EENDRACHTBODE
Nieuw polderhuis.» bestendiging van waterschapsbestel
Twee Jaren Euromarkt.
De laatste grens
lekker en gezond
Door Commissaris geopend
Vage en onzekere toekomst werpt
schaduw op gunstig visserij-jaar
17c JAARGANG No, 32
23 JUNI 1961
TWEEDE BLAD
In augustus weer
bloemententoonstelling
te Scherpenisse.
Vanaf Sint Maartensdijk komend staat enkele meters van de rond
weg schuin tegenover de imposante Technische School het nieuwe
Polderhuis van het Waterschap Tholen. Het opschrift boven de
ingang in zwarte smeedijzeren letters: „Polderhuis" is duidelijk
genoeg om te weten waar men z'n entree doet. Boven dat opschrift
siert in vereenvoudigde vorm, maar in de originele kleuren het
wapen van dit Waterschap in een ogenschijnlijk getralied raam.
Het is tegelijkertijd een onderbreking van de strakke lijn van dit
uiterlijk sobere gebouw, waaraan geen overdadige luxe ten koste
werd gelegd, maar wat met zijn praktische vorm en even praktische
indeling aan alle eisen voldoet, welke aan een Waterschap als
de omvang van het Thoolse, mag worden gesteld.
Als men ergens tè zuinig mee was, dan is dat misschien met dej
parkeerruimte voor het gebouw en een rondgaande uitrit.
Maar intern is zowel de administratie- als technische dienst, de
bestuurskamer en de archiefruimte uitstekend gehuisvest en in
niet mindere mate de griffier en gezin in de daaraan gebouwde^
gerieflijke woning.
Bij de officiële opening op maandagmiddag 19 juni liet ook Zee-
lands commissaris jhr. mr. A. F. C. de Casembroot woorden van
lof horen voor de verwezenlijking van dit solide Polderhuis èn voor
het tot dusver gevoerde beleid door dit sinds 1 januari 1959 ge-I
concentreerde Waterschap.
Om kwart voor drie had de commissaris
de vlag naar de top gevoerd en daarmee
de officiële opening van het al enige tijd in
gebruik zijnde nieuwe Polderhuis verricht.
Dit gebeurde in tegenwoordigheid van tal
rijke genodigden, die daarvan met het Wa
terschapsbestuur en de Hoofdingelanden ge
tuige waren. Daarna kreeg ieder gelegen
heid het gebouw te bezichtigen om daarbij
tegelijk kennis te nemen van de grote wand
kaart van Tholen. die de technische staf
in vrije tijd had vervaardigd, een bizonder
aantrekkelijk cadeau. Men zag ook enkele
schilderijen van nu verdwenen schilderach
tige hoekjes op Tholen, men zag de archie
ven van de voormalige thoolse polders en
waterschappen bijeenverzameld in de kluis,
dikke mappen met notulen en andere stuk
ken, waarin de mede aanwezige voormalige
ontvangers-griffiers hun werk terugvonden.
Zonder overdreven luxe is het 22 bij 11
meter grootte gebouw toch smaakvol en
zeker praktisch ingedeeld en ingericht. Ar
chitect Nienhuis van het bouwbureau voor
de landbouw in Middelburg bracht de ruimte
voor de administratie, die het meeste bezoek
kan verwachten, op de begane grond met
daarop aansluitend de kamer voor de grif
fier en dijkgraaf en een grote kluis voor de
archieven. Men vindt in de benedenverdie
ping voorts de garderobe, toiletten en keu
kentje en in de kelder de centrale verwar
mingsinstallatie.
Op de verdieping de bestuurskamer, waar
de gezelligheid sinds de openingsdag wordt
vergroot door een van de Hoofdingelanden
geschonken staande klok en waar in een
flinke ruimte voorts de technische dienst ze
telt met inbegrip van de nodige tekentafels,
kaartenkast enz.
VAN KLEUTERSCHOOL
TOT POLDERHUIS.
