en Britse troepen werden haastig weer ont scheept en de Engelse vloot voer uit om slag te leveren tegen de Duitsers. In de gevechten voor de Noorse kust zijn door beide partijen grote verliezen geleden. De geallieerden ver loren: 1 vliegdekschip, 2 kruisers, 9 torpedo- bootjagers, 6. onderzeeboten, 4 transport schepen en 1.1 trawlers; 6 kruisers en 8 torpedobootjagers werden beschadigd. De Duitsers verloren 3 kruisers, 11 torpedoboot jagers, 8 onderzeeboten en 16 transportsche pen: 1 vestzakslagschip, 2 slagkruisers, 2 kruisers en 2 transportschepen werden be schadigd. Eén van de Duitse transportsche pen, de Rio de Janeiro, werd reeds op 8 april door de Poolse onderzeeboot Orzel getorpedeerd. Te hulp gesnelde Noorse vis sersschepen redden daarbij vele Duitse sol daten van de verdrinkingsdood. De Duitsers vertelden hun redders, dat ze op weg waren Adv. ingez. med. naar Bergen om de Noren te helpen in de strijd tegen het Engelse invasieleger Uiteindelijk, op 16 en 18 april, gingen de geallieerden toch in Noorwegen aan land: op drie plaatsen, n.l. ten noorden en ten zuiden van Drontheim en bij Narvik. Deze laatste plaats werd zelfs op de Duitsers her overd. Hitier schrok van dit laatste zo erg, dat hij aan de Duitse commandant aldaar bevel gaf om zich met zijn troepen in Zweden te laten interneren. Dit bevel is, door sabotage van een Duitse verbindings officier, nooit aangekomen en de Duitsers hielden stand. Zij opereerden o.m. vanaf de Duitse marinebasis ,,Nord", dicht bij Moer- mansk, welke basis in het kader van het Nohagressiepaict, door Stalin welwillend aan Hitler was afgestaan. Het vervoer van oorlcgsgoederen van Amerika uit naar Moer. mansk zou - later, toen Rusland vertwijfeld pogingen deed om de Duitse wals tot staan te brengen en elke wapenleverinq in een sterke behoefte voorzag - honderden gealli eerde zeelieden het leven kostten Aanvankelijk hielden ook de Engelsen en de Fransen in noord-Noorwegen stand. Toen echter, na de Duitse successen in Frankrijk, de algehele situatie voor de ge allieerden verslechterde, werden de Brits- Franse troepen op 8 juni teruggehaald naar Engeland, bij welke actie o.m. het Engelse vliegkampschip Glorious ten onder ging. Ook koning Haakon week met zijn regering uit naar Engeland. GEVOLGEN De Duitse overval op de beide Scandina- G11 a ..Dat, dese indijckinge met vlietickeijt ende ernst moge werden gevoordert ende soo haest als mogelijk is van genoechsame Inwoonders voorsien" Deze wens lezen we in de voorwaarden, waaronder Zeelands Staten de gorren ter bedijking uitgaven. Dat er op het nieuw verworven land een dorp met de oude naam Sta venisse gesticht zou worden was van de aanvang af de bedoeling. In ons vorig artikel werd gewezen op het planologisch inzicht onzer voorvaderen in verband met de sluis en de haven. Maar ook de plaats waar men het dorp dacht aan te leggen bewijst dat. Op een enigszins hoge rug tussen twee kreekbeddingen „in de onmiddel lijke nabijheid" van de „Kamer". NIEUWE TIJDEN Kempenshofstede was een zelfstandige heerlijkheid, Het had echter na het vergaan van Moggershil in 1570 geen eigen dorp en kerk. Dat er bij de bewoners van Oud-Kempen geen behoefte bestond - voor al aan een kerkhof waar zij hun doden aan gewijde aarde konden toever trouwen - wijst op de wondere gebeurtenissen, die er in ons gewst plaats grepen. Immers in het tijdvak van 1570 tot 1600 werd niet alleen het Thoolse eilandenrijk van de Spaanse dwingeland