WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
Dorpen in onrust.
i i i i i
Noodzaak van losgestort graan duidelijk
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
MORGEN WORDT „DE OESTERSCHELP" GEOPEND
RAADSVERSLAG THOLEN.
Grenscorrectie-overleg met gemeente Oud-Vossemeer gewenst -
Ruilhandel ten genoegen van beide gemeenten - Voorlopig Centrale
Dienst nog maar aanhouden, al voelde wethouder Berrevoets meer
voor uittreding - Kruispuntverbetering Rondweg stap dichterbij.
Bedrijfsstudiegroep Tholen en St. Philipsland.
18e jaargang No. 13
8 februari 1962
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 01660-589 b.g.g 531 - Giro 124407
Abonnementen 2.70 per halfjaar
franko p.p. 3.30 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief
Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot
DINSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen
De zuiging van de grote bevolkingscentra
en het daardoor ontstane gevaar dat gehele
dorpen worden ontvolkt, is aan de regering
niet zonder meer voorbijgegaan.
Op verzoek van het ministerie van maat
schappelijk werk heeft prof. dr. J. A. A. van
Doorn deze ontwikkeling onderzocht. Het
resultaat van dit onderzoek is neergelegd in
een heldere en beknopte brochure, getiteld
De sociale levensvatbaarheid van de kleine
plattelandskern."
Prof. Van Doorn beschrijft de situatie al
dus. Strekte vroeger de gezichtskring van
veel dorpsbewoners zich niet uit verder dan
de grenzen van hun eigen dorp, dank zij het
gemakkelijker geworden vervoer, de invloed
van pers en radio en van het organisatie
leven is het blikveld van velen verruimd.
Hierdoor is de dorpsbewoner zich in toene
mende mate gaan oriënteren op de gehele
samenleving. Hij wil zijn leven meer dan
voorheen inrichten overeenkomstig de wijze,
waarop dit in de samenleving buiten zijn
dorp geschiedt. Voor het dorpskind acht hij
meer schoolopleiding nodig; de zieke ten
plattelande begeert een medische verzorging
van stedelijk peil; de plaatselijke bibliotheek
dient te voorzien in leesbehoeften, die ver
boven die van vroeger uitgaan.
Veel van deze voorzieningen kan echter
een dorp met een betrekkelijk klein aantal
inwoners niet verschaffen. Men heeft er een
voudigweg de middelen niet voor. Als de
bewoners van kleine dorpen hun situatie
gaan vergelijken met die van grotere plaat
sen, valt deze vergelijking voor hen ongun
stig uit. Omdat het tot dusverre voor veel
dorpen niet mogelijk bleek, de betere voor
zieningen naar het eigen dorp te halen, ver
huisden veel dorpelingen naar de voorzie
ningen toe. Zij vestigden zich in een omge
ving, die wel de door hen gewenste leefbaar
heid bood. Meteen vergrootten zij het pro
bleem van de achterblijvers: met een kleiner
aantal inwoners blijkt het nog moeilijker, de
gewenste voorzieningen te treffen.
Een moeilijke situatie doet zich onder meer
voor in Zuidwest Nederland, met name in
Westbrabant en op de Zuidhollandse ei
landen. Voor de bewoners van de dorpen,
die hier liggen, ontwikkelt zich in het Water
weggebied een overvloed aan werkgelegen
heid. Zeker, het pendelen heeft zijn bezwa
ren, maar deze schijnen voor de meeste be
trokkenen niet overwegend te zijn, tenminste
nóg niet. Want juist deze werkers worden
door hun werk in het stadsmilieu geconfron
teerd met het hoge stedelijke voorzienings-
peil. Juist zij zullen dra constateren, dat de
leefbaarheid van hun eigen dorpen te wensen
overlaat. Het is dus van belang, de leefbaar
heid van de woongemeenten in deze gebieden
te vergroten, om aldus te voorkomen, dat
zich nóg meer inwoners in het toch al zo vol
le Waterweggebied vestigen.
