EENDRACHTBODE
Uit de historie van Stavenisse
de omweg
Zonder noemenswaardige
discussie werden 22 agenda
punten afgewerkt
Nieuw schoolmeubilair
bezichtigd
Er was weer eens een
commissie nodig
door D. Roozemond
Van chirurgijn tot arts
1700 - 1969
in
25c JAARGANG No, 13
20 februari 1969
TWEEDE BLAD
Raadsverslag Sint-Anna!and
KOELKASTEN
DIEPVRIEZERS
VERHOEVEN
Zes en dertig stencils waren getikt ,om
de raadsleden voor dat de openbare raads
vergadering vorige week donderdagavond
werd gehouden, zo volledig mogelijk op de
hoogte te brengen van de in de agenda
vervatte voorstellen. En daarmee was als het
ware gesneden koek opgediend. De afwer
king van het geheel was binnen een half
uur bekeken. Men moest tamelijk rap zijn
om het omwennen van de agenda bij te
houden.. Voorstellen, die algemene instem»
mink kregen van de raad, zonder dat er
noemenswaardige discussie aan de beslissing
voorafging.
In het vorig nummer zijn de meeste voor
stellen reeds afgedrukt. De raad keurde
voorts een nieuwe studle-kostenregeling goed
Een wijziging in de bouwverordening - een
formaliteit - was eveneens een hamerstuk.
COMMISSIE
WELSTANDSTOEZICHT
Een uitvoerig pre-advies was de raad
toegzonden in verbaild met artikel 85 van
de Woningwet, waarin wordt bepaald, dat
ingediende bouwplannen vergezeld moeten
gaan van een welstandsadvies ,uit te bren
gen door een bij raadsbesluit genomen
welstandscommissie. De oude woningwet
miste deze eis
Van overheidswege werd geadviseerd de
provincie Zeeland te dien aanzien in dis
tricten te delen
Het aantrekken van deskundigen voor de
verschillende welstandscommissies zal een
moeilijke zaak zijn. Een studiecommissie
was van oordeel, dat mogelijk het Insti
tuut Stad en Landschap van Zuid- Holland
te Rotterdam in deze hulp zou kunnen bie
den. De kosten worden door de gemeenten
verhaald via (hogere) legesheffingen bij de
afgifte van bouwvergunningen. De Centrale
Dienst „Noord Zeeland' meende dat de over
koepeling van de zes Zeeuwse districten een
nogal log orgaan tot gevolg zal heben.
Vandaar dat ook vanuit de Centrale Dienst
werd geadviseerd het instituut Stad en Land
schap van Zuid-Holland in te schakelen.
B en w hebben inmiddels echter bekeken,
dat de tarieven bij dit instituut niet mals
zijn en weer een belasting vormen voor de
nieuw-bouwers of verbouwers. Daarom heeft
het college getracht een goedkoper oplos
sing te vinden. Vooral bij kleine verbouwin
gen (voor de Welstandscommissie ook niet
anders dan routinewerk) mogen ie ,,wel-
standsadvieskosten' niet te hoog zijn. Het
college heeft daarom de heer J. W. Muis,
architect te Bergen op Zoom en de heer E.
A. B. van Vianen .directeur van gemeente
werken te Bergen op Zoom benaderd, die
bereid waren de welstandscommisue voor
Sint Annaland te vormen
De honorering ,die wordt gevraagd is
zeer billijk en de reis- en verblijfkosten
kunnen vanuit Bergen op Zoom nimmer
hoog zijn. B en w stelden dan ook voor
genoemde heren in de welstandscommissie
te benoemen.
De heer M. Ph. van der Weele (gem. bel.)
constateerde dat in ons bureaucratisch landje
elke gemeente weer een commissie moet be
noemen. Hij vindt het maar matigjes, maar
erkend, dat hat in de wet (bouwverorde
ning) is geregeld en men er dus niet van
tussen kan. En dan kan hij niet anders,
da» de oplossing van b en w nog het meest
geschikt achten. Dat vindt de heer J. A. den
Engelsman (s.g.p.) eveneens.
De heer A. Kurvink (s.g.p.) informeert
waaruit de werkzaamheden van die commis
sie zullen bestaan.
