EEN DRACHTBODE
Geloof in de E*E+G+
rïÏABYDERMSr2"'
Expres met auto omvergereden
Tot leringlie ende vermaeek
19e JAARGANG No, 19
21 MAART 1963
DERDE BLAD
Stemmen van lezers
Vêtlovirigsringen Herbers Jenniskens
Mr Schlingemann sprak voor ZX»M«ers te Sint-Maartensdijk
Nota van landbouwminister onder de loep
Last van zenuwen?
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Vbochetter*
M06U5EE. Baby-huidje
Voor de rechtbank.
BERGEN OP ZOOM
St. Philipslandse schooljeugd maakt eigen krantje
'f Kreukeltje" doet het best
puistjes
Herverkaveling Tholen
Mijnheer de redacteur.
Naar aanleiding van het door u onder
„Stemmen van lezers" opgenomen ingezon
den schrijven van dhr. Hooglander te St.
Philipsland, ben ik zo vrij het volgend op
te merken (waarvan eveneens graag plaat
sing)
In het begin van de brief stelt dhr. Hoog
lander, dat ieder een eigen mening en over
tuiging mag hebben. Accoord hr. Hooglan
der. Aan het slot van uw betoog stelt u,
da tde goed harmonische samenleving van
vroeger, (wat verstaat u onder vroeger?)
verbroken is in St. Philipsland, door het feit
dat men tegenwoordig eikaars principe be
twist.
Ook dit mag wat mij betreft accoord zijn,
Wat gaat u in uw ingezonden stuk doen?
Niets anders dan de mening van anderen
aanvallen meneer
Mag een mens alstublieft 2 of 3 keer
naar de kerk gaan zondags En mag hij
daarnaast en boek lezen, naar de radio luis
teren of voetballen? U stelt dat wat niet uit
geloof is, zonde is, maar mag bv een athe
ist een andere mening hebben? In uw aanhef
stelt u van wel En mag een ander denken,
door op een andere manier te leven, beter
te zijn dan een ander? LI beweert eerst van
wel en even later gaat u het naar mijn ge
voel op sarcastische manier betwisten
Verder komt het mij vreemd voor dat
God de meerdere en de mindere schiep. Dit
lijkt mij eerder een menselijke „uitvinding".
Hier wil ik echter net over twisten maar
daarop aansluitend schrijft u dat men tegen
woordig voor 6 dagen loon slechts 5 dagen
zou werken maar is het niet zo, dat bij de
invoering van de 5 daagse werkweek de
werktijden van die 5 dagen zijn verlengd
is dat dan verdisconteren...? of moeten we
terug naar de werktijden van mijn opa of
vader zo van 3 uur 's morgens tot 7 uur
's avonds? Dateert die goede harmonische
samenleving in St. Phhilipsland soms uit die
tijd? Ik meen het te moeten betwijfelen.
Wat precies de bedoeling van Uw raad
selachtige schrijven is geweest, is mij uit
de diverse steken onder water niet duidelijk
geworden. Daarom wil ik besluiten met
mijn warme sympathie uit te spreken voor
de korfballers uit de „Polder". Ik ben er
van overtuigd dat ik namens honderden
sportliefhebbers uit Vosmeer en omliggende
plaatsen spreek, als ik wens dat zij spoedig
een (liefst gesubsidieerd) sportveld mogen
krijgen. Met dank voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
C. de Leeuw
Molenstraat 56 Oud Vossemeer
Mijnheer de redacteur,
Naar aanleiding van een in uw uitgave
van 14 maart jl. opgenomen verslag van de
spreekbeurt van Gedeputeerde A. J. Kaland
voor de C.H.U.-kiesvereniging te Oud Vos
semeer, menen wij het volgende te moeten
opmerken.
De bewering van de geachte gedeputeerde
als zou ons bedrijf zijn werknemers aantrek
ken in de streek waar wordt gewerkt, is
pertinent onwaar. Deze boute bewering zul
len wij staven door u het volgende over
zicht te geven: Van de 91 werknemers die
in 1962 bij ons in dienst zijn geweest, wa
ren 34 personen woonachtig in Oud Vose-
meer, 18 in Stavenisse, 8 in St. Philipsland
7 in Tholen, 6 in Bergen op Zoom, 6 in
Halsteren, 4 in Scherpenisse, 4 in St. Maar
tensdijk, 2 in Wouw, 1. in Zegge en 1 in
Steenbergen. Alleen in incidentele gevallen
wordt hulp verleend door streekmensen, die
dan slechts een ondergeschikt gedeelte van
een ploeg vormen en in loondienst zijn
van derden -
Tevens lijkt ons de bewering van dhr.
