EENDRACHTBODE
I
I
Sint-Annaland (vii)
Map's
mislukte jaren
Nieuwe onderwijsperiode
voor Nederland
I
DE MAMMOET GAAT OP STAP
SuppleUefonds
Zeeuwse Collecte
De Ambachtsheerlijkheid
24e JAARGANG No, 34
11 JULI 1968
TWEEDE BLAD
KOELKASTEN
DIEPVRIEZERS
VERHOEVEN
Eén augustus van dit jaar is een grote dag BRUGJAAR
voor het Nederlandse onderwijs. Dan gaat
de Mammoet officieel op stap. Vanaf die
datum werkt de Mammoetwet, „de wet op
het voortgezet onderwijs". Precies tien jaren
nadat zij door Minister Cals - is ingediend.
Jaren van parlementaire strijd zijn ach
ter de rug, maar eindelijk is het zover.
Al het onderwijs tussen lagere school en
hogeschool-universiteit heeft een nieuwe stijl
en een nieuwe vorm gekregen. Vertrouw
de namen, zoals ULO, MULO en HBS,
verdwijnen, nieuwe nog wat raadselachtige
termen, zoals Atheneum, HAVO, MAVO en
LAVO, zullen ingeburgerd moeten raken. De
Mammoetwet is ongekend belangrijk. Dat
is alleen al af te meten aan de onvoorstel
bare hoeveelheid kibbelarij en twistpartijen
die om de nieuwe wet zijn gevoerd. Na
vier jaar schriftelijke voorbereidingen
behandelde de Tweede Kamer in de zomer
van 1,962 het uitgebreide regeringsvoorstel.
Ondanks het warme weer, dat lange be
raadslagingen onmogelijk leek te maken,
praatte de Kamer achttien dagen lang over
het ontwerp, diende zij meer dan honderd
wijzigingsvoorstellen in en liet zij zich ten
slotte bepraten door een ministerieel betoog
van zeven uren aan één stuk.
NIEUWE MENTALITEIT
Inmiddels zijn, in het kader van een over
gangsregeling, al experimenten genomen met
diverse van de nieuwe schooltypes, die in
de Mammoetwet zijn voorgesteld. Ze zijn
redelijk uitgevallen', maar conclusies zou nog
niemand durven trekken. De feitelijke gevol
gen van de Mammoet zullen pas over enkele
jaren duidelijk worden. Het gaat immers
niet alleen om een gigantische organisati-
rische ommezwaai met een fors aantal ad
ministratieve veranderingen. Wat veel be
langrijker moet zijn is het scheppen van een
nieuwe sfeer en mentaliteit op de scholen,
nieuwe systemen, van kennisoverdracht
.waarbij veel meer aandacht kan worden
gegeven aan de individuele kwaliteiten van
een leerling.
Tussen de lagere school en de nieuwe on
derwijsvormen is een overgangsperiode ge
bouwd, die heel toepasselijk de naam „brug-
jaar" heeft gekregen. Het basisonderwijs in
dit eerste jaar is voor alle schooltypen vrij
wel identiek. Aanvankelijke opzet was, dat in
dit eerste jaar zou worden nagegaan of de
aanvankelijke schoolkeuze wel juist is. Ver
anderingen in vele variaties moeten na dit
brugjaar mogelijk zijn.
De leerlingen - vooral hun ouders
zullen niet zo erg veel problemen hebben met
i de opzet van het voorbereidend wetenschap-
1 pelijk en het beroepsonderwijs. De doelstel
lingen daarvan zijn bijzonder duidelijk. An
diers is het met het nieuwe AVO onderwijs.
Hier vooral zijn de nieuwe schooltypes te
vinden.
LAVO: lager algemeen voortgezet onder
wijs. Een nieuwe, tweejarige school, te ver
gelijken met het vglo van nu.
MAVO: middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs. In het algemeen een cursusduur
I van vier jaren. Te vergelijken met het ulo.
Is o.a. een goede voorbereiding voor het
i middelbaar beroepsonderwijs.
HAVO: hoger algemeen voortgezet onder
wijs. Wordt gegeven aan speciale scholen
met een cursusduur van vijf jaren of in de
vorm van tweejarige vervolgcursussen na
drie jaren VWO of vier jaren MAVO.
Het HAVO vervangt o.a. de huidge HBS
en MMS. Dit type onderwijs kan ook wor
den gebruikt als overgang naar het hoger
beroepsonderwijs.
