EENDRACHTBODE Hoe Sint-Annaland is ontstaan. Vele wensen werden vervuld TWEEDE BLAD Se JAARGANG No, 32 «v Sint-Annaland dankte zijn scheidende burgemeester voor veel verkregen goed in acht en half jaar VOOR EEN ZONNIGE VAKANTIE REISDEVIEZEN VAN DE EEN GROOT GEZELSCHAP Met uitzondering van burgemeester Sluij- mers, die werd vertegenwoordigd door zijn beide wethouders waren alle collega's van de streek, ook de burgemeester van Sint- Philipsland, merendeels met echtgenote, aan wezig op deze afscheidsbijeenkomst van burgemeester J. van den Bos. Verder de gemeentesecretaris van Vlissingen, de heer J. W. Peters als voorzitter van de I.Z.A. Zeeland, waar de heer Van den Bos be stuurslid van is, adjudant Bos van de Rijks politie, de heer Boot van de Centrale Dienst Noord Zeeland, ds. L. G. Zwanenburg van Stavenisse, consulent van de hervormde ge meente Sint-Annaland, afgevaardigden van de andere twee kerkgenootschappen ter plaatse, de gemeentesecretarissen van Sint- Maartensdijk en Scherpenisse, van iedere plaatselijke vereniging een tweetal afgevaar digden, familieleden van het burgemeesters gezin en andere genodigden. De buitengewone raadsvergadering werd gepresideerd door de wnd. burgemeester J. Moerland, die na opening met ambtsgebed een welkomstwoord sprak, maar overigens niet met onverdeeld genoegen wilde begin nen met de clichéuitdrukking, dat het hem een genoegen was. Wel was zulks het ge val om zovelen een welkom te mogen toe roepen, maar minder vanwege het doel van deze vergadering, nl. het afscheid van een zeer gewaardeerde burgemeester. Er is immers in die 8J-2 jarige ambtsperiode veel tot stand gekomen en daarvan werden de hoofdzaken door de heer Moerland gere- leverd. Weliswaar was het niet alleen de burgemeester, maar wanneer toch zijn raad gevende stem er niet was geweest, zou er niet zoveel van terechtgekomen zijn. Op dit alles terugziende zijn wij aan onze scheidende burgemeester veel dank verschul digd, meende de wnd. burgemeester, die na mens de raad en al het gemeentepersoneel en politie ook een stoffelijk blijk van waar dering te hebben, maar overhandiging daar van aan de eerste wethouder dhr. G. Goede- gebuure overliet. Wel merkte hij op, dat het een wonderlijk instrument is, dat doet den ken aan een kleine lepel, denkbeeldig een kleine dosis scheppend uit een onvoltooid toekomende tijd, om het dan onmiddellijk weer over te hevelen in de voltooid verleden tijd en slechts in een zeer korte tijd, als het de denkbeeldige evenaar passeert, is het onvoltooid tegenwoordige tijd. Na deze grammatica van de wnd. burgemeester werd toch wel iets duidelijk, toen hij er aan toe voegde, dat wanneer de heer van den Bos er een goed gebruik van zou maken hij steeds op tijd aan het werk zou gaan en ook op tijd thuis zou zijn. De heer Moerland besloot met de wens dat het verdere van het leven van de schei dende burgemeester en zijn gezin zou mogen gaan onder Gods onmisbare zegen omdat elke weg in dit leven toch een doodlopende weg is. IN DRIE FASEN Nadat we tot acht maal toe een nieuw jaarsreden van burgemeester van den Bos in extenso onder de aandacht van de lezers hebben gebracht, willen we ook dit af scheidswoord vrijwel in zijn geheel laten volgen. De heer van den Bos begon aldus: Zo is dan het ogenblik gekomen, dat wij in deze bijzondere vergadering afscheid gaan nemen van de arbeid, welke wij sedert 1 november 1953 in de gemeente Sint-Anna land hebben mogen verrichten. Wij stellen het bijzonder op prijs om, in verband daarmede, hier de gelegenheid te hebben enige woorden te spreken. Wij zou den onze ambtsperiode daartoe in drie fasen willen verdelen, niet omdat deze ver deling elders bij velen hopelijk gewaardeerd wordt, maar omdat wij daarin een drieërlei aspecten menen te onderkennen. In de aanvangsperiode hebben wij ge