Op het platte land en in de kleine dorpen
van het Noorden en Oosten van ons land is
de situatie minstens zo moeilijk. Doorgaans
is hier het voorbeeld van het stadsmilieu nog
niet in zo sterke mate aanwezig, maar daar
tegenover staat, dat in deze streken betrek
kelijk veel werkeloosheid voorkomt. De leef
barheid ondergaat hier reeds verbetering
als de werkgelegenheid toeneemt. De over
heid streeft, zoals bekend naar industriali
satie, maar in de praktijk blijkt het onmoge
lijk, naar elk dorp industrie te brengen. De
industrialisatie houdt dus alllerminst een be
lofte in voor de leefbaarheid van de kleinere
dorpen.
Is de ontwikkeling in de Noordoostpolder
met het boven geschetste in tegenspraak?
Daar bestond de mogelijkheid om zich in
redelijk geoutilleerde dorpen te vestigen.
Het aantal polderbewoners, dat van deze
mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, bleef
beneden de verwachtingen. Velen wonen
buiten de dorpen. Zij menen, dat zij zichzelf
pp deze manier niet tekort doen. Zij zijn te
vreden over de leefbaarheid van hun platte
land. Waarom Omdat zij in de meeste ge
vallen beschikken over auto's en brom-
fieten en zich dus betrekkelijk gemakkelijk
kunnen verplaatsen naar de dorpen met
hun voorzieningen.
Welke oplossing wordt door Van Doorn
aanbevolen? Hij gaat er van uit, dat het
onmogelijk is in elk dorp de gewenste on
derwijs-, medische en dergelijke voorzie
ningen te treffen. Het „dorpsdenken" moet
daarom plaats maken voor denken in bre
dere verbanden bijvoorbeeld in streekver-
band. Zij, die gemakkelijk een dergelijke
bredere verbanden zullen denken, zijn al
dus Van Doorn de jongeren, de vrouwen
en de leden van de vakbeweging. Het zijn
de plattelandsgroeperingen, die het eerst
bereid zijn, het dorp het dorp te laten.
Door zich op deze groepen te richten zal
het, zo verwacht Van Doorn, mogelijk zijn
de ontevredenheid over het ontbreken in
het dorp van voorzieningen, die wel in
de streek kunnen worden getroffen, te doen
afnemen. Daarnaast is versterkte centrum
vorming van de grotere dorpen, die zich
hiervoor lenen, een gebiedende eis. De voor
zieningen, die in deze centra worden ge
troffen, de kerken, scholen, medische in
stellingen, sportterreinen e.ddienen dan
pok duidelijk te worden geëtiketteerd als
streekeigendom en niet als eigendom van
dat centrum alleen. Bovendien moet het
de bevolking mogelijk worden gemaakt,
deze centra gemakkelijk te bereiken. De
schoolbus, de ziekenauto en de taxi voor
het consultatiebureau zijn stappen in deze
richting.
Andere voorzieningen kunnen „mobiel"
worden gemaakt. Zo keren zelfs oude om
standigheden gewijzigd weer. De midden
stander met zijn auto vervangt de vroeger
rondtrekkende marskramer. Ook andere op
lossingen worden reeds beproefd: de,, zit
dagen" van de Kruiszuster en tandarts,
rondreizende bibliotheken en spaarbanka
gentschappen, enz.
Men moet, meent Van Doorn, goed on
derscheid maken, tussen de kleine dorpen,
die de neiging hebben te groeien en de dor
pen, die dreigen te verdwijnen. Als de ver
dwijning met vrij grote zekerheid valt te
niet te vertragen door nieuwbouw, verbete
ring van de voorzieningen en vestiging van
bedrijven. Veeleer zal het de bevolking
gemakkelijk moeten worden gemaakt, zich
elders te vestigen, bijvoorbeeld in de grotere
kernen in de omgeving.
