Verkoudheid
ASPRO
jan elich
De Kloof
Piet van Tilburg
Sportboekje
Wij spraken met de „Kerstman"
Waterschap Tholen.
Cavetho maakt tweede stortput
en vergroot opslagcapaciteit.
IIIIIIIIBIIIIIII
10
Aanslag dijken naar gemiddeld bouwland van 1:7 - Opbrengend
vermogen bepalend voor redelijkheid - Halve dijksloot-onderhoud
nu definitief voor rekening waterschap - Begroting 1963.
Voorkom
Rillerig? Onprettig? Vlug;
Vrijdag a.s. jaarvergadering.
Ophaaldienst
in Kerst- en Nieuwjaarsweek
bergen op zoom
HERENSUÈDE
llllllllllllllll
Drie van de voornaamste der 20 punten tellende agenda van de
algemene vergadering van het Waterschap Tholen, gehouden
dinsdag jl. te Scherpenisse waren de vaststelling der begroting
1963, het definitief besluit tot overname klein onderhoud door het
waterschap van alle halve dijksloten en de aanslag voor de
eigenaren van zeer- en binnendijken van 7.per ha.
Dit laatste was een ingelast voorstel,
waaromtrent zich bi] stemming één hoofd-
ingelande tegen verklaarde. Hiermee werd
aan een historisch gegroeide faciliteit voor
dijkerseigenaren een eind gemaakt, zoals het
al eerder gebeurde ten aanzien van de Vro
nen. Een historie die tot de middeleeuwen
teruggaat, waarbij een aangrenzend inge-
lande vaak een stuk dijk kreeg toegewezen
en indien deze boosaardig te werk ging door
bijvoorbeeld die dijk door ta steken, hij als
wrede straf in het gat werd gegooid en daar
mee ten dode was gedoemd. Maar dat is al
zo lang geleden, dat men het mag vergeten.
Later kreeg men de polders en waterschap
pen, waarbij de dijkeigenaar en hij was
dat geworden omdat op zijn „zate een
dijklichaam was gelegd het weide- en
maairecht kreeg, terwijl het waterschap of
de polder voor het onderhoud diende te
zorgen en zonodig de dijk voor materiaal-
opslag of andere onderhoudswerken in „be
slag" nam gedurende een bepaalde tijd. Nog
altijd was er dat recht maar het gevaar zat
er al geruime tijd in, dat hierin verandering
zou komen. De vronen waren in deze de
waarschijwing. Ook het thoolse waterschap
gaat er van uit, dat het opbrengend vermo
gen bepalend is voor dc redelijkheid, c.q. het
recht van een aanslag. En dat opbrengend
vermogen is er, van plaats tot plaats moge
lijk verschillen en misschien in het algemeen
wel in mindere mate dan vroeger, maar
nochtans aanwezig. Daarom een aanslag op
de dijken. Berekend naar een verhouding
van 1 tot 7 van gemiddeld bouwland. Na
de vronen en de dijken kan het nu weer een
waarschuwing inhouden voor alles wat nog
niet belast is binnen het gebied van het wa
terschap en als onroerend goed opbrengend
vermogen heeft, bijvoorbeeld de grond rond
de huizen in de bebouwde kommen en/of
de grond waarop de huizen en andere ge
bouwen staan. Ieder zijn steentje maar bij
dragen, is de gedachte van een waterschap
dat heel veel nodig heeft voor heel veel
onderhoud.
Er kwam dus slechts van één hoofdinge-
lande bezwaar en wel van burgemeester
W. J. van Doorn uit Poortvliet, die zijn me
ning daaromtrent in rustige argumentatie
naar voren bracht. Eerstens de vraag of
het niet wat onverwacht op het dak van de
Hoofdingelanden kwam, dit voorstel. Een
nauwkeurige studie daarvan vergt meer tijd,
dan het bestuur toestond, zo meende spre
ker. Is het daarom niet beter de uitspraak
tot een volgende vergadering aan te houden.
Tweedens ziet hij het zelf als een aan
tasting van historisch gegroeide rechten.
