EEN DRACHTBODE Geloof in de E*E+G+ rïÏABYDERMSr2"' Expres met auto omvergereden Tot leringlie ende vermaeek 19e JAARGANG No, 19 21 MAART 1963 DERDE BLAD Stemmen van lezers Vêtlovirigsringen Herbers Jenniskens Mr Schlingemann sprak voor ZX»M«ers te Sint-Maartensdijk Nota van landbouwminister onder de loep Last van zenuwen? Mijnhardt's Zenuwtabletten Vbochetter* M06U5EE. Baby-huidje Voor de rechtbank. BERGEN OP ZOOM St. Philipslandse schooljeugd maakt eigen krantje 'f Kreukeltje" doet het best puistjes Herverkaveling Tholen Mijnheer de redacteur. Naar aanleiding van het door u onder „Stemmen van lezers" opgenomen ingezon den schrijven van dhr. Hooglander te St. Philipsland, ben ik zo vrij het volgend op te merken (waarvan eveneens graag plaat sing) In het begin van de brief stelt dhr. Hoog lander, dat ieder een eigen mening en over tuiging mag hebben. Accoord hr. Hooglan der. Aan het slot van uw betoog stelt u, da tde goed harmonische samenleving van vroeger, (wat verstaat u onder vroeger?) verbroken is in St. Philipsland, door het feit dat men tegenwoordig eikaars principe be twist. Ook dit mag wat mij betreft accoord zijn, Wat gaat u in uw ingezonden stuk doen? Niets anders dan de mening van anderen aanvallen meneer Mag een mens alstublieft 2 of 3 keer naar de kerk gaan zondags En mag hij daarnaast en boek lezen, naar de radio luis teren of voetballen? U stelt dat wat niet uit geloof is, zonde is, maar mag bv een athe ist een andere mening hebben? In uw aanhef stelt u van wel En mag een ander denken, door op een andere manier te leven, beter te zijn dan een ander? LI beweert eerst van wel en even later gaat u het naar mijn ge voel op sarcastische manier betwisten Verder komt het mij vreemd voor dat God de meerdere en de mindere schiep. Dit lijkt mij eerder een menselijke „uitvinding". Hier wil ik echter net over twisten maar daarop aansluitend schrijft u dat men tegen woordig voor 6 dagen loon slechts 5 dagen zou werken maar is het niet zo, dat bij de invoering van de 5 daagse werkweek de werktijden van die 5 dagen zijn verlengd is dat dan verdisconteren...? of moeten we terug naar de werktijden van mijn opa of vader zo van 3 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds? Dateert die goede harmonische samenleving in St. Phhilipsland soms uit die tijd? Ik meen het te moeten betwijfelen. Wat precies de bedoeling van Uw raad selachtige schrijven is geweest, is mij uit de diverse steken onder water niet duidelijk geworden. Daarom wil ik besluiten met mijn warme sympathie uit te spreken voor de korfballers uit de „Polder". Ik ben er van overtuigd dat ik namens honderden sportliefhebbers uit Vosmeer en omliggende plaatsen spreek, als ik wens dat zij spoedig een (liefst gesubsidieerd) sportveld mogen krijgen. Met dank voor de plaatsruimte, Hoogachtend, C. de Leeuw Molenstraat 56 Oud Vossemeer Mijnheer de redacteur, Naar aanleiding van een in uw uitgave van 14 maart jl. opgenomen verslag van de spreekbeurt van Gedeputeerde A. J. Kaland voor de C.H.U.-kiesvereniging te Oud Vos semeer, menen wij het volgende te moeten opmerken. De bewering van de geachte gedeputeerde als zou ons bedrijf zijn werknemers aantrek ken in de streek waar wordt gewerkt, is pertinent onwaar. Deze boute bewering zul len wij staven door u het volgende over zicht te geven: Van de 91 werknemers die in 1962 bij ons in dienst zijn geweest, wa ren 34 personen woonachtig in Oud Vose- meer, 18 in Stavenisse, 8 in St. Philipsland 7 in Tholen, 6 in Bergen op Zoom, 6 in Halsteren, 4 in Scherpenisse, 4 in St. Maar tensdijk, 2 in Wouw, 1. in Zegge en 1 in Steenbergen. Alleen in incidentele gevallen wordt hulp