Na bezichtiging begaf het gezelschap zich
opnieuw naar het „Holland Huis'' te Scher-
penisse, waar men voor de opening ook
was saamgekomen en waar dijkgraaf H. van
Gorsel van Oud Vossemeer de genodigden
toesprak. Hij toonde zich, mede namens de
andere bestuursleden bizonder verheugd over
de welwillendheid van de commissaris, het
nieuwe Polderhuis te willen openen, terwijl
hij het anderzijds bizonder spijtig vond, dat
gedeputeerde Philipse, welke zich zo zeer
voor het Waterschapswezen interesseert
door ziekte verhinderd was de opening bij te
wonen. Hij sprak verder een bizonder woord
van welkom tot de hoofdingenieur-directeur
van de Rijkswaterstaat in Zeeland, dhr.
van den Burght, tot dhr. Dolk, voorzitter
van de Unie van Waterschapsbonden en
tot de heer Dekker, voorzitter van de
Zeeuwse Bond van Polders en Waterschap
pen. Ook tot ir. D. van der Zaken als se
cretaris van de herverkavelingscommissie
Zeeland met de heren Beukman en de Ko
ning, tot de aanwezige hoofdambtenaren
van de provinciale griffie, de burgemeesters
en secretarissen van de eilandgemeenten
(Tholen werd daarbij door weth. Jansen
vertegenwoordigd), de voormalige ontvan
gers-griffiers, notaris W. L. Blindenbach
van Sint Maartensdijk en andere genodigden.
Nadat 1 januari 1959 de concentratie van
de polders en waterschappen op Tholen
een feit was geworden, nadat men in fe
bruari ook een bestuur en gezworenen had
gekozen, nadat men in dhr. A. K. Kievit
een ontvanger-griffier had kunnen benoemen
en zelfs per 2 februari was besloten dat
in St.Maartensdijk de polderzetel zou wor
den gevestigd, zat men zonder de nodige
kantoorruimte. Dank zij de medewerking
van de gemeente Sint Maartensdijk en het
bureau van uitvoering der Herverkaveling
kreeg men tijdelijk onderdak in de kleuter
school (administratieve dienst) en in de her
verkavelingsbarak (technische dienst). 29
Juli 1959 werden de eerste stappen gedaan
om te komen tot de bouw van een nieuw
Polderhuis, waartoe de familie de Wilde
te St. Annaland tegen billijke prijs grond be
schikbaar stelde aan de Sint Maartensdijkse
rondweg. Men stuitte bij verdere uitvoering
der plannen echter nog op de „gevoelens"
van de planologische dienst in Zeeland,
maar na dat ook die na enige wijziging,
waren overwonnen werd de bouw op 7
maart 1960 gegund aan de laagste inschrij
ver, de firma de Kok uit Hoogerheide voor
146.180.Met bijkomende kosten vergde
de bouw 165.000.Bouwkundige Gil-
jam uit Scherpenisse belastte zich met het
dagelijks toezicht, 68 betonpalen van
meter werden als fundering geheid, eer men
aan de eigenlijke bouw toe was. 15 Septem
ber 1960 vond de eerste steenlegging plaats
en op 24 april 1961 hield het bestuur de
eerste vergadering in het nieuwe tehuis
Wanneer in het najaar ook de tuin zal
worden aangelegd, zal het gestelde doel ge
heel zijn bereikt en mag men het nieuwe
Polderhuis zien als een symbool van de
eenheid en samenwerking van de voormalige
thoolse polders en waterschappen tot het
ene samengevoegde waterschap Tholen, al
dus dijkgraaf van Gorsel die alle personen
en instanties dankte voor de hieraan ver
leende medewerking.
vergevorderd stadium. En de hoofdingenieur
van Rijkswaterstaat in Zeeland zal ook alles
doen om de concessie nog voor de winter
te krijgen. Het is voor het Waterschap Tho
len nog de enige zwakke plaats in haar zee
wering.
De commissaris vond dat het Waterschap
Tholen sinds haar concentratie geen reden
tot klagen, maar veeleer tot dankbaarheid
heeft. De sfeer bij het bestuur en het per
soneel is goed en dat is hoofdzaak. Er is
geen achterstand en er is een goede ver
standhouding met de gemeentebesturen, wat
mede blijkt uit hun tegenwoordigheid bij
deze opening. Een ander bewijs van goed
beleid is het feit, dat er geen grote proble
men zijn geweest bij de overname van de
wegen. Met betrekking tot verrekening
van het dijkgeschot heeft het bestuur nog
wensen en in overleg met dhr. Philipse wil
ik graag toezeggen, aldus de commissaris,
deze kwestie nog eens serieus te zullen be
kijken. Ik hoop, aldus de commissaris, dat
't Thoolse Waterschap in dezelfde geest
als tot dusver mag blijven samenwerken tot
heil van Tholen.
