Vijf en twintig jarigen zeggen het ronduit
EENDRACHTBODE
laat oude stadskern
gehandhaafd blijven
houdt wel van een
beetje sensatie
leest vandaag
de Eendrachtbode wel
13 november 1969
9
WAT DOE JE MET ZO N JUBILEUMNUM
MER? De vooraanstaande personen uit de streek
vragen een stukje te schrijven? Het kan interes
sant zijn. En de bereidheid was er wellicht. Maar
ze kwamen in onze kolommen al zo vaak aan
het woord. Gelukkig wel. Via raadsvergadering
o£ organisatie, politieke kopstukken of verenigings
voorzitters.
We kozen ditmaal voor een andere vorm. Immers,
25 jaar geleden betekende het jaar 1944. Het eva
cuatiejaar. Met uitzondering van Tholen en Sint
Philipsiand waren de streekbewoners over het
gehele land verspreid. Van Lepelstraat tot Maas-
stricht, van Souburg tot Almelo.
Toen de Eendrachtbode werd geboren, werden
de nu ook 25 jarigen geboren.
Een honderdtal in de blijvende gemeenten, bijna
twee honderd elders in den lande.
Zo groeide bij ons de gedachte een gesprek te
gaan voeren voor dit jubileumnummer met 25 ja
rigen. Uit elke gemeente een, een jongen of meisje,
een man of vrouw. Met alleen de voorwaarde'
geboren in 1944. Met nog enige keuze in beroeps
variatie.
En van die gesprekken gaan we hier verslag uit
brengen. Met tegelijkertijd geschiedenis rond de
bevrijding, met hun mening over hun dorp of stadje
hun streek, hun gemeentebestuur, hun vereniging,
hun kritiek, hun wensen, kortom
Siem Beukelaar uit Tholen
Siem Beukelaar kent vrijwel iedere inwoner van Tholen. Maar
voor die anderen eerst een introductie. Simon Johannes Beuke
laar w erd 27 april 1944 te Tholen geboren. In de Brugstraat.
Onder voor het evacuatiejaar vrij normale omstandigheden. In
eigen woning. De stad Tholen was compleet. Er waren zelfs -
pak weg - duizend inwoners meer. Dank zij vriendelijke gast
vrije, de naaste liefhebbende mensen.
Die hun pcver overschot-kamertje beschikbaar stelden voor een
evacuatie-gezin. Of soms een ruime bovenverdieping. Dat was
ook het geval in huize Beukelaar, waar het gezin van gemeente
secretaris Laban - zijn huis aan de Singel behoorde ook tot het
evacuatiegebied - gastvrijheid heeft ervaren.
Toen werd Simon Beukelaar geboren. Op dat ogenblik werden
in Engeland reeds koortsachtige voorbereidingen getroffen voor
de invasie.
Op 30 oktober 1944 kwam ook in de Brugstraat, in de winkel
Beukelaar de bevrijding. De vlag kon uit. En Siem kwam met alle
gebruikelijke en ongebruikelijke echte kwajongensstreken de la
gere school behoorlijk af. Daarna 3 jaar ulo, maar het voetbal
len trok hem toen meer aan. Zijn vader, na advies hoofd ulo,
stelde Siem voor de keuze: ja of nee.
Siem kwam in het bedrijf en toen ging het meteen wel. Hij be
haalde de nodige diploma's, zoals handelskennis, kruideniers-
vakdiploma, werd gewaardeerde hulp bij zijn vader in de Brug-
straatwinkei, om sedert vorig jaar als zelfstandig Centra-markt-
exploitant in een van smid Gebraad overgenomen grondig ver
bouwd oud perceel de voor ieder Tholenaar bekende zaak Bo
termarkt 16 goed te runnen.
GEEN TIJD
Maar daarmee zit de heer Beukelaar nu ook volop in de mid
denstandsbesognes. Nog veel meer dan te voren. Tot over de
oren. De tijd vraagt snelle aanpassing. In het klein gaat het niet.
meer, dan in het groot, maar dat betekent ook grotere zorgen.
