WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN SLFILIPSLAND
wensen
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
VERSCHIJNT IEDERE DONDERDAG
Onbekende verten
22e jaargang No. 7
30 december 1965
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66 - St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. C :straat 34 - Tholen - Tel. 01660-589 - Giro 124407
franko p.p. 4.25 inkassokosten
Abonnementen 3.50 per half jaar
Prijs per nummer 16 cent
Advertenties 14 cent per mm - Spierinkjes t/m 20 woorden 1.50
Inzenden UITERLIJK DINSDAG bij onze agenten of aan
EENDRACHTBODE - Postbus 128 - Bergen op Zoom
Oudejaarsavond is gekomen.
Herinneringen zijn weer daar,
Aan grote en aan kleine dingen
Van 't bijna af gelopen jaar.
Al wat in 't wisselende leven,
Aan ons weer is voorbijgegaan,
In dagen, die vaak snel vergleden,
Omdat de tijd nooit stil blijft staan!
In Tilburg kwamen brute rovers.
Bij d'Amro bank, nu lege kas.
Gelukkig dat er nog een Zwolsman,
En ook nog een Verolme was.
De A.O.W., genot voor velen,
Wérd nog iettewat verhoogd.
De B.V.D. kwam wat in opspraak.
Er wordt „afgetapt", zo werd betoogd,
In POORTVLIET een prachtige garage,
Bij de opening met volop moed.
Reed Van Doorn in een Ford je,
Met pandjesjas en hoge hoed.
Eén dominee is er vertrokken,
Een andere pastor kwam er bij.
Maar ondanks dat geen huwelijkstoga,
Voor dorpsfilm stond men in de rij.
Men remt ons af, zei SCHERPENISSE
Er heerst bij ons onzekerheid.
Hoe zit dat met die samenvoeging.
Is dat nu nog niet uit de tijd?
Er werd een kleuterschool geopend.
De vlag hing vrolijk van de top.
Bij de drogerij een topproduktie.
Maar de regen was nog lang niet op.
SMERDIEK heeft telkens nieuwe plannen.
Maar het sportveld duurt bijna tien jaar.
De kerk die pronkt na restauratie.
Ja dat is een juweel, voortvaar.
De Procos houdt niet meer van stinken
De industrie werd uitgebreid.
Bij Goedhart hoort men hamers klinken
De kern blijft altijd bij de tijd.
Er was ivat zorg in STAVENISSE
Men zat in financiële nood
Verhoging daarom van belasting
Dat schept men zo maar uit de goot.
Het Dorpshuis krijgt een nieuw gewaadje.
Men vist er langs de Scheldsedijk
Men voetbalt niet meer in het straatje.
Maar is nu ook een sportveld rijk.
SINT ANNALAND wordt vast het centrum,
Van de drukke watersport.
En minstens zeventig bejaarden
Gaan onder één dak binnenkort.
Wie voortaan op de bus moet wachten.
Heeft daarvoor pracht gelegenheid.
Maar de dijkval bracht er wat misère
Een tegenvaller zogezeid.
OUD-VOSSEMEER kijkt naar de Eendracht,
't Muziekkorps blies er veertig jaar.
En de bejaardensoos loopt prima.
Maar 't zwemmen blijft nog een gevaar.
De veerpont zal straks moeten wijken,
Voor 'n brug over het nieuw kanaal
Maar groengeboomte is er weinig.
Het is er allemaal wat kaal.
Opnieuw de ere Rode Kruisprijs,
Naar de gemeente PHILIPSLAND.
Maar met de onderwijsbedragen,
Loopt het daar wat uit de hand.
Een sterke Boerenleenbank vierde,
Er haar halve eeuivs bestaan.
En zijn op feestelijke wijze
Ook naar een nieuw gebouw gegaan.
De musici, daar in de Polder
Worden nu gesubsideerd
En verder wordt door „Con Amore"
Hurry-up gerepeteerd.
Want U weet, de burgervader
Is op stap met zijn pensioen
Wie gaat daar nu de scepter zwaaien
Wie zal het na hem beter doen?
Op NIEUWJAARSDAG zien we weer voorwaarts,
Er staat opnieuw een toekomst klaar,
En dat die toekomst goed mag ivorden,
Dat hopen we graag met elkaar.
We hebben grote nieuwe plannen,
Aan breder wegen wordt gedacht,
We willen graag, dat deze wegen
Ons brengen, wat er wordt verwacht.
Er zijn weer kaartjes, circulaires,
En ansichtkaarten, goudomrand,
Met 't jonge jaar, vlot uitgetekend,
Een bosje bloemen in de hand.
Er stappen kind'ren naar hun oma,
Met de bekende nieuwjaarslach.
Ze wensen haar veel heil en zegen.
