EENDRACHTBODE
Hoe Sint-Annaland is ontstaan.
Vele wensen werden vervuld
TWEEDE BLAD
Se JAARGANG No, 32
«v
Sint-Annaland dankte zijn scheidende burgemeester voor veel
verkregen goed in acht en half jaar
VOOR EEN ZONNIGE VAKANTIE
REISDEVIEZEN VAN DE
EEN GROOT GEZELSCHAP
Met uitzondering van burgemeester Sluij-
mers, die werd vertegenwoordigd door zijn
beide wethouders waren alle collega's van
de streek, ook de burgemeester van Sint-
Philipsland, merendeels met echtgenote, aan
wezig op deze afscheidsbijeenkomst van
burgemeester J. van den Bos. Verder de
gemeentesecretaris van Vlissingen, de heer
J. W. Peters als voorzitter van de I.Z.A.
Zeeland, waar de heer Van den Bos be
stuurslid van is, adjudant Bos van de Rijks
politie, de heer Boot van de Centrale Dienst
Noord Zeeland, ds. L. G. Zwanenburg van
Stavenisse, consulent van de hervormde ge
meente Sint-Annaland, afgevaardigden van
de andere twee kerkgenootschappen ter
plaatse, de gemeentesecretarissen van Sint-
Maartensdijk en Scherpenisse, van iedere
plaatselijke vereniging een tweetal afgevaar
digden, familieleden van het burgemeesters
gezin en andere genodigden.
De buitengewone raadsvergadering werd
gepresideerd door de wnd. burgemeester J.
Moerland, die na opening met ambtsgebed
een welkomstwoord sprak, maar overigens
niet met onverdeeld genoegen wilde begin
nen met de clichéuitdrukking, dat het hem
een genoegen was. Wel was zulks het ge
val om zovelen een welkom te mogen toe
roepen, maar minder vanwege het doel van
deze vergadering, nl. het afscheid van een
zeer gewaardeerde burgemeester.
Er is immers in die 8J-2 jarige ambtsperiode
veel tot stand gekomen en daarvan werden
de hoofdzaken door de heer Moerland gere-
leverd. Weliswaar was het niet alleen de
burgemeester, maar wanneer toch zijn raad
gevende stem er niet was geweest, zou er
niet zoveel van terechtgekomen zijn.
Op dit alles terugziende zijn wij aan onze
scheidende burgemeester veel dank verschul
digd, meende de wnd. burgemeester, die na
mens de raad en al het gemeentepersoneel
en politie ook een stoffelijk blijk van waar
dering te hebben, maar overhandiging daar
van aan de eerste wethouder dhr. G. Goede-
gebuure overliet. Wel merkte hij op, dat het
een wonderlijk instrument is, dat doet den
ken aan een kleine lepel, denkbeeldig een
kleine dosis scheppend uit een onvoltooid
toekomende tijd, om het dan onmiddellijk
weer over te hevelen in de voltooid verleden
tijd en slechts in een zeer korte tijd, als het
de denkbeeldige evenaar passeert, is het
onvoltooid tegenwoordige tijd. Na deze
grammatica van de wnd. burgemeester werd
toch wel iets duidelijk, toen hij er aan toe
voegde, dat wanneer de heer van den Bos
er een goed gebruik van zou maken hij
steeds op tijd aan het werk zou gaan en
ook op tijd thuis zou zijn.
De heer Moerland besloot met de wens
dat het verdere van het leven van de schei
dende burgemeester en zijn gezin zou mogen
gaan onder Gods onmisbare zegen omdat
elke weg in dit leven toch een doodlopende
weg is.
IN DRIE FASEN
Nadat we tot acht maal toe een nieuw
jaarsreden van burgemeester van den Bos
in extenso onder de aandacht van de lezers
hebben gebracht, willen we ook dit af
scheidswoord vrijwel in zijn geheel laten
volgen. De heer van den Bos begon aldus:
Zo is dan het ogenblik gekomen, dat wij
in deze bijzondere vergadering afscheid
gaan nemen van de arbeid, welke wij sedert
1 november 1953 in de gemeente Sint-Anna
land hebben mogen verrichten.
Wij stellen het bijzonder op prijs om, in
verband daarmede, hier de gelegenheid te
hebben enige woorden te spreken. Wij zou
den onze ambtsperiode daartoe in drie
fasen willen verdelen, niet omdat deze ver
deling elders bij velen hopelijk gewaardeerd
wordt, maar omdat wij daarin een drieërlei
aspecten menen te onderkennen.