Daarom van maandagmorgen vroeg tot zaterdagavond bezig.
Waarbij een oude liefde voor het reclameschilderen hem goed
te pas komt. En slechts zelden kan hij zich nog aan een over
gebleven hobby, het ralley-autorijden wijden.
Zelden eveneens aktief optreden als lid van de schietvereniging.
Finaal ondergedompeld in de middenstandsproblemen, in het
runnen van een zaak, die een achturige werkdag als een onbe
reikbaar luchtkasteel ziet, maar die in dat alles toch de vreugde
van de arbeid, de vreugde van de zelfstandige ondernemer er
vaart. Met hoogstens op zondag wat tijd voor de toekomstige
vrouw.
GOED WONEN
Als rasechte Tholenaar vindt Beukelaar het best wonen in Tho
len. Met natuurlijk nog wel ergens wensen. En daar schieten we
gretig op in. Welke wensen? Nou ja, met name voor een toch
wel grotere middenstandsaktiviteit, een meer samendoen, samen
gaan van zovele algemene belangen. Winkelsluiting, winkei-
akties en niet te vergeten die ene vakantieweek per jaar. Dat
moesten we zonder meer allemaal om beurten doen. Van het
bestuur der middenstandszijde is me nog nimmer gevraagd om
lid van de plaatselijke organisatie te worden. ,,Nee, antwoordt
Beukelaar, ik heb me er zelf ook nog niet voor aangemeld,
maar je verwacht altijd eerst aktiviteiten van bestuurders".
Niemand persoonlijk beschuldigend zit er toch te veel laksheid
in onze gemeente op dat gebied. Er zijn in onze streek betere
voorbeelden.
Natuurlijk moet je dan zelf niet achterblijven. Maar de moge
lijkheid moet wel aanwezig zijn. Is die er inderdaad in Tholen?
Waarom geen vrijdagkoopavond tot 9 uur en voor mijn part
zaterdagmiddag 1 uur sluiten? Nou ja, er ligt middenstandsak
tiviteit braak, vindt Siem Beukelaar. Hij kan mogelijk zelf be
ginnen er wat pit in te krijgen.
Met de overigens maar geringe, eigenlijk helemaal geen vrije
tijd. Na een diploma supermarkt-ondernemer, diploma display
reclame schilderen, etaleurfeeling, met nog een cursus groente
en fruit, waarvan eind oktober examen is gedaan, met dan nog
als studieplanning een cursus vers vlees, drogisterij en gedistil
leerd. Nou ja, dat kan nog als je 25 bent.
TOERISME
Maar Iaat Siem Beukelaar nu ook maar eens ronduit vertellen,
waarom hij het goed wonen vindt in zijn geboorteplaats en
waarom er nog wensen zijn.
Wat hem betreft ziet hij voor minder middenstanders méér de
biet. Dank zij met name ook bevordering van het toerisme. In
dat opzicht blijft historisch Tholen aantrekkelijk. Dat merk je
in de zomer in de Theolse straten en dat merkt Siem in de
winkellade. En daarom vindt hij het beleid van het Thoolse
gemeentebestuur in zijn algemeenheid toch wel juist. Vooral
vanwege het streven van de laatste paar jaar om de oude stads
kern, ook als winkelscentrum te handhaven. Daar heeft Beuke
laar tevoren wel eens anders over gedacht. En serieuze plannen
gekoesterd om zijn supermarkt in de nieuwe wijk (Dalempolder)
te zetten. Nee, stelden b en w dat wordt een versnippering
waarvoor onze op zichzelf wel groeiende gemeente te klein is.
En bovendien zou het historisch middelpunt onaantrekkelijker
worden.
