Plaatselijk Nieuws
Historie van de
gemeente Stavenisse
«a/u
I
de omweg
De Wagenmaker (i>
m
'S'"' WÊê SHL
Historie-serie
EENDRACHTBODE
5
SINT-ANNALAND
door D. Roozemond
ïi
MAARTJE ZELDENRIJK
53
19 februari 1970
Vorige week werd de tiende en voorlopig laatste historische beschou
wing van de gemeente Poortvliet door ir M. A. Geuze gebracht.
Het werd zelfs een volle pagina met de geschiedenis van de twee
Poortvlietse molens. Mede door afbeeldingen en plattegrond. Het is
verheugend dat in deze serie ook Poortvliet een beurt kon krijgen, dank
zij de bemoeienissen van één van haar inwoners. Men moet niet gering
denken over historische beschrijvingen, noch minder over de voorberei
ding daartoe. Het verzamelen van juiste gegevens, het telkens weer
opduiken van nieuwe facetten, gevolgde aanvullingen door oudere be
woners of soms ook wel het rechtzetten van een toch nog ingeslopen
onjuistheid, het vergt alles heel wat tijd.
Wel mag er de voldoening zijn, dat het brede aandacht krijgt. Van
zelf in het bizonder bij de inwoners van de gemeente waar het om
gaat, maar daarnaast toch op veel breder vlak. Neem maar eens de
vorige aflevering van de heer Geuze, waarin de „Engelse bietenploeg
uit 1912" aan de orde kwam. De uitzending beperkte zich immers
niet tot inwoners van Poortvliet, maar ook in andere eilandgemeenten
was er destijds deelname en nog altijd weten de nu al bejaarde enge-
landvaarders hun zoals dat heet „kaoiengels" te spuien.
Bij de dan vorige week voorlopig laatste aflevering van ir Geuze
graag ook een dankbetuiging namens vele geïnteresseerde lezers aan
zijn adres. Daarbij de van hem prettige toezegging de historie over
enkele maanden te willen vervolgen.
oo
Nu de belofte door de beer Bevelander te Oud-Vossemeer om de
historie van de PTT op Tholen in enkele afleveringen te beschrijven,
nog niet is ingelost, kunnen we de historische rubriek toch vervolgen
met een zestal artikelen van de heer D .Roozemond te Gorinchem (oud-
Stavenisser. die al eerder in dit kader medewerking verleende) over de
wagenmaker te Stavenisse. Daaromheen dan ook wat dorpsgeschiede
nis geweven. Aangezien dit ambacht vrijwel is uitgestorven, zeker wat
plaatselijke vestigingen betreft, zal ook dit menig lezer kunnen boeien.
Vervolgens kwam er ook een serie binnen van de heer A. J. Smits
over de geschiedenis rond de Stavenisse Stoofdijk.
Opnieifw is er de gelegenheid de artikelen aantrekkelijker te maken
door het afdrukken van bijgevoegde oude foto's of prenten. Een wat
dure geschiedenis voor de krant vanwege het gewenste reproduktiema-
teriaal, maar in het historisch kader toch dermate attraktief, dat we
het er graag voor over hebben. Dal is te meer mogelijk vanwege de
altijd belangeloze medewerking van inzenders. Hopenlijk beleeft men
aan het lezen van de nieuwe series evenveel genoegen als de voorafgaan
de hebben opgeleverd.
OUDERAVOND
OPENBARE BASISSCHOOL
Het was voor het eerst en het kon goed,
dat de jaarlijkse ouderavond ditmaal in de
gemeenschapszaal van de nieuwe De Casem-
brootschool werd gehouden.
De voorzitter van de oudercommissie de
heer A. J. Soeters begroette in de volle zaal
inzonderheid burgemeester en mevrouw Baas,
evenals wethouder en mevrouw Scherpen-
nisse, enkele oud-commissieleden met dames
en die ouders, welke voornemens zijn voor
het eerst een kind naar de basisschool te
brengen. Met betrekking tot dit laatste was
de voorzitter optimistisch gestemd.