A. P.
Namens de Hoofdingelanden feliciteerde
ir M. A. Geuze het bestuur met het nieuwe
Polderhuis, herinnerde aan de aanvankelijke
aarzeling bij Hoofdingelanden toen het be
sluit voor de bouw moest vallen, maar aan
de inmiddels unanieme overtuiging van de
noodzaak en instemming met opzet en uit
voering. Ook ir. Geuze had bizonder veel
waardering voor de aangeboden wandkaart
van Tholen door de technische dienst.
Het waterschap heeft te maken met tijen
en tijden. Spreker wenste dieper in te gaan
op het laatste, al lijkt het vaak dat we
tegenwoordig in een „bezeten" tijd leven en
al hoort men de kleinste kinderen soms roe
pen „k'è gieen tied Wij hebben geen
tijd meer, maar de tijd heeft ons. In water
schapssfeer overgebracht is dat niet wense
lijk. Nog steeds geldt dat hij die vlug han
delt dubbel handelt, maar die tijdig handelt,
handelt tienmaal.
Om dit laatste te stimuleren had het de
Hoofdingelanden goed gedacht een nog lege
plaats op de bestuurskamer te vullen met
aanbieding van een staande Amsterdamse
klok.
Het was niet eenvoudig een vergelijking
te vinden met de klok uit Amsterdam en het
Thoolse Waterschap, tot spreker zich het
„Amsterdams Peil" herinnerde, waarmee het
waterschap schier dagelijks te maken heeft.
Ir Geuze eindigde zijn „tijdrede" met Joost
van den Vondel, die in een dichterlijke
ontboezeming waarschuwde de tijd wel te
besteden.
Namens de Unie van Waterschapsbonden
in Nederland sprak haar voorzitter de heer
J. Dolk uit Den Haag, die er op wees hoe
de waterschappen al enige jaren in beweging
invloed was uitgegaan, maar dat het bestuur
nu toch op een meer representatieve zetel
kan bogen. Namens de eigen gemeente dank
te hij het bestuur voor de goede samenwer
king in overgangstijd.
Ir. D. v. d. Zaken wees op het intensieve
contact dat er bestond tussen Herverkave
ling en Waterschap en hoe vooral een juiste
samenwerking was gebleken bij de toede
ling van wegen en waterlopen. Een maquette
van de Poortvlietse weihoek in oude en
nieuwe toestand, zal voortaan, dank zij de
Herverkaveling in het nieuwe Polderhuis
een plaatsje krijgen.
Aannemer de Kok jr. verklaarde zich
dankbaar voor het in zijn firma gestelde ver
trouwen, terwijl kantonnier N. Potappel uit
Stavenisse als nestor van kantonniers en
machinisten zijn felicitatie bij vorige aan
sloot en een elektrisch klokje overhandigde.
De ZLM kringvoorzitter P. W. C. v. Wes
ten te Oud Vossemeer vergeleek het beleid
van het waterschapsbestuur met een pri
maire herverkavelingsweg, dat wil zeggen
met brede visie.
Tenslotte was de griffier dhr. A. K. Kie
vit de tolk van het administratief en tech
nisch personeel, toen hij het bestuur com
plimenteerde en dankte voor de mede tot
stand gekomen fraaie woning.
Dijkgraaf Van Gorsel las nog enkele ge-
lukwenstelegrammen, dankte voor de ont
vangen bloemstukken en de sprekers voor
de goede wensen, waarna hij de officiële
bijeenkomst met een wel thuis voor alle aan
wezigen sloot.
(i)
GOED BELEID
Jhr. mr. de Casembroot bracht dijkgraaf
en andere bestuurders dank voor het harte
lijk welkom en de vriendelijke woorden die
tot dhr. Philipse waren gericht. Ik ben blij
het nieuwe polderhuis op Tholen te hebben
omgen openen, ook dat er eenvoudigweg
Polderhuis op staat en niet dat grote woord
„waterschapshuis". Dijkgraaf Van Gorsel
is ook in dit opzicht een goed zakenman ge
bleken, want gedeputeerden hebben ten
aanzien van de bouwkosten voor een Polder
huis wel eens andere ervaringen opgedaan
dan op Tholen. Met de betrachte soberheid
heeft het waterschap een goede beurt ge
maakt en daarom ook spoedige goedkeuring
op de plannen gekregen. Het is niet over
dreven groot opgezet, ook niet al te klein,
maar praktisch en voldoende. Ook de in
richting is zeker verantwoord. De sommis-
saris bracht de technische staf hulde voor
de gemaakte prachtige wandkaart waarop
ieder Thools hoekje is terug te vinden. De
haven van Stavenisse staat er nog op, maar
hoezeer ook spijtig voor de gemeente Sta
venisse, de concessie tot afdamming is in 'n
zijn, welk tempo in 1953 nog werd versneld.
