EENDRACHTBODE Historie van tholen De Latijnse School C. M. v. Broekhoven 25e JAARGANG No. 18 27 MAART 1969 TWEEDE BLAD Raadsvergadering Slnt-Philipsland Zestien woningwetwoningen aan Mosselkreekstraat verhuurd Verbreding Wilhelmlnastraat Aankoop voor sanering Karreveld Stemmen van lezers SIMCA1000 Tijdens de gisteravond te Sint-Philipsland onder leiding van burgemeester G.van Velzen gehouden openbare raadsvergadering werd het voorstel behandeld tot verhuur van de zestien in aanbouw zijnde woningwetwonin gen aan de Mosselkreekstraat. De eerste acht komen waarschijnlijk begin mei klaar en om de toekomstige bewoners tijdig te kunnen inlichten kwamen b en w na advies van de woonruimtecommissie tot het voorstel de zes tien woningen te verhuren aan D. Lindhout, C. L. Piasmans, J. M. de Graaf, M. A. van de'Velde, A. van der Kleijn, W. van der Stek, L. W. Mol, D. Hage, G. M. Otte, H. C. Filius, J. Potappel, M. J. den Braber, S. Fontijne, J. F. Neele, A. H. Fontijne en A. Biersteker. Met deze toewijzing hebben b en w aardig kunnen voldoen aan de wensen van ge gadigden. De beslissing hieromtrent dooi de raad leest u in liet volgend nummer. Enkele complexen gemeentewoningen wer den per 1 april 1969 in huur verhoogd. De bejaardenwoningen aan de Deensestraat ko men van 9,60 op 10,20 per week. Een ander voorstel van het dagelijks be stuur was het saneringspand Karreveld 3 van mevr. P. Kaashoek aan te kopen voor 9590,In de koopsom zit ook een schuur tje dat op gemeentegrond staat. Een tweede saneringspand dat aangekocht kon worden was Karreveld 9 van mevr. G. Geense voor 8770,—. Met de Centrale Raiffeissenbank te Utrecht kan een kasgeldlening worden aangegaan van 150.000,—. Tenslotte was er nog het voorstel tot het doen verbreden van een gedeelte Wilhelmi- nastraat. Het gaat hier om het stuk vanaf de Deldensestraat tot aan de Zuiddijk. De rijweg is thans 4.55 m. breed, daarlangs ligt een plantstrook van 1.50 m. en daarachter het trottoir. B en w vinden het wel spijtig, dat de plant- soenstrook moet verdwijnen, maar terwillen van de oplossing parkeerproblemen zal het moeten verdwijnen. De oude rijweg kan 4.55 m. tot 5.96 in. worden uitgebreid, nadat die groenstrook bij de rijweg wordt getrokken. De laagste inschrijver voor dit werk is aannemersbedrijf A. van der Werf 6 Zoon te Sint-Maartensdijk voor 8848,De ra ming was 13.250, Andere inschrijvers waren n.v. Aug. van Dijk Petit te Bergen op Zoom voor 9072, n.v. v. Elshout de Bont n.v. voor 9240,- n.v. W. Rasenberg Zn te Breda voor 9330,fa. T .Bestman 6 Zn te Herkingen voor 9520,L.C.van der Cingel te Nieu- werker voor 9632,en de firma Goedege- buure te Sint-Annaland voor 10.021,70. adv. ing. med. RATIONEEL REDENEREN Via vorige nummers waren we in deze ru briek getuige van een briefwisseling tussen de heren H. Anthonisse en E. Nieuwkerk. De heer Nieuwkerk - het lijkt me beter geen afkortingen van namen te gebruiken - wijst hierin op de gevaren van emotionaliteit bij het discussiëren en het trekken van conclu sies Hij roept op tot rationeel redeneren. Hij geeft, als reactie op de voorstelling van zaken, gegeven door de heer Anthonisse, een interessante beschrijving van de „tweede industriële revolutie." Gaat II met Pasen verloven dan ringen van Juwelier Kortemeestraat 33 BERGEN OP ZOOM Tel. 5607 adv.ing.med. Deze beschrijving blijft vrij oppervlakkig. Dat is niet te wijten aan een gebrek aan kennis van zaken, lijkt me, maar een gevolg van het feit dat de redactie beperkingen op. legde. Suggererend schrijven is, dat blijkt, niet moeilijk en het wordt bij het lezen niet altijd opgemerkt en ontkracht. De heer Nieuwkerk roept op tot rationeel redeneren. Ik sluit me op dit punt gaarne bij hem aan. Hij wijst op de gevaren, verbonden aan het gebruik van „de pen van het gemoed.' Om ook iets constructiefs te doen. wil ik hier wijzen op enkele andere storende invloeden. - Als feit suggereren wat in feite niet wordt geschreven - De heer Nieuwkerk schrijft: Hierop zou ik willen antwoor den met eens na te gaan hoeveel ministers en kamerleden een salarisderving ontvingen, toen ze zich voor hun functie beschikbaar stelden." Welke conclusie ligt nu voor de hand? Mij lijkt: er zullen veel ministers en kamer leden zijn die in salaris achteruit gingen toen ze hun ambt aanvaarden. We denken verder: Waarom deden ze het dan toch? Idealisme? Hoe hebben we ze