Kaland dat over tien jaar in onze gemeente
al woningen leeg zouden staan, indien Oud
Vossemeer (eindelijk) eens een behoorlijk
aantal woningen toegewezen zou krijgen,
zeer aanvechtbaar, Gedeputeerde stelt ver
der o.m. nog vast, dat het tweede geslacht
pendelaars de dorpen zal gaan verlaten. Dit
nu lijkt ons om meerdere reden wel mee te
vallen, waarvan wij zouden willen noemen:
1. Door o.a. het aanwijzen van kernge
meenten voor industrievestiging, schept
de overheid werkgelegenheid in de pen
delstreken van nu. Het overgrote deel
der huidige pendelaars bestaat nog uit
oud-landarbeiders. Deze zulen metter
tijd verdwijnen en vervangen worden
door praktisch allemaal geschoolden.
Het lijkt ons toe dat het steeds groter
worden van het aantal geschoolden op
de dorpen, industrievestiging zeker zal
stimuleren. Dan zullen echter ook wo
ningen nodig zijn, heer Kaland
2. Waarom zijn „polderhuisjes" als week
endverblijf tegenwoordig zo in trek?
O.i. voornamelijk omdat men de drukte
van het jachtige leven van steden en
fabrieken wenst te ontvluchten. Deze
tendens zal zich onherroepelijk nog voort
zetten. Ook de werkman zal op de duur
trachten een tegenpool te vinden voor
de druk die zijn werk en het stadsleven
etc. op hem uitoefent. Een weekendhuis
je zal hem vooralsnog niet beschoren zijn
Daarom zal hij doodeenvoudig op het
platteland gaan wonen, het ongemak van
iedere dag een poosje te moeten reizen
voor lief nemen.
Daarom geachte heer Kaland, geef ons
woningen en zij zullen bewoond worden,
ook over tien jaar
F. Homel
Coentjesweg 6 Oud Vosemeer
Wanneer thans allerwege de vraag wordt gesteld of er van de
Europese Economische Gemeenschap, van de E.E.G. nog iets
terecht zal komen, meen ik hierop bevestigend te moeten
antwoorden. In een tijd dat het samengaan in groot verband nood
zakelijk (of noodwendig) is als uitvloeisel van de wereldpolitiek,
kan men eigenlijk niet meer terug.
Tot deze conclusie kwam de algemeen secretaris der Z.L.M. en
landbouwvertegenwoordiger bij de E.E.G. te Brussel, mr. J. F. G.
Schlingemann tijdens een gehouden Z.L.M.vergadering van de
afdeling Sint Maartensdijk. En in deze E.E.G. is de landbouw
één van de moeilijkste punten, zeker voor een exporterend land.
Die moeilijkheden zijn nog lang niet overwonnen. Maar een
terugkeer? Welhaast onmogelijk
Moeilijkheden? Ja maar wat wilt u. Wan
neer in deze (ZLM) vergadering aan zes
boeren de opdracht werd verstrekt ,dat ze
binnen vier weken hun bedrijven tot een een
heid moesten vormen, zou dat soms geen
moeilijkheden opleveren? Men zou naar huis
gaan en eerst moeder de vrouw verwittigen,
men zou er de boekhouder en notaris bijha
len en op de eerstvolgende bespreking van
die zes boeren zouden al die deskundigen
tegenover elkaar trachten er zoveel mogelijk
voor hun cliënt uit te halen. Tot men op
de laatste dag nog geen stap verder was
en dan al die deskundigen naar huis werden
gestuurd om er met z'n zessen van te ma
ken, wat in de laatste uren mogelijk was.
Met de hem eigen vlotte en aantrekkelijke
voordracht schetste de ZLM secretaris op
deze wijze de moeilijkheden, die er waren
voor de E.E.G. partners eind 1962, toen
overeenstemming bereikt moest worden. Hij
wees er op, hoe in die min of meer drama
tische E.E.G.-nacht Frankrijk wel het
beste uit de bus is gkomen.
