Vijl en twintig jarigen zeggen het ronduit (VERVOLG VAN PAG. 9)
EENDRACHTBODE
meer aktiviteit gewenst
van en voor de jeugd
de buitenlucht is
maar alles
laten we onze
zondagsrust houden
gemeenten te klein
voor versnippering
13 november 1969
13
HET WORDT TE DRUK
Ja, Riet kan zich goed indenken, dat er velen vit de Randstad,
Brabant en België naar de dijken komen om te vissen. Maar dat
betekent, dat voor hem de lol er ver af is. Het wordt te druk.
Van der Male is evenmin blij met afsluiting van de zeearmen,
ook niet met het Eendrachtkanaal. Omdat er geen natuur meer
overblijft. Van mij mag het zo rustig blijven als het vroeger was.
Zonder toerisme. Nu betaal ik grondbelasting en dijkgeschot én
mag niet eens aan de dijk komen, of ik moet ook nog 7,per
jaar contributie betalen aan de Delta-visserij stichting. Nou ja,
het waterschap moest wel maatregelen nemen. Alles verandert,
maar alles wordt er niet beter op. Wel de behuizing van Piet
van der Male. Die eerst maar enkele kwartjes huur voor het
kleine huisje Karreveld moest betalen, maar nu nog gemakkelijker
dan toen zijn nieuwe woning kan inrichten.
In de nieuwe wijk van Sint-Philipsland. Waar heel wat wordt
opgeknapt, waar een volgens Piet vooruitstrevend beleid wordt
gevoerd met goede aanpak van de krotwoningen. Maar waar het
aan de zeedijk lang niet meer zo vrij en rustig is als vroeger. En
dat gaat Piet echt aan z'n hart. Want zijn leven is buiten, aan en
op het water. Waar je rust kunt ademen en de natuur zoveel
laat zien, dat het telkens weer, elke minuut opnieuw, boeiend is.
Aan het water vertoevendat is maar alles vindt Piet van der
Male, de helft van de Sint-Philiplandse tweeling van 1 april 19-14.
Ria Suurland te Scherpenisse
Maria Suurland werd op 18 september 1944 in Steenbergen ge
boren. De inwoners van Scherpenisse waren met die van de an
dere gemeenten op een enkele uitzondering na geëvacueerd. Ook
de ouders van Ria Suurland. Ze kwamen terecht in een groente
zaak in Steenbergen. Het bovenkamertje, waar men onderkomen
vond, was klein. Beneden verbleef het gezin van de gastvrije
eigenaar. Het gezin doorstond, de familie Suurland doorstond,
de beschietingen rond het bevrijdingsuur. En Ria kon later in
Scherpenisse de lagere- school gaan bezoeken, de mulo in Tholen
en tenslotte de kweek in Middelburg. Mej. Suurland is onder
wijzeres, in 1965 benoemd aan de Juliana van Stolbergschool te
Sint-Maartensdijk. En daarom in feite nu meer op de Smalstad
georiënteerd. Prettig werken op de viermans-school. Daarnaast
leidster van de 'kleine meisjesvereniging' en leidster zondagsschool
in Scherpenisse. Met liefhebberij voor muziek en lezen. Weten
schappelijke werken voor een verdere ontwikkeling en graag
streekromans voor ontspanning. Veel interesse voor alles wat
gebeurt in en om de hervormde kerk, zowel landelijk, in de
streek als in haar woonplaats. En dan komt Ria los. Er wordt,
vindt ze, te weinig gedaan door en voor de jeugd. De ouderen
hebben er te weinig interesse voor, de jeugd zelf ook. Het gevolg
is dat beide categorieën zich voelen verlaten en losgelaten. In
Oud-Vossemeer ziet Ria een mooi voorbeeld van jeugdwerk. De
georganiseerde puzzelritten bijvoorbeeld, zoals ze in de Een-
drachtbode las. Waarom niet meer een poging voor een goed
jeugdconcert met vooral korte toelichting van de muziek om het
te doen begrijpen en het beter te doen beleven. Waarom niet
meer inspanningen voor een instuifavond. Bij het vele goede, wat
Ria in haar geboortestreek onderkend, mist ze oprechte belang
stelling voor de jeugd. Zelfs nog bij het onderwijs, ook bij de
kerk, niet minder daarbuiten.