De heer Beukelaar kreeg geen vergunning voor een winkel in
de nieuwe wijk. Hij vond het toen wat bedillerig van het gemeen
tebestuur. Maar moet achteraf zeggen: volkomen juist. Wat we
nog aan winkels kunnen houden, moeten we in de cude kern
trachten te concentreren. Met modern interieur. Met parkëer-
mogelijkheden in de onmiddellijke omgeving, maar inderdaad
niet versnipperen. Ik ben blij met de sanerings- en bestemmings
plannen. Ik dacht dat het een goed beleid is, vindt deze mid
denstander. En laat men zoveel mogelijk de gemeente als goede
woonplaats stimuleren. Dan kan het wat geld kosten bij grond
aankoop, maar beter te vrceg dan te laat. In dit opzicht vindt
hij in feite het gemeentebestuur wat laat met voldoende industrie-
gronden. Nou ja, misschien dat het Schelde-Rijnplan daar wat
invloed op had, maar men moet industrieën zoveel mogelijk
tegemoet komen, zonder er dan bepaald industriegemeente van
te maken. Geef degenen die er zijn de faciliteiten, die wettelijk
toelaatbaar zijn om te kunnen uitbreiden.
Werkgelegenheid is toch belangrijk en gced wonen misschien
nog wel meer.
OP DE GOEDE WEG
Ja, ik vind dat we toch wel op de goede weg zijn in Tholen.
concludeert Siem Beukelaar de he'm gevraagde kritische samen
vatting. Laat men dan voor mijn part een keer in de gemeente
raad leuteren over een lantaarnpaal, als ze de grote zaken maar
niet uit het oog verliezen. Voor beter wonen, voor stimulering
van verenigingen, van middenstand, industrie en toerisme. Ik
kan m'n zaak ook niet in één dag cpbouwen, ook een gemeente
bestuur kan niet aan alle wensen tegemoetkomen. Dat wordt
vooral belet door de financiën. Maar er zit, dacht ik toch wel
een progressief beleid in. Nee, Siem Beukelaar zelf doet niet
aan politiek. Hij interesseert er zich populair uitgedrukt geen
klap voor. Maar is wel voor vrijheid. Niet alleen omdat hij
in het jaar van de vrijheid op'Tholen is gebaren.
Maar zeker ook vanwege zijn opvoeding. Met nog steeds ge
waardeerde medewerking van de anderen. Vrijheid voor zich
zelf, vrijheid voor de medebewoner. Uiteraard met basis-normen
die aan een samenleving nu eenmaal niet mogen ontbreken. Of
daartoe ook hoort, dat het hondje in Tholen aan de lijn moet
■lopen en zich dient te wachten voor ongerechtigheid op trot
toirs, kan Siem niet zo gemakkelijk beoordelen. Daarvoor moet
nodig de gemeenteraad maar een avond vergaderen? Dat klinkt
dan tenslotte toch nog wat sarcastisch.
Ja, Siem Beukelaar leest ook de Eendrachtbode. Om te begin
nen de loop van de bevolking in Tholen. Een duidelijk zake
lijk belang. Een gevolg van zijn beroep. Wie vestigt zich, wie
vertrekt.
Ondanks de steeds toenemende mobiliteit, ondanks de enorme
concurrentie, niet in het minst in de levensmiddelensector, zijn
er vooral in een groeiende gemeente nog altijd zeer velen, die
zeker vcor de dagelijkse behoeften dicht bij huis blijven, die aan
een eigen middenstandsvoorziening voorkeur geven, die dan
gemiddeld ook nog voordeliger af zijn.
Daarom moet de middenstand niet versagen, vindt Siem. Hij
speurt de advertenties in de Eendrachtbode ook naarstig af.
Maar slaat het sporthockje vlot over. Leest het plaatselijk nieuws
van alle gemeenten, leest in elk geval ook het raadsverslag van
Tholen, van a tot z, veegde hij er aan toe, van nieuw bestem
mingsplan tot kritiek op loslopende honden. Kortom, hij ziet het
streekblad in zijn algemeenheid als een orgaan, dat er toe kan
bijdragen, dat het goed wonen blijft op Tholen en Sint-Philips-
land. Goed wenen in de streek! Nou ja, wat Siem Beukelaar
betreft, vooral goed wonen in zijn gemeente, in Tholen.