De voorzitter antwoordt dat het er om
gaat, dat geen verbouwingen tot stand komen
welke in strijd zijn met het landschapsschoon
Elke bouwaanvrage - hoe klein ook - moet
dus voorzien worden van het advies van
die commissie. Dat zal in vele gevallen
schriftelijk afgewerkt kunnen worden. In
sommige gevallen zal het van de commissie
een reis naar Sint Annaland noodzakelijk
maken. B en w wensen echter de bouwkosten
zo goedkoop mogelijk te houden voor de
mensen en daarom niet nog eens extra zware
leges op te leggen via het welstandsadvies.
Hij is er dan ook van overtuigd, dat dit
de goedkoopste oplossing zal zijn. Daarmee
is de raad het volkomen eens, zodat het be
sluit tot instelling van die (Bergse) com
missie algemene instemming krijgt.
In Schoolstraat en F. M. Boogaardweg
komen trottoirs waartoe f 7600.werd ge
voteerd
DE HELFT MEER?
Wanneer b en w verhoging vragen van
het voorbereidingskrediet voor een recon
structieplan Molendijk en Nieuwstraat
(van f 3100.op de eerste raming van
f 5000.heeft dhr. Kurvink uitgerekend
dat de raad er blijkbaar steeds rekening
mee moet houden, dat een eerst gevraagd
voorbereidingskrediet later toch weer ver
dubbeld moet worden.
Wethouder Scherpenisse wijst er op, dat
een voorbereidingskrediet door b en w ge
raamd zonder deskundig advies en geeft
toe, dat men in dit opzicht onvoldoende re
kening hield met de zo sterk gestegen tarie
ven en lonen der laatste jaren. Daarmee zal
men voortaan weer wel rekening houden.
Niemand had overigens tegen de verhoging
bezwaar. Bij verkoop van percelen bouw
terrein aan de Anna van Bourgondiëstraat
informeerde dhr. Kurvink of de prijs van
f 19.50 per m- voor de gemeente nog wel
voldoende was. waarop de voorzitter be
vestigend antwoordde.
Onderwijs-voorschot-vergoedingen waren
hamerstukken.
Bij de votering van een krediet voor de
bouw van een derde lokaal aan de chr.
kleuterschool (f 161.811,informeerde de
heer P. van Schetsen (p.v.d.a.) wanneer het
gerealiseerd zou kunnen worden. De voor
zitter antwoordde, dat men reeds een derde
(nood)lokaal in gebruik heeft, maar de heer
Van Schetsen doelde op het nieuwe lokaal
en daarop kon de voorzitter geen antwoord
geven. Hij wist wel ,dat dit van financie
ringsmogelijkheid zal afhangen.
De raad kon zich ook akkoord verklaren
met een krediet voor verbetering (drainage
en verven materiaal) speeltuin. Dat vergde
vijf mille op de begroting of liever van de
begroting.
De heer Van der Weele hoopte dat de
drainage goed zou gebeuren en meende dat
het gehele terrein tot een diepte van en
halve meter los te trekken om 't goed door
laatbaar te maken. De voorzitter verklaarde
met deze opmerking rekening te zullen hou
den, aangezien ook de andere landbouwdes
kundigen in de raad zich achter de mening
van dhr. Van der Weele schaarden.
Men bleek ingenomen met de toewijzing
van 7 woningwetwoningen, waardoor er
met de verkoop grond voor drie particuliere
woningen, c.q. bungalows weer enige bouw-
aktiviteit in het verschiet ligt.
SCHOLEN
De voorzitter wees er tenslotte op, dat
het college .gezien de goede voortgang
nieuwe scholenbouw dezer dagen 'met in
specteur .hoofden van scholen en bestuur
ders op reis was geweest om nieuw meubi
lair te bekijken. De bedoeling is daar voor
beide scholen uniformiteit in te brengen,
zodat eventueel noodzakelijke wisseling mo
gelijk is.
De tijd nadert van definitieve beslissing
omtrent de inrichting van deze scholen.
Daarna sluiting.
Koeltechniek
LievevroaweettMt 33 - TeL 4898
Bergen op Zoom
adv.ing.med.
We vervolgen onze twee voorgaande artikelen over bovenver
meld onderwerp, thans tot aan het begin van onze 20e eeuw.
Jacobus de Visser 1861 - 1894
Er moest dus weer een nieuwe dokter komen. Op de advertentie
solliciteerden 7 mensen, waarvan 5 uit de provincie Zeeland en 2
van buiten Zeeland. Het werd Jacobus de Visser, geneesheer te
Grijpskerke. Ook deze man zou 33 jaar op Stavenisse arbeiden.