tracht het beleid van de plaatselijke overheid mede zo gericht te krijgen, dat de gemeente lijke voorzieningen op een redelijk peil wer den gebracht, voorzieningen van allerlei aard en redelijk in vergelijking met wat bij andere gemeenten van gelijke grootte en structuur elders werd nagestreefd en soms al tot op zekere hoogte bereikt. WONINGBOUW Daarin had de woningbouw wel een bij zondere prioriteit. Er was een uitbreidings plan, maar de realisering moest nog ter hand worden genomen. Eén van de eerste raadsbe sluiten betrof dan ook de verwezelijking van het gedeelte van het uitbreidingsplan, bekend staande onder de naam Cureelanden. Dit was met het gemakkelijkste gedeelte: met ongeveer 60 eigenaren en gebruikers van tuingrond moest onderhandeld en 8 woningen moesten afgebroken worden. Ook toen als nu een sterke contingentering van de bouwvolume, destijds zo geheten, en bovendien, het was voor de bevolking een min of meer nieuwe aanpak der zaken, waardoor zij wat vreemd stond tegenover deze ontwikkeling. Hoewel de grondverkrijging met alle belanghebben den formeel langs middelijke weg plaats vond, werd materieel telkens weer gesproken van onteigening. Het was het eerste begin op de ze weg. En, achteraf gezien, is het een mooi stuk werk geworden, waarbij de medewerking van degenen, die hun grond moesten missen voor de verwezelijking van dit deel van het uitbreidngsplan, in feite een saneringsplan, geroemd dient te worden. Die woningbouw heeft het beleid in onze ambtsperiode steds gemarkeerd. En daarom stemt het tot dankbaarheid, dat vele nieuwe woningen gebouwd zijn en niet weinige slechte woningen als krotwoningen vervan gen, waarbij niet vergeten wordt de wel zeer gunstige faciliteiten, die betrokkenen konden genieten van de financiering in her- verkavelingsverband, geldende voor 50 wo ningen. Ook weer zo n nieuwe zaak. Het is daarom begrijpelijk, dat in het begin, on danks onze uiteenzettingen, daarvan schoor voetend gebruik werd gemaakt, maar toen eenmaal de voordelen waren doorgedrongen, de animo zo groot werd, dat dit contingent niet voldoende bleek. Parallel met deze nieuwe ontwikkeling in het beleid liep de aanleg van nieuwe straten, dit uit de aard der zaak, en vernieuwing van de riolering met verbetering der straten. Ook aan enige verfraaiing jder gemeente door middel van beplantihg werd aandacht ge schonken. Het is te betreuren, dat het aan brengen van beplantingen bij ale inwoners niet die waardering verkrijgt als zij zonder meer verdient. Dit gehele beleid werd mogelijk ge maakt door de grote medewerking van de gemeenteraad. Het moet niet uit het oog worden verloren, dat dit college in volstrekte zin de noodzakelijke besluiten had te nemen en het heeft ons steeds ge frappeerd, dat de Sint-Annalandse ge meenteraad positief gekozen heeft voor deze nieuwe stijl van gemeentebeleid. Naar onze mening heeft de gemeenteraad in onze tijd met besluitvaardigheid en visie die besluiten genomen, wardoor het voor- zieningenpeil der gemeente op verantwoorde wijze kon worden verhoogd. En dit alles met inachtneming van de financiële span kracht, welke de gemeente in die tijd bij de huidige financiële structuur had. Wij menen, dat het goed is om dit eens in het openbaar, hier en nu, te zeggen. En wij zijn er dankbar voor, dat wij met zulk een college hebben mogen samenwerken. In deze tijd werd veel gevergd van het administratief apparaat der gemeente. Bij zonder veel werk moest worden verzet. Maar de ambtenaren waren voor hun taak berekend en met dankbaarheid kan worden geconstateerd, dat de administratie een waardevol element in deze gehele ontwik keling bleek te zijn. Want het is duidelijk: bestuursactiviteit kan niet tot ontplooiing komen als het gekluisterd wordt door een achter blijven van de administratie. Een ad ministratie, die