EENDRACHTBODE de omweg „Altyt bet groeijede" ZWAKBEGAAFDEN VORMEN PROBLEEM VOOR CENTRALE WERKPLAATS DE BEVELANDEN Met het oog op Zeeland 25e JAARGANG No. 39 21 AUGUSTUS 1969 TWEEDE BLAD Nieuwe werkplaats Tholen In december klaar Eigen produkten oplossing voor gevolgen automatisering Een serie verledentijdse dorpsschetsen over de gemeenschap Sint-Annaland Vil „De groep van zwak begaafden van de centrale werkplaats De Bevelanden is steeds een blijvende zorg, doordat door automati sering telkens meer werk voor die mensen afvalt. Ook in de toekomst zal deze groep zorgen blijven geven, vooral in de werkplaats Goes waar ongeveer twintig procent van de werk nemers minder begaafd zijn. In de dependance Tholen is dat percentage gering zodat men er daar ook geen moeite mee heeft" Dat zei de directeur van de centrale werk plaats De Bevelanden, de heer A. J. A. Veldkamp uit Goes, woensdagmiddag op de vergadering van het algemeen bestuur in het Thoolse stadhuis. De directeur zag een oplossing in het over schakelen op eigen produkten, die ook in de verkoop gebracht zouden moeten worden. Verder wees de heer Veldkamp nog op de aanzienlijke werkvermindering in de meubel sector door de werking van de BTW. In Duitsland is het werk in deze bedrijfstak ook teruggelopen, wat voor de centrale werkplaats eveneens gevolgen Had. De moei lijkheid hierbij is dat de mensen van de centrale werkplaats omgeschoold moeten worden voor ander werk. De aankoop van een vrachtauto, waar voor de begrotingswijziging op deze verga dering werd goedgekeurd, zal waarschijnlijk uitgesteld worden vanwege de teruggang van de werkzaamheden in de houtafdeling. NIEUWE VERGADERING De vergadering van het algemeen bestuur die voor half drie was uitgeschreven, kon vanwege het kleine aantal aanwezigen (15) niet doorgaan. Voorzitter mr. J. G. v. d. Burgt uit Goes schreef daarom een nieuwe vergadering uit dié om drie uur begon. Hopen lijk zal dat voor de twee vergade ringen die in het najaar nog gehouden wor den. niet nodig zijn. De agenda van woensdagmiddag bevatte uitsluitend vele formele punten over salaris sen, begrotingen en rekeningen. Bij de rondvraag informeerde wethouder L. Kloet uit Sint-Maartensdijk naar de mo gelijkheid tot revalidatie in de werkplaats Tholen. Directeur Veldkamp antwoordde dat die mogelijheid kleiner is dan in Goes doordat de groep in Tholen daarvoor te klein is en de keuze van werkobjecten te gering. Het B-team uit Goes schenkt echter wel speciale aandacht aan de mensen uit Tho len die eigenlijk tot de B-afdeling (zwakbe- gaafden) behoren. NIEUW GEBOUW Na de vergadering gingen de bestuurders van de De Bevelanden nog een kijkje nemen bij de bouw van de nieuwe werkplaats op het Thoolse industrieterrein. Werkmeester P. Hoogedeure uit Tholen en de heer Brou wer van de centrale dienst Noord-Zeeland gaven daarbij toelichting. De bouw is al tot dakhoogte gevorderd, zodat het niet meer zo lang zal duren of de betonplaten kunnen op het dak worden aan gebracht. De nieuwe werkplaats heeft een geraamte van ijzeren balken. De hoofdingang komt aande kant van het veilinggebouw. Aan de voorkant komt van links naar rechts: administratieruimte, hoofdingang, kantine, doorgang naar de werkruimten afgesloten door een hek, en de garage- en bergruimte. Aan de kant van de weg Tholen-Oud Vossemeer komt van rechts naar links: ad ministratieruimte, kamer bedrijfsarts, ruimte