EENDRACHTBODE
De mislukte
overval
Sporthoelcje
Het verkeerde
slachtoffer
TWEEDE BLAD
20c JAARGANG No. 24
WIE SPAART DOET DE GROOTSTE VANGST
De spaarbanken met volledige bankservice.
In het Brabants Nieuwsblad van vrijdag 24 en zaterdag 25 april jl.
was het verhaal opgenomen van de mislukte overval op het
distributiebureau in Bergen op Zoom. Daarbij waren ook onze
streekbewoners Cor Wagtho en Jacob Everaers uit Tholen en
Nap Hage uit Sint-Maartensdijk betrokken. Jonge mensen, die
zich in meerdere of mindere mate, maar in elk geval met gevaar
voor eigen leven beschikbaar hebben gesteld voor het verzetswerk.
Bij de overval op het distributiebureau in Bergen op Zoom zijn
op vitale punten kleine fouten gemaakt, die leidden tot een dode
lijke afloop. „Men kan daar achteraf de staf over breken, maar
wie is bevoegd tot oordelen aldus het Brabants Nieuwsblad.
En die conclusie mag na 20 jaar wel eens worden onderschreven.
„Laten we één ding niet vergeten: De mannen die hier optraden
werkten onder de druk van de omstandigheden en waren geen
degelijk opgeleide saboteurs. Ze moesten in levensgevaarlijke
situaties dikwijls improviseren. Dat is hun bij deze overval nood
lottig geworden.
Hoewel de bijdrage van de genoemde streekbewoners niet in bij
zondere mate naar voren komt, menen we met de welwillende
toestemming van de redactie van het Brabants Nieuwsblad onze
lezers juist in deze dagen het verhaal van die overval niet te
moeten onthouden.
De avond van de 4e inaart 1944 was het
smerig weer. De temperatuur schommelle
rond het vriespunt, er lag een dun laagje
sneeuw over Bergen op Zoom. Tegen 11
uur vertrokken Sam Esmeijer, Kees de Jong,
een onbekende politie-inspecteur, Cor Wag
tho en Kees Buuron uit het huis van Piet
de Neef naar het distributiebureau.
Ze hadden een sleutel van de achterdeur,
dank zij Harmen van Rossum. Kees de Jong
droeg een voorhamer, die de sleutel van de
kluis moest vervangen. Dit was de eerste
regiefout.
Onderweg gebeurde er niets, De stad was
uitgestorven. Ze zetten de fietsen op het
plein van de Lieve Vrouwekerk. Cor
Wagtho bleef achter als uitkijk.
De achterdeur van het bureau lag in de
tuin van de pastorie. De sleutel paste
maar het ruitje dat ze in zouden slaan om de
schijn van een inbraak te wekken bleek
van draadglas te zijn. Ze kregen het niet
kapot en lieten het zitten. Hier lag de twee
de regiefout, die later Harmen van Rossum
noodlotig zou worden. De bewakers waren
een „verkeerde" politieman en twee gepen
sioneerden. De agent werd neergeslagen en
gebonden, de bejaarden hielden zich koest
onder de pistolen.
Kees Buuron bleef beneden, Sam Esmeijer
en Kees de Jong gingen naar de kluis op de
bovenverdieping.
De Rotterdamers ondervonden de grooste
tegenstand. „Geef een forse klap tegen het
halfsteens muurtje waar de kleusdeur in
hangt, en het slot springt vanzelf open", had
Harmen van Rossum gezegd.
Kees de Jong, een gespierd man, kon
met een vuisthamer een deuk in gewapend
beton slaan, maar kreeg geen vat op deze
schijnbaar zwakke veste. De kluisdeur bleef
dicht.
Een van de bewakers waarschijnlijk de
agent sloeg alarm. Dat drong door tot de
bejaarde mannen die aan de overkant van
de Potterstraat de wacht hielden bij het
magazijn in het Provoosthuis. Ze kwamen
aan de voordeur hammeiden, en toen er nie
mand opendeed probeerden ze telefonisch
contact te krijgen met het bureau. Kees
Buuron die aan de centrale zat, wist geen
weg met de stekkers en de klepjes en gaf
geen gehoor.