Naast de vermaning ook graag het voorbeeld en de daad. Vooral
de liefde. Niet maar een eigen leventje leiden en laten leiden tot
de trouwdag en dan, voorbij. Dan alleen nog de eigen besognes.
Dat vindt Ria toch het hiaat in onze samenleving. In welke kring
dan ook. Waarbij ze graag en vooral het kerkelijk werk en chr.
onderwijs voorop wil stellen, ook het chr. verenigingsleven.
Maar. dan cok beslist de andere niet buiten sluiten. Tegemoet-
treden, proberen te overleggen, proberen elkaar te begrijpen,
proberen ook van elkaar te leren. En haar beroep verloochent ze
niet, want het onderwijs vindt ze goed op Tholen en Sint-Philips
land. Men gaat met de tijd mee. Hoofden doen mee aan cursussen,
trachten de speel-leerklas in te voeren en in dat opzicht wil ze
Poortvliet wel als een voorbeeld noemen. Maar wel is er nog
altijd het grote bezwaar van de te grote klassen.
Nee, aan politiek doet ook Ria Suurland niet. Ze kiest dan wel
positief een christelijke partij, maar daarvoor nu ook strijdbaar
te zijn, nee, dat kan ik echt niet opbrengen.
Ria, onderwijzeres aan een chr. school is voorstandster van dat
onderwijs, maar kan zich indenken, dat het in een kleine gemeente
moeilijk realiseerbaar kan zijn. En in elk geval mag niemand wor
den belet een keuze te kunnen doen. Vanwege die kleine ge
meenschappen kan men ook dat chr. onderwijs weer niet gaan
versnipperen, vindt Ria. Ze is dan ook voorstandster van een chr.
nat. school, omdat daarmee positief chr. onderwijs wordt ge
bracht, zonder dat men ook daarin weer bepaalde richtingen
uitgaat.
GERINGE MOGELIJKHEDEN
Ria komt na het kleine zijpaadje toch weer terug op de jeugd.
Als oorzaak van het nog te veel wegtrekken van de jeugd ziet ze
de te geringe mogelijkheden in eigen gebied. Jammer, dat de
■veroudering in onze streek te sterk doorzet. Niet vanwege de
oudere mensen is dat jammer. Natuurlijk niet. Maar omdat te
veel jongeren weg gaan. Dat is in onze streek altijd nog zo ge
weest. Daar moeten we eens meer op gaan letten en kijken wat
daaraan te doen valt. Dat wegtrekken betekent een kwijnend of
helemaal geen bestaan voor jeugdverenigingen, dat betekent ook
ontbreken van kader, dat betekent een leemte tussen de baby
en de gepensioneerden.
En daarbij komt een te strakke begeleiding van de ouderen. Een
maal een bepaalde leeftijd bereikt, valt men terug in een bepaald
levenspatroon en houdt geen rekening meer met de jongere, is de
eigen jeugd vergeten en veroorzaakt zo, wellicht onbewust en
ongewild, botsingen die voorkomen kunnen worden.
ZETEL IN SMERDIEK
Ria, hoe denk je over samenvoeging van gemeenten. Wij vragen
immers ronduit en de 25-jarigen antwoordden ronduit. Ria ziet
het er beslist van komen. En vermoedt dan dat de nieuwe ge
meenteraad zal beslissen om Sint-Maartensdijk tot centrumge
meente te maken. Vanwege de industrie. Niet direct vanwege de
verbindingen. Maar tenslotte moet het toch de een of andere ge
meente zijn. Zonder zich zelf zo voor politiek te interesseren, ziet
ze bij samenvoeging wel meer duidelijkheid komen in het politieke
vlak. Dan valt er toch eigenlijk niet meer te werken met 'ge
meente- of met algemeen belang'. Dan moet je wel kiezen of
delen.
Voorstandster van samenvoeging? Zover heeft Ria niet gedacht.