verleend door streekmensen, die dan slechts een ondergeschikt gedeelte van een ploeg vormen en in loondienst zijn van derden - Tevens lijkt ons de bewering van dhr. Kaland dat over tien jaar in onze gemeente al woningen leeg zouden staan, indien Oud Vossemeer (eindelijk) eens een behoorlijk aantal woningen toegewezen zou krijgen, zeer aanvechtbaar, Gedeputeerde stelt ver der o.m. nog vast, dat het tweede geslacht pendelaars de dorpen zal gaan verlaten. Dit nu lijkt ons om meerdere reden wel mee te vallen, waarvan wij zouden willen noemen: 1. Door o.a. het aanwijzen van kernge meenten voor industrievestiging, schept de overheid werkgelegenheid in de pen delstreken van nu. Het overgrote deel der huidige pendelaars bestaat nog uit oud-landarbeiders. Deze zulen metter tijd verdwijnen en vervangen worden door praktisch allemaal geschoolden. Het lijkt ons toe dat het steeds groter worden van het aantal geschoolden op de dorpen, industrievestiging zeker zal stimuleren. Dan zullen echter ook wo ningen nodig zijn, heer Kaland 2. Waarom zijn „polderhuisjes" als week endverblijf tegenwoordig zo in trek? O.i. voornamelijk omdat men de drukte van het jachtige leven van steden en fabrieken wenst te ontvluchten. Deze tendens zal zich onherroepelijk nog voort zetten. Ook de werkman zal op de duur trachten een tegenpool te vinden voor de druk die zijn werk en het stadsleven etc. op hem uitoefent. Een weekendhuis je zal hem vooralsnog niet beschoren zijn Daarom zal hij doodeenvoudig op het platteland gaan wonen, het ongemak van iedere dag een poosje te moeten reizen voor lief nemen. Daarom geachte heer Kaland, geef ons woningen en zij zullen bewoond worden, ook over tien jaar F. Homel Coentjesweg 6 Oud Vosemeer Wanneer thans allerwege de vraag wordt gesteld of er van de Europese Economische Gemeenschap, van de E.E.G. nog iets terecht zal komen, meen ik hierop bevestigend te moeten antwoorden. In een tijd dat het samengaan in groot verband nood zakelijk (of noodwendig) is als uitvloeisel van de wereldpolitiek, kan men eigenlijk niet meer terug. Tot deze conclusie kwam de algemeen secretaris der Z.L.M. en landbouwvertegenwoordiger bij de E.E.G. te Brussel, mr. J. F. G. Schlingemann tijdens een gehouden Z.L.M.vergadering van de afdeling Sint Maartensdijk. En in deze E.E.G. is de landbouw één van de moeilijkste punten, zeker voor een exporterend land. Die moeilijkheden zijn nog lang niet overwonnen. Maar een terugkeer? Welhaast onmogelijk Moeilijkheden? Ja maar wat wilt u. Wan neer in deze (ZLM) vergadering aan zes boeren de opdracht werd verstrekt ,dat ze binnen vier weken hun bedrijven tot een een heid moesten vormen, zou dat soms geen moeilijkheden opleveren? Men zou naar huis gaan en eerst moeder de vrouw verwittigen, men zou er de boekhouder en notaris bijha len en op de eerstvolgende bespreking van die zes boeren zouden al die deskundigen tegenover elkaar trachten er zoveel mogelijk voor hun cliënt uit te halen. Tot men op de laatste dag nog geen stap verder was en dan al die deskundigen naar huis werden gestuurd om er met z'n zessen van te ma ken, wat in de laatste uren mogelijk was. Met de hem eigen vlotte en aantrekkelijke voordracht schetste de ZLM secretaris op deze wijze de moeilijkheden, die er waren voor de E.E.G. partners eind 1962, toen overeenstemming bereikt moest worden. Hij wees er op, hoe in die min of meer drama tische E.E.G.