Sam Esmeijer en Kees de Jong trokken zich
oorspronkelijk niet veel aan van het alarm
maar toen duidelijk werd dat de komst van
de politie een kwestie van minuten was,
maakten ze dat ze wegkwamen.
Aan de voordeur klopten de agenten door
de achterdeur verdwenen de overvallers
dwars door de pastorie waar een van de
geestelijken vooF vrije doortocht had gezorgd
En ze vergaten de consequenties van het on
beschadigde ruitje.
HARMEN BLEEF
In de garage van Piet van Mechelen
achter huize Goeree, sliep die nacht Sjaan
Bernaards. Hij wist van de hele overval
niets af, volkomen volgens de stelregel,
Hoe minder ingewijden, hoe minder risico.
Hij werd wakker door de komst van drie
mannen o.w. Sam Esmeijer, Kees de Jong
Die nacht had de familie Van Mechelen
voor de zoveelste keer vreemde vogels on
der dak.
De volgende morgen begon de politie een
uitgebreid onderzoek. Piet de Neef „speur
de" nijver mee.
Er was een rechercheur, die de ware
toedracht ontdekte. Omdat er geen spoor
van braak was. De man had helaas niet
het besef dat voor zich te houden. De naam
Harmen van Rossum viel.
Harmen kreeg een telefoontje. „We moe
ten je op komen halen, maar als je niet
thuis bent vinden We je natuurlijk niet. Trek
je eigen plan."
Harmen van Rossum beging een dubbele
denkfout.
Hij was ervan overtugid dat men hem
niets kon bewijzen en hij verwachtte dezelfde
vrij redelijke behandeling als van de Gestapo
in 1943.
Hij bleef dus thuis.
De Rotterdammers, die van zijn arresatie
hoorden overwogen 'n overval op het po
litiebureau, maar zagxen ervan af toen Har
men van Rossum zelf te kennen gaf dat hij
zich veilig voelde. Waarop Sam Esmeijer
en Kees de Jong naar Oudenbosch fietsten en
daar de trein naar huis namen.
DE JACHT GEOPEND
Kees Buuron verdween met een Rode-
Kruistransport naar de Gelderse Achterhoek.
Piet de Neef ontmoette op de stoep van
't bevolkingsregister (hoek Hoogstraat-
Markt) de Duitse opsporingsambtenaar, die
hem zocht, maar niet herkende.
Toen begreep de politieman dat het er
beroerd uitzag. De jacht was geopend en
Piet de Neef verdween een tijdje uit de cir
culatie.
De volgende dag dinsdag -reed Piet
Juten naar Tholen om Cor Wagtho te waar
schuwen. Hij trof hem niet en fietste daarom
later samen met Piet van Mechelen naar het
pompstation bij Halsteren, waar Wagtho
woonde.
Ze kwamen net te laat. Cor Wagtho was
al gearresteerd. Hij had nog geprobeerd om
weg te komen maar was teruggekeerd toen
de Duitsers dreigden zijn vader mee te ne
men, die invalide was
De Bergenaren besloten die dag de zaak
te laten rusten en later terug te komen om
de wapens en de radio's op te halen die
Wagtho verborgen had.
REIS ONDER HOUTSKOOL
Er ging een telegram naar Kees Buuron
in Gelderland: „Zending boeken gezien, stop
niet kopen stop".
Wat betekende dat hij moest blijven waar
hij was. Maar Kees Buuron was op dat mo
ment al onderweg naar Bergen op Zoom
waar het station onder zware controle lag.
Een mannetje dat hem in Roosendaal
op zou vangen in de trein kon hem niet
vinden.
Cor van Wijk die in Bergen op Zoom
op het perron stond zag hem wél.
Kees Buuron liep het perron af in de an
dere richting, schoot tussen enige wagons
door en verdween. Later reisde rij met een
wagen van de Rijkspolitie naar Breda. Niet
als arrestant, maar als „stukgoed" onder
de hoop houtskool van de gasgenerator 1
De middag van diezelfde dag ging Piet
Juten op verkenining in het waterpompsta
tion bij Halsteren. De bedoeling was geweest
dat hij de bergplaatsen opspoorde, zodat
het transport 's avonds zonder moeilijkheden
zou verlopen.