aan de eisen van de tijd be antwoordt is, voorwaarde voor een slagvaar dig en constructief bestuur. Dit geldt zeker en niet in de laatste plaats voor het open baar bestuur. DE HAVEN De tweede fase van onze arbeidstijd in uw midden werd in de allereerste plaats bepaald door verdere uitbouw van datgene, wat in het eerste gedeelte tot ontwikkeling was gekomen. In die periode viel ook het besluit tot aanleg van de nieuwe haven, ter vervanging van de oude haven, welke gedempt diende te worden. In deze tijd werd veel van de bestuurs- en administra tieve krachten gevergd. Met vele instan ties moest worden overlegd, bijzonder veel besprekingen moesten worden gehouden en wij stonden met ons allen voor ingewikkelde vraagstukken. De haven is gekomen en wij zijn er met de bevolking trots op, dat wij die hebben verkregen, die én voor de ontwikkeling van onze gemeente, én voor die van de streek gunstige perspectieven biedt. Overigens stappen wij van dit onderwerp gauw af, om geen voedsel te geven aan de onlangs uit gesproken gedachte, dat Sint-Annaland met zijn haven zou leuren. Intgendeel, wij hopen dat de aanwezigheid van deze mooie haven dienstig zal zijn aan de ontwikkeling in gunstige zin van de gehele streek. MET DANK AAN VELEN De laatste phase van onze werkzaamhe den droeg het kenmerk van betrokken te worden in arbeid op economisch en maat schappelijk terrein in breder verband. In deze tijd hebben wij voor onze gemeente lijke werkzaamheden niet alleen hulp gehad van beide wethouders, maar vooral uit zonderlijk veel steun van de gemeentesecre tarie-ambtenaren, in het bijzonder wel van de heer Leune. Wij kunnen ons goed voor stellen, dat dit niet alleen menig keer voor hen minder aangenaam was en daarom ook weieens weerstand opriep, desniettegenstaan de hebben onze medewerkers steeds hun de behartiging van de zaak der gemeente. Wij hebben met allen een zeer goede samen werking gehad en daarvoor zijn wij zeer erkentelijk. In wijdere kring danken wij alle functio narissen van welke dienst of instelling ook, hetzij van het rijk, provincie of waterschap, van wie wij bij de vervulling van ons ambt medewerking en steun hebben ge kregen. Ook zijn wij erkentelijk alle bestuurders van verenigingen in onze gemeente, van commerciëele van idiële of culturele aard of hoe dan ook Sint Annaland heeft een uitgebreid en rijk geschakeerd verenigings leven met wie wij goede en aangename contacten hebben gehad. In het begin hebben wij vele jaarvergade ringen kunnen bijwonen, later ontbrak ons de tijd daarvoor en dat vonden wij een verlies. Wij zullen er goede herinneringen aan bewaren. Ook de steun, die wij van de kerken ter plaatse hebben genoten, ver vult ons met oprechte dankbaarheid. Kortom, aan allen, die in het plaatselijk leven één of andere leidinggevende functie vervulden, onze welgemeende dank. Evenzeer willen wij u, heren leden van de raad, onze grote dank betuigen voor de steun en medewerking, welke wij van u hebben ontvangen. Onze vergaderingen ken merkten zich door een bijzonder goede sfeer en gemoedelijkheid. Er is daaruit een vriend schap gegroeid. Wij wensen u toe, dat het u als gemeenteraad gegeven mag zijn om de gemeentebelangen zodanig te blijven be hartigen, dat dit goede vruchten mag af werpen voor het welzijn der aan u toever trouwde gemeente, li ziet zich geplaatst voor een breed werkterrein en daarom hopen wij, dat u in velerlei opzicht stimu lerend en baanbrekend voor het algemeen welzijn moge werkzaam zijn. God's Zegen moge u daarbij in ruime mate ondervinden. Dit wensen wij ook toe aan u beide wet houders. Het is opmerkelijk, dat in onze arbeidsperiode geen wijziging is gekomen in de samenstelling van het college van burgemeester en wethouders. Bijzonder dankbaar zijn wij er voor, dat U, wethouder G.oedegebuure, die ons