Veel kritiek op het ministeriële voorstel Geen waardering, noch onderschrijving van argumentatie gedeputeerden Onjuist dat voorstudie niet openbaar kwam Lot voor het rapport „Tholen Emergiten voor uitstekende voorbereiding en constructieve benadering door thoolse gemeenten Nieuwe opzet door vorming „bovenliggende' gemeente? Streek meer op Brabant dan op eigen provincie georiënteerd Waarom Sint-Philipsland er niet tegelijk bij inschakelen Kamercommissie niet onverdeeld achter het voorstel Pfaff'relaties van geslacht op geslacht Ook op Tholen en Sint Philipsland Voorlopig Verslag Vaste Kamercommissie herindeling Tholen Zo min de thoolse gemeentebestuurders het hoofd zonder meer op de herindelingsblok wensten te leggen, zo min ook blijkt er bij de leden van de vaste commissie voor binnenlandse zaken uit de tweede kamer onverdeelde instemming te zijn met het wets ontwerp van minister Beerninck inzake herindeling van de thoolse gemeenten. Niet eerder kwam er op een herindelingsvoorstel een dusdanige kritiek naar voren vanuit een kamercommissie dan thans bij dit wetsontwerp het geval is. Nimmer tevoren ook werden Middel burgse argumenten zo aangevallen als in het voorlopig verslag op de thoolse herindeling. En totaal nieuw is de suggestie om te overwegen of het voor het eiland Tholen niet beter ware een nieuw „bovenliggende" gemeente te creeëren met gemeenschappe lijke taken en de plaatselijke taken aan de dan blijvende gemeenten over te laten. Tenslotte achten sommige leden slechts één samenvoeging op korte termijn wenselijk, die van de gemeenten Sint-Maartensdijk en Scherpenisse. Terwijl onze gemeentebestuurders ongetwijfeld binnenkort over de volledige tekst kunnen beschikken van het voorlopig verslag der kamercommissie, menen we de volledige inhoud ook aan andere belangstellende streekbewoners niet te moeten onthouden. Dit zal een wat „beter" lezen, een meerdere studie vergen, dan wanneer een samenvatting was gegeven van de voornaamste punten, maar het houdt anderzijds in, dat een volledig beeld wordt gegeven en dat aan niemand te kort wordt gedaan. Met slechts tussengemaakte kopjes ter verduidelijking volgt hieronder de letterlijke tekst van het voorlopig verslag. Ter oriëntering eerst nog eens de mening van de thoolse gemeenten, zoals die door minister Beernink in zijn voorstel zijn vervat. MENINGEN VAN DE GEMEENTERADEN In vrijwel alle gemeenteraden wordt aan handhaving van de huidige gemeentelijke indeling veel waarde gehecht. OUD VOSSEMEER Voor beëindiging van de gemeentelijke zelfstandigheid ziet de raad geen enkele re den. Nu de gemeente in een financieel gun stige positie verkeert, vreest de raad nadeel van een fusie voor het dorp Oud Vossemeer Indien de gemeente in een groter bestuurlijk geheel zou moeten worden opgenomen, zou een minderheid zich met de instelling van drie nieuwe gemeenten en een meerderheid zich met de vorming van één gemeente kunnen verenigen. POORTVLIET Naar het oordeel van de raad behoeft voor de ontwikkeling van de streek 't voort bestaan van de zeven gemeenten geen be lemmering te vormen. Zo nodig kunnen zijns inziens bepaalde belangen door samenwer king worden behartigd. Zou de gemeente lijke zelfstandigheid moeten worden prijs ge meente. Van de minderheid verzetten zich twee leden tegen opheffing van de gemeen telijke zelfstandigheid, terwijl één lid voor stander is van vorming van twee gemeenten (t.w. een gemeente, omvattende Sint An- naland, Oud Vossemeer en Tholen en een gemeente bestaande uit de rest van 't eiland) STAVENISSE De meerderheid van de raad wenst hand having van de gemeentelijke zelfstandigheid De minderheid (3 van de 7 leden) stemt in met 't voorstel tot vorming van één eiland gemeente Aan dit voorstel zou ook de meer derheid de voorkeur geven, als de zelfstan digheid van de gemeente niet gehandhaafd, zou kunnen worden, THOLEN Een grote meerderheid van de raad meent, dat de zelfstandigheid van de gemeente moet worden gehandhaafd doch kan eventueel een herineling volgens het driegemeenten- plan aanvaarden. Een minderheid is voor de vorming van één eilandgemeente. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, in welker handen het onderhavige woord zijnde leden het bepaaid niet eens. Van verschillende andere zijden werd van hetzelfde gevoelen blijk gegeven. Het werd onjuist geacht, dat gedeputeer de staten van Zeeland de raden niet de ge- gelegenheid geboden hebben, kennis te nemen van de voorstudie welke, naar werd aange nomen, ten grondslag lag aan de 19 stellingen en het daarop gebaseerde advies van het college. WAS MINISTER OP THOLEN Dezelfde leden zouden voorts gaarne een nadere opheldering ontvangen over 'n brief wisseling tussen de statenkring Tholen en St. Philipsland der C.H.U. en de bewindsman welke gepubliceerd werd in De Eendracht- bode van 7 en 14 december 1967. Zij vroe gen of de Minister zich, voordat hij het wetsontwerp bij de Kamer indiende, ter plaat ven dit uitgangspunt ook om deze reden, dat op Tholen - anders dan in Zeeuws Vlaanderen, waar op gang zijnde belang rijke ontwikkelingen een zo spoedig moge lijke gemeentelijke herindeling wenselijk ma ken - de huidige gang van zaken en de te genwoordige situatie een dergelijke spoed in het geheel niet vereisen. Desalniettemin hebben, zo vervolgden deze leden de gemeentebesturen toch aan de Ver eniging van Nederlandse gemeenten de op dracht gegeven tot instelling van een weten schappelijk onderzoek, welk onderzoek is uit gevoerd door de sociaal-geografen drs A. Bours en drs J. G. Lambooy. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport Tholen emergit. Deze leden betreurden het, dat met betrek king tot een zo diep in het sociale en eco nomische leven ingrijpende maatregel als de samenvoeging van alle zeven gemeenten tot één gemeente de bewoners van Tholen geen enkele gelegenheid was geboden zich daaromtrent te uiten. Z(j meenden zelfs, dat elke voorlichting aan de bewoners omtrent de op handen zijnde maatregelen achterwege was gebleven. De hier aan het woord zijnde leden merk ten, op dat in de memorie van toelichting inzake gemeentegrenswijzigingen het oordeel van de gemeenten achteraan pleegt te wor den geplaatst. Zo ook hier. Wellicht is het - aldus deze leden - te boud om te beweren dat hiermede tot uit drukking wordt gebracht, dat dit oordeel er minder toe doet, doch aan de andere kant wordt toch wel de indruk gevestigd, dat de voorgenomen herindeling er moet en zal ko men en dat aan bezwaren van de zijde der gemeenten niet die aandacht wordt besteed, welke deze toch verdienen. Het is niet te ontkennen dat bij de behandeling in de ge- gemeenteraden van voorstellen tot opheffing en/of samenvoeging van gemeenten dikwijls emotionele en chauvinistische argumenten en motieven een rol spelen en dat is op Tholen ook zeker het geval geweest Daartegen over staat echter, dat de gemeenten op Tho len zich zeer grondig hebben doen voorlich ten door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en dat de gemeenteraden het rap port dezer vereniging bij de vorming van hun oordeel zwaar hebben doen wegen. m Veertig jaar W. Rikken bij en voor Pfaff betekende ook veertig jaar Rikken en Pfaff relaties op Tholen en Sint-Philipsland. Van grootmoeder tot moeder, van moeder tot dochter. Altijd goede ervaringen met Rikken, altijd goede ervaringen met Pfaff. De familie Bijl uit