Men is zich in den lande meer bewust ge
worden van de tak der waterschappen. Met
bewondering heeft het Uniebestuur de reor
ganisatie daarvan in Zeeland gevolgd en na
wat hij vandaag op Tholen zag, kon hij
dit waterschap complimenteren met de goe
de samenwerking.
De voorzitter van de Zeeuwse Polders en
Waterschappen, de heer J. Dekker verklaar
de dat Zeeland 6 grote waterschappen
heeft, waarvan er 3 zijn geconcentreerd
t.w. de Polder Walcheren, het Vrije van
Sluis en Tholen. Daarvan kreeg laatstge
noemde als eerste een nieuw Polderhuis.
Spreker zag hierin een symboliek van be
stendiging van het waterschapsbestel en
hoopte dat de verdere arbeid gedragen zou
worden door een volhardende geest. Een
bloembak van natuursteen uit een groeve
bij Valkenburg was het geschenk van de
Zeeuwse bond.
Burgemeester D. C. Bouwense was de tolk
van alle gemeentebesturen op Tholen, toen
hij het waterschapsbestuur gelukwenste.
Hij was er van overtuigd, dat er van de
huisvesting in de kleuterschool een goede
In de laatste twee jaar .hebben in het
bestek van de internationale verhoudingen
twee verrassende veranderingen plaats ge
had; ten eerste is Amerika door Rusland
naar de tweede plaats geschoven en ten
tweede is het na de laatste wereldoorlog
als knock-out betitelde Europa weer in de
ring gestapt. Er wordt niet meer gespro
ken van het „oude afgeleefde Europa",
maar van het „jonge, levenskrachtige nieuwe
Europa".
's Werelds meest op tournee zijnde pre
sident De Gaulle heeft in de afge
lopen maanden het smeulende vuur van
Euromarkt, Euratom en andere Europese
organisaties weer wat aangewakkerd. Met
het gevolg, dat er in de zes hoofdsteden der
Europese Unie weer levendige „Europa
debatten" plaats hebben.
Op 1 januari 1959 werd de Euromarkt een
feit. Het grote avontuur had een aanvang
genomen; de eerste stap naar de verwezen
lijking van een eeuwenoude wensdroom
een verenigd Europa - was gezet.
Nuchter en heuglijk feit: de eerste stap is
geslaagd. Pessimisten voorspelden, dat de
Euromarkt reeds in het oprichtingsjaar ten
onder zou gaan. Heden, nadat er ruim twee
jaren verstreken zijn, is de markt er nog.
Hoewel het fundament wat zwak was en
het bouwwerk nu en dan wankelde, gaat
de opbouw voort, het geheel wordt meer
solide en de vorm duidelijker. Het gezamen
lijk streven der zes heeft en zal nog heel
wat stof doen opwaaien. Er ontstond een
blok van 165 miljoen mensen, dat gaf te
denken. Tegenover de „zes" kwam onder
leiding van Engeland de „zeven". Wel
kan men bij de Euromarkt niet direct van
een politiek blok spreken, maar wat niet
is, kan komen...
Eén ding staat als een paal boven water:
Engeland, Amerika en Rusland houden het
ondernemende zestal nauwlettend in het oog.
WAT WERD BEREIKT 7
Dat handel en industrie, landbouw en
scheepvaart door het voortdurend minder
worden van remmende bepalingen meer le
ven werd ingeblazen. Het enthousiasme is
teruggekeerd. Omzetten worden groter, pa-
perassenbundels kleiner, de welvaart is ge
degen. Kostelijke groenten, met de groot
ste zorg gekweekte tomaten en druiven --
dit laatste geldt vooral voor Italië en Frank
rijk verhuizen in mindere mate naar de
mestvaalten.
