de omweg
Practijk- of
theoriestroom
(wordt vervolgd)
N.enw opleidingsscbema Technische
School Sint-Maartensdijk
Wist u. dat de eerste vaste verbin
ding Tholen-Brabant 10 oktober 1928
een feit werd? Dat men over die vaste
verbinding 63 jaar lang had gepraat?
Dat er in het kader van de Schelde
Rijnwerken straks twee vaste verbin
dingen naar Brabant komen?
Al de hiervoor genoemde grondwerken
uit te voeren door de firma Van Oord
zouden zeker wel sneller klaar kunnen zijn,
dan begin 1971 .rnaar dat heeft weinig
zin, zolang ook de brug niet rij-klaar is.
die hoofdrijbaan een weg voor langzaam
en lokaal verkeer met een breedte van
5.30 en een voetpad van een meter. De
onderkant van de brug komt 9.10 meter
boven het toekomstige Zeeuwse meer. Tus
sen de nieuwe dijk aan de Brabantse zijde
en die aan Thoolse zijde ligt 190 meter.
Brug bij Vossemeer
Om tenslotte nog even een sprongetje te
maken, de tweede vaste verbinding van het
eiland Tholcn komt bij Oud-Vossemeer
even noordelijk van het huidige pontvecr.
Aanbesteding hiervan zal nog dit jaar
plaats vinden. Immers tussen Karnemelkspot
en Vossemeer wordt vrijwel de bestaande
Eendracht gevolgd. Dat is dus slechts een
kwestie van wat verbreden en uitdiepen.
De nieuwe brug
Maar bij Vossemeer wordt de veerpont
door een vaste verbinding vervangen. Een
I brug van 7.50 m. breed en aan weerzijden
voetpaden van 1.50 m. Ze moet reeds een
jaar na de brug bij Tholen klaar zijn. Maar
laten we het voorlopig maar hier bij houden
Wanneer we thans het tweede belang
rijke deel van de werken rond de Een
dracht onder de loep nemen ,dan komen
we in het straatje van de N.A.M.. De
aannemer van de nieuwe brug. De teke
ning op deze pagina afgebeeld, geeft daar
van een miniatuur beeld. De nieuwe brug
komt een 600 meter noordelijk van de be
staande tegenover de Thoolse Vrouwendijk
Een wat spectaculairder werk dan het on
derdeel Van Oord, althans in technisch
opzicht. Een aan Tliool.se zijde cp 9 pijlers
rustend viaduct en een Brabantse zijde op
drie pijlers. Daartussen de overspanning
Eendracht. Die hoofdoverspanning van
staal wordt HO meter breed. De twee
betongevaarten (betonkuipen) waarop het
HO meter brede stalen gevaarte komt te
rusten komen in de oevers van het kanaal
te staan. Bijna 600 meter lang wordt het
viaduct aan Thoolse, 60 meter aan Bra
bantse kant. De bouw is in de geest van
de Brienoordbrug bij Rotterdam. Het rij-
dek wordt van een lichtgewicht beton- J
laag voorzien. Op de nieuwe brug komt I
een hoofdrijbaan van 10.10 meter. Naast
Tussen Tholen en Oud-Vossemeer komen
nog twee afsnijdingen voor de nieuwe Schel-
dc-Rijnvcrbinding, nl. bij de Slabbekoornpol-
der, die al is genoemd en bij de Lcguitpolder.
Aan de Brabantse kant gaat nog een stukje
van dc Bcciuspolder af. Tenslotte komt er
nog een brug over dc Slaakdam.
Er zijn in onze omgeving belangrijke
werken in uitvoering.
Met in de toekomst dc drukst bevaren
snelroute in het westen. In hoeverre daarvan
ook ons gebied zal profiteren, ligt nog ver
scholen op de bodem van de aloude Een
dracht, die al eerder Tholen een periode van
grote bloei bezorgde.
Een overzicht van de nieuwe brug werkzaamheden vanaf Brabantse kant bekeken. Op de achtergrond de boerderij 'De laatste stuiver'.
door
MAARTJE ZELDENRIJK
Toch vrouwen, meisjes deden hem nog niet veel.
Jaap Witvliet hield het nog steeds bij zijn eerste liefde,
de radio-techniek. Vrijwel elk merk toestel kende hij.
