Joden razzia's in Nederland Uit de historie van Stavenisse 1 de omweg Op en rondom de Stoofdijk (i) EENDRACHTBODE Nu de Stoofdijk Naar de zilveren bevrijdingsdag: 1940 -1945 door A, J, Smits 2 april 1970 5 Vorige week werd het laatste van een serie van zes artikelen ge plaatst in de rubriek historie van de streek van de hand van de heer D. Roozemond te Gorinchem over de wagemakers van Stavenisse. Voor de tweede maal leverde de heer D. Roozemond een bijdrage in deze rubriek na de eerste maal de 'chirurgijn' te hebben belicht, De heer Roozemond bepaalt zich daarbij meer tot een zeker beroep in tegenstelling met weer andere medewerkers, die zich op breder his torisch plaatselijk vlak begeven. Daardoor wordt tevens de nodige variatie in deze rubriek gebracht. Dank aan de heer Roozemond voor zijn tweede bijdrage van zes en namens weer vele lezers aanbevolen voor herhalingen in de toekomst. Meteen kunnen we op de voorgaande zes aansluiten met weer een bijdrage over Stavenisse, nu van de hand van de in dit kader evenmin onbekende heer A. J. Smits, wethouder in zijn geboorteplaats. De heer Smits heeft in zijn woning heel wat verzameld met betrekking tot de geschiedenis van de streek. In dit verband willen we er tegelijkertijd eens op wijzen, dat men de grootste historische verzameling kan vinden op het stadhuis van Sint-Maartensdijk. Dit vanwege een intens beleefde hobby van de technisch ambtenaar P. Jasperse. In de laatst geplaatste artikelen serie betreurde de heer Roozemond het, dat zoveel ook van het oude landbouw-handmateriaal verloren is gegaan, maar op de Sint-Maar- tensdijkse stadhuiszolder ligt een hele verzameling van oude sikkels, dorsvlegels, meekrap-voorwerpen, melk- en boterbereidingsmateriaal en nog veel meer van hetgeen vroeger aan het handwerk te pas kwam in de agrarische sector. Als men die verzameling ziet is er meer dan ooit de wens, dat we als streek nog eens in staat zullen zijn ergens in ons gebied een specifieke, aangepaste ruimte te vinden, dat als streekmuseumpje kan worden opgebouwd. Terugkerend tot de bijdrage van dhr. Smits kondigen we, te begin nen in dit nummer, een serie van tien artikelen aan over Stavenisse en dan inzonderheid over datgene waarbij de Stoofdijk was betrok ken. We zijn overtuigd van een blijvende interesse voor deze rubriek. Tenslotte willen we er op wijzen, dat degenen, die van historische artikelen een extra nummer willen hebben, dit wel tijdig kenbaar moeten maken, willen we aan de wensen kunnen voldoen. Zelfs nu nog worden de nummers gevraagd waarin de series zijn geplaatst over Sint-Annaland, Tholen en Poortvliet en dat loopt bij elkaar over dik anderhalf jaar. We kunnen dan ook (met name ten aan zien van de Sint-Annalandse en Thoolse series) niet meer geheel aan de wensen van aanvragers voldoen, aangezien de oplage van enkele nummers is uitgeput. Ir de zomer van 1940 legden enkele n.s.b.-ers een aantal tijdbom men in de synagoge te Zandvoort. De volgende ochtend ontploften de bommen en richtten een enorme ravage aan in het Joodse bede huis, Burgemeester van Alphen betuigde in de gemeenteraad zijn ontstemming over deze wandaad met het gevolg dat hij kort daarna door een troep n.s.b.-ers werd gemolesteerd. Dergelijke laffe aanslagen tegen Joodse bezittingen en Joodse burgers waren in de jaren 1940 - 1942 aan de orde van de dag, vóórdat de grootscheepse transporten begonnen als de tragische climax van het treurspel, dat Hitler's sadistische Teutonen met de Joodse bevolkingsgroep zouden spelen. Meer dan honderdduizend in Nederland wonende Joden werden door de Duitse bezetters en hun Nederlandse trawanten ingerekend en naar de concentratiekampen vervoerd, waar zij op een klein aan tal gelukkige uitzonderingen na op beestachtige wijze werden ver moord. In totaal stierven in de jaren 1940- 1945 zes miljoen Joden in de gaskamers van Auschwitz, Bergen-Belsen en andere concen tratiekampen. VAN DAVIDSTER TOT AUSCHWITZ VEERTIEN juli 1942In de ochtend uren razen overvalwagens door de straten van Amsterdam. De Grüne Polizei drong overal huizen binnen om de Joodse bewoners op te pakken. De volgende nacht sjokken honderden Amsterdamse Joden, beladen on der hun bagage, door de zwijgende straten van de hoofdstad onder begeleiding van s.s.