voor elektrische installaties en lichttoevoer, toiletten, wasgelegenheid en douches en daar achter de werkruimten. Aan de kant van de Timpa komt van links naar rechts: garage, bergruimte, toi letten en wasgelegenheid dames en daar achter de werkruimten. De werkruimte bestaat uit drie gedeelten, waarvan het dak het middelste deel lager komt te liggen dan het linker en rechter dee.l In dit deel komt een afgesloten ruimte voor de werkmeester, de spuiterij met de schilderafdeling en het magazijn." HOUTAFDELING In het rechter gedeelte, aan de kant van Timpa, komt de werkplaats voor de machi nale houtbewerking .Het stille gedeelte en de montageafdeling komt aan de kant van de weg Tholen-Oud Vossemeer. Er komen verplaatsbare wanden en in sommige ruimten explosievrije schotten. In de achterkant komen kanteldeuren waar vrachtwagens zo binnen kunnen rijden om materialen te laden of te lossen. Achter het bestaande gebouw heeft De Bevelanden nog twaalf .meter grond, zodat er tot aan het nieuwe wegje op het Thoolse industrieter rein altijd nog uitgebreid kan worden. De nieuwe werkplaats, die volgens de plannen in december klaar moet zijn, bete kent een grote verbetering voor de veertig werknemers van de Thoolse dependance aan de Doelweg. De oude school is veel te klein om goed te kunnen werken. De nieuwe werk plaats is op de toekomst gebouwd, want de deuren zijn 1.50 meter breed zodat een hef truck met pallets zo de garage, bergruimte of magazijn in kan rijden. Bij de centrale werkplaats De Bevelanden werken nu zo'n 21.0 mensen, waarvan 170 in Goes en 40 in Tholen. Vele Zeeuwse televisiebeza|ters hebben woensdagavond hun toestel op hef tweede net gehad, toen de TROS de ruim zeventig minuten durende uitzending „met het oog op Zeeland" uitzond. Eerst was er een filmreis van twintig mi nuten door het Zeeuwse land beginnend bij de ramp 1953 en eindigend met de oproep van dorpsomroeper De Marfelaere uit IJzen- dijke om een bezoek aan Zeeland te brengen! zegt het voort. Daarna was er een amusementsgedeelte met koor, orkest, beatgroep en muziekge zelschap, afgewisseld door een klederdracht show en de echte Zeeuwse knollen van de ringrijders. De Middelburgse kampioenen werden nog eens in het zonnetje gezet, evenals de Zeeuwse damesvoetbalclub. Burgemeester W. Baas uit Sint Annaland kwam op de Middelburgse Abdij ook recht streeks op het scherm. Hij had enkele sche dels meegebracht uit zijn grote verzameling maar hij kwam niet voor deze archeologische aardigheid, zoals de Tros-omroepster het zei. De heer Baas kwam iets vertellen over de herindeling, een bestuurlijke samenvoe ging waardoor Zeeland ook zeer bekend is in den lande. Dit doe ik niet voor mijn baantje, want volgend jaar wordt ik gepensioneerd, aldus de heer Baas. De herindelingstermen „be stuurskracht'' en „grotere financiële arm slag" hadden de Sint Annalandse burge meester niet van de noodzaak van herin deling overtuigd. Te meer niet omdat een rapport van de heer Idenburg, dat in opdracht van de re gering was gemaakt, voor de heer Baas vaan bleef. Informaties bij de Nederlandse Heide Maat schappij en de Rijksplanologische dienst le verden hem niets op. UITERAARD De burgemeester vond dat men het woord „uiteraard'' te veel heeft gebruikt, waardoor men ervan uitgaat dat bij herindeling uiter aard de bestuurskracht groter wordt en uiter aard de financiële armslag