EENDRACHTBODE Aardappelmiddag in „de Houwer" L Hndriessen Zn. tess Tuinbouwmiddag tc Scherpenisse Gezinsverzorging en openbejaardenwerk Eerst hand in eigen boezem steken, dan pas bij regering aankloppen 22e JAARGANG No. 15 24 FEBR. 1966 TWEEDE BLAD Uniforme rijafstand van 75 cm. gewenst te N BRIL VAN KLRSSIEKE SCHOONHEID Ir. Vellekoop: Teeltplan dat op bedrijf past Streven naar glasopstand-concentratie A. Vos Voorzitter Ooms op Veehouderijavond: De werkgroep mechanisatie en rationali satie van de Vereniging voor Bedrijfsvoor lichting Tholen en Sint-Philipsland organi seerde in samenwerking met De Rijksland- bouwvoorlichtingsdienst te Goes, vrijdag middag in het veilinggebouw „De Houwer" te Scherpenisse, een voorlichtingsmiddag over de teelt, de mechanisatie en de be waring van konsumptieaardappelen. Op deze middag kwam zeer duidelijk naar voren, dat het zeer gewenst is, dat men bij het gebruik van machines over gaat op een uniforme rijenafstand van 75 cm. De voor zitter van de werkgroep, de heer J. C. Kooijman uit Sint-Annaland noemde de rijenafstand één van de grootste struikel blokken bij de toenemende mechanisatie van de aardappelteelt. Dr. Ir. C. E. van der Zaag, die een in- leeiding hield over aktualiteiten bij de teelt van konsumptieaardappelen, gaf ook zeer duidelijk zijn mening over de rijenafstand. „Het is gebleken dat een rijafstand van 75 cm bij de moderne aardappelteelt een gunstig gevolg heeft," zei hij. „Overweeg het ernstig op 75 cm over te schakelen. Ook bij de Doré geeft dit geen enkel bezwaar. Besluit in een bepaald gebied zoveel moge lijk over te schakelen, om de loonwerkers geen slapeloze nachten te bezorgen. Ik zou u met klem willen aanraden tot de uniforme rijafstand over te gaan," aldus dr ir C. E. van der Zaag, landhouwconsulent voor hard- vruchten te Wageningen. Voorzitter Kooijman had er in zijn openingswoord op gewezen, hoe na 2 goede jaren, de aardappelteelt weer in de belang stelling komt. Daarmee wordt de mechani satie van die teelt ook weer aktueel. De voorraad- en zakkenrooimachines moeten plaats maken voor de meerrijige wagenrooier. Het aantal zelfspuitende boeren neemt toe. Beïnvloeding van de grofheid Vervolgens hield dr ir van der Zaag een inleiding over aktualiteiten bij de teelt van konsumptieaardappelen. Om de grofheid van de aardappel te beinvloeden, moet men streven naar een lang groeiseizoen. Men moet zorgen dat er zo lang mogelijk fris groen loof aanwezig is. Verder zal de structuurtoestand van de grond goed moeten zijn. Dit kan men bereiken door goede af watering en door groenbemesting. Als de aardappel hierdoor niet grover wordt, moet men zorgen voor minder stengels per m2. Gekiemdheid pootgoed aanpassen aan eisen pootmachines De Bintje telers die volautomatisch poten, kunnen blijven voorkiemen, hoewel het natuurlijk geen zin heeft, als er niet goed voorgekiemd wordt. Bij voorkiemen, heeft men vroeg Bintje en minder kans op „kwaad". Als maat pootgoed neemt men 35/45. De consumptieteler moet streven naar weinig kiemen per knol. Alleen de pitjes moeten zichtbaar zijn. Het pootgoed zo vroeg moge lijk buiten zetten. Een paar weken voor het poten, zet nien het pootgoed weg bij 20°C. Vervolgens een week bij normale tempe ratuur. Uit ervaring is gebleken dat men hiermee 4 ton opbrengstverhoging kan be reiken. Als Dorételer moet men absoluut blijven voorkiemen. Klaarmaken van het land Uit een onderzoek van de landbouwhoge school te Wageningen is gebleken, dat bij de grondbewerkingen meer grond vastge- reden dan losgemaakt wordt. Daarom: zo weinig mogelijk bewerkingen. Men moet