WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.F1LIPSLRND
Punt 1967, komma 1968
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
VERSCHIJNT IEDERE DONDERDAG
Jan Overeenkam
en nemen afscheid
24e jaargang No. 6
29 december 1967
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66 - St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. Oudelandsestraat 34 - Tholen - Tel. 01660-589 - Giro 124407
In het archief van de eeuwigheid tvordt 1967 opgeborgen. Wie de geschie
denis van dit jaar nog eens wil lezen, wil beleven, die zal zich naar het
archief moeten begeven. Hij neemt dan dat boek en zoekt onbewust naar die
feiten, welke zijn interesse hebben. Zou hij alles willen lezen, dan zou een
mensenleeftijd nog niet genoeg zijn om één hoofdstuk uit te krijgen.
Het jaar 1967 was immers, evenals al de andere jaren, de som des levens
van alle mensen op aarde, leder mens beoordeelt dat afgelopen jaar naar
zijn eigen inzichten. Niemand kan dat van en voor een ander overnemen.
Voor de een zal een sterfgeval van een dierbare het gehele jaar 1967 tekenen,
voor een ander de geboorte van het zo verwachte kind.
Geboorte, overlijden, ziekte, herstel, verkering, verloving, huwelijk, ook wel
scheiding, begin of einde van een vriendschap, opgaaf of ondergang van een
zaak, huldiging, bestraffing, komst, vertrek, medeleven, wanbegrip, geloof en
wanhoop, deze en nog veel meer factoren kunnen voor ieder afzonderlijk een
stempel zetten op het afgelopen jaar, waardoor men zegt: dit was voor mij 1967
Men kan het rangschikken onder de rubriek „internationaal of „nationaal"
men kan het ook bezien onder de rubrieken „streek"-„plaats', „gezin". En
steeds weer zal men het persoonlijk beoordelen. Steeds weer zal men het
zien vanuit zijn eigen gezichtshoek. Maar één conclusie is gelijk. 1967 krijgt
een punt.
Men krijgt nauwelijks de gelegenheid daar bij stil te staan. Het leven gaat
snel, voor ons aller besef zelfs steeds sneller. Er gebeurt ook veel. De krant,
ook al beperkt men zich tot een bepaalde streek, kan het nauwelijks bevatten
en moet onvermijdelijk een keuze doen.
Wie bijvoorbeeld heeft erbij stilgestaan, dal de afstand tussen 1900 en 2000
alweer voor ruim tiveederde is verstreken?
Juist in de donkere dagen tussen kerst en nieuwjaar schijnt de mens meer
dan ooit ontvankelijk voor de weemoed van het scheiden, van het moeten
loslaten van iets dat nooit zal terugkomen. Niet omdat de oudejaarsavond in
werkelijkheid anders zou zijn dan welke avond ook van een jaar, maar omdat
bij menselijke instelling dan de jaarwisseling is bepaald.
En dus zetten we op 31 december 1967 een punt. Voor velen kwam dit
jaar een punt in hun levensloop. Ook in onze streek. Ouderen, maar ook
jongeren. Inwoners in de kracht van hun leven en zij die jaren de leeftijd
der sterken hadden overschreden. Men kan er zich moeilijk van losmaken,
wanneer men hierbij nauw betrokken was. Dat is een punt, dat diep schrijnt.
Ook voor het werk voor onze krant wordt wat 1967 betreft een punt gezet.
Waarbij tijdens het doorbladeren van een bijna volle jaargang zoveel op je
afkomt, dat het verivondert, hoeveel in een jaar kan gebeuren. Hoeveel werk
ook in onze streek tot stand kon komen. Het mag met dankbaarheid worden
bedacht op het eitul van dit jaar. Ook voor hetgeen ive als krant mochten
doen. Dank daarbij aan degenen, die daartoe medewerking verleenden, van
zetter tot bezorgster toe. Dank voor de loyaliteit van de abonné's, een toe
nemend aantal vanwege een vergroot woningareaal.
Voor allen die geroepen zijn na de punt van 1967 verder te gaan, volgt de
komma. Al ligt het meer voor de hand een vraagteken te plaatsen.
