EENDRACHTBODE
Aardappelmiddag in
„de Houwer"
L Hndriessen Zn. tess
Tuinbouwmiddag tc Scherpenisse
Gezinsverzorging
en
openbejaardenwerk
Eerst hand in eigen boezem
steken, dan pas bij regering
aankloppen
22e JAARGANG No. 15
24 FEBR. 1966
TWEEDE BLAD
Uniforme rijafstand van 75 cm. gewenst
te
N BRIL VAN KLRSSIEKE SCHOONHEID
Ir. Vellekoop: Teeltplan dat op bedrijf past
Streven naar glasopstand-concentratie
A. Vos
Voorzitter Ooms op Veehouderijavond:
De werkgroep mechanisatie en rationali
satie van de Vereniging voor Bedrijfsvoor
lichting Tholen en Sint-Philipsland organi
seerde in samenwerking met De Rijksland-
bouwvoorlichtingsdienst te Goes, vrijdag
middag in het veilinggebouw „De Houwer"
te Scherpenisse, een voorlichtingsmiddag
over de teelt, de mechanisatie en de be
waring van konsumptieaardappelen.
Op deze middag kwam zeer duidelijk naar
voren, dat het zeer gewenst is, dat men bij
het gebruik van machines over gaat op een
uniforme rijenafstand van 75 cm. De voor
zitter van de werkgroep, de heer J. C.
Kooijman uit Sint-Annaland noemde de
rijenafstand één van de grootste struikel
blokken bij de toenemende mechanisatie van
de aardappelteelt.
Dr. Ir. C. E. van der Zaag, die een in-
leeiding hield over aktualiteiten bij de teelt
van konsumptieaardappelen, gaf ook zeer
duidelijk zijn mening over de rijenafstand.
„Het is gebleken dat een rijafstand van
75 cm bij de moderne aardappelteelt een
gunstig gevolg heeft," zei hij. „Overweeg
het ernstig op 75 cm over te schakelen. Ook
bij de Doré geeft dit geen enkel bezwaar.
Besluit in een bepaald gebied zoveel moge
lijk over te schakelen, om de loonwerkers
geen slapeloze nachten te bezorgen. Ik zou
u met klem willen aanraden tot de uniforme
rijafstand over te gaan," aldus dr ir C. E.
van der Zaag, landhouwconsulent voor hard-
vruchten te Wageningen.
Voorzitter Kooijman had er in zijn
openingswoord op gewezen, hoe na 2 goede
jaren, de aardappelteelt weer in de belang
stelling komt. Daarmee wordt de mechani
satie van die teelt ook weer aktueel. De
voorraad- en zakkenrooimachines moeten
plaats maken voor de meerrijige wagenrooier.
Het aantal zelfspuitende boeren neemt toe.
Beïnvloeding van de grofheid
Vervolgens hield dr ir van der Zaag een
inleiding over aktualiteiten bij de teelt van
konsumptieaardappelen. Om de grofheid van
de aardappel te beinvloeden, moet men
streven naar een lang groeiseizoen. Men
moet zorgen dat er zo lang mogelijk fris
groen loof aanwezig is. Verder zal de
structuurtoestand van de grond goed moeten
zijn. Dit kan men bereiken door goede af
watering en door groenbemesting. Als de
aardappel hierdoor niet grover wordt, moet
men zorgen voor minder stengels per m2.
Gekiemdheid pootgoed aanpassen
aan eisen pootmachines
De Bintje telers die volautomatisch poten,
kunnen blijven voorkiemen, hoewel het
natuurlijk geen zin heeft, als er niet goed
voorgekiemd wordt. Bij voorkiemen, heeft
men vroeg Bintje en minder kans op
„kwaad".
Als maat pootgoed neemt men 35/45. De
consumptieteler moet streven naar weinig
kiemen per knol. Alleen de pitjes moeten
zichtbaar zijn. Het pootgoed zo vroeg moge
lijk buiten zetten.
Een paar weken voor het poten, zet nien
het pootgoed weg bij 20°C.
Vervolgens een week bij normale tempe
ratuur. Uit ervaring is gebleken dat men
hiermee 4 ton opbrengstverhoging kan be
reiken.
Als Dorételer moet men absoluut blijven
voorkiemen.
