EENDRACHTBODE Nieuw polderhuis.» bestendiging van waterschapsbestel Twee Jaren Euromarkt. De laatste grens lekker en gezond Door Commissaris geopend Vage en onzekere toekomst werpt schaduw op gunstig visserij-jaar 17c JAARGANG No, 32 23 JUNI 1961 TWEEDE BLAD In augustus weer bloemententoonstelling te Scherpenisse. Vanaf Sint Maartensdijk komend staat enkele meters van de rond weg schuin tegenover de imposante Technische School het nieuwe Polderhuis van het Waterschap Tholen. Het opschrift boven de ingang in zwarte smeedijzeren letters: „Polderhuis" is duidelijk genoeg om te weten waar men z'n entree doet. Boven dat opschrift siert in vereenvoudigde vorm, maar in de originele kleuren het wapen van dit Waterschap in een ogenschijnlijk getralied raam. Het is tegelijkertijd een onderbreking van de strakke lijn van dit uiterlijk sobere gebouw, waaraan geen overdadige luxe ten koste werd gelegd, maar wat met zijn praktische vorm en even praktische indeling aan alle eisen voldoet, welke aan een Waterschap als de omvang van het Thoolse, mag worden gesteld. Als men ergens tè zuinig mee was, dan is dat misschien met dej parkeerruimte voor het gebouw en een rondgaande uitrit. Maar intern is zowel de administratie- als technische dienst, de bestuurskamer en de archiefruimte uitstekend gehuisvest en in niet mindere mate de griffier en gezin in de daaraan gebouwde^ gerieflijke woning. Bij de officiële opening op maandagmiddag 19 juni liet ook Zee- lands commissaris jhr. mr. A. F. C. de Casembroot woorden van lof horen voor de verwezenlijking van dit solide Polderhuis èn voor het tot dusver gevoerde beleid door dit sinds 1 januari 1959 ge-I concentreerde Waterschap. Om kwart voor drie had de commissaris de vlag naar de top gevoerd en daarmee de officiële opening van het al enige tijd in gebruik zijnde nieuwe Polderhuis verricht. Dit gebeurde in tegenwoordigheid van tal rijke genodigden, die daarvan met het Wa terschapsbestuur en de Hoofdingelanden ge tuige waren. Daarna kreeg ieder gelegen heid het gebouw te bezichtigen om daarbij tegelijk kennis te nemen van de grote wand kaart van Tholen. die de technische staf in vrije tijd had vervaardigd, een bizonder aantrekkelijk cadeau. Men zag ook enkele schilderijen van nu verdwenen schilderach tige hoekjes op Tholen, men zag de archie ven van de voormalige thoolse polders en waterschappen bijeenverzameld in de kluis, dikke mappen met notulen en andere stuk ken, waarin de mede aanwezige voormalige ontvangers-griffiers hun werk terugvonden. Zonder overdreven luxe is het 22 bij 11 meter grootte gebouw toch smaakvol en zeker praktisch ingedeeld en ingericht. Ar chitect Nienhuis van het bouwbureau voor de landbouw in Middelburg bracht de ruimte voor de administratie, die het meeste bezoek kan verwachten, op de begane grond met daarop aansluitend de kamer voor de grif fier en dijkgraaf en een grote kluis voor de archieven. Men vindt in de benedenverdie ping voorts de garderobe, toiletten en keu kentje en in de kelder de centrale verwar mingsinstallatie. Op de verdieping de bestuurskamer, waar de gezelligheid sinds de openingsdag wordt vergroot door een van de Hoofdingelanden geschonken staande klok en waar in een flinke ruimte voorts de technische dienst ze telt met inbegrip van de nodige tekentafels, kaartenkast enz. VAN KLEUTERSCHOOL TOT POLDERHUIS. Na bezichtiging begaf het gezelschap zich opnieuw naar het „Holland Huis'' te Scher- penisse, waar men voor de opening ook was saamgekomen en waar dijkgraaf H. van Gorsel van Oud Vossemeer de genodigden toesprak. Hij toonde zich, mede namens de andere bestuursleden bizonder verheugd over de