Door vele betrokkenen wordt een der
gelijke ontwikkeling niet met vreugde be
groet. Aangezien echter de stedelijke cul
tuur voortgaat, het platteland te beinvloeden,
lijkt een andere uitweg dan een oplosing
voorspellen, dient men dit afstervingsproces in groter verband niet mogelijk
De grillige weinig praktische vorm der gemeentegrenzen Tholen-
Oud-Vossemeer is voor beide besturen aanleiding geweest een
balletje op te gooien tot een ruiltje na gezamenlijk overleg. Onlangs
veerde dat balletje op in de raad van Oud-Vossemeer en dinsdag
middag jl, was dat het geval in de thoolse raad, waarbij het
balletje zelfs een bepaalde richting kreeg. Wanneer gedeputeerden
dan toch enige grenscorrecties wensen, althans voorstellen waar
om zou men dan onderling niet nog even verder gaan en de
onpraktische indeling van bijvoorbeeld Broek- en Roolandpolder,
waarbij de thoolse speerpunt tot aan St. Annalands grondgebied
reikt met daartegenover een „Laatste Stuiver" op 200 meter van
de thoolse gemeentekom by Oud-Vossemeer behorend, wat in
beter verband brengen. De raad gaf b en w volledig mandaat tot
die onderhandelingen met de buurgemeente, welks dagelijks be
stuur overigens al gepolst was. Hoewel de Centrale Dienst Noord
Zeeland op zich voor Tholen weinig reden tot kritiek kan uit
lokken, achtte men de gehele CD geschiedenis onverkwikkelijk,
zeker ook voor de hierbij betrokken ambtenaren. Men zal voor
lopig nog meedobberen, desnoods in reorganisatie A-verband,
maar ook werden reeds stemmen gehoord er maar een punt achter
te zetten.
Tenslotte was er ook het vrij belangrijke besluit tot aankoop van
de woningen Vossemeersepoort 21 en 38 om mede daardoor de
gewenste verkeersoplossing te krijgen voor het daar zo gevaar
lijke rondweg-kruispunt.
Op de eerste openbare raadsvergadering
in 1962 was alleen de heer De Jonge met
kennisgeving afwezig.
Een reeks ingekomen stukken kon voor
kennisgeving worden aangenomen.
INSTEMMING
De vraag van b en w van Sint Anna
land in te stemmen met het door haar ge
richte verzoek aan de minister van Eco
nomische Zaken om het gehele eiland Tho
len tot ontwikkelingskern aan te wijzen,
had algemene instemming.
B en w vinden hieraan adhaesie te moe
ten betuigen, omdat het zeker wenselijk
zau zijn dat het zover zou komen. Wan
neer daartoe pogingen werden gedaan,
meent men deze te moeten steunen. Dhr.
Bal zegt zich daarmee ook volkomen te
kunnen verenigen. Alleen wordt in de Sint
Annalandse brief maar één argument aan
gevoerd, namelijk de havenoutillage en er
zijn toch wel meer argumenten.
De voorzitter is het daarmee eens, welke
trouwens reeds eerder door Tholen zijn aan
gevoerd bij de minister. Op voorstel van
dhr. Bal zal dat tegelijk met deze instem
ming nogmaals gebeuren.
De heer Boender wijst er op, dat de raad
van Sint Annaland die brief al heeft
verzonden. Hij achtte het beter, dat
vooraf overleg was gepleegd met de
eilandgemeenten, er zou mogelijk méér
kracht van zijn uitgegaan. Met deze doelstel
ling is hij het overigens geheel eens.
CENTRALE DIENST
Deze verzoekt te beslissen over de des
tijds toegezonden gemeenschappelijke rege
lingen. De voorzitter wijs er op hoe Tho
len al eerder besloot regeling A maar te
accepteren. Nu zou men er evenwel als col
lege voor voelen er de voorwaarde bij te
maken, dat geen gemeenten moeten uittreden.
Dan zal het immers voor de overigen duur
der maken.
