Historie van de
gemeente Stavenisse
de omweg
OMEGA
DYNAMIC
Krachtpatsers
ea het bestuur
De Wagenmaker (iv>
EENDRACHTBODE
door wim heijboer
UW OMEGA DEALER
door D. Roozemond
Gas-weekend-
service
Fa. P. JANSEN
12 maart 1970
5
„Een beslissing waarvan de zoge
naamde voorstanders niet één punt
kunnen noemen, waardoor we er
beter van zullen worden", Een uit
spraak van CHU-wethouder M. J.
Geuze tijdens de eerste raadsverga
dering dit jaar te Poortvliet,
Hij is niet de enige van de tegen
standers van de Thoolse herindeling
die dat zegt. Burgemeester W. Baas
uit St Annaland is in principe voor
stander van samenvoeging als dat
voordelen met zich meebrengt. Die
voordelen ziet hij echter voor onze
streek niet.
Herindeling is een moeilijke zaak. De hele
bestuurlijke organisatie is een probleem,
waarover de regering nog geen duidelijke
beleidslijn bepaald heeft. De samenvoeging
van gemeenten is al sterk „in" geraakt, voor
al in Zeeland. Ook de provinciegrenzen
staan evenwel ter discussie. Men praat over
gewesten, agglomeraties en wijkraden. Minis
ter Beernink heeft in zijn ambtsperiode al
heel wat gemeenten „om zeep'' geholpen,
omdat hij gesteld heeft dat plaatsen bene
den een bepaald aantal inwoners heringe
deeld moeten worden.
Deze algemene stelling wordt nu zonder
meer toegepast, terwijl voor elk geval een
gedegen studie schijnt te ontbreken. De ge
meenten op Schouwen-Duiveland zijn sa
mengevoegd, maar naar nu blijkt, niet dras
tisch genoeg.
Van fouten leert men en ook de minister
zal er wat de herindeling van het eiland
Tholen betreft, misschien z'n voordeel mee
kunnen doen.
DE KERN
Het is bijzonder moeilijk een herindeling
te „verkopen". Blijkens de verschillende uit
latingen in de Thoolse gemeenteraden zijn
de argumenten van Gedeputeerde Staten
van Zeeland en van minister Beernink voor
de samenvoeging niet zo duidelijk geweest.
„Bestuurskracht" en „grotere financiële arm
slag" zijn begrippen die om een duidelijke
toelichting vragen. Daarom zou een veel
vuldig, direct overlea met de betrokkenen
in het beginstadium al heel wat moeilijkhe
den hebben kunnen voorkomen.
Bestuurskracht is de kern van de herin
delingszaak. Vorige keer zagen we, dat de
directe financiële armslag bij een gemeente
van 16.000 inwoners niet groter wordt dan
nu bij de zeven Thoolse gemeenten het ge
val is (Als de huidige indeling in gemeen
teklassen tenminste gehandhaafd wordt).
Dan blijft de bestuurskracht over.
BESTUURSKRACHT
Iedereen kan constateren dat allerlei zaken
in deze wereld veel ingewikkelder gewor
den zijn in vergelijkinq met vroeger. Dat
geldt ook voor (gemeentelijke) bestuursaan
gelegenheden. De toenemende industrialisatie
verstedelijking en recreatiebehoeften vergen
een krachtige en deskundige aanpak.
Het dichtbevolkte Nederland moet met
verstand de beperkte ruimte gaan indelen,
wil men in de toekomst niet in een onleef
bare situatie komen.
Ruimtelijke ordeninq is daarom van groot
belang. Deze misschien wat groot aandoen
de begrippen spelen ook voor onze streek
een rol. Nu en nog véél meer in de toe
komst. Volgens de Tweede Nota Ruimte
lijke Ordening is het eiland Tholen bestemd
voor woongebied, met verder recreatie
mogelijkheden. De streek heeft dus een func
tie in een groter verband.
Die zaken vergen een krachtige en des
kundige aanpak van een gemeenteraad met
visie. Het is onmogelijk dat zeven gemeen
teraden, elk op hun eigen houtje handelend,
het totaal belang van de streek kunnen die
nen. Een voorbeeld van het schaden van het
streekbelang is de gemiste kans voor een
Thoolse Inbreng in het streekplan Oost-
Zeeland, waaraan het provinciaal bestuur
bezig is Tholen's burgemeester J. E. van
Boeijen betreurde het tijdens een raadsver
gadering in hoge mate, dat de zeven Thoolse
gemeenten geen gezamenlijk structuurplan
wilden laten maken.
