Verkoudheid ASPRO jan elich De Kloof Piet van Tilburg Sportboekje Wij spraken met de „Kerstman" Waterschap Tholen. Cavetho maakt tweede stortput en vergroot opslagcapaciteit. IIIIIIIIBIIIIIII 10 Aanslag dijken naar gemiddeld bouwland van 1:7 - Opbrengend vermogen bepalend voor redelijkheid - Halve dijksloot-onderhoud nu definitief voor rekening waterschap - Begroting 1963. Voorkom Rillerig? Onprettig? Vlug; Vrijdag a.s. jaarvergadering. Ophaaldienst in Kerst- en Nieuwjaarsweek bergen op zoom HERENSUÈDE llllllllllllllll Drie van de voornaamste der 20 punten tellende agenda van de algemene vergadering van het Waterschap Tholen, gehouden dinsdag jl. te Scherpenisse waren de vaststelling der begroting 1963, het definitief besluit tot overname klein onderhoud door het waterschap van alle halve dijksloten en de aanslag voor de eigenaren van zeer- en binnendijken van 7.per ha. Dit laatste was een ingelast voorstel, waaromtrent zich bi] stemming één hoofd- ingelande tegen verklaarde. Hiermee werd aan een historisch gegroeide faciliteit voor dijkerseigenaren een eind gemaakt, zoals het al eerder gebeurde ten aanzien van de Vro nen. Een historie die tot de middeleeuwen teruggaat, waarbij een aangrenzend inge- lande vaak een stuk dijk kreeg toegewezen en indien deze boosaardig te werk ging door bijvoorbeeld die dijk door ta steken, hij als wrede straf in het gat werd gegooid en daar mee ten dode was gedoemd. Maar dat is al zo lang geleden, dat men het mag vergeten. Later kreeg men de polders en waterschap pen, waarbij de dijkeigenaar en hij was dat geworden omdat op zijn „zate een dijklichaam was gelegd het weide- en maairecht kreeg, terwijl het waterschap of de polder voor het onderhoud diende te zorgen en zonodig de dijk voor materiaal- opslag of andere onderhoudswerken in „be slag" nam gedurende een bepaalde tijd. Nog altijd was er dat recht maar het gevaar zat er al geruime tijd in, dat hierin verandering zou komen. De vronen waren in deze de waarschijwing. Ook het thoolse waterschap gaat er van uit, dat het opbrengend vermo gen bepalend is voor dc redelijkheid, c.q. het recht van een aanslag. En dat opbrengend vermogen is er, van plaats tot plaats moge lijk verschillen en misschien in het algemeen wel in mindere mate dan vroeger, maar nochtans aanwezig. Daarom een aanslag op de dijken. Berekend naar een verhouding van 1 tot 7 van gemiddeld bouwland. Na de vronen en de dijken kan het nu weer een waarschuwing inhouden voor alles wat nog niet belast is binnen het gebied van het wa terschap en als onroerend goed opbrengend vermogen heeft, bijvoorbeeld de grond rond de huizen in de bebouwde kommen en/of de grond waarop de huizen en andere ge bouwen staan. Ieder zijn steentje maar bij dragen, is de gedachte van een waterschap dat heel veel nodig heeft voor heel veel onderhoud. Er kwam dus slechts van één hoofdinge- lande bezwaar en wel van burgemeester W. J. van Doorn uit Poortvliet, die zijn me ning daaromtrent in rustige argumentatie naar voren bracht. Eerstens de vraag of het niet wat onverwacht op het dak van de Hoofdingelanden kwam, dit voorstel. Een nauwkeurige studie daarvan vergt meer tijd, dan het bestuur toestond, zo meende spre ker. Is het daarom niet beter de uitspraak tot een volgende vergadering aan te houden. Tweedens ziet hij het zelf als een aan tasting van historisch gegroeide rechten. De dijken hebben een functionele taak. Is het voorstel dus wel in overeenstemming met art. 27 van het Reglement? Ik vraag me af of het principieel juist is, aldus dhr. van Doorn. Mijn standpunt is, dat deze