WEEKBLOD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FIIIPSLOND
Alle de dagen
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Jan Overeenkam
tussen oud
en nieuw
23e jaargang No. 7
29 december 1966
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66 - St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. Oudelandsestraat 34 - Tholen - Tel. 01660-589 - Giro 124407
Abonnementen 3.75 per half jaar
franko p.p. 4.75 inkassokosten
Prijs per nummer 17 cent
Advertenties 15 cent per mm - Spierinkjes t/m 20 woorden 2.00
Inzenden UITERLIJK DINSDAG bij onze agenten of aan
EENDRACHTBODE - Postbus 128 - Bergen op Zoom
OUDEJAARSAVOND 1966. We staan aan de vooravond van de jaar-
wisseling. Nog enkele dagen eerder zetten we ons achter de machine om het
laatste, wat we dan noemen hoofdartikeltje aan het papier toe te vertrouwen.
Er zijn wat andere omstandigheden op zo'n laatste avond van het jaar. De
familie vereend in de warmgestookte kamer de bij de Oudejaarsavond behorende
geneugten, de intiem gezellige sfeer, de verschenen kranten met jaaroverzichten,
de radio en t.v. en men wacht op klokke twaalf. Dan is het eind van 1966
daar en gaan we 1967 schrijven. Overigens is er eigenlijk niets aan de hand.
Alleen maar de verandering van een jaartal. Moet dat nu op een speciale wijze
worden gevierd In menig land doet men dat uitbundiger dan in Nederland.
De noodzaak kan men men er moeilijk van inzien.
Bekend is uit de eerste wereldoorlog de anekdote van de Franse officier die
opdracht had gekregen om vanuit de lucht de frontlijn te inspecteren. Hij had
nog nooit gevlogen en bewees dat door bij het opstijgen tegen de piloot te
zeggen: laag en langzaam vliegen.
Dat is nu onmogelijk. Misschien wel laag, maar zeker niet langzaam.
Ons mensenleven heeft er iets van. We kunnen laagvliegers zijn of het meer
in de hoogte zoeken, dit hebben we gemeen, dat het snel gaat. De grote en
kleine dingen glijden onder ons door, de tijd houdt geen ogenblik stil en
nauwelijks mag onze aandacht waar ook toeven. Zelfs op de Oudejaarsavond
is nog niet de rust en bezinning gegund. Daarvoor is de wereld te open.
Toch is weer een vol jaar heengegaan. Een jaar waarin we onze belangstelling
vluchtig over vele zaken hebben moeten verdelen. Een jaar met tal van redenen
om dankbaar te zijn, ook waarin veel verdrietigs voor menigeen voorviel.
Opnieuw een bewogen jaar om een bewogen wereld. Soms schoksgewijs op
getreden gebeurtenissen, nieuwe namen, gezichten die vervaagden. Komen en
gaan, in de wereld, in onze omgeving, in onze gezinnen misschien. Een jaar
van zoeken naar verandering, van streven naar bestendiging. Van tegenstellin
gen ook. Welvaart en honger, vrede en wreedheid, hulp en gruwel. Een jaar in
elk geval van menselijk tekort, soms tekorkomingen die er niet behoefden te zijn.
Een jaar ook van door God geschonken goedheid. Een jaar waarin het ook
weer Kerstfeest werd.
Ook dit jaar heeft onze krant daarvan wekelijks rapport gedaan. Voornamelijk
beperkt tot datgene wat in eigen streek gebeurde, wat ook het doel was.
Daarvan hier geen volledige opsomming. In het voorgaande is dat alles eigen
lijk samengevat. Er was een enkele uitspringer: samenvoeging gemeenten, het
Thoolse stadherdenken, dodelijke ongevallen, ju.bilea, verlies, winst.
Het stemt ons dankbaar ons werk als krant te hebben mogen doen. Er is altijd
een beperktheid in mogelijkheden. Er heeft wel iets aan ontbroken. Kritiek
was vaak gerechtvaardigd; ze behoefde ons niet te worden bespaard. Ze was
te meer welkom wanneer ze voortsproot uit genegenheid.