streven naar een pootbed van 8 cm diep en een rijafstand van 75 cm. Dan moet het mogelijk zijn een zware rug te maken. Liever in 1 of 2 bewerkingen de losse grond op de rug te krijgen, dan dit in vele bewerkingen te doen. Het moet een mooie ronde zware rug worden, om vochtverlies en wortelbe schadiging te voorkomen. Bij de onkruid- bestrijding moet men voorzichtig zijn, met de langwerkende chemische middelen. Wanneer men het niet chemisch wil, kan de onkruid- bestrijding ook mechanisch gebeuren. Het moet dan echter oppervlakkig gebeuren. De heer van der Zaag zei tenslotte dat de tendens is, dat de grond steeds minder be werkt wordt, nadat de aardappels gepoot zijn. Mechanisatienieuws „De meest interessante ontwikkeling in het voorjaarswerk is de grondwerking. De goede grondbewerking, waarop jarenlang is ge borduurd, zal met de nieuwe machines ver wezenlijkt kunnen worden. De aangedreven eg is de nieuwste ontwikkeling op dit ge bied." Zo begon de heer J. T. Andringa van rijkslandbouwvoorlichtingsdienst uit Goes, zijn praatje over mechanisatienieuws. Het voordeel van de aangedreven eg zag hij uit gesproken liggen voor de aardappelteelt. Ieder jaar zit men weer met de problemen: grond voldoende kluitvrij, voldoende fijn, en regelmatig diep te krijgen. Als de aange dreven eg goed toegepast wordt, zit daar toekomstmuziek in. Er is echter ook een probleem: de capaciteit van de aangedreven eg is beperkt. Een gelukkig feit van de automatische pootmachine is, dat er aan zienlijk minder mensen nodig zijn. Tevens is capaciteit veel groter dan bij een half- automatisch pootmachine. Rooibeschadiging De rooibeschadiging is een aktueel punt. Het afgelopen jaar was het weer schering en inslag. De een had 5% beschadiging, de ander zelfs 30%. Men constateert de be schadiging meestal wanneer de aardappelen zijn opgeslagen. Men zegt dan, het is rooi beschadiging, maar meestal zit de oorzaak ergens anders. Vooral bij de transportcycli. Zeefkettingen die niet voldoende zijn be kleed met rubber of transporteurs die voor zien zijn van houten meenemers. Deze laatste zijn de oorzaak van 20% van de beschadi gingen. De beschadiging is weer een nadeel van het losgestort produkt. De boer moet eerst alle transportcycli nagaan, want de rooimachines worden op dit punt ten on rechte veroordeeld, aldus de heer Andringa. Bewaring De heer J. H. van Nieuwenhuizen van de rijkslandbouwvoorlichtingsdienst uit Goes behandelde belangrijke punten bij de bewa ring van aardappelen. Hij ging daarbij voor al in op het maken van een bewaarplaats. Hij zei dat de boer zoveel mogelijk zelf moet doen, om hoge kosten te voorkomen. Als men zorgt voor een goed plafond in de bewaarruimte, drukvaste wanden, en wat pakken stro kan men zelf de houten lucht- kanalen timmeren. Om de bewaarplaats ge makkelijk toegankelijk te maken, moet men er niet bang voor zijn een gat in de muur te maken. Dat vergemakkelijkt in hoge mate het laden en lossen. KOELKASTEN DIEPVRIEZERS VERHOEVEN Koeltechniek Lievevrouwestraat 33 - Tel. 4898 Bergen op Zoom Een ventilator hoort er natuurlijk bij. Deze kan zowel voor drogen als koelen ge bruikt worden. Met poederen heeft men dik wijls teleurstellingen. Wanneer men de aardappels tot het voorjaar bewaart is het poederen onvermijdelijk. De heer van Nieuwenhuizen gaf nog enkele cijfers van de kosten van de be waring. In een koelhuis zijn de kosten 15 a r* T\ I - UURWERKEN GR. MARKT 22 TEL:4464 BERGEN OP ZOOM 20 cent per kg aardappelen, in de bewaar plaats 5 a 6 cent en in de kuil 2 cent per kg. Na 5 jaar kost bewaring in de kuil ook 10 cent, en dan