WEEKBLAD VOOR HET EILflHD THOLEN EN ST.FILIPSLQND levenskans levenskeus 1 1 i 1 1 1 DE HERDERS Nieuwsbrief WAARIN OPGENOMEN OE THOOLSE COURANT mm De Kerstcantate m 19e jaargang no. 6 20 december 1962 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375 Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 01660-589 b.g.g 531 Giro 124407 Abonnementen 3.00 per halfjaar franko p.p. 3.60 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot DINSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen Op dat moment nu, dat het kind Jezus in de tempel zou komen, heeft de tempel gewQcht. En alles a an en in de tempel heeft op dit moment gewacht. Niet alleen de oude Simeon wachtte daarop. Ook de oude tempel wachtte daarop. Elke steen van die tempel, elke boog, elke zuil, elke bloeddruppel op het altaar keek uit naar dat ene moment. En nu, nu is het grote moment daar. Nu brengen de ouders het kind Jezus in de tempel. En in feite krijgen ze het uit die tempel niet meer terug. Het kind Jezus blijft in feite in de tempel. En dat was goed ook. Want de tempel was om zo te zeggen de plaatvan zijn bestemming - daar hoo.de Hij thuis daar moest hij blijven. Immers de ouders brachten Hem binnen om met Hem te doen .overeenkomstig de wet Dat betekent leest u het maar in vers 22 dat de ouders Hem binnenbrachten „om Hem den Heere voor te stellen". Dat wil zeggen: om Hem aan God tot Zijn dienst aan te bieden en over te geven. Het Kindeke Jezus wordt aan 'sHeeren dienst gewijd treedt in betrekking bij Zijn Heer wordt overgegeven om bezig te zijn met „de dingen Zijns Vaders". „De dingen Zijns Vaders" ja, Zijn Vader doet op deze wereld grote en machtige dingen. Heel de Bijbel zingt daarvan. Maar nu, nu komt het grootste en het machtigste ding van Zijn Vader. Nu, nu Jezus in de tempel wordt gebracht, nu gaat God Zijn Lam slachten. Het Kindeke Jezus is het Lam voor de zonden der wereld geslacht. En dat slachten nu gaat beginnen, wanneer Hij door Zijn ouders de tempel wordt binnengedragen. Ja, inderdaad, de ouders hebben het Kind binnengebracht. Maar die zijn hier ook niet meer dan handlangers werktuigen, die God gebruikt om Zijn wil en Zijn Raad uit en door te voeren. De eigenlijke, die het Kind in de tempel binnenbrengt, en het op het altaar legt, dat is: de Vader zelf. Hij zelf laat zijn Kind de tempel in komen om met Hem te doen overeenkomstig de Wet" om Hem dus als het Lam op het altaar van Gods toorn te leggen. Dat is Gods grote Kerstdaad, dat God dit kind Jezus in de tempel brengt dat Hij het onder de Wet brengt dat Hij het op het altaar legt dat Hij Zijn eniggeboren Zoon geeft als offer lam ter verzoening van onze zonden. Dat is geweldig. Daarmee legt Hij u meer voor de voeten dan al de schatten van de wereld daarmee legt Hij Zijn liefde. Zijn bloed, Zijn hart voor u neer. Daarmee legt Hij alles voor u neer, wat tot „uw zaligheid van node is". En daarmee en hierin komt Gods liefde tot zijn hoogtepunt, wordt Kerstfeest een boven alles uitstekend feest daarmee geeft God ons de levenskans. God heeft ons op Kerstfeest niet maar een kans op geld en goed en eer en aanzien en wijsheid en kracht. Nee. God geeft ons op Kerstfeest de grote kans de kans op het goed, dat nimmermeer vergaat de kans op het allerhoogste en eeuwig goed de kans op het leven. Dat is Kerstfeest, dat God ons, verloren en ter dood veroor- „En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen overeenkomstig de gewoonte der wet, nam ook Hij het in zijn armen Lukas 2 27b, 28a. deelde mensen, Zijn Zoon geeft, opdat wij kans zouden hebben op het Leven, het eeuwige leven. Het Kind Jezus in de tempel gebracht dat is onze grote levenskans. Maardat stelt ons tegelijk voor een enorme verantwoor delijkheid. Immers, levenskans is een directe oproep tot levenskeus. Kans is iets, dat mogelijk is. Maar het kan ook anders. Het is als een stopcontact. Maar wij moeten er zelf de stekker in steken. De stekker van onze daad, van onze gehoorzaamheid. Dat nu vraagt van ons een beslissing. Dat vraagt een keus. Alle gaven Gods ook Gods allergrcsotste gave, de gave van Zijn Zoon, komen tot ons als kansen, die gekozen willen worden. Inderdaad. Gods Kerstdood is geweldig, maar God vr'aagt nu van ons, dat wij ook onze Kerstdaad stellen. Het is niet voldoende, dat het Kind Jezus in de tempel wordt gebracht. Het Kind Jezus moet in de tempel ook worden omhelsd. Dat nu heeft Simeon gedaan. „En toen de ouders het Kind Jezus