Maar Piet Juten die anders dodelijk voor
zichtig was laadde drie revolvers en drie
honderd patronen in zijn fietstassen, nam een
ra.diozendertje in een zak achterop de ba
gagedrager en reed met deze levensgevaar
lijke last op klaarlichte dag naar huize Goe
ree.
Piet van Mechelen werd wel even bleek.
NOODLOTTIGE RIT
's Avonds fietsten Piet van Mechelen en
Piet Juten naar Halsteren. Bij het pompsta
tion stond een auto klaar. Er was een
afspraak dat de spullen geborgen konden
worden in het pakhuis van De Kat op de
Korte Dubbelstraat dat van mr Kees Becht
was.
Toen gebeurde er weer een van die dingen
de bijzonder ernstige gevolgen zouden heb
ben.
Dc sleutel van het pakhuis moest afge
haald worden bij Becht in de Kerkstraat,
waar die avond een pcrsoneelsfeestje was
de firma was. Mr. Kees Becht was er zelf
ook. In plaats van de sleutel gewoon af te
geven reed hij zelf mee naar de Dubbelstraat
en maakte dc zaken daar in orde. Dit ritje
bracht hem later in een Duits concentratie
kamp.
Piet van Mechelen en Piet Juten werkten
het hele geval af, brachten de auto terug
en kwamen op de fiets thuis, Alles was
moeiteloos verlopen.
'S NACHTS GING DE BEL
Die nacht nam Piet Juten een verkeerde
beslissing. In afwijking van zijn gewoonte
ging hij niet op zijn onderduikadres slapen
maar thuis, Hij werd wakker van de bel.
Er stond een Duitse auto voor de deur.
Zijn vlucht langs de achterkant liep dood
op een andere groep Duitsers. Met een
kapot geschoten biceps werd hij naar Vre
derust vervoerd, waar het Marinelazarett
zat. Omdat iedereen daar stomdronken was
brachten de Duitsers hm naar ht Ignateeius-
ziekenhuis in Breda.
Diezelfde nacht ging ook bij Piet van
Mechelen de bel over. De heer Vau Meche
len liep in zijn kamerjas naar beneden. Aan
de voordeur stond een sjofel kereltje dat om
onderdak vroeg.
De heer Van Mechelen weigerde. De risi
co's waren te groot. Toen de bel voor de
tweede keer ging, deed hij wel open. De
Duitsers waren met vieren en hun geweren
ook.
HET PISTOOL IN DE SCHOEN
Toen ze naar boven gingen had Piet van
Mechelen handboeien om Hij moest op het
bed gaan zitten Vlak achter zijn voeten
net onder het bed stonden de schoenen die
hij die dag had gedragen. In de linker
lag een pistool. Er waren vragen waar geen
antwoord op kwam. En of hij zich maar
aan wilde kleden. De handboeien gingen af.
„Gelukkig-", vertelt hij nu, voelde ik me
ijselijk kalm. Als ze die schoenen zouden ont
dekken was ik zo goed als dood. Mijn vrouw
was ook volkomen rustig. Ze gaf me het
pak aan dat over de stoel hing. En geef
me maar een paar gemakkelijke schoenen,
want het zou wel eens kunnen gebeuren
dat ik nogal wat moet lopen." zei ik. Ze
begreep me onmiddelijk en reikte me een
paar aan dat voor de kast stond. De moffen
hebben het hele huis onlerhanden genomen,
en ik kan je verzekeren dat ze een ruine
achterlieten. Maar die schoenen hebben ze
nooit ontdekt".
Er kwamen verdere ondervragingen bij
de Feldgendarmerie, die in 't huis van pater
Mansfeld zat, op de hoek Noordsingel- Bur
gemeester Stulemeijerlaan. De vader van Piet
Juten werd binnengebracht. Hij wist niet
waarvoor. Pas in de Bredase gevangenis
hoorde Piet van Mechelen dat Piet Juten
gevangen en gewond was.