Ze is wel voornemens te gaan trouwen en dan? Nee, dat moeten
we hier nu maar niet ronduit schrijven. Maar ergens vrezen we
wel, dat Ria dan ook behoort bij de wegtrekkende jeugd. Jam
mer, want we zouden ze graag in onze streek willen houden, die
het voor de jeugd willen opnemen. Zoals Ria Suurland.Ze leest
vrij intensief naast het dagblad de Eendrachtbode en Kerkbode.
De streek interesseert haar. Nou ja, dan niet in de eerste plaats
dat sporthoekje. Het is Ria een zorg of Vosmeer, WHS of
Smerdiek wint. En wie de meeste vis vangt. Of wie de beste
dammer is. Maar plaatselijk nieuws en raadsverslagen, kortom
het streekgebeuren inclusief het vervolgverhaal ja, dat wel. En
met grote interesse. Ook als ze niet meer in dit gebied zou wonen.
Maar ook dan zal Ria blijven hopen, dat de jeugd op Tholen en
Sint-Philipsland meer wil doen en dat de ouderen meer voor de
jeugd willen doen.
Piet van der Male uit Sint-Philipsland
Pieter van der Male werd op 1 april 1944 dat was pas een
april mop grapt hij, in eigen dorp, het niet geëvacueerde Sint-
Philipsland geboren. Ja inderdaad een aprilmop, want Piet is er
een van de eerste april-tweeling, die op Karreveld 6 de buurt
met luider stem aankondigde, dat hij er ook bijhoorde. En on
middellijk daarna voegde zich naast hem tweelingzuster Lein. Het
was wel een gebeurtenis in Sint-Philipsland, al zal het mogelijk
niet de enige tweeling zijn. Wel de enige 25-jarige tweeling op
dit moment. Terwijl West Europa zuchtte onder de Duitse knoet,
terwijl in Engeland het invasie-oorlogsmateriaal zich optaste,
ging ook in het bezette Nederland het leven gewoon door, althans
in de zin van geboren worden en sterven, huwen en scheiden,
verloven en eenzaam achterblijven. Zo kon het ook voorkomen,
dat 1 april in Sint-Philipsland werd kond gedaan, dat op het
Karreveld een tweeling was geboren.
Vader Van der Male was los werkman, die met name veel drai
nage werk heeft verricht.
DE MINISTER WILDE ER NIET VAN HOREN
Zoon Piet ging tussen zijn zevende en vijftiende jaar op de lagere
school in zijn geboortedorp. Ja, Piet was inderdaad zeven jaar,
eer hij naar de lagere school mocht. Het schooljaar begon toen
nog op 1 april en Piet was 1 april jarig. Hij kon het niet altijd
zien als een goede aprilmop en z'n ouders zeker niet. Die wilden
Piet op zesjarige leeftijd naar school doen. Nee, zei de minister,
datum is datum. Wanneer jij en je zuster een dag vroeger was
geboren, dan wel, maar nu niet. De nu gepensioneerde ambtenaar
J. C. de Rooij deed wel alles wat hij kon en schreef nog eens een
smeekbrief voor Van der Male aan de minister. Maar het hielp
niet. Wachten tot 1 april 1951, tot Piet 7 jaar werd. Later begon
het schooljaar 1 september of half augustus, maar Piet en zus
Lein bleven in dat opzicht een jaar achter. Na de schooltijd ging
hij in de bollen werken, maar in de landbouw was hij niet zo
graag. Wel vanwege de buitenlucht, maar niet steeds maar bij de
boer. Toen begon de pendel en daarmee de kans meer te verdie
nen. Piet van der Male werkte 2y2 jaar in Zwijndrecht op een
conserven fabriek. Hij had het er niet slecht, maar het binnen
werk beviel hem minder goed. Nu pendelt hij sinds zijn 18e jaar
dagelijks naar Rotterdam. Werken in de haven. Veel buiten en
als hij thuis komt zo spoedig mogelijk naar de zeedijk. Ja, dat
pendelen. Wat moet je anders? In de zomer gaat het wel, maar in
de winter is het donker als je weggaat en donker als je thuis
komt. Al is Piet meestal rond zes uur wel binnen.