- agenten. Dit dramatische tafereel riep herinneringen op aan de uittocht uit Egypte, maar thans was het geen reis naar het Beloofde Land, thans was het de zoveelste voltrekking van hun lot van zwervers over Gods aarde, hun verjaging uit het klassieke land van de vrij heid, hun terugkeer naar de barbarij. Een dag later arriveren zij in het grauwe kamp Westerbork en daar wacht hen het onont koombare transport naar de Duitse gaska mers. De discriminatie van de Joden was al veel eerder in ons land begonnen. Seyss Inquart, Hitler's rijkscommissaris in Nederland, gaf reeds op 30 september 1940 opdracht dat per sonen van Joodsen bloede niet meer tot amb tenaar benoemd zouden mogen worden, noch dat zij bij het openbaar of bijzonder onderwijs te werk zouden mogen worden gesteld, be houdens wanneer de betreffende school uit sluitend door Joodse scholieren werd bezocht. Kort daarna kwam er een nieuwe verorde ning: alle in openbare dienst werkzame Joden werden uit hun funktie ontheven. Het sadistische karakter van het nazi regiem manifesteerde zich weldra met demo nische kracht, waarbij de bezetters altijd op de steun konden rekenen van de n.s.b.-ers. Deze landverraders begonnen zich verdien stelijk te maken door café's, hotels en restau rants af te lopen en de gérants te dwingen aan de ingang van hun zaak een bord met 'Joden niet gewenst' aan te brengen. Weiger den zij, dan werd hun bedrijf vernield. Biljartkampioen Jan Dommering had in zijn hotel in Arnhem een groep 'stevige jongens' verzameld, die de binnendringende s.s.-ers de voet dwarszette. Dommering werd wegens het niet lijdelijk toelaten van deze huisvrede- De Zeeuwse klei en de meekrapwortel waren ettelijke honderden jaren onafscheidelijk aan elkaar verbonden. Geslacht na geslacht heeft door zware en harde arbeid, deze bij tijden gouden oogst aan de Thoolse grond ontroofd. De opbrengst en de prijzen waren er dan ook naar. Vanwaar anders die verhalen, dat de boeren met paard en slee hel zilvergeld, dat de „mee" opbracht naar huis haalden? Zoals met veel dingen in 's werelds loop, kende ook de meekrapteelt tijden van opgaan-blinken en verzinken. De meekrapteelt als basis van verfgrondstof kon de opmars der che mische wetenschap niet bijbenen. Nog eer de vorige eeuw afsloot was ook de meekrapteelt aan haar eind. Ons blijft nog slechts de herinnering aan deze teelt- of liever aan de plaats waar de wortel bereid werd: de meestoven. In elke plaats op ons eiland is nog wel een gebouw, weg of straat, waar de naam „stoof" aan verbonden is. Zo heeft ook Stavenisse z'n „Stoofdiek". Als onderdeel van de plaatselijke historie, willen we u op een wandeling, zowel over deze dijk als in haar geschiedenis voorgaan. OUDSTE BRONNEN Het is dit jaar juist 371 jaren geleden, dat de Stoofdijk gelegd werd. Om u enigszins een beeld te doen vormen, zullen we in 't kort de wor dingsgeschiedenis van Stavenisse verhalen. Eer de tegenwoordige ge meente Stavenisse gevormd was, is er een ander, een ouder Stavenisse geweest. Dag en jaar van stichting weten we niet precies. Het eerste offi ciële gegeven, waarin Stavenisse genoemd wordt, dateert uit 1206. In dat jaar kwam er een eind aan de strijd om Hollands gravenkroon. Holland was een mannelijk leen, dat wilzeggen, dat de erfopvolging al leen in de mannelijke lijn mocht doorgaan. Wat was nu het geval? Na de dood van Graaf Dirk VII, werd zijn broer Willem door de Zeeuwen tot' graaf gehuldigd. Andere gewesten echter kozen Ada, dochter van Dirk VII, die gehuwd was met de mach tige graaf van Loon. Een lange bittere strijd ontbrandde, vernieling, moord en plundering, zowel door de ene als door de andere partij, was het