aan slag zeker niet kan gelden voor de buiten dijken en ook niet voor die dijken, welke een verzorgende functie hebben. Spreker acht het om verschillende redenen gewenst dit voorstel aan te houden, om ook de dijk- eigenaren gelegenheid te geven daarvan meer studie te maken. Ik maak bezwaar tegen het voorstel om reden van Water staatkundige aard, aldus besloot deze hoofd- ingelande zijn motivering. De dijkgraaf, de heer H. van Gorsel wees als antwoord op het feit, dat ook de Vroon landen eertijds historische rechten hadden. Wanneer de algemene vergadering dit voorstel steunt, zal hier tegen wel iets te doen zijn. Vast staat immers, dat ook de zeedijken een opbrengend vermogen hebben, De heer Van Doom interrumpeerde, dat zolang die dijken een waterstaatkundige functie hebben, er in feite niets is veranderd, ook niet door de concentratie van de wa terschappen. Hoofdingelande E. D. v. d. Velde te Tholen wees er op, dat de dijken na de herverkaveling dusdanig zijn veran derd dat het vaak niet mogelijk is ze te be weiden. Hoofdingelande De Rooij van Sta- venisse verklaarde ten aanzien van dit voorstel wel enige sportiviteit te hebben ver wacht van de dijkbezitters emeer nu een halve dijksloot voor rekening van het Wa terschap wordt genomen en met dit alles bij verpachting toch rekening kan worden ge houden. De uitslag van de stemming over dit voorstel werd hiervoor al genoemd: 1 tegen, -41 andere gezworenen en hoofdinge landen stemden voor. Overigens had de agenda een vlot verloop nadat tevoren 'n agenda was afgewerkt van de waterkeringen' Scherpenisse, Oud-Kem- penshofstede en Moggershil alsmede van de cal. Suzannapolder. Bij de ingekomen stukken is een verzoek een gedeelte weg in de Van Haaftenpolder lopende van de boerderij van dhr v. d. Zan- de aan het openbaar verkeer te onttrekken, waartegen geen bezwaar is. Gedeputeerde Staten keurden het besluit goed tot verbe tering havendijken Stavenisse. Het provin ciaal bestuur acht overigens de kans op verkrijging van rijkssubsidie niet bijster groot. Ingewilligd wordt het verzoek van de heren M. Ligtendag en P. J. Rijnberg te St Annaland tot het plaatsen van een wind- schut rond een boomgaard. Aangegaan wordt een rekening-courantovereenkomst tot een maximaal crediet van f 500.000. Daarna vindt de voorlopige vaststelling plaats van de rekening dienstjaar 1961, sluitend voor wat de gewone dienst betreft met een nadelig saldo van f 28.782,25 en een nadelig saldo kapitaaldienst van f 99.749,86. Dit tekort wordt gedekt uit de saldi-reserve groot f 199.063,25. Ook een begrotingswij ziging 1962 is een hamerstuk. Li! BEGROTING 1963 Deze sluit gewone dienst aan ontv. en uitg. met een bedrag van f 1.071.102.50 met een onvoorziene post van f 13.851,82. Kapitaal- dienst heeft 'n nadelig saldo van f 174.650,99 Bij de opzet van deze begroting is er van uitgegaan onnodige lastenstijging te vermij den. De ramingen zijn uiterst sober. De vraag is of in de komende jaren een lasten stijging verhinderd kan worden door toe nemende onderhoudskosten van waterleidin gen en wegen. Een drietal kapitaalswerken staan op het programma 1,963 nl. verbete ring aan de zeedijk polder Muije te Sint Maartensdijk en aan de Noord. Verder ver- beteringswerken te Stavenisse. De heer Van Doorn is de tolk van de vergadering, wan neer hij bestuur en personeel met dit tijdig gereed zijn van een zo omvangrijk werk ge- lkwenst. Het geschot 1963 wordt vastgesteld voor ongebowd op in totaal f 503.075,91 en ge bouwd f 33.962,62. PLAN WEGEN EN WATERLOPEN EN ONDERHOUD DIJKSLOTEN Voorgesteld wordt het