Die komma echter betekent dat er nog wat mag volgen. Hoeveel en wat dat
is, blijft nog verborgen. Het voorrecht verder te mogen gaan, legt tegelijker
tijd de verantwoordheid op, om te trachten het goed te doen. Tegenover
God en tegenover de naaste, tegenover gezin en bedrijf, tegenover mensen in
armoede en tegenover hen, die hulp op ander gebied behoeven. Tegenover
vriend en zelfs tegenover vijand.
Die komma achter de punt van 1967 geldt ook nog voor de thoolse gemeenten.
Het ziet er evenwel naar uit, dat in 1968 de definitieve punt naderbij komt,
dat geen komma meer volgt. Daarbij zullen we dan allen betrokken zijn.
Moge er voortshands dankbaarheid zijn, dat er voor onze wereld, voor ons
land, voor onze streek, voor onze gemeenten, voor ons gezin, voor onze krant,
voor ieder onzer persoonlijk nog een komma achter deze punt mag staan.
Met de ivens, dat 1968 datgene zal brengen tvat u hoopt, wat u verwacht, met
de wens dat God uw leven ook na de punt van 1967 nog wil sparen, met de
wens ook dat u en wij het komend jaar weer gezamenlijk het beste voor de
streek mogen zoeken, dient thans achter de laatste woorden van de
Eendrachtbode 1967 een punt geplaatst te worden.
Abonnementen 4.00 per half jaar
franko p.p. 5.00 inkassokosten
Prijs per nummer 17 cent
Advertenties 15 cent per mm - Spierinkjes t/m 20 woorden 2.00
Inzenden UITERLIJK DINSDAG bij onze agenten of aan
EENDRACHTBODE - Postbus 128 - Bergen op Zoom
Och, oudejaar, wat moeten w'er van zeggen,
Wat is per slot je resultaat geweest
Veel praten en opnieuw weer overleggen,
Bracht je ons ook, een waarlijk nieuwe geest
Ga maar, oudjaar, je dagen zijn vergleden.
Je laatste avond zijn we bij elkaar.
Al tvat je bracht, hoort bijna tot 't verleden,
We nemen afscheid... met een breed gebaar.
Als ik dan hier nog even t'rug wil blikken,
Dan ligt het lief, zo heel vaak naast het leed.
Geboorte kon, zo menig hart verkwikken.
't Was ook de dood, die van zich horen deed.
Wij willen hen in stilte hier herdenken.
't Verdriet schrijnt nu nog dieper in dit uur.
Het leven bleek ook gróte vreugd te schenken.
De huwelijksboot, voor 't eerst, of langer duur,
En als we nu het wereldbeeld beschouwen.
Is alles werkelijk vooruit gegaan
Bracht je nu meer aan onderling vertrouwen
In 't algemeen maatschappelijk bestaan
Daar in Vietnam De oorlog bleef er woeden.
Chinees en Rus, noemen zich ook geen vrind.
En Charlde Gaulle liet d'E.E.G. maar bloeden.
Is niet bepaald, zo Engeland gezind.
Zo moest dus Luns, hier wel voor klaarheid zorgen.
Hoe rekent Nasser ook volkomen mis.
Zijn onmacht bleef, voor ons ook niet verborgen
Zesdaagse strijd en Nasser op de klis.
Het Griekse vorstenhuis, is op de vlucht geslagen
Het is nog onbekend, hoe alles daar verloopt.
En bij de Ruimtevaart, resteren ook nog vragen,
De maan nóg onbemand, men twijfelt en men hoopt.
X
In 't eigen LANDJE ook, nog velerhande zorgen.
De werkgelegenheid, ze wankeld' op de voet.
Vandaag sloot dit bedrijf, dat de andere morgen.
Ontslag voor menig man en dan gaat het niet goed.
Vooral bij de textiel, maar ook in havens klappen.
En in de politiek, verloor de K.V.P.
Ja, toen men Kamers koos, beleefden we die grappen.