binnenbrachten ....nam ook hij het in z ij n arme n". Nee, dat is niet gemakkelijk voor hem geweest. Wat zal hij niet verwacht hebben. Welk een voorstellingen zal hij zich niet ge maakt hebben van de pracht en de praal van de komende Messias. Hoe zal hij uitgezien hebben naar de grote Koning, die met schit tering en luister de tempel zal betreden. En nu nu komt dit Kind. Heeft hij daar jaren op gewacht Is dit hulpeloos Kind de vervulling van al die rijke profetiën Ver vult God in dit armeluiszoontje zijn belofte Het was wel heel erg moeilijk voor de oude Simeon om dit Kind in zijn armen te nemen. Het zou helemaal geen wonder zijn geweest, als hij zich geërgerd had afgekeerd. Want heel zijn hoog gestemde verwachtingen worden in één keer de bodem ingeslagen. En toch toch heeft hij het gedaan. Hij heeft het Kind in zijn armen genomen. Dat was Simeon's keus Simeon's geloofs keus. En dat is ook Kerstfeest vieren. Kerstfeest is: God geeft u Zijn Zoon. Kerstfeest is echter pas echt Kerstfeest als Gods Zoon neemt. Gód legt u het Kind op de armen. Dat is uw levenskans. Maar moet dat Kind aan uw borst drukken. Dat moet uw levens keus zijn. U moet het Kind Jezus niet van uw armen laten afglijden. Zo als zovelen doen, Wien God het Kind Jezus op de armen heeft gelegd. U moet het in persoonlijke toeëigening aan uw hart drukken. Zoals Simeon dat heeft gedaan. Zeker, Simeon deed dat „door de Geest". De Heilige Geest zei tot hem: Dat is het Kind. Maar op deze dag zegt de Geest het ook tegen u: Dit is het Kind. Deze is het. Dit is uw levenskans. En U mag de Heilige Geest geen smarten aan doen, maar LI moet de Heilige Geest gehoorzamen door het Kind Jezus in de armen te nemen en het te omhelzen. Zult u dat doen Dan hebt u goed gekozen I Een predikant uit de streek. Het Kerstverhaal heeft vele elementen, maar degenen die daarin het sterkst op de voorgrond treden, zijn de herders. De kinderen vinden dat ook altijd het mooist, dat verhaal van de herders, die de kudde weidden en alles achterlieten om de geboren Heiland te zoeken in de kribbe in Bethlehem. Die herderfiguur komen we later weer tegen, wanneer Christus tot Zijn jongeren zegt: ,,Ik ben de goede Herder." Dat is merkwaardig. Christus zelf is in een andere omgeving •n Hij zelf zal in het vak wel zijn opge leid. En Zijn jongeren? Voor een deel wa ren het vissers, van anderen weten we het beroep niet, maar we lezen nergens dat Hij een hunner wegriep van de kudde. En toch, bij de vele beelden waarin Hij zijn boodschap tot de mens bracht, is die gelijkenis met de Goede Herder wel het meest ingeslagen. Wij moeten natuurlijk oppassen, dat we niet al te veel gaan romantiseren en daar gaat, nogal eens last van. Op de grote stille heide dwaalt de herder eenzaam rond met zijn witgewolde kudde. Och, ja, daar kunnen we heel aardig over zingen. De herder met zijn schaapjes is altijd sterk aan de romantiek onderhevig. Marie An toinette, voor zij haar leven eindigde op het schavot, had er plezier in, met zorgvul dig schoongewassen lammetjes aan zijden linten rond te huppelen en herderinnetje te spelen.... Maar noch de herders in de velden van Bethlehem, nóch de Goede Herder, zoals Christus hem ons deed zien, zijn de brave kousenbreiende lieden die mijmeren bij witte lammerkens. Dat die herders in Bethlehem de nacht wacht hielden, vond zijn oorzaak in de ge varen van rovers op twee en op vier benen, en die herders waren ruwe klanten, die hun mannetje stonden in 't gevecht. Wanneer Christus ons het beeld tekent van de Goede Herder, noemt hij als het kenmerk van deze, dat hij „zijn leven in zet voor de schapen", en heeft Hij het telkens over dieven en moordenaars, die DE REDAKTIE LEGT U VOOR Een kerstmeditatie van een predikant uit de streek De Herders De Kerkrestauratie te St. Maartensdijk Begroting 1963 van het thoolse waterschap De Cavetho gaat weer uitbreiden Jan Overeenkam denk aan de eenzamen Voor de Rechtbank Een mijlpaal bij de Boerenleenbank Scherpenisse Kerstzangdienst in Scherpenisse De laatste nieuwsbrief 1962 en de wens voor alle lezers, dat het goede kerstdagen mogen worden. En daarna verliest dat beeld van de Goe de Herder ook al die zoetelijkheid van de schoollliedjes. Dan wordt die Goede Herder Eén die met Zijn leven borg staat voor de Zijnen in een bedreigde wereld, die hen niet overlaat aan dieven en moor denaars en grijpende wolven. En zo kunnen wij er dan misschien ook toe komen, om ,met de herders uit Beth lehem