gevolg. Strijdens- en vernielensmoe, sloten beide partijen op 14 oktober 1206 een verdrag, waarbij aan de graaf van Loon o.a. de vier Zeeuwse eilanden „Scherpenisse, Duvelant, Stavenisse en Dreischor' werden toegekend. De huidige „Graaf van Loonstraat" herinnert alles aan de eerst bekende bezitter, zowel als aan het oudst bekende gegeven over Stavenisse. OVER EEN VER VERLEDEN Dit Stavenisse was een eiland, dat voor een deel op de plaats van de tegenwoordige Scheldse- en Nieuwe Polder, zowel als op de slikken van de Dortsman lag. Ten noorden van dit eiland stroomde een brede geul „De Caemer", die zich zuidwaarts als de „Hals" en oostwaarts als de „Breede Vliet" voortzette. Aan de overzijde van de Caemer vormde zich een groot schorrenge- bied, waarop in 1419 de Oud-Kempens hofstedepolder bedijkt werd, enige jaren later gevolgd door Moggershil en in 1475 door de Anna Vosdijk- polder. Deze drie polders vormden samen ook weer een eiland, met als centrum het kerkdorp Moggershil. Over het oude eiland Stavenisse is ons zo goed als niets bekend. Een vaag bericht vertelt dat er vier dorpen en een kasteel, waarvan Stavenisse de hoofdparochie was, op voorkwamen. Van Oud Kempen is er een oude kaart, waarop de Buurtweg „de Lange Veerwecht" genoemd wordt en in de uiterste westpunt waar later de Stoofdijk haar aansluiting kreeg, zien we een molen met rondom de plattegrond van gebouwen. OP DOMIANUSDAG Stond er ook een veerhuis? We weten het niet. In ieder geval was op deze plek het veer tussen Stavenisse en Oud-Kempen gevestigd. Verbin dingen te water waren er in die tijden in overvloed in het Thoolse eilan denrijk. Door de gewijzigde omstandigheden krompen ze weer snel in. De zestiende eeuw was een tijdperk van vele bedijkingen en grote overstro mingen in ons gebied. Ook het veer Stavenisse - Oud Kempen hield het geen eeuw vol. Op Cosinus^ en Domianusdag - 26 september - 1509 woedde een zware Noordwesterstorm. Het water steeg ongekend hoog, waardoor „veertich parochieën op die palen van Zeelandt" onder de golven verdwenen. Daar onder was ook het eiland Stavenisse. En het scheen voorgoed te zijn verdwenen. Jaar na jaar lag het als open slik en schor. Ondanks de verschillende pogingen zag men geen kans om het land te heidijken. Hoe langer het duurde, hoe moeilijker het werd. De oorlog met Spanje, brandschatting en zware heffingen werkten ie dere poging tegen. Tenslotte voltooide de stormvloed van 1570 de verwoesting. De 80 jarige oorlog zou bijna op de helft zijn, eer men aan herbedijking toe kwam. Een plaatje van rond de eeuwwisseling. Mannen met hoge petten en vrouwen met veldhoeden op. keren uiteraard lopend) van de akkers huiswaarts. breuk in arrest gesteld en mocht niet meer aan biljartwedstrijden deelnemen. VERORDENINGEN DE maatregelen tegen de Joden volgden elkaar in snel tempo op. Joden meesten hun radio's inleveren, de toegang tot de bioscoop werd hen ontzegd, zij mochten niet meer op de beurs verschijnen, in zwembaden, ja zelfs op de kermissen werden zij tot persona non grata verklaard Het bleef overigens niet bij dit soort geraf fineerde plagerijen. Op 9 juli 1941 werden alle bioscopen verplicht om de film „De eeuwige Jood" te draaien. In dit gluiperige Duitse tendensprodukt werden alle Joden ver dacht gemaakt. Het jaar 1942 greep terug naar de Middeleeuwen, toen in sommige sta ten de Joden verplicht waren een kenteken te dragen. Dit geschiedde nu ook in bezet Nederland, waar alle Joden krachtens een verordening van 29 april 1942 de z.g. Da vidster moesten dragen. Dat de nazi's tot elke bestialiteit in staat waren, bleek in Apeldoorn. In de inrich ting „Het Apeldoornse Bosch" waren 1200 Joodse geesteszieken opgenomen. De Duit sers wildèn de gebouwen ontruimen. De zieken werden alle als beesten in veewagens gestouwd en voorzover zij tijdens de reis nog niet waren doodgedrukt of doodgetrapt, werden zij in Duitsland afgemaakt. WESTERBORK Inmiddels waren er in geheel Nederland reeds razzia's