„LAAT ME MAAR LIGGEN"
Intussen had Toon Juten dat ook gehoord
op zijn Bredase onderduikadres. En de
man die het vertelde vroeg: „Zullen we hem
eruit halen?" „Laat hem zelf beslissen", zei
Toon, Hij schreef een briefje. Er kwam een
opgewekt atnwoord in de geest van „Laat
me maar liggen, ik loop geen gevaar."
Met dit optimisme tekende Piet Juten zijn
eigen doodvonnis. De volgende dag kreeg
Toon Juten weer een briefje. Nu met een
noodkreet. Piet Juten was overgebracht van
het St. Ignatiusziekenhuis naar het zieken
zaaltje van de gevangenis.
En hier kwam een man in 't spel die zonder
enige ophef en doodkalm een heldenrol
speelde. Hij heette Piet Verlaan en was
onderwijzer in de gevangenis. Hij verscheen
in het kamertje waar Piet van Mechelen
tijdelijk was opgesloten en bracht de groe
ten over van Piet Juten.
De heer Van Mechelen was oorspronkelijk
bijzonder wantrouwend. Hij wist iets van
de praktijken van provocateurs. Maar Piet
Verlaan overtuigde hem van zijn goede
bedoelingen.
DE CONTACTMAN
Van dat moment af werd Verlaan de con
tactman tussen de twee Bergenaren. Als
een van hen verhoord was, kwam hij opda
gen liet de verhoorde op schrift zetten wat
hij verteld had en bracht dat naar de ander.
Zo konden de twee geen tegenstrijdige ver
klaringen afleggen: Dat werd voor Piet
van Mechelen de redding want toen Piet
Juten tegenover de Duitsers beweerde dat
hij de wapens van Wagtho aan Kees Buu
ron had gegeven (dit kon weinig kwaad
omdat Buuron toch al vogelvrij verklaard
was) kon Piet van Mechelen dat bevestigen.
Intussen gingen de dagen voorbij. Afmat
tende verhoren en het bericht dat ook mr.
Kees Becht was gearresteerd.
De O.D. maakte verschillende plannen
om Piet Juten uit het ziekenzaaltje te halen.
Maar Toon Juten verwierp ze omdat hij ze
te dilettantistisch vond en er gevaar in
zag voor de overige mannen van de groep
Harmen van Rossum, Cor Wagtho, Nap
Hage en Jacob Everaers, die ook in Breda
zaten.
Toen kwam weer via Piet Verlaan het
bericht dat de gevangenen op 25 mei naar
Utrecht getransporteerd zouden worden,
DRAMATISCH EINDE
Toon Juten en de zijnen maakten een plan
de campagne: De afdeling Rotterdam, en met
name de knokploeg van Sam Esmeijer, moest
een overval doen op het transport en de
gevangenen bevrijden. Er ging een telegram
uit in de gebruikelijke code en Rotterdam zei
ja.
Daar was minder gevaar bij dan men op
't eerste gezicht zou denken. De begeleiders
bestonden namelijk voor een deel uit Ne
derlandse politiemannen die gedwongen wa
ren dit werk te doen, maar die als het even
kon graag een oogje dichtknepen.
Alles scheen in kannen en kruiken. Kees
Buuron zou 24 uur tevoren bericht ontvan
gen over tijdstip en wijze van transport.
Maar zonder enig voorteken werd alles aan
zienlijk vervroegd en gewijzigd.
Kees stuurde onmiddelijk een alarmtele
gram naar Rotterdam en de Rotterdammers
gingen direct op pad in een wagen met Dit-
se nummerborden. Zelf droegen ze Duitse
uniformen en ze waren tot de tanden bewa
pend. Maar ze misten het transport. Dat
kon ook niet anders, want de Vitessebus -
de gewone lijndienst reed niet naar
Utrecht naar naar Haaren.
Kes Buuron zag het gebeuren en kon
er niets aan doen.