Ik doe dat ook, als 't even mag.
Verdwenen kabinet Marijnen,
Verschenen kabinet van Cals.
Zo brengt maar op heel nette wijze
De een de ander dus om hals.
Er is geducht gelijmd geworden.
Partijen dachten: niks voor niks
„Hier een peper bol"zei Piet de Bakker
Goedkeuringswet voor Beatrix.
Geduld en doorzicht langs de wegen,
Zijn veel te weinig opgebracht,
Er ivaren weer gewonden doden
Tot elk van ons, één grote klacht.
De politiek bracht veel gewriemel,
Waar tè voor staat, is ongezond.
De Gaulle stond telkens voor de massa,
Men volgt hem niet meer als een hond.
De woningbouw schijnt wel te vlotten.
Belastingen gaan slecht omlaag.
De Jap kon niet met Geesink spotten
Feijenoord bleek in Spanje traag.
De ton van Luns gaf boze mensen.
Men keurt het af, dat Luns-pakket.
Ach ja, 't is altijd pro en contra.
Nederhorst werd schaak gezet.
Men zocht zijn heil in conferenties,
En overal op elk gebied,
Waarvan men soms na enkle jaren,
Nog altijd geen successen ziet.
We moeten aan veel letters wennen,
Aan NATO, UNO en zo meer,
En ook de EEG was daag'lijks,
Met veel problemen in de weer.
In Duitsland toog men naar de stembus.
En Erhard won, t zat voor hem goed.
Hoewel hij toch in vijf en zestig
Wel héél bizondere dingen doet.
'n Dubbel spel bleek hij te spelen,
Graag hield hij Israël te vrind,
Maar was de Arabische landen,
Oók nog bijster goed gezind.
In ZEELAND is het triest begonnen.
Daar commissaris Casembroot
„Eén van ons", zo is't geschreven,
Ons ontvallen door de dood.
Oud minister Jan van Aartsen,
Is nü de Zeeuwse topfiguur.
Gedenkboek: „Van nabij en verre"
Voor die vooraan zat in 't bestuur.
Dat was de Z.L.M.er Geuze.
Hij lei de hamer dit jaar neer,
En bij het afscheid is gebleken:
Men prees zijn wijs beleid steeds weer.
De Oosterscheldebrug ging open.
Met recht het Zeeuwse pronkjuweel,
Een voorbeeld van techniek en schoonheid
Ja, Zeeland, het presteerde veel.
Wij zijn op weg. Al van het begin der Schepping af. Reeds
bij het begin van ons bestaan, bij de geboorte, gingen we op
weg naar het einde. Zo is het leven. En het einde is weer
het begin. Onze route leidt van tijd naar eeuwigheid.
Het klinkt nogal gewichtig en het is ook gewichtig, maar
het is ook heel simpel de eenvoudige waarheid. De mens is
steeds op weg. Hoe verschillend we ook zullen en kunnen
denken, dit zal ieder erkennen.
We zijn op weg. In 1965 waren we op weg naar 1966. Dit
is geen vraag, dit is de zekerheid. De vraag is slechts hoe
we deze weg afleggen.
Zwerven we alleen of trekken we gezamenlijk; gaan we de
weg veilig nemen of veroorzaken we opstoppingen, strubbe
lingen, verkeersfouten, nadelig voor onszelf of voor de
mede-trekkers; jagen we voort of zien we om ons heen,
genietend van al wat ons langs de weg geboden wordt?
Oude spreuken hebben vaak een kernachtige inhoud
„Wij reizen met elkander,
Wij wand'len hand aan hand,
d'Een zij
Tot troost de ander,
Op weg naar 't vaderland."
Hoe we in 1965 ook gereisd hebben, hoe we ook getrokken
zijn, wat we ook op en langs de weg beleefd hebben, laten
we in 1966 denken aan die spreuk. Laat dat voor ons een
richting-aanwijzer zijn.
Nog een dag en we hebben de mijlpaal, welke 1966 aangeeft,
bereikt. We kunnen nog even terugblikken en mogen ook
vooruitzien, maar laten we niet op de tijd vooruit lopen.
Dan volgt als vanzelf weer zo'n spreuk:
„Zo gij uw weg -Met God wil treên,
Loop nooit vooruit Dan loopt ge alleen."
En dat willen we nu juist zo graag. Vooruit, zelfs als we
menen heel Christelijk te denken. Laten we echter de tijd
nemen voor de tijd, de weg goed afleggen. Laten wij reizen
met elkander; d'een zij tot troost de ander. Zó dan op
weg in 1966.
In Indonesië een opstand.
Kréég „links" voorrang daar
Soekarno redde z'n positie,
Dat is al duidelijk te zien.
Tussen Russen en Chinezen,
Is het lang geen koek en ei.