Hij was een molenaarszoon. Zijn vader, Willem de Visser, was
van 1804 - 1840 molenaar te Nieuw- en Sint-Joosland.
Jacobus Visser was gehuwd met Wilhetmina Constance Was,
dochter van Marinus Was, predikant te Sint-Maartensdijk en Jonk-
vrouwe Constance Justine Charlotte de Casembroot. Het huwelijk
was op 7 augustus 1868 te Sint-Maartensdijk voltrokken, waarbij
voor de bruid o.a. als getuige optrad: Jonkheer Eduard August Otto
de Casembroot, oud-Minister van Oorlog.
Uit dit huwelijk zijn o.a. geboren: Jacoba Willemina (1 oct. 1869),
Marinus Willem (23 oct. 1875) en Constance Justine Charlotte (20
maart 1891). Laatstgenoemd kind is op 12 sept. 1891 overleden. Op
het oudste, nog bestaande kerkhof te Stavenisse, treffen we aan het
eind van het pad een grafsteentje aan, waarop staat: familie de Vis
ser. In dit graf, ligt het kind begraven.
Wat de zoon, Marinus Willem betreft, die is hoogleraar aan de
Universiteit in Leiden geworden, in het Japans.
Net als nachtwaker Knuist
Enige jaren geleden, memoreerde iemand meneer Visser" zoals
hij te Stavenisse werd genoemd, op de volgende wijze:
,,de postjuffrouw is dan ook een deftige dame uit Holland en ze
draagt het haar in lange pijpekruüen net als die te zien zijn op het
portret van Koningin Sophie op het gemeentehuis. En net zoals
mevrouw de Visser, de doktersvrouw ze draagt.
Mevrouw Visser zegt iedereen en niemand zegt ook dokter tegen
haar man, maar gewoon: meneer Visser. Waarschijnlijk omdat het
geen nieuwerwetse dokter is, maar slechts 'n plattelandsheelmeester.
Niettemin zijn zijn poeders en pillen en ,,nat goed" er even
goed om. Dat weten alle mensen, die wel eens ziek zijn geweest en
hebben moeten meesteren"Altijd staat hij klaar, weer of geen
weer. Kijk daar loopt ie. 'tls winter, bitter koud. Met de dikke
jas aan en een pet op, waarvan, een deel over de oren, ja zelfs
voor de mond kan worden gebracht net precies zo een als nacht
waker Knuist heeft.
Zo gaat hij zijn patiënten op het dorp af. Is dat achter de rug,
dan rijdt hij met zijn knecht Izaak in z'n tilbury naar buiten het
dorp. of als het al te guur is. in zijn rijtuig, waarin hij beter beschut
zit tegen de kou."
Ja, als we dit nu weer lezen, dan is het misschien toch echt
gemeend geweest en niet louter plichtmatigwat we lazen in de
raadsnotulen, toen Jacobus de Visser onslag vroeg:
,,de Heer J. de Visser oprecht dank te betuigen voor zijn
bewezen diensten sedert het jaar 1861op ivelk tijdperk steeds
met innig genoegen zal worden teruggezien."
André Morel 1894 - 1908
En weer werd er een advertentie geplaatst. In de raadsnotulen
staat vermeld, dat de advertentie in ,,de Geneeskundige Courant
voor het Koningrijk der Nederlanden" werd geplaatst. Hel salaris
wat men te bieden had, bedroeg 465,per jaar. Hiervan was
200,van de gemeente, f 40,voor inenting en herinenting
koepokken, f 25,voor doodschouw, 100,vanwege het
plaatselijk armbestuur en f 100,van de diaconie.
De gemeenteraad besluit met meerderheid van stemmen in zijn
vergadering van 14 maart 1894 de heer C. Grebe de Haan, arts
wonende de Koudekerke bij Leiden, te benoemen. In de raad zit
echter één tegenstemmer, te weten Leendert Hage. Vele ouderen
zullen zich deze persoon nog wel herinneren. Doch hij moet zich
bij het besluit van de meerderheid neerleggen. Waarom was hij
tegen? Onbekend. Wist of voelde hij meer?
