Geef haard en kachel Betere warmte Is er niet 25e JAARGANG No* 47 EENDRACHTBODE 16 OKTOBER 1969 TWEEDE BLAD Gemaakt van antraciet maar veel soedkoper. Een serie verledentijdse dorpsschetsen over de gemeenschap Sint-Annaland Door Han Dekker NOG MEER VOORDELEN VOOR INDUSTRIEKERN SINT-MAARTENSDIJK Smalstad krijgt subsidie voor sociaal- culturele objecten G.S. stimuleren gemeentelijke recreatieve samenwerking Uw kolenhandelaar brengt't wel even Wat voor de Florentijnen de Ponte Vecchio betekende, voor de Brus selaars de Rue Neuf, was voor de Sint Annalanders de Voorstraat. Tot even na de tweede wereldoorlog vormde zij sinds mensenheugenis op zaterdagavond hèt centrum van handel, ontspanning en romantiek. Men zei „naar 't dorp" te gaan, en bedoelde daarmee de Voorstraat. Urenlang zag men de rijpere jeugd flaneren, van de kerkrihg naar de haven, vice versa. De intuïtieve keerpunten lagen respectievelijk enkele meters voor de havenhoogte, en een paar huizen voor het zgn. „rooster". De hele straat was voortdurend door (jonge) mensen bezet, evenals 's zondags de Ring, waar het dan zwart (of veelkleurig) zag van wandelende in woners en-of amoureuze gegadigden Aan die levensbruisende Voorstraat (nr. 3) woonde weleer de in 1910 gepensionneerde onderwijzer S. M. van der Bel. Toen diens vader nog in dit huis woonde, was hier plaatselijk de heer Piet Soeters „Lantaarnaan steker en Opzichter der Brandbluschmiddelen en vader Jacob als zoon Samuel hadden geen vertrouwen in het brandweerwezen van Sint Anna- land Als in een zomer rond de eeuwwisseling meester Sam. dan ook voor enkele dagen op reis gaat, laat hij, duidelijk zichtbaar tussen gor dijn en vensterpias, een schriftelijke „richtlijn" achter voor onze brand weermensen, in geval van nood. Stijlvol meldt hij: „Mocht zijn huis door hemelvuur getroffen worden, spuit dan, met het oog op de vruchten, langs voren!" Z'n woning, nou ja, liever niet natuurlijk maar zijn moestuin die hem a.h.w. voedt en zodoende in natura een niet onbelang rijk inkomstendeel uitmaakt, wenst hij onder geen beding vertrapt te zien want hij weet, dat bij brand Sint Annalands spuitgasten van gemeente wege „vrij jenever" hebben, en hun overmoed derhalve grenzeloos kan zijn Vrij jenever bij brand, en eens per jaar oefenen; de ene handspuit "s zaterdags vóór Pinksteren, de andere 's zaterdags er na, en het presentie geld was wijfentwintig cent per man, per keer. Tussen deze „ocfendagen" gingen vele dorpelingen op tweede Pinksterdag uit „eilandrijden" per gerij of boerenwagen, zoals met Pasen door aankomende jongelui (èn volwassenen) traditioneel werd touwtje-gesprongen Wat kon het dan druk zijn op onze polderwegen. Zakelijke hoogtijdagen waren dat levens voor Johannes Goedegebuure, Sint Annalands berocpskoetsier De heer J. Goedegebuure had zijn koetsiersbedrijf, uiterlijk bestaande uit een grote, houten schuur annex woonhuis, aan de Ring (thans nr. 54). Ritjes voor 1 a 2 personen, naar Bergen op Zoom, Stavenisse (veer Zierikzee) of elders op het eiland, werden gedaan met een gerij, bespan nen met één paard. Ook het relatief weinige ziekenvervoer vond meestal op deze wijze plaats. Moesten echter meer mensen mee (maximaal zes), dan werden twee paarden voor een grotere reiskoets gespannen, wat zoiets was als de plaatselijke deligence, maar dan zonder vaste dienst tijden. Als zovele op Sint Annaland, blijkt