welwillendheid van de commissaris, het nieuwe Polderhuis te willen openen, terwijl hij het anderzijds bizonder spijtig vond, dat gedeputeerde Philipse, welke zich zo zeer voor het Waterschapswezen interesseert door ziekte verhinderd was de opening bij te wonen. Hij sprak verder een bizonder woord van welkom tot de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in Zeeland, dhr. van den Burght, tot dhr. Dolk, voorzitter van de Unie van Waterschapsbonden en tot de heer Dekker, voorzitter van de Zeeuwse Bond van Polders en Waterschap pen. Ook tot ir. D. van der Zaken als se cretaris van de herverkavelingscommissie Zeeland met de heren Beukman en de Ko ning, tot de aanwezige hoofdambtenaren van de provinciale griffie, de burgemeesters en secretarissen van de eilandgemeenten (Tholen werd daarbij door weth. Jansen vertegenwoordigd), de voormalige ontvan gers-griffiers, notaris W. L. Blindenbach van Sint Maartensdijk en andere genodigden. Nadat 1 januari 1959 de concentratie van de polders en waterschappen op Tholen een feit was geworden, nadat men in fe bruari ook een bestuur en gezworenen had gekozen, nadat men in dhr. A. K. Kievit een ontvanger-griffier had kunnen benoemen en zelfs per 2 februari was besloten dat in St.Maartensdijk de polderzetel zou wor den gevestigd, zat men zonder de nodige kantoorruimte. Dank zij de medewerking van de gemeente Sint Maartensdijk en het bureau van uitvoering der Herverkaveling kreeg men tijdelijk onderdak in de kleuter school (administratieve dienst) en in de her verkavelingsbarak (technische dienst). 29 Juli 1959 werden de eerste stappen gedaan om te komen tot de bouw van een nieuw Polderhuis, waartoe de familie de Wilde te St. Annaland tegen billijke prijs grond be schikbaar stelde aan de Sint Maartensdijkse rondweg. Men stuitte bij verdere uitvoering der plannen echter nog op de „gevoelens" van de planologische dienst in Zeeland, maar na dat ook die na enige wijziging, waren overwonnen werd de bouw op 7 maart 1960 gegund aan de laagste inschrij ver, de firma de Kok uit Hoogerheide voor 146.180.Met bijkomende kosten vergde de bouw 165.000.Bouwkundige Gil- jam uit Scherpenisse belastte zich met het dagelijks toezicht, 68 betonpalen van meter werden als fundering geheid, eer men aan de eigenlijke bouw toe was. 15 Septem ber 1960 vond de eerste steenlegging plaats en op 24 april 1961 hield het bestuur de eerste vergadering in het nieuwe tehuis Wanneer in het najaar ook de tuin zal worden aangelegd, zal het gestelde doel ge heel zijn bereikt en mag men het nieuwe Polderhuis zien als een symbool van de eenheid en samenwerking van de voormalige thoolse polders en waterschappen tot het ene samengevoegde waterschap Tholen, al dus dijkgraaf van Gorsel die alle personen en instanties dankte voor de hieraan ver leende medewerking. vergevorderd stadium. En de hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in Zeeland zal ook alles doen om de concessie nog voor de winter te krijgen. Het is voor het Waterschap Tho len nog de enige zwakke plaats in haar zee wering. De commissaris vond dat het Waterschap Tholen sinds haar concentratie geen reden tot klagen, maar veeleer tot dankbaarheid heeft. De sfeer bij het bestuur en het per soneel is goed en dat is hoofdzaak. Er is geen achterstand en er is een goede ver standhouding met de gemeentebesturen, wat mede blijkt uit hun tegenwoordigheid bij deze opening. Een ander bewijs van goed beleid is het feit, dat er geen grote proble men zijn geweest bij de overname van de wegen. Met betrekking tot verrekening van het dijkgeschot heeft het bestuur nog wensen en in overleg met dhr. Philipse wil ik graag