-nacht Frankrijk wel het beste uit de bus is gkomen. Spreker was op de E.E.G. kwestie ge komen, na een toelichting op de landbouw- nota van minister Marijnen, die stelt dat het prijs- en marktbeleid vanwege de E.E.G. buiten zijn competentie valt. Gedeeltelijk is dat ook wel zo, verzekerde mr. Schlinge mann, maar anderszijds zijn we toch ook één van de zes E.E.G.partners. Overigens is de minister niet meer vrij een ander beleid te voeren, dan door de zes in hoofdzaak werd geregeld, ook dus ten aanzien van de prijsvaststelling van bijvoorbeeld granen. De richtprijs werd voor tarwe op f 31. bepaald en beneden die prijs mag geen tar we worden ingevoerd. De inleveringsprijs van de nederlandse tarwe kan tot maxi maal 7 beneden deze richtprijs liggen. Door deze E.E.G.regeling kwam ook het meng- en maalgebod te vervallen. Overigens is er nog wel een prijsverschil (tarwe) in de zes E.E.G.landen, omdat men nog in de overgangsperiode zit. In 1970 moet echter de prijs overal gelijk zijn. Frankrijk kreeg het dus gedaan, dat er een E.E.G.-regeling kwam voor tarwe en wijn, maar voor zuivel voor de suiker en het rundvlees kwam nog geen regeling tot stand. Daaraan zit nog al wat vast. De kwestie Engeland hierbij be trekkend, wees spreker er op, hoe de noor derbuur aanvankelijk niet wenste mee te doen, maar van dat standpunt is teruggeko men, wel terug moest komen, vanwege te grote economische macht der E.E.G.. Uiter aard ligt het geheel op het politieke vlak. Bij de industrie had men elkaar al lang ge vonden en is bezig een markt op te bouwen waarvan men versteld staat. De Engelsen stonden daarbuiten, maar nadat de zes E.E.G.landen 16 maanden bezig waren het huis te bouwen, waren de Engelsen wel ge dwongen mee te doen. Dat was niet eenvou dig. Het flatgebouw was ontworpen voor „zes gezinnen", nu moest de zevende daarin onder worden gebracht. De grootste moei lijkheden zaten in de verdeling van de aan wezige „tuingrond", het grootste struikel blok was dus de landbouw. President de Gaulle heeft toen op een minder beleefde manier laten weten, dat hij deelname van Engeland niet wenste te accepteren. Nuchter bezien had hij daartoe wel het volste recht. De reden hiervan zijn drieërlei: Voor 20% omdat de Fransen niet voor de Engelsen voelen; van 30 vanwege moeilijkheden in de landbouwsector en voor 50 vanwege de werèldpolitieke-situatie. Simpel gezegd, het samengaan van Amerika en Engeland als atoommacht en Frankrijk. het er buiten houden van heipen U er overheen NOTA LANDBOUWBELEID Mr. Schlingemann was op het E.E.G. - chapiter gekomen na een toelichting op de nota van minister Marijnen. Een al enige jaren togezegde nota, die kortelings open baar werd gemaakt. Spreker vond het jam mer, dat die nota zo laat is gekomen. Im mers straks zijn er weer Tweede Kamer verkiezingen en het is onzeker dat eenzelfde verhouding terugkeert, nog minder dat de zelfde regering terugkomt. Een andere mi nister van landbouw kan er dus weer anders over denken. Het is dus als „mosterd na de pudding" om nog niet van „na de maaltijd" te spreken. De nota kan in 4 delen worden onderscheiden. In het eerste deel geeft de minister een opsomming van de huidige situ atie met zeer interressant cijfermateriaal. Daaruit blijkt, hoe belangrijk bet onderdeel landbouw nog altijd in ons land is voor de gehele samenleving. Allereerst wordt via die landbouw voor 't grootste deel gezorgd voor de voedselvoorziening van 12 miljoen mensen. In de tweede plaats brengt de land bouw nog zoveel produktie, dat er nog e- norm veel geëxporteerd kan worden. On danks de grote industriële uitbreiding van ons land in de laatste jaren, exporteert de landbouw nog altijd 25 van de totale uitvoer. Om deze redenen is de landbouw al niet weg te denken uit onze samenleving. Bovendien werken er altijd nog een 400.000 mensen in deze sector en daarnaast nog vele aanvullende bedrijven en industrieën, zoals de groente- en