bevrijd, maar brak ook het ge zegende licht der reformatie door. Hebben rondtrekkende predikers ook in Kempenhofstede de „nieuwe leer" gebracht? Of gingen de hewoners bij nacht en ontij naar andere plaatsen in de omgeving? Misschien naar Sint Maartensdijk, waar Erasmus de Wever tot 1568 toen hij door Alva verbannen werd - de eerste predikant was. Of later toen Bartholomeus van den Hoeck er „Gods Woord sprak?" We weten het niet, maar het feit, dat er in Oud Kempen geen kerk meer gebouwd Reeds kort na het uitbreken van de oor log had admiraal Rader aan Hitier voorge steld om Noorwegen te veroveren. De door hem aangevoerde argumenten waren precies dezelfde als die der tegenstanders. Hitier voelde veel voor het voorstel en toen de Duitse „Altmark" in Noorse wateren door Britse mariniers werd geënterd zag de Fiih- rer hierin een bewijs, dat zijn vijand het met de neutraliteit van Noorwegen niet zo nauw zou nemen. Hij gaf daarom onverwijld bevel tot het opstellen van een aanvalsplan. In tegenstelling tot de Engels-Franse houding was hier geen sprake van enige aarzeling. Met voortvarendheid werd door generaal Von Falkenhorst gewerkt aan „Fall Weserü- bung". Op 20 maart had de generaal alles uitgewerkt. Het plan had volledig het karak ter van een overval. Snel moesten trategische belangrijke punten, zoals: havens, vliegvel den, bruggen en hoofdwegen worden bezet. Hiertoe zouden, behalve de hele Duitse vloot, ook parachutisten en luchtlandings troepen worden ingezet. „En passant zou ook Denemarken wor den veroverd Elke tegenstand zou meedogen loos worden gebroken door de oppermachtige en agressieve Duitse „Luftwaffe". Datum van aanval: 9 april. DE GEVECHTEN De Stoofdijk rond 1925 Kent men nog van de bewoners op deze plaat terug? vische landen heeft grote gevolgen gehad. Allereerst in Frankrijk en Engeland, waar de publieke opinie zich tegen de respectieve lijke regeringen. Daladier, die zelfs de Rus sische olievelden in de Kaukasus had willen laten bombarderen, trad af als minister-pre sident en werd opgevolgd door het ministerie Reynaud. Het Engelse Lagerhuis kon maar niet ver kroppen, dat er in de Noorse wateren van een „Rule Britannia, rule the waves" geen sprake was geweest. Hier moest Chamber lain het veld ruimen Winston Churchill werd zijn opvolger; eindelijk „the right man on the right place Ook in ons land maakten de gebeurtenissen van die dagen grote indruk op de bevol king. Dacht men aanvankelijk, dat ons land „er v/el buiten" zou blijven, na Denemarken en Noorwegen was men er niet zo zeker meer van. Vooral was men geschrokken van de grote snelheid, waarmee een land kon worden bezet. „Je gaat naar bed als Neder lander en staat op als Duitser", was een van de slagzinnen uit die dagen. Zo groeide de angst ook de angst voor het verraad. Na de val van Polen stond de oorlog als het ware stil. Van eeii actief front kon niet meer worden gesproken. In het Westen had de Duitse legerleiding 42 divisies gelegerd, waarvan 14 actief. De Westwall - ook wel Siegfriedlinie genoemd - moest het Derde rijk tegen geallieerde aanvallen beschermen. Maar de Franse troepen beperkten zich tot het bezetten van de Maginot-linie en het, voetje voor voetje, veroveren van 600 km- vijandelijk terrein in het Saargebied. Ver moedelijk hebben de Fransen toen hun grote kans voorbij laten gaan. Er zijn militaire deskundigen, die beweren, dat de Duitse verdediging in het westen - de Siegfried linie incluis - in september 1939 