vermeerdert. Bij zijn vertrek uit Sint Laurens had de toen malige minister van binnenlandse zaken Smallenbroek gezegd: we willen St. Anna land het volle pond geven en daarom moe ten we iemand als burgemeester hebben die voor zelfstandigheid vecht. Dat deed dan nu burgemeester Baas, al kwam het er in deze korte uitzending niet zo duidelijk uit. De boerenkar vol beat van Moreman's Privacy wachtte namelijk al on geduldig op het laatste woord van dit inter view. Overigens was het geheel een interessant programma waarbij Zeeland in Nederland nog wat meer bekendheid kreeg. Tholen en Sint Philipsland kwamen evenwel in dit Zee land niet veel aan bod, ook niet bij de filmimpressie aan het begin van het pro gramma. door MAARTJE ZELDENRIJK 28 Ze zei het op een zondagmiddag, toen ze samen achter door het land liepen. „Bert, het is voor ons nogal ge makkelijk, omdat we beiden wisten, dat onze eerste ontmoeting een doorgestoken kaart was. Jouw ouders en de mijne willen, dat wij een paar worden. Zover is het natuurlijk nog niet, doch we kunnen er nu beter en vrijer over praten. Je valt me mee, dat is waar. Ik mag je wel, maar het is daarom nog geen liefde. Er is even wel één ding, Bert, waar ik een verschrikkelijke hekel aan heb." Hij knikte. ,,Ik weet het. M' nborreltjes ,hè? Tja, zul je aan moeten wennen." Ze schudde beslist haar hoofd. „Nee, Bert, die kant gaan we niet uit. Want dan zeg ik nee en blijft het nee. Ik heb er natuurlijk niets op tegen, dat je op gezette tijden een biertje drinkt. Voor mijn part jenever. Maar met mate. Gisteravond heb ik niet willen zeggen, maar je had teveel op, vriend." „Hoe kom je erbij? protesteerde hij. „Ik heb je toch heelhuids thuisgebracht?" „Je levert zelf het bewijs. „Ik heb mezelf naar huis gebracht. Ik heb vanuit Hoorn gereden, niet jij. Maar dat schijn je niet eens te weten." „O ja dat is waar ook. Maar ik kan goed rijden" „Dat weet ik. En goed drinken. Laten we elkaar goed begrijpen, Bert. Van dit ogenblik af. Ik zie wel wat in je. Hoe het met jou is, weet ik al zo'n beetje. Ik mag je wel. Ik mag je zelfs graag. Je bent een jongen, waar mee ik voor de dag kan komen. Tot een zeker moment Dat is: als je de smaak te pakken krijg. En dat moet afgelopen zijn. Daarin ben ik onverbiddellijk. En denk nu niet, dat je door dik en dun een wit voetje hebt bij mijn moeder, want dan vergis je je. Moeder heeft ook een hekel aan drankmisbruik. Vader drinkt ook z'n bor reltje op tijd. Maar met mate. Twee of drie op een avond en dan vindt hij het genoeg. Als ik tegen moeder zeg: Ik moet Bert niet, hij zuipt me teveel dan krijg ik van moeder gelijk, versta je? Dan is 't uit. Finaal. Je kunt kiezen of delen; De drank of mij." „O, dus je gunt me geen borreltje?" Ze zuchtte diep en schudde enkele malen haar hoofd. „Heb ik dat gezegd? Doe niet zo kinderachtig. Ben jij een flinke boer? Je staat goed bekend in de Noordbeem- ster Je hebt een betere naam als indertijd je vader Laten we elkaar niet voor 't lapje houden, dat weet jij zo goed als ik Maar houd die goeie naam, dat is heel wat waard" Hij mopperde: „Ik ben nog niet eens met je getrouwd en je wilt me nu al onder de pantoffel hebben? Hij keek haar met een rood gezicht aan. Ze greep zijn arm en trok die door de hare. „Bert, lieve sufkop, ben ik het type, dat met een pantoffelheld zou willen trouwen? Ik moet tegen m'n man op kunnen kijken. Ik moet trots op hem