Kooiker Gijs van Herk
Gijsbert Adrianus Johannes van Herk, Noordweg 53, Anna
Jacobapolder. Geboren 7 maart 1944. Beroep Kooiker-Land
bouwer.
„Kooiker. Ja, dat is eigenlijk een beetje geheimzinnig. Het gaat
met een hondje. Als je de eenden gevangen hebt, draai je ze de
nek om. Ingewanden eruit en dan naar het station in Roosendaal
Alles voor de export".
Helemaal duidelijk is het verhaal van de 25-jarige kooiker Gijs
van Herk nog niet. „Als ik het allemaal precies moet vertellen,
kunnen er wel twee pagina's vol geschreven worden" helpt
vader Van Herk zijn oudste zoon.
Nu ziet hij Gijs bijna elke dag, maar dat is 25 jaar geleden
wel even anders geweest. Toen duurde het negentien maanden
voordat vader Van Herk zijn eerste zoon zag. De Duitse Grüne
Polizei en een politieman uit Sint Philipsiand hadden zes men
sen uit Anna Jacobapolder opgepakt om in Duitsland te wreken,
onder wie de heer Van Herk. „Ja, zonder die politieman uit
Sint Philipsiand hadden ze mijn man nooit gevonden", vult
mevrouw Van Herk een wat bittere herinnering aan.
Op 3 maart 1944 moest zij vluchten omdat de Duitsers de
Polder onder water zetten. Vier dagen later werd in een kamertje
bij haar broer in Sint Philipsiand haar eerste kind geboren.
Moeder en zoon waren weer al in Anna Jacobapolder terug toen
de heer Van Herk uit Duitsland terugkwam. Gijs liep al. In
Sint Philipsiand ging hij twee jaar naar de kleuterschool, omdat
er na de ramp van 1953 pas een kleuterschool in de Polder
kwam. Zijn vader bracht hem elke dag op de scooter.
Vervolgens ging hij naar de lagere school, waar hij in acht
klassen juffrouw Wolf, meester Bronkhorst, Van 't Hoog, Van
Andel, Koolstra (die lange, dunne blonde) en hoofdonderwijzer
Van Dijk meemaakte. De lessen werden twee jaar in de oude
school aan de Lageweg gegeven, en daarna in de school aan
de Langeweg die nu nog gebruikt wordt. „Eerst was er alleen
een openbare school, maar toen kwamen de boeren bij elkaar
om een christelijke school te stichten. Die kwam er, en de o.l.s.
werd wegens gebrek aan leerlingen opgeheven. Arbeiders die
bij de boeren werkten en waarvan de kinderen naar de o.l.s.
gingen, werden in die tijd ontslagen als ze hun kinderen niet naar
de christelijke school deden" vertelt vader Van Herk.
KOSTGANGER
Na acht jaar lagere school wilde Gijs direct gaan werken om
geld te verdienen. „Ik weet nog goed dat hij met zijn eerste
loonzakje thuis kwam", zegt mevrouw Van Herk. „Hier moeder,
ieder de helft", zei Gijs. „Góed, dan zal ik je kleren opzoeken,
't koffertje pakken en een kosthuis voor je opzoeken", want ik
hou er geen kostgangers op na". Toen koos Gijs maar eieren
voor zijn geld en gaf de hele loonzak aan zijn moeder.
Hij had het te goed naar zijn zin op de Kooihoeve om de Pol
der te verlaten. Als kleine jongen ging hij dikwijls met zijn
vader mee naar de eendenkooi, vlak onder de zeedijk, ,,'t Mooiste
wat er is, zo in de vrije natuur", vindt de 25-jarige kooiker, de
zoveelste al uit het kcoikersgeslacht Van Herk.