Bloembollenvelden bevinden zich niet uit
sluitend tussen Leiden en Haarlem, doch
tevens bij Parijs, Düsseldorf en Turijn, Fran
se schoolkindertjes worden naar school ge
zonden met Hollandse taai-taai-poppen, uw
melkboer wandelt 's zondags zichtbaar tevre
den met een Italiaanse hoed. Belgen en
Duitsers roken voor een redelijke prijs een
prima Nederlandse sigaar. Een Dauphine
kost in Duitsland 400.minder en een
Volkswagen in Frankrijk 450.minder
dan in het land van herkomst. De Neder
landse huisvrouw kan kiezen tussen West-
landse kasdruiven en Italiaanse zondruiven,
de prijzen zijn gelijk, maar wat een verschil
in smaak! In de komende jaren valt er niet
meer te kiezen doordat de honingzoete im
portdruiven veel lager geprijsd zullen zijn
dan het eigen product. En die arme West-
landse tuinders dan? Die zijn al hard bezig
over te schakelen naar de meer winstgeven
de sierbloementeelt. Langzaam maar zeker
wordt de samenwerking hechter en het ver
trouwen in de toekomst groter.
De handel tussen de „zes" wordt soepe
ler gemaakt. In 1959 en 1960 hebben reeds
twee invoerrechtverlagingen elk van 10%
plaats gehad. De derde verlaging zal
plaats hebben in 1962, de vierde in 1963, de
vijfde in 1965 en de zesde in 1966. In 1969
zullen tussen de landen van de Gemeenschap
pelijke Markt geen invoerrechten meer ge
heven worden, In 1971 kunnen Nederlanders
zich zonder vergunning vestigen op het
grondgebied der Europese Unie. In dat
zelfde jaar (of misschien reeds eerder) is
het paspoort een museumstuk geworden.
NOG VELE OBSTAKELS
Maar voor dit alles werkelijkheid zal zijn
moeten er nog heel wat hindernissen geno
men worden. Al zou de in- en uitvoer onbe
lemmerd kunnen plaatshebben, dan nog stuit
men op onvoorziene moeilijkheden, welke
vooral op het gebied van de afzet, het
smaakverschil en afwijkende levensgewoon
ten liggen. Want hoeveel overredingskracht
zal men moeten bezitten om een overgecivi-
liseerde Parijzenaar te bewegen een „Hol
landse Nieuwe" bij de staart te pakken?
Wat zal Antonio, de Italiaanse olijvenpluk
ker, moeten beginnen met een prachtig vloer
kleed? Misschien zal de goede man het als
deken gebruiken of er 's nachts zijn scooter
mee bedekken, maar het op de vloer in de
huiskamer uitspreiden en er dan over lopen
dat nooit! Hoe kan een Franse levens
middelenexporteur zijn blikjes slakkenpas-
tei in Duitsland en de Benelux importeren?
De Italianen voegen vitamine in hun kaas,
maar in Frankrijk is dit verboden. De Fran
sen mengen boorzuur en anti-septische mid
delen in de margarine, maar dat is onbe
staanbaar in Duitsland. De Duitsers pro
duceren kunstmatige crèmes zonder vet-
houdende stoffen, maar dit gaat heel be
zwaarlijk in Frankrijk. Op technisch gebied:
de nog geenszins voltooide standaardisatie,
de verschillende dimensies, de hinderlijke
verschillen in volt en watt. De grote hand
schoenen en schoenenmaat van de Noorder
ling, de eeuwig jagergroene costuums van
de Duitser en de smalle heupen van de
Frangaise. Het verschil in de lunchpauzen:
de Hollander nuttigt zijn boterhammetje
in drie kwartier of een uur. De Duitser in
twintig minuten viele Arbeit was. Mon
sieur Durand en signor Perronicini gaan
na de ganzenlever en de spaghetti een paar
uren in retraite. Van Duinkerken tot Reggio
is het van twaalf tot drie of vier uur 's
middags moeilijk zaken doen. In Duitsland
en de Benelux sluiten de meeste kantoren
om vijf uur 's middags, in Zuid-Europa
wordt op deze tijd een kopje zwarte koffie
gedronken. Het werk eindigt hier om zeven
of acht uur 's avonds. Een harde noot om
te kraken is de taal; speciaal het technisch
Frans en Duits levert veel verwarring en
tijdverlies. Er heerst een nijpend gebrek aan
bekwame vertalers en reeds is de gedachte
geopperd om voor technische uitdrukkingen
een soort esperanto samen te stellen. Alle
begin is moeilijk en geleidelijk aan zullen de
struikelblokken verdwijnen.
Als troostend lichtpunt aan de overigens vage en onzekere horizon
van de Zeeuwse visserij, ziet het bestuur van „Zevibel" de groeien
de belangstelling en het begrip voor de vele problemen in deze
bedrijfstak van Overheid en publiek.