op op hoge leeftijd als burgemeester alhier heeft geinstaleerd, op zeer hoge ouderdom aanwezig kunt zijn bij ons afscheid. Uw bezadigdheid van optreden, uw wijsheid en humor heeft altijd grote indruk op ons gemaak. Maar ook uw diepe ernst en soci ale bewogenheid, uw trouw en liefde voor uw dorp boezemden veel eerbied in voor uw eerlijke persoonlijkheid. Voor uw grote vriendschap zijn wij u zeer dankbaar. Wij wensen u op zeer hoge leeftijd in het bij zonder Gods Genade toe. Ook u wethouder Moerland danken wij zeer voor de ijverige en enthousiaste wijze, waarop u ons als mede-bestuurder van grote steun zijt geweest. Vooral uw tech nische kennis kwam ons zeer ter stade. Op uw eigen wijze hebt u krachtig mee geholpen om datgene te bearbeiden wat voor het algemeen welzijn der gemeente nood zakelijk was. Doortastend en met veel élan hebt u zich van uw arbeid gekweten. Heren raadsleden, wethouders, secretarie wethouder die het woord kreeg. Hij begon met op te merken, dat hij niet meer had verwacht op zijn hoge leeftijd nog afscheid van burgemeester van den Bos te moeten nemen. ,,Toen ik het voorrecht had u op 18 november 1953 te mogen installeren, wisten wij als raad niet wat wij in u ontvangen hadden. Nu aan het einde van een ambts periode van ruim 8J^ jaar weten wij dit wel. Verschillende toen onder de aandacht gebrachte wensen zijn nu werkelijkheid ge worden. Sint-Annaland is goed met u ge weest. Onze gemeente werkte zich in die periode flink naar boven en dit zou zonder uw waardevolle adviezen nooit zijn gebeurd, liw doorzicht en uw kennis van alle ge meentezaken heeft ons dikwijls verrast. Uw vriendschap en gemoedelijkheid heeft ons verblijd. We laten u node gaan. Burgemees ter, zeer hartelijk dank voor alles wat u hebt gedaan voor het welzijn van onze gemeente. Vergeten kunnen wij dit niet, ook het nageslacht niet.. Ik hoop dat u in provinciaal verband net zo mag werken, zodat niet aleen één gemeente maar de ge hele provincie van uw kennis kan en mag profiteren. In mijn dank wil ik ook me vrouw van den Bos betrekken voor de zeer vele uren dat zij haar man heeft moeten af staan voor de gemeentelijke zaken. Moge het u allen goed gaan. De Allerhoogste be- krone uw arbeid met Zijn zegen en hij beware u voor zonde en ongeval", aldus wethouder Goedegebuure, die vervolgens namens raad en al het personeel aan de heer van den Bos een gouden polshorloge overhandigde en een boekenbon. De burgemeester dankte voor dit prachtige cadeau en zeker ook voor de goede woorden van wethouder Goedegebuure, die hij om zijn grote ervaring, humor en vriendschap zal blijven waarderen. LEERZAME PERIODE De waarnemend secretaris, de heer J. Leune was de tolk van al het gemeente- personeel, zoals: gemeente-ontvanger, secre- tariepersoneel, gemeentebode, onderwijzend personeel, onderhouder school, postcomman- dant rijkspolitie, districtsopzichter, personeel gemeentewerken, het g.s.w.personeel, genees kundige, klokkenist, concierge dorpshuis en brandweer. Het is niet weinig, waarvoor we u moeten danken, aldus dhr. Leune, want altijd had u een open oor voor onze moeilijkheden en altijd wist u een oplossing. Een persoonlijk woord kwam daar nog bij van deze naaste medewerker. Ook de heer Leune belichtte de periode in drie fasen, nl. die van de massa's werk door verwezelijking uitbreidingsplannen, die van de zoveel om vattende havenaanleg en de moeilijke laat ste jaren voor de secretarie, toen de burge meester vaak weg moest. Door het onbe perkt vertrouwen, werd ons anderzijds de verantwoordelijkheid op het hart gebonden. We hebben zeer veel van u geleerd, aldus dhr. Leune en uw kennis maakte ons vaak jaloers. O hebt aan ons allen een vorming gegeven, die van onschatbare waarde is. Node staan wij u af aan de provincie. Maar daar er in het leven van de mens