Dit is in grote lijn het geraamte van het
nieuwe onderwijsdier. Met de komst van de
Mammoet alleen zijn nog lang niet alle
onderwijsproblemen opgelost. Veel hangt af
van de uitvoering. Feit is, dat een belang
rijk stuk van het onderwijs, dat langzaam
het spook van de veroudering zag naderen,
nieuwe mogelijkheden krijgt.
Koeltechniek
Llevevrouwcatraat 33 - TeL 4898
Bergen op Zoom
adv.ing.med.
BETERE VOORBEREIDING
De Mammoet komt in een jubileumjaar.
Het ministerie, dat in Nederland onderwijs
verzorgt, bestaat een halve eeuw. Tot sep
tember 1918 viel het onderwijs onder het
ministerie van Binnenlandse zaken. De pro
blemen waren destijds gelijk aan nu. In
de onderwijsverslagen uit die jaren vindt men
klachten terug over de zeer ingewikkelde
spelling, het geschiedenisonderwijs, waarin
te veel aandacht werd gegeven aan de eerste
tijden en de Tachtigjarige Oorlog en te wei
nig aan de moderne tijden en de moeilijkheid
om het ingewikkelde staatsbestel aan de kin
deren duidelijk te maken. Ook de Mammoet
van nu is er op gericht de leerlingen beter
voor te bereiden, hetzij op maatschappij,
hetzij op de te volgen studie aan universiteit
of hogeschool. Het voortgezet onderwijs (het
begrip middelbaar onderwijs mag men voor
taan alleen gebruiken als men bijzonder ou
derwets wil zijn) wordt hiertoe gesplitst in
drie hoofdgroepen.
1. voorbereidend wetenschappelijk onder
wijs (VWO), dat de naam zegt genoeg
- leerlingen een opleiding biedt, die een dui
delijke brug slaat naar hogeschool en uni
versiteit. De drie schooltypes hiervoor zijn
gymnasium, atheneum (i.p.v. de huidige
HBS) en lyceum.
2. algemeen voortgezet onderwijs (AVO)
onder te verdelen in HAVO, MAVO en
LAVO. Het moet mogelijk zijn om tijdens
het volgen van dit type onderwijs over te
schakelen op VWO.
3. beroepsonderwijs met, technisch onder
wijs, huishoud- en nijverheidsonderwijs, land
bouwonderwijs, opleiding voor onderwijzend
personeel, kunstonderwijs en sociaal-pedago
gisch onderwijs.
Het Suppletiefonds Draagt Elkanders
Lasten hield dezer dagen te Goes haar jaar
vergadering.
De aftredende bestuursleden werden herko
zen, terwijl in een bestuursvakature voorzien
zal worden. Uit het jaarverslag van de secr.-
penningmeester bleek dat aan 31 partiku-
lieren steun uit het fonds is verleend, nadat
in samenwerking met diverse instanties in
lichtingen werden ingewonnen over de nood
zaak van deze steunverlening.
In totaal werd een bedrag uitgegeven van
plm. f 19.500,Aan inrichtingen waar in
validen en kinderen worden verpleegd werd
'n bedrag geschonken om met de Kerstdagen
de patiënten een extra verrassing te schen
ken.
Het blijkt nog altijd dat het werk van het
fonds zeer noodzakelijk is en in verschillen
de gezinnen de zorgen kunnen worden ver-
lich.t
Met een grote bruto-opbrengst van ruim
f 3000.heeft ook onze streek weer op
milde wijze bijgedragen in het totaal van de
Zeeuwse collecte 1,967. Een bedrag van
26 mille blijft er voor het „algemeen" over.
Maar inmiddels hebben plaatselijke instan
ties 18 procent van de totale plaatselijke
opbrengst mogen inhouden.
Op Tholen en Sint Philipsland werd het
volgende gegeven:
Tholen
Sint Annaland
Oud Vossemeer
Poortvliet
Scherpenisse
Stavenisse
Sint Maartensdijk
totaal
Sint Philipsland
1000.—
574,05
525,—
382,50
183,
141,
91.85
f 2897,40
f 670,—
Laatstgenoemde gemeente leverde het hoog
ste bedrag per inwoner, namelijk 31 cent.
Vervolgens Tholen met 27, Oud Vossemeer
24, Poortvliet 23, Sint Annaland 21, Scher
penisse 14 cent en' Sint Maartensdijk 3 cent
per inwoner.