Voor hem is het de hoofdzaak. Als er geen werk in de eenden
kooi is, helpt hij zijn vader op het kleine landbouwbedrijf of
gaat bij een ander werken. Nu werkt hij 's morgens bij tuin
bouwer A. C. Maas in de witlofschuur, maar 's middags roe
pen de eenden. Met zijn witte keeshond trekt hij het kleine bos
in waar de kooi ligt. „Een goede keoihond is onbetaalbaar, want
daar hangt bijzonder veel van af. De wilde eenden die op het
water, beschermd door een dichte bomenrij, wat komen rusten,
zwemmen naar de kooihond toe die als „lokaas" op de kant
loopt. De kooiker laat z'n hond langs het gaas van de kcoi
lopen, terwijl hij alles achter een rieten afscheiding volgt. Als
de eenden de kooi inzwemmen, gaat de kooi dicht. Dan moeten
de eenden nog gevangen worden, en dat valt soms lang niet
mee", zegt vakman Gijs. Het hoogseizoen, augustus/september is
voorbij, maar het weer is nog prima. Een kcoiker heeft vast
weer nodig. Dan is 1969 wel een goed jaar zeker? „Nee, ik
vang bijna geen beestje meer. Ten eerste is de Grevelingendam
gekomen, waar veel verkeer is. Dat bevordert de rust in de om
geving niet.
Vroeger wanen er op de zandplaat, waar nu de Grevelingen
dam ligt, honderden eenden. Die kwamen bijna allemaal naai
de kooi, maar dat is nu voorbij. Ten tweede zijn ze hier aan de
zeedijk bezig, waar ik veel last van heb. Het moet heel rustig
zijn, willen de eenden naar de kooi kernen", meent Gijs van
Herk. Hij is vogelkenner bij uitstek, want er komen niet alleen
eenden in de kooi. Bij de wilde „bouten" zijn er soms bij uit
Frankrijk, Rusland en Zweden.
De ringen van de vogels stuurt hij op naar Den Haag, waardoor
de eigenaar te weten komt waar zijn eend terecht gekomen is.
ASWOENSDAG EN DIERENTUIN
In 1953 is Gijs met zijn ouders, drie broers en zijn zusje ook cp
trektocht geweest, zij het helemaal onvrijwillig. In de bange
februaridagen van 1953 bracht het gezin Van Herk twee dagen
en drie nachten door op zolder. Dat waren angstige ogenblikken
hoewel Gijs het best leuk vond. Hij kreeg geregeld vruchten uit
de wekflessen, die zijn moeder op zolder in veiligheid had ge
bracht, en die smaakten maar wat lekker.
In een drinkbak van de kceien voeren ze naar een tractor met
aanhangwagen verder naar een droge plaats. Dat werd eerst
Lllekoten bij Baarle-Nassau.
Na controle moesten ze daar weg, omdat 'het kamertje te klein
was. Overigens zaten ze daar prima. De volgende evacuatie
plaats was Geldrop, en dat was verschrikkelijk. „We kregen
niet eens te eten", herinnert moeder Van Herk zich nog. Toch
gebeurde er in het Brabantse land nog wat leuks. Gijs ging
daar naar een rooms-katholieke school. Op Aswoensdag ging
iedereen om een kruisje bij de pastoor en ook Gijs wilde dat
niet missen. Onder het eten zag zijn moeder het kruisje op zijn
voorhoofd, maar het mocht er niet af van Gijs.
Van Geldrop ging het naar Rotterdam, waar de familie Van
Herk voor zeven weken een kamer huurde met gebruik van
keuken. Daar hebben ze fantastisch gezeten. Gijs had het prima
naar z'n zin in de dierentuin Blijdcrp. Ook die tijd ging echter
weer voorbij, en het huis aan de Noordweg werd Gijs' „kooi".
