„Zo de wind waait
Na het rooien van de gladiolen.
A dreswijziging.
Akkerbouwgewassen
of mestvee*
7
s SS
SS S
18e JAARGANG No, 49
EENDRACHTBODE - TWEEDE BLAD
18 OCT, 1962
RedactieLandbouwcentrum Zeeland, Westsingel 58 Goes
V
t ©iris
Nieuwsbrief sl ree kver bete ring Tholen
waait mijn jasje" is een bekend gezegde. Vele telers van
augurken, aardbeien, bonen en kleinfruit denken er let
terlijk ook zo over. Ze laten niet alleen hun jasje met
de wind meewaaien, maar ook hun augurken of fram-
bozengewas. Het resultaat is een verwaaid gewas met
een lage produktie.
Zeer duidelijk was het dit jaar te zien bij de augur
ken.Goed beschutte percelen hadden een vrij goede pro
duktie. Niet beschutte percelen waren slecht tot zeer
slecht. Bij aardbeien waren duidelijke verschillen te zien
evenals bij bonen. Ook het kleinfruitgewas is dit jaar
op vele plaatsen kapot gewaaid. Zelfs gewassen zoals
kool en aardappels hebben door de wind geleden.
Er is veel wind in ons teeltgebied. Op het eiland
Tholen ontbreekt bijna alle natuurlijke bechutting. Het
valt de buitenstaander op dat het hier zo kaal is (letter
lijk natuurlijk). Bovendien is de windsnelheid langs de
kust belangrijk hoger dan in het binnenland. Volgens
het K.N.M.I. is in de periode van 1 juni tot 31 aug.
de gemiddelde windsnelheid als volgt:
Kuststrook: 6,1 m per sec.
Wageningen: 3,3 m per sec.
Zuid Limburg: 2,5 m per sec.
Ook zijn langs de kust de gemiddelde dagtempera
turen in de zomer enkele graden lager dan in het bin
nenland.
Om met succes de fijnere tuinbouwgewassen op ons
eiland te kunnen telen is het gewenst een kunstmatig
windscherm aan te brengen.
Welke beschuttingsmiddelen
Men onderscheidt:
1. Permanente (blijvende) beschuttingsmiddelen.
2. Tijdelijke beschuttingsmiddelen.
Voor blijvende beschutting kan men houtgewassen
of schuttingen gebruiken. Voor tijdelijke beschutting,
beschuttingsgewassen of schermen van latwerk, riet
matten of rijshout.
Welk windscherm we nemen hangt af van vele fac
toren. Het windscherm moet voldoen aan onze eisen
wat betreft: Hoogte, stevigheid, niet te breed en zo
mogelijk goedkoop.
Ook kunnen we als eis stellen dat de beschutting
aanwezig moet zijn op het moment dat de gewassen
worden uitgeplant of boven de grond komen.
Bij onze keuze moeten we ook rekening houden met
de volgende punten:
1. Is het land in eigendom of in pacht.
Op gepacht land moet men n.l. toestemming hebben
van de eigenaar.
2. Loopt langs het perceel een watergang.
Dan is men gebonden aan de voorschriften van het
waterschap.
3. Zet men de beschutting tussen eigen perceel en dat
van een buurman dan moet men rekening houden
met de vereiste afstand tot de grensscheiding (j/j
m voor hagen en 2 m voor opgaande schermen).
4. Voor schuttingen heeft men op sommige plaatsen
een bouwvergunning nodig.
De gewassen die we gaan telen spelen natuurlijk
ook een rol bij onze keuze.
Houtgewassen.
Voor kleinfruit is een windscherm van houtgewassen
goed bruikbaar. Ook kan men een gedeelte van zijn
bedrijf reserveren voor windgevoelige gewassen en daar
een windscherm van houtgewassen om plaatsen.
Voordelen houtgewassen.
1. Zijn niet duur.
2. Duurzaam.
3. Voldoende hoog.
Nadelen.
1Onttrekken voedsel en water aan bodem.
2. Vragen onderhoud.
Men gebruikt voor windschermen: Elzen, populieren,
wilgen en nog enkele andere gewassen.
Het meest voor ons doel geschikt is de els. Men plant
deze in november - december. Op slempige en zeer nat
te gronden kan men wachten tot het vroege voorjaar.
Men plant de elzenstruikjes op 35 cm van elkaar. Ze
kosten 15-20 ct per stuk. Das is per meter 45-60 ct.
Probeer goed plantmateriaal te krijgen, want er is, in
deze, veel kaf onder het koren. Bij vele boomkwekers
staat het elzenplantmateriaal te dicht op elkaar waar
door we geen stevige struikjes krijgen. Bij andere ver
drogen de wortels tijdens het opkuilen. Een elzen wind
scherm heeft ook verzorging nodig. Men kan de boel
niet maar raak laten groeien. Wat snoeien op zijn tijd
is nodig. Als het windscherm nog jong is moet men de
grond er omheen loshouden en het onkruid bestrijden.