Schetsen over het begin en de oudste ontwikkeling
der Sint-Annalandse gemeente
Door Han Dekker
LIEF EN LEED IN DE GEMEENTE
ALS IN „HET HUYS VAN ST. ANNELAND"
„God haelt uw kinderen,
soo dicht als hijs' u sendt:
Dit 's nu de derde reis
Const. Huygens sr.
Men is in het decennium gekomen waarin de Noordelijke
Nederlanden internationaal steeds meer gaan uitblinken. Het zijn
de jaren van ongekende handelsexpansie, maar ook van Engelse
oorlogen, zeeslagen, Tromp en De Ruyters heldenfeiten.
In 1662 stuit raadspensionaris De Witt een verdrag met
Frankrijk, legt men te St.Annaland de eerste steen van hoeve
„Nooit gedacht" en is ten huize van de betrokken ambachtsheer in
Den Haag grote droefheid. De twee uit het huwelijk van Philips-
en Suzanna geboren kinderen worden dit jaar beiden weggenomen
door de dood Volgend jaar wordt op 5 juli geboren Suzanna
Constance.
Vruchtbaar is het Sint-Annalandse bouwland, bloeiend de
gemeente. Trap-, klok- en tuitgevels sieren de Voorstraat. Thuis
en in de dorpstaveernen drinkt men het eigengebrouwen bier.
Op bepaalde dagen komen daar kooplieden bijeen. Meekrap, hop,
granen en vlas zijn goed gangbare handelsprodukten. Op logge
karren worden de goederen naar de haven gebracht en daar in
koggen en andere scheepjes geladen voor vervoer naar Holland
of elders. Met eenvoudige landbouwwerktuigen en volgens een
overgeleverde methode wordt de grond beboerd. Vlijtig bebouwt
men de goede aarde, want heel vrij genomen is er, afgezien van
religieuze en zedelijke normen, een zekere overeenkomst met het
China van Pearl Buck. De ruim duizend inwoners der gemeente,
nog eeuwen „verschoond" van moderne communicatiemiddelen,
leven daar als een tevreden dorpsgemeenschap, die in afhankelijk
heidsbesef devoot gelooft en hopen blijft.
Zo nadert 1669, een pestjaar bij uitnemendheid. Voor woens
dag 9 oktober is door de Staten Generaal uitgeschreven een
„Algemene Vast- ende Bededach" om God te bidden „van ons te
nemen de welverdiende straffe der Pestilentie en andere sieckten,
mitsgaders der vijanden desseinen en aenslagen te breecken
In Leiden sterven drie van de vier burgemeesters aan deze ziekte.
Te Amsterdam hernieuwt burgemeester Van Beuningen een keur
tegen het snelverkeer van die dagen „omdat de straeten, mits haer
engte, onbequaem syn om bereden te worden" (f 100.boete per
overtreding voor bestuurders van „karossen ende kalessen"en in
Den Haag tekent ambachtsheer Doublet op 10 december een be
dijkingsoctrooi. De schorren ten noorden van St. Annaland worden
in „eeuwigdurende" erfpacht ter bedijking uitgegeven aan Pieter
Adriaanszoon Dijckland. Suzannapolder zal het nieuwe land heten,
Vruchtbaar is het Sint-Annalandse bouwland, bloeiend de gemeente
Trap-, klok- en tuitgevels sieren de Voorstraat.
Thuis en in de dorpstaveernen drinkt men het eigen gebrouwen bier
Soms is de hoofdstraat van het dorp een oase van rust.
naar mevrouw Suzanna Doublet- Huygens. De totale inpolderings-
kosten van dit calamiteus object zullen bedragen 19.723.—.
Dan volgt het jaartal waarvan de apocalyptische termen: redde
loos, radeloos en redeloos steeds bekend zijn gebleven: 1672. Een
nationaal rampjaar waar tand en plaats bij betrokken zijn, maar
persoonlijk leed treft dieper
De oude mevrouw Geertruyd Doublet-Huygens 10-7-1599
4-6-1680) wordt dit jaar blind Broer Constantijn schrijft over
haar aan een Engelse vriendenrelatie, Lady Swann: Sister of
St. Annelandwhose good eye is covered with a cataracte, so that
now she has no use at all of neither, and beares, this affliction with
a most incomparable wisdom and patience BrieffProsa Anglica.)
De 10e oktober 1672, aan boord van het koninklijk jacht, varend
van Londen naar Scheveningen, schrijft hij zijn zuster Geertruyd
een bemoedigingsgedicht" in de bekende, nuchtere taal van Oud-
Holland:
„OOGENTROOST AENDE VROUWE VAN
ST. ANNELAND.