eerst kunnen beschuldigen Nee, nu niet emotioneel worden. Men kan ook een andere kant uit. De heer Nieuwkerk zegt uiteindelijk helemaal niet dat hij echt weet of er veel op achter uit gingen. Dus: 't zullen er wel niet veel ge weest zijn. En de commissariaten? En de invloed die je op allerlei gebied als Kamerlid hebt? Het aanzien? De protektie? Latere baantjes, zoals burgemeester? Denkt de heer Nieuwkerk in deze richting - Generaliseren; vermeende fouten met de zelfde fout bestrijden - De heer Nieuwkerk stelt vast dat de zinnen in de programma's van niet-christelijke par tijen alle ongemerkt beginnen met ..Ik Hij beschuldigt die partijen dus van puur eigen belang. We kunnen het erover eens zijn dat wie als groep optreden niet anders kunnen doen dan uitgaan van „Wij." Wanneer we de artikelen van de heer Nieuwkerk, vooral het eerste, lezen, zien we dat vele zinnen merkbaar zijn om de afkorting C.H.U. Van wie streeft deze partij de belangen na? Beginnen de zinnen van de heer Nieuw kerk niet ..alle" ongemerkt met „IK"? De heer Anthonisse vraagt - ik hoop dat ik hem goed heb begrepen - niet om een meerderheidsrapport, vergezeld van een minderheidsnota - die zijn noodzakelijk ja - hij vraagt om maatregelen - mag ik het emotionele woord „hulp" gebruiken - voor middenstanders. Voor mensen, die het niet tot „manager van een supermarkt" hebben gebracht. Middenstanders, die niet beschermd door waardevaste pensioenen of door kapi taal (hoeveel moet je hebben om ervan te kunnen leven?) niet beschermd door ontslag bepalingen of wachtgeldregelingen, hun in flatoir bezit eerst zuinig moeten opeten, voor dat ze ten prooi mogen vallen aan ons mede lijden, namelijk wanneer hun inkomen gedaald is tot het wettelijk voorgeschreven minimum. Generaliseren, suggereren en opdringen zijn mijns inziens onvergefelijke fouten als ze rationeel worden begaan, maar deze fouten zijn in alle gevallen misleidend en gevaarlijk, gelijk emotionaliteit. Ik hoop dat het duidelijk is dat mijn reactie geen reclame beoogt voor een groep en ver der, nooit zal ik de woorden vergeten van een C.H.U. politicus: „Wie zijn wij. dat we geen fouten zouden maken." N. Houps Tholen. eoeeaeaectetocaoeoee Maak een proefrit bij: GARAGE DE JONGE Stoofstraat 25 en 52 Poortvliet off. Simca-dealer voor het eiland Tholen 60 advJngjned. I Van de op zich ook rijke historie van de stad Tholen is zoal het een en ander bekend. Een enkele maal werd aan die historie ook aandacht geschonken in deze ko lommen, meestal via een gebundeld onderzoek van de voormalige stadsarchivaris, de heer D. Staderman. Vooral ook tijdens de herdenking 'Tholen, 600 jaar stad' is er nogal wat geschiedenis gespuid. Of er echter al eerder wat meer dan oppervlakkige aandacht werd geschonken aan het bestaan van een Latijnse School in deze gemeente, is ons niet bekend. Dank zij een destijds eveneens door de voormalige archivaris Staderman ingesteld onderzoek, kunnen we er in een paar afleveringen extra aandacht op vestigen. Uit die gegevens is ons evenwel niet duidelijk gewor den, waar precies de Latijnse School heeft gestaan. Was het in de Hoogstraat, waar zich thans het post kantoor bevindt, was het in de Dalemsestraat met zijn nog bestaande oude schoolgebouwen. Of was het in de 'Schoolstraat'.? Misschien dat de juiste plaats nog via een of andere belangstellende lezers nog nader bekend wordt. Tholens snelle opgang De kleine stad Tholen dankte haar toenemende bloei in de tweede helft van de veertiende eeuw voor een niet onbelangrijk deel aan de voortdurende belangstelling en de daadwerkelijke bescherming van de toenmalige landsheer jan van Blois. Het herdenkingsjaar 'Tholen 600 jaar stad' heeft de kennis van het huidige geslacht van de stich ter van Tholen belangrijk vermeerderd. De meekrapteelt en de zoutwinnen waren voor de kleine gemeen schap wel de meest belangrijke bronnen van inkomsten. Wanneer Graaf Jan van Blois dan op 7 december 1366, 'toevend in onsen lande van der Tolne' de stad begiftigt met een handevest en keuren, betekent dit een belangrijke factor in de ontwikkeling van de stedelijke macht. Tholen wordt meer en meer een gemeenschap, waarmede op het gehele eiland en weldra ook in het overig Zeeuwse grondgebied rekening gehouden dient te worden. Immers, in het handvest wordt onder meer de strafmaat bepaald, te handhaven bij het toebrengen van lichamelijk