Dagelijks in het busje. Nee, zoveel wordt er niet gepraat. Wel
geslapen, vooral als het nog donker is. Natuurlijk wordt je eigen
aan je ploegmakkers, de meeste zo rond zijn leeftijd. Ook wel ou
deren. Piet van der Male kreeg een pendel-onderbreking toen hij
21 maanden de wapenrok droeg. Daarna weer naar Rotterdam,
met zo'n 250 andere Sint-Philiplandse pendelaars, overal heen,
elke dag weer. Half zes van huis, half zes weer thuis. Zou het dan
zoveel verschil maken, als je in de buurt werkte? Piet gelooft er
niet zo in. In eigen gemeente gaat het niet. Dus moet je minstens
naar Steenbergen, Roosendaal of Bergen op Zoom. En dan kom
je tussen de middag ook maar niet even thuis eten. Piet geeft grif
toe, dat de promotiekansen bij de Rotterdamse pendelarbeid nu
niet zo groot zijn. Je kan nog wel voorman worden. Maar daar
mee houdt het dan ook op. Hij heeft nog wel eens gepoogd om
tot omscholing te komen, maar dat liep mis. Ach, er zijn dagen
bij, dat je het pendelen zat wordt, maar overschakelen is ook niet
zo eenvoudig. En er is goed loon, enz.
VISSEN
Piet van der Male is een hartstochtelijk visser. Zijn hobby ligt
aan de zeedijk. Hij werkt met fuiken, voorheen ook wel met de
werphengel, maar dat vindt hij minder interessant. Als hij nacht
dienst heeft, kan hij overdag voor de fuiken zorgen. Anders
meestal tijdens het weekeind. Hij is de laatste 2x/i jaar, vanwege
z'n trouwdag, wel wat meer gebonden en de laatste tijd is men
bovendien ijverig bezig een nieuwe woning in te richten. Het
Karreveld wordt immers gesaneerd. Maar anders, graag naar het
water. Niet op zondag, zegt Piet als lid van de Oud Ger. Ge
meente ter plaatse. Maar overigens vrij man zijn, niet gebonden
aan verenigingen of organisaties. Daar ben ik nu eenmaal geen
man voor.
REUZE BELEID
Het wil niet zeggen, dat Piet zich ook niet zou interesseren voor
de gemeenschap. Hij leeft mee met het gemeentelijk gebeuren,
komt ook wel eens luisteren naar de raadsvergadering, zoals er
in Sint-Philipsland vrijwel steeds enkelen op de publieke tribune
zitten. Hij vindt het de laatste paar jaar een vooruitstrevend be
leid, dat wordt gevoerd. En dat hoef je niet van mij aan te ne
men, verzekert Piet, dat kun je zo in de gemeente zien. Zo kwam
ik een tijd geleden bij de burgemeester om vergunning te vragen
mijn achtergevel op te knappen. Het was nodig in het lage, kleine
huisje op het Karreveld. En toen hoorde ik van de burgemeester,
dat er saneringsplannen waren voor dit gebied. Zeker, na de ramp
was er al eens over gesproken, maar je hoorde er niks meer van.
Nu plotseling was het zover. En het ging met spoed. Toen ik bij
de burgemeester kwam, was het plan nog niet uitgewerkt. Hij was
nog wat voorzichtig, want de raad moest het nog goedkeuren.
Wat zeg je dan op zo'n moment. Natuurlijk dat je graag op het
Karreveld wil blijven wonen. Zo dicht bij de zeedijk.
Maar Piet erkent teiivolle, nu hij (inmiddels) wellicht zijn nieuwe
woning in de Mosselkreekstraat al heeft betrokken, dat de sane
ring uitstekend is geregeld. De eigen Karreveld woning werd
verkocht en in de Mosselkreekstraat een nieuw huis gekocht. On
der gunstige voorwaarden.
MISSCHIEN WAS IK TEGEN
Ja, dat weet Piet ook wel, wanneer we hem in die richting vra
gen. Het blijft niet alleen bij huizenbouw. Er moet een dorpshuis
komen volgens het gemeentebestuur en een sportveld. Piet kan
het zich wel enigermate indenken, maar heeft er zelf noch belang
bij, noch interesse voor. Hij wil toegeven, dat vissen, schaatsen,
voetballen allemaal onder sport gerangschikt kunnen worden,
maar er zit nog wel verschil. Dat vissen kun je zelf betalen en
je investeert naar gelang je kan. Maar tegenwoordig moet er wel
een lieve cent op tafel komen, eer je een goed sportveld hebt.