fruitverwerkende bedrijven, strokartonfabrieken, .de exporteurs, de expe diteurs, de handel. Van het vervoer in de Rotterdamse haven komt 10 voor rekening van de landbouwprodukten. Bij elkaar zijn er in ons land toch minstens 900.000 mensen direct of indirect bij de landbouw betrokken. Men kan dit alles vinden in de nota Marij nen, die verder nog de volgende hoofdstuk ken heeft: het prijs- en marktbeleid, het struktuurbeleid en het valorisatie- of waarde- beleid. Wat dit laatste betreft is minister Marijnen van mening, dat dit een zaak is voor het bedrijfsleven zelf. Dat moge voor een groot deel juist zijn, anderszijds heeft ook daar de overheid een taak. Neem het rundvlees maar in de tijd, dat er zo'n 1000 stuks vee per week te veel werd aangevoerd. Die had men direkt uit de markt moeten ne men en bevriezen. Er zou best weer een tijd komen, dat het de gewenste weg zou opgaan ook al had het dan wat geld voor het rijk gekost. Nu is het gevolg meer melk geweest waarvan al veel te veel is en wat de Over heid nog veel meer kost. De organisaties hebben tijdig en van alle kanten aangedron gen dat vee uit de markt te nemen, maar men heeft ons in dit opzicht teleurgesteld. Overigens onderstreepte mr Schlingemann in deze ook de taak van het bedrijfsleven. De afzet wordt hoe langer hoe moeilijker, zeker bij afzonderlijke aanbiedingen. De ko per zal hoe langer hoe meer geconcentreerd inkopen. Of we het leuk vinden of niet, men zal tot veel groter eenheden moeten ko men, waarom het ook hoog tijd wordt dat handel en coöperatie gaan samenwerken. Gelukig bestaat reeds die tendenz. De afzet moet nu meer centraal gebeuren. Profiteer van die mogelijkheden. Verschijnsels dien aangaande in den lande moeten toch wel tot nadenken stemmen. Bijvoorbeeld een door een grootwinkelbedrijf opgezette varkens- mesterij, een voorbeeldbedrijf van leghennen zoals er ook op gebied van groente en fruit veranderingen nodig zijn, nl. geconcentreer de verkoop. De eis van de grootafnemer is nu immers een flink kwantum van uniforme kwaliteit en het aantal afnemers is straks nog op de vingers van de hand te tellen. STRUKTUURBELEID Mr. Schlingemann bracht hierbij onder de aandacht dat men niet van mening moet zijn dat er alleen maar in Nederland iets op dit gebied wordt gedaan. Integendeel, andere landen zijn reeds voorgegaan. Mogelijk ver- gete men in een agrarische streek, dat men als geheel in Nederland toch maar 5 van de totale E.E.G. landbouwproductie heeft. Wij zijn dus maar klein en ook in de an dere landen wordt 'n krachtig struktuurbe leid gevoerd. Neem bijvoorbeeld West Duits land, waar dit intensief werd aangepakt. In Nederland is nog voor lj^ miljoen ha duilverkaveling aangevraagd, zodat het met de huidige voortgang nog 75 jaar duurt eer dat is afgewerkt. In die tijd is men dan weer wel toe aan een nieuwe ruilverkaveling Nu heeft Nederland in de agrarische sector op verschillend terrein nog een voorsprong, ook op organisatorisch gebied, maar daarvan zonder meer kennis nemen, is funest. Men moet alles doen, die voorsprong te behouden. Reken er maar niet op, dat het buitenland stil zit. Wanneer de regering zegt, dat die struktuurverbetering ook economisch de op lossing brengt, ben ik het daarmee niet eens, aldus spreker. Struktuurverbetering betekent produktieverhoging en voor die produktie dient er afzet te zijn. anders heeft noch verhoging, noch struktuurverbetering zin. Een geanimeerde discussie volgde op de met aandacht beluisterde causerie van mr Schhlingemann en vragen rond het Land bouwschap de afschaffing Wet Vervreem ding Landbouwgronden, enz. werden even duidelijk beantwoord. NIET TE DURE