Dhr. v. d. Sande vraagt of de uittredende
gemeenten helemaal niet meer meespelen,
ook niet in de kosten. Dan zou hij er voor
Tholen ook maar voor zijn. Dhr. Boen
der meent dat het een onverbindende voor
waarde is omdat er toch al gemeenten uit
treden. De voorzitted dan moet men het
maar laten zoals het nu is. Wethouder
Berrevoets vindt dat het hele zaakje gaat
kraken. Zullen we er maar niet mee ophou
den? En uittreden. Dan stellen we op Tho
len althans een voorbeeld. Mogelijk kunnen
we het met eigen streek ook "tot een goed
resultaat brengen. De voorzitter kan de
consequenties moeilijk overzien. Dat moet
het gaan kosten? Men is trouwens nogaltijd
gebonden aan de bestaande regeling. Weth,
liquidatiekosten zit.
Dhr. Quist: bovendien rijst de vraag: hoe
dan?
De voorzitter: dat kan ik zo niet bekij
ken.
Dhr. Boender merkt op, dat er over deze
geschiedenis al heel wat is gesproken. Zo
veel, dat het een onverkwikkelijke geschie
denis is geworden en dat niet in het minst
voor de hierbij betrokken ambtenaren. Hij
zou weth. Berrevoets groot gelijk willen
geven, wanneer hij kon overzien wat de
gevolgen zijn. We hebben echter de cijfers
niet op tafel. Eerst dan kunnen we een oor
deel vellen. Nu durf ik 't niet zonder meer
aan het voorstel van weth. Berrevoets over
te nemen, aldus dhr. Boender.
Weth. Berrevoets: laten we niet meer
op cijfers blijven wachten, maar de conse
quenties van uittreden zonder meer aan
vaarden. Het zal wel meevallen. Weth.
Jansen acht zulks op dit moment nog niet
verantwoord. We willen de achtrekant
van de maan zien en dat is vooralsnog
onmogelijk. Hoe kan men met cijfers ko
men, wanneer men niet zeker is hoeveel ge
meenten meedoen. We hebben daarom geen
enkele basis wat de gevolgen van uittreding
zijn.
De heer D. van der Velde vreest dat het
verder zal invreten en dus steeds meer geld
zal gaan kosten.
Tenslotte willen alle leden zich neerleggen
bij het voorstel van b en w om onder ge
noemde voorraad reorganisatie A te ac
cepteren.
Hamerstukken zijn vervolgens het voor
stel tot een voorschot op de salarisverhoging
1962 een een wijziging van het ambtenaren
reglement.
Met algemene stemmen wordt mevr. Meer-
man-Steenpoorte in vaste dienst benoemd als
onderwijzeres aan de openbare lagere school
De spuiboezem bij de haven wordt opnieuw
voor dertig jaar aan de huidige gebruikers
verpacht, zijnde de firma Baaij-Schot en
de Firma P. C.Baaij.
VERBETERING KRUISPUNT
RONDWEG
Reeds op 29 juni 1956 gaf de raad zijn
fiat om tot verbetering van he tkruispunt
te komen op de provinciale weg Tholen-
Oud V ossemeer-Poortvliet. De provincie
zou het werk uitvoeren, maar de gemeente
moest enkele eigendommen waaronder een
woonhuis-winkel in eigendom zien te krijgen.
Daaronder was het woon-winkelhuis Vos
semeersepoort 38 van dhr. J. A. Vercou-
teren, bewoond door mevr. wed. P. J. Ge-
luk-Coomans. Met laatstgenoemde kon men
niet tot een vergelijk komen vanwege de
Berrevoets acht het voor de gemeente ge- verhuizing. Nu de gemeente er in geslaagd
wenst om maar uit te treden. De voor- is de hand te leggen op het pand Vosse-
zitter antwoordt dat men dan ook met de meersepoort 21, is die overeenstemming
wel mogelijk. Dit laatste pand was van
dhr. J. J. Donken, die er f 8000.voor
vraagt. De wed. Geluk is bereid naar dit
pand te verhuizen.