Dit wordt geconstateerd bij de inleiding van het jaarverslag 1960
van de vereniging Zeeuwse Visserij Belangen, maar waarin ook
gewag gemaakt kon worden van een gunstig beeld van de totaal)
cijfers in het afgelopen jaar.
Die vage en onzekere toekomst wordt
inzonderheid bepaald door het voortschrij
den van de uitvoering van de Delta-werken,
waarbij men nog eens extra werd bepaald,
toen de Veerse vissersvloot moest verhuizen
na een voor haar steeds nauwere uitweg
vanaf Veere, wat nogal eens moeilijkheden
opleverde en aanvaringen tot gevolg had.
Door Zevibel werd steeds het standpunt
ingenomen, dat de oesterproeven en ver-
wateringsplaatsen voor mosselen in Zeeland
dienen te worden gehouden en dat de cultu
res en verwaterplaatsen er ook dienen te
blijven. Dit standpunt wordt door het meren
deel van de vissers in Zeeland gesteund.
Een ander somber perspectief is het feit,
dat bestendiging van de Zeeuwse Visserij-
school door onvoldoende cursisten aan een
zijden draad hangt.
Naast deze sombere klanken mocht men
over de uitkomsten van 1960 een vrolijker
klank doen horen.
Voor de garnalenvisserij varen er in Zee
land 84 schepen met een gezamenlijk motor
vermogen van 6451 pk. Daarvan heeft Tho
len 9 schepen met 715 pk. tegenover .vorig
jaar 7 met 474 pk.
Bij de oester- en mosselvisserij waren er
259 schepen met 17.433 pk, waarvan Tho
len er dan 20 met 830 pk voor zijn rekening
neemt, een met vorig jaar gelijkgebleven
aantal.
Er werden in de Zeeuwse havens 852.904
kg garnalen aangevoerd voor een bedrag
van ƒ2.322.512.— (in 1959 2.578.222.—).
De aanvoer in 1960 daalde met ruim een
derde wat zich door de gunstige prijzen ge
lukkig niet evenredig in de financiële uit
komst openbaarde. Door het ongunstige weer
zijn begin 1960 nogal wat visdagen ver
loren gegaan. Jammer wordt gevonden, dat
er in Nederland zelf zo weinig garnalen
worden geconsumeerd.
MOSSELEN EN OESTERS
In het seizoen 1960-61 werden 735.142
tonnen mosselen van 100 kg geleverd te
genover vorig jaar 617.680 tonnen. De op
brengst van dit jaar was 8.573.375.— en
de totale exportwaarde 12.309.739.wat
vorig jaar een paar miljoen gulden lager lag.
Er zijn dit jaar dus goede resultaten ge
boekt, al vielen de opbrengsten op de
Zeeuwse percelen wat tegen.
De produktie van oesters beweegt zich
in stijgende lijn. Frankrijk nam een flinke
hoeveelheid af. Het jaar 1960 werd in dit
14
ALISTAIR MACLEAN
„Ik weet het. Ik was toen namelijk juist op het idee gekomen dat
u wel eens iemand van de AVO zou kunnen zijn, die zich opzettelijk
bij me had ingedrongen en daarom dus helemaal geen reden had,
om bang te zijn voor een bezoek aan de Andrassy Ut. Ik geef toe,
dat ik hieraan eerder had moeten denken. Toen ik u echter ver
telde dat ik van plan was u naar een geheime kerker te brengen,
zou u als lid van de AVO onmiddelijk begrepen hebben dat ik
u doorzien had en tevens dat ik me nu niet de weelde zou kunnen
veroorloven u in leven te laten om de boel bij elkaar te schreeuwen.
U reageerde echter niet en toen wist ik dat het in ieder geval geen
doorgestoken kaart kon zijnJansci, zou je me voor een paar
minuten willen verontschuldigen Je weet waarom."
„Natuurijlk, maar haast je wat. Mijnheer Reynolds is niet helemaal
uit Engeland gekomen om over een Donaubrug te leunen en steen
tjes in het water te gooien. Hij heeft ons veel te vertellen."
,Het is alleen voor uw oren bestemd," verklaarde Reynolds, „Vol
gens de orders van kolonel Mackintosh."
„Kolonel Szendrö is mijn rechterhand, mijnheer Reynolds."
„Heel goed, maar dan alleen u beiden."
Szendrö boog en verliet het vertrek.
„Een fles wijn, Julia," gebood Jansci, terwijl hij zich tot zijn
dochter wende. „Hebben we nog wat Villanyi over
„Ik zal even gaan kijken." Het meisje draaide zich om, doch Jansci
riep haar terug.