een massale aanval niet had kunnen weerstaan. Toen Von Rundstedt de Westwall voor het eerst zag, barstte hij in lachen uit. Doch ook in dit geval „blufte" Hitler met succes. De Fransen hadden er nog helemaal geen zin in. De Franse regering deed zelfs alles om de vijand niet te prikkelen. Zo stond zij niet toe, dat de RAF - de Engelse luchtmacht - Duitse steden bombardeerde of mijnen legde in de Rijn en andere Duitse bin nenwateren. Zodra de acties in Polen waren beëindigd, werden met spoed Duitse divisies naar de Franse grens gedirigeerd, waardoor eind 1939 de Duitse Legermacht aldaar aangroeide tot 100 divisies. Maar ook de geallieerde strijdmacht groeide aan, n.l. tot 76 divisies: 66 Franse en 10 Engelse. De luchtoorlog beperkte zich tot acties boven zee of het uitwerpen van pamfletten boven Duitsland. Hitier lanceerde hierbij zijn eerste geheime wapen: de magnetische mijn. Toen echter een exemplaar op een zandbank vóór de Engelse kust terecht kwam en on beschadigd in handen viel van de Engelse marine, was ook dat gevaar weer bezworen. Zo hadden beide partijen zich tegenover elkaar opgesteld. Min of meer tussen de oorlogvoerende mogendheden in lagen de neutrale landen: België, Nederland, Dene marken en Noorwegen. De vraag in die landen was: Welke partij zal de volgende zet doen en zullen wij daarin betrokken wor den? GEALLIEERDE PLANNEN De Engelse minister van marine, Winston Churchill, wist uit de vorige wereldoorlog, dat het bezit van de 2000 km lange Noorse kust van groot strategisch belang was in de strijd om de heerschappij in de Atlantische oceaan. In de oorlog 1914-1918 had Enge land een brede strook mijnen gelegd tussen Schotland en de Noorse territorale wateren, om zo de Duitse onderzeeboten te beletten op de oceaan te komen. De tot Noorwegen behorende zeestrook was echter een gat waardoorheen de Duitsers konden ontsnap pen, daar de Noren zelf geen mijnen legden Een herhaling van deze situatie wilde Churchill voorkomen. De loop der gebeur tenissen speelde hem hierbij in de kaart. Op 30 november 1939 waren Russische troe pen een aanval begonnen op Finland. Deze communistische agressie, als gevolg van het niet inwilligen der eisen van de Sovjet- Unie, verwekte zowel in Engeland als in Frankrijk bij de bevolking grote beroering. De sympathie ging duidelijk uit naar het Kleine Finland. De plannen der geallieerden weerspiegelden deze gevoelens. De Franse minister-president, Daladier, wilde in maart 50.000 vrijwilligers en een 100-tal bommen werpers naar Finland sturen. Engeland zou er nog 50 vliegtuigen bij voegen. Ongeveer terzelfdertijd overwoog de Engelse regering troepen aan land te zetten bij Narvik, Drontheim, Bergen en Stavanger. De bezetting van deze Noorse havens zou tevens een grote beperking betekenen van de Zweedse ijzererts-levering, wélke 11 miljoen ton per jaar bedroeg, 's Zomers werd het erts via Lulea en de Botnische Golf naar Duitsland vervoerd .Maar in de 7 winter maanden kon, wegens het dichtvriezen van de Botnische Golf, alleen transport via de Noorse haven Narvik geschieden. Tenslotte bezat Noorwegen een watervalinstallafie voor het opwekken van de nodige krachtige electrische energie, waarmee zgn. „zwaar water" kon worden geproduceerd voor het maken van de atoombom. Met de uitvoering van de geallieerde plan nen werd echtër lang geaarzeld en met het beëindigen van de Russisch - Finse oorlog op 8 maart 1940 werd een aanleiding tot die uitvoering weggenomen. Maar