VISIE
Bestaan de huidige gemeenteraden dan
uit een stelletje nietsnutters? Onzin! Er is
veel gebeurd in de streek. Verschillende ge
meenten liggen er goed bij en hebben aar
dige voorzieningen. Sint Maartensdijk en
Tholen hebben zelfs aantrekkelijke indus
trieën, hoewel in de laatste gemeente het in
dustrieterrein te klein is om de bedrijven
flink de ruimte te geven.
Sint Annaland heeft een jachthaven, maar
twee middenstandsbedrijven vertrokken: één
naar Yerseke en één naar Oud-Vossemeer.
Stavenisse, Scherpenisse en Poortvliet heb
ben campings, in het „wild" ontstaan, en
zonder goede toegangswegen en parkeerter
reinen. Er zijn veel nieuwe huizen gebouwd
en straten aangelegd. De planning is over
al niet even juist geweest, als men nu ziet
dat mensen in pas gebouwde huizen op de
schuurtjes van anderen uitkijken, dat er in
pas aangelegde straten verdraaid moeilijke
bochten zitten en dat parkeerstroken ont
breken, Het autobezit neemt sterk toe, ook
in onze streek. De straten zijn te smal als
er een hele rij voertuigen geparkeerd staat,
terwijl er dan bijvoorbeeld nog een vracht
auto langs moet.
In nieuwe straten moeten er dan ook be
slist parkeerstroken geprojecteerd worden.
Deskundigheid en visie is ook voor onze ge
meenten onmisbaar.
GESCHIKT?
Zonder iemand ook maar te willen bele
digen, is de eerlijke constatering, dat er in
de huidige gemeente raadsleden zitten die
visie en deskundigheid missen, volgens mij
reëel. Men kan het hun als mensen niet
verwijten, omdat de mogelijkheden voor
scholinq en ontwikkeling vroeger gewoon
veel kleiner waren dan nu.
Deze mensen hebben echter zitting in de
gemeenteraad. Zij stonden bovenaan de lijst
van een partij, waarop een deel van de be
volking stemde.
Nu zijn ze raadsleden en helpen ze mee
de gemeente te besturen. Waarom wilden
Ze eigenlijk in de raad? Om hun politieke
idealen te verwezenlijken, om de gemeente
te dienen, om invloed en aanzien te ver
krijgen? Het zijn enkele mogelijkheden. Heb
ben zij echter ook voldoende zelfkritiek op
gebracht, om zich af te vragen of zij ge
schikt waren voor raadslid? Waren zij des
kundig genoeg?
Het zijn niet alleen de raadsleden met
gebrek aan visie en deskundigheid die de
voorgenomen herindeling het hardst bestrij
den. Het lijkt me in dit verband goed enkele
regels aan te halen uit een artikel in de
Zierikzeesche Nieuwsbode van maandag
Gaarne adviseren wij U bij de
aanschaf van Uw Omega horloge.
Blijs
JUWELIERS SSÈFÜ HORI.OGERS
GROTE MARKT 5 - BERGEN OP ZOOM
Adv. ingez. med.
Thans verlaten we de 19e eeuw, om in de 18e eeuw de wagenmakers
te Stavenisse na te speuren. We komen als het ivare in een geheel andere
tijd, waaraan de Franse revolutie definitief een eind maakte.
BARTEL PIETERSE BAKKER 1752-1810.
Op 20 juli 1810 verkocht Bartel Pieterse Bakker (dat Pieterse betekent:
Pieterszoon), zijn wagenmakerij aan Christiaan Gelok.
Bijna 58 jaar heeft deze wagenmaker zijn beroep op Stavenisse uitge
oefend, in een veelbewogen tijdvak. De partijschappen van patriotten en
prinsgezinden doen zich zelfs op de eenvoudige dorpen gelden. De be
volking van de dorpen op het eiland Tholen is over het algemeen fel
oranje gezind, hetgeen o.a. in Tholen tot bloedige botsingen heeft geleid.
Ondanks dit alles, keert de rust daarna niet terug. De prinsgezinden zien
met angst om het hart de ontwikkelingen in Frankrijk, terwijl de patriotten
zulks met blijdschap en hoop vervult.
In een notitie van 2 maart 1793 klinkt bezorgdheid door, wanneer
baljuw en schepenen van: „vermits de omstandigheden des tijds waer in
wij ons tans bevinde" en daaruit de conclusie trekken, om de „Registers
en Documenten tot Secretary van Stavenisse" op een veilige plaats op
te bergen.