Amerikaanse astronauten,
Zijn er als de kippen bij.
Zal THOLEN één gemeente worden?
Slechts zeven vroede vaderen pro.
Maar zes en veertig fel er tegen.
Men zeide telkens: moet dat zó?
Zijn wij niet langer mens, maar nummer.
In deze zo verlichte eeuw?
't Verkeer, wat eiste dat veel doden.
Weg is de rust ook voor de Zeeuw.
Wat zijn er toch veel jonge mensen
Uit onze streek plots heengegaan.
Met nog veel hoop, met nog veel ivensen.
De streek was er van aangedaan.
In Vietnam woedde een oorlog,
de vrede is een luchtkasteel.
Kritiek op de Amerikanen
En Johson kreeg het grootste deel.
Rhodesia wil niets meer weten,
van banden met het Moederland.
Ian Smith zet Britten netjes
Rebellerend glad voor schand.
In Kongo weer een nieuwe staatsgreep,
'n Crisis ook in Griekenland,
Dus weinig rust op moeder Aarde,
De vrede houdt maar amper stand.
Het waren natte Thoolse Dagen
Medailles sierden toch ons vee
De ruitersport sprak in die dagen
Zeer zeker wel een woordje mee.
Op scholen veel gediplomeerden,
Men stapt vol moed het leven in.
„Alvantho" leus voor elke veiling
Want samenwerking heeft wel zin.
Verhoogd: tarieven waterleiding,
En het Waterschap is ook niet mis.
Want aldoor stijgen daar de lasten
Zodat 't een zorgenkindje is.
De boeren gaan nu met vakantie.
Er is verzorging voor het vee.
De Amersfoortse Lyceisten,
Ze vonden het hier pais en vree.
En dan de Schelde-Rijnverbinding!
't Kost grond, maar 't geeft twee bruggen hoor.
In Stellendam en 't Brabants Meeuwen,
Daar preken Tholenaars aldoor.
In NEDERLAND tweemaal verloving.
We kennen ze: Margriet en Piet.
Toen Beatrix en Claus verloofden,
Was het lang zo rustig niet.
De telelens bracht veel verivarring,
Het pro en contra werd gehoord.
Er was niet veel enthousiasme.
De Kamers gaan er mee akkoord.
Ook weer met onze krant. Die met dit oudejaarsnummer
1965 eveneens afsluit. Na weer 52 weken datgene te hebben
gebracht wat zich in onze streek heeft voorgedaan. In de
grote wereld en het grote wereldgebeuren onbelangrijk,
maar voor ieder van ons persoonlijk alles uitmakend:
vreugde of droefheid.
Er wordt van dat alles in dit nummer nog een samenvatting
gegeven. Het omvangrijkste nummer dat we sedert ons
bestaan hebben gebracht. Daarmee de ontwikkeling van
onze streek en van onze krant symboliserend. Ook al moeten
we daarvoor dan één cent per week meer vragen, de
omvang bewijst dat men er het dubbele voor terugkrijgt.
Op het jaareinde mogen we dankbaar zijn dat we dit werk
mochten doen, soms te veel voor een eenmans-redactie,
maar zoveel ons mogelijk was met toewijding voor het
gebied waarin we ons werk hebben. En ook dankbaar jegens
u lezers, voor de belangstelling. Moge dat in 1966 niet
anders zijn. Van beide kanten. En dan tenslotte met de
beste wensen voor het nieuwe jaar, inzonderheid voor hen
die in 1965 zo zwaar zijn beproefd.
De Provo's doen weer van zich spreken.
Dat Lieverdje in Amsterdam,
Heeft toch wel nimmer kunnen dromen
Dat ie zó ter sprake kwam.
Twee leden van het Whiskey Four-team,
Bij Woensdrecht naar omlaag gestort.
Zodat op deze droeve wijze,
Een vliegfeest zwart besloten wordt.
In THOLEN kwamen nieuwe scholen
En ook een gloednieuw gymlokaal
Men nam er afscheid van Van Egmond
Nog steeds maar geen rioolgemaal.
Maar voor de mindere validen.
Een werkplaats van je tot en met!
Bij 't Nut en bij de Boerenleenbank
Een massa spaargeld omgezet.
De totoprijs is flink gestegen.
Eén staatslot geeft kans op een ton.
Men eist reclame-televisie.
Iets wat voorheen nog nimmer kon.
De aardgaspijp wordt aldoor langer,
En velen zitten heerlijk warm.
De criminaliteit in Holland,
Geeft zorgen aan „de sterke arm".
De lezers dan mijn beste wensen.
Nu het nieuwe jaar wordt ingeluid.
Gezondheid, voorspoed, alle mensen
Dat wens ik u dan tot besluit.