BEWAARPLAATSEN BOUWEN De afdelingsvoorzitter der Z.L.M. e Sint Maartensdijk de heer A. C. Breure had bij opening der vergadering allereerst stilge staan bij het overlijden van de oud-voorzit ter ere-lid J. L. Groenewege. Gememoreerd werden de verdiensten, ook voor deze afde ling, van deze gedurende vele jaren aktieve landbouwer, welke ook heel wat buiten plaatselijk verband voor de landbouw heeft gedaan. De Z.L.M. verloor in Groenewege een groot mens, zo besloot de voorzitter deze gedachtenis en verzocht de aanwezigen een minuut stilte in acht te willen nemen. eDvoorzitter releveerde vervolgens de lan ge vorstperiode met ook voor de landbouw vele schaduwzijden, inzonderheid de moeilijk heden bij het ploegwerk, dat staat te wach ten. Hij wees op een juist deze winter on derstreept belang van luchtgekoelde gebou wen voor bewaring der produkten. Ook in de richting van kwaliteits verbetering is men op de goede weg. Voor de kleinere bedrijven meende spreker een waarschuwend woord ite moeten laten horen, om niet al te dure bewaarplaatsen te bouwen daar op langere termijn de aardapplen en uien uit het bouw plan van de kleinbedrijven zullen verdwij nen. aangezien het geen rendement meer zal opleveren. De heer Breure wees er vervol gens op, hoe bij de bedrijfsverbetering de o- verheid de verantwoordelijkheid geheel op 't bedrijfsleven legt, eveneens voor wat de afzet betreft. Spreker meende dat in deze wel degelijk een stimulerende taak voor de over heid ligt. Hij wees er op hoe de suikerbie tengarantieprijs f 2.- werd verhoogd tot f 54.en de tarwerichtprijs van f 31.- op f 33.kwam. Dat is beduidend lager dan de prijs die het Landbouwschap gewenst achhbte. Met de noodzaak van bedrijfsver betering wordt bij die prijs geen rekening gehouden. Het prijsbeleid is afgestemd op de E.E.G. Het is de vraag of we van die E.E.G. met de huidige situatie nog enige ver wachting mogen koesteren, zo meende de voorzitter, die er wel van overuigd was. dat men er in de toekomst met kleine kwantums in de verkoop te gooien niet zou komen. Voorts tipte hij nog aan de grondprijzen met de waarschuwing er geen brokken van te maken, het belang van de voorlichtings dienst, de Schelde Rijnverbinding, waarbij men als streek attent zou moeten zijn om tot een betere vaste verbinding Gorishoek-Yer- seke te komen, maar in welke verbinding ook perspectieven zaten voor de streek als verzorgingsgebied. Anderszijds zal dit ook ofers kosten wanneer men hoort, dat de toekomstige Eendracht-breedte op 400 meter is geprojecteerd. Het zal onze streek niet onberoerd laten. Laten de bruggenbouwers de plannen maar vast klaar maken, meende dhr. Breure, misschien wel met een afdam ming Tholen-St. Philipsland. VRAAGPUNTEN Op deze vergadering werd bij monde van de secretaris W. A. de Wilde ook rapport uitgebracht door de zgn. vraagpuntencom missie. De Z.L.M. vragen van dit jaar be wogen zich rond de recreatie, zoals men dat al eerder heeft kunnen lezen. De com missie in Sint Maartensdijk kwam tot de con clusie, dat er tot dusver nog geen leden daadwerkelijk bij de recreatie zijn betrokken dat van dit laatste nog een toename op Tholen wordt verwacht, zeker voor wat dag jesmensen betreft. Men zit wel met het pro bleem van het vertrappen der grasbezetting aan de dijken, in het bizonder is dit scha delijk voor de hooiwinning. De commissie zag voor de landbouw geen voordelen in de recreatie-ontwikkeling, daarentegen wel voor de middenstand. Men had geen mening op de vraag welke vorm van recreatie men het meest gewenst achtte. Men achtte het overigens wel mogelijk, dat in één hand een landbouw-recreatiebedrijf was ondergebracht, mits beide