WEINIG TE BELEVEN
Hij zit -er fijn vrij, zonder buren. Vissen is z'n hobby en als het
even kan loopt hij een paar honderd meter om zijn vislijn in
het zoute water te kunnen uitgooien. „In het dorp is niets te
beleven", zegt Gijs, die in de Polder geen vrienden heeft. „Toen
het Dorpshuis er pas stend, was er elke zaterdagavond wat,
maar nu zit de organisatie plat. Ze houden hier niets vol. Als
er hier contributie gevraagd wordt, vinden ze het al gauw te
veel. Er is een biljartclub geweest van twaalf leden en dat vond
ik leuk. Het enige café in Anna Jacobapolder is echter gesloten
omdat het niet meer rendabel was. Nu ga ik in Sint Philipsiand
biljarten,, want ik doe het heel graag en kan ook een aardig
partijtje spelen. Voor de jeugd is er weinig te deen. Er is wel
een korfbalclub en nog verschillende kerkelijke verenigingen,
maar daar voel ik niets voor. In Sint Philipsiand is er een voet
balvereniging opgericht waar ook jongeren uit de Polder in
spelen. Dat vind ik wel aardig, maar in het bestuur zitten alleen
mensen uit Sint Philipsiand. Op koninginnedag is het wel leven
dig in de Polder. Dan zijn er kinderspelen en een film of iets
dergelijks".
Als hij wat anders wil dan de vrije natuur, gaat hij naar Bergen
cp Zoom, maar de meeste weekends is hij bij een neef en z'n
vriend in Nieuwe Hoorn. Met z'n drieën, alle drie verstokte
vrijgezellen, zijn ze dit jaar op vakantie geweest in België,
Luxemburg en Duitsland. Ook doen ze wel eens mee aan een
autorally.
LEUKE GEMENE STUKJES
„Ik hou niet van gebonden wezen", zegt Gijs. Daarom wordt hij
geen bestuurslid van bijvoorbeeld de voetbalvereniging, hoewel
hij veel belangstelling heeft vcor sport. Op maandag leest hij
het sportgedeelte van de krant helemaal, van voetbal tot tennis.
In de Eendrachtbode slaat hij de sport over, ondanks de belang
stelling voor de Fliplandse voetbalvereniging NOAD. Gijs leest
wel Jan Overeenkom. „Dat zijn altijd van die leuke, gemene
stukjes. De Eendrachtbode vind ik een leuk krantje. Er staat
van alles in over het wel en wee van de streek.
De gemeenteraadsverslagen vind ik het mooiste. Die lees ik van a
tot z. Vooral de felle debatten van Rijstenbil vind ik interessant.
Ik houd wel van een beetje sensatie.
De gemeenteraad zelf, dat is meestal ja en amen. Als het puntje
bij paaltje komt, is het bij stemming toch altijd 4-3. Het sport
veld is zo jaren tegengehouden. Gelukkig heeft de heer Klómpe
nu een terrein aai. de voetbalvereniging beschikbaar gesteld
vindt Gijs, die overigens geen belangstelling voor de politiek
heeft. Hij vindt wel dat er onder het huidige gemeentebestuur
veel goede dingen gebeuren, en de Polder wordt dan cok wat
straten en riolering betreft niet over het hoofd gezien. Hij heeft
nog één klacht. In de winter wordt er bij gladheid alleen in de
bebouwde kom van de Polder gestrooid. Op het lange stuk
Noordweg buiten de bebouwde "kom is het dan spiegelglad. Z'n
broer heeft daar door de gladheid al eens een sleutelbeen ge
broken en een familielid een arm.
INDUSTRIE EN RECREATIE
Aan de andere kant is het evenwel bijzonder fijn zo vrij te
wonen, vlakbij het water. In de weekends komen er geweldig
veel vissers. In de toekomst ziet Gijs nog vele mogelijkheden
voor recreatie in de Polder. Als het water zoet wordt, na de
afsluiting van de Oosterschelde, zal de watersport toenemen,
terwijl er ook kampeerterreinen kunnen komen.