Heeft zo onze krant u lezer en lezeres het jaar door begeleid, ze zal het ook
graag in het nieuwe jaar doen. Want het leven gaat door. Een nieuw jaar
breekt aan.
Samen door het leven, dat blijft betekenen een belangrijke zaak en een
belangrijke verantwoordelijkheid.
Ook onze krant wil begeleiden. Maar het is niet genoeg. Lezer en krant
dienen open te staan voor het zich begeleid weten van Hem, die ook in het
jaar 1967 voorop wil gaan, zodat in dat jaar goederenheid en heil zullen
volgen, „al de dagen van ons leven", zegt psalm 23.
Als de wereld u hard lijkt, ook in 1967, ga dan op dit moment wel eens even
na, hoe u zelf bent en wat uw medemens daarvan kan verwachten. Dit te
beseffen, hoe de uitslag ook zal zijn, kan een gelukkig 1967 bezorgen.
Hetgeen ieder van harte wordt toegewenst.
,r -
Met de beste wensen voor alle lezers van de uitgevers
Het oude jaar gaf veel te doen
Vaak zijn we wat geschrokken,
't Begon reeds op een huwelijksdag.
Met rookbom en met stokken.
Soekarno zit wat op de wip,
En zal wel blijven wippen.
En zal Rhodesië misschien
Ook de V.N. ontglippen?
Zuid-Afrika ziet alles aan,
En wil maar weinig zeggen,
Het is apart en 't blijft apart
Zonder te overleggen.
En in Vietnam, het onheilsland,
Daar sterven de soldaten.
Er loeiden stormen lang de kust
Met een Chinees valt niet te praten.
Men snelde weer de ruimte door,
Retourtjes rond de aarde,
't Bezoek aan 't mannetje in de maan.
Acht men van grote waarde.
De voetbal bracht zijn helden mee,
maar met zijn bruin geweten,
Heeft hij toch ook sportiviteit
Hardhandig soms vergeten.
De renners renden langs de weg,
Bekransde kampioenen.
En de gezusters Hage, zeg,
Die kregen winnaars-zoenen.
De Tweede Kamer wist haar tijd.
Vaak meer dan vol te praten
De provo bracht opnieuw geluid
In Nederlandse stralen.
De Tieners werden meer bedaard,
De Beatles gilden zachter,
Maar veiligheid bij snelverkeer
Bleef nog gevaarlijk achter!
De misdaad greep erg om zich heen,
Zo w'in de rechtszaal hoorden.
Ook de T.V. gaf elke week
Een paar perfecte moorden.
Maar ook is er veel goeds gebeurd.
Door ferme collectanten,
Men wees ze zelden van de deur,
Al waren 't vaste klanten.
De zomer was geweldig nat,
Dat kan de boer ook weten
Al heeft het dan boer Koekoek zelf,
niet altijd mee-gezeten.
Hij zat met Adams in zijn maag
De Noodraad op de proppen,
En in de nacht van Schmelzer viel,
Het gat niet meer te stoppen.
Aan het politieke firmament,
Totaal geen ster geflonker,
Tot Zijlstra op 't toneel verscheen.
Men hoopt op licht in 't donker.
Maar geen belasting naar omlaag.
Want het economisch leven,
Staat wat minder genoteerd
Herstel is nu het streven.
We hebben in ons Vaderland,
Nog reuze mooie dingen
We zijn aan bodemschatten rijk
Het gas gaat veel verdringen.
Het Zeeuwse Serooskerke glom,
Men vond er oude munten.
Het Sloe ontwikkelt zich gestaag,
En Kaland won op punten.
C.H.J.O.ers zijn aktief,
We kozen nieuwe Staten,
Als het om samenvoeging gaat,
Valt met g.s. te praten.
Ze zetten Zeeland op z'n kop,
Het modewoord is fusies,
Maar weten evenmin als ik,
Of het juist is, óf illusies.
G.S. kwam naar de Smalstad toe.
Een hearing was de reden.
Zeg Thoolse raden, weest gerust.
En maar niet ontevreden.
Die samenvoeging komt nog niet.
De „staat-sic" is gevallen.