Poortvliet was ook op de receptie ter gelegen heid van veertig jaar Rikken bij Pfaff. Vertlg jaar Rikken's kennissen, veertig jaar Pfaff-kenners. adv.ing.med. Vele leden verzochten het oordeel van de Minister over de klacht van de betrokken gemeentebesturen, dat zij dientengevolge niet se op de hoogte heeft gesteld. Heeft de Mi nister tijdens een bezoek aan 't eiland de ra den en de inwoners van de Thoolse gemeen- in een vroegtijdig stadium zo volledig moge- ten in de gelegenheid gesteld hem hun me- 11-1 TTTctning over het voorstel mondeling kenbaar lijk inge te maken? En is de Minister, mocht dit niet o- Het wilde hun voorkomen, dat gemeente- gevaj zijn, niet van mening dat dan wei geven, dan zou de raad zich kunnen neer- ontwerp van wet gesteld is, bezocht op 15 besturen in deze voor de gemeenten zo be- tactvol is opgetreden in deze, voor de leggen bij samenvoeging van Oud Vosse- januari 1968 het eiland Tholen, en verleende langrijke aangelegenheden over alle gegevens bevolking van 't eiland zo belangrijke zaak meer, Poortvliet en Tholen. Voor het overige bij die gelegenheid gehoor aan vertegenwoor- zouden moeten kunnen beschikken. deel van het eiland stellen vier leden de digingen van de besturen van de Thoolse vorming van twee gemeenten voor (met gemeenten. j)e verscheidene leden, die eerder het Sint Annaland als zelfstandige gemeente), I Omtrent de ingevolge artikel 22 van het woord voerden, meenden dat ten gevolge terwijl drie leden liever Sint Annaland met Reglement van Orde voor alle leden der Ka- van de geschetste gung van zaken een wer- de andere gemeenten in dat deel van het mer toegankelijke vergadering der commissie kelijke discussie over de noodzaak tot er- v(j(jr5L(,^ evcul waarin het onderzoek van dit ontwerp ge- indeling tussen gedeputeerde staten en de herir;de)ing van Zeeuws Vlaanderen het schiedde, heeft de commissie de eer als volgt betrokken gemeentebesturen niet geVal was, een vanwege gedeputeerde staten te rapporteren. nen plaatsvinden. Zij verzochten mis jngeste](j alomvattend sociaal-economisch en eiland verenigd zien. SCHERPENISSE Splitsing van het eiland in twee of drie gemeenten ziet de raad als „een groter kwaad" dan de vorming van één eilandge meente. Zijns inziens ligt aan het streven naar vorming van meer dan één nieuwe gemeente de belangenstrijd in bestuurlijk opzicht tussen de grotere dorpen ten grond slag. De raad heeft voorkeur voor behoud van de bestaande gemeenten met zo nodig instelling van een bovengemeentelijke orgaan Als gemeentelijke herindeling doorgang zou moeten vinden is naar zijn mening de vor ming van één eilandgemeente de enige aan vaardbare oplossing. Twee leden achten deze oplossing niet alleen aanvaardbaar, maar noodzakelijk. SINT ANNALAND De raad heeft als zijn gevoelen te kennen gegeven, dat de instelling van één gemeen te voor het hele eiland een averechtse uit werking zou hebben en op de ontwikkeling een stagnerende invloed zou uitoefenen. Hoe wel de raad van oordeel is dat voor ophef fing van de gemeentelijke zelfstandigheid geen aanleiding bestaat, heeft de vorming van de in het rapport „Tholen emergit" ont worpen drie gemeenten zijn instemming. SINT MAARTENSDIJK De meerderheid van de raad stemt in met het voorstel tot vorming van één eilandge- VERZOEK GENEGEERD Enige leden gingen uit van de veronderstel ling. dat aan het onderhavige herindelings voorstel, evenmin als zulks bij de voorstellen KOSTUUMS KOLBERTS en PANTALONS Modieuze kollektie vakantiekleding Het aparte vindt U steeds bij adv.lng.med. KRITIEK OP PROCEDURE 1 De gevolgde procedure. Van vele zijden werd kritiek geuit op de wijze, waar op dit herindelingsplan was voorbereid. Verscheidene