Zodra er iets nieuws op de markt kwam, controleerde
hij het op afwijkende bizonderheden en binnen een
maand wist hij er weer alles van. Zelf knutselde hij in
zijn vrije tijd een ultra-ontvanger en zat soms tot in de
nacht te zoeken naar onbekende zenders, amateurs uit
verre landen, die hij probeerde te verstaan en te be
grijpen. Natuurlijk was hij niet van steen. Op gezette
tijden kon hij meedoen. Omdat hij goed verdiende en
doorgaans zuinig leefde, keek hij niet op een paar cen
ten, als hij met een meisje uit was. Maar hij verlangde
er ook wat voor terug. Met een enkele afscheidszoen
nam hij geen genoegen.
Sommig meisjes; boerendochters, dienstbodes, kan
toormeisjes en winkeljuffertjes mochten hem, anderen
niet. Op z'n tijd was hij een rare snaak. Als hij het zo in
zijn kop had en hij ging voor detweede of derde keer
met een meisje uit, dan probeerde hij, hoe ver hij gaan
kon, doch dat was doorgaans niet ver. Meestal maakte
het meisje het daarom meteen uit, doch dat kon Jaap
Witvliet vast niet schelen.
Vier en twintig jaar was Jaap, toen hij op een zonnige
zaterdagmiddagnaar de Middenbeemster fietste om daar
een beetje kermis te vieren. Hoewel de beide dochters
van zijn kostbaas heel voorzichtig hadden laten door
schemeren, dat ze wel bereid waren met hem mee te
gaan, had hij er niet op gereageerd. Dientje en An
waren leuke meiden om eens mee te stoeien en om ze
stiekum in de keuken of op de trap te knuffelen en te
zoenen, maar je ging er niet mee uit. Wonen in hetzelfde
huis, daar kwam gauw genoeg narigheid van. Als je
ruzie kreeg en je maakte het uit, zat je de rest van de
tijd, dat je daar in de kost verbleef, tegen een lelijk ge
zicht aan te kijken. Nee, dat risico wilde hij niet lopen.
Er waren immers leuke meiden genoeg in de wereld!
In de Middenbuurt stalde hij zijn fiets en slenterde
rustig het kermisterrein op, ondertussen scherp spiedend
naar bekende of onbekende meisjes. Hij beproefde zijn
geluk in de schiettent, waarna hij een sigaret opstak en
opnieuw de aanwezigen rustig bekeek.
Af en toe zag hij een bekende, die hij joviaal groette.
.Tenslotte klampte Frans Meijer, een Naco chauffeur]
hem aan, met wie hij al eerder op sjouw was geweest.
„Heb je er al één op het oog?" informeerde Frans.
„Dat heeft geen haast. We gaan eerst een biertje
pakken."
In het Café zei Frans: „Misschien komen we ze nog
wel eens tegen; twee leuke meiden. Eén ervan ken ik
wel. Ze zit nog wel eens bij me in de bus; Riek Blauw-
boer."
„En de ander?"
„Een knap blond kind. Maar ik weet niet, wie het is."
„We zullen straks wel eens zien," antwoordde Jaap,
nauwelijks enthousiast. Met zulke dingen moest je nooit
teveel haast maken. Tegen dat het druk werd, liep je
vanzelf wel tegen een aardig kind op.
Een half uur later slenterden ze getweeën weer langs
de kramen en draaimolens. Bij de auto-scooters bleef
Frans staan en greep zijn kameraad bij de arm. „Kijk",
wees hij verstolen, „daar gaan ze. In een auto. Nummer
zes. Die donkere is Riek."
Jaap keek en zag twee flinke, stevige meisjes, die de
grootste pret hadden in een botsautootje. Om de haver
klap ramden ze een der andere wagens, waardoor ze
bijna krom lagen van plezier, met het gevolg, dat an
deren weer tegen hun autootje botsten. Jaap keek het
enige tijd aan. Op een gegeven moment ontmoetten hun
blikken elkander. Jaap stak lachend zijn hand op en 'het
blondje groette lachend terug.
„Ken je haar?" vroeg Frans.
Jaap schudde zijn hoofd. „Bij mijn weten nooit eerder
gezien."
Na twee ritten vonden de dames het welletjes en
verlieten hun auto's. Jaap trok Frans plotseling mee
naar de uitgang, waar de meisjes opaan stevenden.
„Laat mij maar begaan," zei hij zacht.
Toen de meisjes aan de rand van de baan gearri
veerd waren, riep Jaap. Nee maar, daar hebben we zo
waar Riek Blauwboer. Dat is even een verrassing, Riek.
Stel me eens voor aan je charmante vriendin.
Het meisje keek de jongen, welke zo nog nimmer had
ontmoet, verbaasd aan. Blijkbaar zocht ze in haar ge
heugen, terwijl Lena Keesom de spreker belangstellend
opnam. Tenslotte wist ze het blijkbaar niet meer en
stotterde „Dit dit is mijn vriendin, Lena Keesom.