En de nieuwe ei nog glad giéen tied,
In lust giéen Wösteballen.
Men sprak in onze STREEK ook veel,
Over de ré-crê-a-tie.
Maar in 't lands vergaderzaal,
Viel meer het woord inflatie.
Bij honderden kwam de toerist,
Voor vis- en watersporten.
Toen bleek er aan parkeerterrein,
opnieuw heel wat te schorten.
Er komt een recreatige-schap.
Eendracht-gemeenten samen,
Philipsland en Oud-Vossemeer,
Tholen zei nog geen amen.
Er komt een waterschaps-rapport,
Om beter uit te kienen.
Wat de toerist wel en niét mag.
Want zo is't om te grienen.
Die dijk verboden, daar een gat.
Van tent of caravan nen.
Nee, dat is ook niet één, twee, drie,
In kruiken en in kannen.
De Schelde-Rijn ligt er nog niet,
Toch waren er al vlaggen.
Het tracé werd uitgezet.
Straks zie je draglines draggen.
Twee bruggen over de rivier,
Voor snelverkeer je ware,
Misschien moet je 't eerst nog zien.
De tijd zal 't openbare
Van Aartsen sloeg de eerste paal,
Voor Thoolse ratio-huizen.
En volgend jaar, je zult het zien,
Zijn er ook aardgas-buizen.
Op het eind van 't jaar werd nog een paal,
De bodem ingeslagen.
Voor een nieuw bejaardenhuis.
Wie wil er nu nog klagen?
Aan streeknieuws is nog meer gebeurd.
Nu ook twee uloscholen.
Er werd zelfs dit jaar in de streek,
Waarempel ook gestolen!
De vuïlnisdienst breidt zich steeds uit,
Gaat ook grof vuil ophalen.
Alleen vraagt men zich wel eens af:
„Kan ik dat nog betalen?"
De vroege piepers waren best,
t Liep ook goed met de prijzen.
Men vormde een „petöte-poel"
De Bank kan het bewijzen.
De nato „Tholen emergit",
Had vóór- en tegenstanders.
Er was ook meer aktiviteit,
Bij thoolse middenstanders.
Zo voer de streek het hele jaar,
In voor- en tegenspoeden,
Soms ruzie, soms meer eensgezind.
Dan kunt u wel bevroeden.
In THOLEN zelf, de Eendrachtstad,
Daar kunnen ze wat brouwen.
't Begon met een nieuw gymlokaal,
Van Boeijen in de touwen.
Hij bleek „ambassadeur" te zijn,
Toen Tholen's stad, zes eeuwen,
Na Jan van Blois, zijn stadsrecht kreeg.
En feesten zeg die Zeeuwen!
Het was echt op z'n middeleeuws.
Met poorters, poorteressen,
Met Wiskey Four, vuurwerkfestijn
En visvrouw-zangeressen.
Een sprookjestocht, muziekkapel
toen regende 't niet zachtjes)
Met wandkleed en concours hippique,
Het was toch alles „machtjes"
Een „allegaertje" op de Markt,
Een avond zelfs met tieners.
Geen wanklank is die week gehoord.
Vraag dat maar aan de „dieners".
De begroting schoot er zelfs bij in.
Maar dat kan wel even wachten.
Zes eeuwen is geen peuleschil,
Met wallen en met grachten.
De veiling vierd 'n gouden feest,
Het fruit koel opgeslagen.
En tonnen bokkepoten zijn,
Uit Dewaal's fabriek gedragen.
Na vreugde kwam er ook weer leed.
Twee schippers zijn verdronken.
Als krant naast 't wél ook 't wee vermeld.
Die mare heeft geklonken.
Men leefd' ook in die dagen mee.
Met hen, die 't rouwkleed dragen.
Ons stadje was, bijna ivas't Kerst,
Door dit ongeval verslagen.
In POORTVLIET hield men een teach-in
Een tijd vol vreemde woorden.
Hier een gouden Boerenleenbank feest
En wie het soms niet hoorden
Dat Deurloo zijn pensioen opstrijkt,
Dat Krijger ging verhuizen,
Dat S.P.S. geen Ajax is,
Maar tóch met winst ging schuiven.