Zonder direct aan politiek te doen, zou Piet het nog niet weten
of hij wel voor zou stemmen, als hem als raadslid zou worden
gevraagd geld voor een voetbalveld te voteren.
Nou ja, die ijsbaan kost heel wat minder. Dat kan er nog wel
mee door. Maar voor zo'n dorp een eigen sportveld? Dat is nog
wat anders. Al weet Piet evengoed als wie ook, dat het voor de
leden zelf te veel zou gaan kosten als ze het zelf moesten doen.
Dat het dorpshuis er komt vindt hij ook wel goed, met gymzaal.
Maar of het straks veel gebruikt zal worden voor bruiloften als
je er dik voor moet betalen en in "De Druiventros" gratis terecht
kunt, is voor Piet nog een vraag.
In de landelijke politiek is Piet helemaal niet geinteresseerd. Hij
ziet liever zijn fuiken vol paling. Een dagblad kijkt hij nauwelijks
in. In de Eendrachtbode samenlezend met vader leest hij
in elk geval het raadsverslag van Sint-Philipsland. Wat 'Noad'
deed hoort hij wel, maar gaat dat allemaal niet nog eens lezen.
Aaltje Wielaard uit Stavenisse
Aaltje Wielaard werd 15 augustus 1944 te Wieringerwerf ge
boren. Het echtpaar Wielaard - Dorst vertrok, zoals vrijwel alle
eilandbewoners uit het inundatiegcbied door de Duitsers gedwon
gen, op 22 februari naar Rotterdam, waar men bij familieleden
tijdelijk een onderkomen vond. Inderdaad maar tijdelijk, want via
kennissen hoorde dhr. Wielaard, dat er in Wieringerwerf onge
twijfeld werk voor hem zou zijn en inderdaad lukte dat op een
boerderij, waarna de Stavenisse familie op 2 mei 1944 van Rot
terdam naar het nieuwe evacuatie-adres in Wieringerwerf trok.
Wanneer men echter meende het in die tijd nogal aardig ge
schoten te hebben, was er plotseling dat onberekenbare van de
bezettingstijd. Om voor hem onverklaarbare redenen werd dhr.
Wielaard door de politie in opdracht van de bezetter opgepakt,
omdat hij de arbeidswet zou hebben ontdoken. Met nog anderen
werd hij naar een straf- of werkkamp in Souburg gebracht. Een
boer uit Alkmaar, die zich bijzonder voor deze mensen inzette
kon tenslotte overtuigen, dat dhr. Wielaard dringend nodig was
op de boerderij en vanaf die tijd is men de evacuatie zo onge
veer heelhuids doorgekomen. Overigens duurde het tot 21 juni
1945 eer men weer in Stavenisse terug was, in hetzelfde huisje
Bos 1 en dhr. Wielaard maakte de 25 jaar vol op boerderij De
Rooij.
HET MOOISTE DORP
Aaltje bezocht in Stavenisse de lagere school en weet zo achter
elkaar de schoolhoofden op te noemen, die ze meemaakte, waar
van de meeste tijd bij de heer Gideonse. Na die schooltijd kwam
ze op het atelier Van Beveren om vervolgens te gaan helpen
in een textielwinkel in de Wilhelminastraat. Daar hoopt ze bin
nenkort eigenaresse van te zijn, nu de huidige exploitante naar
een pas in aanbouw gekomen bejaardenwoning zal verhuizen.
Vandaar dat Aaltje intensief mededelingen volgt in de Een
drachtbode over de bouw van bejaardenwoningen. Het kan niet
te vlug gaan en juist toen we het gesprek hadden, was het fun
dament gelegd. Overigens zorgde mej. Wielaard nog wel de ge
wenste kennis op te doen, zowel in theorie als praktijk. Vandaar
nu ook het middenstandsdiploma en verdere vereisten. Daarbij
komen er voor Aaltje trouwplannen, zodat ze met een eigen zaak
op een goede toekomst hoopt. En dan borduren we toch even
verder door op de mening van Aaltje Wielaard over al datgene
wat eigen dorp en streek betreft. 'Ik vind het zelf een beetje zot,
maar ik lees in de Eendrachtbode altijd eerst het vervolgverhaal.