kunnen zijn. Dan kan ik van hem houden, iedere dag meer. Maar een dronkaard zou ik op de duur verachten „Nou, een dronkaard dat is niet vleiend." „Je bent het nog niet, maar als je zo doorgaat, word je het. Misschien houd je je nu nog in voor mij. Maar als we getrouwd zijn? Wat dan? Dan denk Bert Pere boom: Wat kan het mij nog schelen, ik heb haar immers? Voorgoed? Daarom wil ik, dat je gaat bewijzen jezelf te remmen. Je kunt ook plezier hebben zonder dat je je vol 'giet met alcohol." „Goed, hoor, ik bestel voortaan wel Si-Si." „Het zou verstandig zijn. Natuurlijk drink je je biertje als we uitgaan. En je borrel Waarom niet? Maar je bent met een dame uit. Denk daarom Bert Pereboom." Ze trok hem dicht tegen zich aan. „Is dat nu zo moei lijk, Bert Pereboom? In ruil voor wat je te zijner tijd kunt krijgen?" Hij keek haar lachend aan. „Verdraaid, Leen, het is .werkelijk de moeite waard. Je hebt gelijk en bent een verstandig wijfje. Net als je moeder. Vader geeft altijd hoog van je moeder op. Weet je ,dat-ie vroeger met je moeder verkering had?" Ze knikte. Ze wist het sinds enige tijd. De in haar ogen slome Evert Pereboom leek haar nu helemaal niet het type voor moeder. Drie maanden ging Lena Keesom met Bert Pereboom. Toen kwam ze op een zaterdagavond tamelijk vroeg thuis. Griet zat nog op voor het televisietoestel, dat ze enkele weken geleden had gekocht. „Hallo, wat ben je vroeg?" Lena trok haar handschoenen uit, „Ik heb het uitge maakt. Ik heb hem in Hoorn gelaten. Bij zijn drink- vrienden. Hij zuipt als een arbeider. Ik heb 'm vaak ge noeg gewaarschuwd. Ik wil niet de vrouw worden van een dronkaard. Had je niets beters kunnen uitzoeken, moeder? Uitzoeken?" vroeg Griet onthutst. „Toe, moeder, laten we elkaar niet voor de gek hou den. Bert leek van het begin af aardig. Maar u had kunnen weten, dat zijn vader vroeger ook een zuiper was." „Ja, vroeger. Een mens is maar éénmaal jong." „Wat een logica," lachte Lena bitter. „En daarom mag je je eigen bezatten? Er lopen nog rare praatjes rond van zijn vader. Dat-ie soms een nacht wegblijft, omdat hij teveel gedronken heeft en niet durft rijden. (wordt vervolgd) Door Han Dekker GENEALOGIE ST. HILAIRE - ST. ANNALAND Anno Domini 1800. Een eeuw aangebroken die, naar de mens ge sproken, door een Napoleontische ingreep, haar eigen stempel krijgt. Tussen het ogenblik dat dan op Nieuwjaarsmorgen te St.-Annaland domi nee Joost Hendrik Dake de smalle kansel beklimt, en de 18e februari 1900 predikant Cornelis Waardenburg een nieuwe kerk inwijdt, ligt een 100-jarig, burgerlijk tijdperk, de lange, evoluerende maatschappij schakel tussen heden en regententij d, en de historiegang der natie ziet men hierin overal weerspiegeld in een respectievelijk, plaatselijk gebeuren. Vallend en opstaand zoeken in het jonge Koninkrijk der Nederlanden de gemeenten hun weg, en ook op St.-Annaland leren burgerij en over heid zich aan te passen aan het vele nieuwe Wij schrijven 1821, het sterfjaar van Napoleon. Sint Annalands predi kant Jacob Versprille heeft zo juist drie jongemannen op de pastorie gehad. Het waren Jacob Goudswaart, Izak van der Jagt en Bram Lindhout voor wie hij resp. verzoekbriefjes geschreven heeft ter verkrijging van vrijstelling voor de Nationale Militie-dienst. Dominee neemt een snuifje uit z'n zilveren doos (nog een cadeautje uit Kruiningen, zijn vorige ge meente) en pakt de wandelstok om ter verpozing een straatje om te gaan. Buiten maakt hij eerst een belangstellend praatje met vroedvrouw C. Catsho.ek, daarna, voor de deur van 't „schepenhuys", met Arij Bierens, die vorig jaar gem.