Spreker was op de E.E.G. kwestie ge
komen, na een toelichting op de landbouw-
nota van minister Marijnen, die stelt dat
het prijs- en marktbeleid vanwege de E.E.G.
buiten zijn competentie valt. Gedeeltelijk is
dat ook wel zo, verzekerde mr. Schlinge
mann, maar anderszijds zijn we toch ook één
van de zes E.E.G.partners. Overigens is
de minister niet meer vrij een ander beleid
te voeren, dan door de zes in hoofdzaak
werd geregeld, ook dus ten aanzien van de
prijsvaststelling van bijvoorbeeld granen.
De richtprijs werd voor tarwe op f 31.
bepaald en beneden die prijs mag geen tar
we worden ingevoerd. De inleveringsprijs
van de nederlandse tarwe kan tot maxi
maal 7 beneden deze richtprijs liggen.
Door deze E.E.G.regeling kwam ook het
meng- en maalgebod te vervallen. Overigens
is er nog wel een prijsverschil (tarwe) in
de zes E.E.G.landen, omdat men nog in de
overgangsperiode zit. In 1970 moet echter
de prijs overal gelijk zijn. Frankrijk kreeg
het dus gedaan, dat er een E.E.G.-regeling
kwam voor tarwe en wijn, maar voor zuivel
voor de suiker en het rundvlees kwam nog
geen regeling tot stand. Daaraan zit nog al
wat vast. De kwestie Engeland hierbij be
trekkend, wees spreker er op, hoe de noor
derbuur aanvankelijk niet wenste mee te
doen, maar van dat standpunt is teruggeko
men, wel terug moest komen, vanwege te
grote economische macht der E.E.G.. Uiter
aard ligt het geheel op het politieke vlak.
Bij de industrie had men elkaar al lang ge
vonden en is bezig een markt op te bouwen
waarvan men versteld staat. De Engelsen
stonden daarbuiten, maar nadat de zes
E.E.G.landen 16 maanden bezig waren het
huis te bouwen, waren de Engelsen wel ge
dwongen mee te doen. Dat was niet eenvou
dig. Het flatgebouw was ontworpen voor
„zes gezinnen", nu moest de zevende daarin
onder worden gebracht. De grootste moei
lijkheden zaten in de verdeling van de aan
wezige „tuingrond", het grootste struikel
blok was dus de landbouw. President de
Gaulle heeft toen op een minder beleefde
manier laten weten, dat hij deelname van
Engeland niet wenste te accepteren. Nuchter
bezien had hij daartoe wel het volste recht.
De reden hiervan zijn drieërlei: Voor 20%
omdat de Fransen niet voor de Engelsen
voelen; van 30 vanwege moeilijkheden
in de landbouwsector en voor 50 vanwege
de werèldpolitieke-situatie. Simpel gezegd,
het samengaan van Amerika en Engeland als
atoommacht en
Frankrijk.
het er buiten houden van
heipen U er overheen
NOTA LANDBOUWBELEID
Mr. Schlingemann was op het E.E.G. -
chapiter gekomen na een toelichting op de
nota van minister Marijnen. Een al enige
jaren togezegde nota, die kortelings open
baar werd gemaakt. Spreker vond het jam
mer, dat die nota zo laat is gekomen. Im
mers straks zijn er weer Tweede Kamer
verkiezingen en het is onzeker dat eenzelfde
verhouding terugkeert, nog minder dat de
zelfde regering terugkomt. Een andere mi
nister van landbouw kan er dus weer anders
over denken. Het is dus als „mosterd na de
pudding" om nog niet van „na de maaltijd"
te spreken. De nota kan in 4 delen worden
onderscheiden. In het eerste deel geeft de
minister een opsomming van de huidige situ
atie met zeer interressant cijfermateriaal.
Daaruit blijkt, hoe belangrijk bet onderdeel
landbouw nog altijd in ons land is voor de
gehele samenleving. Allereerst wordt via
die landbouw voor 't grootste deel gezorgd
voor de voedselvoorziening van 12 miljoen
mensen. In de tweede plaats brengt de land
bouw nog zoveel produktie, dat er nog e-
norm veel geëxporteerd kan worden. On
danks de grote industriële uitbreiding van
ons land in de laatste jaren, exporteert de
landbouw nog altijd 25 van de totale
uitvoer. Om deze redenen is de landbouw
al niet weg te denken uit onze samenleving.