„Een ogenblikje. Ehmijnheer Reynolds, wanneer heeft u voor
het laatst gegeten
„Vanmorgen om tien uur."
„Dan moet u uitgehongerd zijn Julia
„Ik zal zien wat ik kan doen, Jansci."
„Prima, maar eerst die wijn Hij keek naar de jonge Imre, die
rusteloos op en neer liep. „Maak jij de ronde op het dak, Imre
en controleer of alles veilig is. Sandor, de nummerborden van de
auto Verbrand ze en zorg voor nieuwe borden."
„Verbranden vroeg Reynolds, nadat de reus de kamer ver
laten had. „Hoe is dat mogelijk
„We hebben een grote voorraad nummerborden," glimlachte
Jansci. „Ze zijn van triplex gemaakt en branden prachtig."
Julia kwam met een fles wijn binnen.
„De laatste Villanyi, zei ze. Het blonde haar was nu keurig ge
kamd. Ze lachte en toen ze naar Reynolds keek, lag er een waar
derende blik, maar ook eerlijke nieuwsgierigheid in haar blauwe
ogen.
„Heeft u nog twintig minuten geduld, mijnheer Reynolds
„Ik moet wel," grinnikte Reynolds, „maar het zal heel moeilijk
zijn."
„Ik maak het zo vlug mogelijk voor u klaar," beloofde ze.
Nadat het meisje de deur achter zich gesloten had, ontkurkte
Jansci de fles en vulde hij twee glazen met koele, witte wijn.
„Op uw gezondheid, mijnheer Reynolds, en op het succes 1"
„Dank u
Reynolds dronk langzaam en zorgvuldig. De wijn was een genot,
want hij kon zich niet herinneren dat hij ooit in zijn leven zo'n
droge mond en keel had gehad. Daarna duidde hij met het hoofd
op het enige voorwerp dat de vrij sombere en onaanlokkelijke kamer
wat opvrolijkte: een foto in zilveren lijst, die zich op het bureau
van Jansci bevond.
„Sprekend uw dochter," complimenteerde hij. „Er moeten uit
stekende fotografen in Boedapest zijn."
„Ik nam die foto zelf," verklaarde Jansci lachend. „Ze staat er
prima op, vindt u niet Zegt u eens eerlijk. Ik ben altijd nieuws
gierig naar iemands indrukken."
Even keek Reynolds hem wat verbaasd aan. Dan dronk hij op
opzicht een recordjaar: 30.8 miljoen stuks
zijn gëxporteerd voor een waarde vaö
5.8 miljoen tegenover vijf miljoen gul
den in 1959.
De afdeling Stavenisse en Omstreken van
de Koninklijke Algemene Vereniging van
Bloembollen telers heeft het voornemen om,
evenals vorig jaar, weer een gladiolen bloe
mententoonstelling te organiseren. Vorig
maal is gebleken, dat het toen gebruikte
„Holland Huis" daarvoor te klein was. Het
bestuur wil nu een grote tent huren van
zo'n 400 m2. Men hoopt die te kunnen
plaatsen waartoe een verzoek aan het
gemeentebestuur wordt gedaan op het
toekomstige parkeerterrein van Scherpenisse
tegenover de woning van dhr. Van Heus-
den.
Een andere minder goede ervaring, die
men de eerste maal heeft opgedaan, was de
tijdnood van het organisatorisch gedeelte.
Dit wil men nu voorkomen, waartoe even
tuele gegadigden dan ook al een schrijven
hebben ontvangen om zich tijdig te melden
met opgave van de hoeveelheid en het aan
tal rassen.
Aan belangstelling heeft het vorig jaar
niet ontbroken, noch van deelnemerszijde
noch van publieke kant. Wel zijn toen ook
bij de opening enkele organisatorische
foutjes aan het licht gekomen. Met de erva
ring van de eerste keer wil het bestuur
thans alles in het werk stellen om dat te
voorkomen, al heeft daarvan het publiek
weinig gemerkt.
Ook ditmaal worden de inzendingen weer
gekeurd en na de keuring zal de tentoonstel
ling weer voor het publiek toegankelijk
zijn, waarbij men dan nu over een veel
groter ruimte zal kunnen beschikken, al zal
de tentversiering op zichzelf ook nog wel
enige hoofdbrekens kosten.