gehouden. Duizenden Joden, mannen vrouwen zowel als kinderen, werden naar diverse kampen gebracht waarvan Wse- terbork en Vught de beruchtste waren. Alleen al in het kamp Westerbork werden in de lcop der maanden tienduizenden Joden geïnterneerd. Op hen allen rustte de drei ging van het onontkoombare het transport naar een der Duitse concentratiekampen. Toch vierde hier de Joodse gein nog hoogtij. Het destijds zeer bekende duo John ny en Jones gaf er voorstellingen en ook de bekende radioreporter Han Hollander trad er verschillende avonden op. Maar op de duur kon toch niemand de ogen meer sluiten voor de ellende. Westerbork kende ook zijn aanvoeren uit de gevangenissen, uit Vught of Amersfoort. Niet zelden kwamen de meegevoerden in deplorabele toestand aan. Als we vermelden dat het ophalen van de Joden in talloze ge vallen met mishandeling gepaard ging en dat vaak vrouwen dezelfde dag van haar bevalling op open overvalwagens in zit tende houding werden vervoerd, dan begrijpt men iets van de onmiddellijk ondergane el lende, die zich bij hun gevangenschap voegde En bij dit alles had iedereen de zekerheid dat dit het begin van het einde was. In Westerbork hebben zich afschuwelijke dra ma's afgespeeld. Vele kampbewoners tracht ten bij hun beulen in de gunst te komen om daardoor hun deportatie naar het concen tratiekamp weer een paar weken of maan den te kunnen uitstellen. Er werd druk ge manipuleerd met lijsten. Maar als er één op de lijst werd geschrapt, dan moest er weer een ander op. Joden gingen Joden uitleveren, de angst voor de dood doofde alle mense lijke gevoelens bij degenen, die de dood niet konden aanvaarden. GRUWELEN Maar eens brak voor iedereen de lugubere nacht aan, dat zijn naam zou worden afge roepen. Tussen juli 1942 en begin septem ber 1944 werden er alleen uit Westerbork reeds bijna 92.000 personen gedeporteerd. Veelal werden zij naar de gaskamers van Auschwitz gebracht. Een minderheid ging naar Theresiënstadt (Tsjecho-Slowakije) of naar Bergen-Belsen. Joden, die deze kampen overleefd hebben, zijn zeldzaam. De gruwelen, die in deze kampen werden bedreven, gaan eigenlijk bo ven elk menselijk bevattingsvermogen uit. Zo moesten in Auschwitz de vrouwelijke kampbewoners zelf de gaskranen openen en hadden de manlijke kampbewoners de taak hun eigen lotgenoten in de oven van het cre matorium te werpen. Dat is nog eens Duitse efficiency! Voor de s.s.-ers was dit een kos telijk schouwspel. De vrouwen werden af geranseld als zij de kranen te snel open draaiden, zodat de toekijkende sadisten hun slachtoffers te vlug zagen succumberen. Het moest langzaam, langzaam gaan Zo losten de nazi's het z.g. Jodenvraagstuk op. Maar laten we nooit vergeten dat bo venstaande gruwelen niet werden bedreven in de Middeleeuwen, maar in het midden van onze eeuw door een generatie, die nog lang niet is uitgestorven. Midden in het zich zo graag op zijn Kultur beroemende Duitsland hebben deze moordpartijen plaats gevonden. Midden in het zelfde Duitsland, waar nu al weer een nazi-partij is opge richt en dat na 1945 een president en een bondskanselier heeft opgeleverd, die in de jaren 1940-1945 luidkeels „Heil Hitier" heb ben geroepen. door MAARTJE ZELDENRIJK 59 Ze draaide zich om en greep een pan melk. „Laten we eerst maar koffie drinken," besloot ze. ,,Op de een of andere manier heeft jouw vraag me overrompeld. Geen ogenblik is het in me opgekomen, dat jij me te eniger tijd eens zou vragen. Ten huwelijk, bedoel ik." Jaap Witvliet liep met zijn handen in de zakken heen en weer door het ruime vertrek. „Lena, we hebben alle bei een portie leed gekregen in het leven. Jij erger dan ik. We zijn er allebei zo n beetje overheen. Het leven gaat nu eenmaal door. Jij hebt een zoon, ik twee dochters. Daar komt bij, dat de maatschappelijke verhouding tussen ons op dit ogenblik niet zo ver meer uit elkaar ligt als enkele jaren geleden, toen ik enkel monteur was. M'n zaak loopt uitstekend. Ik kan je comfort