In de aanvangsperiode hebben wij ge
tracht het beleid van de plaatselijke overheid
mede zo gericht te krijgen, dat de gemeente
lijke voorzieningen op een redelijk peil wer
den gebracht, voorzieningen van allerlei
aard en redelijk in vergelijking met wat
bij andere gemeenten van gelijke grootte en
structuur elders werd nagestreefd en soms
al tot op zekere hoogte bereikt.
WONINGBOUW
Daarin had de woningbouw wel een bij
zondere prioriteit. Er was een uitbreidings
plan, maar de realisering moest nog ter hand
worden genomen. Eén van de eerste raadsbe
sluiten betrof dan ook de verwezelijking van
het gedeelte van het uitbreidingsplan, bekend
staande onder de naam Cureelanden. Dit was
met het gemakkelijkste gedeelte: met ongeveer
60 eigenaren en gebruikers van tuingrond
moest onderhandeld en 8 woningen moesten
afgebroken worden. Ook toen als nu een
sterke contingentering van de bouwvolume,
destijds zo geheten, en bovendien, het was
voor de bevolking een min of meer nieuwe
aanpak der zaken, waardoor zij wat vreemd
stond tegenover deze ontwikkeling. Hoewel
de grondverkrijging met alle belanghebben
den formeel langs middelijke weg plaats vond,
werd materieel telkens weer gesproken van
onteigening. Het was het eerste begin op de
ze weg. En, achteraf gezien, is het een mooi
stuk werk geworden, waarbij de medewerking
van degenen, die hun grond moesten missen
voor de verwezelijking van dit deel van het
uitbreidngsplan, in feite een saneringsplan,
geroemd dient te worden.
Die woningbouw heeft het beleid in onze
ambtsperiode steds gemarkeerd. En daarom
stemt het tot dankbaarheid, dat vele nieuwe
woningen gebouwd zijn en niet weinige
slechte woningen als krotwoningen vervan
gen, waarbij niet vergeten wordt de wel
zeer gunstige faciliteiten, die betrokkenen
konden genieten van de financiering in her-
verkavelingsverband, geldende voor 50 wo
ningen. Ook weer zo n nieuwe zaak. Het
is daarom begrijpelijk, dat in het begin, on
danks onze uiteenzettingen, daarvan schoor
voetend gebruik werd gemaakt, maar toen
eenmaal de voordelen waren doorgedrongen,
de animo zo groot werd, dat dit contingent
niet voldoende bleek.
Parallel met deze nieuwe ontwikkeling in
het beleid liep de aanleg van nieuwe straten,
dit uit de aard der zaak, en vernieuwing van
de riolering met verbetering der straten.
Ook aan enige verfraaiing jder gemeente door
middel van beplantihg werd aandacht ge
schonken. Het is te betreuren, dat het aan
brengen van beplantingen bij ale inwoners
niet die waardering verkrijgt als zij zonder
meer verdient.
Dit gehele beleid werd mogelijk ge
maakt door de grote medewerking van
de gemeenteraad. Het moet niet uit het
oog worden verloren, dat dit college in
volstrekte zin de noodzakelijke besluiten
had te nemen en het heeft ons steeds ge
frappeerd, dat de Sint-Annalandse ge
meenteraad positief gekozen heeft voor
deze nieuwe stijl van gemeentebeleid.
Naar onze mening heeft de gemeenteraad
in onze tijd met besluitvaardigheid en visie
die besluiten genomen, wardoor het voor-
zieningenpeil der gemeente op verantwoorde
wijze kon worden verhoogd. En dit alles
met inachtneming van de financiële span
kracht, welke de gemeente in die tijd bij
de huidige financiële structuur had. Wij
menen, dat het goed is om dit eens in het
openbaar, hier en nu, te zeggen. En wij
zijn er dankbar voor, dat wij met zulk een
college hebben mogen samenwerken.
In deze tijd werd veel gevergd van het
administratief apparaat der gemeente. Bij
zonder veel werk moest worden verzet.
Maar de ambtenaren waren voor hun taak
berekend en met dankbaarheid kan worden
geconstateerd, dat de administratie een
waardevol element in deze gehele ontwik
keling bleek te zijn. Want het is duidelijk:
bestuursactiviteit kan niet tot ontplooiing
komen als het gekluisterd wordt door een
achter blijven van de administratie. Een ad
ministratie, die aan de eisen van de tijd be
antwoordt is, voorwaarde voor een slagvaar
dig en constructief bestuur. Dit geldt zeker
en niet in de laatste plaats voor het open
baar bestuur.
