EENDRACHTBODE
Mortelen en mensen van en rond
ki
de omweg
C it de Thoolse historie
Deputatie van mosselvissers
naar Middelburg
%-A 4 Mr
*1 Tl
mmm
v v'j. rr^-
25e JAARGANG No. 22
1 Mei 1969
TWEEDE BLAD
Raadsversfag Sint Philipsl and
Wel blij met mogelijkheid dorpshuis-gym
zaal, maar combinatie niet ideaal
Verhoging we»houders-salaris niet van een
leien dakje
Steun aan „Ons Dorpshuis"
Als het alleen maar afhankelijk was van de gemeenteraad van
Sint-Philipsland zou er ter plaatse al heel spoedig een dorpshuis-
annex gymnastieklokaal zijn gebouwd.
Tijdens de dinsdagavond 22 april gehouden voltallige gemeente
raadsvergadering werd unanieme instemming betuigd met de voor
stellen van het dagelijks bestuur om te besluiten tot
a. de bouw van een dorpshuis-annex gymlokaal;
b. het vormen van een stichting en daarna 100,stich
tingskapitaal te verstrekken;
c. garant te zijn voor de ongedekte jaarlijkse exploitatie.
II
In de eerste aflevering over de mosselcultuur in Tholen werd
aangetoond, dat er na de komst van de Reimerswalers al spoedig
verschil van mening bestond over de verkoop.
Er kwamen al gauw vreemde kapers op de kust. De Thoolse
magistratuur meende een oplossing te hebben gevonden door het
verbod de mosselen naar elders af te voeren. Men moest ze vanuit
Antwerpen of Mechelen maar zelf in Tholen komen kopen en
halen. De mosselvissers zouden om beurten bij loting de kans krij
gen tot die verkoop.
Maar van buiten af werd de bepaling overtreden en het had
nogal wat voeten in de aarde, of wat mossels in de boot, eer er
een redelijke oplossing was gevonden.
Immers, reeds op 24 juli 168 3 vinden wij in de vroedschnpsresul-
tuties vermeld, hoe een zekere Jonge Jan te Sas van Gent zowel te
voren als na de ingestelde bepalingen naar de Thoolse contreien
kwam om mossels te vangen.
Op een zo brutale en duidelijke overtreding van de vastgestelde
bepalingen moest, vanzelfsprekend, met gestrengheid worden ge
reageerd.
De hoogste rechterlijke instantie in het resoort 'den Heer Officier',
werd verzocht om Jonge Jan met de 'stereke hant' op te halen of te
doen ophalen om rekenschap van zijn doen te geven.
Mocht het dan blijken, dat hij het antwoord op de tegen hem in
gebrachte beschuldiging, dat hem een machtiging van hogerhand
ontbrak in de '1 hoolse wateren te vissen en te handelen schuldig
blijven, dan zou het geldelijk nadeel, dat daardoor was ontstaan voor
de Rommelswalenaers op Jonge Jan moeten worden verhaald.
Indien echter zou blijken, dat de magistraat van Sas van Gent aan
Jonge Jan vergunning zou hebben verleend, dan zou die magistraat
worden verzocht de akte in te trekken.
Hoe het zij, het optreden van Jonge Jan had méér aandacht ge
trokken, dan voor een kalm en ordelijk verloop van zaken en het
navolgen van de overeengekomen regeling, dienstig was.
Het bracht de 'Rommelswalenaers' op de kwalijke gedacht om op
hun beurt de Thoolse Vroedschap te verzoeken 'te mogen mosselen
als van outs', dus in volle vrijheid te vissen en te verkopen.
Maar de edelachtbare heren besloten, dat op het verzoek van de
Reimerswalers geen beslissing zou worden genomen voor de zaak
Jonge Jan zou zijn afgedaan.
Aan de '1 hoolse verzoekers werd opgedragen zich tot die tijd te
willen houden aan de gestelde voorwaarden.
Waterbaljuw bemoeide er zich mee
Inmiddels was op 1 augustus 1683 de vroedschapsvergadering van
Tholen verrast met een brief van, de heer Biscop, de waterbaljuw
van Zeeland. Dc brief was een bijlage tot een verzoekschrift van
Jonge Jan te Sas van Gent en gericht aan de 'Edel Mogende Geco-
mitteerde Raden van Zeeland'om behalve de Thoolse ingezetenen,
eveneens op de Zeeuwse stromen te mogen mosselen.