In zo'n tijd leefde de wagenmaker. Tenslotte komen de Fransen, met alle
onprettige gevolgen van dien. Het begint 8 February 1795 al met het
leveren van vee aan de Fransen te Bergen op Zoom. Vervolgens hooi,
stro, enz. Dan volgen weldra bezettingsmaatregelen, die de ouderen on
der ons in de periode 1940-45 ook meemaakten. Registratie van de voor
raden graan, lijsten van stemgerechtigden, belastingen enz. Op 25 sep
tember 1795 worden alle wapens die de burgers bezitten, genoteerd. De
wagenmaker Bartel Pieterse Bakker bezat 1 snaphaan (ouderwets ge
weer) en 1 degen. Dit even ter illustratie.
GILLIS VAN BEVEREN 1736-1752.
In de schepenakte van 7 november 1752 staat, dat de secretaris Cor-
nelis van der Lek in opdracht van Gillis van Beveren aan Bartel Pieterse
Bakker de wagenmakerswinkel en gereetschappen, mitsgaders de huysinge
en schuire staande en gelegen op het zuyteijnde van dezen dorpe ver
kocht. De belendingen waren: zuyt de kerke, west de Voorstrate. noort
Izaak Magihasse (Klippel), oost Adriaan Moerland's schuire.
In plaats van de kerk aan de zuidzijde als belending staat in andere
akten ook wel: „het kerkhoff" vermeld.
Gillis van Beveren was gehuwd met Maatje Roozemond. Door dit huwe
lijk is de voornaam „Danker" in de familie van Beveren gekomen. Er
bestaat trouwens te Stavenisse verband tussen de in andere families voor
komende naam Danker en de familie Roozemond.
Uit het huwelijk van Gillis van Beveren en Maatje Roozemond zijn de
van Beveren's voortgekomen die thans nog te Stavenisse wonen.
PIETER GILLISSE VAN BEVEREN 1693-1736.
De vader van de zojuist genoemde Gillis van Beveren, was Pieter Gillisse
van Beveren, gehuwd met Jannetje Bestraan. Op 9 februari 1736 dragen
ze het bedrijf aan hun zoon over, die als tegenprestatie op zich nam, zijtt
ouders te verzorgen en onderdak te verlenen.
Pieter Gillisse van Beveren is 43 jaar lang wagenmaker te Stavenisse
geweest. In de oude stukken, wordt de naam van Beveren nogal eens
weggelaten en wordt hij enkel Pieter Gillisse genoemd.
In de vergadering van 11 november 1715 van baljuw en schepenen, wor
den Pieter van Beveren, Marinis Keerseboom en Cornelia Vos ontboden.
Ze leggen daar een verklaring af, waaruit blijkt, dat ze te Zierikzee zijn
gedagvaard op vrijdag 8 november 1715 op 's Gravenstein, wegens: „het
bijwoonen van 't bewuste Conventicul". (Een godsdienstige samenkomst
in kleine kring). Wat was er precies aan de hand? Pieter van Beveren
en nog een aantal mensen hadden een samenkomst bijgewoond van de
zogenaamde dominé Dina. Dit blijkt o.a. ook uit de verklaring van de
schepenen op 22 juli 1715, waarin sprake is van: „ds. dina van Zee".
Om een en ander wat beter te begrijpen, zullen we een klein uitstapje
moeten maken.
DS. PONTIAAN VAN HATTEM.
Wie was ds. Dina, zult U zich waarschijnlijk afvragen? Is het vroeger
dan wel eens ooit voorgekomen, dat een vrouw predikant was? Op al
deze vragen hoop ik een antwoord te geven.
Nadat door de vloed van 1530 het buur-eiland St. Philipsland inundeerde
waarbij ook een twintigtal mensen en veel vee omkwamen, werden de
pogingen tot herstel met de vloed van 2 november 1532 totaal de bodem
ingeslagen.
Was Stavenisse eens 90 jaren lang een prooi der golven (1509-1599) St.
Philipsland bleef van 1532-1645, dus 113 jaar „drijvende". Doch in
1645 werd het land weer aan de wateren ontrukt.
In 1666 kwam de eerste predikant. De tweede predikant was ds. Pontiaan
van Hattem, die in 1672 kwam.
Al spoedig openbaarden zich afwijkingen in de leer. Ds. van Hattem, die
te Leiden gestudeerd had, had bijzonder veel sympathie voor de filosofie
van Spinoza, een Joods geleerde, die hij gedeeltelijk volgde in zijn leer
stellingen. Tevens kwam een sterk mystieke inslag naar voren.
De gevolgen bleven niet uit. Na veel en lang vergaderen van de classis
Tholen, volgde in 1683 zijn afzetting. Hij vertrok daarop naar Bergen
op Zoom waar hij in 1706 overleed. Met zijn afzetting en overlijden, was
echter zijn leer nog niet verdwenen. Daarover hopen we in een volgend
artikel iets meer te vertellen.