We mogen een stijging van zo n 8 a 10%
leerlingen verwachten, verklaarde hij en wees
er vervolgens op, hoe tijdens de laatste
schoolreis een filmpje werd gemaakt, dat
binnenkort op een avond in dezelfde zaal
enkele malen zal worden afgedraaid om alle
ouders en leerlingen gelegenheid te geven
daarvan kennis te nemen. Nadere aanvangs-
uren worden nog bekendgemaakt.
Voorts herinnerde de voorzitter aan het
40 jarig onderwijzersjubileum van het hoofd
der school, de heer C. J. C. Boot op 17
september 1,969.
Van die 40 onderwijsjaren had de heer Boot
er 33 op Sint Annaland doorgebracht.
De oudercommissie kreeg er pas op het
laatste moment „lucht'' van, maar organi
seerde toch neg een bijeenkomst in de school
waarbij een geschenkenbond en bloemstuk
(voor mevrouw Boot) van leerlingen, ou
dercommissie en ouders werd aangeboden.
De voorzitter betreurde dat er toen geen
officiële bijeenkomst werd georganiseerd door
het gemeentebestuur in overleg met de ouder
commissie.
Vervolgens kwam dhr. Soeters nog even
terug op de ingebruikneming van de nieuwe
school en de voortreffelijke accomodatie en
inventaris, die via het gemeentebestuur mo
gelijk werd.
Van de ingevoerde schoolmelkregeling
wordt reeds door 85% van de kinderen ge
bruik gemaakt en dat ma9 men een goede
start noemen.
Er waren afgelopen jaar geen personeels-
mutaties en er was bij de verhuizing een ple
zierige extra inspanning van de leerkrachten
De voorzitter wenste tenslotte allen een ge
zellige ouderavond toe.
Zeer uitvoerig waren notulen en jaar
verslag van de secretarispenningmeester M.
Ph. van der Weele, die elk bizonder evene
ment uit het schooljaar in herinnering bracht.
Daarvan domineerden schoolreis (die erg
duur gaat worden), sinterklaasfeest en in
gebruikneming nieuwe school.
Het financieel patroon wordt ook steeds
omvangrijker. Met een ontvangst en uitgaaf
van f 2989,25 was er een nadelig saldo van
f 208,98.
De schoolreisuitgaven alleen beliepen reeds
rond de f 1600,-. Met de reserve van vorig
jaren resteerde per 31 december een kas
van f 133,69.
In zijn schoolpraatje liet ook de heer Boot
de opening nieuwe school nog even de re
vue passeren en het grote verschil van oud
in nieuw.
Het gemeentebestuur heeft niet op geld
gezien, ook niet voor een volledig nieuwe
inventaris, zo lichtte het schoolhoofd nader
toe voor de ouders, die voorts dank bracht
voor wat gedaan is bij zijn 40 jarig onder
wijzersjubileum, ook door het gemeentebe
stuur.
Bij alle vernieuwingen komt het kind ech
ter toch naar school om te leren. Het kan
wel mooier worden gebracht, maar zonder te
leren rekenen, taal, lezen kan het toch niet.
Dhr. Boot weersprak iedere kritiek dat het
onderwijs in de streek achter zou lopen bij
dat van elders en was blij dat men hier in
goed teamverband kan werken.
Hij wees er op, hoe de schooltoets-stich
ting op de fles ging, waarvoor nu het Pe
dagogisch Centrum Zeeland in de plaats
kwam.
Naast advies door het hoofd der school
zal een vorderingen- en psychologische test
gehouden kunnen worden.
Aan de schoolmelk wordt door 92 van
de 108 leerlingen meegedaan, waarbij de
plaatselijke melkhandel werd ingeschakeld.
Weliswaar met iets duurdere leverantie dan
bij een rechtstreekse fabriekslevering, maar
daartegenover staat ook, dat de handelaar
breuk voor zijn rekening neemt. In de toe
komst zal het te betalen kwartje van nu wel
minder worden.
Hierna werden de aftredende leden van de
oudercommissie M. van der Weele en P. van
Schetsen herkozen.