Vernieuwing is de roep, wie doet er niet aan mee
Radicaal, nieuw Links, vernieuwing is je ware,
D 66 ivon, een jaar van overgang.
Maar in het snelverkeer, nog te veel ouwe klare
Kapitein De Jong, was voor het roer niet bang.
Het „Jelle zal wel zien", klonk de eerste weken.
Maar Jelle zei „tot kijk, zie maar dat je het klaart."
Nee, dan Margriet en Piet, die hebben het bekeken.
Ze kregen het geluk, dat was voor hen betvaard.
En ook op Drakesteijn, het scheen een wereldwonder
Werd Beatrix mama, toen was het eind april.
De vlaggen hingen uit, voor Willem, de achtponder.
Hij kwam in 't wereldnieuws, de telex stond niet stil.
Op 't Amsterdams station, „hoera" dus voor de Jantjes,
Ze veegden resoluut, de nozems in een wip
De deur uit, maar per slot, krégen zij de standjes
Wie niet doet aan „in", die doet ook niet aan „hip."
Van Hal met pensioen, we hebben nu Samkalden
Het Lieverdje toch ook, nog in het middelpunt
Waar lieverdjes nog steeds, hun schone leuzen schalden
Al zijn, zo ik het zie, de rijen al gedund.
De K.L.M. de winst, de Spoorwegen de schade
Tricht en Chaam, een hoos, een heleboel vernield.
De mooie zomer sloeg, toeristenstromen gade.
En 't Rode Kruis, een eeuw, met ijver nog bezield.
Menig Bankgebouw, werd plotseling overvallen,
Of (het modewoordmen ging een fusie aan.
Dat is dan, zo men zegt, ten bate van ons allen
Al zijn er daardoor ook, wel op de fles gegaan.
Nu weer wat dichterbij, de STREEK nu maar bekeken.
Er was een goed begin, gegroeid in tal en last.
Veel woningen gebouwd, al bleek dat wel verkeken,
Voor vaklui in de streek, die bouwden schier geen ba(r)st
Beernink greep z'n pen, het komt nog in de Kamer
Samenvoeging straks, de zeven...moéten saam.
Een kwestie nog van tijd, maar straks valt deze hamer
ll ant wat nu hier regeert, is blijkbaar onbekwaam.
De Centrale Dienst, kreeg héél wat te slikken.
Hier te vitterig, daar dictatoriaal.
Wie het béter kan, moet d'eerste steen nog mikken.
Waar blijft het aardgas toch Voor mij en allemaal
Kaland lei d'eerste steen, voor de bejaardenhuizen,
Voor 'n tweede uloschool, de vlaggen aan de mast.
De waterleiding weg, nu midden-zeeuwse luizen.
En Boender veertig jaar, als Statenlid verrast.
Saamhorigheid streed vaak, om heftig chauvinisme.
Soms deed men het alleen, soms samen in het touw.
Wie kan buiten z'n buur Zeg dan maar Ik vergis me.
Hoe ieder dorp floreert, vermeld ik u nog gauw.
In 't goede THOLEN blijft, het zwembad op zich wachten.
Maar wat nu wel verdwijnt, is tonnen-narigheid.
De laatste in 't museum, en met vereende krachten
Gelegd een nieuw riool, de Vest stinkt zogezeid.
Timpa en De Waal. draaien op volle toeren
De Protestantenbond, al tachtig jaren oud.
Hel aardgas uit de kraan, voor burgers en voor boeren.
Van Boeijen fluistert zacht soms is de raad wat stout
IN POORTVLIET (welbedankt), werd een onderwijzer,
't Was meester Hollebrand, beloond met vorst'lijk goud.
Hij doet 't al veertig jaar, wordt nu ook wel wat grijzer
Een nieuwe kleuterschoolstraks ook een „soos gebouwd"
In SCHERPENISSE zeg, daar kwamen veel toeristen
Want Gorishoek u weet, is zomers erg in trek.
Jammer, dat die lui, daar een parkeerplaats misten,
Dat moet verand'ren hoor, dat is toch al te gek.
Een gouden Boerenleenbank, nog géén nieuwe riolering.