niet verwaarloosd worden en men het gevaar van gelijke toppen (in de oogst tijd) niet onderschat. Wel had men bezwa ren dat de voor recreatie noodzakelijke ver breding van de wegen toch weer op de boe ren (ingelanden) zouden drukken. LANDBOUWSCHAP Bij de rondvraag kwam het Landbouw schap nog eens ter sprake, mede vanwege het gebeuren in Hgllandseveld. Sommigen waren daarbij van mening dat de Wet op de P.B.O. niet op reglementaire wijze tot stand was gekomen, maar op deskundige wijze kon mr Schlingemann ter zake van re pliek dienen. Het Landbouwschap werd als e enwettelijke publiekrecherlijke bedrijfsorga nisatie door alle politieke partijen in Neder land aanvaard. Om het Landbouwschap op te heffen zou een nieuwe wet uitgevaardigr moeten worden. Hoewel ook aan deze P.B. O. gebreken bleven kleven, mogen wij toch ook niet uit het oog verliezen wat het Land bouwschap (waar werknemers en wèrkge- vers op één lijn staan voor de landbouw) weet te bereiken. In feite kwam de hgffien in een andere vorm, maar ook wanneer men geen P.B.O. had gekregen, was die heffing mogelijk langs andere weg nodig geweest, door een 40 leden bijgewoond De Rechtbank te Middelburg zal op 27 maart a.s. uitspraak doen in de zaak tegen de grondwerker A.W.G. uit Scherpenisse, die op maandag 28 januari op vreemde wijze door de Kerkstraat manoeuvreerde en daarbij de stoker JX.J. uit Scherpenisse omver reed. Was het opzettelijk In Scherpenisse is men van dit laatste overtuigd. De veete die er tussen beide families bestaat en de zo vele „toevallige" omstandigheden bij deze aanrijding hebben die mening versterkt. De officier van justitie mr A. W? Rosingh achtte de poging tot doodslag niet bewezen, echter wel de poging tot zware mishandeling, waarvoor een onvoorwaarde lijke gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek werd geëist. spel was. In de met een vastgereden sneeuw laag bedekte gladde Kerkstraat had hij met een snelheid van rond 25 kilometer gered den toen hij over een bobbeltje op de weg was weggegeleden. Vervolgens was hij de macht over het stuur kwijtgeraakt. Op het moment dat hij met zijn rechterwiel over de klomp van J reed, had de auto de man omver geduwd, maar de stoker zelf heb ik niet gezien, beweerde verdachte. „Was het niet de bedoeling geweest om J eens flink te laten schrikken', vroeg de voorzitter van de Middelburgse rechtbank, mr. P. van Empel. „Absoluut niet, edelachtbare", ver zekerde de G. De stoker J dacht er anders over. „Van een afstand van 25 meter zag ik de ato van G. recht op me toekomen. Ik ben op een sneeuwhoop gaan staan, maar nog reed G met zijn wiel over mijn klomp heen, waarna ik tegen de grond werd gesmakt", verklaarde het slachtoffer, die van mening was, dat G niet was geslipt. Drie van de vier getuigen, die de aanrijding hadden gezien en voor de Rechtbank werden ge hoord, zeiden evenmin iets begrepen te heb ben van de manoeuvre van verdachte. Dat moest wel expres zijn gedaan. De aangere- dene was naar de wachtmeester in Scherpe nisse toegekomen met de mededelingen: „G heeft me willen doodrijden." De wachtmees ter vertelde, dat het op de betreffende dag glad was in de Kerkstraat, maar dat hij voordien niets van slippartijen gehoord had. Ook de tractorchauffeur D.T. en de 75 jarige J.B. uit Scherpenisse waren van me ning, dat de oorzaak geen slippartij was. T. zag de auto plotseling naar links zwen ken, in de richting van J en dat met vrij grote snelheid. Verdachte bleef ontkennen met opzet J te hebben aangereden. „Ik dacht, dat u een moeilijk mens was in de samenleving", merkte de president op. ,,Kan ik niets aan doen, dat de mensen tegen me zijn", antwoordde G