Hier nog een afbeelding van een echt Wagenmakers product.
Je rolslee.
16 februari 1970. „Gemeentegrenswijzigingen
zijn in Nederland de laatste jaren bijna aan
de orde van de dag. Vaak is dit een doorn
in het oog dergenen die binnen de oude
machtsstructuur een zekere machtspositie,
invloed, gezag of erefunctie bekleedden die
zij niet gaarne prijsgeven. Voorts bestaat er
altijd een groep personen, die uit een soorte
ment lokaal patriottisme de bestaansgrenzen
kost wat kost wil handhaven.
Maar nochtans zien we in ons land een
steeds duidelijker ontwikkelinq naar grotere
bestuurseenheden met name naar regionale
en ontwikkelingsgebieden met de stad als
bezielend middelpunt".
PERSOONLIJKE KANT
Grotere bestuurseenheden dus, met een
krachtige, deskundige gemeenteraad. Een
raad, niet bestaande uit krachtpatsers, maar
uit mensen met een goede ontwikkeling en
een duidelijke visie op de toekomstige pro
blemen voor de streek.
BERGEN OP ZOOM
TEL. 01640 - 53 47 OF 41 68
Ik dacht dat dit begrip bestuurskracht het
voornaamste motief voor de herindeling kan
zijn. Gedeputeerde Staten en de minister
hadden dit gewoon eerlijk en duidelijk kun
nen zeggen. Men hoeft geen blindemannetje
te spelen. Als gemeenteraden niet meer ge
schikt zijn voor hun belangrijke taak, kan
dat normaal gezegd worden. Het is tenslotte
een openbare functie waarvan de belangen
te groot zijn om de zaak maar te laten
sloffen.
Natuurlijk, er zit een (tere) persoonlijke
kant aan de herindeling. Dat kan nu een
maal niet anders. Onbetwistbaar moet er aan
deze (schaduw) zijde van de herindeling
zeer veel aandacht besteed worden. In het
bijzonder geldt dat voor gemeenteambtenaren
en burgemeesters. Hun rechtspositie moet
duidelijk gewaarborgd zijn.
ER ZIJN ER
Zeer zeker zijn er in de huidige zeven
gemeenteraden mensen die geschikt zijn vóór
het raadslidmaatschap van de nieuwe ge
meente Tholen. Elke politieke partij kan dan
immers zijn beste mensen naar voren schui
ven.
Ontwikkelde mensen, die er met krachtige
steun van hun achterban en het partijappa
raat het beste van kunnen maken.
Ik erken volmondig dat er aan dit en het
vorige artikel verschillende dingen zullen
ontbreken. Zolanq er op regeringsniveau nog
geen duidelijkheid bestaat op het gebied van
de bestuurlijke organisatie, zal ik die zeker
niet kunnen geven. Toch hoop ik, dat deze
artikelenreeks een kleine bijdrage voor ,het
best voor ons gewest" kunnen zijn. Daarom
probeer ik in volgende artikels de verdere
mogelijkheden van de herindeling en de
politieke aspecten (in het bijzonder de
positie van de KVP) te bekijken.
BETER
INTENSIEF
GELEZEN
DAN
VLUCHTIG
INGEKEKEN.
door
MAARTJE ZELDENRIJK
56
„De laatste tijd pas heb ik 'm af en toe wel eens aan.
Je begrijpt die eerste maanden stond mijn hoofd er
niet naar. Maar ik kan het geluid niet goed krijgen.
Misschien heb ik er geen verstand van...of doe ik iets
verkeerd...Bert wist het precies."
,Als je geen bezwaar hebt, kom ik morgen zelf even
kijken."
„Bezwaar? Wat voor bezwaar zou ik hebben tegen
jouw komst?"
„O, ik weet niet...jij bent weduwe en wij...we zijn
eigenlijk oude kennissen, niet?"
.Zoveel te beter, zou ik zeggen. Je komt maar hoor.
We zijn geen twintig meer. Om half elf drinken we
koffie.'
„Dan ben ik er wel om een uur of tien," antwoordde
hij lachend.
„Laat je vrouw het maar niet horen!" riep ze vro
lijk uit.
Een poosje was het stil. En toen hij antwoordde,
klonk zijn stem plotseling heel anders. „Die heb ik niet
meer, Lena. We zijn twee jaar geleden gescheiden."
Om tien uur was Jaap Witvliet op de boerderij. Vijf
over tienen had hij het televisietoestel weer in orde.