niets bij geval geschiedt, dienen wij ons hierbij neer te leggen, zij het aarzelend. De heer Leune besloot met: „Maar God die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan zal ook wel wegen vinden, waarlangs uw voet kan gaan. Burgemeester en mevrouw, het ga uw verder wel en wij vragen u: vergeet onze belangen ook in de nieuwe functie niet. OOK DAARAAN GEBOUWD Nadat de officiële vergadering was ge sloten, kreeg als eerste ds. L. G. Zwanen burg herv, predikant te Stavenisse en con sulent van Sint-Annaland het woord. Ds. Zwanenburg wees er op, hoe de heer van den Bos niet alleen huizen had helpen bou wen, maar ook aan het huis des Heeren, toen daar het kerkgebouw een belangrijke uitbreiding onderging, waarvoor nodiig was dat een schoollokaal werd afgebroken. Spreker feliciteerde de heer van den Bos met zijn benoeming als Gedeputeerde en was mede namens de kerkeraad verheugd dat er in Sint-Annaland zoveel tot stand is gekomen. Burgemeester mr. A. J. van der Hoeven sprak namens de collega's, namens de com missie Werkgelegenheid op Tholen, namens de Raad van Aandeelhouders en de ver eniging van B.S. O. Mr van der Hoeven wees op de belangrijke taak, die de heer van den Bos gaat vervullen, ook nog voor de thoolse gemeenten en merkte op dat hij en zijn collega's steeds getroffen waren door de grote kennis van het bestuursrecht, waardoor niet alleen Sint-Annaland, maar de gehele streek was gediend. Aan die tijd zal een goede herinnering overblijven, aldus de burgemeester van Tholen, die een drietal boekenbonnen aan de geschenken toevoegde. NAMENS DE BEVOLKING De voorzitter van de Dorpsgemeenschap, de heer C. J. C. Boot was de tolk van 38 plaatselijke verenigingen en van de gehele burgerij, toen hij de heer van den Bos wel feliciteerde met zijn promotie, maar daarbij opmerkte, dat Sint-Annaland niet blij is met dit afscheid. Inzonderheid voor de ver enigingen was veel gedaan, middels mede werking aan subsidies, bouw speeltuin, schietbaan en niet in het minst door ver wezelijking van het Dorpshuis. Ook het meeleven met de middenstand had die ver eniging bizonder veel goed gedaan en daar bij de oplosing die voor de exploitatie van het Dorpshuis was gevonden. De burgemees ter had het destijds zelf gezegd: bij een installatie wordt je nog niet beoordeeld, maar als je weggaat. Spreker kon de ver zekering geven, dat dit oordeel goed uitviel. Namens 38 verenigingen, die alle bij name werden genoemd en die wel 99% uitmaakten van de Sint-Annalandse organisaties, ge nootschappen, enz. werd een cheque aange boden van 392,Dhr Boot wa sook de tolk van de burgerij, waarvan velen dikwijls met hun moeilijkheden bij de burgemeester waren gekomen en waarbij de wensen vast niet altijd bevredigend zijn geworden. In zijn totaliteit meende spreker echter te mo gen vaststellen, dat er veel bereikt is, al blijven er (gelukkig) nog wensen over, bij voorbeeld aanleg zwembad, nieuwe scholen, enz.. Als blijk van waardering werd namens de bevolking nog een cheque aangeboden van 291, Tenslotte werd nog gefeliciteerd door de gemeentesecretaris van Vlisingen, de heer J. W. Peters namens de I.Z.A. en door bur gemeester L. J. de Jonge van St. Philipsland als vriend, die nog enkele oude herinnerin gen ophaalde. Na elke spreker dankte de heer van den Bos voor wensen en cadeaux, wees er na de toespraak van dhr. Leune op, hoe hij er voorstander van is, ieder in zijn taak de verantwoordelijkheid te laten en was zich er van bewust inder daad heel wat van de ambtenaren te hebben gevergd. Tot de collega's sprak hij als antwoord op mr A. J. van der Hoeven te mogen bijdragen Zeeland verder tot een redelijk en verantwoord levenspeil te mogen brengen, was voorts blij aan de kerkuitbreiding te hebben mogen meewerken en dankte verenigin gen en bevolking nogmaals hartelijk voor