klein onderhoud van dc dijksloten voor rekening van het wa terschap te nemen. Uitvoerig wordt de voor geschiedenis nog eens voorgelegd. De heer Verduit uit Tholen stelt voor om er ook alle wegsloten bij te nemen om on billijkheden te voorkomen. Hij krijgt evenwel van geen der hoofdingelanden steun. De heer B. Suurland te Stavenisse wijst er op, hoe nog geen 9 maanden geleden het bestuur er heel anders over dacht. Toen hield men het er op, dat de gebrulikers maar voor het onderhoud moesten zorgen, ondanks zijn en het bezwaar van enkele anderen. Toen het bestuursvoorstel werd aangenomen werd zelfs van achter de be stuurstafel opgemerkt, dat een wijs besluit was genomen. Waren de andersdenkenden dan onwijs. Dat is dan nu anders, want nu komt het bestuur met het voorstel, dat destijds door de onwijzen is gelanceerd. Alleen kost het nu het Waterschap f 16.000 De oppositie heeft ds feitelijk het herziene beleid van het bestuur beaald. De dijkgraaf antwoord het vreemd te vin den, dat dhr. Suurland hiermee oniew ter tafel komt. Men kan daarover toch niet blijven praten. eHt is toch duidelijk gewor den, dat de grote meerderheid zich achter het bestuur stelde. Laten we er nu over op houden. Mei atgemene stemmen wordt hier na het bestuursvoorstel inzake de halve dijk sloot-onderhoud goedgekeurd. AFSCHEID Onderzocht worden de geloofsbrieven van de nieuw benoemde hoofdingelande J. A. de Wilde, waarna tot toelating wordt beslo ten. Deze volgt dan zijn vader, de heer G. de Wilde te Sint Maartensdijk op, nu laatstgenoemde de 70 jarige leeftijd be reikte. Dijkgraaf Van Gorsel dankt de schei dende hoofdingelande voor hetgeen hij zo- we! voor als na concentratie heeft gedaan. De heer de Wilde kan over de polderza ken meepraten. En dat bleek inderdaad het geval, toen dhr. de Wilde dijkgraaf en alle gezworenen en hoofdingelanden dank bracht voor hun medewerking. Veertig jaar was hij polderfunctionaris, waarvan een tijd dijk graaf van de Muljepolder met 3 ha land en 3 ha zeewering. De kas was alfijd leeg. Spreker is dankbaar dat men bij het district Scherpenisse zijn zoon heeft willen voor dragen. Hij mag het zien als een blijk van waardering voor hetgeen hij heeft trachten te doen. Inzonderheid dankt hij de heer C. van Dalen voor de prettige versandhouding. Daarna sluiting. „De plannen voor het vergroten van de opslagcapaciteit van de granen en het aanbrengen van een tweede stortput, waaraan de leden reeds hun goedkeuring hebben gegeven, zijn in vergevorderd stadium. Eerstdaags kan met de bouw worden begonnen." Dit staat onder bet kopje „toekomstplannen" in het jaarverslag juli 611 juni 62 van de Coöperatieve Aan- en Verkoop vereniging „Eiland Tholen" G.A., gevestigd te St. Annaland, welk verslag reeds aan de bijna 800 bij de Cavetho betrokkenen werd toegezon den in verband met de vrijdag a.s. te houden jaarvergadering. Na sluiting van dit verslag is alweer een nieuw graanseizoen afgewerkt. Met topdagen van aanvoer. Met een hernieuwd onder kennen van de noodzaak tot vergroting der stort- en opslag capaciteit. Ook voor de boer is meer dan ooit tijd geld geworden. Noch werkgevers, noch loonbedrijven kunnen zich een lange wachttijd permitteren. En daarom zag het bestuur weer uit naar verbeteringen in het nog nieuwe gebouw, in de al moderne outillage. Vooral ook omdat de aanvoer van losgestort graan met sprongen stijgt. En daar wil men bij de Cavetha tegen volgend seizoen zijn opgewassen. ACHT- en ACHTHONDERDLEDEN Het staat er niet foutief, hierboven, want het zijn geen 808 leden, die de Cavetho telt, maar feitelijk maar 