DE HAVEN
De tweede fase van onze arbeidstijd in
uw midden werd in de allereerste plaats
bepaald door verdere uitbouw van datgene,
wat in het eerste gedeelte tot ontwikkeling
was gekomen. In die periode viel ook het
besluit tot aanleg van de nieuwe haven,
ter vervanging van de oude haven, welke
gedempt diende te worden. In deze tijd
werd veel van de bestuurs- en administra
tieve krachten gevergd. Met vele instan
ties moest worden overlegd, bijzonder veel
besprekingen moesten worden gehouden en
wij stonden met ons allen voor ingewikkelde
vraagstukken.
De haven is gekomen en wij zijn er met
de bevolking trots op, dat wij die hebben
verkregen, die én voor de ontwikkeling van
onze gemeente, én voor die van de streek
gunstige perspectieven biedt. Overigens
stappen wij van dit onderwerp gauw af, om
geen voedsel te geven aan de onlangs uit
gesproken gedachte, dat Sint-Annaland met
zijn haven zou leuren. Intgendeel, wij hopen
dat de aanwezigheid van deze mooie haven
dienstig zal zijn aan de ontwikkeling in
gunstige zin van de gehele streek.
MET DANK AAN VELEN
De laatste phase van onze werkzaamhe
den droeg het kenmerk van betrokken te
worden in arbeid op economisch en maat
schappelijk terrein in breder verband. In
deze tijd hebben wij voor onze gemeente
lijke werkzaamheden niet alleen hulp gehad
van beide wethouders, maar vooral uit
zonderlijk veel steun van de gemeentesecre
tarie-ambtenaren, in het bijzonder wel van
de heer Leune. Wij kunnen ons goed voor
stellen, dat dit niet alleen menig keer voor
hen minder aangenaam was en daarom ook
weieens weerstand opriep, desniettegenstaan
de hebben onze medewerkers steeds hun
de behartiging van de zaak der gemeente.
Wij hebben met allen een zeer goede samen
werking gehad en daarvoor zijn wij zeer
erkentelijk.
In wijdere kring danken wij alle functio
narissen van welke dienst of instelling ook,
hetzij van het rijk, provincie of waterschap,
van wie wij bij de vervulling van ons
ambt medewerking en steun hebben ge
kregen.
Ook zijn wij erkentelijk alle bestuurders
van verenigingen in onze gemeente, van
commerciëele van idiële of culturele aard
of hoe dan ook Sint Annaland heeft een
uitgebreid en rijk geschakeerd verenigings
leven met wie wij goede en aangename
contacten hebben gehad.
In het begin hebben wij vele jaarvergade
ringen kunnen bijwonen, later ontbrak ons
de tijd daarvoor en dat vonden wij een
verlies. Wij zullen er goede herinneringen
aan bewaren. Ook de steun, die wij van
de kerken ter plaatse hebben genoten, ver
vult ons met oprechte dankbaarheid.
Kortom, aan allen, die in het plaatselijk
leven één of andere leidinggevende functie
vervulden, onze welgemeende dank.
Evenzeer willen wij u, heren leden van
de raad, onze grote dank betuigen voor
de steun en medewerking, welke wij van u
hebben ontvangen. Onze vergaderingen ken
merkten zich door een bijzonder goede sfeer
en gemoedelijkheid. Er is daaruit een vriend
schap gegroeid. Wij wensen u toe, dat het
u als gemeenteraad gegeven mag zijn om
de gemeentebelangen zodanig te blijven be
hartigen, dat dit goede vruchten mag af
werpen voor het welzijn der aan u toever
trouwde gemeente, li ziet zich geplaatst
voor een breed werkterrein en daarom
hopen wij, dat u in velerlei opzicht stimu
lerend en baanbrekend voor het algemeen
welzijn moge werkzaam zijn. God's Zegen
moge u daarbij in ruime mate ondervinden.
Dit wensen wij ook toe aan u beide wet
houders. Het is opmerkelijk, dat in onze
arbeidsperiode geen wijziging is gekomen
in de samenstelling van het college van
burgemeester en wethouders.