Goedegebuures echtgenote een uiterst proper mens te zijn, een huisvrouw die onder andere haar petro leumstellen, met het oog op walm en baklucht, heeft verwezen naar de schuur Op een kwade dag komL rook de schuurdeur uit gekrinkeld, voorbijgangers alarmerend, het dorp in rep en roer brengend, en snel vreet het vuur zich een verwoestende weg Van uit een vlakbije kerk toren klinkt onheilspellend kleppen, het gebouw brandt als een fakkel, de teer der overkantschuur (dhr. Fr. v. d. Male) begint zelfs al te smelten, en onze brandweermannen raken door het dolle heen. Brand gast Maarten M. legt argeloos z'n hand op één der spuiten, waarvan de betrokken pompeniers, misschien versuft door spanning, rook en „drank clausule" plots de pompslang neer doen dreunen, en een snerpende, boven 't vlammengeloei uitkomende pijnkreet vermeldt, dat Maartens hand verpletterd is Heer Goedegebuures schuur gaat er volkomen aan, en terwijl de scha wordt overzien is het wellicht onze zo triestig uit geschakelde brandweerman, die, nog weken zich van pijn verbijtend, de beroerdste herinnering aan deze koetshuisbrand bewaart (NADRUK VERBODEN) DE ONFORTUINLYKE BRANDWEERMAN Als men terugblikt op 't verleden, welke gevoelens overheersen dan? Blij herinneren, droef overpeizen, en heel vaak een samenvloeiing van beide. Het „goede" van vroeger Ach, elk mens, naar de natuur ge sproken, hetzij persoonlijk, in gezin of familie, ondervindt in het leven hoogte- en dieptepunten, al of niet beïnvloed door algemene tijdsomstan digheden, perioden die maar zelden samenvallen met gelijksoortige van anderen. De levensvisie is mede daardoor, en afhankelijk van leeftijd, karakter en stemming, zo sterk individueel. Ouderen denken aan de tijd loen zij jong waren, het „donkere" vervaagt, het mooie blijft en is onmis baar „particulier bezit" geworden dat graag en menigvuldig wordt herdacht en besproken De ouderen anno 1969; zij herinneren zich de laatste decennia der „oude wereld" (1789-1939), waar ook voor Sint Annaland jaren onder waren, die door zekere oorzaken buiten de chrono logische oever van het normaal burgerlijke traden Zo was daar 1918 met zijn beruchte Spaanse griep; mede tientallen der onzen vielen hieraan in enkele weken tijds ten offer. 1918, een rouwjaar dat uit de regelmaat van 't leven springt door een veelvuldig sterven Ongewenst is uiteraard de dood, maar ook leven kan dat onder bepaalde omstandigheden zijn.. Bij het indijken der Joanna Mariapolder in 1860-61 werkten en verbleven hier veel vreemde arbeiders en ander personeel. Hoger dan „normaal" was toen plaatselijk het aantal onwettig geborenen maar wettig of „onecht", bij de voornaamgeving speelt dit geen rol. Namen uit vrijwel alle werelddelen en van eeuwenoude tijden klonken plechtig aan St. Annalandse doopvonten: Adam (ouder is onmogelijk!) en anderen Hebreeuwse namen, als Jeremias, Nehemia, David, Josias, Abraham, Elisa Slavische (Sander), Islamietische (Ali, Iman), Vlaamse (Witte, Dimme), middeleeuws-klassieke (Centinus, Gomarus van wie sommigen de Cent- of Gommert-„kop", anderen de Tinus- of Maris-„staart" kregen-) en de Evangelische naam Johannes (God is ge nadig!) maakt alles goed Een zeker jaar waarin veel dorpsgenoten overleden, bijna zestig jaar eerder een periode dat het geboorteregister extra groeide Vanwege tal rijke (illegale) geboorten Jaren van buitengewone droogte, zeldzaam natte