toezeggen, aldus de commissaris, deze kwestie nog eens serieus te zullen be kijken. Ik hoop, aldus de commissaris, dat 't Thoolse Waterschap in dezelfde geest als tot dusver mag blijven samenwerken tot heil van Tholen. A. P. Namens de Hoofdingelanden feliciteerde ir M. A. Geuze het bestuur met het nieuwe Polderhuis, herinnerde aan de aanvankelijke aarzeling bij Hoofdingelanden toen het be sluit voor de bouw moest vallen, maar aan de inmiddels unanieme overtuiging van de noodzaak en instemming met opzet en uit voering. Ook ir. Geuze had bizonder veel waardering voor de aangeboden wandkaart van Tholen door de technische dienst. Het waterschap heeft te maken met tijen en tijden. Spreker wenste dieper in te gaan op het laatste, al lijkt het vaak dat we tegenwoordig in een „bezeten" tijd leven en al hoort men de kleinste kinderen soms roe pen „k'è gieen tied Wij hebben geen tijd meer, maar de tijd heeft ons. In water schapssfeer overgebracht is dat niet wense lijk. Nog steeds geldt dat hij die vlug han delt dubbel handelt, maar die tijdig handelt, handelt tienmaal. Om dit laatste te stimuleren had het de Hoofdingelanden goed gedacht een nog lege plaats op de bestuurskamer te vullen met aanbieding van een staande Amsterdamse klok. Het was niet eenvoudig een vergelijking te vinden met de klok uit Amsterdam en het Thoolse Waterschap, tot spreker zich het „Amsterdams Peil" herinnerde, waarmee het waterschap schier dagelijks te maken heeft. Ir Geuze eindigde zijn „tijdrede" met Joost van den Vondel, die in een dichterlijke ontboezeming waarschuwde de tijd wel te besteden. Namens de Unie van Waterschapsbonden in Nederland sprak haar voorzitter de heer J. Dolk uit Den Haag, die er op wees hoe de waterschappen al enige jaren in beweging invloed was uitgegaan, maar dat het bestuur nu toch op een meer representatieve zetel kan bogen. Namens de eigen gemeente dank te hij het bestuur voor de goede samenwer king in overgangstijd. Ir. D. v. d. Zaken wees op het intensieve contact dat er bestond tussen Herverkave ling en Waterschap en hoe vooral een juiste samenwerking was gebleken bij de toede ling van wegen en waterlopen. Een maquette van de Poortvlietse weihoek in oude en nieuwe toestand, zal voortaan, dank zij de Herverkaveling in het nieuwe Polderhuis een plaatsje krijgen. Aannemer de Kok jr. verklaarde zich dankbaar voor het in zijn firma gestelde ver trouwen, terwijl kantonnier N. Potappel uit Stavenisse als nestor van kantonniers en machinisten zijn felicitatie bij vorige aan sloot en een elektrisch klokje overhandigde. De ZLM kringvoorzitter P. W. C. v. Wes ten te Oud Vossemeer vergeleek het beleid van het waterschapsbestuur met een pri maire herverkavelingsweg, dat wil zeggen met brede visie. Tenslotte was de griffier dhr. A. K. Kie vit de tolk van het administratief en tech nisch personeel, toen hij het bestuur com plimenteerde en dankte voor de mede tot stand gekomen fraaie woning. Dijkgraaf Van Gorsel las nog enkele ge- lukwenstelegrammen, dankte voor de ont vangen bloemstukken en de sprekers voor de goede wensen, waarna hij de officiële bijeenkomst met een wel thuis voor alle aan wezigen sloot. (i) GOED BELEID Jhr. mr. de Casembroot bracht dijkgraaf en andere bestuurders dank voor het harte lijk welkom en de vriendelijke woorden die tot dhr. Philipse waren gericht. Ik ben blij het nieuwe polderhuis op Tholen te hebben omgen openen, ook dat er eenvoudigweg Polderhuis op staat en niet dat grote woord „waterschapshuis". Dijkgraaf Van Gorsel is ook in dit opzicht een goed zakenman ge bleken, want gedeputeerden hebben ten aanzien van de bouwkosten voor een Polder huis wel eens