de goede woorden en geschenken. Bij elkaar een goed afscheid, waaraan ieder aanwezig een prettige herinnering kan bewaren. I" Ook ditmaal vrijdagavond 15 juni 1962 was het St. Anna- lands Dorpshuis gevuld met talrijke genodigden, zoals bij de opening in december 1959, waarvan we in ons vorig nummer nog een foto lieten zien. Het was er alleen warmer. En die warmte straalde vooral het gezin Van den Bos tegen, gezeten op het podium, het middelpunt van de afscheidsbijeenkomst. Het was voor ons vorige week ook geen moeilijke voorspelling, dat er veel vriendelijke woorden zouden worden gezegd. Het was zelfs méér, een massale hulde aan de nieuwe Gedeputeerde en zijn gezin van de talrijke plaatselijke vertegenwoordigers, van de collega's in de Ring, van de kerkeraden, politie, gemeenschappelijke diensten en niet in het minst van de voltallige gemeenteraad en het gemeentepersoneel. Een gouden horloge, talrijke boekenbonnen, bloemstukjes en twee cheque's van in totaal bijna 700,waren de klinkende bewijzen van de weerdering voor wat de heer J. van den Bos als burge meester van St. Annaland heeft betekent en ook voor wat hij voor de streek presteerde. „Ik voel me er wat verlegen onder", zei de overigens als weinig verlegen bekend staande magistraat „en ik vond het prettig voor een nijverige gemeente als St. Annaland met een bloeiend ver enigingsleven te hebben mogen werken. Het was een goede tijd onder en met u." beste krachten gegeven om een bepaalde terugval in de gemeentelijke activiteit te voorkomen en dat is hun alleszins gelukt. Als wij dan ook beginnen met ons dank woord, dan willen wij wel in de eerste plaats de heer Leune noemen, die in de laatste tijd bijzonder veel werk heeft moeten verzetten. Hij heeft die veel omvattende taak op uitstekende wijze verricht en daarvoor zijn wij hem bijzonder dankbaar. Ook de andere ambtenaren ter secretarie die even zeer veel arbeid hadden te doen, hartelijk bedankt. Wij willen daarbij niet vergeten onze „onvolprezen" gemeentebode, de heer Weijler, die op bijzondere wijze voor ons heeft gezorgd. In ons dankwoord willen wij ook gaarne zijn vrouw betrekken, die de vergaderingen en niet in het minst de stem- bureaux op uitstekende wijze „van het nodi ge" heeft voorzien. De verhouding tussen al onze medewerkers op de secretarie en ons is altijd uitstekend geweest. Hartelijk dank daarvoor! Onze dank gaat evenzeer uit naar al dege nen, die in het gemeentelijk verband werk zaam zijn, de gemeente-werklieden, de brandweer en met opzet noem ik hier ook de ambtenaren van de Rijkspolitie, het hoofd en het verder personeel der openbare lagere school, kortom allen, die in de één of an dere functie of kwaliteit betrokken zijn bij ambtenaren, in het kort allen, die bij de gemeente werkzaam zijn, wij danken u bijzonder hartelijk voor alles, wat u voor ons en voor ons gezin hebt gedaan. Wij zullen dit niet vergeten. In het bijzonder wensen wij u bij uw verdere arbeid, ook voor u persoonlijk en voor uw gezinsleven, Gods Rijke Zegen toe. En tenslotte: Aan een 8y2-jarige ambtsperiode is voor ons in de gemeente Sint-Annaland een einde gekomen. Wij hebben getracht het belang der gemeente zo goed mogelijk te dienen. Daarin zijn wij op vele pun ten wij realiseren ons dit goed te kortgeschoten. Wij zijn er echter dank baar voor dat wij dit hebben mogen doen en wensen de gemeente Sint-Anna land, met zijn nijvere bevolking, een goede toekomst toe, een toekomst, waar in in rijke mate Gods Gunst moge wor den ervaren. God de Here, Wiens Rijk is van eeuwigheid tot eeuwigheid, verlene Zijn Zegen op het werk van alle inwoners van Sint-Annaland en op de arbeid van alle samenwerkingsverbanden van die gemeenschap, hetwelk in biddend op zien tot Hem wordt verricht, en geve, dat die arbeid zal worden gedaan in vrijheid en