Gezien de animo vorig jaar is het wel
begrijpelijk, dat het bestuur tot een herha
ling wil komen en dat met een groter en
beter opzet. Data van deze bloemenshow
is gepland op vrijdag 11 en zaterdag 12 au
gustus a.s.
nieuw van zijn wijn en bestudeerde hij de foto wat nauwkeuriger:
het golvende haar, het brede, gladde voorhoofd boven de ogen
met de lange wimpers, de wat uitstekende, Slavische jukbeenderen,
de lachende mond, de ronde kin boven de sierlijke, slanke hals.
Een opmerkelijk gezicht, dacht hij, een gezicht met karakter, een
vurig, blij en levenslustig gezicht dat iemand zich altijd zou blijven
herinneren.
„En, mijnheer Reynolds drong Jansci vriendelijk aan.
„Inderdaad heel goed," gaf Reynolds toe. Hij aarzelde even, om
dat hij bang was zich wat aan te matigen, keek naar Jansci en
begreep intuïtief dat de wijsheid in die vermoeide ogen niet mis
leid kon worden. „Ik zou haast zeggen, dat uw dochter op die
foto meer krijgt dan haar toekomt."
„Ja?"
„JawelDe vormen van het gezicht, de gelaatstrekken, zelfs de
gimlach is dezelfde, maar toch heeft die foto iets. meer er zit
meer wijsheid en rijpheid in. Over twee, misschien drie jaar zal uw
dochter er zo uitzien, maar hier heeft u bij wijze van spreken een
wissel op de toekomst gefotografeerd en ik weet niet hoe u het
klaarspeelde."
„Heel eenvoudig. Het is namelijk geen foto van Julia, maar van
mijn vrouw."
„Uw vrouw Wat lijken ze dan op elkaar
Reynolds zweeg en ging haastig na, of hij misschien een onge
lukkige onhandigheid gezegd had, maar gerustgesteld constateerde
hij dat dit toch niet het geval kon zijn. „Is uw vrouw op het
ogenblik ook hier
„Nee I" Jansci zette zijn glas neer en draaide het tussen zijn
vingers in het rond. „Ik ben bang dat we niet weten waar ze is."
„Dat spijt me." Reynolds wist anders niets te zeggen.
„Versta me niet verkeerd," zei Jansci zacht. We weten, vrees
ik, wel wat er met haar gebeurde. De bruine vrachtauto's
begrijpt u me 7"
„De staatspolitie 1"
Jansci knikte.
„Dezelfde vrachtauto's, die een miljoen mensen wegvoerden in
Polen, een gelijk aantal in Roemenia, een half miljoen in Bulgarije
en allen ging de slavernij en de dood tegemoet. Dezelfde vracht
auto s die de middenstand in de Baltische landen wegvaagden en
honderdduizend Hongaren van huis haalden, kwamen ook voor
mijn vrouw. Wat betekent één mens tussen de miljoenen die
zwaar geleden hebben en stierven
„Was dat in de zomer van 1951 vroeg Reynolds. Hij wist
dat toen de massadeportaties uit Boedapest hadden plaatsgevon
den.
„In die tijd woonden we hier nog niet. Het gebeurde precies
tweeëneenhalf jaar geleden en we waren hier nauwelijks een maand.
Ik was tegen middernacht weggegaan en toen mijn vrouw wat
koffie wilde zetten, bleek het gas afgesneden te zijn en ze wist
niet, wat het betekende. Ze namen haar mee."
„Het gas Ik ben bang, dat
„Heeft u het niet begrepen Een zwakke plek in uw wapen
rusting, mijnheer Reynolds, die de AVO spoedig benut zou hebben.
Iedereen in Boedapest begrijpt dat namelijk. Het is de gewoonte
van de AVO om de gastoevoer van een blok huizen af te snijden,
eer ze er de bekendmakingen tot deportatie uitdelen; een kussen
in de oven van een gasfornuis is zeer geriefelijk en er is geen pijn.
Ze hebben de aflevering van vergiften door apothekers stop gezet
en trachten zelfs de verkoop van scheermesjes te verbieden. Het
bleek echter wel moeilijk te zijn om mensen te verhinderen uit
het raam te springen."
„Kreeg uw vrouw geen waarschuwing
„Geen waarschuwing Er werd een blauw stukje papier in haar
hand gedrukt, dan een koffertje, de bruine vrachtauto en de
gesloten veewagen van de spoorwegen."
„Maar misschien leeft ze nog Heeft u niets meer gehoord
[(wordt vervolgd))