andere ervaringen opgedaan dan op Tholen. Met de betrachte soberheid heeft het waterschap een goede beurt ge maakt en daarom ook spoedige goedkeuring op de plannen gekregen. Het is niet over dreven groot opgezet, ook niet al te klein, maar praktisch en voldoende. Ook de in richting is zeker verantwoord. De sommis- saris bracht de technische staf hulde voor de gemaakte prachtige wandkaart waarop ieder Thools hoekje is terug te vinden. De haven van Stavenisse staat er nog op, maar hoezeer ook spijtig voor de gemeente Sta venisse, de concessie tot afdamming is in 'n zijn, welk tempo in 1953 nog werd versneld. Men is zich in den lande meer bewust ge worden van de tak der waterschappen. Met bewondering heeft het Uniebestuur de reor ganisatie daarvan in Zeeland gevolgd en na wat hij vandaag op Tholen zag, kon hij dit waterschap complimenteren met de goe de samenwerking. De voorzitter van de Zeeuwse Polders en Waterschappen, de heer J. Dekker verklaar de dat Zeeland 6 grote waterschappen heeft, waarvan er 3 zijn geconcentreerd t.w. de Polder Walcheren, het Vrije van Sluis en Tholen. Daarvan kreeg laatstge noemde als eerste een nieuw Polderhuis. Spreker zag hierin een symboliek van be stendiging van het waterschapsbestel en hoopte dat de verdere arbeid gedragen zou worden door een volhardende geest. Een bloembak van natuursteen uit een groeve bij Valkenburg was het geschenk van de Zeeuwse bond. Burgemeester D. C. Bouwense was de tolk van alle gemeentebesturen op Tholen, toen hij het waterschapsbestuur gelukwenste. Hij was er van overtuigd, dat er van de huisvesting in de kleuterschool een goede In de laatste twee jaar .hebben in het bestek van de internationale verhoudingen twee verrassende veranderingen plaats ge had; ten eerste is Amerika door Rusland naar de tweede plaats geschoven en ten tweede is het na de laatste wereldoorlog als knock-out betitelde Europa weer in de ring gestapt. Er wordt niet meer gespro ken van het „oude afgeleefde Europa", maar van het „jonge, levenskrachtige nieuwe Europa". 's Werelds meest op tournee zijnde pre sident De Gaulle heeft in de afge lopen maanden het smeulende vuur van Euromarkt, Euratom en andere Europese organisaties weer wat aangewakkerd. Met het gevolg, dat er in de zes hoofdsteden der Europese Unie weer levendige „Europa debatten" plaats hebben. Op 1 januari 1959 werd de Euromarkt een feit. Het grote avontuur had een aanvang genomen; de eerste stap naar de verwezen lijking van een eeuwenoude wensdroom een verenigd Europa - was gezet. Nuchter en heuglijk feit: de eerste stap is geslaagd. Pessimisten voorspelden, dat de Euromarkt reeds in het oprichtingsjaar ten onder zou gaan. Heden, nadat er ruim twee jaren verstreken zijn, is de markt er nog. Hoewel het fundament wat zwak was en het bouwwerk nu en dan wankelde, gaat de opbouw voort, het geheel wordt meer solide en de vorm duidelijker. Het gezamen lijk streven der zes heeft en zal nog heel wat stof doen opwaaien. Er ontstond een blok van 165 miljoen mensen, dat gaf te denken. Tegenover de „zes" kwam onder leiding van Engeland de „zeven". Wel kan men bij de Euromarkt niet direct van een politiek blok spreken, maar wat niet is, kan komen... Eén ding staat als een paal boven water: Engeland, Amerika en Rusland houden het ondernemende zestal nauwlettend in het oog. WAT WERD BEREIKT 7 Dat handel en industrie, landbouw en scheepvaart door het voortdurend minder worden van remmende bepalingen meer le ven werd ingeblazen. Het enthousiasme is teruggekeerd. Omzetten worden groter, pa- perassenbundels kleiner, de welvaart is ge degen. Kostelijke groenten, met de groot ste zorg gekweekte tomaten