tijden, opvallend strenge winters; oudere plattelanders noemen de data a l'improviste! Vraag niet de sterfdag te noemen van Floris de Vijfde maar wanneer het ook weer was dat de zon zo aanhoudend blakerde, en prompt wordt „die hele zomer van elf" opnieuw actueel. Ze vertellen over he twater uit de kerkelijke regenbak, dat toen gedistribueerd, voor luttele centen per emmer werd verkocht, over door de droogte gescheurde akkers de heersende angsL voor brand, en allerlei al of niet samenhangende dorpstradities Zij vertellen, en wij beluisteren hoe hard en lang het werken was in die jaren, toen bijvoorbeeld al het graan nog met de sikkel werd gemaaid De meeste boeren dorsten in de winter zelf hun tarwe. Uit talloze schu ren, zowel in als buiten het dorp, kon men dan tot ver in de omtrek het ritmische geklop horen van de dorsvlegels, later gevolgd door een mono toon gedokker der zogenaamde windmolens, waarmee het kaf werd weg geblazen. Vooral in 't voorjaar was de dorpslucht 's avonds vervuld van heldere metaalklanken, een „tiukelconcert" van gescherpt wordende schrepels, daarna was er voor het slapen gaan een algemene „pauze". Dorpsromanliek anno 1883. Enkele jongemannen met muziekinstru menten onder de arm stappen naar het souterrain van „Havenzicht", waar dit jaar, in verband met de nieuwe schoolbouw, „Accelerando" oefent. Schippers, wier houten zeiltjalken stevelings of langszij in de kaai bijeen liggen, staan pruimend of pijprokend met landbouwers van allerlei leef tijd te kouten op de havenhoogte, officieus trefpunt van handels- en ar beidsbemiddeling, nieuws- en weerbespreking, rust en recreatie Som- mige gehaakmulste vrouwen zitten er deze vroege zomeravond op een biezen stoel voor haar huisje, andere een eindje verder, op de dijk voor de Klippelstraat, vlijtig te breien aan borstrok of zwartwollen kous. Kin deren joelen en spelen; de keuvelende mannenmenigte wijkt verstoord even terug voor een nog laat passerende Thoolse boerewagen met paarden, en allen genieten na een dag hard werken, van een onmisbaar, traditioneel ontspanningshoogtepunt, dat vanavond wordt geaccompagneerd met fan fareklanken vanuit de genoemde caféfundering. Een gezellig dorpsta bleau van weleer, net tijdelijk, de orkestbak onder het toneel, op de achtergrond Gedeputeerde Staten van Zeeland streven ernaar met ingang van 1 januari 1970 de PZEM en de ZEGAM samen te voegen. De statuten van de nieuw te vormen maat schappij zullen binnenkort in statenverga dering aan de orde komen. Als de fusie doorgaat, is dit de eerste keer in Nederland dat een zo vergaande samenbundeling van de belangrijkste ener giebronnen in provinciaal verband tot stand komt. Volgende week KNUSSE KRUI DEN IERSWINK E I.TJES EN RISICOLOPENDE SCHIPPERSKNECHTS. Een karretje op de Nieuwstraat reed; De zon scheen stralend, het was zo heet, Het paard zou best wat lusten. Naar huis dus, waar men haver vindt; De voerman lei te rusten (Vrij naar dr. Heije's ..Twee Voerlui".) Rustiek beeld van een voltooid weleer! Medio vorige eeuw was Piet Soeters hier „Lantaarn- aensteker en Opzichter der Brandbluschmiddelen." In heer Soeters „cafékelder" oefende menig keertje „Accelerando". Hij overleed op 6 januari 1895. hoe hard en lang het werken was in die jaren, toen bijvoorbeeld al het graan nog met de sikkel werd gemaaid.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1969 | | pagina 5