Bijzonder dankbaar zijn wij er voor, dat
U, wethouder G.oedegebuure, die ons op
op hoge leeftijd als burgemeester alhier
heeft geinstaleerd, op zeer hoge ouderdom
aanwezig kunt zijn bij ons afscheid. Uw
bezadigdheid van optreden, uw wijsheid en
humor heeft altijd grote indruk op ons
gemaak. Maar ook uw diepe ernst en soci
ale bewogenheid, uw trouw en liefde voor
uw dorp boezemden veel eerbied in voor
uw eerlijke persoonlijkheid. Voor uw grote
vriendschap zijn wij u zeer dankbaar. Wij
wensen u op zeer hoge leeftijd in het bij
zonder Gods Genade toe.
Ook u wethouder Moerland danken wij
zeer voor de ijverige en enthousiaste wijze,
waarop u ons als mede-bestuurder van
grote steun zijt geweest. Vooral uw tech
nische kennis kwam ons zeer ter stade.
Op uw eigen wijze hebt u krachtig mee
geholpen om datgene te bearbeiden wat voor
het algemeen welzijn der gemeente nood
zakelijk was. Doortastend en met veel élan
hebt u zich van uw arbeid gekweten.
Heren raadsleden, wethouders, secretarie
wethouder die het woord kreeg. Hij begon
met op te merken, dat hij niet meer had
verwacht op zijn hoge leeftijd nog afscheid
van burgemeester van den Bos te moeten
nemen. ,,Toen ik het voorrecht had u op 18
november 1953 te mogen installeren, wisten
wij als raad niet wat wij in u ontvangen
hadden. Nu aan het einde van een ambts
periode van ruim 8J^ jaar weten wij dit
wel. Verschillende toen onder de aandacht
gebrachte wensen zijn nu werkelijkheid ge
worden. Sint-Annaland is goed met u ge
weest. Onze gemeente werkte zich in die
periode flink naar boven en dit zou zonder
uw waardevolle adviezen nooit zijn gebeurd,
liw doorzicht en uw kennis van alle ge
meentezaken heeft ons dikwijls verrast. Uw
vriendschap en gemoedelijkheid heeft ons
verblijd. We laten u node gaan. Burgemees
ter, zeer hartelijk dank voor alles wat u
hebt gedaan voor het welzijn van onze
gemeente. Vergeten kunnen wij dit niet,
ook het nageslacht niet.. Ik hoop dat u in
provinciaal verband net zo mag werken,
zodat niet aleen één gemeente maar de ge
hele provincie van uw kennis kan en mag
profiteren. In mijn dank wil ik ook me
vrouw van den Bos betrekken voor de zeer
vele uren dat zij haar man heeft moeten af
staan voor de gemeentelijke zaken. Moge
het u allen goed gaan. De Allerhoogste be-
krone uw arbeid met Zijn zegen en hij
beware u voor zonde en ongeval", aldus
wethouder Goedegebuure, die vervolgens
namens raad en al het personeel aan de
heer van den Bos een gouden polshorloge
overhandigde en een boekenbon.
De burgemeester dankte voor dit prachtige
cadeau en zeker ook voor de goede woorden
van wethouder Goedegebuure, die hij om
zijn grote ervaring, humor en vriendschap
zal blijven waarderen.
LEERZAME PERIODE
De waarnemend secretaris, de heer J.
Leune was de tolk van al het gemeente-
personeel, zoals: gemeente-ontvanger, secre-
tariepersoneel, gemeentebode, onderwijzend
personeel, onderhouder school, postcomman-
dant rijkspolitie, districtsopzichter, personeel
gemeentewerken, het g.s.w.personeel, genees
kundige, klokkenist, concierge dorpshuis en
brandweer. Het is niet weinig, waarvoor
we u moeten danken, aldus dhr. Leune,
want altijd had u een open oor voor onze
moeilijkheden en altijd wist u een oplossing.
Een persoonlijk woord kwam daar nog bij
van deze naaste medewerker. Ook de heer
Leune belichtte de periode in drie fasen, nl.
die van de massa's werk door verwezelijking
uitbreidingsplannen, die van de zoveel om
vattende havenaanleg en de moeilijke laat
ste jaren voor de secretarie, toen de burge
meester vaak weg moest. Door het onbe
perkt vertrouwen, werd ons anderzijds de
verantwoordelijkheid op het hart gebonden.
We hebben zeer veel van u geleerd, aldus
dhr. Leune en uw kennis maakte ons vaak
jaloers. O hebt aan ons allen een vorming
gegeven, die van onschatbare waarde is.