8 leden. Dat zijn dan de zeven landbouwverenigingen van onze thool se gemeenten en de Groenvoederdrogerij. Maar de leden van deze acht verenigingen zijn toch ten nauwste bij de Cavetho be trokken en maken bij elkaar zo tegen de achthonderd streekbewoners uit: de agra riërs. Daarom ook wordt het bestuur van de Ca vetho gevormd door een afvaardiging van die landbouwverenigingen, uit elke gemeen te een lid. In het verslagjaar werd voor de eerste maal van de nieuwbouw gebruik gemaakt, hetgeen volledig aan de verwachtingen be antwoordde. Belangrijke arbeidsbesparing was het gevolg met een goede verzorging bij de ontvangst van los aangevoerde gra nen. Men was nog niet helemaal tevreden, met name dan voor wat de wachttijden be treft bij het afhalen van kunstmeststoffen, maar ook hierin komt verbetering. De be doeling was nog voor het seizoen 1962 een tweede stortput en vergrote opslag capa citeit te hebben, maar dat is niet gelukt. De tijd was te kort. Dit alles wordt meegedeeld in het „ten geleide" van de voorzitter der Cavetho de heer C. J. J. Kooijman. In dit opzicht is het zijn „zwanenzang", want dhr. Kooijman gaf te kennen zijn tijdelijk voorzitterschap (waargenomen sinds het overlijden van A. J. Groenewege) te willen beëindigen. Hij ein digt het voorwoord met alle medewerkers aan de Cavetho, inzonderheid directeur Heij boer en zijn personeel dank te brengen voor hetgeen ook in het verslagjaar weer werd gepresteerd. En dat was alleen mogelijk met hart voor de zaak. Hoe het omzetverloop of liever de om zetstijging bij de Cavetho lag, toont een statistiekje: 1955-56 7.037.991 kg f 1.799.579,49 1956-57 9.404.982 kg f 1.876.075,49 1957-58 9.533.594 kg f 2.242.716,21 1958-59 6.881.220 kg f 2.233.798,92 1959-60 6.921.469 kg f 2.561.122,17 1960-61 8.484.801 kg f 2.253.396,35 1961-62 8.053.858 kg f 2.392.844,00 Tussen 26 juli en 30 september 1961 werd 1.236.000 kg tarwe aangevoerd en 2.160.000 Moeders Kerst voorbereidingen.... Zijn ze niet prima I kg gerst of in totaal 3.789.157 kg granen. Er werden 2.968.403 kg meststoffen omgezet voor f 599.904, De balanscijfers per 30 juni zijn van akti- va en passiva f 1.431.025,32 met een voorde lig saldo van f 113.35, terwijl de nieuwe graansilo te boek staat voor f 979.436,72. i Op de vrijdag te houden jaarvergadering i te Oud Vossemeer komt bestuursverkiezing aan de orde wegens periodieke aftreding van de heren ir M. A. Geuze te Poortvliet en W. A. de Wilde te Poortvliet (lid voor de afd. Sint-Maartensdijk). Voorts hoopt drs J. Dijkgraaf, secretaris van het Landbouw Coöperatief Centrum te Goes een causerie te houden over: „Wat ons bezig houdt". De leden van de landbouwverenigingen weten in hun Cavetho met een gezonde zaak van doen te hebben, die met de be staande en nog toenemende verwikkelingen op het gebied van afzet granen en peul vruchten alsmede aankoop en verwerking meststoffen een steeds nuttiger taak voor haar leden kan verrichten. VOOR IEDERE KAMER DE JUISTE MEUBELEN Bosstraat - hoek Lindebaan - teL 5467 BERGEN OP ZOOM Practisch KERSTGESCHENK Voor een kort SUEDE JASJE natuurlijk naar SMERDIEK SLEEPTE EEN PUNT UIT HET VUUR Zoals we reeds in „de verwachting" vaststelden, is Krabbendijke de laatste tijd wat afgezakt, hetgeen nog niet betekent, dat het 'n gemakkelijke tegenstander is. Toch had Smerdiek zaterdag inzonderheid voor rust het heft volkomen in handen. Nu speel de daarbij de wind ook een beetj emee. Na een kwartier benutte linksbuiten van den Hoek een voorzet van Bout met een fikse kopstoot en het was een verdiende 1-0. Het was tegen de verwachting