Als 't op een sterven gaet, sietm' met Gesicht eerst breken:
En dat, die zestich jaar en thien meer heeft geleeft,
Of sterft, of sterven gaet, en lydt geen tegenspreken.
Is 't vreemd of buijtens tijds dat hem 't gesicht begeeft
Maer dien het stervende begeeft, verliesen 't hooren,
't Gevoel en Smaeck en Reuck, en sterven daerop heen:
Ghy leeft, en hebt van vijf maer eenen sin verloren:
Bedenckt uw voordeel eens: het is noch vier om een
Ambachtsheer Philips Doublet spoed zich laat in de namiddag
van 11 november 1672 naar huis. Hij heeft een regentenvergadering
voorgezeten van het Haagse, 17e eeuw bejaardencentrum ,,'t Hofje
van St. Anneland"een hoofdzakelijk door de Doublets gefinan
cierde liefdadigheidsstichtingHaastig stapt hij verder tot hij door
een hem tegemoet gesnelde bediende bijna omver wordt gelopen
Ontsteltenis staat duidelijk op diens gezicht, en de heer Doublet
krijgt een angstig vermoeden dat deze man de boodschapper gaat
worden van een kwade tijding
Ruim negen jaar is Suzanna Constance, als zij die beruchte
11e november al spelend in de vijver raakt en verdrinkt. Weer
is er rouw in „Het Huys van St. Anneland"„God haelt uw'
kinderen soo dicht als hijs' u sendt schrijft vader Constantijn
het bedroefde ouderpaar, en voor zijn verdronken lieve kinds
kindje Susanne Constance Doublet" dicht hij het grafschrift:
„Hier light een kindt in 't nat gesmoort.
't Gelyckt een van die ongevallen,
Daerm' alle daegh te veel af hoort
„Hier light een kind, gekwetst, doorboord en met een
kleine variant blijkt het zelfs nog bruikbaar in onze hedendaagse,
technocratische eeuw van ongekende vaart en snelheid, maar ook
van onpeilbaar leed en verschrikking, wanneer bedrijfs- en verkeers
ongevallen tijdensfeiten worden „daerm alle daegh te veel af
hoort ook en vooral nu nog
1672; een uitzonderlijk droeve tijd voor de familie Doublet, bij
wie over twee jaar een jonge Philips zal geboren worden
Thans gezinsleed in „Het Huys maar over twintig jaar ver
slagenheid in de gemeente van St.-Annaland, wanneer een angstig
kleppen der dorpsklok ternauwernood zat uitkomen boven het
geloei van een gigantische vlammenzee
wordt vervolgd)
Maar het kon en kan er ook een feestelijke boel zijn.
Zo'n vijftig tot dertig jaar geleden was er bij voorkomende
gelegenheid sprake van een echt dorpsfeest.
Daarvan op dit kiekje een indruk.
door
MAARTJE ZELDENRIJK 32
Bram grinnikte. „Jawel, zus, die zijn er wel. En 't is
net, zoals je zegt, ons bedrijf ziet er gelukkig goed uit.
Financieel staan we sterk. Ze weten, dat moeder een
slordige cent bezit, en dat is 't juist, hé Over die snoet
van mij heen zien ze de tuinderij. En de bankrekening,
snap je? Dat heb ik meestal na twee of drie keer door.
Dus de zoveelste teleurstelling."
Map dacht enige tijd na. „Ik vind het ellendig voor je."
„Dank je, Map. Maar vat het niet te tragisch op, wil
je Laat mij m'n eigen weg maar gaan. Ik heb vroeger
een keer misgegokt. Dat gaat je niet in je kleren zitten."
Zijn schoonzuster kreeg een kleur. „Begin je daar nu
weer over? Dat vind ik niet prettig."
„Hola, dame, jij begint er over, niet ik. Als je niets
zegt, zul je mij evenmin horen. Hetgeen ik zei, is een
feit."
„Je moet oppassen, dat het geen waanidee wordt,
Bram. Overigens, wat heeft het nog voor zin voor je?"
Hij hield zijn hoofd scheef. „Jé kunt nooit weten',,
zei hij droog.
„Dat is al evenmin aardig, en zeker niet voor
je broer."
„Hij is er niet. Maar het hindert allemaal niet. Voor
mij is de hoofdzaak, dat jij gelukkig bent. En dat ben
je, dat kan men iedere dag opnieuw aan je zien."
Ze legde haar hand op zijn arm. „Daarom zou ik jou
ook zo graag gelukkig zien, zwager," zei ze zacht.