Node staan wij u af aan de provincie. Maar
daar er in het leven van de mens niets bij
geval geschiedt, dienen wij ons hierbij neer
te leggen, zij het aarzelend. De heer Leune
besloot met:
„Maar God die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan
zal ook wel wegen vinden,
waarlangs uw voet kan gaan.
Burgemeester en mevrouw, het ga uw
verder wel en wij vragen u: vergeet onze
belangen ook in de nieuwe functie niet.
OOK DAARAAN GEBOUWD
Nadat de officiële vergadering was ge
sloten, kreeg als eerste ds. L. G. Zwanen
burg herv, predikant te Stavenisse en con
sulent van Sint-Annaland het woord. Ds.
Zwanenburg wees er op, hoe de heer van
den Bos niet alleen huizen had helpen bou
wen, maar ook aan het huis des Heeren,
toen daar het kerkgebouw een belangrijke
uitbreiding onderging, waarvoor nodiig was
dat een schoollokaal werd afgebroken.
Spreker feliciteerde de heer van den Bos
met zijn benoeming als Gedeputeerde en was
mede namens de kerkeraad verheugd dat
er in Sint-Annaland zoveel tot stand is
gekomen.
Burgemeester mr. A. J. van der Hoeven
sprak namens de collega's, namens de com
missie Werkgelegenheid op Tholen, namens
de Raad van Aandeelhouders en de ver
eniging van B.S. O. Mr van der Hoeven
wees op de belangrijke taak, die de heer
van den Bos gaat vervullen, ook nog voor
de thoolse gemeenten en merkte op dat hij
en zijn collega's steeds getroffen waren
door de grote kennis van het bestuursrecht,
waardoor niet alleen Sint-Annaland, maar
de gehele streek was gediend. Aan die tijd
zal een goede herinnering overblijven, aldus
de burgemeester van Tholen, die een drietal
boekenbonnen aan de geschenken toevoegde.
NAMENS DE BEVOLKING
De voorzitter van de Dorpsgemeenschap,
de heer C. J. C. Boot was de tolk van 38
plaatselijke verenigingen en van de gehele
burgerij, toen hij de heer van den Bos wel
feliciteerde met zijn promotie, maar daarbij
opmerkte, dat Sint-Annaland niet blij is
met dit afscheid. Inzonderheid voor de ver
enigingen was veel gedaan, middels mede
werking aan subsidies, bouw speeltuin,
schietbaan en niet in het minst door ver
wezelijking van het Dorpshuis. Ook het
meeleven met de middenstand had die ver
eniging bizonder veel goed gedaan en daar
bij de oplosing die voor de exploitatie van
het Dorpshuis was gevonden. De burgemees
ter had het destijds zelf gezegd: bij een
installatie wordt je nog niet beoordeeld,
maar als je weggaat. Spreker kon de ver
zekering geven, dat dit oordeel goed uitviel.
Namens 38 verenigingen, die alle bij name
werden genoemd en die wel 99% uitmaakten
van de Sint-Annalandse organisaties, ge
nootschappen, enz. werd een cheque aange
boden van 392,Dhr Boot wa sook de
tolk van de burgerij, waarvan velen dikwijls
met hun moeilijkheden bij de burgemeester
waren gekomen en waarbij de wensen vast
niet altijd bevredigend zijn geworden. In
zijn totaliteit meende spreker echter te mo
gen vaststellen, dat er veel bereikt is, al
blijven er (gelukkig) nog wensen over, bij
voorbeeld aanleg zwembad, nieuwe scholen,
enz.. Als blijk van waardering werd namens
de bevolking nog een cheque aangeboden
van 291,
Tenslotte werd nog gefeliciteerd door de
gemeentesecretaris van Vlisingen, de heer
J. W. Peters namens de I.Z.A. en door bur
gemeester L. J. de Jonge van St. Philipsland
als vriend, die nog enkele oude herinnerin
gen ophaalde.
Na elke spreker dankte de heer van
den Bos voor wensen en cadeaux, wees
er na de toespraak van dhr. Leune op,
hoe hij er voorstander van is, ieder in
zijn taak de verantwoordelijkheid te
laten en was zich er van bewust inder
daad heel wat van de ambtenaren te
hebben gevergd. Tot de collega's sprak
hij als antwoord op mr A. J. van der
Hoeven te mogen bijdragen Zeeland
verder tot een redelijk en verantwoord
levenspeil te mogen brengen, was voorts
blij aan de kerkuitbreiding te hebben
mogen meewerken en dankte verenigin
gen en bevolking nogmaals hartelijk
voor de goede woorden en geschenken.