daarop. Hoewel er nooit iets geweest is tussen G en J zelf, meende de oficier van justitie toch wel aanwijzingen te kunnen ontdekken ,dat het tussen beide mannen niet goed zat. Het wilde re bij de officier niet in, dat G de stoker in de eKrkstraat niet had gezien, terwijl tijdens de aanrijding zelfs de spiegel van zijn linkerportier werd afgerukt. Mr. Rosingh was er van overtuigd, dat G de stoker omver had willen rijden en kwam tot voornoemde eis. De raadsman mr. W. H. J. Ravens uit Bergen op oom stelde vast dat uit niets gebleken is, dat zijn cliënt enige bedreiging aan het adres van J heeft gericht. Volgens de raadsman heeft zijn cliënt tegen de po litie over „pech hebben" gesproken. „Dat nu juist mij dit moest overkomen in deze situatie", had G opgemerkt. Mr. Ravens was van oordeel, dat slippen op een gladde weg niet altijd zichtbaar hoeft te zijn en vond de verklaring in dit opzicht van zijn cliënt zeer aannemelijk, waarom hij concludeerde, dat hierop vrij spraak moest volgen. Het verzoek van de raadsman om zijn cliënt onmiddellijk in vrijheid te stellen, omdat hij anders zijn baan zou verliezen, werd afgewezen, nadat de rechtbank hierover in raadkamer beslist had. ECONOMISCHE POLITIERECHTER Te Middelburg werd tijdens de zitting van de economische politierechter nog een boete opgelegd aan de caféhouder J.H. uit Oud Vossemeer, die niet was geslaagd voor het verkrijgen van een vergunning. Binnenkort moet deze caféhouder weer examen doen, zodat de economische politierechter besloot de zaak tot die tijd aan te houden. Rj| Voor een bril die prettig zit en keurig staat Een heel vreemde aanrijding, meenden de inwoners van Scherpenisse op die bewuste maandag, zo ontlenen we aan het verslag over deze zaak in de P.C.Z.. Vanaf het be gin hadden de mensen in Scherpenisse de indruk gehad, dat de manoeuvre van G wei nig met een ongeluk te maken had, te meer omdat de verhouding tussen de families van de beide hoofdpersonen in deze zaak niet vriendschappelijk was. In de familiekring van G was al eerder over „doodrijden" gesproken, hoewel de officier van justitie er nadrukkelijk op wees, dat er geen aanwij zingen waren, dat er „iets was" tussen ver dachte G en de stoker J. Verdachte G zelf ontkende ten stelligste dat hier opzet in het Wanneer men dezer dagen de buitenstaander wil geloven, is St. Philipsland het dorp der eenzelvigheid, waar niets mag, niets kan en niets gebeurt. Toegeven, de schijn is enigermate gewekt en in dit opzicht is het lang niet alles goud wat er blinkt. Maar belust op sensatie wordt het een generalisering, waar een gemeente, een streek door in discrediet wordt gebracht en wat uiteindelijk weinig of geen positief resultaat oplevert. Waardoor goed- willenden, aktieve inwoners over een kam worden geschoren met hen die geen oog hebben voor het werkelijk leven, noch voor de levenslust der jeugd. Maar zó is het niet. Zó is het ook niet in St. Philipsland. Zonder te willen aanvoeren, dat een gemeente daarmee staat of valt, is er in dit dorp toch altijd nog een (al diamanten) muziekvereniging, een jeugdorkest, korfbal, werd er geschaatst, is er een damclub, zijn er chr. jeugd- en ouderen verenigingen en wordt er door de jeugd een eigen school krantje gemaakt, ,,'t Kreukeltje" is een bewijs van „we doen het zelf", een positief gebeuren in een gemeente die nu van alle kanten wordt gekraakt. In het generaal. Waartegen we toch wel bezwaar moeten maken. Omdat uiteraard ,,'t Kreukeltje" er ook nog is. Omdat het er kan zijn. „Voor mijn overgang naar de tweede klas kreeg ik een kooi met een kanariepiet. Als ik naar bed ga, gaat de kanarie ook slapen en als ik 's morgens opsta dan