Toch zal hij het genoegen smaken, dat de benoemde arts niet
naar Stavenisse zal komen. Per 1 mei 1894 zou hij te Stavenisse
arriveren, maar 30 mei zit men nog te wachten. Dat verdroot
de Raad zo, dat men besloot, dal hij nu maar helemaal niet meer
moest komen
Teneinde het „dokterloze tijdvak" te overbruggen, wordt dokter
D. Quakkelaar te St. Annaland tijdelijk als gemeente geneesheer
benoemd, terwijl mej. J. v. d. Velde te Scherpenisse tijdelijk als
vroedvrouw wordt benoemd.
Op 3 september 1894 wordt A. Morel benoemd.
Ondertussen koopt men van Mr. J. F. van der Lek de Clercq te
Rotterdam het zogenaamde „doktershuis". De vraagprijs was
2750,De gemeente bood 2100,en werd tenslotte voor
2500,eigenaar. Ziezo, er was een huis en er was weer een
dokter.
In de notulen wordt hij A. Morel, arts te Amsterdam genoemd.
Over dokter Morel, wordt nog steeds door de ouderen met aan
gename herinneringen gesproken. Veel verhalen zijn er nog over
hem in omloop. Voor cle waarheid kan ik niet instaan, hoewel in
anderzijds geen enkele reden heb. om de verhalen in twijfel te
trekken.
Zo vertelt men o.a. dat er een jonge man op de Molendijk
ernstig ziek was. Er brak aan de overzijde brand uit en dal dokter
toen eigenhandig het dak van het huis waarin de jongen ziek lag.
met water nat hield.
Uit de familie overlevering is me weieens verteld, dat er even
eens een jongen ziek was en dat de dokter er zo bewogen van was.
dal hij niets kon doen tot herstel. Hij was op een morgen gekomen
en had verteld, dat hij in de afgelopen nacht al zijn boeken nog
eens nagezien had, of er misschien nog een middel was, maar het
was alles tevergeefs
Vergast
Het was dus geen wonder, dat de bevolking deze man zeer hoog
achtte. Deze dokter was een jood. Met schrik en verontwaardiging
vernam men na de oorlog dat ook dokter Morel en zijn vrouw
vergast waren. Teneinde volkomen zekerheid over dit gerucht te
verkrijgen, is door mij een onderzoek ingesteld. Helaas, het bericht
bleek maar al te waar: André Morel, geboren 28 nov. 1869 te
Brielle en zijn vrouw Edi Lotje Wijzenbeek geboren 4 maart 1873
te Culemborg woonden in 1943 in Amsterdam. Zij zijn 6 mei 1943
in het kamp Westerbork gebracht en op 20 juli 1943 gedeporteerd
naar het concentratiekamp Sobibor. Aldaar zijn ze op 23 juli 1943,
dus 3 dagen na aankomst, omgekomen.
Een tragedie, die ons dorp raakt, omdat het het leven van twee
mensen, die zeer geliefd waren, kostte.
'Op de Molendijk, bluste dokter Morel de brand'
door
MAARTJE ZELDENRIJK
Maar iets in hem trok haar, dus ze stemde toe om hem
s middags te ontmoeten. Na een paar maanden wilde
Piet Wuis weten, wie de jongen was. Het leek hem hele
maal niet te moeten horen, dat Jaap Witvliet gewoon los
arbeider was. Moeder Wuis schudde bedenkelijk haar
hoofd. 'Kind, met zok soort hè je altaid arremoei. Je ken-
ne toch wel wat beters kraige?'
Aaltje dacht na en maakte het uit. Ze had het thuis
goed en dan ging je niet weg om het slechter te krijgen.
Maar ze had het al een beetje te pakken en toen Jaap
Witvliet terugkwam en aanhield, ging ze weer met hem
uit.
Jaap was beslist niet Aaltjes eerste vrijer. Ze had al
omgang gehad met een visserszoon uit Nieuweschild,
maar die had nare ogen en was haar al gauw te vrijpostig.
Daarna was het een boerenknecht uit de Eierlandse pol-1
der, maar die pruimde en dat vond ze vies. Omdat zijn
mond altijd naar die bittere tabak rook.
Doch Jaap had heel wat goede eigenschappen. Hij
dronk weinig, rookte nauwelijks en pruimen was ouder
wets, vond hij. Altijd goedlachs en opgewekt, een leuk
gezicht en een paar stevige handen. Daarom vond ze het
helemaal niet erg, als hij haar stevig beetpakte en haar
zoende. Ook niet als hij 's avonds in het donker op een
eenzaam stukje langs de dijk wel eens met haar stoeide.