Bij elkaar een goed afscheid, waaraan
ieder aanwezig een prettige herinnering
kan bewaren.
I"
Ook ditmaal vrijdagavond 15 juni 1962 was het St. Anna-
lands Dorpshuis gevuld met talrijke genodigden, zoals bij de
opening in december 1959, waarvan we in ons vorig nummer nog
een foto lieten zien. Het was er alleen warmer. En die warmte
straalde vooral het gezin Van den Bos tegen, gezeten op het
podium, het middelpunt van de afscheidsbijeenkomst. Het was
voor ons vorige week ook geen moeilijke voorspelling, dat er
veel vriendelijke woorden zouden worden gezegd. Het was zelfs
méér, een massale hulde aan de nieuwe Gedeputeerde en zijn gezin
van de talrijke plaatselijke vertegenwoordigers, van de collega's
in de Ring, van de kerkeraden, politie, gemeenschappelijke diensten
en niet in het minst van de voltallige gemeenteraad en het
gemeentepersoneel.
Een gouden horloge, talrijke boekenbonnen, bloemstukjes en twee
cheque's van in totaal bijna 700,waren de klinkende bewijzen
van de weerdering voor wat de heer J. van den Bos als burge
meester van St. Annaland heeft betekent en ook voor wat hij
voor de streek presteerde.
„Ik voel me er wat verlegen onder", zei de overigens als weinig
verlegen bekend staande magistraat „en ik vond het prettig voor
een nijverige gemeente als St. Annaland met een bloeiend ver
enigingsleven te hebben mogen werken. Het was een goede tijd
onder en met u."
beste krachten gegeven om een bepaalde
terugval in de gemeentelijke activiteit te
voorkomen en dat is hun alleszins gelukt.
Als wij dan ook beginnen met ons dank
woord, dan willen wij wel in de eerste
plaats de heer Leune noemen, die in de
laatste tijd bijzonder veel werk heeft moeten
verzetten. Hij heeft die veel omvattende taak
op uitstekende wijze verricht en daarvoor
zijn wij hem bijzonder dankbaar. Ook de
andere ambtenaren ter secretarie die even
zeer veel arbeid hadden te doen, hartelijk
bedankt. Wij willen daarbij niet vergeten
onze „onvolprezen" gemeentebode, de heer
Weijler, die op bijzondere wijze voor ons
heeft gezorgd. In ons dankwoord willen wij
ook gaarne zijn vrouw betrekken, die de
vergaderingen en niet in het minst de stem-
bureaux op uitstekende wijze „van het nodi
ge" heeft voorzien. De verhouding tussen
al onze medewerkers op de secretarie en
ons is altijd uitstekend geweest. Hartelijk
dank daarvoor!
Onze dank gaat evenzeer uit naar al dege
nen, die in het gemeentelijk verband werk
zaam zijn, de gemeente-werklieden, de
brandweer en met opzet noem ik hier ook
de ambtenaren van de Rijkspolitie, het hoofd
en het verder personeel der openbare lagere
school, kortom allen, die in de één of an
dere functie of kwaliteit betrokken zijn bij
ambtenaren, in het kort allen, die bij de
gemeente werkzaam zijn, wij danken u
bijzonder hartelijk voor alles, wat u voor
ons en voor ons gezin hebt gedaan. Wij
zullen dit niet vergeten. In het bijzonder
wensen wij u bij uw verdere arbeid, ook
voor u persoonlijk en voor uw gezinsleven,
Gods Rijke Zegen toe.
En tenslotte:
Aan een 8y2-jarige ambtsperiode is
voor ons in de gemeente Sint-Annaland
een einde gekomen. Wij hebben getracht
het belang der gemeente zo goed mogelijk
te dienen. Daarin zijn wij op vele pun
ten wij realiseren ons dit goed te
kortgeschoten. Wij zijn er echter dank
baar voor dat wij dit hebben mogen
doen en wensen de gemeente Sint-Anna
land, met zijn nijvere bevolking, een
goede toekomst toe, een toekomst, waar
in in rijke mate Gods Gunst moge wor
den ervaren.
God de Here, Wiens Rijk is van
eeuwigheid tot eeuwigheid, verlene Zijn
Zegen op het werk van alle inwoners
van Sint-Annaland en op de arbeid van
alle samenwerkingsverbanden van die
gemeenschap, hetwelk in biddend op
zien tot Hem wordt verricht, en geve,
dat die arbeid zal worden gedaan in
vrijheid en gerechtigheid nar de normen
van Zijn Woord.