Bovendien werken er altijd nog een 400.000
mensen in deze sector en daarnaast nog vele
aanvullende bedrijven en industrieën, zoals
de groente- en fruitverwerkende bedrijven,
strokartonfabrieken, .de exporteurs, de expe
diteurs, de handel. Van het vervoer in de
Rotterdamse haven komt 10 voor rekening
van de landbouwprodukten. Bij elkaar zijn
er in ons land toch minstens 900.000 mensen
direct of indirect bij de landbouw betrokken.
Men kan dit alles vinden in de nota Marij
nen, die verder nog de volgende hoofdstuk
ken heeft: het prijs- en marktbeleid, het
struktuurbeleid en het valorisatie- of waarde-
beleid. Wat dit laatste betreft is minister
Marijnen van mening, dat dit een zaak is
voor het bedrijfsleven zelf. Dat moge voor
een groot deel juist zijn, anderszijds heeft
ook daar de overheid een taak. Neem het
rundvlees maar in de tijd, dat er zo'n 1000
stuks vee per week te veel werd aangevoerd.
Die had men direkt uit de markt moeten ne
men en bevriezen. Er zou best weer een tijd
komen, dat het de gewenste weg zou opgaan
ook al had het dan wat geld voor het rijk
gekost. Nu is het gevolg meer melk geweest
waarvan al veel te veel is en wat de Over
heid nog veel meer kost. De organisaties
hebben tijdig en van alle kanten aangedron
gen dat vee uit de markt te nemen, maar
men heeft ons in dit opzicht teleurgesteld.
Overigens onderstreepte mr Schlingemann
in deze ook de taak van het bedrijfsleven.
De afzet wordt hoe langer hoe moeilijker,
zeker bij afzonderlijke aanbiedingen. De ko
per zal hoe langer hoe meer geconcentreerd
inkopen. Of we het leuk vinden of niet,
men zal tot veel groter eenheden moeten ko
men, waarom het ook hoog tijd wordt dat
handel en coöperatie gaan samenwerken.
Gelukig bestaat reeds die tendenz. De afzet
moet nu meer centraal gebeuren. Profiteer
van die mogelijkheden. Verschijnsels dien
aangaande in den lande moeten toch wel tot
nadenken stemmen. Bijvoorbeeld een door
een grootwinkelbedrijf opgezette varkens-
mesterij, een voorbeeldbedrijf van leghennen
zoals er ook op gebied van groente en fruit
veranderingen nodig zijn, nl. geconcentreer
de verkoop. De eis van de grootafnemer is
nu immers een flink kwantum van uniforme
kwaliteit en het aantal afnemers is straks
nog op de vingers van de hand te tellen.
STRUKTUURBELEID
Mr. Schlingemann bracht hierbij onder de
aandacht dat men niet van mening moet zijn
dat er alleen maar in Nederland iets op
dit gebied wordt gedaan. Integendeel, andere
landen zijn reeds voorgegaan. Mogelijk ver-
gete men in een agrarische streek, dat men
als geheel in Nederland toch maar 5 van
de totale E.E.G. landbouwproductie heeft.
Wij zijn dus maar klein en ook in de an
dere landen wordt 'n krachtig struktuurbe
leid gevoerd. Neem bijvoorbeeld West Duits
land, waar dit intensief werd aangepakt.
In Nederland is nog voor lj^ miljoen ha
duilverkaveling aangevraagd, zodat het met
de huidige voortgang nog 75 jaar duurt
eer dat is afgewerkt. In die tijd is men dan
weer wel toe aan een nieuwe ruilverkaveling
Nu heeft Nederland in de agrarische sector
op verschillend terrein nog een voorsprong,
ook op organisatorisch gebied, maar daarvan
zonder meer kennis nemen, is funest. Men
moet alles doen, die voorsprong te behouden.
Reken er maar niet op, dat het buitenland
stil zit. Wanneer de regering zegt, dat die
struktuurverbetering ook economisch de op
lossing brengt, ben ik het daarmee niet eens,
aldus spreker. Struktuurverbetering betekent
produktieverhoging en voor die produktie
dient er afzet te zijn. anders heeft noch
verhoging, noch struktuurverbetering zin.
Een geanimeerde discussie volgde op de
met aandacht beluisterde causerie van mr
Schhlingemann en vragen rond het Land
bouwschap de afschaffing Wet Vervreem
ding Landbouwgronden, enz. werden even
duidelijk beantwoord.