Piet Wuis had het spoedig bekeken: dat hield hij niet
meer tegen. Aaltje was weg van haar lange Jaap. En om
dat hij een paar centen gespaard had en een klein huisje
kon kopen aan het eind van het dorp, waar hij werkte,
kreeg Aaltje toestemming met haar Jaap te trouwen.
Gelukkig aarde Aaltje al gauw in het voor haar onbe
kende dorp. In deze kleine gemeenschap was iedereen
hartelijk en vriendelijk voor haar.
Jaap werkte hele dagen en als hij 's avonds moe thuis
kwam, stond het eten op tafel en zat zijn vrouw naast
hem. Want als je pas getrouwd bent en je hebt je vent
de hele dag niet bij je gehad, dan hunker je op het laatst
toch wel een beetje naar hem.
Na veertien maanden schonk ze hem een zoon. Piet
Wuis en zijn vrouw maakten de lange tocht naar Den
Hoorn voor de kraamvisite en douwde zijn dochter een
rijksdaalder in de hand. 'De winter ken nog lang zijn,
maid, wees er maar zoinig op'.
Maar eind januari ging de sneeuw smelten en februari
bracht zachte dagen, zodat Jaap weer volop aan het werk
kwam. Het lege doosje op de schoorsteenmantel kreeg
geleidelijk aan nieuwe inhoud. Jaap junior was geen las
tig kereltje, maar kon schreeuwen als geen andere baby.
Wat Jaap senior wel eens droog de opmerking ontlokte:
'Ik zou wel eens willen weten, van wie hij die grote mond
heeft'.
'Zeker van mij, hè?' bitste Aaltje terug. Jaap lachte
blij, omdat zijn vrouw hapte. Hij nam haar in zijn magere
armen, hoewel ze tegenstribbelde en bedekte haar mond
met kussen. 'Hoe groter mond, lekkere meid, des te fijner
zoent-ie, moet je maar rekenen'.
In de loop der jaren kreeg Jaap nog twee zusjes, Neel-
tje, die twee jaar na Jaap op de wereld kwam. En de
kleine Hannie, die net op de dag, dat de zesjarige Jaap
naar school ging, akte de presence gaf. Hetgeen Jaap de
opmerking ontlokte, dat het zo welletjes was. Want de
crisis begon ook op het eiland door te werken en heel wat
eilanders waren hun bazen kwijt geraakt, zodat ze op de
steun aangewezen waren. Zelf had Jaap doorgaans veel
geluk, omdat zijn handen nergens verkeerd voor stonden
en hij derhalve van alles aanpakte, als er maar mee ver
diend kon worden.
Aaltje was nu zeven en een half jaar getrouwd. Ter
wijl ze van haar derde kind in het luraambed lag, dacht
ze: Alle sombere voorspellingen van mijn vader ten spijt,
heb ik het al die jaren goed gehad. Jaap kan werken en
verdient altijd wel wat. We hebben doorgaans kunnen
sparen en de kinderen zitten goed in de kleren. Onze
spulletjes zijn netjes, ons huisje wordt door Jaap goed
onderhouden en we hebben een mooi stukje grond, dus
wat wil ik nog meer? Ik heb drie schattige kinderen
mensen... ik voel me rijk en gelukkig.
Jaap junior deed op school niet meer zijn best dan de
meeste andere leerlingen. Hij had weinig moeite met le
ren en wist precies, wat hij wilde worden, als hij later
groot was. Omdat zijn overbuurman een radiotoestel had
en zelf dikwijls knutselde om het toestel sterker te maken
zat de kleine Jaap na schooltijd meer aan de overkant
dan thuis. Een radiotoestel was volgens hem het groot
ste wonder ter wereld. 'Als ik groot ben, ga ik ze zelf
bouwen', besliste hij. Vader Jaap zag er wel wat in en
stuurde de twaalfjarige zoon na de lagere school naar de
Ulo in Den Burg. Eerst maar een paar jaar ulo, was zijn
mening. Dan zien we wel, of hij er nog zin in heeft.
Eigenlijk had hij naar een technische school gaan,
maar de Ambachtschool in Den Burg had geen afdeling
radiotechniek en de reis naar de vaste wal was nog een
beetje te lang en te bezwaarlijk. Zodat Jaap zijn ulodip
loma behaalde en daarna in een radiowinkel in Den Burg
begon als leerling-monteur.
(wordt vervolgd)