De dijken hebben een functionele taak. Is
het voorstel dus wel in overeenstemming
met art. 27 van het Reglement? Ik vraag
me af of het principieel juist is, aldus dhr.
van Doorn. Mijn standpunt is, dat deze aan
slag zeker niet kan gelden voor de buiten
dijken en ook niet voor die dijken, welke
een verzorgende functie hebben. Spreker
acht het om verschillende redenen gewenst
dit voorstel aan te houden, om ook de dijk-
eigenaren gelegenheid te geven daarvan
meer studie te maken. Ik maak bezwaar
tegen het voorstel om reden van Water
staatkundige aard, aldus besloot deze hoofd-
ingelande zijn motivering.
De dijkgraaf, de heer H. van Gorsel wees
als antwoord op het feit, dat ook de Vroon
landen eertijds historische rechten hadden.
Wanneer de algemene vergadering dit
voorstel steunt, zal hier tegen wel iets te
doen zijn. Vast staat immers, dat ook de
zeedijken een opbrengend vermogen hebben,
De heer Van Doom interrumpeerde, dat
zolang die dijken een waterstaatkundige
functie hebben, er in feite niets is veranderd,
ook niet door de concentratie van de wa
terschappen. Hoofdingelande E. D. v. d.
Velde te Tholen wees er op, dat de dijken
na de herverkaveling dusdanig zijn veran
derd dat het vaak niet mogelijk is ze te be
weiden. Hoofdingelande De Rooij van Sta-
venisse verklaarde ten aanzien van dit
voorstel wel enige sportiviteit te hebben ver
wacht van de dijkbezitters emeer nu een
halve dijksloot voor rekening van het Wa
terschap wordt genomen en met dit alles bij
verpachting toch rekening kan worden ge
houden. De uitslag van de stemming over
dit voorstel werd hiervoor al genoemd: 1
tegen, -41 andere gezworenen en hoofdinge
landen stemden voor.
Overigens had de agenda een vlot verloop
nadat tevoren 'n agenda was afgewerkt van
de waterkeringen' Scherpenisse, Oud-Kem-
penshofstede en Moggershil alsmede van de
cal. Suzannapolder.
Bij de ingekomen stukken is een verzoek
een gedeelte weg in de Van Haaftenpolder
lopende van de boerderij van dhr v. d. Zan-
de aan het openbaar verkeer te onttrekken,
waartegen geen bezwaar is. Gedeputeerde
Staten keurden het besluit goed tot verbe
tering havendijken Stavenisse. Het provin
ciaal bestuur acht overigens de kans op
verkrijging van rijkssubsidie niet bijster
groot. Ingewilligd wordt het verzoek van
de heren M. Ligtendag en P. J. Rijnberg te
St Annaland tot het plaatsen van een wind-
schut rond een boomgaard. Aangegaan
wordt een rekening-courantovereenkomst tot
een maximaal crediet van f 500.000.
Daarna vindt de voorlopige vaststelling
plaats van de rekening dienstjaar 1961,
sluitend voor wat de gewone dienst betreft
met een nadelig saldo van f 28.782,25 en een
nadelig saldo kapitaaldienst van f 99.749,86.
Dit tekort wordt gedekt uit de saldi-reserve
groot f 199.063,25. Ook een begrotingswij
ziging 1962 is een hamerstuk.
Li!
BEGROTING 1963
Deze sluit gewone dienst aan ontv. en uitg.
met een bedrag van f 1.071.102.50 met een
onvoorziene post van f 13.851,82. Kapitaal-
dienst heeft 'n nadelig saldo van f 174.650,99
Bij de opzet van deze begroting is er van
uitgegaan onnodige lastenstijging te vermij
den. De ramingen zijn uiterst sober. De
vraag is of in de komende jaren een lasten
stijging verhinderd kan worden door toe
nemende onderhoudskosten van waterleidin
gen en wegen. Een drietal kapitaalswerken
staan op het programma 1,963 nl. verbete
ring aan de zeedijk polder Muije te Sint
Maartensdijk en aan de Noord. Verder ver-
beteringswerken te Stavenisse. De heer Van
Doorn is de tolk van de vergadering, wan
neer hij bestuur en personeel met dit tijdig
gereed zijn van een zo omvangrijk werk ge-
lkwenst.
Het geschot 1963 wordt vastgesteld voor
ongebowd op in totaal f 503.075,91 en ge
bouwd f 33.962,62.
PLAN WEGEN EN WATERLOPEN
EN ONDERHOUD DIJKSLOTEN
Voorgesteld wordt het klein onderhoud
van dc dijksloten voor rekening van het wa
terschap te nemen. Uitvoerig wordt de voor
geschiedenis nog eens voorgelegd.