heeft men nog niets. Machine défilé Een défilé van werktuigen en machines met daarbij een toelichting van de heer Andringa, besloot als hoofdmoot deze interessante aardappelmiddag. Voor de grondbewerking werden verschil lende eggen getoond, waarbij ook de nieuwe aangedreven eg was. Vervolgens zag men 2, 3 en 4 rijige automatische- en halfauto- matische pootmachines. Als verzorgings machines toonde men veertanden, aanaarders rijenfrees en spuitmachines. Deze laatste werden getoond omdat steeds meer boeren zelf de onkruid- en ziektenbestrijding uit voeren. In de categorie oogstmachines zag men de loofklapper en één- en tweerijige rooimachi nes. Voor het transport en lossen tenslotte, werden diverse wagens, stortbakken, trans porteurs, een boxenvuller en een opschep- transporteur voorgereden. De werktuigen werden voor het merendeel „geshowd" door boeren van onze streek, en nog enkele door het personeel van landbouwmechanisatie- bedrijven. De heer Andringa noemde van de machines de verschillende prijzen en moge lijkheden. Naast heel eenvoudige, kleine machines waren er ook metershoge, zeer grote en kostbare machines. Het aardappel land zal door de steeds verder schrijdende mechanisatie, ook steeds meer onder de zware last van de machines te verduren krijgen. Droog weer en droog land zijn daar bij een eerste vereiste. De ongeveer 400 landbouwers die op deze middag waren, zijn op de verschillende „aardappelterreinen' uit voerig voorgelicht. Het is voor hen nu weer zaak, daaruit het beste voor hun bedrijf te kiezen. „Alle gesputter over bedrijfsvergroting ten spijt, gaat het om de man die inhoudt geeft aan het bedrijf. Bent u dan ook in staat een goed tuinbouwbedrijf te leiden, ga doelbewust verder. Werkt mee aan glasopstandconcentratie, aan een provinciale organisatie van de tuinbouw, blijft steeds de ontwikkeling volgen, volhardt in kwaliteitsverbetering, verzuimt het onderwijs niet, zorgt over voldoende kapitaal te kunnen beschikken en weest overtuigd van het nut van een economische boekhouding". Dat waren zo enkele conclusies van de rijkstuinbouwconsulent ir L. Vellekoop te Goes op de in het „Holland Huis' te Scherpe nisse gehouden tuinbouwmiddag. Een zeer goed bezochte bijeenkomst. Van vrijwel iedereen op Tholen die met de tuin bouw van doen heeft. Ook vertegenwoordi gers van veilingen, de wethouders Kleppe van Scherpenisse en Klippel van Stavenisse, voorlichtingsdiensten en de hoogste klassen van de lagere land- en tuinbouwschool uit Scherpenisse. Behalve ir. Vellekoop was ook de voor zitter van de werkgroep „tuinbouw" van de vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Tholen en Sint Philipsland", de heer K. Drooger te Tholen geruime tijd aan het woord. Het verheugde hem namens het be stuur van de werkgroep tuinbouw bizonder, dat er zo'n grote belangstelling bleek te zijn, waarna hij een terugblik wierp op het afgelopen tuinbouwjaar. Eerst schetste de heer Drooger de groei van de glascultures op Tholen, welke sinds de 1000 m2 van 1962 thans is uitgegroeid tot 60.000m2 met nog een 20.000 m2 platglas. Volgens de verwachting zal er op 1 januari 1967 in onze streek zo'n 80.000 a 85.000 m2 staand glas zal zijn met daarbij nog een 8000 plat- glasramen. Een toename van zo'n 2 hectare per jaar. In vergelijking met het overige deel van Zeeland is dat zonder meer gunstig. Op deze wijze zal het eiland Tholen binnen enkele jaren het grootste glasareaal bezitten van dit gewest. In 1965 kwam de grootste uitbreiding tot stand via vergroting van bestaande warenhuizen. Het gemiddelde van 1000 m2 per bedrijf is gestegen