in, dalj spoedig na de tweede helft de gelijkmaker kwam uit een scrimage voor het doel 1 - 1 Opnieuw lagen de kansen open en het moet gezegd, dat er ondanks de harde wind pri ma werd gespeeld. Toch was die wind er wat debet aan, dat de Smerdiekse doelman de bal niet liet glippen en de Krabbendijker Korstanje er als de krabben bij was om nu op zijn beurt een voorsprong te nemen 1 - 2 Smerdiek ging er nog op los, maar toch kwam ook nu weer het tekort voor den dag waarmee onze eilandclub in deze 4e klasse der KNVB te kampen heeft en wat haar zoveel moeite kost, staande te blijven, het gebrek aan de nodige afwerking. Daarbij komt, dat het maar heel zelden meezit. Toch moest eerst een overtreding worden bestraft van der Rhee werd in het beruchte ge bied ten val gebracht eer Smerdiek weer aan de gelijkmaker en eindstand toekwam. Knuist benutte de strafschop en bracht daar mee de eindstand op 2-2. VREDERUST BRACHT HET TOT EEN PUNT Wel ietwat teleurstellend, dat Vrederust het op eigen terrein tegen Sprang 2 niet verder heeft kunnen brengen dan één punt. En dat temeer omdat de twee doelpunten die in deze wedstrijd werden genoteerd geheel op naam van de gasten geschreven moeten worden. Na 'n half uur nam Sprang 2 door een goed schot van hun linksbinnen de leiding en het ging er op lijken, dat ook in de tweede helft de verandering in deze stand zou uitblijven. Gelukkig voor Vrede rust hielp Sprang 2 zelf mee aan die wijzi ging, toen een van de gasten de bal in eigen doel werkte en daarmee Vrederust dus aan dat ene winstpuntje hielp. In de 2e klasse A werd alleen gespeeld Velocitas K.M.A. tegen SSC 2 door de laatste met 3 - 1 gewonnen. En daarmee was de koek voor zaterdag af. DE VERWACHTING Er rest maar heel weinig meer in het jaar 1962 op het sportveld. Degenen die nog wat in te halen hebben krijgen nog een beurt, voorzover komende en de daaropvol gende zaterdag de terreingesteldheid dat toe laat. In dat geval zal in de tweede klasse worden gespeeld door Tholense boys tegen de Kadetten uit Breda. Een zekere winst zit hier in voor de tholenaars. Good Luck 3 gaat het opnemen tegen Kogelvangers en hoewel de laatste op de ranglijst in heel wat betere positie, is het lang niet zeker, dat het Willemstadse elftal in Raamsdonk- veer de punten zal behalen. Mogelijk komen ze niet verder dan een gelijkspel. En voor het overige maar rust houden tot 1963. De gemeenschappelijke ophaaldienst waar bij zijn betrokken de gemeenten Poortvliet. Scherpenisse, Sint Maartensdijk en Sint An naland, zal gedurende de kerst- en nieuw jaarsweek alléén in de tweede helft van die weken het huisvuil ophalen. Voor Sint Annaland en Poortvliet is dat dus donderdag 27 december en 3 januari, voor Sint Maar tensdijk en Scherpenisse vrijdag 28 december en 4 januari, steeds op de gebruikelijke uren Volgende twee weken dus maar éénmaal per week de ophaaldienst v. a. 145.00-189.50 Ds. A. K. Straatsma schreef eens: 's Avonds voor het naar bed gaan nog even een „ommetje"; dat doe ik graag. Meer mensen doen dat. Sommigen doen het met hun hondje en anderen met hun post. Vaste klanten zijn er. Wij kennen el kaar van gezicht. Wij spreken elkaar niet aan. Dat doet een welopgevoed mens in Den Haag niet. Alleen kijken wij elkaar even aan, waarmee wij bedoelen: jij bent er dus ook weer. Vaste klanten. Maar gisteravond, vlak bij de brieven bus, in 't schemerdonker, een wonderlijke verschijning, 't Leek de kerstman, zo uit de etalage weggestapt. Ik deed van schrik een paar passen achteruit en zei: dat be staat niet. Ter verduidelijking voegde ik er aan toe: „Dat bestaat niet, want jij bestaat niet." Het mannetje begon schamper te lachen. Zo besta ik niet? Maar waa.rom waar schuw je dan zo nadrukkelijk tegen mij, als ik niet besta? Is dat jouw werk om te gen windmolens te vechten. Even stond ik met de mond vol tanden, maar dat duurde niet lang. Ik gooide het over de wijsgerige boeg, daar ben ik nog al sterk in, en zei: je kunt tegelijkertijd bestaan en niet bestaan. Maar dat mag je niet. Mijn wijsbegeerte maakte hem stil en van die stilte maakte ik gebruik om tot de aanval over te gaan. Eigenlijk ben je niks, mensen hebben je gemaakt. Je bent een mi serabel sprookje. Ik zou geen bezwaar tegen je hebben en je sprookje niet eens miserabel vinden als je je bijv. met de St. Nicolaas associeerde. Maar die naam, zie je, „Kerst", die mooie naam maak jij kapot. Hij schudde zijn hoofd en zei: je be grijpt het helemaal verkeerd. Goed, ik ben een sprookje, maar het sprookje behoort bij het kind. Ik ben jullie bondgenoot. Ik maak jullie feest gezellig en huiselijk, door mij gaan de kinderen ernaar verlangen. Ik ving hem op zijn eigen woorden en zei: hoor je nou niet dat je bezig bent mij gelijk te geven? Dat is het nou juist. Jij brengt de kinderen de gedachte bij dat het Kerstfeest een sprookje is, een pretmakerij van pakjes en leker eten en daarmee maak je het kapot. Dat heb je op veel plaatsen in Engeland gedaan, in Amerika. Weet je niet meer dat ergens in Amerika, toen jij uit de trein stapte, de muziek je met een adventslied verwelkomde? Als ik me goed herinner was het: „Heft op uw hoofden, poort enwijd, wie is het die daar binnenrijdt"? Is dat erg of niet. En nu ben je bezig de zaak bij ons kapot te maken. Omdat hij zo gauw geen antwoord wist werd hij hatelijk. Pas maar op, zei hij, straks kom ik nog bij jullie in de kerk! Toen maakte ik met rn'n stok een dreigen de beweging, waarvan hij schrok, zodat hij zich plotseling in het niet oploste. Maar onder de verdwijning door debi teerde hij nog een hatelijkheid: „Jij bent zeker een erge zware". Dat meende ik te verstaan en ik moest er om lachen, want dat was de eerste keer in m'n leven, dat ik een zware dominee genoemd werd. door Jan v. Maasdorp ROMAN VAN EEN KANTOORBEDIENDE 11 Uit welke plaats de soldaat kwam, vroeg de luitenant. „Rotterdam? Hé, dan zijn we stadgenoten, dat is leuk." Het geval wilde, dat alle soldaten van zijn sectie van provincieplaatsen kwamen. „Hou je van Rotterdam?" vroeg hij zijn mindere. En toen hij een spontaan-bevestigend antwoord had ont vangen, zei hij niet minder spontaan: „Nou, ik niet minder, kerel. Het zal gelukkig niet zo lang meer duren, dat de moffen om genade zullen smeken en dan zijn we weer vrije burgers." Wat of de soldaat van beroep was. „Kantoorbedien de? Wel, ik heb ook een kantoorbaan bij een grote bankinstelling. Studeerde economie, maar moest mijn studie afbreken door omstandigheden." Hij had het gymnasium bezocht en zover soldaat De Hoog kon be grijpen, was hij, tegen zijn wil, reserve-officier gemaakt. Het werd een vreemd-vertrouwelijk gesprek, waarbij de officier ontdekte, dat de soldaat met gemengde ge voelens de burgermaatschappij straks weer zou betre den. Die jongeman kreeg een beetje zijn sympathie was beschaafd en stak af bij het stelletje dat hij onder zijn bevelen had. Later, op de kamer van de luitenant, hadden ze beiden toen nog een vreemd en militair-onge woon gesprek gevoerd, dat Karei de Hoog uitermate verbaasde. Toen kort daarop de vrede tussen de geal lieerden en Duitsland was getekend en het einde der mobilisatie er was, had de luitenant hartelijk