Aan elkaar geboeid kwamen de zeven in
't Kamp Haaren binnen. Het Polizeistandge-
richt zat gereed. Het sprak vijf doodvon
nissen uit. Piet van Mechelen en Kees Becht
vielen er buiten, Pas veel later hoorden ze
dat ze 20 jaar tuchthuisstraf hadden gekre
gen. Voor beiden begon de lange lijdensweg
naar en door concentratiekamp Sachsenhau-
sen.
Piet van Mechelen moest later naar Ra-
thenau waar de Russen hem in april 1945
bevrijden. Kees Becht was toen in Noord-
Duitsland al bevrijd door de Amerikanen
Maar in de Udenhoutse Duinen velde het
vuurpeleton op 26 mei vijf jonge mannen.
Hun graven zijn ondanks uitgeberid zoeken
niet teruggevonden. De heer Van Mechelen
is er van overtuigd dat ze later zijn opgegra
ven en verbrand.
Zekerheid hierover zu llenwe waarschijn
lijk nooit krijgen. Maar ze zijn ongetwijfeld
terecht gekomen op de plaats die hun toe
kwam. Daar zijn wij als christenen van over
tuigd.
DE ONDERGRONDSE ZWIJGT
En nu de epiloog. Er zijn na de bevrij
ding heel veel mensen geweest die het verl
zet afschilderen als een soort kwajongens-
werk.
Wie het gedenkboek „Het grootste gebod"
leest, vindt op die aantijgingen bittere reac
ties. En terecht. Het Nederlandse verzet was
dat hebben Amerikaanse officieren ons ver
zekerd het best georganiseerde van West-
Europa. En West-Brabant heeft daar een
goede partij in meegeblazen.
Vooral in Bergen op Zoom en Breda za
ten kerels die wat durfden en die op de
duur een hechte groep hadden, inclusief
verbindingen met Landelijke Ofganisatiei
Er zijn hier, net als overal, fouten gemaakt
en er zijn huzarenstukjes uitgehaald die
strikt genomen niet nodig waren.
Maar zonder dit verzet had geen onder
duiker bonkaarten gekregen, waren er aan
zienlijk meer mensen naar Duitsland gesleept
had er geen pilotenlijn bestaan en geen ont
snappingsweg noor joden.
Zij die na de bevrijding een grote mond
opentrokken en harde kritiek spuiden (daar
zaten ook rechters en advocaten bij) waren
niet de mensen die onder de bezetting hun
eigen hachje waagden om anderen te redden.
Er hebben inderdaad in die bevrijdingsdagen
snotneuzen rondgelopen met een B.S.-band
om, die niets met het illegale werk te maken
hadden, Maar de ware ondergrondse zwijgt
Ook nu nog.
Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat de
overval op het Bergse distributiekantoor en
alles wat daaraan vastzat zo volledig mo
gelijk uit de doeken is gedaan.
We zouden u ook meer kunnen vertellen
over de lijdensweg van iPet van Mechelen
en de staaltjes van ongelofelijke dapperheid
die Kees Buuron en Sjaan Bernaards op hun
conto hebben. Maar zij willen dat zelf
niet. Ze hebben ons gevraagd alleen datgene
te publiceren wat betrekking hal op het werk
en de dood van die vijf en twintig jaar ge
leden vermoorde medewerkers, voor wie ze
een grote bewondering en een warme vriend
schap koesteren.
Wij hebben daar zo goed mogelijk aan
voldaan. Dat dit geen lyrisch verhaal is ge
worden, maar 'n sobere opsomming van fei
ten komt overeen met de manier waarop al
les ons is verteld: zonder franje.
Wij hopen dat de ouderen die dit lezen
ventuele misvateetingen over 't verzet zul
len herzien en dat de jongeren iets leren be
grijpen van wat er in die tijd ook in West-
Brabant is gebeurd.
HEEL WAT VERREGEND
Terwijl ons van de 3e klasse geen enkele
uitslag bereikte, zodat we aannemen, dat in
deze afdeling alle wedstrijden werden afge
last, leverde deze regenachtige mei-zater
dag voor de 2e klasse maar een paar uitsla
gen op. Zo was S.S.C.2 naar St. Annaland
gereisd, vooral omdat men tegelijk in Roo
sendaal de beslissingswedstrijd wilde zien
tussen het eerste van S.S.C. en Arnemuiden
Daarom bewilligde W.H.S. in het verzoek
de wedstrijd reeds om half twee te spelen
en stelde in de hoop op enige opklaring na
de middag 'het afgelasten ook uit.