de belangstelling voor Noorwegen bleef uiteraard bestaan. Tenslotte werd toch besloten tot het leggen van mijnen in de Noorse territoriale wateren en het doen bezetten van Narvik, Stavanger, Bergen en Drontheim, door Brits-Franse troepen. Op 8 april werden de mijnen gelegd en op 9 april scheepten de troepen zich in voor de overtocht van Engeland naar Noorwegen. Indien echter de Noren verzet zouden plegen, mochten de troepen zelfs niet aan land gaan. is, vertelt ons dat er veel veranderd is in het leven en denken van de be woners. EN NIEUWE ZEDEN Het ambacht Kempenhofstede bezat wel een eigen Schepenenbank. In de hiervoor genoemde bedijkingsvoorwaarden vinden we een bepaling, dat zolang Stavenisse nog geen „gerechte" had, de nieuwe bewoners terecht zouden staan voor Schout en Schepenen van Kempenshofstede. Zoals geschreven, Stavenisse en Kempenshofstede waren twee aparte heerlijkheden. Toch schijnt men al spoedig na de bedijking gestreefd te hebben naar het vormen van één rechtsgebied. Op 29 maart 1606 worden als Schepenen van Stavenisse en Kempens hofstede beëdigd: Job Lenerts Jonskint, Jan Verbeecke, Marinus Thonis Geldeloose, Willem Janss Bloeme, Tonis Corneliss, Jan Janss Jonckswaeger en Willem Adriaanss. Een jaar later wordt er tussen de Ambachtsheren een contract ver nieuwd, dat men „over beijde heerlij ckheden soude stellen eenen Schout met Seven Schepenen, eene Secretaris, Boode en de Schutter. Ende dit alles te mogen Weeder Roepen" Dat wederroepen is nooit nodig geweest; de concentratie der twee ambachten tot één gemeente is tot vandaag gebleven. ZO IN HET OUDE, ALS HET NIEUWE LAND. Bij het eerste artikel van de heer Roozemond in dit blad, was een copie van het eerste verkavelingsplan van het dorp Stavenisse afgebeeld. Het patroon van dit plan laat nog altijd in de aanleg van het dorp her kennen. Voor de ramp van 1953. lag zelfs de „Waeterganck" nog in originele vorm rond het dorp. Deze planmatige opzet van het dorp, waarbij aan de nieuwe bewoners bepaalde voorrechten worden vergund, deed al spoedig een gemeenschap ontstaan. Ook was dit een der oorzaken, dat Kempenshofstede, hoewel van ouder datum, door Stavenisse overvleugeld werd. Voor beide ambachten zou Stavenisse „het dorp" worden. Daar zou men ter kerke gaan op blijde- en droeve dagen, bij doop, trouw- en begrafenis. De Schepenbank zou er zetelen, in het Dorpsrechtshuis. Ambachtslieden van pottenbakker tot schoenlapper toe „timmerden" er hun „wooninghe" tot nut van hunzelf als wel der ingezetenen. Eigenlijk zouden we u iets vertellen over de Stoofdijk. Maar de Stoof dijk staat niet op zichzelf, zij verbint iets. Zij is de balans waaraan twee machten hangen. Daardoor is zij tevens centrum, waar we dan na deze lange omloop terecht komen. (wordt vervolgd) door MAARTJE ZELDENRIJK 61 Piet Pereboom stond op het erf met een man te pra ten. Hij lachte haar vriendelijk toe. ,.Ga maar vast naar binnen, Lena. Ik kom zo. In de keuken begroette Lena haar schoonmoeder, ter wijl Bertje door haar werd geknuffeld. Enkele minuten later trad Piet binnen, zijn schoondochter onderzoe kend aankijkend. ,,Is er wat, Lena? "vroeg hij. Je kijkt zo ernstig.' Ze knikte. ,,Ja, vader. Ik wil graag uw advies. De zaak is iemand heeft me ten huwelijk gevraagd. Een oude vriend van me, van vroeger. Vóór- ik Bert leerde kennen, gingen we enkele maanden met elkaar om. Hij is eh gescheiden. Eiser. En heeft twee dochtertjes. Hij heeft een goeie zaak. Financieel