tot een 2500 m2 en er zijn er ook al verschillende van 4000 m2. Dat is een gezonde en ge wenste ontwikkeling. Het had ook tot gevolg, zo merkte de heer Drooger verder op, dat er op de grotere tuinbouwbedrijven een sorteermachine is aangekocht. Op 9 bedrijven wordt thans van een tomatensorteerder gebruik gemaakt. Daardoor wordt de helft van de op het eiland geteelde tomaten zelf gesorteerd. In 1964 ging dat allemaal nog op de veiling Bergen op Zoom. De streek teelt voor 90 sla en tomaten. Er komt evenwel meer be langstelling voor komkommers en aardbeien, zodat er wel enige verschuiving inzit. Over de prijzen had men in 1965 niet te klagen. Iemand, die kans heeft gezien in het vroege voorjaar 1965 met sla aan de veiling te komen, maakte een behoorlijke prijs, terwijl de middenprijs voor de tomaten hoger lag dan in 1964, al was de opbrengst in kilo's dan dit jaar wel wat minder. Ten aanzien van de volle gronds groente teelt merkte de heer Drooger op, dat er terzake niet zo veel verandert. Kroten- en augurkenteelt zijn vrijwel verdwenen. Aardbeienteelt blijft constant en de knol selderij neemt toe. Of die zich handhaaft zal van de prijsontwikkeling afhangen. Voor winterbloemkool, gewone bloemkool en pluk- bonen waren de prijzen goed. De uien leveren echter teleurstellende resultaten op. Voorts kwamen er op ons eiland 20 warme witloftrekkers, die goede resultaten boekten. Toch verwacht men ook ten aanzien van deze teelt geen verdere uit breiding, omdat de wortelteelt in zomer en herfst op de glasbedrijven te veel arbeid vraagt. - De voorzitter verwachtte ten aanzien van de glasopstand een rustige uitbreiding en daarbij een verschuiving naar de hete lucht- kachels, c.q. centrale verwarming. Het ondernemersschap zal steeds belang rijker worden. En een groter vraag naar de betere kwaliteit. Samenwerking zal steeds meer aandacht opeisen. Voor de volle gronds groenten blijven de mogelijkheden beperkt met sterke schommelingen. De te mechanise ren teelt komen in handen van de akker bouwbedrijven. Vraag proefrit bij: Automobielbedrij f Eendrachtsweg 5 THOLEN Tel. 01660-565 ORGANISATIENIEUWS Zich beperkend tot de werkgroep tuin bouw merkte de heer Drooger verder op, hoe de studieclub voor glastuinders groeide en zelfs 3 leden uit Steenbergen telt. Men kwam in 1965 tot 9 maal toe bijeen. Ook de werkgroep tuinbouw vergaderde menigmaal om teelttechniek en organisatie te bespreken. Er ligt thans nog een voorstel van de werkgroep bij het kringveilingbe- stuur om te komen tot een uniforme prijs regeling betreffende het vervoer en voorts zijn besprekingen gaande om te komen tot een provinciale Zeeuwse groentetelers or ganisatie. Spreker betreurde, dat er onvoldoende be langstelling is voor de groenteteeltvakschool te Scherpenisse. Hij hamerde voorts op de noodzaak van het onderwijs en op onder linge oriëntatie. Daarom ook was het jam mer, dat het pogen op Sint Philipsland ook een werkgroep te vormen, mislukte. De schakelcursussen voor de bloemen teelt liepen goed. Er waren 29 deelnemers, die allen het diploma behaalden. Thans loopt een cursus glasteelt die door 16 deelnemers wordt bezocht. De afzet loopt via de Bergse veiling goed, waar redelijke prijzen worden gemaakt. Wel staat nog op het verlanglijstje van de tuin ders een rechtstreekse uitbetaling door die veiling aan de telers. Nu zijn de plaatselijke veilingen nog tussenstations, maar hoe meer tussenschakels, hoe meer tijd- en renteverlies. De thoolse veilingen lijden daar geen schade door. Bergen op Zoom zal toch 1 veilingkosten retourneren en de administratie wordt er minder