Men kwam immers toch naar Roosendaal
en toen ook scheidsrechter Schuurbiers er 'n
nat pak voor over had, ging men toch maar
aan de slag. Uit deze ontmoeting bleek dat
S.S.C. 2 meer gedachten had bij de ontmoe
ting S.S.C. 1 Arnemuiden, dan om zelf
nog aan twee punten te komen. En daarvan
kon dan W.H.S. 2 nog profiteren. Na een
openingstreffer door Kees van der Meer
kwam weliswaar al spoedig de gelijkmaker
maar nog voor rust werd het 2-1. In de
tweede helft kon W.H.S. tot 5-2 uitlopen
en klimt nu zelf nog wat naar boven op de
ranglijst.
Dinteloord 2 bleek op het Klundertse ter
rein toch nog sterker dan V.V.N 2 en won
met 2-3. The Gunners 2 gunde B.W.R.
een veilige plaats en spande zich niet uiter
mate in zodat, de Roosendalers met 3-2
zegevierden. En daarmee was de natte kous
van zaterdag af.
DE VERWACHTING
Op 9 mei speelt W.H.S. 2 tegen Din
teloord 2 en het is nauwelijks te geloven dat
de vrolijkheid bij W.H.S. kan voortduren
daar Dinteloord 2 toch in alle opzichten
sterker geacht moet worden. Good Luck 3
gaat van Roda verliezen en Seolto 2 zal po
gen om er een paar punten bij te krijgen.
Of er voor de anderen nog wat ingelast kan
worden is ons niet bekend, al wordt het zo
doende wel steeds later.
3e KLASSE
V.V.N. 3 kan mogelijk nu van Tholense
boys 3 winnen. De enige wedstrijd in deze
afdeling.
Gewoon maar beginnen te sparen, Groot succes. Want
uw spaargeld is goed voor alles. Ga naar de spaar
bank waar men u óók gaarne van dienst is met andere
bankzaken, zoals rekening-courant, deviezen voor uw
reizen, kredieten, hypotheken en bemiddeling in effec
tenzaken. Meer dan 1000 banken en bijkantoren.
AANGESLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
door FRANK VAN FALCKENOORT 8
r iitfl' ii nilP ém* iW' iiW"" 110 Étf iiH" iilF irfH' iéi"" mH" ui»1 l
De dader moet goed op de hoogte geweest zijn van
de situatie ter plaatse, want ten eerste is het oudejaars
avond en dan pleegt men in onze contreien vuurwerk
af te steken, zowel op de openbare weg als in het park,
dat langs die Haarlanderweg loopt. Er is dus al veel
lawaai en het geweer- of revolverschot is mee opgegaan
in de ontploffingen van donderbussen en ander vuur
werk. In de tweede plaats heeft de moordenaar zich
strategisch opgesteld, want volgens mij heeft hij in het
park achter een boom gestaan, ter hoogte van een
straatlantaarn, zodat hij zijn slachtoffer goed in het
vizier kon krijgen. Na zijn daad gepleegd te hebben
was het voor hem een koud kunstje om ongemerkt en
ongezien te verdwijnen. Tenslotte is het donker en het
schot is niet opgevallen door de herrie van het vuur
werk."
De ander had aandachtig geluisterd. „Zo, zo. Dat
wijst er dus op, dat de dader iemand uit jullie omgeving
moet zijn. Naar alle waarschijnlijkheid geen Amsterdam
mer. Dus snap ik nog niet, wat je hier, in haar woning
denkt te vinden."
„Ik ben nog niet uitgesproken. We hebben haar tas
en koffer geinspecteerd. Er zat een kistje met juwelen
in en al heb ik van die dingen niet veel verstand
mijn salaris is niet toereikend om zoiets voor mijn vrouw
te kopen ik begreep toch wel, dat het niet bepaald
artikelen uit de Hema zijn. Wat bewoog die vrouw om
dit kapitaal aan sieraden mee te nemen naar Dorringen,
waar ze alleen maar een weekeind gaat logeren
„Weet ik het." Veenstra haalde zijn schouders op.