leden vingen hun beschou wingen aan met het volgende citaat uit de memorie van toelichting: „Bij de raden bleek van de aanvang van de procedure af, ten opzichte van het voorstel 'n afljzende hou ding te bestaan. Het is vermoedelijk mede deze instelling geweest, welke bij de gemeen tebesturen op het eiland de behoefte heeft doen ontstaan aan de nadere studie, waarop hierna wordt teruggekomen. Hoe dit ook zij, naar het de ondergetekende voorkomt kan gedeputeerde staten bezwaarlijk worden ver weten dat zij hun voorstel niet of onvol doende hebben toegelicht". Met deze passage waren de hier aan het ter deze studie alsnog te publiceren, te meer omdat niet alle van de door gedeputeerde staten aangehaalde argumenten waarop later In dit verslag teruggekomen werd hun aanspraken. Zowel uit het besluit van de zeven ge meenten op het eiland Tholen om - toen bleek dat de voorstudie van gedeputeerde staten ondanks herhaald verzoek der raden niet gepubliceerd werd - zelf een rapport (Tholen emergit) over de bestuurlijke bege leiding van de schaalvergroting op het ei land te doen samenstellen, als uit de argu mentatie van de gemeentebestuurders tijdens de „hearing" van de commissie op 15 janu ari bleek, aldus de hier aan het woord zijnde sociaal-geografisch onderzoek ten grondslag lag. Deze klacht hadden zij beluisterd bij de betrokken gemeentebesturen; blijkens het voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad der gemeente Sint Annaland werd dan ook door alle bij dit voorstel be trokken gemeenten een verzoek aan gedepu teerde staten gedaan om te bevorderen, dat de behandeling van de onderwerpelijke voor stellen één jaar zou worden opgeschort, ten einde de gemeenten in staat te stellen een rapport te doen opstellen waarin aan ver schillende aspecten van Tholen aandacht wordt geschonken, zodat vanuit de streek zelf een positieve bijdrage aan de oordeels vorming omtrent het initiatief van gedepu teerde staten zou kunnen worden geleverd. Niet zonder reden was, zo meenden deze leden, spijt en teleurstelling geuit, dat gede puteerde staten aan dit verzoek geen gevolg hebben willen geven en de Thoolse bestuur ders daarmede de gelegenheid hebben ont houden om bij de aanvang van de procedure door gezamenlijk beraad en studie tot een gefundeerde oordeelsvorming te komen. Ook deze leden ontging de noodzaak van de door gedeputeerde staten betrachte spoed huns inziens had men terecht verwacht, dat bij voorstellen als de onderwerpelijke de uiterste zorgvuldigheid zou worden betracht, en stelde men zich op het standpunt dat de leden, duidelijk van 'n uitstekende voorberei ding en een constructieve benadering van de elementen spoed en zorvuldigheid zich ten kant van da gemeenten. deze niet wel laten verenigen. Zij onderschxe- MINISTERIELE ARGUMENTEN NIET OVERTUIGEND Samenvoeging tot één gemeente. Op de leden, laatstelijk aan 't woord, had het rap port Tholen emergit de indruk gemaakt, het resultaat te zijn van een wetenschappelijk onderzoek. Het had deze leden daarom bevreemd, dat in de memorie van toelichting vrij gemakke lijk was heengelopen over de in het rapport geuite bezwaren tegen het voorontwerp, het welk tenslotte tot het onderhavige wetsont werp is geworden. Tegenover concrete feiten en situaties, welke in het rapport werden genoemd, wor den in de memorie van toelichting nogal eens vage vermoedens en mogelijkheden gesteld en wordt gespeculeerd op toekomstverwach tingen, waarvan nog allerminst vaststaat, dat zij ooit zullen worden verwezenlijkt, dan wel eerst in een verre toekomst werkelijk heid zouden kunnen worden. De ministeriële argumenten vóór de samenvoeging van alle gemeenten op Tholen achten