NIET TE DURE
BEWAARPLAATSEN BOUWEN
De afdelingsvoorzitter der Z.L.M. e Sint
Maartensdijk de heer A. C. Breure had bij
opening der vergadering allereerst stilge
staan bij het overlijden van de oud-voorzit
ter ere-lid J. L. Groenewege. Gememoreerd
werden de verdiensten, ook voor deze afde
ling, van deze gedurende vele jaren aktieve
landbouwer, welke ook heel wat buiten
plaatselijk verband voor de landbouw heeft
gedaan. De Z.L.M. verloor in Groenewege
een groot mens, zo besloot de voorzitter
deze gedachtenis en verzocht de aanwezigen
een minuut stilte in acht te willen nemen.
eDvoorzitter releveerde vervolgens de lan
ge vorstperiode met ook voor de landbouw
vele schaduwzijden, inzonderheid de moeilijk
heden bij het ploegwerk, dat staat te wach
ten. Hij wees op een juist deze winter on
derstreept belang van luchtgekoelde gebou
wen voor bewaring der produkten. Ook in
de richting van kwaliteits verbetering is men
op de goede weg. Voor de kleinere bedrijven
meende spreker een waarschuwend woord
ite moeten laten horen, om niet al te dure
bewaarplaatsen te bouwen daar op langere
termijn de aardapplen en uien uit het bouw
plan van de kleinbedrijven zullen verdwij
nen. aangezien het geen rendement meer zal
opleveren. De heer Breure wees er vervol
gens op, hoe bij de bedrijfsverbetering de o-
verheid de verantwoordelijkheid geheel op 't
bedrijfsleven legt, eveneens voor wat de afzet
betreft. Spreker meende dat in deze wel
degelijk een stimulerende taak voor de over
heid ligt. Hij wees er op hoe de suikerbie
tengarantieprijs f 2.- werd verhoogd tot
f 54.en de tarwerichtprijs van f 31.- op
f 33.kwam. Dat is beduidend lager dan
de prijs die het Landbouwschap gewenst
achhbte. Met de noodzaak van bedrijfsver
betering wordt bij die prijs geen rekening
gehouden. Het prijsbeleid is afgestemd op
de E.E.G. Het is de vraag of we van die
E.E.G. met de huidige situatie nog enige ver
wachting mogen koesteren, zo meende de
voorzitter, die er wel van overuigd was. dat
men er in de toekomst met kleine kwantums
in de verkoop te gooien niet zou komen.
Voorts tipte hij nog aan de grondprijzen
met de waarschuwing er geen brokken van
te maken, het belang van de voorlichtings
dienst, de Schelde Rijnverbinding, waarbij
men als streek attent zou moeten zijn om tot
een betere vaste verbinding Gorishoek-Yer-
seke te komen, maar in welke verbinding
ook perspectieven zaten voor de streek als
verzorgingsgebied. Anderszijds zal dit ook
ofers kosten wanneer men hoort, dat de
toekomstige Eendracht-breedte op 400 meter
is geprojecteerd. Het zal onze streek niet
onberoerd laten. Laten de bruggenbouwers
de plannen maar vast klaar maken, meende
dhr. Breure, misschien wel met een afdam
ming Tholen-St. Philipsland.
VRAAGPUNTEN
Op deze vergadering werd bij monde van
de secretaris W. A. de Wilde ook rapport
uitgebracht door de zgn. vraagpuntencom
missie. De Z.L.M. vragen van dit jaar be
wogen zich rond de recreatie, zoals men
dat al eerder heeft kunnen lezen. De com
missie in Sint Maartensdijk kwam tot de con
clusie, dat er tot dusver nog geen leden
daadwerkelijk bij de recreatie zijn betrokken
dat van dit laatste nog een toename op
Tholen wordt verwacht, zeker voor wat dag
jesmensen betreft. Men zit wel met het pro
bleem van het vertrappen der grasbezetting
aan de dijken, in het bizonder is dit scha
delijk voor de hooiwinning. De commissie
zag voor de landbouw geen voordelen in
de recreatie-ontwikkeling, daarentegen wel
voor de middenstand. Men had geen mening
op de vraag welke vorm van recreatie men
het meest gewenst achtte. Men achtte het
overigens wel mogelijk, dat in één hand een
landbouw-recreatiebedrijf was ondergebracht,
mits beide niet verwaarloosd worden en men
het gevaar van gelijke toppen (in de oogst
tijd) niet onderschat. Wel had men bezwa
ren dat de voor recreatie noodzakelijke ver
breding van de wegen toch weer op de boe
ren (ingelanden) zouden drukken.