door. VEILINGCONCENTRATIE De heer Drooger meende dat het in deze tijd moeilijk zal blijven met een zo grpot aantal veilingen als er op Tholen zijn. Er zijn dan ook evenzoveel meningen. Het ver wonderde hem, dat het nog niet tot een fusie is gekomen. Dat zit er toch in met de geringe veilingomzetten, dat kan niet meer anders. Worden de telers-leden op deze manier niet tekort gedaan Regelmatig lezen we toch van fusies door veilingen met heel wat meer dan 5 miljoen omzet. En op Tho len zijn er 4 veilingen met een omzet vari ërend van 800.000,tot V/i miljoen en hier gebeurt er maar niets. Dit kan alleen maar gaan ten koste van de telers en zo heerst er onvrede, vooral onder de tuinders, die te Bergen op Zoom veilen en waarover de plaatselijke veilingen zeggenschap heb ben. De veilingbesturen zijn te behoudend en zien de belangen van de leden niet in het licht van deze tijd. Men moet nu eenmaal zo sterk mogelijk staan en dat is ook in onze streek een eerste vereiste. Laten de veilingen gezamenlijk de snelle ontwikkeling van Bergen op Zoom in het oog houden. Daardoor kan de afzet vanuit deze streek gunstiger worden. Ook met het oog op recreatie kan men zich niet meer eenzijdig blijven concentreren op een plaatselijk dorpsbelang, kan naijver en afgunst niet meer worden getolereerd. Alleen een goede samenwerking tussen gemeenten, tussen veilingen, stands- en vakorganisaties zal het mogelijk maken de vele problemen tijdig op te vangen. Dan kan, met Gods hulp, ook de thoolse tuinbouw, de toekomst met ver trouwen tegemoet zien, zo besloot de heer Drooger zijn openingswoord. TUINBOUW VANDAAG EN MORGEN Daarover sprak vervolgens ir Vellekoop. Hij wees er eerst op, hoe het afgelopen jaar voor de glasteelten niet ongunstig is verlopen, maar dat er nochtans de vraag aan mag worden gekoppeld: deelt de tuin bouw in de welvaart van deze tijd Het antwoordt van de rijkstuinbouw consulent luidde: ja, voor de goede onder nemer wel. Aan de hand van de cijfers van het Landbouw Economisch Instituut toonde de heer Vellekoop de groei aan van de tuinbouw-export in ons land. Die cijfers bewezen ook, dat het gemid delde in het Westlands stookbedrijf neer kwam op een netto inkomen tussen de 11.000, en 15.000,en bij koud glas op gemiddeld 4000. Het tuinbouwbedrijf werd naast arbeids intensief sterk kapitaalsintensief. Ook bij de tuinbouw komen explosies van aanvoeren der producten voor. Een gunstige ontwik keling vertoont de aardbei onder glas. Dat in een tuinbouwgebied het onderling gesprek zijn waarde heeft is op Tholen al bewezen. Maar men mag er hier toch wel goed over nadenken om de groenteteeltvak school in stand te houden, zo meende ir Vellekoop. Jonge ondernemers dienen een goede vooropleiding te hebben via de tuin bouwschool, daarnaast door uitwisseling ervaring op te doen. Er wordt over dat alles te lichtvaardig gedacht. Het gaat uiteraard om de toekomst voor jaren. Ten aanzien van de afzet merkt spreker op, dat dit wel gezamenlijk moet gebeuren. Het veilingsysteem kan men daarbij niet missen, ook in de toekomst niet. Hij meende dat de veiling in Bergen op Zoom heus wel rekening zal willen houden met de thoolse tuinders. In hoeverre de afzet op Tholen zelf verwezenlijkt zal kunnen worden in de toekomst valt nog niet te bezien. Ook een tuinder moet bewust kiezen. En zal aan hoge eisen moeten voldoen. Een warenhuis van 2000 m2 is nu al een mini mum geworden. In de toekomst zal het 6000 a 8000 m2 zijn om rationeel te kunnen werken. De eenmansbedrijven worden nogal ge kraakt, maar toch zijn er nog heel wat die het aardig doen vond ir Vellekoop. Het