De heer Verduit uit Tholen stelt voor om
er ook alle wegsloten bij te nemen om on
billijkheden te voorkomen. Hij krijgt evenwel
van geen der hoofdingelanden steun.
De heer B. Suurland te Stavenisse wijst
er op, hoe nog geen 9 maanden geleden
het bestuur er heel anders over dacht. Toen
hield men het er op, dat de gebrulikers
maar voor het onderhoud moesten zorgen,
ondanks zijn en het bezwaar van enkele
anderen. Toen het bestuursvoorstel werd
aangenomen werd zelfs van achter de be
stuurstafel opgemerkt, dat een wijs besluit
was genomen. Waren de andersdenkenden
dan onwijs. Dat is dan nu anders, want
nu komt het bestuur met het voorstel, dat
destijds door de onwijzen is gelanceerd.
Alleen kost het nu het Waterschap f 16.000
De oppositie heeft ds feitelijk het herziene
beleid van het bestuur beaald.
De dijkgraaf antwoord het vreemd te vin
den, dat dhr. Suurland hiermee oniew ter
tafel komt. Men kan daarover toch niet
blijven praten. eHt is toch duidelijk gewor
den, dat de grote meerderheid zich achter
het bestuur stelde. Laten we er nu over op
houden. Mei atgemene stemmen wordt hier
na het bestuursvoorstel inzake de halve dijk
sloot-onderhoud goedgekeurd.
AFSCHEID
Onderzocht worden de geloofsbrieven van
de nieuw benoemde hoofdingelande J. A.
de Wilde, waarna tot toelating wordt beslo
ten. Deze volgt dan zijn vader, de heer
G. de Wilde te Sint Maartensdijk op,
nu laatstgenoemde de 70 jarige leeftijd be
reikte. Dijkgraaf Van Gorsel dankt de schei
dende hoofdingelande voor hetgeen hij zo-
we! voor als na concentratie heeft gedaan.
De heer de Wilde kan over de polderza
ken meepraten. En dat bleek inderdaad het
geval, toen dhr. de Wilde dijkgraaf en alle
gezworenen en hoofdingelanden dank bracht
voor hun medewerking. Veertig jaar was hij
polderfunctionaris, waarvan een tijd dijk
graaf van de Muljepolder met 3 ha land en
3 ha zeewering. De kas was alfijd leeg.
Spreker is dankbaar dat men bij het district
Scherpenisse zijn zoon heeft willen voor
dragen. Hij mag het zien als een blijk van
waardering voor hetgeen hij heeft trachten
te doen. Inzonderheid dankt hij de heer C.
van Dalen voor de prettige versandhouding.
Daarna sluiting.
„De plannen voor het vergroten van de opslagcapaciteit van de
granen en het aanbrengen van een tweede stortput, waaraan de
leden reeds hun goedkeuring hebben gegeven, zijn in vergevorderd
stadium. Eerstdaags kan met de bouw worden begonnen."
Dit staat onder bet kopje „toekomstplannen" in het jaarverslag
juli 611 juni 62 van de Coöperatieve Aan- en Verkoop vereniging
„Eiland Tholen" G.A., gevestigd te St. Annaland, welk verslag
reeds aan de bijna 800 bij de Cavetho betrokkenen werd toegezon
den in verband met de vrijdag a.s. te houden jaarvergadering.
Na sluiting van dit verslag is alweer een nieuw graanseizoen
afgewerkt. Met topdagen van aanvoer. Met een hernieuwd onder
kennen van de noodzaak tot vergroting der stort- en opslag
capaciteit. Ook voor de boer is meer dan ooit tijd geld
geworden. Noch werkgevers, noch loonbedrijven kunnen zich
een lange wachttijd permitteren. En daarom zag het bestuur weer
uit naar verbeteringen in het nog nieuwe gebouw, in de al
moderne outillage. Vooral ook omdat de aanvoer van losgestort
graan met sprongen stijgt. En daar wil men bij de Cavetha tegen
volgend seizoen zijn opgewassen.
ACHT- en ACHTHONDERDLEDEN
Het staat er niet foutief, hierboven, want
het zijn geen 808 leden, die de Cavetho telt,
maar feitelijk maar 8 leden. Dat zijn dan de
zeven landbouwverenigingen van onze thool
se gemeenten en de Groenvoederdrogerij.