gerechtigheid nar de normen van Zijn Woord. Het ga Sint-Annaland en al zijn in woners wel! EEN GOUDEN HORLOGE Vervolgens was het de 87 jarige eerste VU Va ƒ.7 de spaarbank met volledige bankservice Om bij het afscheid van burgemeester J. van den Bos van St. Annaland ook nog eens stil te staan bij het ontstaan van deze gemeente, welke naar het inwonertal als tweede van de streek staat geboekt, hebben we de medewerking ingeroepen van de heer A. J. Smits te Stavenisse, die de geschiedenis van de streek graag naspeurt en daarbij onder meer tot de ontdekking kwam, dat met het vroegere kerkdorpje Moggershil niet als oud-St. Annaland moet zien, zoals vaak werd verondersteld. St. Annaland is een der jongste gemeenten van ons eiland, al bezit het dan ook al een respectabele ouderdom, maar toch niet in vergelijking met de oudste delen van de streek, zoals Schakerloo en Westkerke. Voor St. Annaland en voor de polders van Oud-Vossemeer moeten we terug naar het begin van de vijftiende eeuw. Nadat de schorren van Moggershil (over dit kerkdorpje vertellen we in een der vol gende nummers iets meer) ten noorden van de twee machtige stromen, de Breede Vliet en de Winkelzee, in het begin der 15e eeuw waren bedijkt geworden, bleven er ter weers zijden hiervan nog uitgestrekte gorzen liggen Hoewel nog niet rijp voor ontginning, nam de aanslibbing van jaar tot jaar toe, zodat zij in 1475 door Vrouwe Anna van Bour- gondië ter bedijking werden uitgegeven. Het plan was om de bedijking in één keer tot stand te brengen en daarom moesten de beide eerder genoemde stromen worden afgesloten. Er werd rekening mee gehouden, dat dit wel eens zou kunnen mislukken, want in het oktrooi ter bedijking werd bepaald „dat wanneer de gorzen in twee partijen werden ingedijkt en de Breede Vliet niet werd af gesloten, de beide alsdan te vormen polders in het stuk der dijkagie ten allen tijde zouden verenigd blijven, even alsof ze door één dijk werden omzoomd." En zoals bleek, deze bepaling was niet overbodig. Gelijktijdig kwamen de twee be dijkingen tot stand. Het nieuw verworven land werd de heilige Anna toegewijd, maar al spoedig werd de polder, westelijk van de Breede Vliet gelegen, Anna Vosdijk ge noemd. Dit in tegenstelling tot het ten oos ten van deze vliet gelegen deel dat later als het Oudeland van Sint-Annaland werd aan geduid. De eigenares van de schorren Vrouwe Anna van Bourgondië nam de bedijking niet aleen voor haar rekening. In het ok trooi worden als medebedijkers genoemd: „Lieven Claas van Cats, Baljuw van Duiveland, M. D. Pauwels, secretaris en Adriaen Gillesse, Baljuw en Rentmeester van Oudetong", die er elk voor een vierde part in deelnamen. De bedijkers hadden tot hun last het bouwen van een kerk, „op de plaats en de wijze als door twee kerkmeesters, van- weghe vrouwe Anna daartoe aangestelt, zou aangewesen worden." Deze kerk moest gedurende twintig jaar voor rekening der grondeigenaren worden onderhouden. Tevens werd uit drukkelijk bepaald, dat zo de kerk binnen die tijd kwam af te branden of door an dere natuurrampen werd getroffen, zij voor eigen rekening moest herbouwd worden. Voor de kerk en het daar rondom aan te leggen kerkhof moest drie gemeten land worden afgezonderd, vrij van pol- derlasten, bede en tienden. Zo ontstond hier een echt Zeeuws dorp. De kerk met een ring van gebouwen er om heen, een straat naar de dijk (de huidige Voorstraat) en daarachter de haven. Uit die tijd zijn er verschillende voorbeelden van dergelijke dorpsaanleg in Zeeland te vinden. Jammer dat die oude kruiskerk door de tand des tijds tot een ruïne geworden, onder slopershanden moest vallen. Smallegange's kroniek biedt ons op een gravure een vage voorstelling van dit impo sante gebouw. In 1493 stichtte Anna van Bourgondië zelfs nog een klooster der Kruisbroeders te