tweemansbedrijf (ondernemer en werknemer) heeft toekomst. Daarmee kan men 6000 m2 aan. De lonen zullen daarbij een steeds groter aandeel worden in het kostentotaal. Voor het kleine volle grondsbedrijf van zo tussen de 2 en 3 hectaren zag spreker het maar somber in. Het open grondstuinbouwbedrijf zal min stens 5 hectaren moeten zijn en dan gespeci aliseerd. Thans is men suikermais en bleek selderij aan het uitproberen. Voor de aard beienteelt is een rustige groei verantwoord. De bessenteelt is hier niet gunstig uitge vallen.. Na de in de aanhef reeds genoemde conclusies besloot ir Vellekoop met de stel ling, dat de thoolse tuinbouw bezig is zich een plaats te veroveren en zich niet aan de kant moet laten drukken, maar vooraan moet blijven staan. Meegedeeld werd nog hoe er een moge lijkheid is een bijenteeltcursus te volgen voor beginners. Aan de hand van een paar statistieken werd nog een uiteenzetting gegeven over de nederlandse export van tuinbouwprodukten en het aantal agrarische bedrijven met een onderverdeling van de verschillende sectoren als akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en daar van diverse combinaties. Op Sint-Philips land zijn er in totaal 102 bedrijven, op Tholen 1359. Er kwamen hierna nog enkele vragen los, zodat het rond vijf uur werd, eer de heer Drooger de geanimeerde tuinbouwmiddag met een woord van dank inzonderheid aan de sprekers en genodigden allen een wel thuis toewenste. „We mogen niet te veel vragen aan minister Biesheuvel. Wel mogen we de regering er op wijzen, dat de groep vee houders rechtvaardig behandeld wordt. We moeten allereerst onze hand in eigen boezem steken. En wel, door op een verantwoorde lijke manier de uren te verdelen en op een zo economisch mogelijke wijze te werken. Het maken van kwaliteitsprodukten moet daarbij op de voorgrond staan". Zo sprak voorzitter J. Ooms uit Oud-Vossemeer, op de tweede Veehouderijavond van dit seizoen voor een volle zaal van café Tolrust te Poortvliet. De werkgroep Veehouderij van de Vereniging voor bedrijfsvoorlichting Tho len en Sint-Philipsland organiseerde deze avond, waarop drie inleidingen gehouden werden, terwijl een forum de schriftelijk ge stelde vragen beantwoordde. De heer Ooms wees irt zijn openingswoord verder nog op de sombere vooruitzichten voor de veehouderij. Volgens een rapport van het landbouw Economisch Instituut zullen vele bedrijven verdwijnen. Het L.E.I. is hier echter uitgegaan van stijgende kos ten, maar niet van stijgende inkomsten omdat het rapport gebaseerd is op de huidige richt prijs. Het uurloon van de rundveehouders is daarbij bepaald op f 2.30 a f 2.50. Dat is slechts de vergoeding voor zijn uren, en niet voor zijn leiding. De melkprijs moet zeker 5 a 6 cent per kg zijn om de veehou der het c.a.o. loon van een landarbeider te laten verdienen: Daarbij overuren inbegrepen Alleen een verhoging van de melk- en vlees- prijs kan leiden tot een iets rechtvaardiger verdeling van het nationaal inkomen. De heer Fr. de Ronde van de R.L.V.D. die vervolgens een inleiding hield over de ruwvoederwinning ging eerst in op het on derwerp dat de heer Ooms had aangesneden. Hij was het met de voorzitter eens, dat de boer eerst de hand in eigen boezem moet steken door te zorgen voor produktieve die ren, een goede voeding, een goede bedrijfs voering en een hoge veebezetting per ha. Bij deze veebezetting moet dan zoveel moge lijk melkvee zijn. Dat is zeer belangrijk. Wanneer dit allemaal in orde is, vervolgde de heer de Ronde, mag men pas vragen om verhoging van de melkprijs. Het is een feit, dat een beloning