LANDBOUWSCHAP
Bij de rondvraag kwam het Landbouw
schap nog eens ter sprake, mede vanwege
het gebeuren in Hgllandseveld. Sommigen
waren daarbij van mening dat de Wet op
de P.B.O. niet op reglementaire wijze tot
stand was gekomen, maar op deskundige
wijze kon mr Schlingemann ter zake van re
pliek dienen. Het Landbouwschap werd als
e enwettelijke publiekrecherlijke bedrijfsorga
nisatie door alle politieke partijen in Neder
land aanvaard. Om het Landbouwschap op
te heffen zou een nieuwe wet uitgevaardigr
moeten worden. Hoewel ook aan deze P.B.
O. gebreken bleven kleven, mogen wij toch
ook niet uit het oog verliezen wat het Land
bouwschap (waar werknemers en wèrkge-
vers op één lijn staan voor de landbouw)
weet te bereiken. In feite kwam de hgffien
in een andere vorm, maar ook wanneer men
geen P.B.O. had gekregen, was die heffing
mogelijk langs andere weg nodig geweest,
door een 40 leden bijgewoond
De Rechtbank te Middelburg zal op 27 maart a.s. uitspraak doen
in de zaak tegen de grondwerker A.W.G. uit Scherpenisse, die
op maandag 28 januari op vreemde wijze door de Kerkstraat
manoeuvreerde en daarbij de stoker JX.J. uit Scherpenisse omver
reed. Was het opzettelijk In Scherpenisse is men van dit
laatste overtuigd. De veete die er tussen beide families bestaat
en de zo vele „toevallige" omstandigheden bij deze aanrijding
hebben die mening versterkt. De officier van justitie mr A. W?
Rosingh achtte de poging tot doodslag niet bewezen, echter wel
de poging tot zware mishandeling, waarvoor een onvoorwaarde
lijke gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek werd geëist.
spel was. In de met een vastgereden sneeuw
laag bedekte gladde Kerkstraat had hij met
een snelheid van rond 25 kilometer gered
den toen hij over een bobbeltje op de weg
was weggegeleden. Vervolgens was hij de
macht over het stuur kwijtgeraakt. Op het
moment dat hij met zijn rechterwiel over
de klomp van J reed, had de auto de man
omver geduwd, maar de stoker zelf heb
ik niet gezien, beweerde verdachte. „Was
het niet de bedoeling geweest om J eens
flink te laten schrikken', vroeg de voorzitter
van de Middelburgse rechtbank, mr. P. van
Empel. „Absoluut niet, edelachtbare", ver
zekerde de G.
De stoker J dacht er anders over. „Van
een afstand van 25 meter zag ik de ato
van G. recht op me toekomen. Ik ben op
een sneeuwhoop gaan staan, maar nog reed
G met zijn wiel over mijn klomp heen,
waarna ik tegen de grond werd gesmakt",
verklaarde het slachtoffer, die van mening
was, dat G niet was geslipt. Drie van de
vier getuigen, die de aanrijding hadden
gezien en voor de Rechtbank werden ge
hoord, zeiden evenmin iets begrepen te heb
ben van de manoeuvre van verdachte. Dat
moest wel expres zijn gedaan. De aangere-
dene was naar de wachtmeester in Scherpe
nisse toegekomen met de mededelingen: „G
heeft me willen doodrijden." De wachtmees
ter vertelde, dat het op de betreffende dag
glad was in de Kerkstraat, maar dat hij
voordien niets van slippartijen gehoord had.
Ook de tractorchauffeur D.T. en de 75
jarige J.B. uit Scherpenisse waren van me
ning, dat de oorzaak geen slippartij was.
T. zag de auto plotseling naar links zwen
ken, in de richting van J en dat met vrij
grote snelheid. Verdachte bleef ontkennen
met opzet J te hebben aangereden.
„Ik dacht, dat u een moeilijk mens was
in de samenleving", merkte de president op.