roept zij... piet...piet... Ik haal dan het glaasje van de kooi, pak het bakje eruit en doe het bakje vol met voer. En dan zet ik het er weer in. Pik... pik gaat het dan. Dan haal ik het bakje met water eruit en doe er weer water in. Dit doe ik elke ochtend" PUROL-POEDER Zo schreef Jaapje van der Kleijn, een knaapje uit de tweede klas van de openbare lagere school in ,,'t Kreukeltje". Misschien heeft meester Verwaal hier en daar een punt en komma gezet Maar Jaap heeft het toch zelf verzonnen en zelf geschreven. Zo als het werkelijk is. En zó kwam het ook in het schoolkrantje. Het eerste schoolkran tje? Wel nee, ,,'t Kreukeltje" is al in zijn vierde jaargang. Elke maand weer een nieuw nummer. Met een verhaaltje of een versje van de jongens en meisjes zelf uit de klas. Nou ja, uit de eerste klas maar een heel enkele keertje. Daar moeten ze pas beginnen met het lezen en het schrijven. Maar in de tweede klas doen ze al volop mee. Lees maar wat Jaap van der Kleijn schreef over z'n kanariepietje. En wat Hans van Dijke te vertellen had in het Kreuketje: „Wij hebben jonge poesjes. Marianneke had er drie ge pakt en mee naar huis genomen. Ze had ze melk gegeven en na een kwartier was 't op. Toen bracht Marian ze weer, maar Andre ging er ook heen en pakte een poesje en liep er mee naar huis en zette het in zijn capuchon van zijn jas. Andre liep er mee naar huis en toen hij naar binnen ging, sprong 't poesje in de melk. Maar 't sprong er ook weer uit." Dat was het verhaal van Hans van Dijke uit klas 2. Ja, dat „capuchon" was niet he lemaal goed geschreven en dat heeft me vrouw Verwaal toen wél goed voorgedaan. Maar is het geen prachtig verhaal van Hans? Er wordt niet alleen door de jeugd voor de eigen schoolkrant geschreven. Ze maken de krant ook zelf. Ja, dan doen de jongens en meisjes uit de hoogste klassen. Wanneer het stencil is getypt door mevrouw Verwaal komt het op de stencilmachine. Men heeft zelf een degelpersje, zodat ook grote letters gedruk worden. Elke maand is er opnieuw spanning of het goed zal gaan. Zoals bij een grote krant. Om op tijd klaar te komen. Zelfs het echtpaar Verwaal, de meester en de juffrouw van de openbare lagere school, zitten me hun leerlingen in spanning. En hebben ook met hen de grootste voldoening als het Kreukeltje weer kant en klaar gereed ligt voor verspreiding. Met aardige tekenin gen, met een leuk omslagje. Heel eenvoudig. Maar zelf gedaan. En wat is dat niet waard. Wat geeft het dan een grote vol doening. Wat een plezier voor Hans en Jaap. voor Mieke en Anton, voor Heieen en Laura en voor al die andere kinderen op de school. Met hun eigen Kreukeltje. Waar elders in onze provincie nog zo'n initiatief Misschien nog op twee of drie scholen. Vindt u het niet noemenswaardig om zoiets als een positieve kant van een ge meente te stellen, waarvan men alleen het negatieve wil uitbazuinen Nou, wij dan wel. Voor ons is 't Kreukeltje meer waard dan ooit te voren. En voor die St. Philiplandse schooljeugd niet minder. De Agrarische Subcommissie Tholen maakt bekend, dat zij in haar vergadering van 6 maart jl. besloten heeft, bij de beeoordeling van aanvragen van „verklaringen van geen bezwaar" voor koop- of pachtovereenkom sten, de tot dusver gestelde voorwaarde dat de koper of pachter op het eiland Tholen reeds een oppervlakte grond van meer dan 2 ha en minder dan 15 ha in eigendom - eigen gebruik en-of schriftelijke pacht moest hebben, te laten vervallen. In voorkomende gevallen wende men zich voor het verkrijgen van eventueel nodige nadere inlichtingen tot de notarissen op het eiland Tholen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1963 | | pagina 9