Maar de leden van deze acht verenigingen
zijn toch ten nauwste bij de Cavetho be
trokken en maken bij elkaar zo tegen de
achthonderd streekbewoners uit: de agra
riërs.
Daarom ook wordt het bestuur van de Ca
vetho gevormd door een afvaardiging van
die landbouwverenigingen, uit elke gemeen
te een lid.
In het verslagjaar werd voor de eerste
maal van de nieuwbouw gebruik gemaakt,
hetgeen volledig aan de verwachtingen be
antwoordde. Belangrijke arbeidsbesparing
was het gevolg met een goede verzorging
bij de ontvangst van los aangevoerde gra
nen. Men was nog niet helemaal tevreden,
met name dan voor wat de wachttijden be
treft bij het afhalen van kunstmeststoffen,
maar ook hierin komt verbetering. De be
doeling was nog voor het seizoen 1962 een
tweede stortput en vergrote opslag capa
citeit te hebben, maar dat is niet gelukt. De
tijd was te kort.
Dit alles wordt meegedeeld in het „ten
geleide" van de voorzitter der Cavetho de
heer C. J. J. Kooijman. In dit opzicht is
het zijn „zwanenzang", want dhr. Kooijman
gaf te kennen zijn tijdelijk voorzitterschap
(waargenomen sinds het overlijden van A. J.
Groenewege) te willen beëindigen. Hij ein
digt het voorwoord met alle medewerkers
aan de Cavetho, inzonderheid directeur Heij
boer en zijn personeel dank te brengen voor
hetgeen ook in het verslagjaar weer werd
gepresteerd. En dat was alleen mogelijk met
hart voor de zaak.
Hoe het omzetverloop of liever de om
zetstijging bij de Cavetho lag, toont een
statistiekje:
1955-56 7.037.991 kg f 1.799.579,49
1956-57 9.404.982 kg f 1.876.075,49
1957-58 9.533.594 kg f 2.242.716,21
1958-59 6.881.220 kg f 2.233.798,92
1959-60 6.921.469 kg f 2.561.122,17
1960-61 8.484.801 kg f 2.253.396,35
1961-62 8.053.858 kg f 2.392.844,00
Tussen 26 juli en 30 september 1961 werd
1.236.000 kg tarwe aangevoerd en 2.160.000
Moeders
Kerst
voorbereidingen....
Zijn ze niet prima
I kg gerst of in totaal 3.789.157 kg granen. Er
werden 2.968.403 kg meststoffen omgezet
voor f 599.904,
De balanscijfers per 30 juni zijn van akti-
va en passiva f 1.431.025,32 met een voorde
lig saldo van f 113.35, terwijl de nieuwe
graansilo te boek staat voor f 979.436,72.
i Op de vrijdag te houden jaarvergadering
i te Oud Vossemeer komt bestuursverkiezing
aan de orde wegens periodieke aftreding
van de heren ir M. A. Geuze te Poortvliet
en W. A. de Wilde te Poortvliet (lid voor
de afd. Sint-Maartensdijk).
Voorts hoopt drs J. Dijkgraaf, secretaris
van het Landbouw Coöperatief Centrum
te Goes een causerie te houden over: „Wat
ons bezig houdt".
De leden van de landbouwverenigingen
weten in hun Cavetho met een gezonde
zaak van doen te hebben, die met de be
staande en nog toenemende verwikkelingen
op het gebied van afzet granen en peul
vruchten alsmede aankoop en verwerking
meststoffen een steeds nuttiger taak voor
haar leden kan verrichten.
VOOR IEDERE KAMER
DE JUISTE MEUBELEN
Bosstraat - hoek Lindebaan - teL 5467
BERGEN OP ZOOM
Practisch
KERSTGESCHENK
Voor een kort SUEDE JASJE natuurlijk naar
SMERDIEK SLEEPTE
EEN PUNT UIT HET VUUR
Zoals we reeds in „de verwachting"
vaststelden, is Krabbendijke de laatste tijd
wat afgezakt, hetgeen nog niet betekent, dat
het 'n gemakkelijke tegenstander is. Toch
had Smerdiek zaterdag inzonderheid voor
rust het heft volkomen in handen. Nu speel
de daarbij de wind ook een beetj emee.
Na een kwartier benutte linksbuiten van den
Hoek een voorzet van Bout met een fikse
kopstoot en het was een verdiende 1-0.