Weinig geinteresseerd vervolgde hij: „Misschien heeft
ze haar geld op deze wijze belegd en sleept ze het
overal met zich mee."
„Die mogelijkheid bestaat natuurlijk. Ik heb wel eens
van dergelijke methoden gehoord. Maar ik heb aan dit
alles niets. Dat familielid kon ook al geen verklaring
geven. Hij zelf kan het niet gedaan hebben, want hij
liep naast haar en droeg de koffer."
„Is dat bewezen?"
„Nee, dat niet. Jij denkt natuurlijk: Op die eenzame
weg heeft hij haar even met een of ander smoesje alleen
gelaten, is gauw naar het park gegaan en heeft haar
vandaar neergeschoten, om dan als de wind weer terug
te keren. In theorie is dat natuurlijk mogelijk. Dat is te
onderzoeken. Maar de man in kwestie lijkt me veel te
sloom om zoiets geraffineerds te ondernemen. Evenwel,
we kunnen met deze mogelijkheid toch wel even rekening
houden. Maar laat ik verder gaan. Ik wist dus alleen,
dat ze uit Amsterdam afkomstig was. Ik kreeg haar
adres en als oud-Mokkumer weet ik, dat dit de Jordaan
is. Min of meer een linke buurt. Misschien, dacht ik, is
daar dan wel de sleutel te vinden."
„Nou, je bent inmiddels te weten gekomen, dat ze
een woekeraarster is en die zullen wel de nodige vij
anden hebben."
„Dat staat wel vast," bevestigde Hoolwerf. „Voeg
daarbij de inbraak, juist vanavond. Dat kan natuurlijk
toeval zijn, hoewel ik nooit erg veel geloof hecht aan toe
val. Meestal is er later altijd een zeker verband te vinden.
Ik heb zo het idee, dat er tussen de moord in Dorringen
en de inbraak hier wel gelijklopende belangen zullen
schuilen."
Veenstra dacht na en knikte instemmend. „Dat kan
inderdaad. Het is helemaal niet onmogelijk."
„Juist. En als we in deze nu eens gingen samen
werken? Jij hier en ik ginds? Mogelijk, dat we dan
samen de oplossing kunnen vinden."
„Op mijn medewerking kun je natuurlijk rekenen."
„Fijn, dank je wel. Verder moet de verslagene nog
een pleegdochter hebben, die ergens in Duitsland op
een kostschool is. Dit is ook een van de redenen, dat
ik meteen naar haar ben gereden, want dat kind moet
natuurlijk gewaarschuwd worden."
„Een pleegdochter Nou. laten we dan maar eens
gaan snuffelen. We zullen ergens haar adres wel
vinden."
Na vijf minuten opende Gert een bureaula en zag een
pakje brieven liggen met een lintje er omheen. Nieuws
gierig trok hij er een brief uit en zag tot zijn voldoening,
dat er een duitse postzegel op zat. Hij haalde een vel
papier uit het couvert en las
„Lieve tante,
„Allereerst hartelijk dank voor de Sinterklaasge-
„schenken. Vooral die schoenen met schaatsen vind
„ik fantastisch. En ze passen precies. In gedachten
omhels ik u en als ik met Kerstvakantie thuiskom,
„hoop ik alle schade in te halen. We hebben heer-
„lijk gesmuld van de chocoladeletters en Ilse, mijn
„vriendin zegt, dat er nergens zulke lekkere choco-
„lade is als in Holland. Lieve tante
Gert geloofde de rest wel en keek op het couvert naar
het afzendersadres, want dat was tenslotte voor hem
het belangrijkste: „Madschenschule mit Internaat, Non-
nenwerth, Post Mehlem." En de naam van het meisje
was: Grada van Andel.
Zo, Mehlem. Waar het ligt weet ik niet, dacht Gert,
maar dat kan het hoofdbureau hier wel uitkienen. Dan
moeten we dat internaat zo snel mogelijk inlichten.
(wordt vervolgd)