Dat de kleuterschool nog niet gebouwd,
Nu echt dit jaar zal komen.
En dat men voor een wethouder,
Wat heftiger ging bomen.
In SCHERPENISSE werd gerookt
Maar niet steeds goede pijpen.
Vraag dat maar aan de Drogerij.
Dat kun je zo begrijpen.
Wie nijverheid wil, neme last
naast lusten op zijn schouwer.
Al woon ik zelf dan liever naast,
De veilinghal „De Houwer".
Er kwam een nieuw bouwplan gereed,
Verlichting van de straten,
Meer dan tot dusver, in 't verschiet.
Met de raad valt best te praten.
SINT MAARTENSDIJK, het renner-spel,
Voor dames hier geboren.
Bella en Keetie Hage, zeg
Hebben zelden nog verloren.
De voetbal had een zilv'ren feest.
Met de ouwe trouwe makkers.
En nieuwe Banken bij de vleet.
Een fusie zelfs van bakkers.
Er komt nu een betonfabriek,
Bij al wat kwam tevoren.
En raad eens, hoeveel er dit jaar,
In de Smalstad zijn geboren?
In STAVENISSE ook al feest.
Zo liet ik me vertellen.
De Raiffeisenbank kon't vijftig jaar
Zonder subsidie stellen.
Maar dat kon de voetbal niet.
Ze kwam in de penarie,
Toen de S.G.P. een straf schap nam.
Maar nu is 't weer: „hoe-ra-rie"
Bij dit al, vergeet dat niet.
Was het democratisch stemmen.
Waarop toch ieder rechten heeft.
Dat moet men onderkennen.
Een SINT-ANNALANDSE „Smith" verdween,
Een „Baas" kwam hem vervangen.
De molen werd gerestaureerd,
De Belgen brachten „frangen"
De haven kwam met jachten vol.
Een zwembad vrome wensen.
En Arie Weijler zet een punt.
En groet u allen mensen.
Uit VOSSEMEER, een droef bericht:
De dokter overleden.
De burgemeester met pensioen,
Werkt „tijdelijk" tot op heden.
Het badhuis deed zijn deuren dicht.
Maar kijk eens naar de straten.
Het is overal gerioleerd.
Kritiek kan weggelaten.
We varen nu weer over 't veer,
In FLIPLAND aangekomen
Was er een burgemeesters feest.
Zo één om van te dromen.
Van Velzen pakt er stevig aan.
Nu vreest men weer tekorten.
Maar in de Rode Kruispot weet
Men altijd veel te storten.
De POLDER doet het rustig aan,
Maar weet het wel te klaren.
Daar neem ik toch m'n pet voor af.
Want wie verbrandt zit op de blaren.
Zo ging dit jaar dan weer voorbij,
Soms vrolijk, soms omstreden.
Met lief en leed, maar al met al,
Is het ook weer verleden.
Toch houden we de moed er in.
We gaan weer kaartjes sturen,
Naar vrienden, kennissen en zo.
Of stappen naar de buren.
De kaarten op de Nieuwjaarsdag,
Zijn vol van mooie bloemen,
Met frisse kleuren overal.
Te veel om op te noemen.
O nieuwjaarsdag, die weer een jaar,
Bij ons komt binnenleiden,
Laat toch onze horizon.
Zich meer en meer verwijden.
Opdat de volk'ren met elkaar,
Aan het betere gaan bouwen,
Aan mee? en meer verdraagzaamheid,
En onderling vertrouwen.
Tenslotte, lezer, streekgenoot,
Veel heil, geluk en zegen,
En ook aan elk zijn dagelijk brood,
Hem van de Heer gegeven.
Ja dat wens ik deze stond,
Elk lezer toe, met hart en mond.
Dit OUDEJAARSNUMMER bestaat uit 20
pagina's, in omvang gelijk aan het jubileum
nummer „Tholen, 600 jaar stad", met een
rijke variatie aan overpeinzing, beschouwing,
verslagen, plaatselijk nieuws, nieuwjaarsgroe
ten, foto's en advertenties.
Lectorum salutum