Het was tegen de verwachting in, dalj
spoedig na de tweede helft de gelijkmaker
kwam uit een scrimage voor het doel 1 - 1
Opnieuw lagen de kansen open en het moet
gezegd, dat er ondanks de harde wind pri
ma werd gespeeld. Toch was die wind er
wat debet aan, dat de Smerdiekse doelman
de bal niet liet glippen en de Krabbendijker
Korstanje er als de krabben bij was om nu
op zijn beurt een voorsprong te nemen 1 - 2
Smerdiek ging er nog op los, maar toch
kwam ook nu weer het tekort voor den dag
waarmee onze eilandclub in deze 4e klasse
der KNVB te kampen heeft en wat haar
zoveel moeite kost, staande te blijven, het
gebrek aan de nodige afwerking. Daarbij
komt, dat het maar heel zelden meezit. Toch
moest eerst een overtreding worden bestraft
van der Rhee werd in het beruchte ge
bied ten val gebracht eer Smerdiek weer
aan de gelijkmaker en eindstand toekwam.
Knuist benutte de strafschop en bracht daar
mee de eindstand op 2-2.
VREDERUST BRACHT HET TOT
EEN PUNT
Wel ietwat teleurstellend, dat Vrederust
het op eigen terrein tegen Sprang 2 niet
verder heeft kunnen brengen dan één punt.
En dat temeer omdat de twee doelpunten
die in deze wedstrijd werden genoteerd
geheel op naam van de gasten geschreven
moeten worden. Na 'n half uur nam Sprang
2 door een goed schot van hun linksbinnen
de leiding en het ging er op lijken, dat ook
in de tweede helft de verandering in deze
stand zou uitblijven. Gelukkig voor Vrede
rust hielp Sprang 2 zelf mee aan die wijzi
ging, toen een van de gasten de bal in
eigen doel werkte en daarmee Vrederust
dus aan dat ene winstpuntje hielp.
In de 2e klasse A werd alleen gespeeld
Velocitas K.M.A. tegen SSC 2 door de
laatste met 3 - 1 gewonnen.
En daarmee was de koek voor zaterdag
af.
DE VERWACHTING
Er rest maar heel weinig meer in het
jaar 1962 op het sportveld. Degenen die
nog wat in te halen hebben krijgen nog een
beurt, voorzover komende en de daaropvol
gende zaterdag de terreingesteldheid dat toe
laat. In dat geval zal in de tweede klasse
worden gespeeld door Tholense boys tegen
de Kadetten uit Breda. Een zekere winst
zit hier in voor de tholenaars. Good Luck 3
gaat het opnemen tegen Kogelvangers en
hoewel de laatste op de ranglijst in heel
wat betere positie, is het lang niet zeker,
dat het Willemstadse elftal in Raamsdonk-
veer de punten zal behalen. Mogelijk komen
ze niet verder dan een gelijkspel. En voor
het overige maar rust houden tot 1963.
De gemeenschappelijke ophaaldienst waar
bij zijn betrokken de gemeenten Poortvliet.
Scherpenisse, Sint Maartensdijk en Sint An
naland, zal gedurende de kerst- en nieuw
jaarsweek alléén in de tweede helft van
die weken het huisvuil ophalen. Voor Sint
Annaland en Poortvliet is dat dus donderdag
27 december en 3 januari, voor Sint Maar
tensdijk en Scherpenisse vrijdag 28 december
en 4 januari, steeds op de gebruikelijke uren
Volgende twee weken dus maar éénmaal
per week de ophaaldienst
v. a. 145.00-189.50
Ds. A. K. Straatsma schreef eens:
's Avonds voor het naar bed gaan nog
even een „ommetje"; dat doe ik graag.
Meer mensen doen dat. Sommigen doen het
met hun hondje en anderen met hun post.
Vaste klanten zijn er. Wij kennen el
kaar van gezicht. Wij spreken elkaar niet
aan. Dat doet een welopgevoed mens in
Den Haag niet. Alleen kijken wij elkaar
even aan, waarmee wij bedoelen: jij bent
er dus ook weer. Vaste klanten.