deze leden dan ook niet overtuigend en de in de gemeente raden gemaakte opmerkingen, dat - nu in vrijwel geheel Zeeland een drastische be perking van het aantal gemeenten wordt doorgevoerd - Tholen nu ook maar in één ruk mee moet, was voor hen dan ook begrij pelijk. De hier aan het woord zijnde leden con stateerden, dat er bij de gemeenten een vrij algemeen bezwaar tegen het wetsontwerp be staat en dat slechts kleine minderheden zich - als het dan toch niet anders kan - bij de voorgenomen samenvoeging tot één gemeen te zouden willen neerleggen, hetgeen iets geheel anders is dan ervóór te zijn. In het algemeen zou een indeling van Tholen in drie gemeenten naar het inzicht dezer leden niet op grote bezwaren stuiten. WEL INSTEMMING Van andere zijden bleek dit laatste stand punt niet te worden gedeeld. Vele leden verklaarden zich achter het ontwerp te kunnen scharen, waar het voor ziet in grotere bestuurskracht van het ge hele eiland door samenbundeling van aldaar aanwezige bestuurlijke krachten. De hierboven bepleite gedachte van een tussenfase door het vormen van b.v. drie ge meenten wezen deze leden voorshands - d.w.z. zolang de schriftelijke en mondelinge gedachtenwisseling tussen Kamer en Rege ring hun visie niet alsnog zou wijzigen - af aangezien naar hun voorlopig uardeel op die wijze geen enkel vraagstuk fundamen teel zou worden opgelost. GEEN INSTEMMING Van andere zijden bleef een zo volle dige instemming met het wetsvoorstel uit. Verscheidene leden gingen vooraf nader in op de door de Minister uiteengezette argumenten van gedeputeerde staten. in de eerste plaats was het deze leden niet duidelijk waarom de handhaving van de zelfstandigheid van de Thoolse gemeenten niet zou passen in het kader van de gemeen telijke indeling van geheel Zeeland. Als in andere delen der provincie Zeeland vanwe ge b.v. industriële expansie tot schaalvergro ting moet worden overgegaan, is dit toch geen argumentatie om in gebieden waar de situatie een geheel andere is, eveneens te gaan herindelen Voorts is door gedeputeerde staten geme moreerd, dat aan de gemeenten thans hogere eisen dan voorheen worden gesteld, dat het nodig is dat de gemeenten bestuinskrachtig zijn en dat een sterker overheidsapparaat nodig is. Daar zal, aldus de hier aan het woord zijnde leden, ieder het in zijn alge meenheid mee eens zijn., doch niet was voldoende aangetoond, dat door samenvoe ging van de huidige gemeenten het voorzie- ningspeil zal stijgen. Deze leden zouden daar om graag een overzicht ontvangen van de financiële positie van de verschillende ge meenten en zij zouden het op prijs stel len als de bewindsman zijn licht zou laten schijnen op de financiële positie van de eventueel nieuw te vormen gemeente. Ook stelden zij een gespecificeerde vergelijking van de huidige bestuurskosten met de ver moedelijke toekomstige bestuurskosten op prijs, met het oog op de stelling van gede puteerde staten, dat thans de bestuurskos ten een onevenredig percentage van de to tale gemeentelijke uitgaven vormen. ZWAKKE ARGUMENTERING G.S. Door gedeputeerde staten is betoogd, dat, hoewel verschillen in godsdienstig en poli tiek opzicht aanwezig zijn, dit de realisering van het herindelingsplan niet in de weg be hoeft te staan. De burgemeester van het voor een relatief groot deel rooms-katholieke Oud Vossemeer deelde op een vraag vanuit de commisdie tijdens de „hearing" echter mede, dat, gezien de algemene structuur van het eiland Tholen, het katholieke volksdeel ge vaar loopt aan bewegingsvrijheid te zullen verliezen. Voor sommige andere groepen kan dit, zo meenden deze leden, ook het geval zijn. Evenmin was het deze leden duidelijk, waarom het vrij