-secretaris werd in Kees Steijns plaats. Zo nadert hij de Molendijkhuizen. Aan weerszijden van het brandslop staat een kleine boerenwoning. In de ene (nu café) woont Johannis Kapelle, in de an dere (thans schoenwinkel) Iman van Dommelen, en deze staat met een verbeten gezicht aan 't hekje dominee op te wachten Als de predi kant hem genaderd is, deelt hij deze onverwijld de oorzaak van z'n gram schap mee. 't Is weliswaar een zaak waar dominee volkomen buiten staat, een kwestie waarbij pastorale hulp zelfs ongewenst zou zijn; maar enfin, hij heeft z'n hart even gelucht, en dat is ook wat waard Vlak voor de Fransen in ons land kwamen had Imans vader het ver bindingspaadje tussen Molendijk en Suzannaweg, het zogenaamde brand slop, geblokkeerd door er doodleuk een turfhok met w.c. op te bouwen. Enkele tientallen jaren heeft men van gemeentewege deze „brandslop- verstopping" geslikt; nu is echter sinds kort „Heel- en Vroedmeester ten Platten Lande" W. C. Hoogkamer ook onze burgemeester geworden, en dit kortaangebonden heerschap vindt dat de nieuwe tijdsrechten ook in deze maar eens moeten worden toegepast! Terwijl Van Dommelen, z'n zwarte klepbroek optrekkend, door het houten pleeraampje als een vorst het omstreden terrein overziet, raadpleegt enkele meters verder ter secretarie een vastbesloten burgervader artikel 2236 van de „Code Na poleon". Heer Iman raakt door het gemeentelijk aanschrijven in deze, zoals ook domiee die dag merkte, danig uit z'n humeur en meldt o.m. schriftelijk: dat doe ik niet, dat heeft al 30 jaar zoo geweest „Goed," zegt Hoogkamer, „wie niet horen wil moet voelen," en prompt meldt hij de Officier van Justitie: „Daar er van overlang eenen doorgang heeft bestaan doch die nu een aantal jaren door genoemde Van Dom melen zijn voorzaten, door het Bouwen van een Secreet zonder permissie is ingenomen!" De burgemeester benadrukt de primaire conse quentie en vervolgt: dat men nu bij hooge vloeden of anderszins eene aanmerkelijken omweg maken moet en zie, dat geeft wellicht in Zierikzee de doorslag, want de rechtspraak gaat van feodaal naar onaf hankelijk, en elementair merkt men reeds, voortvloeiend uit het thans geldende handvest voor burgerrecht en -plicht, een prevaleren van ge meenschapsbelang boven particularisme. Het „privaat" verdwijnt, 't brandslop komt vrij en een gloednieuw ka daster steunt weer een andere wet van Bonaparte: berekening der grond belasting, die samen met de personele- één jaarlijkse aanslag uitmaakt, gespecificeerd in drie rubrieken„le Grondlasten, 2e Personeel en Mobi lair, 3e Regt op de Deuren en Vensters Het is opmerkelijk dat in deze uiteraard armoedige tijd, er op het dorp tientallen belastingplich tigen blijken le wonen, die per jaar méér dan tweehonderd gulden hierin betalen, en zelfs tussen dit soort prozaïsche regels schuilt nog filosofie Bakker Jacobus van Bendegom heeft enkel wat land als geld belegging; de belasting bedraagt f 19,44. Landbouwer Kees Kurvink (zijn voorgeslacht woonde in Reimerswaal) betaalt aan grondlasten f 134,80 en, gezien hij nogal riant woont, voor het deuren- en ramental f 10,52. Bartel Boogert blijkt grootgrondbezitter (grondbel. f 265,07) maar