eens, al is het maar één ogenblik, onze zorgen en bezorgdheden te vergeten. Om alles los te laten in het vertrouwen op Eén, die beloofd heeft en volbracht heeft. Eén, die niet getracht heeft te begooche len, maar die in het beeld van de Goede Herder zijn eigen leven liet zien, dat Hij heeft gegeven tot heil der wereld. Wanneer bij ons de gerechtvaardigde neiging opkomt, ons wantrouwend en wre velig af te wenden van de Kerstromantiek laten we dan bedenken dat nóch de her ders uit Bethlehem, nóch de Goede Her der romantische figuren waren. Zij waren als wij. En Hij is wat wij ook thans nog iedere dag nodig hebben: de Herder die ons met Zijn leven beschut en behoudt. de schaopskooi inklimmen, en over wolven, die de kudde bedreigen. Wanneer wij de dingen zo, in het licht van de werkelijkheid gaan zien, dan is die werkelijkheid ook veel meer in over eenstemming met ons eigen bestaan. Geen romantiek, geen zachte, rode schijn, geen imitatiesneeuw op sparrengroen. Daar staat ons hoofd op het ogenblik helemaal niet naar. Zo is de wereld van vandaag-de-dag niet Wij voelen ons, en te meer wanneer wij denken aan de toekomst van onze kinderen, veel meer verwant aan die her ders uit Bethlehem, die 's nachts hun ogen wijd open hielden om tijdig de gevaren te zien, gevaren die hen van alle kanten be dreigden... hen, maar ons ook. Nog eenmaal dan een nieuwsbrief in 1962. In deze twaalfde van het jaar komt hij, die in feite over de nieuwsbrieven van de Streekverbeteringscommissie Tholen de su pervisie heeft zelf aan het woord. Een be kende vanwege het vede dat hij op zijn ter rein ook voor onze streek doet, een gewaar deerde schrijver in deze laatste nieuwsbrief 1962. dr ir C. W. C. van Beekom. Als hoofd van de rijkslandbouwvoorlichtings- dienst in Zeeland mag het hem wel eens worden gezegd, dat zijn werk en dat van zijn medewerkers zeer op prijs wordt gesteld. Wanneer dat hier mogelijk als een holle phrase zou klinken, dan zouden we hem willen verwijzen naar een verslag in ons vorig nummer van een vergadering der Z.L.M. afdeling Sint Maartensdijk, waar de afdelingsvoorzitter opmerkte het te betreu ren, dat nog maar kort ingewerkte ambte naren vaak zo spoedig weer vertrekken. In dit geval doelde hij dan op de heer Kodde. En al schuilt er in dit betreuren enigermate verwijtende kritiek, het is anderszijds een erkenning van het nut van de R.L.V.D.. Maar we zouden hier alleen maar een sa menvatting geven, van hetgeen in deze nieuwsbrief valt te lezen. Welnu, dan aller eerst dat artikel van de heer Van Beekom over de ontwikkeling van de akkerbouw. Met een op het eind van het jaar en op het eind van het artikel een moedgevend slot. Aanbeveling om dit artikel te lezen zal de agrariër niet behoeven. Dat het ook in de agrarische sector weer bruist van vergaderaktiviteit ondervinden we aan de lijve. En zo vaak bij die aktivi- teiten betrokken zijnde al is het dan maar als verslaggever, huiveren we enigszins van de hoeveelheid der komende vergaderingen, zoals deze ook hier weer worden aangekon digd onder „Aktiviteiten in het a.s. win terseizoen". Daarachter volgt onmiddellijk een soortgelijke toelichting van de Streek verbeteringscommissie, met name dan van de Werkgroep Agrarisch sociale voorlich ting. Een verslag van de demonstraties en ex cursies in de afglopen weken geeft een op- frissertje voor hen die het meemakten en wetenschap aan hen die verstek moesten laten gaan. De „tips voor tuinders" wil er bij velen in. Wanneer 1963 nog jong is staat alweer een demonstratie te wachten. Leest u het maar in deze nieuwsbrief. Met „de droogstaande koe" komt ook de veehouder weer aan zijn trekken. De Plattelandsjongeren laten weer van zich horen. Leest u maar wat er op 4 januari 1963 staat te gebeuren in Scherpenisse. Kwam voorheen het akkerbouwteeltplan om deze tijd wel eens ter sprake, door de in het afgelopen jaar sterk toegenomen tuin bouw krijgt die nu haar deel op dit gebied, een uiteenzetting dus over een tuinbouw teeltplan 1963. En daarmee is de pagina ruim gevuld. Wist u, dat de nieuwsbrief op deze voet nog wel enige tijd (mogelijk zelfs nog een dik jaartje) mag doorgaan (met subsidie), maar dat het toch eerstdaags zal aflopen. Is ze al dusdanig ingeburgerd ,dat het niet meer verschijnen meningeen zou teleurstel len? Wanneer men zich voorlopig tot deze vraag bepaalt, zal men straks het antwoord toch wel weten.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1962 | | pagina 1