Sint-Annaland, maar dit heeft niet veel opgang gemaakt. „Het gesticht bezweek als een jongeling of maagd na een kwijnen de jeugd", zoals zeker schrijver het uitdrukt. Juist dezer dagen heeft de huidige eigenaar, de heer Chr. W. Heijboer (Nieuwstraat 1) er een verbouwing in gepleegd ter verbete ring van zijn woning. In de volksmond is er altijd sprake geweest van een klooster gang vanaf dit pand naar de kerk, maar de bewijzen daarvan zijn er niet (meer). De bewoners van Anna-Vosdijk gingen in het begin nog „ter missie" in het kerk dorpje Moggershil. We moeten ons even indenken, dat we met deze geschiedenis nog in de Roomse tijd verblijven. Voordat de hervorming tot het eiland Tholen doordrong was de kerk van Moggershil allang ver dwenen. Toen de Breede Vliet nog een open water was, bestond er in deze stroom reeds een dam, die, omdat ze elk getij onder water vloeide, als de „Soutendam" bekend stond. Alleen de naam leeft nog in de her innering voort. Het weggetje met de grote bocht op het eind daarvan bestond nog tot de ramp 1953, daarna werd het in bouwland herschapen. Over deze „Soutendam" had de verbinding plaats tussen de beide landen Sint-Annaland en Moggershil. Bij hoog wa ter geschiedde de overtocht met vaartuigen. Er zal dus ter plaatse wel een overzetveer bestaan hebben. Zoals alle polders in ons gewest, hebben ook de polders van Sint-Analand vooral in het begin veel van het water te lijden gehad. Reeds op 27 september 1477, de be- dijkingswerken waren nauwelijks voltooid, greep de zo geduchte „Cosmus- en Domia- nusvloed plaats en leden de nog verse dijken grote schade. Anna-Vosdijk werd zelfs over stroomd, maar in 1482 komt het weer als bedijkt voor. De vloed van 1509, waardoor het eiland Stavenise ten onder ging, bracht wel schade teweeg aan de Sint-Annalandse zeeweringen, maar niet in die mate als twee jaar later in 1511. Toen werden beide polders door deze vloed overstroomd. De grootste rampen voor de polders van Sint-Annaland en Moggers hil waren die van 1530 en 1532. Tengevolge hiervan kregen de grondeigenaren voor vijf en twintig jaar kwijtschelding van alle gra felijke beden, mits jaarlijks betalende 4 grootten Vlaams per gemet. Wel een bewijs dat de nood hoog geklommen was. In 1546 gaven de ingelanden dan ook hun nood aan keizer Karei V te kennen, waarop nog meer verlichting van lasten volgde. In 1570 en voor het laatst in 1682 (wanneer we 1953 niet meerekenen) werden de gronden nogmaals overstroomd. De vele „wielen" langs de dijken van genoemde pol ders tot voor kort aanwezig, lagen daar nog altijd als sprekende getuigen van vroe gere dijkdoorbraken. Voordat in 1560 de Breede Vliet werd bedijkt, hadden de polders van Sint-Annaland een zeer omvangrijke zeewering te onderhouden in verhouding tot het binnendijks gelegen land. Hierover werd menigmaal bij de Staten geklaagd. Later deed men zijn beklag, dat men behalve de zeedijken nog te onderhouden had „vijf rijshoofden, onder welike een groot Hoofd gemaakt van Hout en Rijs, dat ten meeste profijte is van den Lande, want vele schepen varende van Dort t' Arnemuyden t' Dort hen aan 't selve groot Hoofd bergen en sal- veren, om perijckel, schade en verlies te schuwen." Dat groot hoofd, had dus een tweeledig nut. Het was bestemd om de stroom van de dijk vandaan te weren en tegelijk verschafte het de schippers een veilige reede bij storm weer. Dicht in deze buurt ligt nu de nieuwe Sint-Annalandse haven als een nog veel veiliger beschutting voor gaande en ko mende schepen, als een aantrekkingspunt voor de jachten, waardoor „de meeste profijte gaet in de richting van den recre atie zoekende toerist", een bij het ont staan van Sint-Annaland nog onbekend woord en een nog minder daaraan nood zakelijke behoefte.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1962 | | pagina 5