Klaarmaken van het land
Uit een onderzoek van de landbouwhoge
school te Wageningen is gebleken, dat bij
de grondbewerkingen meer grond vastge-
reden dan losgemaakt wordt. Daarom: zo
weinig mogelijk bewerkingen. Men moet
streven naar een pootbed van 8 cm diep en
een rijafstand van 75 cm. Dan moet het
mogelijk zijn een zware rug te maken. Liever
in 1 of 2 bewerkingen de losse grond op de
rug te krijgen, dan dit in vele bewerkingen
te doen. Het moet een mooie ronde zware
rug worden, om vochtverlies en wortelbe
schadiging te voorkomen. Bij de onkruid-
bestrijding moet men voorzichtig zijn, met de
langwerkende chemische middelen. Wanneer
men het niet chemisch wil, kan de onkruid-
bestrijding ook mechanisch gebeuren. Het
moet dan echter oppervlakkig gebeuren. De
heer van der Zaag zei tenslotte dat de
tendens is, dat de grond steeds minder be
werkt wordt, nadat de aardappels gepoot
zijn.
Mechanisatienieuws
„De meest interessante ontwikkeling in het
voorjaarswerk is de grondwerking. De goede
grondbewerking, waarop jarenlang is ge
borduurd, zal met de nieuwe machines ver
wezenlijkt kunnen worden. De aangedreven
eg is de nieuwste ontwikkeling op dit ge
bied." Zo begon de heer J. T. Andringa van
rijkslandbouwvoorlichtingsdienst uit Goes,
zijn praatje over mechanisatienieuws. Het
voordeel van de aangedreven eg zag hij uit
gesproken liggen voor de aardappelteelt.
Ieder jaar zit men weer met de problemen:
grond voldoende kluitvrij, voldoende fijn, en
regelmatig diep te krijgen. Als de aange
dreven eg goed toegepast wordt, zit daar
toekomstmuziek in. Er is echter ook een
probleem: de capaciteit van de aangedreven
eg is beperkt. Een gelukkig feit van de
automatische pootmachine is, dat er aan
zienlijk minder mensen nodig zijn. Tevens
is capaciteit veel groter dan bij een half-
automatisch pootmachine.
Rooibeschadiging
De rooibeschadiging is een aktueel punt.
Het afgelopen jaar was het weer schering
en inslag. De een had 5% beschadiging, de
ander zelfs 30%. Men constateert de be
schadiging meestal wanneer de aardappelen
zijn opgeslagen. Men zegt dan, het is rooi
beschadiging, maar meestal zit de oorzaak
ergens anders. Vooral bij de transportcycli.
Zeefkettingen die niet voldoende zijn be
kleed met rubber of transporteurs die voor
zien zijn van houten meenemers. Deze laatste
zijn de oorzaak van 20% van de beschadi
gingen. De beschadiging is weer een nadeel
van het losgestort produkt. De boer moet
eerst alle transportcycli nagaan, want de
rooimachines worden op dit punt ten on
rechte veroordeeld, aldus de heer Andringa.
Bewaring
De heer J. H. van Nieuwenhuizen van de
rijkslandbouwvoorlichtingsdienst uit Goes
behandelde belangrijke punten bij de bewa
ring van aardappelen. Hij ging daarbij voor
al in op het maken van een bewaarplaats.
Hij zei dat de boer zoveel mogelijk zelf
moet doen, om hoge kosten te voorkomen.
Als men zorgt voor een goed plafond in de
bewaarruimte, drukvaste wanden, en wat
pakken stro kan men zelf de houten lucht-
kanalen timmeren. Om de bewaarplaats ge
makkelijk toegankelijk te maken, moet men
er niet bang voor zijn een gat in de muur
te maken. Dat vergemakkelijkt in hoge mate
het laden en lossen.
KOELKASTEN
DIEPVRIEZERS
VERHOEVEN
Koeltechniek
Lievevrouwestraat 33 - Tel. 4898
Bergen op Zoom
Een ventilator hoort er natuurlijk bij.
Deze kan zowel voor drogen als koelen ge
bruikt worden. Met poederen heeft men dik
wijls teleurstellingen. Wanneer men de
aardappels tot het voorjaar bewaart is het
poederen onvermijdelijk.