letsel, maar ivorden ook richtlijnen gegeven voor het oplossen van civiele geschillen, welke zich binnen de stadsgrenzen zouden kunnen voordoen. Handvest en keuren wa ren bewijzen 'verstedelijking' De snelle opgang naar voorspoed en bloei wordt evenwel jam merlijk gestuit door de ramp van 16 mei 1452. Vier vijfde gedeelte van Tholen wordt door een vreselijke brand in de as gelegd. De stadspoorten, het stadhuis, het hospitaal, om maar enkele voor name gebouwen te noemen, gaan, naast een zeer groot aantal parti culiere woningen, in vlammen op. De 'Verbrande Vatethans in vergevorderde saneringsontwikkeling en straks voorzien van nieuive bejaardenwoningen, herinnert nog aan dit gebeuren. Deze grote brand is oorzaak van een vrij langdurige periode, waarin met bijna bovenmenselijke kracht moet worden gestreden te gen een dreigende financieel debacle. Het huidig stadsbestuur moge dan ook niet zo weelderig in de penningen zitten, men is nog rijk in vergelijking met medio vijftiende eeuw. De financiële situatie was zelfs zo ernstig, dat de stad haar stem in de vergadering van de Staten van Zeeland verliest. Het wordt 1550, eer zij die stem in de Statenvergaderingals vierde In rang van de stemhebbende Zeeuwse steden, weer uitbren gen kan. De eerste schoolmeester Dan herstelt zich geleidelijk weer een meer normale toestand en ontwikkelt zich als bron van inkomsten, naast de meekrapnering, de mosselvangst, welke tijdelijk een tamelijke belangrijke rol gaat spe len, een rol die zich nadien nog in belangrijker mate heeft herhaald, tot er vorig jaar wellicht een definitieve afsluiting is gekomen van Tholens eertijds roemrijke Mosselcultuur. Bij het herstel van de normale gang van zaken was men er in Tholen ook op uit zich te bezinnen op het geven van behoorlijk onderwijs. Zo zien wij, aldus lezen we in Stadermans samenvatting, hoe op 1 april 1583 Meester Hendrik Bouhuys als stadsschoolmeester door de Vroedschap wordt aangenomen. Hij zal de jeugd onderwijzen in schrijven, lezen, rekenen en frans, maar daarnaast ook in latijn. Hij werd echter slechts voor de tijd van een jaar aangesteld. Men diende behoedzaam en met overleg te beginnen en niet te grote toezeggingen te doen. Maar hij zou toch vrij mogen wonen en behoefde de accijns, door de andere poorters verplicht te betalen op verschillende levensmiddelen en dranken, niet op te brengen. Ook zou hij 'exempt', dat wil zeggen, vrijgesteld zijn van wacht en 'houdinge van soldaeten', dat betekende vrij van verplichting tot inkwartiering Wat de financiële kant van de zaak betrof, mocht meester Hen drik van de kinderen, (zonder leerplichtwet overigens), die hij lezen en schrijven leerde, 4 schellingen Vlaams als beloning vorderen per jaar. Dat kwam neer op een vóóroorlogse muntwaarde van 1,20. Werd een leerling tevens in het latijn onderricht, dan mocht de meester een jaarlijkse beloning van zes schillingen in rekening bren gen. Het begin van de Latijnse school was er. Verder was nog vastgelegd, dat hij 'zoo wel van de meyslcens als knechtkens, leerende Franchois, cijfferen, reeckenen ende naijen off eenige andre extra-ordinar is sciëntiën oft hantwereken, eenen rede- licken salaris naer faculteyt van eene igelick' zou mogen bedingen. Aan de betrekking was verbonden het is bijna vanzelfsprekend in die dagen de verplichting, dat de schoolmeester in de kerk ats voorlezer dienst zou doen. De archieven zwijgen verder over de werkzaamheid van meester Bouhuys te Tholen, maar uit de stadsresolutiën lezen wij, hoe vrij wel op dezelfde voorwaarden, zoals voor meester Bouhuys waren vastgesteld, reeds op 26 juli 1585 Meester Adriaen Treseil als stads schoolmeester te Tholen werd benoemd. Klaarblijkelijk is dus de benoeming van Meester Bouhuys niet her nieuwd, na afloop van de éénjaarlijkse termijn. Hoe dit zij en waarheen hij vertrok valt niet na te gaan. Meester Adriaen Treseil had, het staat duidelijk omschreven in de stadsnotulen, onder meer te doceren: 'latijn, griecs ende poëtrie' Met deze uiterst sobere gegevens moeten wij ons tevreden stellen. wordt vervolgd) Hier een van de oudste aanwezige beelden van de Dalemsestraat in Tholen. Was het hier dat vroeger les in Latijn werd gegeven De bij deze artikelen voorkomende foto's zijn ons beschikbaar gesteld door mej. M. W Blaas.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1969 | | pagina 9