,,Kan ik niets aan doen, dat de mensen tegen
me zijn", antwoordde G daarop.
Hoewel er nooit iets geweest is tussen G en
J zelf, meende de oficier van justitie toch
wel aanwijzingen te kunnen ontdekken ,dat
het tussen beide mannen niet goed zat. Het
wilde re bij de officier niet in, dat G de
stoker in de eKrkstraat niet had gezien,
terwijl tijdens de aanrijding zelfs de spiegel
van zijn linkerportier werd afgerukt. Mr.
Rosingh was er van overtuigd, dat G de
stoker omver had willen rijden en kwam tot
voornoemde eis.
De raadsman mr. W. H. J. Ravens uit
Bergen op oom stelde vast dat uit niets
gebleken is, dat zijn cliënt enige bedreiging
aan het adres van J heeft gericht. Volgens
de raadsman heeft zijn cliënt tegen de po
litie over „pech hebben" gesproken. „Dat
nu juist mij dit moest overkomen in deze
situatie", had G opgemerkt.
Mr. Ravens was van oordeel, dat slippen
op een gladde weg niet altijd zichtbaar
hoeft te zijn en vond de verklaring in dit
opzicht van zijn cliënt zeer aannemelijk,
waarom hij concludeerde, dat hierop vrij
spraak moest volgen. Het verzoek van de
raadsman om zijn cliënt onmiddellijk in
vrijheid te stellen, omdat hij anders zijn
baan zou verliezen, werd afgewezen, nadat
de rechtbank hierover in raadkamer beslist
had.
ECONOMISCHE POLITIERECHTER
Te Middelburg werd tijdens de zitting van
de economische politierechter nog een boete
opgelegd aan de caféhouder J.H. uit Oud
Vossemeer, die niet was geslaagd voor het
verkrijgen van een vergunning. Binnenkort
moet deze caféhouder weer examen doen,
zodat de economische politierechter besloot
de zaak tot die tijd aan te houden.
Rj|
Voor een bril die prettig zit en keurig staat
Een heel vreemde aanrijding, meenden de
inwoners van Scherpenisse op die bewuste
maandag, zo ontlenen we aan het verslag
over deze zaak in de P.C.Z.. Vanaf het be
gin hadden de mensen in Scherpenisse de
indruk gehad, dat de manoeuvre van G wei
nig met een ongeluk te maken had, te meer
omdat de verhouding tussen de families van
de beide hoofdpersonen in deze zaak niet
vriendschappelijk was. In de familiekring
van G was al eerder over „doodrijden"
gesproken, hoewel de officier van justitie
er nadrukkelijk op wees, dat er geen aanwij
zingen waren, dat er „iets was" tussen ver
dachte G en de stoker J. Verdachte G zelf
ontkende ten stelligste dat hier opzet in het
Wanneer men dezer dagen de buitenstaander wil geloven, is
St. Philipsland het dorp der eenzelvigheid, waar niets mag, niets
kan en niets gebeurt. Toegeven, de schijn is enigermate gewekt
en in dit opzicht is het lang niet alles goud wat er blinkt. Maar
belust op sensatie wordt het een generalisering, waar een gemeente,
een streek door in discrediet wordt gebracht en wat uiteindelijk
weinig of geen positief resultaat oplevert. Waardoor goed-
willenden, aktieve inwoners over een kam worden geschoren
met hen die geen oog hebben voor het werkelijk leven, noch voor
de levenslust der jeugd. Maar zó is het niet. Zó is het ook niet
in St. Philipsland. Zonder te willen aanvoeren, dat een gemeente
daarmee staat of valt, is er in dit dorp toch altijd nog een (al
diamanten) muziekvereniging, een jeugdorkest, korfbal, werd er
geschaatst, is er een damclub, zijn er chr. jeugd- en ouderen
verenigingen en wordt er door de jeugd een eigen school
krantje gemaakt, ,,'t Kreukeltje" is een bewijs van „we doen het
zelf", een positief gebeuren in een gemeente die nu van alle
kanten wordt gekraakt. In het generaal. Waartegen we toch wel
bezwaar moeten maken. Omdat uiteraard ,,'t Kreukeltje" er ook
nog is. Omdat het er kan zijn.
„Voor mijn overgang naar de tweede klas
kreeg ik een kooi met een kanariepiet. Als
ik naar bed ga, gaat de kanarie ook slapen
en als ik 's morgens opsta dan roept zij...
piet...piet...