De waterbaljuw deelde mee, gehoord de Gecomitteerde Raden,
dat rekwestrant Jonge Jan niet belet mocht worden om mosselen te
vangen. Immers, hem was door de Gecomitteerde Raden toegestaan
zich bij provisie te houden in syne possessie'.
Bovendien wilde de waterschout nog weten, hoe het gelopen was
met het ophalen van Jonge Jan door de sterke hand, waartoe immers
de Thoolse Magistraat op 24 juli 1683 had besloten.
De Thoolse Magistraat besloot met deze brief in de hand, de
burgemeester naar Middelburg te doen reizen om de waterbaljuw
mondeling in te lichten.
Tegelijkertijd zou de burgemeester spreken over de belangen van
de Reimerswaalse mosselvissers, die in Tholen gastvrijheid gevonden
hadden. Behalve de Thoolse burgemeester zou toevallig terzelfder
tijd een deputatie van Reimerswaals-Thoolse mosselvissers de reis
naar Middelburg ondernemen.
De deputatie zou er voor vechten dat de faciliteit voor Jonge Jan
zou worden ingetrokken. Het staat er zó in de archieven: 'mogen
werden gedisponeert tot het intrecken van de voorss apostille, voor
soo veel deselve eenigsints soude moge prejudiciëren aent verdragh
hier vooren gemelt ende dat vervolgens deselve Rommetwalenaers
daer by mogen werden gemaintineert en gesegde Jonge Jan gelast,
hem daer aan te gedragen en sigh te wagten van in het toecomende
eenige mosselen, krabben of kreukels op de stroomen deser provin
cie, insonderheyt omtrent Rommerswale selfs te comen vangen'.
De Thoolse vissers gaven hun goed recht dus niet zo maar prijs
en wensten geen vreemde kapers op de kust.
Op 9 augustus 1683 werd door de Thoolse Magistraat verordi
neerd, dat de ingezetenen van Tholen hun mosselen en krabben-
vangst te Tholen aan de afnemers uit Antwerpen of Mechelen zou
den slijten.
Wel zouden zij hun mosselen mogen vervoeren naar plaatsen
binnen de 'Geünieerde Staet'.
Ook diende er voor te worden gewaakt, dat oneerlijke concur
rentie tussen de Thoolse mosselverkopers onderling werd geweerd,
omdat het anders zou kunnen voorkomen, dat iemand, die er via het
lot telkens buiten viel, zijn gezin niet zou kunnen onderhouden.
De mosselverkoop, toegewezen bij loting, zou worden afgeschaft.
Men zou nu een lijst maken van alle personen die zich met het mos
selvangen bezig hielden en telkens wanneer Antwerpers of anderen
'mosselen oft krabben sullen begeeren, door de knapen van het Gilde
soveel van mosselaers gewaarschouwt werden als voornoemde Ant
werpers ofte andere sullen begeeren te hebben, beginnende van de
eerste op de lyste tot de laeste toe ende dan wederom van voeren
aen, één ende gelyck in reguard van de beurten geschiet'.
Duidelijker, aan de hand van een lijst van mosselvissers werd tel
kens de eerste of eersten aangewezen de Antwerpers of anderen te
voorzien. Degenen, die aan de beurt waren, zouden een dag tevoren
voor acht uur 's avonds bericht krijgen. Was degene die aan de
beurt was niet thuis of had hij op dat ogenblik geen mosselen te
koop, dan zou de volgende van de lijst worden gewaarschuwd.
Wat zou er op deze door de Thoolse Magistraat ontworpen zo
voortreffelijke regeling zijn aan te merken? Maar ook deze regeling
zou geen lang leven beschoren zijn.
wordt vervolgd)
Jr.,4 -
-V"
-
«Mi
door
MAARTJE ZELDENRIJK
12
De zondag was bedorven in het gezin. Lena was hui
lende naar haar kamer gevlucht. En Willem bromde
tegen zijn vrouw,,Mens, drijf het toch niet op de spits.
Als ze het te pakken heeft, doe je er toch niks meer
aan".
De enige, die Grietje bijstond was Toon, de acht
tienjarige zoon, in alles als twee druppels water zijn
moeder. Het prototype van de trotse boerenzoon, die het
niet in zijn hoofd zou krijgen aan te pappen met andere
dan boerendochters. En die in het geheim al enige maan
den scharrelde met de jongste dochter van een grote
boer in de Purmer.