afscheid van hem genomen. Hij had De Hoog zijn naamkaartje met adres gegeven. „Als je niet direct kunt slagen met het vinden van een kantoorbaan, weet ik allicht iets voor je ik heb nogal wat relaties. Kom me maar eens opzoeken in mijn pension." Na zijn ontslag uit de militaire dienst was Karei de Hoog dan weer teruggekeerd in de burgermaatschappij. Daar was hij dus weer in zijn oude stad. En nu ja, nü moest dan eigenlijk zijn werkelijke loopbaan be ginnen. Alles wat daarvóór was geweest zijn jeugd jaren, zijn gestumper, zijn gezoek en zijn vertwijfeling dat was nu alles voorgoed voorbij dat was zijn verleden, waarmee hij definitief diende te breken, wilde hij eens slagen. Zijn gerijpte jongelingsjaren deden hem deze keiharde werkelijkheid groot en klaar beseffen, j Maar het nog altijd klein-burgerlijke milieu bij hem thuis, waar hij en zijn zuster Dora nog slechts waren overgebleven met hun sterk verouderde moeder het milieu dat door verhuizing uit het proletariërskwartier weliswaar iets minder triest, wat minder rauw was was enkel maar in staat geweest, hem te doen beseffen, hóe zwaar zijn nieuwe leven zou worden. De eerste ochtend na zijn ontslag uit de dienst is hij vertwijfeld de rommelige, drukke werkstad ingelopen, op zoek ja, op zoek naar wat? Automatisch is hij de kant van de havens uitgelopen, automatisch ook is hij tegen een meerpaal gaan staan op de kade van de Boompjes, om het drukke gedoe op het water aan te zien. Dat had hij altijd machtig en im ponerend gevonden. Vertwijfeld laat hij zijn blik dwalen daar staan de gebouwen, de handelskantoren, de bankgebouwen en de vemen. Het is een mengelmoes van kapitale bouw werken en half vergane bouwsels uit vroeger eeuwen. Verscheidene van die bouwsels zijn aangevreten door de tand des tijds, de raadselachtige geuren van een ver verleden ademend. Ze staan daar als forten rond stads grachten. En voor die „forten" heeft Karei de Hoog eigenlijk meer belangstelling dan voor de haven en de schepen. Want in een van die gebouwen zal hij zijn destijds afgebroken loopbaan als kantoorbediende moe- ten vervolgen. Maar het is met een zekere vrees, dat Karei de Hoog denkt aan zijn arbeid straks in een van die grote gebou wen. Zal het kantoorleven voor hem niet een heel an dere wereld zijn? Een wereld, waar hij zich zal voelen als een volslagen vreemdeling, die volkomen aan zijn lot zal worden overgelaten! Nu is hij eenentwintig en daar staat hij, met bitterheid in zijn hart, om het verleden en ook om het heden. Met wrok denkt hij aan de haven uit de tijd toen zijn vader daar ploeterde en ook aan diens bezwerende woorden: „Zorg dat jij niet verliest, jong..." Mistroostig tuurt hij omlaag naar het voorbij stromende water en denkt verbitterd: „Ik heb al verloren Zijn pogingen, na zijn ontslag uit de militaire dienst een kantoorbaan te vinden, leden jammerlijk schipbreuk. Bij één kantoor had hij de opmerking moeten incasseren dat ze het, gezien zijn leeftijd en zijn al te geringe kan toorervaring, niet aandurfden. Bij een ander bleek zijn lagere schoolopleiding een beletsel. Daarna dorst hij niet meer te solliciteren, uit vrees voor 'n nieuwe neder laag. Zijn zuster Dora trachtte hem vergeefs aan te sporen tot volhouden en zijn moeder zeurde aan zijn hoofd om het bij een of andere expeditiezaak te pro beren. Maar het was eigenlijk weer de energie van Dora ge weest, die hem de hulp deed inroepen van meneer Vol ders. Karei had Dora van de vreemde gesprekken met Zie vervolg pagina 11

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1962 | | pagina 10