Het ga Sint-Annaland en al zijn in
woners wel!
EEN GOUDEN HORLOGE
Vervolgens was het de 87 jarige eerste
VU Va ƒ.7
de spaarbank met volledige bankservice
Om bij het afscheid van burgemeester J. van den Bos van
St. Annaland ook nog eens stil te staan bij het ontstaan van deze
gemeente, welke naar het inwonertal als tweede van de streek
staat geboekt, hebben we de medewerking ingeroepen van de heer
A. J. Smits te Stavenisse, die de geschiedenis van de streek graag
naspeurt en daarbij onder meer tot de ontdekking kwam, dat
met het vroegere kerkdorpje Moggershil niet als oud-St. Annaland
moet zien, zoals vaak werd verondersteld. St. Annaland is een
der jongste gemeenten van ons eiland, al bezit het dan ook al een
respectabele ouderdom, maar toch niet in vergelijking met de
oudste delen van de streek, zoals Schakerloo en Westkerke.
Voor St. Annaland en voor de polders van Oud-Vossemeer
moeten we terug naar het begin van de vijftiende eeuw.
Nadat de schorren van Moggershil (over
dit kerkdorpje vertellen we in een der vol
gende nummers iets meer) ten noorden van
de twee machtige stromen, de Breede Vliet
en de Winkelzee, in het begin der 15e eeuw
waren bedijkt geworden, bleven er ter weers
zijden hiervan nog uitgestrekte gorzen liggen
Hoewel nog niet rijp voor ontginning, nam
de aanslibbing van jaar tot jaar toe, zodat
zij in 1475 door Vrouwe Anna van Bour-
gondië ter bedijking werden uitgegeven. Het
plan was om de bedijking in één keer tot
stand te brengen en daarom moesten de beide
eerder genoemde stromen worden afgesloten.
Er werd rekening mee gehouden, dat dit
wel eens zou kunnen mislukken, want in het
oktrooi ter bedijking werd bepaald „dat
wanneer de gorzen in twee partijen werden
ingedijkt en de Breede Vliet niet werd af
gesloten, de beide alsdan te vormen polders
in het stuk der dijkagie ten allen tijde zouden
verenigd blijven, even alsof ze door één
dijk werden omzoomd."
En zoals bleek, deze bepaling was niet
overbodig. Gelijktijdig kwamen de twee be
dijkingen tot stand. Het nieuw verworven
land werd de heilige Anna toegewijd, maar
al spoedig werd de polder, westelijk van
de Breede Vliet gelegen, Anna Vosdijk ge
noemd. Dit in tegenstelling tot het ten oos
ten van deze vliet gelegen deel dat later als
het Oudeland van Sint-Annaland werd aan
geduid.
De eigenares van de schorren Vrouwe
Anna van Bourgondië nam de bedijking
niet aleen voor haar rekening. In het ok
trooi worden als medebedijkers genoemd:
„Lieven Claas van Cats, Baljuw van
Duiveland, M. D. Pauwels, secretaris en
Adriaen Gillesse, Baljuw en Rentmeester
van Oudetong", die er elk voor een
vierde part in deelnamen.
De bedijkers hadden tot hun last het
bouwen van een kerk, „op de plaats en
de wijze als door twee kerkmeesters, van-
weghe vrouwe Anna daartoe aangestelt,
zou aangewesen worden."
Deze kerk moest gedurende twintig
jaar voor rekening der grondeigenaren
worden onderhouden. Tevens werd uit
drukkelijk bepaald, dat zo de kerk binnen
die tijd kwam af te branden of door an
dere natuurrampen werd getroffen, zij
voor eigen rekening moest herbouwd
worden.
Voor de kerk en het daar rondom aan
te leggen kerkhof moest drie gemeten
land worden afgezonderd, vrij van pol-
derlasten, bede en tienden.
Zo ontstond hier een echt Zeeuws dorp.
De kerk met een ring van gebouwen er om
heen, een straat naar de dijk (de huidige
Voorstraat) en daarachter de haven. Uit
die tijd zijn er verschillende voorbeelden
van dergelijke dorpsaanleg in Zeeland te
vinden.
Jammer dat die oude kruiskerk door de
tand des tijds tot een ruïne geworden, onder
slopershanden moest vallen.
Smallegange's kroniek biedt ons op een
gravure een vage voorstelling van dit impo
sante gebouw.