een uiterst eenvoudig en-of zuinig mens te zijn, want het raam- en deurenrecht voor zijn huisje is relatief slechts f 3,29. En nog steeds schrijven wij 1821. Eerst soldaat, dan pas huisvader, schijnt dan te gelden! Burgerlijke standambtenaren krijgen het consigne geen manspersonen aan te doen Tekenen," die nog niet „ter Loting" zijn geweest, en bij veldwachter sollicitaties luidt een voordrachtverordecing: om tot zodanige be diening bij voorkeur de aanwezige eervol ontslagen Militairen te nemen" Heer schout van Stavenisse heeft van Sint-Annalands veldwachter, Piet Fase, een zak dubieus varkensvlees tegen ontvangbewijs overgenomen, maar schout M. Mol van Sint-Philipsland is minder goed over hem te spreken, en daaruit blijkt ons tevens, dat 'n gecombineerde dienstver vulling tussen twee of meer gemeenten, zelfs anderhalve eeuw geleden al „problemen" scheppen kon „Den 7de December 1821. De veldwachter dezer en ook van Ued. Gemeente, tracht wederom zijne vorige slordigheid in het waarnemen van zijnen dienst in deze Gemeente te willen aan vangen, het geen mij te duidelijk gebleken is, daar hij sinds omtrent twaalf dagen afwezig is gebleven Tja, dat is voor de goede orde natuurlijk een wel wat lange absentie, maar het was dan ook geen klei nigheid, elke dag lopend van hier naar Sint-Philipsland, vice versa, en 's zaterdags een fikse omweg makend, over Tholen, om daar de gemeente- brieven ten postkantore te bezorgen Zo waren het Franse wetten die mede onze dorpssamenleving ordenden, Fransen zelf die er in werden opgenomen Als we in 1810 bij Frankrijk worden ingelijfd, wordt het land over stroomd door een leger van douaniers en gendarmen, schrik van smokke laars en deserteurs. Zo komt als dienaar van het grote Gallische empire een jonge man aan in Tholen. Geboortig uit een gehucht tussen Chalons en St. Hilaire, in de nabijheid van de Marne, kan deze vrolijke douanier Jean Leconte het in onze streek best wennen. Als ambtenaar ter thesaurie, zoiets als belastingcommies, komt hij regelmatig op alle eiland gemeenten. Vooral op de Sint-Annalandse Voorstraat mag hij heel graag komen; met een meisje daar vandaan treedt hij al spoedig in het huwe lijk en is een half jaar later de trotse vader van een flinke zoon De tijd gaat verder. Omstreaks 1850 wordt als achterkleindochter van overgrootvader Jean geboren, Tannetje Leconte. Genoemde Tannetje trouwt later met Jan Gunter; een nieuwe ent in de geslachtsboom, die zich tot zijtak gaat ontplooien Van de oevers van de Marne, naar de huisjes aan de Tienhoven, en het bloed verloochent zich nooit. Donkere ogen, gevoel voor humor, goedige karakters, snel wisselende stemmingen waaruit de Franse afkomst onmiskenbaar naar buiten treedt. Gevoels mensen, met een religieuze inslag die herinnert aan het orthodoxe geloofs leven der Hugenoten. Gevoelsmensen. Representeren zij, als deel van het Sint-Annalandse volk, hierin niet de hele plaatselijke gemeenschap en streek? NADRUK VERBODEN Volgende week PRO EN CONTRA, MAAR TOCH Jean Leconte, de vrolijke dou anier verbond via een meisje uit de Voorstraat de historische draad tussen Sint Hilaire in Frankrijk en Sint Annaland. Op deze toch wel oude Voor straat-afbeelding, gemaakt van een vage foto uit de oude doos kunnen we niet Leconte afbeel den, maar wel de „ouwe" Piet Soeters op rug.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1969 | | pagina 5