bieden. Ik dacht zo, dat dit ook een punt van overweging was" „O Jaap, doe alsjeblieft niet zo zakelijk. Alsof dat voor mij enig gewicht in de schaal zou leggen." „Nu ja, je moeder was er indertijd toch fel tegen." „Jaap Wiltvliet, ik ben momenteel twee en dertig en meerderjarig. Als ik wil hertrouwen behoef ik niemand toestemming te vragen." „Allemaal goed en wel," hield hij koppig aan, „maar ik geniet een zekere welstand en mijn vrouw deelt daarin mee. Dat bedoel ik." „Ja, ja, ik begrijp je heel goed, jochie. Ik ken je langer dan vandaag. Je was jaren geleden al eerzuchtig. Waar schijnlijk ben je het nog. Je hebt het al een aardig eindje geschopt in het leven. Maar mijn beslissing hangt niet van je maatschappelijke standing af, goede vriend. Daar is wat anders voor nodig om ja te zeggen." Hij haalde zijn schouders op. „Ik weet ik merk aan bepaalde kleinigheden, dat je me niet onsympathiek vind en „O, houd asljeblift op, Jaap. Sympathie wat betekent au fond sympathie? Manke Toon, de bakker, die hier al jaren brood brengt, vind ik ook een sympathieke jongen, maar dat houdt nog niet in, dat ik met hem zou willen trouwen?" De vrouw kwam met de koffie naar de tafel, waar ze de koppen plaatste. Terwijl ze bij hem bleef staan en hem even over zijn haar streek, vervolgde ze op zachtere toon: „Ik heb indertijd veel van je gehouden, vriend. Mij dunkt, dat zal je wel duidelijk geweest zijn. Het verbod van mijn moeder maakte me soms wanho pig. Natuurlijk was mijn voorstel, die zondagmiddag niet de juiste oplossing. Maar er sprak mijn wanhopige zoeken naar een uitweg uit. En waarom deed ik dat? Noem het voor mijn part egoisme, maar ik wilde mijn liefde niet verliezen. Ik wilde jou niet kwijt. Dat ik driftig werd en je op een onheuse manier uit de auto kiepte, doet aan het feit op zichzelf niets af. Een minuut later had ik al spijt, maar het was m'n boerenkoppig- heid, die me weerhield terug te rijden. Ik heb de wagen aan de kant gezet en een deuntje gehuild. Maar thuis liet ik niets merken. Dat verbood m'n trots. En later toen Bart en ik getrouwd waren en samen in je winkel kwamen, zag ik je vrouw. En jou natuurlijk. Ik heb veel van Bert gehouden. Ons korte huwelijk was zoals het zijn moest, we vulden elkaar volkomen aan. Toch voelde ik enkele ogenblikken jaloezie. Waarom? Misschien om dat je ook getrouwd was. Misschien, omdat je die eer ste keer zo ijskoud bleef. Ik weet het niet. Doch later niet meer. Natuurlijk mocht ik je wel. Je bent een oude vriend van me, m'n eerste vlam, als je het zo wilt noe men. Maar ik had Bert en was tevreden en gelukkig. Dat met jou was voorbij." Hij knikte begrijpend. „Maar nu is het weer anders. Je bent alleen. En nog te jong om de rest van je leven alleen te blijven. Dat geldt ook voor mij. Wij hebben vroeger van elkaar gehouden. Er kwam wat tussen, zodat we ieder onze eigen weg gingen. We hebben beiden zo het een en ander mee moeten maken. Nu staan we weer tegenover elkaar. Niet meer zo wild en vurig als de eerste keer. We zijn ouder. Het was een lange omweg, die we allebei moesten gaan, Nu moeten we elkander opnieuw. Is het gek, dat de oude liefde, die ik voor je voelde, weer opbloeit?" Lena keek naar haar koffie. „Bij jou, ja .ik zie het in je ogen „En jij dan? Zou je het niet met me aandurven? De vrouw keek hem aan, schouderophalend. „Ik weet het niet, Jaap, ik weet het werkelijk niet. De laabste tijd och, je mag het best weten dacht ik aan hertrouwen. Net zoals je al zei: Ik voel me nog te jong om de rest van m'n leven alleen te blijven. Er was... er was iemand. Hij kwam enkele keren en ik mocht hem wel. Wat ouder dan ik representatief en vlot en gezellig. Hij had goede eigenschappen. Zo af en toe wipte hij aan. Net zoals jij nu doet. Ik dacht: eens zal hij me vragen met hem te trouwen en waarschijnlijk zeg ik dan ja" Ze zuchtte. „Het is er niet van gekomen. Hij bleef opeens weg." (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1970 | | pagina 5