Telkens pak je er toch weer naar. Terwijl ik overigens nog geen
tien boeken in m'n leven heb gelezen'. Verder volgt ze in haar
eigen streekblad natuurlijk de advertenties en het plaatselijk
nieuws van Stavenisse. Voor politiek interesseer ik me geen zier,
zegt de gul lachende Aaltje. En kom niet aan Stavenisse bij
Aaltje. Velen zeggen, dat het een gat is, al komen ze dan nu
van heinde en verre, maar voor mij is het het mooiste dorp uit
de streek. En datzelfde zeggen nu toch ook veel mensen, die van
uit de stad hier komen wonen.
Aaltje gunt de mensen uit de stad best de frisse lucht van de
Schelde, maar vindt het als trouw kerkgangster van de Oud
Ger. Gemeente en daarom niet alleen zeer spijtig, dat met
name de zondag zo door het toerisme wordt misbruikt. Nee, ze
gelooft er niet in, dat alleen dat toerisme de opkomst kan zijn
voor Stavenisse. Wanneer het ten koste zou moeten gaan van
ons levensmilieu, van een verstoring van de zondagsrust en
-heiliging, dan desnoods maar geen toerisme. Trouwens, als er
steeds meer blijven komen, is er voor de toerist ook niet veel
meer aan. Dan is het hier ook vol. Aaltje gelooft niet, ook niet
wanneer ze straks een eigen zaak heeft, puur afhankelijk te zijn
van de toeristische verkopen. Tenslotte gaat het twaalf maanden
op een jaar om je eigen inwoners en misschien een maand of
vier om de toeristische aanvulling. Nou ja, die er van kan pro
fiteren, zowel toerist als middenstand, best, maar dan geen ver
storing van ons plattelandsleven.
Aaltje openhartig en vriendelijk, staat wat dat betreft vast op
haar standpunt.
AFBRAAK
Zo lang er nog wat te verdienen valt in land- en tuinbouw, in
de bollenteelt en op de veiling, in een enkel atelier en werkplaats,
dan zal het nog wel gaan, meent Aaltje. We zijn er altijd nog
gekomen, waarom zouden we dan nu persé het toerisme nodig
hebben. Veel meer gevaar ziet ze in gemeentelijke samenvoeging.
Niet dat ze zich daarin zo heeft verdiept, maar in elk geval er
wel eens van gehoord. Eén gemeente en één burgemeester. Voor
mij hoeft het zeker niet, vindt Aaltje. Als je voor elk wissewasje
naar Tholen zou moeten of weet ik waar naar toe, kun je je
vreugde wel op. Als ik het voor het zeggen had, zegt een vrolijk
lachende Aaltje, zich goed bewust dat dit niet het geval is, dan
zou ik Stavenisse zelfstandig laten.
Het is hier altijd nog gegaan, waarom dan nu niet meer. Alle
oude huisjes worden weer bezet door mensen van elders. Maar
als je geen eigen burgemeester meer hebt, geen eigen gemeente
bestuur en ergens anders komt een centrumgemeente, dan zak je
af. Ze heeft niet de minste kritiek op haar wnd. burgemeester
Moerland. Waarom? Het loopt goed. Wat gedaan moet worden
gebeurt toch. En wat kun je meer vergen. Laat ze ons nu maar
ons rustig leventje laten, zegt deze Stavenisse inwoonster, waar
van er ook familieleden bij de ramp in 1953 verdronken. Laat
ze ons hier maar rustin laten doen. Aaltje Wielaard heeft een
vast standpunt met name ten aanzien van de zondagsrust. Maar
het betekent niet, dat je dan ook een zwartkijker hoeft te zijn.
Aaltje in elk geval niet. Ze ziet het echt niet zo somber in. Als
men Stavenisse maar Stavenisse laat. Het mooiste dorp van de
streek volgens Aaltje Wielaard.