„Lieve zus, ik heb m'n werk. En op z'n tijd ga ik wel
eens een avondje uit. Dat is mijn geluk. Een mens krijgt
niet altijd alles in het leven."
Na de feestdagen dacht ze thuis nog na over dit
gesprek. Ik heb wel zo ongeveer alles in het leven ge
kregen, wat ik graag wilde. Ik heb een man, waarop ik
dol ben en die van me houdt. Ik heb een schat van een
dochter, een aardig huisje, een wagentje, geen finan
ciële zorgen. Misschien is het enige, wat minder prettig
is het feit, dat ik Wieg niet altijd bij me heb. Aan de
andere kant is zijn thuiskomst iedere keer opnieuw een
groot feest voor ons drietjes. Ik moet tevreden zijn, en
dat ben ik.
In februari was Wiechert veertien dagen thuis en
gedurende deze dagen vond ze hem plotseling veranderd.
Wel koesterde ze zich aan zijn onstuimige liefde, al deed
als altijd de heftige druk van zijn harde armen haar pijn.
Maar zelfs in die pijn voelde ze haar geluk weer opleven,
want als ze in zijn armen leg, dan viel alles om haar heen
weg en beleefde ze haar volle, grote liefde voor hem
intens mogelijk.
Doch bij het verglijden van de dagen nam ze hem
meermalen ongemerkt op en zag, dat hij nadacht. Een
paar keer vroeg ze hem, of hem iets hinderde, en dan
ontkende hij, soms lachend, soms korzelig. Een keer
viel hij tot haar schrik uit: „Mens, zanik niet zo
aan m'n kop. We hebben allemaal wel eens wat, of
niet soms? Wees blij, dat ik er ben en neem me, zoals
ik ben."
Map was verontwaardigd. „Nou, je hoeft niet zo
tegen me te bekken! Ik ben de scheepsjongen niet".
Wieg was ondanks zijn boosheid, in een schaterlach
uitgebarsten. „We hebben niet eens een scheepsjongen
aan boord."
„Nou, de leerling-stuurman dan. Dat doe je maar op
je schip."
„Hier in huis ben ik de kapitein."
Ze keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
„Dit is geen schip. Blaft die kapitein van jou ook zo,
als-ie een slechte bui heeft?"
Wieg knikte lachend, „Meid, als die het op z'n heupen
heeft, rammelen de pannen bij de kok in het kombuis."
„Nou, het scheelde niet veel, of dat was hier ook
het geval," meesmuilde Map.
Hij keek naar de pannen op het gasstel. „Nu ja, we
hebben een rotreis gehad, dat is alles. Enkele kleine
ongelukjes door een zware noordwester wat tegenslag,
zodat we acht en veertig uur te laat pas konden
afmeren. In zo'n situatie wordt iedereen sjachrijnig."
Enkele minuten later dolden ze als twee zwaar ver
liefde jonge mensen door het huis, terwijl Gerdientje
in haar box stond te springen en kraaide van plezier.
Waarna ze het kind opnamen en W^ieg met zijn dochter
op de arm dicht tegen zijn vrouw aanstond. „Van ons
samen, he?" zei hij zacht. „Ons rijke bezit."
Toch bleef er iets hangen na zijn vertrek. Ze wist
het nu hij heeft ergens zorgen over. Maar wat zou het
kunnen zijn Ze kon er het antwoord niet op vinden.
Het voorjaar brak aan, zodat Map er van profiteerde.
Ze reed een paar keer naar Rotterdam, was op visite bij
Rinie, en bewonderde in 's-Gravendeel de baby. Maar
moest bij ieder bezoek aan het jonge vrouwtje opnieuw
proberen haar te troosten, want Doris kon nog steeds
niet gewennen aan het feit, dat ze haar man soms maan
den achtereen niet zag. Ondanks de baby.
Vier en twintig april was Wiechert Lakeman jarig.
Gedurende hun huwelijk had hij nog maar één keer zijn
verjaardag thuis gevierd en dat was in het jaar, dat hij
voor eerste studeerde. Dagelijks keek ze de scheeps
berichten na en aan de hand hiervan en zijn brieven
bestond er een redelijke kans, dat hij op zijn verjaardag
thuis zou zijn bij vrouw en kind. Ze wist, dat de Argo-
I naut, waarop hij nu voer, op weg was naar Europa met
een lading zuidvruchten, die in Le Havre gelost moesten
worden en dat ze daar weer wijn zouden laden.
(wordt vervolgd)