De heer van Nieuwenhuizen gaf nog
enkele cijfers van de kosten van de be
waring. In een koelhuis zijn de kosten 15 a
r* T\ I - UURWERKEN
GR. MARKT 22 TEL:4464 BERGEN OP ZOOM
20 cent per kg aardappelen, in de bewaar
plaats 5 a 6 cent en in de kuil 2 cent per kg.
Na 5 jaar kost bewaring in de kuil ook
10 cent, en dan heeft men nog niets.
Machine défilé
Een défilé van werktuigen en machines met
daarbij een toelichting van de heer Andringa,
besloot als hoofdmoot deze interessante
aardappelmiddag.
Voor de grondbewerking werden verschil
lende eggen getoond, waarbij ook de nieuwe
aangedreven eg was. Vervolgens zag men
2, 3 en 4 rijige automatische- en halfauto-
matische pootmachines. Als verzorgings
machines toonde men veertanden, aanaarders
rijenfrees en spuitmachines. Deze laatste
werden getoond omdat steeds meer boeren
zelf de onkruid- en ziektenbestrijding uit
voeren.
In de categorie oogstmachines zag men de
loofklapper en één- en tweerijige rooimachi
nes. Voor het transport en lossen tenslotte,
werden diverse wagens, stortbakken, trans
porteurs, een boxenvuller en een opschep-
transporteur voorgereden. De werktuigen
werden voor het merendeel „geshowd" door
boeren van onze streek, en nog enkele door
het personeel van landbouwmechanisatie-
bedrijven. De heer Andringa noemde van de
machines de verschillende prijzen en moge
lijkheden. Naast heel eenvoudige, kleine
machines waren er ook metershoge, zeer
grote en kostbare machines. Het aardappel
land zal door de steeds verder schrijdende
mechanisatie, ook steeds meer onder de
zware last van de machines te verduren
krijgen. Droog weer en droog land zijn daar
bij een eerste vereiste. De ongeveer 400
landbouwers die op deze middag waren, zijn
op de verschillende „aardappelterreinen' uit
voerig voorgelicht. Het is voor hen nu weer
zaak, daaruit het beste voor hun bedrijf
te kiezen.
„Alle gesputter over bedrijfsvergroting ten spijt, gaat het om de
man die inhoudt geeft aan het bedrijf.
Bent u dan ook in staat een goed tuinbouwbedrijf te leiden, ga
doelbewust verder. Werkt mee aan glasopstandconcentratie, aan
een provinciale organisatie van de tuinbouw, blijft steeds de
ontwikkeling volgen, volhardt in kwaliteitsverbetering, verzuimt
het onderwijs niet, zorgt over voldoende kapitaal te kunnen
beschikken en weest overtuigd van het nut van een economische
boekhouding".
Dat waren zo enkele conclusies van de rijkstuinbouwconsulent
ir L. Vellekoop te Goes op de in het „Holland Huis' te Scherpe
nisse gehouden tuinbouwmiddag.
Een zeer goed bezochte bijeenkomst. Van
vrijwel iedereen op Tholen die met de tuin
bouw van doen heeft. Ook vertegenwoordi
gers van veilingen, de wethouders Kleppe
van Scherpenisse en Klippel van Stavenisse,
voorlichtingsdiensten en de hoogste klassen
van de lagere land- en tuinbouwschool uit
Scherpenisse.
Behalve ir. Vellekoop was ook de voor
zitter van de werkgroep „tuinbouw" van
de vereniging voor Bedrijfsvoorlichting
„Tholen en Sint Philipsland", de heer K.
Drooger te Tholen geruime tijd aan het
woord. Het verheugde hem namens het be
stuur van de werkgroep tuinbouw bizonder,
dat er zo'n grote belangstelling bleek te
zijn, waarna hij een terugblik wierp op het
afgelopen tuinbouwjaar. Eerst schetste de
heer Drooger de groei van de glascultures
op Tholen, welke sinds de 1000 m2 van
1962 thans is uitgegroeid tot 60.000m2 met
nog een 20.000 m2 platglas. Volgens de
verwachting zal er op 1 januari 1967 in
onze streek zo'n 80.000 a 85.000 m2 staand
glas zal zijn met daarbij nog een 8000 plat-
glasramen. Een toename van zo'n 2 hectare
per jaar. In vergelijking met het overige deel
van Zeeland is dat zonder meer gunstig. Op
deze wijze zal het eiland Tholen binnen
enkele jaren het grootste glasareaal bezitten
van dit gewest. In 1965 kwam de grootste
uitbreiding tot stand via vergroting van
bestaande warenhuizen. Het gemiddelde
van 1000 m2 per bedrijf is gestegen tot een
2500 m2 en er zijn er ook al verschillende
van 4000 m2. Dat is een gezonde en ge
wenste ontwikkeling.