Hans van Dijke uit Poortvliet:
Enkele uren nadat Johannes Willem van Dijke was geboren,
reden de Poolse tanks Breda binnen. Het was 27 oktober 1944.
In Breda vond de eerste Sint-Annaland:e, later PoortvTetse
timmerman Johannes van Dijke, vader van Hans, in de uiterst
beroerde januarimaand 1944 een evacuatie-adres. Het was aan
de rand van de bierstad en via kennissen was het Pcortvlietse
gezinshoofd aan het adres gekomen. Men zat er vrij goed. En
zo goed en kwaad als dat in het evacuatie jaar ging, voor wat
werkgelegenheid, voor wat voedsel, voor wat uit de hand van
de vijand blijven, voor wat vrees voor V'l en V'2 betreft,
regen zich ook toen de dagen, weken en maanden aaneen.
Levend tussen hoop en vrees, verwachting en bedruktheid, als
duizenden andere streekbewcners en landgenoten, op het randje
van leven en dood.
Toen kwam 27 oktober 1944. In de nacht om 2 uur (spertijd)
bracht Van Dijke zijn vrouw, achter op de fiets van de rand
der stad naar het hartje van Breda, in het diaconessenziekenhuis.
Daar werd in de vroege morgen Hans geboren. Een uur later
werden moeder en zoon naar de kelder gebracht vanwege het
kanonvuur op de stad. Maar dezelfde morgen ook jubelden de
Bredanaars en alles wat verder binnen de muren woonde het
bevrijdingslied. Dromden mensemenigten op en rond de Poolse
tanks .omhelsden de bevrijders, galmden bronzen klokketonen,
was er de omklemmina van de vrede, de omarming van het
leven. En wist Hans van Dijke zich vier uren oud, van de
Pool geen kwaad.
De emotie van de vrijheid, de emotie van geboorte, ebde weg.
De ouders van Hans keerden terug naar Poortvliet. Hans met
hen. Er volgde de lagere school ter plaatse, de mulo en het
eindexamen in Tholen. Er volgden cursussen op administratief-
en verzekeringsgebied. Hans kwam in het bedrijf van vader
met daartussendoor de dienstplichtfunctie A.M.X.-piloot.
Het bedrijf kent z'n werkzaamheden in het gehele eiland van
Tholen en Sint-Philipsland.
Hans is sinds vorig jaar december getrouwd en heeft een fraaie
woning aan de Poortvlietse Schoolstraat
Zijn werk bevalt hem uitstekend. Een zelfstandig beroep, met
enerzijds een volle inzet vergende attentie, met het eigen risico
al sluit hij zijn verzekeringen ter risico-spreidihg, maar toch ook
met de vrijheid die het zelfstandig beroep kenmerkt
Toch cok wel 'savonds veel bezet.
VOETBAL
Hans van Dijke vindt ontspanning in het voetballen. Bij zijn
eigen SPS. Toen deze combinatie met Scherpenisse er nog niet
was, speelde hij in de Vosmeerse junioren-elftallen, later ook
nog enige tijd in Smerdiek. Maar was toch wat blij mede steun
te kunnen geven aan de oprichting van SPS, speelt daar nog
wekelijks mee in het eerste en is menigmaal ook nog wel goed
voor een dcelpunt. Is ook lid van de gymnastiekvereniging,
waaraan hij meer deed tot SPS er nog niet was. Mag verder
graag een partijtje biljarten, al komt dat er n;et vaak meer van.
Hans betreurt het, dat een eertijds bloeiende gym wat veren
moest laten na oprichting van de voetbalvereniging. En daar
mee is hij gelijk aan z'n mening gekomen over het verenigings
leven in kleine dorpen als Poortvliet en andere in ons gebied.
Bijzonder moeilijk in stand te houden. De leiding van veel,
rust zo vaak op enkelen. Kader is in een dorp zeldzaam. Het is
in een kleine gemeente moeilijk, vindt Hans, om iedere jongen
en ieder meisje gelegenheid te geven de eigen hobby te beleven.