Er gingen een aantal weken voorbij, waarin er een
soort gewapende vrede heerste op de boerderij van Wil
lem Keesom. Lena deed mokkend en doorgaans zwij
gend haar werk. Omdat haar moeder haar uitdrukkelijk
had verboden naar Jaap Witvliet toe te rijden, ging ze
een enkele maal op de fiets naar haar vriendin en daar
ontmoette ze haar geliefde enkele minuten in het diepste
geheim, want zelfs de ouders van Riek mochten het
niet weten, omdat Riek's moeder bevriend was met
Grietje Keesom. Soms huilde ze tegen zijn schouders.
Jaap probeerde haar te troosten en zei telkens weer, dat
het zo'n vaart niet zou lopen. Dat het misschien nog
wel in orde zou komen.
Op een zondagmiddag tussen Sinterklaas en Kerstmis,
toen Willem en Griet met de auto vertrokken waren
naar familie in Berkhout, stapte Lena in haar wagentje
en reed spoorslags naar de Zuiderweg. Jaap keek ver
baasd op, toen hij haar zag uitstappen. Zij liep naar de
voordeur. Toen ze tegenover elkaar stonden, zei ze ge
haast „Kern meteen mee. Ik kan een paar uurtjes weg.
Ik heb een plan".
Terwijl ze de-Zuiderweg uitreden, legde Lena haar
plan uit. „Moeder geeft nooit haar toestemming", begon
ze. „Dat staat als een paal zo vast".
„Och kom," antwoordde hij luchtig. „Ze draait wel
bij als ze tot de ontdekking komt, dat het ons menens is.
Zo gaat het toch altijd?"
Lena schudde haar hoofd. „Je kent moeder niet, Jaap.
Ze is een Plas en alle Plassen zijn zo koppig als muil
ezels. Als het bij moeder éénmaal „nee" is, blijft het nee"
„Wat wil je dan?"
„We gaan er van door. Samen. Jij verstaat je vak en
in deze tijd kun je overal werk krijgen. We gaan ergens
ver weg. Desnoods onder een andere naam. Enne
dan zorgen we ervoor dat ze ons toestemming moeten
geven."
Jaap zag er niet veel heil in. „Als je moeder nu nee
zegt, zegt ie het dan ook."
„Niet als we haar voor een voldongen feit stellen.
Dan zal ze wel moeten capituleren".
„Wat bedoel je met voldongen feit? Je praat in raad
sels. Ik snap je niet."
Lena had ook iets van haar opvliegende moeder mee
gekregen. Ze keek haar vrijer nijdig aan en beet hem
toe„Een baby natuurlijk, idioot! Als die moet komen,
kan ze immers niet anders dan toestemming geven?"
Maar dit was niet naar de zin van Jaap Witvliet.
De jongen, die heel vaak uit een soort sport had gepro
beerd, hoe ver hij kon gaan met de meisjes, waarmee hij
korter of langer scharrelde, wees het voorstel van het
meisje, waarvan hij echt hield, met verontwaardiging
van de hand.
„Ik denk er niet aan," antwoordde hij gedecideerd.
„Waarschijnlijk sta ik toch al niet 20 best bij je moeder
aangeschreven, in aanmerking nemende, dat ik nog nooit
heb mogen kennismakenen dan zeker een motje
er van maken? Mij niet gezien. Dan sta ik voor de rest
van haar leven helemaal in het verd.boekje. Nee,
liefje, dit is niet de methode".
„Weet jij dan een betere?"
Doch daarop wist Jaap niet veel te antwoorden. „Ik
ben nog altijd van mening, dat jij het te somber ziet. Wat
drommel, zelf zeg je, dat je vader geen bezwaren zal
hebben. Wie is er eigenlijk de baas bij jullie thuis?"
„Moeder," antwoordde Lena prompt. „En Toon, m'n
broer. Die voelt zich al half boer. Nee, Jaap, er is voor
ons geen andere mogelijkheid. En wat je zei over moe
der, als we moeten trouwenwat kan dat schelen?
Je trouwt toch zeker met mij? En als we hier vandaan
zijn
„Maar ik ga niet weg uit Purmerend. Ik ben daar gek!
Ik heb hier een reuzebaan met een hardstikke mooi loon.
Dat gooi ik niet vort voor een link avontuurtje
„O, noem je dat een link avontuurtje? Als je met je
meisje er vandoor gaat? Dat deden de ridders vroeger
ook. Dat waren tenminste kerels! Die durfden wat te
riskeren!"
„O, dank je wel. We leven niet meer in de riddertijd,
maar in de twintigste eeuw. Je moeder moet leren inzien,
dat in deze moderne tijd standsverschil geen beletsel
meer kan zijn. Overigens, ze hoeft zo hoog niet van de
toren te blazen, want boer zijn is tegenwoordig ook niet
meer zoveel bizonders."