Ik haal dan het glaasje van de kooi, pak
het bakje eruit en doe het bakje vol met
voer. En dan zet ik het er weer in. Pik...
pik gaat het dan. Dan haal ik het bakje
met water eruit en doe er weer water in.
Dit doe ik elke ochtend"
PUROL-POEDER
Zo schreef Jaapje van der Kleijn, een
knaapje uit de tweede klas van de openbare
lagere school in ,,'t Kreukeltje". Misschien
heeft meester Verwaal hier en daar een
punt en komma gezet Maar Jaap heeft het
toch zelf verzonnen en zelf geschreven. Zo
als het werkelijk is. En zó kwam het ook
in het schoolkrantje. Het eerste schoolkran
tje? Wel nee, ,,'t Kreukeltje" is al in zijn
vierde jaargang. Elke maand weer een
nieuw nummer. Met een verhaaltje of een
versje van de jongens en meisjes zelf uit de
klas. Nou ja, uit de eerste klas maar een heel
enkele keertje. Daar moeten ze pas beginnen
met het lezen en het schrijven. Maar in de
tweede klas doen ze al volop mee. Lees maar
wat Jaap van der Kleijn schreef over z'n
kanariepietje. En wat Hans van Dijke te
vertellen had in het Kreuketje: „Wij hebben
jonge poesjes. Marianneke had er drie ge
pakt en mee naar huis genomen. Ze had ze
melk gegeven en na een kwartier was 't op.
Toen bracht Marian ze weer, maar Andre
ging er ook heen en pakte een poesje en
liep er mee naar huis en zette het in zijn
capuchon van zijn jas. Andre liep er mee
naar huis en toen hij naar binnen ging,
sprong 't poesje in de melk. Maar 't sprong
er ook weer uit."
Dat was het verhaal van Hans van Dijke
uit klas 2. Ja, dat „capuchon" was niet he
lemaal goed geschreven en dat heeft me
vrouw Verwaal toen wél goed voorgedaan.
Maar is het geen prachtig verhaal van
Hans?
Er wordt niet alleen door de jeugd voor
de eigen schoolkrant geschreven. Ze maken
de krant ook zelf. Ja, dan doen de jongens
en meisjes uit de hoogste klassen. Wanneer
het stencil is getypt door mevrouw Verwaal
komt het op de stencilmachine. Men heeft
zelf een degelpersje, zodat ook grote letters
gedruk worden. Elke maand is er opnieuw
spanning of het goed zal gaan. Zoals bij
een grote krant. Om op tijd klaar te komen.
Zelfs het echtpaar Verwaal, de meester en
de juffrouw van de openbare lagere school,
zitten me hun leerlingen in spanning. En
hebben ook met hen de grootste voldoening
als het Kreukeltje weer kant en klaar gereed
ligt voor verspreiding. Met aardige tekenin
gen, met een leuk omslagje. Heel eenvoudig.
Maar zelf gedaan. En wat is dat niet
waard. Wat geeft het dan een grote vol
doening. Wat een plezier voor Hans en
Jaap. voor Mieke en Anton, voor Heieen
en Laura en voor al die andere kinderen op
de school. Met hun eigen Kreukeltje.
Waar elders in onze provincie nog zo'n
initiatief Misschien nog op twee of
drie scholen.
Vindt u het niet noemenswaardig om
zoiets als een positieve kant van een ge
meente te stellen, waarvan men alleen
het negatieve wil uitbazuinen Nou, wij
dan wel. Voor ons is 't Kreukeltje meer
waard dan ooit te voren. En voor die
St. Philiplandse schooljeugd niet minder.
De Agrarische Subcommissie Tholen maakt
bekend, dat zij in haar vergadering van 6
maart jl. besloten heeft, bij de beeoordeling
van aanvragen van „verklaringen van geen
bezwaar" voor koop- of pachtovereenkom
sten, de tot dusver gestelde voorwaarde dat
de koper of pachter op het eiland Tholen
reeds een oppervlakte grond van meer dan
2 ha en minder dan 15 ha in eigendom -
eigen gebruik en-of schriftelijke pacht
moest hebben, te laten vervallen.
In voorkomende gevallen wende men zich
voor het verkrijgen van eventueel nodige
nadere inlichtingen tot de notarissen op het
eiland Tholen.