Het had ook tot gevolg, zo merkte de
heer Drooger verder op, dat er op de
grotere tuinbouwbedrijven een sorteermachine
is aangekocht. Op 9 bedrijven wordt thans
van een tomatensorteerder gebruik gemaakt.
Daardoor wordt de helft van de op het
eiland geteelde tomaten zelf gesorteerd. In
1964 ging dat allemaal nog op de veiling
Bergen op Zoom. De streek teelt voor 90
sla en tomaten. Er komt evenwel meer be
langstelling voor komkommers en aardbeien,
zodat er wel enige verschuiving inzit. Over
de prijzen had men in 1965 niet te klagen.
Iemand, die kans heeft gezien in het vroege
voorjaar 1965 met sla aan de veiling te
komen, maakte een behoorlijke prijs, terwijl
de middenprijs voor de tomaten hoger lag
dan in 1964, al was de opbrengst in kilo's
dan dit jaar wel wat minder.
Ten aanzien van de volle gronds groente
teelt merkte de heer Drooger op, dat er
terzake niet zo veel verandert. Kroten- en
augurkenteelt zijn vrijwel verdwenen.
Aardbeienteelt blijft constant en de knol
selderij neemt toe. Of die zich handhaaft zal
van de prijsontwikkeling afhangen. Voor
winterbloemkool, gewone bloemkool en pluk-
bonen waren de prijzen goed.
De uien leveren echter teleurstellende
resultaten op. Voorts kwamen er op ons
eiland 20 warme witloftrekkers, die goede
resultaten boekten. Toch verwacht men ook
ten aanzien van deze teelt geen verdere uit
breiding, omdat de wortelteelt in zomer en
herfst op de glasbedrijven te veel arbeid
vraagt. -
De voorzitter verwachtte ten aanzien van
de glasopstand een rustige uitbreiding en
daarbij een verschuiving naar de hete lucht-
kachels, c.q. centrale verwarming.
Het ondernemersschap zal steeds belang
rijker worden. En een groter vraag naar de
betere kwaliteit. Samenwerking zal steeds
meer aandacht opeisen. Voor de volle gronds
groenten blijven de mogelijkheden beperkt
met sterke schommelingen. De te mechanise
ren teelt komen in handen van de akker
bouwbedrijven.
Vraag proefrit bij:
Automobielbedrij f
Eendrachtsweg 5
THOLEN
Tel. 01660-565
ORGANISATIENIEUWS
Zich beperkend tot de werkgroep tuin
bouw merkte de heer Drooger verder op,
hoe de studieclub voor glastuinders groeide
en zelfs 3 leden uit Steenbergen telt.
Men kwam in 1965 tot 9 maal toe bijeen.
Ook de werkgroep tuinbouw vergaderde
menigmaal om teelttechniek en organisatie
te bespreken. Er ligt thans nog een voorstel
van de werkgroep bij het kringveilingbe-
stuur om te komen tot een uniforme prijs
regeling betreffende het vervoer en voorts
zijn besprekingen gaande om te komen tot
een provinciale Zeeuwse groentetelers or
ganisatie.
Spreker betreurde, dat er onvoldoende be
langstelling is voor de groenteteeltvakschool
te Scherpenisse. Hij hamerde voorts op de
noodzaak van het onderwijs en op onder
linge oriëntatie. Daarom ook was het jam
mer, dat het pogen op Sint Philipsland ook
een werkgroep te vormen, mislukte.
De schakelcursussen voor de bloemen
teelt liepen goed. Er waren 29 deelnemers,
die allen het diploma behaalden. Thans loopt
een cursus glasteelt die door 16 deelnemers
wordt bezocht.
De afzet loopt via de Bergse veiling goed,
waar redelijke prijzen worden gemaakt. Wel
staat nog op het verlanglijstje van de tuin
ders een rechtstreekse uitbetaling door die
veiling aan de telers. Nu zijn de plaatselijke
veilingen nog tussenstations, maar hoe meer
tussenschakels, hoe meer tijd- en renteverlies.