Burgemeester Baas haakte nog even in
op de kritiek van voorzitter Soeters met be
trekking tot het jubileum van dhr. Boot. Hij
wees er op, dat dhr. Boot weliswaar 40
jaar bij het onderwijs was, maar daarvan
33 jaar in Sint Annaland werkzaam. Daar
om was er wel een bijeenkomst op het ge
meentehuis, maar niet in coördinatie met de
oudercommissie, aangezien het niet om een
„Sint Annalands" jubileum ging.
Behalve een omvangrijke verloting werd
in de pauze het werk der leerlingen bezich
tigd. waarna de ouderavond werd besloten
met de kleurenfilm „Sam van hiernaast". Dit
laatste programma was er ook op de vol
gende avond, nu in het dorpshuis en speci
aal bestemd voor de oudleerllngen. Op
nieuw een volle zaal en opnieuw een goede
verloting.
Op schier elk dorp op het Zeeuwse platteland, trol men zo u
40 jaar geleden een wagenmaker aan. Een beroep ,zo nauw verbon
den met het land en de bewoners. Een beroep, waar een zekere
kunstzinnige aanleg gepaard aan vaardigheid, absoluut onontbeer
lijk was. Want kunstenaars waren de oorspronkelijke wagenmakers
van de dorpen. Op oude platen en foto's en bier en daar op de
boerderijen treffen we nog vele staaltjes van bun „kunnen' aan.
DE POLDER
Wat harmonieerde toch vanouds alles in de polder. Mens, dier, wo
ningen, boerderijen, werktuigen, enz. Hoe schoon waren de met riet
gedekte huizen en schuren, waar natuur en kunst ongemerkt in elkaar
overgingen, de fris geschilderde boerderijen in groene en witte kleuren,
de ruigten en laagten met struikgewas en plassen, de weilanden, afge
zet met in de natuur gegroeide staken, met planken of draad, de slinge
rende wegen, waarin de oude, verzande kreken nog waren te herkennen.
De woningen met hun vele, kleine ruitjes en de vensterluiken met hart
vormige gaatjes en ga zo maar door. Helaas, veel is verdwenen. Veel
vervangen voor meer woongenot, aangepast aan onze hedendaagse be
grippen van geriefelijk wonen. Toch, het is jammer dat we het moeten
constateren ,er is veel eenvoudige, natuurlijke schoonheid verloren ge
gaan. Het is jammer, dat men niet meer gezocht heeft naar een oplossing
waar de oorspronkelijke stijl en schoonheid bewaard bleef, terwijl men
anderzijds toch de woningen modern had kunnen inrichten.
Op vele oude afbeeldingen is te zien, dat thans, in vergelijking met
toen ,veel van de sfeer is verdwenen.
Een heel mooi voorbeeld van die oude schoonheid is te zien in de
kortelings vernieuwde woning aan het zogenaamde „Steenen Kruis"
onder Tholen.
Doch slechts weinig mensen zien en beseffen iets van dit alles.
Hollestelle mijmerend, schrijft reeds: „En zoo op die dijken, akkers en
waterloopen uit het verleden starende, hoeveel stof tot dank aan sinds
lang voorbijgegane geslachten ligt dan in dit alles niet opgesloten?"
Maar daaraan wordt in den regel het minst gedacht. Men wandelt
langs lommerijke dijken en kronkelende wegen of over uitgestrekte vel
den, zonder zelfs zijne aandacht te vestigen op de wijze hunner wording;
de akkers worden bewerkt en bebouwd op eene wijze uitsluitend om
er het grootst mogelijke voordeel uit te laaien, doch overigens liggen
ze daar, hoe zorgvuldig ook verdeeld, als een kunstig weefsel schier
onopgemerkt, uitgespreid."
Bij de beoordeling van het boek \an wijlen Jan Vaders (Landelijke
bouwkunst in Oost-Nederland) lezen we o.a.: „dal de recent het be
treurt dal er veel is verknoeid en afgebroken, ja vervangen door am
bachtslieden, die "om den brode" wel verplicht waren aan de wensen
van de opdrachtgevers tegemoet te komen, maar daardoor grote schade
hebben aangericht aan hel waarlijk schone."