Onkruiden zoals b.v. kweek kunnen nog al wat schade
doen.
De els heeft als voordeel dat hij weinig rooft. Hij
kan niet tegen het zilte grondwater, bij percelen met
een hoge grondwaterstand is dit een nadeel.
Wil men nog dit jaar b.v. kleinfruit planten en men
heeft nog geen beschutting, dan kan men een elzenhaag
planten met daar achter aan de buitenkant een tijdelijk
windscherm van latwerk. Het gewas staat dan uit de
wind en de elzen groeien de eerste jaren ook beter door
omdat ze ook beschut staan. Bij een kleinfruitteler in
St.-Annaland zag ik dat met succes toegepast.
Populieren onttrekken meer voedsel aan de grond
dan elzen, ze zijn duurder per stuk maar kunnen verder
uit elkaar gezet worden. De wilg is goedkoop men kan
zelf stekken planten. Sommige wilgensoorten zijn niet
stevig genoeg. Ook vraagt de wilg wat meer snoeiwerk
anders groeit hij te breed.
Schuttingen.
Voor beperkte oppervlakten zijn schuttingen bruik
baar. Voor grotere percelen is de schutting vrij duur.
Schuttingen gebruikt men wel om op goede grond zeer
vroeg te zijn met zijn vollegrondsprodukten zoals b.v.
sla en spinazie.
Andere beschuttingsmiddelen.
Als tijdelijke beschutting zijn windschermen van lat
werk, rijshout en rietmatten goed bruikbaar. Ook zijn
er oprolbare lattenschermen in de handel verkrijgbaar.
Een vindingrijk tuinder zal ook wel andere materialen
weten die voor dit doel te gebruiken zijn.
Op beschuttingsgewassen hopen we een keer terug
te komen in een afzonderlijk artikeltje, als deze gezaaid
moeten worden.
Hoe beschutting aanbrengen
Hoewel de west- en de noordkant i.v.m. de wind het
belangrijkste is zal het verstandig zijn om rond om het
perceel beschutting aan te brengen. j
Op brede percelen kan het nodig zijn een tweede
windscherm te plaatsen. De afstand van het ene wind
scherm tot het andere moet 6 keer de hoogte van het
scherm zijn. Heeft men dus een windscherm van 3 m,
dan profiteerd 18 m achter het scherm er van.
Wordt beschutting beloond?
In de fruitteelt is men daar wel van overtuigd. In
de groente- en kleinfruitteelt nog lang niet altijd.
Proeven van het Proefstation in Alkmaar hebben
bewezen dat beschutte stamslabonen 151 meer kg
gaven t.o.v. onbeschutte stamslabonen. Bovendien wa
ren de bonen op de beschutte objecten 14 dagen vroeger
en veel beter van kwaliteit.
Volgens Ir. B. Roelofsen in ,,De teelt van kleinfruit"
zijn opbrengstverhogingen van 35 door windbeschut-
ting bij de aardbeienrassen Jucunda en D. Evern, nor
maal te noemen. We hebben de indruk dat dit bij Senga
Sengana en Red Gauntlet zeker niet minder zal zijn.
Bovendien gaat hiermede een opbrengstvervroeging
van een week gepaard. En een week eerder op de vei
ling betekent dikwijls een hogere prijs per kg. Het vol
gend lijstje van kg-prijzen op verschillende plukdata
van de veilinq Kaoelle laat dat duidelijk zien:
Data 1958
Op een aantal bedrijven in het herverkavelingsge-
bied „Tholen" liggen nog percelen grasland die in
feite voor de verbouw van akkerbouwgewassen be
stemd of althans opgeleverd zijn.
Daarnaast zijn ongetwijfeld ook nog een aantal per
celen als grasland in gebruik die min of meer als bouw
land te exploiteren zouden zijn.
Het is verder een bekend feit dat de Zeeuwse akker
bouwer, dus ook de Thoolse, in het algemeen weinig
belangstelling heeft voor de veehouderij.
Nu kan de vraag gesteld worden of de mestvee-
houderij op deze gronden rendabel is, of deze iets min
der goede gronden beter te benutten zijn voor de ver
bouw van akkerbouwgewassen.
De mestveehoudeij kan uiteraard toch wel gehand
haafd worden, door b.v. in het najaar mager vee aan
te kopen en af te mesten met afval of bijprodukten van
de akkerbouwgewassen.
Alvorens op de hiervoor gestelde vraag een antwoord
te kunnen geven is het o.a. nodig vast te stellen met
welke grondkwaliteit we te maken hebben.