„O, nee?" Bij Lena begon het boerenbloed te spreken.
„Straks ga je de rollen nog omdraaien en ga je beweren,
dat jij meer bent dan een boer."
(wordt vervolgd)
Nu gaat het er nog om de subsidiëring
geheel rond te krijgen. De nog globale bouw.
kosten worden geraamd op 425.000,in
clusief inrichting, waartegenover een rijks
subsidie mag worden verwacht van 59000,-
en van de stichting herstel Zuid West Ne
derland f 35.000,Als de subsidies er zijn,
blijft nog over de financieringsgoedkeuring.
Toch zijn b en w voornemens er stevig
aan door te werken en hopen dat de ge
vraagde medewerking er zal komen.
De heer A .A. Rijstenbil (gein. belang)
sprak zijn waardering uit over het voorstel
als geheel, waarbij men ook ten aanzien van
de stichting de goede democratische vorm
in acht heeft genomen.
Wel betreurde hij het, dat er niet een
apart dorpshuis en ook een aparte gymzaal
kan komen, waarvan hij groot voorstander
zou zijn.
Voorbeelden in andere gemeenten bewijzen
dat de combinatie dorps-huis-gymzaal het
niet zo best doet. Het is ook niet wense
lijk op hygiënisch gebied. Men hoort toch
nog al eens over infecties, voetwratten en
dergelijke bij een dergelijke combinatie van
zaalgebruik. Stel dat er donderdag een brui
loft is en vrijdagmorgen moet er weer gym
lessen in de zaal worden gegeven. Nee, dat
vond de heer Rijstenbil weinig aantrekkelijk
Ziet het college een mogelijkheid tot de
bouw van een afzonderlijke gymzaal, zo
was de vraag van dit raadslid, die ook nog
graag wilde weten of er voldoende parkeer
ruimte in de omgeving van het komende
dorpshuis beschikbaar is.
In zijn antwoord stelde de voorzitter,
dat b en w het ten aanzien van de combi.
natiefunctie volledig eens is met dhr. Rijs
tenbil. Het is lang niet ideaal, maar we zijn
er wel toe gedwongen. Het overheidssubsidie-
beleid is van dien aard, dat we wel tot een
tweeledige functie van het gebouw moeten
komen. Een aparte gymzaal lukt voor onze
gemeente beslist niet. We hebben er wel
alle mogelijkheden -uitgehaald.
Vandaar in dit gebouw de grote zaal voor
een 250 personen en de kleinere voor een
85 S 90 personen. Wanneer we hierop
zouden gaan bezuinigen, zoals dhr. Rijstenbil
ook heeft gevraagd, zou dat ten koste gaan
van de outillage. De voorzitter wees er nog
op, hoe men in dit verband te maken heeft
met het ministerie van onderwijs en met cul
tuur, recreatie en maatschappelijk werk.
Met de voorgestelde combinatie is het wel
zo, dat veel wat aan dorpshuisvoorziening
nodig is, ook voor de gymzaal kan worden
gebruikt. Wat de vloer betreft zal men de
beste keus moeten doen voor de gecombi
neerde doeleinden. De voorzitter meende op
de vraag omtrent de nodige parkeerruimte
bevestigend te kunnen antwoorden. Er is
een parkeergelegenheid bij de naburige kleu
terschool, 2 parkeerstroken aan de oost- en
westkant en er is nog ruiinte over om zonodig
meer parkeerruimte te scheppen. Vandaar
ook de zo geschikte plaats in het nieuwe
stemmingsplan voor dit dorpshuis. Tenslotte
stelde de voorzitter dat men met deze plan
nen toch al ver op stap is en realisering in
het verschiet kan liggen. Alle leden konden
zich hierna met het voorstel verenigen.
GEEN AARDGAS-BIJDRAGE
De door het gemeentebestuur bij gedepu
teerde staten ingediende reclame op de
afwijzing door het provinciaal college om
een bijdrage te geven in de kosten van aard-
gasaanleg leverde eenzelfde resultaat op.
Gedeputeerden blijven op het standpunt
staan, dat de financiële positie van de ge
meente zodanig is, dat geen bijdrage nodig
wordt geacht. Wel delen gedeputeerden mee
dat de Zegam ten aanzien van de Sint-Phi-
liplandse aansluiting nieuwe voorstellen wil
doen. Burgemeester G. van Velzen meende
dat men dit dan maar moet afwachten.