De thoolse veilingen lijden daar geen
schade door. Bergen op Zoom zal toch 1
veilingkosten retourneren en de administratie
wordt er minder door.
VEILINGCONCENTRATIE
De heer Drooger meende dat het in deze
tijd moeilijk zal blijven met een zo grpot
aantal veilingen als er op Tholen zijn. Er
zijn dan ook evenzoveel meningen. Het ver
wonderde hem, dat het nog niet tot een
fusie is gekomen. Dat zit er toch in met de
geringe veilingomzetten, dat kan niet meer
anders. Worden de telers-leden op deze
manier niet tekort gedaan Regelmatig lezen
we toch van fusies door veilingen met heel
wat meer dan 5 miljoen omzet. En op Tho
len zijn er 4 veilingen met een omzet vari
ërend van 800.000,tot V/i miljoen en
hier gebeurt er maar niets. Dit kan alleen
maar gaan ten koste van de telers en zo
heerst er onvrede, vooral onder de tuinders,
die te Bergen op Zoom veilen en waarover
de plaatselijke veilingen zeggenschap heb
ben. De veilingbesturen zijn te behoudend
en zien de belangen van de leden niet in
het licht van deze tijd. Men moet nu eenmaal
zo sterk mogelijk staan en dat is ook in
onze streek een eerste vereiste. Laten de
veilingen gezamenlijk de snelle ontwikkeling
van Bergen op Zoom in het oog houden.
Daardoor kan de afzet vanuit deze streek
gunstiger worden. Ook met het oog op
recreatie kan men zich niet meer eenzijdig
blijven concentreren op een plaatselijk
dorpsbelang, kan naijver en afgunst niet
meer worden getolereerd. Alleen een goede
samenwerking tussen gemeenten, tussen
veilingen, stands- en vakorganisaties zal het
mogelijk maken de vele problemen tijdig op
te vangen. Dan kan, met Gods hulp, ook de
thoolse tuinbouw, de toekomst met ver
trouwen tegemoet zien, zo besloot de heer
Drooger zijn openingswoord.
TUINBOUW VANDAAG
EN MORGEN
Daarover sprak vervolgens ir Vellekoop.
Hij wees er eerst op, hoe het afgelopen
jaar voor de glasteelten niet ongunstig is
verlopen, maar dat er nochtans de vraag
aan mag worden gekoppeld: deelt de tuin
bouw in de welvaart van deze tijd
Het antwoordt van de rijkstuinbouw
consulent luidde: ja, voor de goede onder
nemer wel. Aan de hand van de cijfers van
het Landbouw Economisch Instituut toonde
de heer Vellekoop de groei aan van de
tuinbouw-export in ons land.
Die cijfers bewezen ook, dat het gemid
delde in het Westlands stookbedrijf neer
kwam op een netto inkomen tussen de
11.000, en 15.000,en bij koud glas
op gemiddeld 4000.
Het tuinbouwbedrijf werd naast arbeids
intensief sterk kapitaalsintensief. Ook bij de
tuinbouw komen explosies van aanvoeren
der producten voor. Een gunstige ontwik
keling vertoont de aardbei onder glas.
Dat in een tuinbouwgebied het onderling
gesprek zijn waarde heeft is op Tholen al
bewezen. Maar men mag er hier toch wel
goed over nadenken om de groenteteeltvak
school in stand te houden, zo meende ir
Vellekoop. Jonge ondernemers dienen een
goede vooropleiding te hebben via de tuin
bouwschool, daarnaast door uitwisseling
ervaring op te doen. Er wordt over dat alles
te lichtvaardig gedacht. Het gaat uiteraard
om de toekomst voor jaren.
Ten aanzien van de afzet merkt spreker
op, dat dit wel gezamenlijk moet gebeuren.
Het veilingsysteem kan men daarbij niet
missen, ook in de toekomst niet. Hij meende
dat de veiling in Bergen op Zoom heus wel
rekening zal willen houden met de thoolse
tuinders. In hoeverre de afzet op Tholen
zelf verwezenlijkt zal kunnen worden in de
toekomst valt nog niet te bezien.
Ook een tuinder moet bewust kiezen. En
zal aan hoge eisen moeten voldoen. Een
warenhuis van 2000 m2 is nu al een mini
mum geworden. In de toekomst zal het 6000
a 8000 m2 zijn om rationeel te kunnen
werken.