Immers, een aantal faktoren spelen hierbij een voor
name rol, zoals ligging t.o.v. de bedrijfsgebouwen, ont
watering en zwaarte van de grond.
Wanneer we ons echter beperken tot die gronden
die door de herverkaveling als geschikt voor akker
bouw opgeleverd, mogen we veronderstellen dat o.a.
de ontwatering en de zwaarte van de grond aan rede
lijke eisen voldoen. De ligging t.o.v. de bedrijfsgebou
wen is ook een belangrijk punt in verband met de
arbeidsorganisatie.
6/6
9/6
11/6
13/6
16/6
18/6
20/6
24/6
27/6
30/6
3,12
1,77
1,55
1,55
1,23
1,35
1,34
1,15
1,13
1,06
kg-prijs
De versciiuicn iu»cu uc uol iiuiLt: en uiJLutrsGiiuiifc:
augurkenpercelen hebt u zelf duidelijk kunnen zien.
Conclusies.
Daar op het eiland Tholen de natuurlijke beschutting
nagenoeg ontbreekt en de windsnelheid groter is als
in het binnenland, is kunstmatige beschutting nood
zakelijk.
Beschutting gaat niet alleen het kapot waaien van
gewas en vruchten tegen maar werkt ook vervroegend.
Daar de kilo-opbrengst belangrijk groter is op de be
schutte percelen, men vroeger met zijn producten op
de markt komt en de kwaliteit in vele gevallen beter is,
wordt beschutting vrijwel altijd beloond.
R.T.V.D. Goes. B. Baijense.
Tarwe als windscherm. Een windscherm is onontbeerlijk bij de teelt van augurken.
Goede kwaliteit is belangrijk.
Over de bezwaren die aan de veehouderij kleven,
met name de personeelsbezetting en de vrije zaterdag,
kunnen we gevoegelijk zwijgen, omdat dit op elk bedrijf
van toepassing is. Rest dus om na te gaan wat renda
beler is: akkerbouw of veemesterij op de iets minder
goede gronden.
Om een en ander objektief te kunnen beoordelen, is
het nodig de volgende objekten te vergelijken:
a. gronden waarop alle voorkomende akkerbouwge
wassen geteeld kunnen worden, met als restriktie
10% lagere opbrengst dan op de betere gronden
wordt verkregen.
b. aankoop van jongvee, 's zomers in de wei en ver
volgens afmesten.
Bij de opzet gaan we uit van een akkerbouwbedrijf
van 40 ha, waarvan 5 ha te scheuren grasland.
Voor de vergelijking is gebruik gemaakt van de
saldi van een aantal L.E.I.-boekhoudingen over de
jaren 1957 t/m 1960.
We nemen verder aan dat de toegerekende kosten
op de te scheuren grond per ha gelijk liggen als voor
de L.E.I.-bedrijven berekend is.
Gemiddelde saldi per ha van voornoemde L.E.I-be-
drijven was over de jaren 1957 t/m 1960 1.432,/ha.
Het saldo wordt van de te scheuren oppervlakte bij
10% opbrengst depressie gemiddeld 1.240.-per ha.
Rundveehouderij
Veebezetting.
Per 1 oktober worden 20 stuks graskalveren (9 mnd.)
aangekocht a 400.
Per 1 april worden 20 stuks mestvee (27 mnd.) ver
kocht a 900.
Opbrengsten: stalmest 1.395.
omzet 10.000.
11.395.
toegerekende kosten
veevoeder: aankoop 2.080.
eigen bedrijf 2.970.
grasland: 5 ha a 239 1.195.
diversen 2.050.
8.295.—
3.100.—
620.—
saldo
saldo per ha grasland
Er is gerekend met een waardevermeerdering in 18
maanden van 500.per dier. Bij een waardevermeer
dering van 400.per dier levert het grasland een
saldo van 220.per ha, maar bij een waardestijging
van 600.wordt dit 1.020.per ha.
Samenvatting
Bij een opbrengstverlaging van de akkerbouwge
wassen met 10% en een waardestijging van 600.
per dier in 18 maanden, kan met voordeel tot scheuren
worden overgegaan.
Daalt de gemiddelde opbrengst met circa 20 dan
zal het verschil in saldo per ha vrijwel nihil zijn.
Bij een waardevermeerdering van 500.resp.
400.per dier kan de opbrengst van de akkerbouw
gewassen nog aanzienlijk verder dalen dan 20 In
dergelijke gevallen komen echter andere faktoren om
de hoek kijken. Zoals ongescliktheid van de grond
voor bepaalde gewassen, b.v. aardappelen en suiker
bieten. Bovendien zullen dan de toegerekende kosten
vermoedelijk stijgen door hogere bemestingskosten.