Daarom stellen b en w voor te besluiten
tot aankoop van het pand Vossemeerse
poort 38 en 21, vervolgens tot verbouw
pand Vossemeersepoort 21 (inrichting win
kel) en de financiële gevolgen hiervan te
te regelen bij begrotingswijziging. Het pand
Vossemeersepoort 38 kan gesloopt en met
aankoop van enkele andere perceeltjes kan
de gewenste verbetering van dit kruispunt
worden gerealiseerd.
Dhr. v. d. Sande vraagt of de verbouwing
Vossemeersepoort 21 ingrijpend is. De voor
zitter zegt daarin voor b en w een blanco
crediet. De heer J. v. d. Velde meent dat
men het zo eenvoudig mogelijk moet doen, in
elk geval zo, dat het desgewenst weer in
een normaal woonhuis kan worden veran
derd.
De heer Boender zegt zich met het voor
stel te kunnen verenigen, maar vraagt of dan
een voldoende verbetering tot stand kan ko
men. De voorzitter antwoordt bevestigend.
Er kan een soortement eiland ontstaan,waar
door het verkeer voldoende mogelijkheden
krijgt ruimte te laten. Er zal daar een zebra
pad komen, evenals bij de Molenvlietsedijk.
Alle leden steunen het voorstel van b. en w.
als voornoemd. De verbetering zal de ge
meente overigens in totaal nog op bijna
13.000 komen te staan.
Nu de afwerking van de woningwetwo
ningen aan de Simon Lindhoutstraat zover
is gevorderd, dat de huizen deze maand kun
nen worden betrokken vragen b en w machti
ging tot verhuur, waartegen niemand be
zwaar maakt.
Als gevolg van bovengenoemde beslui
ten worden begrotingswijzigingen voorge
steld, welke eveneens worden goedgekeurd.
DE GRENSCORRECTIE
Behandeld werd in deze raadsvergadering
ook het schrijven van gedeputeerde sta
ten inzake de grenswijziging gemeenten
op het eiland Tholen.
De voorzitter wijst er op, dat b en w van
mening zijn, al komt zulks niet geheel in
dat schrijven tot uitdrukking, zich tot eigen
gebied te moeten beperken.
Met dat voor ogen stelt het college voor
om akkoord te gaan met de voorgestelde
grenswijziging met de gemeente Poortvliet.
Vervolgens wil het college gedeputeerde
staten in overweging geven de Broek- en
Roolandpolder aan Oud Vossemeer te geven
en dit voor Tholen te compenseren door een
gedeelte van de Oud Vossemeersepolder
de Leguit, Slabbecoorn en het gedeelte
DE REDACTIE LEGT II VOORt
Dorpen in de zorgen
Thoolse raad wil in overleg met Oud-Vossemeer
komen tot betere begrenzing
Rondwegkruispuntverbetering in het verschiet
De landbouw in het praat-seizoen
Studiegroep hield forummiddag
ZLM-afdeling besprak uienontwikkeling
Puttershoek in het goud
Morgen wordt de landbouwhuishoudschool
geopend
Volkswagenbusje slipte
Fok- en controlevereniging in-één
Meerdere kandidatenlijsten
gemeenteraadsverkiezing
Wie van anderen te slecht denkt, denkt over zichzelf te goed
ten westen van de Rijkebuurtsweg en Roo-
landsweg. Daardoor wordt een betere af
geronde conglomeratie verkregen.
Op een vraag van dhr. Bal of de gemeen
te Oud Vossemeer ten aanzien van boven
staande is gepolst antwoordt de voorzitter
bevestigend. Men kon er in principe mee
akkoord gaan. Dhr. Quist vindt het dan niet
moeilijk, omdat het ongetwijfeld voor beide
gemeenten een betere begrenzing inhoudt.