Maar gisteravond, vlak bij de brieven
bus, in 't schemerdonker, een wonderlijke
verschijning, 't Leek de kerstman, zo uit
de etalage weggestapt. Ik deed van schrik
een paar passen achteruit en zei: dat be
staat niet. Ter verduidelijking voegde ik
er aan toe: „Dat bestaat niet, want jij
bestaat niet."
Het mannetje begon schamper te lachen.
Zo besta ik niet? Maar waa.rom waar
schuw je dan zo nadrukkelijk tegen mij,
als ik niet besta? Is dat jouw werk om te
gen windmolens te vechten.
Even stond ik met de mond vol tanden,
maar dat duurde niet lang. Ik gooide het
over de wijsgerige boeg, daar ben ik nog
al sterk in, en zei: je kunt tegelijkertijd
bestaan en niet bestaan. Maar dat mag je
niet.
Mijn wijsbegeerte maakte hem stil en
van die stilte maakte ik gebruik om tot de
aanval over te gaan. Eigenlijk ben je niks,
mensen hebben je gemaakt. Je bent een mi
serabel sprookje. Ik zou geen bezwaar
tegen je hebben en je sprookje niet eens
miserabel vinden als je je bijv. met de St.
Nicolaas associeerde. Maar die naam, zie
je, „Kerst", die mooie naam maak jij kapot.
Hij schudde zijn hoofd en zei: je be
grijpt het helemaal verkeerd. Goed, ik ben
een sprookje, maar het sprookje behoort
bij het kind. Ik ben jullie bondgenoot. Ik
maak jullie feest gezellig en huiselijk, door
mij gaan de kinderen ernaar verlangen.
Ik ving hem op zijn eigen woorden en
zei: hoor je nou niet dat je bezig bent mij
gelijk te geven? Dat is het nou juist. Jij
brengt de kinderen de gedachte bij dat het
Kerstfeest een sprookje is, een pretmakerij
van pakjes en leker eten en daarmee maak
je het kapot.
Dat heb je op veel plaatsen in Engeland
gedaan, in Amerika. Weet je niet meer
dat ergens in Amerika, toen jij uit de trein
stapte, de muziek je met een adventslied
verwelkomde? Als ik me goed herinner was
het: „Heft op uw hoofden, poort enwijd,
wie is het die daar binnenrijdt"? Is dat erg
of niet. En nu ben je bezig de zaak bij
ons kapot te maken.
Omdat hij zo gauw geen antwoord wist
werd hij hatelijk. Pas maar op, zei hij,
straks kom ik nog bij jullie in de kerk!
Toen maakte ik met rn'n stok een dreigen
de beweging, waarvan hij schrok, zodat
hij zich plotseling in het niet oploste.
Maar onder de verdwijning door debi
teerde hij nog een hatelijkheid: „Jij bent
zeker een erge zware". Dat meende ik te
verstaan en ik moest er om lachen, want
dat was de eerste keer in m'n leven, dat
ik een zware dominee genoemd werd.
door Jan v. Maasdorp
ROMAN VAN EEN
KANTOORBEDIENDE
11
Uit welke plaats de soldaat kwam, vroeg de luitenant.
„Rotterdam? Hé, dan zijn we stadgenoten, dat is leuk."
Het geval wilde, dat alle soldaten van zijn sectie van
provincieplaatsen kwamen.
„Hou je van Rotterdam?" vroeg hij zijn mindere. En
toen hij een spontaan-bevestigend antwoord had ont
vangen, zei hij niet minder spontaan: „Nou, ik niet
minder, kerel. Het zal gelukkig niet zo lang meer duren,
dat de moffen om genade zullen smeken en dan zijn we
weer vrije burgers."
Wat of de soldaat van beroep was. „Kantoorbedien
de? Wel, ik heb ook een kantoorbaan bij een grote
bankinstelling. Studeerde economie, maar moest mijn
studie afbreken door omstandigheden." Hij had het
gymnasium bezocht en zover soldaat De Hoog kon be
grijpen, was hij, tegen zijn wil, reserve-officier gemaakt.