De onkruidbestrijding zal op dergelijke grond meer
arbeid vragen, hetzij door mechanische hetzij door
chemische bestrijding. De arbeidsbezetting en de be
drijfsorganisatie gaat hierbij een rol spelen.
Besluit
Met dit artikeltje is niet getracht uitvoerig voor te
rekenen dat de akkerbouw gemiddeld gunstiger ligt
dan de veemesterij. Hiervoor is het nodig om van be
drijf tot bedrijf de algehele bedrijfsomstandigheden te
kennen.
In dit verband mogen we wijzen op de bedrijf sekono-
mische boekhouding en de analysebegroting.
Voor nadere bijzonderheden en advies raadplege men
de rayonassistent van de Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst.
R.L.V.D.
Goes, oktober 1962.
M. Murre.
F. de Ronde.
De heer B. Baijense assistent bij de tuinbouwvoorlich-
tingsdienst, is een woning toegewezen in de gemeente Tholen.
Zijn adres wordt: Simon Lindhoutstraat 42, Tholen.
Wij wensen hem en zijn gezin het allerbeste toe en hopen
dat zij zich spoedig in de voor hen nieuwe gemeenschap
thuis zullen voelen.
Het huis van de heer Baijense is nog niet op het telefoon
net aangesloten. Wij hopen echter dat dit spoedig zal ge
beuren. Nadere mededelingen hierover volgen in de Nieuws
brief.
Het rooien van de gladiolen is nu in volle gang. Eerst de vroege
rassen, daarna de latere en zo komen de partijen op hun beurt in of
bij de schuur, wachtend op verdere behandeling.
In dit artikel zullen enkele wenken gegeven worden om fouten,
die men in de bedrijven vaak ziet, nu te voorkomen.
Het afdak
Bij verscheidene schuren ziet men een afdak. Dit afdak heeft
ten doel, de daaronder te plaatste produkten en materialen tegen
neerslag te beschermen.
Met het gebruik van zo'n afdak als verlengstuk van de droog
schuur moet men voorzichtig zijn. Voor gladiolen, die nat van
het veld één dag onder het afdak worden geplaatst in gaasbakken,
levert dit geen bezwaar op; maar dan ook niet langer, anders
dreigt het gevaar van een ernstige botrytisaantasting. Botrytis
maakt uw produkt waardeloos. Zorg ervoor dat de wind goed
door de gaasbakken kan spelen.
De droogschuur
Het principe van de droogschuur is, droge lucht door de bollen
te voeren. Deze lucht verzadigt zich met het vocht van de knollen
en wordt als natte verzadigde lucht afgevoerd. Dit afvoeren van
de vochtige lucht geschiedt via luchtschuiven.
De luchtschuiven
Het spreekt vanzelf dat een luchtschuif alleen dan aan zijn doel
beantwoordt wanneer hij tijdens het drogen openstaat. Wanneer het
kleppen zijn, zorg er dan voor dat zij goed scharnieren. Immers,
wanneer dit stroef gaat, wordt de tegendruk in de droogruimte te
groot en kan de ventilator minder verse lucht in de ruimte blazen,
dus vermindert de droogcapaciteit. Door deze vermindering droog-
capaciteit wordt de kans op spetterbotrytis verhoogd.
Het is belangrijk dat het drogen korte tijd duurt. In vochtige
toestand is de knol zeer vatbaar voor botrytis. Daarom wordt bij
een droogvloer de lucht eerst verwarmd en daarna via de ventilator
onder de knollen in de luchtruimte gevoerd. Vandaar stijgt de
lucht door het rooster van de vloer, via de met knollen gevulde
gaasbakken naar boven en ontwijkt door de luchtschuiven.
Reeds verzadigde lucht opnieuw verwarmen en in circulatie
brengen, heeft weinig nut. Wel kan dit spetterbotrytis bevorderen.
Op de volgende tekeningen zijn de foutieve en goede luchtcir-
culaties aangegeven.
FOUT
GOED
luchtstroom
irodukt
rooster
ventilator
Het plaatsen van de kachel in de droogruimte bevordert het op
nieuw verwarmen en in circulatie brengen van reeds verzadigde
lucht. Zet de kachel dus niet in de droogruimte!
Trips
Voor de bestrijding van trips is naftaline een uitstekend middel.
Maar open vuur en naftalinedampen kunnen explosie en brand
veroorzaken. Gebruik daarom uitsluitend een electrische naftaline-
verdamper. Deze zijn veilig en goed.
Nadrogen
Er werd reeds gewaarschuwd voor spetterbotrytis. Dit treedt
het meeste op wanneer de knol vochtig is.
Zodra de knollen droog genoeg zijn om te pellen, komt er weer
zo'n gevaarlijke periode. De knol voelt aanvankelijk droog aan.