In 1493 stichtte Anna van Bourgondië
zelfs nog een klooster der Kruisbroeders
te Sint-Annaland, maar dit heeft niet veel
opgang gemaakt. „Het gesticht bezweek
als een jongeling of maagd na een kwijnen
de jeugd", zoals zeker schrijver het uitdrukt.
Juist dezer dagen heeft de huidige eigenaar,
de heer Chr. W. Heijboer (Nieuwstraat 1)
er een verbouwing in gepleegd ter verbete
ring van zijn woning. In de volksmond is
er altijd sprake geweest van een klooster
gang vanaf dit pand naar de kerk, maar
de bewijzen daarvan zijn er niet (meer).
De bewoners van Anna-Vosdijk gingen
in het begin nog „ter missie" in het kerk
dorpje Moggershil. We moeten ons even
indenken, dat we met deze geschiedenis nog
in de Roomse tijd verblijven. Voordat de
hervorming tot het eiland Tholen doordrong
was de kerk van Moggershil allang ver
dwenen. Toen de Breede Vliet nog een
open water was, bestond er in deze stroom
reeds een dam, die, omdat ze elk getij onder
water vloeide, als de „Soutendam" bekend
stond. Alleen de naam leeft nog in de her
innering voort. Het weggetje met de grote
bocht op het eind daarvan bestond nog tot
de ramp 1953, daarna werd het in bouwland
herschapen. Over deze „Soutendam" had
de verbinding plaats tussen de beide landen
Sint-Annaland en Moggershil. Bij hoog wa
ter geschiedde de overtocht met vaartuigen.
Er zal dus ter plaatse wel een overzetveer
bestaan hebben.
Zoals alle polders in ons gewest, hebben
ook de polders van Sint-Analand vooral
in het begin veel van het water te lijden
gehad. Reeds op 27 september 1477, de be-
dijkingswerken waren nauwelijks voltooid,
greep de zo geduchte „Cosmus- en Domia-
nusvloed plaats en leden de nog verse dijken
grote schade. Anna-Vosdijk werd zelfs over
stroomd, maar in 1482 komt het weer als
bedijkt voor.
De vloed van 1509, waardoor het eiland
Stavenise ten onder ging, bracht wel schade
teweeg aan de Sint-Annalandse zeeweringen,
maar niet in die mate als twee jaar later in
1511. Toen werden beide polders door deze
vloed overstroomd. De grootste rampen voor
de polders van Sint-Annaland en Moggers
hil waren die van 1530 en 1532. Tengevolge
hiervan kregen de grondeigenaren voor vijf
en twintig jaar kwijtschelding van alle gra
felijke beden, mits jaarlijks betalende 4
grootten Vlaams per gemet. Wel een bewijs
dat de nood hoog geklommen was.
In 1546 gaven de ingelanden dan ook
hun nood aan keizer Karei V te kennen,
waarop nog meer verlichting van lasten
volgde. In 1570 en voor het laatst in 1682
(wanneer we 1953 niet meerekenen) werden
de gronden nogmaals overstroomd. De vele
„wielen" langs de dijken van genoemde pol
ders tot voor kort aanwezig, lagen daar
nog altijd als sprekende getuigen van vroe
gere dijkdoorbraken. Voordat in 1560 de
Breede Vliet werd bedijkt, hadden de polders
van Sint-Annaland een zeer omvangrijke
zeewering te onderhouden in verhouding tot
het binnendijks gelegen land. Hierover werd
menigmaal bij de Staten geklaagd. Later
deed men zijn beklag, dat men behalve de
zeedijken nog te onderhouden had „vijf
rijshoofden, onder welike een groot Hoofd
gemaakt van Hout en Rijs, dat ten meeste
profijte is van den Lande, want vele schepen
varende van Dort t' Arnemuyden t' Dort
hen aan 't selve groot Hoofd bergen en sal-
veren, om perijckel, schade en verlies te
schuwen."
Dat groot hoofd, had dus een tweeledig
nut. Het was bestemd om de stroom van de
dijk vandaan te weren en tegelijk verschafte
het de schippers een veilige reede bij storm
weer.
Dicht in deze buurt ligt nu de nieuwe
Sint-Annalandse haven als een nog veel
veiliger beschutting voor gaande en ko
mende schepen, als een aantrekkingspunt
voor de jachten, waardoor „de meeste
profijte gaet in de richting van den recre
atie zoekende toerist", een bij het ont
staan van Sint-Annaland nog onbekend
woord en een nog minder daaraan nood
zakelijke behoefte.