Het Schelde-Rijnkanaal, waaraan men nu begonnen is, heeft ook
.invloed op Sint Philipsiand. Er zal in de Prins Hendrikpolder
zeker industrie komen", meent de jonge kooiker.
Voor Anna-Jacobapolder ziet hij toch ook nog wel toekomst. Er
trekken nu wel jonggetrouwden naar Sint Philipsiand om daar
in een nieuw huis te gaan wonen, maar de huizen worden niet
afgebroken. Daar komen Rotterdammers in die hun weekend en
vakantie in de Polder doorbrengen. Vele inwoners reizen daar
entegen elke dag naar Rotterdam om er in de havens of bij de
gemeente te werken. Gijs heeft wel eens gehoord of gelezen dat
Anna Jacobapolder weg moet, maar volgens hem gaat de Polder
nooit van de kaart. De toekomst zal het leren.
Voor het voortbestaan van zijn eendenkooi heeft hij rust nodig.
Het kooikersbercep is uniek, zoals Gijs twee jaar geleden nog
ondervond toen de commissaris der koningin en mevrouw Van
Aartsen samen met burgemeester Van Velzen en echtgenote
zijn kooi kwamen bekijken.
De 25-jarige Gijs van Herk uit Anna Jacobapolder hoopt dat
het aan de Noordweg nog lang vrije natuur blijft.
Ria Aarnoudse
De officiële naam is mej. M. A. Aarnoudse en ze woont in de
Patrijzenweg 37 te Oud Vossemeer.
Ria werd 14 april 1944 te Klaaswaal in de Hoekse Waard ge
boren. Haar nog altijd ook te Oud-Vossemeer wonende Ouders
waren eigenlijk in Steenbergen geëvacueerd. Lekker dicht bij
huis, zo dacht men, toen dit evacuatie-adres werd gevonden.
Maar zo bijzonder geschikt was de huisvesting nu ook weer niet,
althans niet om er een dochtertje ter wereld te brengen. En dus
ging Ria's moeder in de kritieke periode haar intrek nemen bij
een tante in Klaaswaal. Daarna werd het weer Steenbergen en
Ria was nog niet eens een jaar of men was weer in eigen woon
stee. Zo doorliep Ria Aarnoudse de lagere school in Oud Vosse
meer, bezocht vervolgens de toen nog zo geheten muloschool in
Tholen, studeerde twee jaar in Roosepdaal voor apothekers
assistente, liep eerst stage bij apotheker Huijsman in Bergen op
Zoom en is daar nu ook in betrekking.
Elke dag met de bus heen en weer: Oud Vossemeer - Bergen
op Zeom, Bergen op Zoom - Oud Vossemeer.
Nou ja, pendelen is dat eigenlijk niet. Een kwartier en je bent
er. Zo'n afstand speelt in deze tijd geen rol meer.
En Ria bevalt het best in haar werkkring. Soms is er een avond
dienst tussendoor. Maar ook dat is om te overkomen. Haar
werk buiten de streek betekent wel, dat Ria wat minder bij deze
samenleving is geïnteresseerd. Natuurlijk, in de meeste gevallen
is ze 's avonds thuis. En kan dus nog wel wat aan verenigings
leven doen.
Maar dat ging tcch tijdens mulo- en verdere studiejaren beter.
In de hervormde jeugdvereniging was het wel plezierig, ook
wel leerzaam.
Maar met het werk in Bergen op Zoom komt het er toch min
der van. Toch zet ook Ria Aarnoudse zich duidelijk schrap
als er sprake is van roddel over de streek waar ze van kinds
af woonde.
EENDRACHTKANAAL
Nee, voor de politiek interesseert Ria zich niet in het minst. Ze
weet alleen, dat er in Oud Vossemeer de jaren na de oorlog zo
geleidelijk aan toch heel wat is opgeknapt. En waarom zou ik
dan een ander gemeentebestuur willen hebben? Ze worden ge
kozen door eigen inwoners en dan zal het wel goed zijn. Er
zijn op verschillend gebied aardig wat voorzieningen getroffen.