van f 2.50 per uur veel te weinig is. Men moet er rekening mee hou den dat wij op zaterdag en zondag ook moe ten werken. Het uurloon van de veehouder moet daarom f 5.00 worden. Vervolgens ging de heer de Ronde over tot de behandeling van het onderwerp: ruw voederwinning. Door de lage zetmeelwaarde van het gras in de maanden aug-sept. is er in die periode een lage melkproduktie. Door het voeren van zetmeel en droge stof (stro of hooi) kan dit verbeterd worden. Zorg in de winter voor goed hooi en goede kuil. Dan hebben de dieren een goed rant soen. Het hooi moet intensief geschud wor den en met een lagedrukpers geperst worden. Ook de voordroogkuilen en voederbieten zijn belangrijk voor de winterperiode. Hij moest toegeven dat er aan voeder bieten veel werk was. Dit kan echter ver anderd worden meende hij, door met de precisie-zaaimachine te zaaien, chemisch te bespuiten en mechanisch te rooien. Dan is er veel mindër werk. MACHINAAL MELKEN De heer J. Lantinga van de R.V.V.D. sprak over de praktijk van het machinaal melken Hij ging in op de koop van een melkmachine en wees daarbij op de voorlichting die de handelaar moet geven. Vooral het inmelken van de nieuwe machines is uitermate belang rijk. Veel inmelkers zijn evenwel niet gedi plomeerd, en brengen er dan ook meestal niets van terecht. Het diploma en de vak kennis moet men beslist hebben. De heer Lan tinga zei dat er op ons eiland ook een ge diplomeerd instructeur-machinaalmelker was n.l. de heer Istha uit Oud Vossemeer. Zeer belangrijk noemde hij het schoon houden van de machine en de uier van de koe. Een keer per jaar één druppeltje olie in de kranen, en men heeft er een heel jaar gemak van. De melkmachine te lang aan de uier laten zitten, en een onjuiste voorbehandeling zijn veel voorkomende fouten. We moeten de koe tevreden stellen. En tevreden koeien geven goede produktie en ook tevreden melkers. Zo besloot de heer Lantinga zijn inleiding. BESTRIJDING VAN DE UIERZIEKTEN Wat is een uierontsteking, en hoe kunnen we die genezen? Daarover sprak dierenarts Hammink van de Gezondheidsdienst. Hij wees erop dat het slotgat en tepelkanaal altijd schoon moeten zijn. Want door deze organen komen 99.9% van de bacteriën die de uierontsteking veroorzaken binnen. Een uierontsteking kan niet vlug genezen, omdat men niet bij de bacteriën kan komen, die meestal in de melkblaasjes zitten. De uierontsteking komt het meest voor bij koe ien die pas gekalfd hebben (weinig weer stand) bij verkeerd melken (zowel met de machine als met de hand) en bij betrappin gen van de spenen. Genezing kan bereikt worden door het gebruik van penicilline en antibiotica, door direkt en vaak gaan uitmel ken (lOxper dag) en door massage met zalf of- koudwaterstraal, aldus de heer Ham mink. 400.000 KG MELK MEER GEPRODUCEERD De rijksveeteeltconsulent ir W. L. Harm- sen deelde op deze avond mede, dat er in 1965 8 miljoen kilo melk was geproduceerd Dat is 400.000 kg meer dan in 1964. De oor zaak;. hiervan noemde hij de grotere eenhe den. Het rendement van de bedrijven hangt in belangrijke mate af van de bedrijfsvoering Het forum, bestaande uit ir W. L. Harm- sen, Fr. de Ronde, J. Lantinga en de heer Poppe (voorzitter zuivelfabriek Walcheren) beantwoordde een vijftien tal vragen, die door de belangstellenden schriftelijk waren gesteld. NUT BEDRIJFS- VERZORGINGSDIENST De heer Poppe ging daarbij uitvoerig in op het nut van een bedrijfsverzorgingsdienst. Hij noemde dit een dienst, die bij moet springen bij ziekte, ongeval en soms ook vakantie. Een dienst met vooral een speciaal aspect. Er is voor het gezin van