Een zonnewijzer voor, een zilv'ren Helleman,
De raad in pais en vree, zet tering naar de nering
Een winkelweek geslaagd, je ziet toch, dat het kan.
SMERDIEK, het is bekend, kwam weer een stapje verder
Een sportveld in gebruik, een pracht betonfabriek
Van der Haar vertrok, weer kwam een nieuwe herder.
Een Dorpshuis in de maak, wordt g'opend met muziek
Bella fietste weer en Keetie had soms vleugels,
Ciska viel een keer, nog geen bejaardenhuis,
Het zangkoor oogstte roem, Riedijk houdt de teugels.
Dat hier de zetel komt, zei men slechts per abuis.
Burgemeester Sluijmers, hij woont in STAVENISSE
Gaat straks als bode Smits, met ouderdomspensioen.
Wat mén niét meer heeft, komt men dan te misse.
Bij récreatie knelt, zo af en toe da schoen.
Het Dorpshuis is geverfd, verdeeld de ratiohuizen.
De haven vol vertier, een korte bietentijd.
En menigeen gaat straks, van oud naar nieuw verhuizen.
De samenvoeging komt, dat is geen kleinigheid.
In ANNALAND heeft men, de „Butengaets" gekregen.
Een zcilschool opgericht, de watersport in trek.
En burgemeester Baas, (men is hem zeer genegen).
Denk maar aan d'eerste steen, schiet soms toch ook met spe
Het „jelle zal wel zien," geldt daar ook voor de scholen
Maar het bejaardenhuis, kreeg méér dan d'eerste steen.
In het veilinggebouw, is er een keer gestolen.
Eén ziekenhuis zei men nou ja, da's fenomeen
OUD VOSSEMEER het roept, ook al om nieuwe scholen
Het was er droef gesteld, de dood in het verkeer.
Voorzichtigheid ook hier, (en eldersaanbevolen
Ja, mensen, overal, ja ook in Vossemeer.
Dit dorp, u weet het al, een hele massa duiten.
We azen allemaal, een beetje op de kas.
Bij samenvoeging kan, men naar de guldens fluiten
O tholenaren als, dat dorp er eens niet was
PHILIPSLAND doet altijd, veel wonderschone dingen,
Men doet er nu ook aan, de vuilnisdiensten mee.
Het zangkoor ging dit jaar, concours-examens zingen
En in de POLDER stemt, verlichting zeer tevree.
Zelfs schor- en slikse land schijnt aldaar mee te tellen
Van Velzen gaf 't beivijs, beheert de gulden goed.
En heeft niet weinig ook, met Rijstenbil te stellen.
Concordiaen „MAC", blijven vol goede moed.
En hiermee is 't verhaal, (de deur weer toegesloten)
Van het oude jaar voorbij, een nieuwe meldt zich aan.
Wat was er veel aan vreugd, wat heeft ook veel verdroten.
Een nieuivjaarsmorgen zien, we duidelijk open gaan.
Ga dan oudjaar, je dagen zijn vergleden,
Je laatste avond, zijn'we bij elkaar.
Al wat je bracht, hoort straks tot het verleden,
We nemen afscheid met een breed gebaar.
En nieuwjaarsmorgen, ja, een „goede morgen"
We smeken u, kijk ons maar hoopvol aan.
Dat God ons spare, voor zo vele zorgen,
Wanneer we weer een jaartje verder gaan.
Ga dan oudjaar, voor het NIEUWE goede wensen.
Voor elke lezer, ja, voor jong en oud.
Het is gegund, aan ieder, beste mensen.
Hetzij een baby, hetzij dat u straks trouwt.
Veel heil en zegen, (neem wat appelflappen)
Gezondheid, ja, dat is een grote schat.
Wees eensgezind, bij samenvoegingsgrappen.
Maar zorg ervoor, dat men je niet beklad.
Vergeet noch jeugd, vergeet ook niet bejaarden.
Liefdadigheid, wie geeft doet nimmer kwaad
God zij met u, het leven houdt zijn waarden
Als straks de klok het uur van twaalven slaat