constant blijven van de Thoolse bevolking en de afneming van de arbeidsbezetting in de landbouw onder de reeks van argumenten voor herindeling ge rangschikt waren. De afstanden tussen de kernen zullen naar de mening van gedeputeerde staten geca factor van betekenis behoeven te vormen. Tijdens de rondrit van de commissie was deze leden toch wel gebleken, dat vooral plaatsen als St. Annaland en Stavenisse bij zonder geisoleerd gelegen zijn. De hoedanig heid van de wegverbindingen en van het openbaar vervoer vergroten dit isolement Vermindering van de dienstverlening aan de bevolking zou van samenvoeging het gevolg kunnen zijn. De stellingen 13, 14, 15 en 16 van gede puteerde staten, waarin betoogd wordt dat de tot standkoming van het Reimerswaal- plan en het Schelde-Rijn-kanaal samenvoe ging van de Thoolse gemeenten zou vorde ren, achtten de hier aan het woord zijnde leden niet al te sterk. Het Reimerswaalplan zal, indien het wordt uitgevoerd, eerst na de industriële ontwikkeling langs de Wester- schelde - rond Terneuzen en het Sloe - wor den aangepakt, 'hetgeen zeker niet voor 1980 zal beginnen, en het Schelde-Rijn-kanaal is bedoeld als een snelle vaarweg tussen Ant werpen en Rotterda a, waaraan geen binnen havens zullen worden aangelegd. BETERE MOTIVERING GEWENST Uit deze kanttekeningen welke de hier aan het woord zijnde leden meenden te moeten plaatsen bij de 10 stellingen van gedeputeer de staten, mocht zeker niet worden afgeleid dat zij het wetsont ./erp zonder meer zou den willen afwijzen. Met name zou de her indeling van het eiland Tholen een goede planologische vormgeving en een krachti ger aanpak van de recreatie kunnen bevorde ren. Argument 18 van gedeputeerde staten werd door hen dan ook volledig onderschre ven. Overigens vroegen zij, of de aanpak van de recreatie ook niet door een in te stel len recreatie-schap zou kunnen geschieden. Al met al achtten de hier aan het woord zijnde leden een meer gefundeerde argumen tatie door de bewindsman noodzakelijk. Mede daarom zouden zij 't toejuichen als de basis-, studie van gedeputeerde staten alsnog open baar zou worden gemaakt. Ondanks het feit, dat deze leden grote waar kring hadden voer het rapport Tholen emergit waren zij toch van oordeel, dat niet gekozen zou moeten vorden voor een tus senoplossing van v ie gemeenten als in dat rapport bepleit. Sommige leden onderschreven gaarne de prijzende woorden wtike in de memorie van toelichting gewijd wur.len aan de activiteiten van het provinciaal bestuur van Zeeland met betrekking lot de gemeentelijke indeling. Zij zouden darrblj echter een enkele kant tekening willen maken. Inderdaad kan in Zeeland van een drastische aanpak van het probleem der gemeentelijke indeling worden gesproken; do h naar de mening van deze leden kan herindeling nooit een doel op zich zelf zijn: men moet met „herindelen om te herindelen", maar er moeten krachtige argu menten aanwezig zijn die een ingrijpende wijziging van de gemeentelijke grenzen noodzakelijk maken. Tegen deze achtergrond wilden de hier bedoelde i- den het onderhavige voorstel bezien en de argumenten, die voor samen voeging van alle gen tenten op het eiland Tholen worden acnge aerd, op hun merites beoordelen. Enkele var. deze ai gumenten spreken deze leden niet erg aan. Zij konden niet inzien dat de uitvoering vr.u het Reimerswaalplan dat naar het zich li at aanzien nog niet in een stadium verkeert dat spoedige realise ring mogelijk markt, reeds nu een bestuur lijke herindell. van het eiland Tholen zou vergen. Ook de nieir e Schelde-Rijn-verbinding zal naar hun mening niet zulke directe konae-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1968 | | pagina 8