En hij heet hij heet
„Jaap Witvliet," viel de jongen lachend in en maakte
een buiging. „Uw dienaar, dames, voor de rest van de
kermis. Mijn vriend kennen jullie, hè?
Riek's ogen lichtten op. „Hallo, Frans."
„Zo, Riek. Je reed niet gek. Ik kan er over oordelen,
hè?"
„Kunnen jullie geen chauffeur gebruiken?" grapte ze.
'k Zal 't met de baas bepraten, maar ik ben bang,
dat alle passagiers dan persé met jou mee willen en
wij werkeloos worden."
Bedrijvigheid in de Slabbekoornpolder aan Thoolse kant
ting geven.
3. een doorstroming naar diverse ver-
volg-opleidingen.
Schematisch kunnen de nieuwe opleidingen
als hieronder aangegeven worden voor
gesteld.
theoriestroom
3e Jaar ev. 4e j. theoriejaar
2e jaar
metaalrichting
l.e jaar brugklas
basisonderwijs
a. het theoriejaar kan ook gevolgd wor
den na het voltooien van de praktijk
richting, dus als 4e jaar.
b. het theoriejaar is slechts in geringe
mate vakgebonden (metaal en hout
richting).
c. het theoriejaar geeft aansluiting op het
De opleiding is te splitsen in 2 richtingen.
1. een P stroom (praktijk)
2. een T stroom (theorie)
I nader verduidelijkt door onderstaand schema
praktijkstroom
metaalrichting houtrichting
na het 2e jaar keuze
uit praktijkstroom
of theoriestroom
hout (bouw) richting
na het le jaar
richtingkeuze
middelbaar beroepsonderwijs zoals
middelbare technische school
Zeeuws technisch instituut
zeevaartschool
opleiding technisch onderofficier
politieschool
enz.
Gezicht op de brugwerken vanaf Thoolse zijde.
Het is juist deze theorie richting, die
voor veel leerlingen aantrekkelijk kan zijn,
wanneer uiteraard voldoende aanleg aan
wezig is. Het aantal theorielessen is name
lijk meer dan verdubbeld bij deze richting
tegenover de practijk lessen.
Het eerste leerjaar is de brugklas met
een algemeen programma. Daarna komt de
eerste vakrichtingkeuze. Daórna de keuze
theorie- of praktijk richting.
Voor de leerlingen die een toekomst willen
opbouwen via het technisch onderwijs die
nen differentiaties in de opleiding mogelijk
te zijn die de toets der kritiek ten opzichte
van het overige voortgezet onderwijs moe
ten kunnen doorstaan.
Degenen die de ouders adviseren bij de
schoolkeuze zouden daarom, naast de be-
gaafdheid, vooral ook de belangstelling
van de leerling, zijn instelling ten opzichte
van studeren en zijn bestemming moeten
betrekkon bij het advies aan de ouders.
Hierdoor zou inplaats van de huidige
vaak negatieve selectie, een positieve be
nadering van het vraagstuk van de school
keuze ontstaan.
Voor het theorethisch technisch onder
wijs komen twee soorten leerlingen in aan
merking, namelijk
a. de meer begaafden die weliswaar ook
via het in hoofdzaak verbale onder
wijs hun doe! kunnen bereiken, maar
er de voorkeur aan geven om via tech
nisch denken en doen in de wereld
vooruit te komen.
b. de „anders" begaafde leerlingen, die
bij het meer centraal stellen van de
techniek en een daaraan aangepaste
methodiek en didactiek ontplooiings
kansen krijgen die via een verbale me
thode niet mogelijk zijn.
Het „hoger niveau" kan resulteren in
1.een bredere meer algemene technische
basis. De mogelijkheid tot het bereiken
van kader functies wordt hierdoor be
vorderd.
2. een ruimere en algemene maatschap
pelijke vorming en ontwikkeling waar
door de leerling zich zal kunnen hand
haven in een groep van anders opge
leiden, zowel bij voortgezette studie
als in het bedrijfsleven en voorts in het
maatschappelijk verkeer niet alleen mee-
handelen, maar ook meedenken en rich-
De vorig jaar in werking getreden wet op het voortgezet onder
wijs (mammoetwet) geeft de mogelijkheid om meer gedifferentieerd
onderwijs te geven. Dit geldt ook voor het technisch onderwijs.
De technische school kan daardoor zijn leerlingen een keuze bie
den uit twee programma's op verschillend niveau:
a. een P. richting (practijk richting)
b. een T. richting (theorie richting)