zal ik niets te kort komen. Dat staat vast. Ik mag hem wel. Of ik zoveel van hem houd, dat ik een huwelijk met hem aandurf, weet ik nu nog niet. Iets anders is ook nog dit; het is met het oog op Bertjes opvoeding misschien ook beter, dat ik hertrouw. Ik denk niet alleen aan mezelf. Het gaat er nu maar om wat moet ik met de boerderij? Ik kan er niet blijven. Hij is geen boer. Ik zei al: hij heeft zelf een zaak. Die is vrij groot. Dus ik moet de boerderij in de steek laten. Dat vind ik heel erg. Het is best mogelijk, dat ik daarom nee zal zeggen. Maar voor het geval ik de moed vind om dit offer te brengen en ja wat moet er dan met de boerderij? Ik kan hem zo niet niet in de steek laten. Het is e endeel van m'n leven ge worden. Daarom wil ik graag uw oordeel, vader." Piet Pereboom had zwijgend geluisterd. Hij liep naar zijn bureautje, dat in de hoek van het vertrek stond en nam een sigaar uit een doos, die hij opstak. Rustig aan de sigaar trekkend, keerde hij terug naar de tafel en ging zitten. ,,Wat zeg je moeder ervan, Lena?" De vrouw schudde haar hoofd. ,,Ik heb er met haar nog niet over gesproken. Het is het was de boerde rij van Bert, nietwaar? Ik meende daarom u in de eerste plaats op de hoogte te moeten stellen?" Hij knikte begrijpend. Hij kende zijn schoondochter. Ze bezat een grote mate verantwoordelijkheidsgevoel. In alles zeer serieus. Ontzettend jammer, dat Bart zo ontijdig aan z'n eind was gekomen. Hoe ideaal was hun huwelijk; ze vulden elkander volkomen aan. Maar dat was voorbij. Napraten hierover had immers geen zin meer? Nu moesten de feiten onder ogen worden ge zien. En hij had het zien aankomen. Zo'n knappe, goed- gesitueerde boerin kon niet altijd weduwe blijven. Er zouden genoeg mannen te vinden zijn, die zin hadden in een huwelijk met Lena. ,,Dat je eerst bij ons komt, stellen Betsy en ik op hoge prijs. Maar om je in deze aangelegenheid raad te geven, is erg moeilijk. Ik zou zo zeggen, dat eigenlijk maar één ding beslissend is: houd je genoeg van hem om een huwelijk met hem aan te durven, Lena?" Ze loosde een zware zucht. ,,Wat moet ik daar op antwoorden? Ik hoef u niet te zeggen, hoeveel Bert en ik van elkaar gehouden hebben. Maar Bert is dood. Zonder zijn nagedachtenis te, eh vergeten - zijn portret zal altijd een ereplaats in mijn kamer hebben, waar en met wie ik ook trouw - denk ik ook aan mijn zoon. Hij heeft een vader nodig. In de tweede plaats voel ik me nog te jong om onge trouwd te blijven. Dat ook. Men kan niet van me vergen dat ik alleen blijf. En wat Jaap betreft - hij heet Jaap - wij kennen elkander van vroeger. We hebben van el kaar gehouden, maar moeder was tegen een huwelijk met iemand, die geen boer is. Daarom maakte ik het zelf uit. Toen ik met Bert trouwde, was ik Jaap vergeten Overigens, later hoorde ik, dat hij ook getrouwd was. Door een samenloop van omstandigheden ontmoetten we elkander een poosje geleden. Hij vertelde van zijn mislukte huwelijk en zijn beide dochtertjes: een tweeling. Hij is al een paar jaar gescheiden. Zoals ik denk over de opvoeding van m'n zoon, denkt hij er over, wat zijn dochters betreft. En als u mij nu vraagt: houd je zoveel van hem, dat je een huwelijk met hem aandurft, dan moet ik antwoor den: dat weet ik nog niet. Hij is me sympathiek, een rustig man, aan wie je kunt zien, dat het leed hem niet bespaard is gebleven. Een man, die hunkert naar geluk.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1970 | | pagina 5