Dat mag wat Hans betreft op ieder terrein zijn: knapenvereni-
ging, jeugdinstuif, meisjesvereniging, zangkoor, voetbal, gym,
schaakclub of wat men graag als ontspanning doet. Maar hoe
daarvoor voldoende liefhebberij te vinden en hoe dat in stand
te houden. Neem ook maar een muziekvereniging. Wat is dat
spijtig, nu er in elke gemeente geen korps meer is. Al kon dat
dan niet overal zo hoog van de toren blazen.Inderdaad heeft de
verscheidenheid, heeft vooral de mobiliteit, de communicatie cf
eenvoudiger gezegd radio, t.v., vervoermiddel, daaraan geknaagd.
Daarom pleit Hans vcor een zo gering mogelijke versnippering
in de kleine gemeenschappen. Al gunt hij ieders vrijheid, ieders
overtuiging. Maar men kan nu eenmaal niet voor elke richting
ook ezn vereniging hebben. Een zangkoor in Poortvliet kan niet
alleen met hervormden, kan het niet alleen met leden van de
Ger. Gemeente. Een bibliotheek is aangewezen op de lezers uit
het gehele dorp en kan daarom niet anders dan zich ook naar
meerdere wensen aanpassen. Het zou onzin zijn .wanneer de
sportvereniging in Poortvliet probeerde er een zondagsclub van
te maken, afgezien nog of er nog zouden zijn, die dat willen.
KEUZE
Daarom een keuze doen. Wil men iets. Goed. dan kijken of er
animo voldoende is. Maar wel proberen het gezamenlijk te doen.
Als er schotjes tussen moeten, kan het zeker niet. Bij elkaar
vindt Hans van Dijke dat enerzijds wat teloor ging (zoals de
eigen muziekvereniging) maar dat er de laatste jaren op ver-
eniqingsgeb.ed toch aardig wat tot stand kwam. Niet alleen
SPS, maar ook een zangkoor ,niet alleen de gymnastiekver
eniging, maar inmiddels ook een tafeltennisclub. Niet alleen
bejaardenmiddagen, maar ook een drumband.
Wel jammer, dat er nog altijd ouders zijn die de kinderen geen
goede ontspanning toelaten.
Komt het niet meer door de angst voor wat buurman er van
zegt, dan omdat men het op zichzelf zo erg vindt? Zo heeft
Hans wel wat medelijden met die jonge knapen, die elke
trainingsavond bij SPS komen kijken en zo graag mee zouden
willen doen, maar die het door ouders niet is toegestaan. Al
gaat het wel steeds de goede richting uit.
Men ziet toch zelf. dat men zich beter in turnzaal of op voetbal
veld kan ontspannen, dan in ledigheid anderen overlast
bezorgen.
En die ontwikkeling gaat verder. Via de gymnastiek op de
basisscholen, via de noodzakelijkheid van verdere studie door
de leerplichtwet, via de noodzakelijke scholing om iets te kunnen
bereiken. Er komt inderdaad meer begrip voor de noodzaak
van eens te mceten ontspannen in een druk en gehaast leven.
WEL GEÏNTERESSEERD
Hans van Dijke toonde zich één der weinigen van de 25-jarigen
met wie uw verslaggever een gesprek had, die zich nogal voor
de politiek interesseerde. Hij v ndt het een bijzondere vooruit
gang, dat men daar tegenwoordig ook voor mag uitkomen zon
der ergens anders in beroep of bedrijf gedupeerd te worden.
We laten dat vcor zijn rekening, maar Hans vindt dat daaraan
de Eendrachtbode in de laatste jaren goede richting gaf. Door
verslagen zonder onderscheid. Door godsdienst- en politieke
vrijheid te benadrukken .Dat proeft hij tussen de regels door.
Nee, toch is Hans niet aangesloten bij een politieke partij. Hij
stemt chr. Historisch. Ja, toegegeven, dat ouderlijke invloed in
dat opzicht van belang is. Hij vindt trouwens dat in Poortvliet
een vrij progressief beleid wordt gevoerd door alle in de raad
voorkomende partijen. Hij wil ronduit erkennen, dat de Poort
vlietse raad unaniem, de laatste jaren veel voor de jeugd heeft