Een niet onbelangrijke bijdrage in de vorm van allerlei landbouw
werktuigen die in de polder te vinden waren, werd geleverd door de
wagenmaker.
WAGENS EN KARREN
Hij maakte wagens en karren, eggen en sleeën, tot kruiwagens toe.
Vooral de boerenwagens en karren werden dan nog met aangename
kleuren opgeschilderd terwijl vaak in sierlijke letters het jaartal, de
naam van de boerderij of van de eigenaar op de wagens werd aange
bracht.
Waar is al die arbeid van de wagenmaker gebleven? Waar zijn al
die honderden wagens, karren en eggen? Voorzover er nog op de boer
derijen aanwezig zijn, ware het te wensen, dat deze typische landbou
wersuitrusting van weleer, een goed plaatsje mag krijgen. Het nage
slacht zal ons er zeer dankbaar voor zijn.
De hele inspan van de landbouwers heeft een totale verandering
ondergaan. Het boerenbedrijf zelf is steeds meer op een soort industrie
gaan gelijken. Ook hier is veel van de oude sfeer verloren gegaan, hoe
wel we niet graag zouden ontkennen, dat een groot deel van de arbeid
zeer vergemakkelijkt is. Doch welk een sfeer was er toch. Vergelijk nu
eens het paard met de tractor. Dat was leven in de natuur. Een paard
voor kar of wagen ,de eenvoudige landman als voerman, ze pasten zo
in het polderlandschap.
In zijn prachtige boekje, getiteld: „De Wagenmakerij op Walcheren"
is door wijlen Jan Vader uitvoerig verteld over de wagenmaker, zijn
werk en zijn plaats in de samenleving. En zoals dit op Walcheren was.
zo is het ook vrijwel gelijk op het eiland Tholen geweest.
Voor de bewonderaar van de eenvoudige schoonheid, is er gelukkig
ook heden ten dage nog veel te zien van de voortbrengselen van de
wagenmaker. Weliswaar komen we slechts sporadisch de Zeeuwse wa
gens nog tegen, maar de Zeeuwse boerenkar zien we af ten toe nog wel.
Hierbij zijn een tweetal afbeeldingen geplaatst, waarop we de kar kun
nen zien.
In het vervolg hopen we ons meer met de plaatselijke wagenmaker(s)
te Stavenisse te bemoeien.
Paard, man en kar.
De Zeeuwse boerenkar in
rusttoestand. Deze kar is
thans nog in gebruik.
5f.„
door
„Jawel. Maar Piet is de baas, dat weet je. Dat vind
ik best, hoor, daar gaat het niet om. Dirk is altijd een
buitenbeentje geweest en ging steeds zijn eigen gang.
Dat zal hij nu ook wel doen."
„Zal ik eens met hem praten? Als hij op de boerderij
is
Betsy haalde haar schouders op. „Het kan nooit kwaad,
maar veel heil zie ik er niet in. Niet dat ik jouw capa
citeiten onderschat, hoor, maar ik ken mijn zoon."
Lena antwoordde niet, doch betwijfelde dit laatste.
Op het feest was ook een collega-veekoper van Piet
Pereboom. Bets en hij schenen elkander te kennen, zo
dat hij af en toe er even bij kwam zitten tussen het dan
sen door. Ondanks hij naar Lena's schatting achter in
de dertig was, kon hij op de dansvloer best meedoen.
Lachend nodigde hij ook Lena uit, doch ze weigerde
vriendelijk. „Het spijt me ik dans niet."
„Dat is dan jammer, he?" Maar mag ik er wel even
bij komen zitten, ja?"
„Waarom niet?" Ze wees naar de lege stoel naast haar
Hij bleek een gezellige prater. „Ik zit ook in dezelfde
branche als uw schoonvader. 'O, we kunnen heel best
met elkander overweg. Uw vader heb ik ook gekend:
Willem Keesom, en uw moeder ken ik eveneens. Tja, I
hoe gaat dat? Ik kom op ieders erf. Toen u nog wat
jonger was, ben ik wel op het erf geweest.