De eenmansbedrijven worden nogal ge
kraakt, maar toch zijn er nog heel wat die
het aardig doen vond ir Vellekoop. Het
tweemansbedrijf (ondernemer en werknemer)
heeft toekomst. Daarmee kan men 6000 m2
aan. De lonen zullen daarbij een steeds
groter aandeel worden in het kostentotaal.
Voor het kleine volle grondsbedrijf van zo
tussen de 2 en 3 hectaren zag spreker het
maar somber in.
Het open grondstuinbouwbedrijf zal min
stens 5 hectaren moeten zijn en dan gespeci
aliseerd. Thans is men suikermais en bleek
selderij aan het uitproberen. Voor de aard
beienteelt is een rustige groei verantwoord.
De bessenteelt is hier niet gunstig uitge
vallen.. Na de in de aanhef reeds genoemde
conclusies besloot ir Vellekoop met de stel
ling, dat de thoolse tuinbouw bezig is zich
een plaats te veroveren en zich niet aan de
kant moet laten drukken, maar vooraan moet
blijven staan.
Meegedeeld werd nog hoe er een moge
lijkheid is een bijenteeltcursus te volgen
voor beginners.
Aan de hand van een paar statistieken
werd nog een uiteenzetting gegeven over de
nederlandse export van tuinbouwprodukten
en het aantal agrarische bedrijven met een
onderverdeling van de verschillende sectoren
als akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en daar
van diverse combinaties. Op Sint-Philips
land zijn er in totaal 102 bedrijven, op
Tholen 1359.
Er kwamen hierna nog enkele vragen los,
zodat het rond vijf uur werd, eer de heer
Drooger de geanimeerde tuinbouwmiddag
met een woord van dank inzonderheid aan
de sprekers en genodigden allen een wel
thuis toewenste.
„We mogen niet te veel vragen aan
minister Biesheuvel. Wel mogen we de
regering er op wijzen, dat de groep vee
houders rechtvaardig behandeld wordt. We
moeten allereerst onze hand in eigen boezem
steken. En wel, door op een verantwoorde
lijke manier de uren te verdelen en op een
zo economisch mogelijke wijze te werken.
Het maken van kwaliteitsprodukten moet
daarbij op de voorgrond staan". Zo sprak
voorzitter J. Ooms uit Oud-Vossemeer, op
de tweede Veehouderijavond van dit seizoen
voor een volle zaal van café Tolrust te
Poortvliet. De werkgroep Veehouderij van
de Vereniging voor bedrijfsvoorlichting Tho
len en Sint-Philipsland organiseerde deze
avond, waarop drie inleidingen gehouden
werden, terwijl een forum de schriftelijk ge
stelde vragen beantwoordde.
De heer Ooms wees irt zijn openingswoord
verder nog op de sombere vooruitzichten
voor de veehouderij. Volgens een rapport
van het landbouw Economisch Instituut
zullen vele bedrijven verdwijnen. Het L.E.I.
is hier echter uitgegaan van stijgende kos
ten, maar niet van stijgende inkomsten omdat
het rapport gebaseerd is op de huidige richt
prijs. Het uurloon van de rundveehouders
is daarbij bepaald op f 2.30 a f 2.50. Dat
is slechts de vergoeding voor zijn uren, en
niet voor zijn leiding. De melkprijs moet
zeker 5 a 6 cent per kg zijn om de veehou
der het c.a.o. loon van een landarbeider te
laten verdienen: Daarbij overuren inbegrepen
Alleen een verhoging van de melk- en vlees-
prijs kan leiden tot een iets rechtvaardiger
verdeling van het nationaal inkomen.
De heer Fr. de Ronde van de R.L.V.D.
die vervolgens een inleiding hield over de
ruwvoederwinning ging eerst in op het on
derwerp dat de heer Ooms had aangesneden.
Hij was het met de voorzitter eens, dat
de boer eerst de hand in eigen boezem moet
steken door te zorgen voor produktieve die
ren, een goede voeding, een goede bedrijfs
voering en een hoge veebezetting per ha.
Bij deze veebezetting moet dan zoveel moge
lijk melkvee zijn. Dat is zeer belangrijk.