„Een draadje los," zei hij. „Kijk zelf maar Er is wel geen
uitzending op dit uur, maar je hebt weer beeld en regel
matig geluid. Vanavond is hij weer zoals hij zijn moet."
„Bedankt, De kosten? Ik betaal liever meteen."
Hij lachte. „Service van de zaak, Lena. Stel je voor,
dat ik zo'n kleinigheidje in rekening bracht
Wat later, bij de koffie, vertelde hij van zijn mis
lukte huwelijk. „Het is misschien mijn eigen schuld ook
wel een beetje; ik heb Dientje indertijd een beetje over
rompeld. Hoewel aanvankelijk hielden we veel van
1 elkaar. Geen wolkje aan de lucht. Alleen ze was
I altijd erg jaloers. Als ik een gekheidje maakte met een
vrouw, om 't even wie het was, een klant, een kennis,
I de winkeljuffrouw, dan kon ze daar dagenlang over
mokken, of scenes maken. Maar dat was het niet. Op
I de duur zou ik er rekening mee gehouden hebben. Hele-
1 maal krijg je dat toch niet weg, doch met een beetje
geven zou dat draaglijk zijn, nietwaar? De kwestie is
er kwam een ander."
„Een ander?"
1 „Een vertegenwoordiger. Eigenlijk nu ja, toen
was-ie dat. Nu heeft hij zelf een fabriek. Je begrijpt
wel: iemand met centen, een slee van een wagen, een
mooi voorkomen, kortom: een man van de wereld. In
de regel sta ik zelf vertegenwoordigers te woord, en
omdat ik ook een jongen van gewone komaf ben, die
weet wat knecht-zijn is, zeg ik wel eens: Kom mee naar
boven, daar praten we rustiger en drinken we gelijk een
kopje koffie, of thee. Dat deed ik met hem ook. Dientje j
zat er bij. Ze vond hem interessant. 'Och, je staat bij
zo'n uitlating niet stil, he? Later gebeurde het een paar
keer, dat ik er niet was en stond Dientje hem te woord.
Nu misschien begrijp je, wat het slotresultaat was?
Op een gegeven ogenblik was ze verdwenen. Er van-
door met die Prinkema. Zo ongeveer alles, wat van
haar was, had ze meegenomen. En van de kinderen. Die
had ze natuurlijk ook niet achtergelaten
„Kinderen?" herhaalde ze ontzet.
De man knikte. „We hadden een tweeling: twee meis
jes. Enfin, laat ik alle details maar verzwijgen. Ik zette
een advokaat aan het werk en de Raad van Kinderbe
scherming. Bij de echtscheiding zijn mij de kinderen toe
gewezen."
„Hoe oud zijn ze?"
„Drie jaar. Schatten." Hij haalde zijn portefeuille voor
de dag en haalde er een paar foto's uit. Lena zag twee
lachende kinderen, één op een schommel, één er naast.
En nog een foto, waarop ze wandelden met een vrouw.
„Dat is m'n schoonzuster, Ans. Ze woont in de Pur-
mer. M'n meiskes zijn bij haar. De weekeinden ben
ik doorgaans ook daar.,, Hij lachte wrang. „Je ziet,
Lena, mij is het leed ook niet bespaard gebleven. Jij
zult het kunnen begrijpen. Je moest zelf door een af
grond heen."
Lena zat op de foto's te staren. „Hoe kan een moeder
dat doen," prevelde ze.
„Ze was goed voor de kinderen, hoor. Ik kan niet
anders zeggen. Geloof me, ik heb er voor moeten vech»
ten."
„Om ze terug te krijgen, bedoel je?"
„Ja. Nu ja, het is allemaal voorbij. Misschien ben ik
een beetje verbitterd. Alleen als ik bij m'n schatten ben,
dan vergeet ik dat alles. Ans is als een moeder voor ze.
Hoewel ze zelf ook een baby heeft".
„Hoor je nog wel eens wat van haar? Ik bedoel: van
Dientje?"
De man haalde zijn schouders op. „Ik weet enkel, dat
ze verleden jaar met hem getrouwd is. Hij heeft ergens
in Friesland zijn fabriek. Daar wonen ze. Het interes
seert me niet meer. Ik beschouw het als een afgesloten
periode in mijn leven".
Ze dacht: Misschien zocht hij uit balorigheid, omdat
het tussen ons uit was, omgang met die Dientje. Dan
ben ik er indirect ook schuldig aan. Wat kan het soms
ellendig lopen in het leven.
„Wat doe je nu zondag?" vroeg ze.
(wordt vervolgd)