de boer, die iedere dag moet melken, een dreigend en reël tekort aan sociale voorzieningen. Er moet echter ook een werkelijke behoefte leven, want anders wordt het niets. Men meende nog dat er geen behoefte aan een bedrijfsverzorgingsdienst was. Er was nog personeel genoeg en de buren of familieleden konden ook wel eens bijspringen. Dit is nu veranderd. Het aantal werknemers in de akkerbouw en veetelt slinkt met de dag, en het aantal eenmansbedrijven neemt hierbij toe. Daarom groeit de behoefte met de dag. De opzet van de dienst is uitermate be langrijk. De kwaliteit van de bedrijf sverzor- ger die veel kennis van zaken, veel takt en inzicht nodig heeft, moet van hoog gehalte zijn. Het loon van die man moet dan ook hoog zijn. In de naaste toekomst moet men trachten de bedrijfsvezorgingsdienst in stand te houden, want de noodzaak wordt steeds groter. De dienst is om een zekere sociale zekerheid van een bepaald bedrijf te kunnen waarborgen, aldus de heer Poppe. Bij de beantwoording van de vragen kwam ook nog naar voren, dat er op ons eiland veel kopziekte is voorgekomen. Volgens ge gevens van het C.B.S. heeft 2,2 van de aanwezige koeien in onze streek kopziekte gehad. Landelijk is dat cijfer 1 Om de kopziekte, die in het voorjaar voorkomt, te voorkomen, moet men tijdig maatregelen nemen wat de magnesiumvoorziening betreft. Dierenarts Rinses betwijfelde echter de juistheid van het cijfer van 2,2 Voorzitter Ooms kon tenslotte na zijn pessimistische openingswoorden, nog een verheugende mededeling doen. Italië heeft nl. zijn grenzen voor geslachte kalveren weer open gesteld. De stichting voor maatschappelijk werk en gezinsverzorging blijkt op het eiland in een grote behoefte te voorzien. Mevr. van der Slikke te Stavenisse, leidster van de gezins verzorging, heeft handen vol werk. Elke dag wordt er een of meerdere malen een beroep op haar gedaan door een gezin dat in moeilijkheden verkeert door ziekte van de vrouw des huizes. Waar zal men dan zo gauw hulp halen Het is bekend dat er een stichting is en dus belt men om hulp. Mevrouw van der Slikke kan beschikken over acht meisjes die in vaste dienst van de stichting zijn. Ze kan daar ternauwernood mee toe. Daarnaast heeft ze de leiding op zich genomen van het open bejaardenwerk. Hierbij gaat het er om bejaarden die be trekkelijk nog goed zijn, maar toch niet alles meer kunnen, hulp te bieden. Dit geschiedt door meisjes of vrouwen die in dezelfde ge meente wonen als deze mensen. Als ze een paar uurtjes in de week eens willen helpen bij deze oudjes, wordt deze hulp graag aan vaard. Dit werk wordt door de stichting betaald, evenals bij de gezinsverzorging. Bij het open bejaardenwerk wordt veel met losse krachten gewerkt. Op het ogenblik met 13. De gezinsverzorgsters zijn meestal jonge meisjes. Deze gaan op den duur in de meeste gevallen trouwen. Dan is het dus nodig om te zien naar nieuwe krachten. Wij brengen dit graag eens onder de aandacht van de meisjes op ons eiland. Als een meisje 17 jaar is, kan ze er serieus over nadenken of ze niet bij de gezinsver zorging kan gaan werken. Het zou voor de stichting aangenaam zijn, als een paar meis jes zich aanmelden. De stichting hoopt ook dat er dames zijn, die, als er een beroep op haar gedaan wordt om oude mensen eens wat te helpen, dit niet afslaan. Iedereen zal het met ons eens zijn, dat dit werk moet worden voortgezet. Maar dan moeten er ook krachten zijn, die zich daad werkelijk inzetten. Mevrouw van de Slikke zal dan gaarne helpen om aan de slag te komen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1966 | | pagina 3