Wanneer dit allemaal in orde is, vervolgde
de heer de Ronde, mag men pas vragen om
verhoging van de melkprijs. Het is een feit,
dat een beloning van f 2.50 per uur veel
te weinig is. Men moet er rekening mee hou
den dat wij op zaterdag en zondag ook moe
ten werken. Het uurloon van de veehouder
moet daarom f 5.00 worden.
Vervolgens ging de heer de Ronde over
tot de behandeling van het onderwerp: ruw
voederwinning. Door de lage zetmeelwaarde
van het gras in de maanden aug-sept. is
er in die periode een lage melkproduktie.
Door het voeren van zetmeel en droge stof
(stro of hooi) kan dit verbeterd worden.
Zorg in de winter voor goed hooi en goede
kuil. Dan hebben de dieren een goed rant
soen. Het hooi moet intensief geschud wor
den en met een lagedrukpers geperst worden.
Ook de voordroogkuilen en voederbieten
zijn belangrijk voor de winterperiode.
Hij moest toegeven dat er aan voeder
bieten veel werk was. Dit kan echter ver
anderd worden meende hij, door met de
precisie-zaaimachine te zaaien, chemisch te
bespuiten en mechanisch te rooien. Dan is er
veel mindër werk.
MACHINAAL MELKEN
De heer J. Lantinga van de R.V.V.D. sprak
over de praktijk van het machinaal melken
Hij ging in op de koop van een melkmachine
en wees daarbij op de voorlichting die de
handelaar moet geven. Vooral het inmelken
van de nieuwe machines is uitermate belang
rijk. Veel inmelkers zijn evenwel niet gedi
plomeerd, en brengen er dan ook meestal
niets van terecht. Het diploma en de vak
kennis moet men beslist hebben. De heer Lan
tinga zei dat er op ons eiland ook een ge
diplomeerd instructeur-machinaalmelker was
n.l. de heer Istha uit Oud Vossemeer.
Zeer belangrijk noemde hij het schoon
houden van de machine en de uier van de
koe. Een keer per jaar één druppeltje olie
in de kranen, en men heeft er een heel
jaar gemak van.
De melkmachine te lang aan de uier laten
zitten, en een onjuiste voorbehandeling zijn
veel voorkomende fouten. We moeten de koe
tevreden stellen. En tevreden koeien geven
goede produktie en ook tevreden melkers.
Zo besloot de heer Lantinga zijn inleiding.
BESTRIJDING VAN DE
UIERZIEKTEN
Wat is een uierontsteking, en hoe kunnen
we die genezen? Daarover sprak dierenarts
Hammink van de Gezondheidsdienst. Hij
wees erop dat het slotgat en tepelkanaal
altijd schoon moeten zijn. Want door deze
organen komen 99.9% van de bacteriën
die de uierontsteking veroorzaken binnen.
Een uierontsteking kan niet vlug genezen,
omdat men niet bij de bacteriën kan komen,
die meestal in de melkblaasjes zitten. De
uierontsteking komt het meest voor bij koe
ien die pas gekalfd hebben (weinig weer
stand) bij verkeerd melken (zowel met de
machine als met de hand) en bij betrappin
gen van de spenen. Genezing kan bereikt
worden door het gebruik van penicilline en
antibiotica, door direkt en vaak gaan uitmel
ken (lOxper dag) en door massage met
zalf of- koudwaterstraal, aldus de heer Ham
mink.
400.000 KG MELK MEER
GEPRODUCEERD
De rijksveeteeltconsulent ir W. L. Harm-
sen deelde op deze avond mede, dat er in
1965 8 miljoen kilo melk was geproduceerd
Dat is 400.000 kg meer dan in 1964. De oor
zaak;. hiervan noemde hij de grotere eenhe
den. Het rendement van de bedrijven hangt
in belangrijke mate af van de bedrijfsvoering
Het forum, bestaande uit ir W. L. Harm-
sen, Fr. de Ronde, J. Lantinga en de heer
Poppe (voorzitter zuivelfabriek Walcheren)
beantwoordde een vijftien tal vragen, die
door de belangstellenden schriftelijk waren
gesteld.
NUT BEDRIJFS-
VERZORGINGSDIENST
De heer Poppe ging daarbij uitvoerig in
op het nut van een bedrijfsverzorgingsdienst.