Dhr. Boender merkt op, dat het voor
stel van b en w goed wordt ontvangen in
de raad. Hij hoopt dat men er in zal sla
gen het zo te verwezenlijken, Wanneer daar
toe tevoren overleg met Oud Vossemeer
wordt gepleegd en het zoveel mogelijk op
voet van gelijkheid wordt geruild, zal het
college van gedeputeerden wellicht ook meer
openstaan voor deze ruiling. Wanneer de
ruil weinig verschilt voor wat het aantal
hectaren betreft en ook niet wat het aantal
bewoners aangaat, zal het weinig moeilijk
heden opleveren. In het andere geval zou
een schadeloostelling gedacht kunnen worden
zodat geen der beide gemeenten er uiteraard
schade van ondervindt. Hoewel b en w
de raad uitnodigde niet over de andere
punten in deze brief te praten, aldus ver
volgde dhr. Boender, vind ik de samen
voegingskwestie toch onsmakelijk en de ar
gumentatie van g.s. vrij zwak en vrij on
diplomatiek gesteld. Spreker voelt veel meer
voor de gedachte van St' Annaland om de
gehele streek als kern te doen aanwijzen. De
voorzitter: toch niet één gemeente, wat ik
wel een goede gedachte zou noemen. Dhr.
Boender: daarmee ben ik het niet eens.
De voorzitter: laten we de kwestie er
verder hier buiten houden en laten we er
ook maar lieveh buiten blijven.
Overigens kan de raad zich met de voor
stellen van b en w inzake deze correcties
unaniem verenigen.
De voorzitter deelt hieraan nog mee, dat
dhr. Wesseloo beloofde het plan voor de
nieuwe openbare lagere school per 15 feb.
besteksklaar te hebben.
Bij de rondvraag informeert dhr. van der
Sande nog naar het lichtbord bij de Tolweg.
De voorzitter antwoordt dat dit reeds her
haaldelijk is opgedragen.
Daarna sluiting.
Tijdens een drukbezochte bijeenkomst van de bedrijfsstudiegroep
Tholen en St, Filipsland dinsdagmiddag in „Hof van Holland"
was de hoofdmoot de oogst van granen in losgestorte vorm op
wagen of tank en de opslag daarvan.
Een vijftal inleiders belichten de verschillende facetten van dit
onderwerp, waarna middels een forum enkele onderdelen nader
werden besproken.
In zijn conclusie stelde de voorzitter van de studiegroep, de heer
M. C. J. Kosten, dat met de huidige werkkrachtenafname de nood
zaak van losgestort graan overduidelijk naar voren is gekomen.
Om dat efficient te verwezenlijken leek het hem gewenst aan te
sturen op grotere eenheid, de burenhulp te bevorderen, het contact
loonwerker-boer nauwer aan te halen, met niet te kleine werk
tuigen te opereren en het opvangcentrum zo geoutilleerd mogelijk
te maken.
Aan inleidingen en forum ging een
huishoudelijk gedeelte vooraf, waarbij de
voorzitter in zijn openingswoord1 met vol
doening vaststelde dat het ledental het
afgelopen jaar opnieuw was gegroeid tot
230. Uit het jaarverslag bleek, hoe het
25 jarig bestaan der Studiegroep op prettige
wijze was gevierd, hoe verschillende de
monstraties en excursies awren gehouden,
dat het kassaldo f 1046.88 bedroeg. Terwijl
De zeer moderne, al enkele maanden in gebruik zijnde nieuwe landbouwhuishoudschool te Tholen wordt morgen officieel geopend door
de ZLM voorzitter ir M. A. Geuze. Inmiddels heeft deze grote baby een naam gekregen: „De Oesterschelp". Menigeen zal zich
mogelijk afvragen hoe deze naam ontstond. We weten het ook nog niet. Men zoekt tevergeefs naar het verband tussen het kei
harde kleed van dit zeebanket en de fraaie outillage, waar honderden thoolse meisjes hun opleiding krijgen. Mogelijk lost ir Geuze
dat raadsel morgen voor u en ons op. Wanneer u er niet bij kunt zijn, zult u het toch van ons vernemen.