Lena dacht na, maar ze kon hem zich niet herinneren.
Er kwamen zo dikwijls allerlei zakenmensen, nering
doenden en vertegenwoordigers, verkopers van veege-
neesmiddelen, kippenkopers en wat al niet meer. Ont
houd al die gezchten maar eens.
ik woon onder Middelie, in Axwijk. Zult u
wel nooit van gehoord hebben, wel? Zo'n beetje in m'n
eentje. Ik heb een vrouw voor halve dagen, die houdt
m'n huisje schoon. Zelf ben ik zowat elke dag de hort
op. Net als uw schoonvader."
Een poosje later danste hij weer. Bets zei: „Hij is
weduwnaar, Lena. Z'n vrouw is verdronken, vier jaar
geleden, achter het huis. Snap je dat nou? Ze moet
uitgegleden zijn. Er lag sneeuw en er was een laag ijs
in de sloot. Ze moet meteen onder het ijs terecht zijn
gekomen. Meeuwis was niet thuis. Die kwam pas 's
avonds laat; hij was naar de Bosse veemarkt geweest."
Lena luisterde geschrokken. „Dat is ook erg? En
toen?"
„Een goed jaar. Ze was ook nog in verwachting.
Dat maakte het dubbel zo erg."
Lena zocht in haar geheugen. „Wacht eens, ik her
inner me er wat van. Het heeft in de kranten gestaan,
he'?'
„Ja. Piet en Meeuwis werkten toen al zo'n beetje
samen. Piet heeft hem die eerste weken zoveel mogelijk
gesteund. Hij was gek van verdriet. Vanavond doet
hij pas echt weer mee. Piet heeft hem expres uitgeno
digd. Het zijn nare dingen, maar het leven gaat verder."
I Een paar weken na de bruiloft reed hij onverwacht
het erf op bij Lena. Ze was met Jopie de melkbussen
laan 't boenen, toen hij uitstapte. „Ik kom eens kijken,
'zei hij opgewekt. Uw schoonvader zei ,dat u een stier
kalfje kwijt wil."
Lena kwam overeind en knikte. Terwijl ze de borstel
weglegde, antwoordde ze. „Ga maar eens mee. Hij
loopt vooraan."
De man bekeek het dier met kennersblik en bood
geld. Het bedrag was zo ongeveer als Lena wilde heb
ben, doch ze zei: „Doe er een tientje bij, dan is hij
voor u."
Hij knikte, zijn portefeuille voor de dag halend.
„Omdat het de eerste keer is, dat u en ik zaken doen.
Ik hoef er ditmaal niets aan te verdienen."
Lena antwoordde... „Kom maar mee. Betalen kunt u
binnen, Drinken we gelijk koffie."
„Dat sla ik vast niet af."
In de keuken legde hij het geld voor haar neer.
„Morgen of overmorgen laat ik hem wel ophalen.
Terwijl ze koffie dronken, vroeg hij: „Hoe gaat het
hier? Kunt u het rooien?"
„Gaat wel" antwoordde Lena knikkend. „,Het moet
wel."
Hij keek voor zich uit. „Ik heb gehoord van dat
ongeluk, dat jullie is overkomen op de Oosthuizerweg.
Misschien kan ik beter dan wie ook indenken, wat het
betekent onverwachts je levenspartner te moeten ver
liezen. U zult het van mijn vrouw ook wel vernomen
hebben?"
„Ja." Ze knikte. „Het is ruim twee jaar geleden,
dat ik mijn man verloor. Ik ben er nu een beetje
overheen."
De man keek door het raam naar de kleine jongen,
die rondliep op zijn klompjes. „U hebt er tenminste
nog wat van overgehouden. Ik heb alleen maar de
herinnering aan een korte heerlijke tijd, mevrouw. Te
kort."
„Ik kan het me voorstellen. We hebben ons werk,
dat verzet nare gedachten. Misschien is dat de beste
remedie."
(wordt vervolgd)