Hij noemde dit een dienst, die bij moet
springen bij ziekte, ongeval en soms ook
vakantie. Een dienst met vooral een speciaal
aspect. Er is voor het gezin van de boer,
die iedere dag moet melken, een dreigend
en reël tekort aan sociale voorzieningen. Er
moet echter ook een werkelijke behoefte
leven, want anders wordt het niets. Men
meende nog dat er geen behoefte aan een
bedrijfsverzorgingsdienst was. Er was nog
personeel genoeg en de buren of familieleden
konden ook wel eens bijspringen. Dit is nu
veranderd. Het aantal werknemers in de
akkerbouw en veetelt slinkt met de dag, en
het aantal eenmansbedrijven neemt hierbij
toe. Daarom groeit de behoefte met de dag.
De opzet van de dienst is uitermate be
langrijk. De kwaliteit van de bedrijf sverzor-
ger die veel kennis van zaken, veel takt en
inzicht nodig heeft, moet van hoog gehalte
zijn. Het loon van die man moet dan ook
hoog zijn. In de naaste toekomst moet men
trachten de bedrijfsvezorgingsdienst in stand
te houden, want de noodzaak wordt steeds
groter. De dienst is om een zekere sociale
zekerheid van een bepaald bedrijf te kunnen
waarborgen, aldus de heer Poppe.
Bij de beantwoording van de vragen kwam
ook nog naar voren, dat er op ons eiland
veel kopziekte is voorgekomen. Volgens ge
gevens van het C.B.S. heeft 2,2 van de
aanwezige koeien in onze streek kopziekte
gehad. Landelijk is dat cijfer 1 Om de
kopziekte, die in het voorjaar voorkomt, te
voorkomen, moet men tijdig maatregelen
nemen wat de magnesiumvoorziening betreft.
Dierenarts Rinses betwijfelde echter de
juistheid van het cijfer van 2,2
Voorzitter Ooms kon tenslotte na zijn
pessimistische openingswoorden, nog een
verheugende mededeling doen. Italië heeft
nl. zijn grenzen voor geslachte kalveren
weer open gesteld.
De stichting voor maatschappelijk werk en
gezinsverzorging blijkt op het eiland in een
grote behoefte te voorzien. Mevr. van der
Slikke te Stavenisse, leidster van de gezins
verzorging, heeft handen vol werk. Elke
dag wordt er een of meerdere malen een
beroep op haar gedaan door een gezin dat
in moeilijkheden verkeert door ziekte van
de vrouw des huizes. Waar zal men dan zo
gauw hulp halen Het is bekend dat er
een stichting is en dus belt men om hulp.
Mevrouw van der Slikke kan beschikken
over acht meisjes die in vaste dienst van de
stichting zijn. Ze kan daar ternauwernood
mee toe. Daarnaast heeft ze de leiding op
zich genomen van het open bejaardenwerk.
Hierbij gaat het er om bejaarden die be
trekkelijk nog goed zijn, maar toch niet alles
meer kunnen, hulp te bieden. Dit geschiedt
door meisjes of vrouwen die in dezelfde ge
meente wonen als deze mensen. Als ze een
paar uurtjes in de week eens willen helpen
bij deze oudjes, wordt deze hulp graag aan
vaard. Dit werk wordt door de stichting
betaald, evenals bij de gezinsverzorging. Bij
het open bejaardenwerk wordt veel met losse
krachten gewerkt. Op het ogenblik met 13.
De gezinsverzorgsters zijn meestal jonge
meisjes. Deze gaan op den duur in de
meeste gevallen trouwen. Dan is het dus
nodig om te zien naar nieuwe krachten.
Wij brengen dit graag eens onder de
aandacht van de meisjes op ons eiland.
Als een meisje 17 jaar is, kan ze er serieus
over nadenken of ze niet bij de gezinsver
zorging kan gaan werken. Het zou voor de
stichting aangenaam zijn, als een paar meis
jes zich aanmelden.
De stichting hoopt ook dat er dames zijn,
die, als er een beroep op haar gedaan
wordt om oude mensen eens wat te helpen,
dit niet afslaan.
Iedereen zal het met ons eens zijn, dat dit
werk moet worden voortgezet. Maar dan
moeten er ook krachten zijn, die zich daad
werkelijk inzetten. Mevrouw van de Slikke
zal dan gaarne helpen om aan de slag
te komen.