STEUN VOOR ONS DORPSHUIS
De stichting „Ons Dorpshuis" te Anna
Jacobapolder vraagt een jaarlijkse gemeente
lijke bijdrage, daar het geen kans meer ziet
om de exploitatie van het dorpshuis zelfs
te blijven financieren, zoals dit vanaf 1954
wel gelukt is. Dit laatste was mogelijk dank
zij gehouden akties, die zo'n 12.000,heb
ben opgeleverd, maar in dat opzicht heeft
men wel alles uitgebuit, wat mogelijk was.
Er is wel een toenemende opbrengst, maar
niet in evenredigheid met de gestegen kos
ten. Een verhoging van de huur (gebruik)
zou een belemmering gaan betekenen voor
de gemeenschap om ons Dorpshuis bij brui
loften of vergaderingen, uitvoeringen, e.d.
in te schakelen.
B en w erkennen om te beginnen de nood
zaak van een doorgaande exploitatie en een
goed onderhoud van het gebouw. Daarom
is het voorstel om niet te subsidiëren in de
vorm van een geldelijke bijdrage, maar het
buiten-onderhoud van het gebouw voor
gemeente-rekening te nemen. Dat betekent
wel,, dat er meteen verfwerk aan verricht
moet worden, maar dat kan dan volgens
een plan van b en w via de centrale dienst.
Uiteraard gaf de gemeente bij de bouw al
een bijdrage van 90.000,zodat het haar
ook wat waard moet zijn het gebouw in
stand te houden.
De heer Rijstenbil zegt het plezierig te
vinden dat b en w met dit voorstel komen,
temeer omdat er nogal eens geruchten gaan,
dat men Anna Jacoba Polder als het ware
wil liquideren door haar de nodige voor
zieningen te onthouden. Uit dit standpunt
blijkt wel heel anders.
De voorzitter zegt dat dit weliswaar het
motief niet was, tot het voorstel van b en w,
maar dat men het wel mag zien als een
onderstreping van het onjuist gerucht
De heer J. Verwijs (vrije lijst) informeert
of het gebouw volgens de raming kan wor
den opgeknapt. De voorzitter zegt dit niet
te weten, omdat dit nog een plan is van
het bestuur van „Ons Dorpshuis" Men zal
het nu zelf gaan bekijken en zorgen, dat
het goed gebeurt.
De heer W. Beurkens (c.h.u.) wil er in
verband met de ook noodzakelijke leef-'
baarheid voor de Polder zijn stem niet aan
onthouden. En denken ook de andere raads
leden er over.
WETHOUDERS SALARISSEN
Minder eensgezind is men rond het voor
nemen van gedeputeerden om de wethouders
salarissen ook mee te laten lopen in de
voor de ambtenaren geldende automatische
verhogingen. Voor Sint-Philjpslands wet
houders betekent het. dat ze van 2364,
op 2568,per jaar komen. „Is die ver
hoging verplicht?" vraagt de heer Beurkens.
Waarom in deze geen voorstel van b en w
Kan men ons er toe dwingen, als we er als
raad tegen zijn? Hoeveel manuren werken
de wethouders in hun functie? Is het soms de
bedoeling van gedeputeerden de top van
de kleine gemeenten zo zwaar te maken,
dat ze automatisch van de kaart gaan en j
samengevoegd moeten worden? Ik ben fel
tegen, dat gedeputeerden in deze kunnen be
slissen en zeker tegen automatische verho
gingen. Het gaat er toch in de eerste plaats
om hoeveel er gewerkt wordt en hoe, zo be-
.loot dhr. Beurkens zijn vragenreeks.
De voorzitter wijst er op, dat g.s. alleen
maar de mening van de raad willen horen
en daarvan geen beslissing verwachten.
B en w hebben in deze nimmer een voor
stel gedaan, temeer niet omdat de wethou
ders er zelf rechtstreeks bij zijn betrokken.
Als ik het zou moeten doen, zou het voor
stel zijn om te verhogen, verklaarde de heer
Van Velzen.
Vele jaren later dan ten tijde
van bovenstaande historie zou
Tholen heel wat welvarende in
woners tellen, dank zij de va
rensgeest op de Oosterschelde
en Noordzee.
Op deze foto een beeld uit die
goede tijd. Mosselaanvoer in
de Thoolse haven bij de kokerij
van de firma P. J. Stoffels,
sinds vorig jaar via de Schel-
de-Rijnwerken eveneens lamge
legd. Op de achtergrond de
dominerende kerktoren en stad-
huisspits.