Het werd een vreemd-vertrouwelijk gesprek, waarbij
de officier ontdekte, dat de soldaat met gemengde ge
voelens de burgermaatschappij straks weer zou betre
den. Die jongeman kreeg een beetje zijn sympathie
was beschaafd en stak af bij het stelletje dat hij onder
zijn bevelen had. Later, op de kamer van de luitenant,
hadden ze beiden toen nog een vreemd en militair-onge
woon gesprek gevoerd, dat Karei de Hoog uitermate
verbaasde. Toen kort daarop de vrede tussen de geal
lieerden en Duitsland was getekend en het einde der
mobilisatie er was, had de luitenant hartelijk afscheid
van hem genomen. Hij had De Hoog zijn naamkaartje
met adres gegeven. „Als je niet direct kunt slagen met
het vinden van een kantoorbaan, weet ik allicht iets
voor je ik heb nogal wat relaties. Kom me maar eens
opzoeken in mijn pension."
Na zijn ontslag uit de militaire dienst was Karei de
Hoog dan weer teruggekeerd in de burgermaatschappij.
Daar was hij dus weer in zijn oude stad. En nu ja,
nü moest dan eigenlijk zijn werkelijke loopbaan be
ginnen. Alles wat daarvóór was geweest zijn jeugd
jaren, zijn gestumper, zijn gezoek en zijn vertwijfeling
dat was nu alles voorgoed voorbij dat was zijn
verleden, waarmee hij definitief diende te breken, wilde
hij eens slagen. Zijn gerijpte jongelingsjaren deden hem
deze keiharde werkelijkheid groot en klaar beseffen, j
Maar het nog altijd klein-burgerlijke milieu bij hem
thuis, waar hij en zijn zuster Dora nog slechts waren
overgebleven met hun sterk verouderde moeder het
milieu dat door verhuizing uit het proletariërskwartier
weliswaar iets minder triest, wat minder rauw was
was enkel maar in staat geweest, hem te doen beseffen,
hóe zwaar zijn nieuwe leven zou worden.
De eerste ochtend na zijn ontslag uit de dienst is hij
vertwijfeld de rommelige, drukke werkstad ingelopen,
op zoek ja, op zoek naar wat?
Automatisch is hij de kant van de havens uitgelopen,
automatisch ook is hij tegen een meerpaal gaan staan
op de kade van de Boompjes, om het drukke gedoe op
het water aan te zien. Dat had hij altijd machtig en im
ponerend gevonden.
Vertwijfeld laat hij zijn blik dwalen daar staan de
gebouwen, de handelskantoren, de bankgebouwen en
de vemen. Het is een mengelmoes van kapitale bouw
werken en half vergane bouwsels uit vroeger eeuwen.
Verscheidene van die bouwsels zijn aangevreten door
de tand des tijds, de raadselachtige geuren van een ver
verleden ademend. Ze staan daar als forten rond stads
grachten. En voor die „forten" heeft Karei de Hoog
eigenlijk meer belangstelling dan voor de haven en de
schepen. Want in een van die gebouwen zal hij zijn
destijds afgebroken loopbaan als kantoorbediende moe-
ten vervolgen.
Maar het is met een zekere vrees, dat Karei de Hoog
denkt aan zijn arbeid straks in een van die grote gebou
wen. Zal het kantoorleven voor hem niet een heel an
dere wereld zijn? Een wereld, waar hij zich zal voelen
als een volslagen vreemdeling, die volkomen aan zijn
lot zal worden overgelaten!
Nu is hij eenentwintig en daar staat hij, met bitterheid
in zijn hart, om het verleden en ook om het heden. Met
wrok denkt hij aan de haven uit de tijd toen zijn vader
daar ploeterde en ook aan diens bezwerende woorden:
„Zorg dat jij niet verliest, jong..." Mistroostig tuurt
hij omlaag naar het voorbij stromende water en denkt
verbitterd: „Ik heb al verloren
Zijn pogingen, na zijn ontslag uit de militaire dienst
een kantoorbaan te vinden, leden jammerlijk schipbreuk.
Bij één kantoor had hij de opmerking moeten incasseren
dat ze het, gezien zijn leeftijd en zijn al te geringe kan
toorervaring, niet aandurfden. Bij een ander bleek zijn
lagere schoolopleiding een beletsel. Daarna dorst hij
niet meer te solliciteren, uit vrees voor 'n nieuwe neder
laag. Zijn zuster Dora trachtte hem vergeefs aan te
sporen tot volhouden en zijn moeder zeurde aan zijn
hoofd om het bij een of andere expeditiezaak te pro
beren.
Maar het was eigenlijk weer de energie van Dora ge
weest, die hem de hulp deed inroepen van meneer Vol
ders. Karei had Dora van de vreemde gesprekken met
Zie vervolg pagina 11