Maar je moet er altijd rekening mee houden, dat het toch een
kleine gemeente is. Waar mogelijk, met name voor de dagelijkse
levensbehoeften, kun je zeker in eigen dorp terecht. En dat
moet je dan ook maar zoveel mogelijk doen, vindt Ria Aarnoudse.
Anderszijds wijst ze er op, dat met name in de dameskleding-
branche en ook nog wel in de schoenen voor heel wat dames
geen voldoende keuze is. Neem bijvoorbeeld een wintermantel.
Je kunt het gewoon ook niet vergen, niet verlangen van de
plaatselijke middenstand, dat er daarin te kust en te keur is.
Eenvoudig omdat het bevolkingsareaal daarvoor veel te klein
is. En vandaar dat men daarvoor minstens op de naburige stad
is aangewezen. Wie het anders ziet, denkt Ria, mag dat gerust
zeggen, maar de feiten wijzen dat nu eenmaal uit. Ria betwijfelt
bovendien dat er in de toekomst voor het eiland Tholen een
enorme ontwikkeling is weggelegd. Misschien zit er wat pers
pectief door de aanleg van het Eendrachtkanaal en de brug-
verbindingen. Je zult er ongetwijfeld meer dijktoerisme en wel
licht ook meer watersporters door krijgen. Straks is er immers
de verbinding Vossemeer - Brabant en dan in feite cok Rotter
dam maar een peulenschil meer. Maar die dagjesmensen nemen
gewoonlijk het boterhammetje mee. Daar kan nu ook weer niet
zoveel aan worden verdient, zo veronderstelt Ria Aarnoudse.
Toch ziet ze het wel steeds levendiger worden in de zomermaan
den. Kijk maar eens aan de overkant bij het zwembad in Nieuw-
Vossemeer. En als daar straks, nou ja over een jaar of drie,
ook een brug ligt, dan komen de mensen beslist cok wel eens
op Tholen kijken.
Meer nog dan nu reeds het geval is.
Ria juicht het toe. dat er ook in Oud Vossemeer sprake is van
een instructiebad. Zelf zwemt ze graag, vrijwel het enige dat ze
in de zomer aan ontspanning kan doen en daarom ook gunt ze
het de jeugd van harte, dat ze in eigen omgeving het zwemmen
zonder gevaar zouden kunnen leren.
HERINDELING
Over de herindeling van gemeenten ligt Ria Aarnoudse niet
wakker. Ja, ze heeft er ook wel over gehoord, maar zich er toch
weinig in verdiept. Wel waagt ze het toch te betwijfelen of een
herindeling voordeel oplevert. Kan daar nu bestuurlijk dan zo
veel meer uitkomen? Wat betekenen nu enkele duizenden in
woners meer voor één gemeente, als dat althans een gemeente is
met zeven kernen, zoals bij ons. Misschien moeten we later, of
onze opvolgers, erkennen, dat het toch beter was, maar thans
kan althans Ria dat er niet direct in zien. Stel je voor, dat je
van Tholen naar Stavenisse moet om een huwelijk te bevestigen.
Eigenlijk onzin, vindt Ria, om maar eens een extreem voorbeeld
als dit te noemen. Maar je zal haar toch niet met een protestbord
zien lopen om het tegen te houden. Zover gaat haar afkeer van
herindeling lang niet.
Ze zag liever nog wat anders.
KERKELIJKE EENHEID
Kerkelijk meelevend betreurt ze de grote verscheidenheid. Ach,
natuurlijk menen ze het allemaal goed en heeft iedere kerk ook
zijn goede kanten, maar allicht toch nog veel meer verkeerde
zijden. Verkeerd omdat men het toch allen als in zonde geboren