en druiven -- dit laatste geldt vooral voor Italië en Frank rijk verhuizen in mindere mate naar de mestvaalten. Bloembollenvelden bevinden zich niet uit sluitend tussen Leiden en Haarlem, doch tevens bij Parijs, Düsseldorf en Turijn, Fran se schoolkindertjes worden naar school ge zonden met Hollandse taai-taai-poppen, uw melkboer wandelt 's zondags zichtbaar tevre den met een Italiaanse hoed. Belgen en Duitsers roken voor een redelijke prijs een prima Nederlandse sigaar. Een Dauphine kost in Duitsland 400.minder en een Volkswagen in Frankrijk 450.minder dan in het land van herkomst. De Neder landse huisvrouw kan kiezen tussen West- landse kasdruiven en Italiaanse zondruiven, de prijzen zijn gelijk, maar wat een verschil in smaak! In de komende jaren valt er niet meer te kiezen doordat de honingzoete im portdruiven veel lager geprijsd zullen zijn dan het eigen product. En die arme West- landse tuinders dan? Die zijn al hard bezig over te schakelen naar de meer winstgeven de sierbloementeelt. Langzaam maar zeker wordt de samenwerking hechter en het ver trouwen in de toekomst groter. De handel tussen de „zes" wordt soepe ler gemaakt. In 1959 en 1960 hebben reeds twee invoerrechtverlagingen elk van 10% plaats gehad. De derde verlaging zal plaats hebben in 1962, de vierde in 1963, de vijfde in 1965 en de zesde in 1966. In 1969 zullen tussen de landen van de Gemeenschap pelijke Markt geen invoerrechten meer ge heven worden, In 1971 kunnen Nederlanders zich zonder vergunning vestigen op het grondgebied der Europese Unie. In dat zelfde jaar (of misschien reeds eerder) is het paspoort een museumstuk geworden. NOG VELE OBSTAKELS Maar voor dit alles werkelijkheid zal zijn moeten er nog heel wat hindernissen geno men worden. Al zou de in- en uitvoer onbe lemmerd kunnen plaatshebben, dan nog stuit men op onvoorziene moeilijkheden, welke vooral op het gebied van de afzet, het smaakverschil en afwijkende levensgewoon ten liggen. Want hoeveel overredingskracht zal men moeten bezitten om een overgecivi- liseerde Parijzenaar te bewegen een „Hol landse Nieuwe" bij de staart te pakken? Wat zal Antonio, de Italiaanse olijvenpluk ker, moeten beginnen met een prachtig vloer kleed? Misschien zal de goede man het als deken gebruiken of er 's nachts zijn scooter mee bedekken, maar het op de vloer in de huiskamer uitspreiden en er dan over lopen dat nooit! Hoe kan een Franse levens middelenexporteur zijn blikjes slakkenpas- tei in Duitsland en de Benelux importeren? De Italianen voegen vitamine in hun kaas, maar in Frankrijk is dit verboden. De Fran sen mengen boorzuur en anti-septische mid delen in de margarine, maar dat is onbe staanbaar in Duitsland. De Duitsers pro duceren kunstmatige crèmes zonder vet- houdende stoffen, maar dit gaat heel be zwaarlijk in Frankrijk. Op technisch gebied: de nog geenszins voltooide standaardisatie, de verschillende dimensies, de hinderlijke verschillen in volt en watt. De grote hand schoenen en schoenenmaat van de Noorder ling, de eeuwig jagergroene costuums van de Duitser en de smalle heupen van de Frangaise. Het verschil in de lunchpauzen: de Hollander nuttigt zijn boterhammetje in drie kwartier of een uur. De Duitser in twintig minuten viele Arbeit was. Mon sieur Durand en signor Perronicini gaan na de ganzenlever en de spaghetti een paar uren in retraite. Van Duinkerken tot Reggio is het van twaalf tot drie of vier uur 's middags moeilijk zaken doen. In Duitsland en de Benelux sluiten de meeste kantoren om vijf uur 's middags, in Zuid-Europa wordt op deze tijd een kopje zwarte koffie gedronken. Het werk eindigt hier om zeven of acht uur 's avonds. Een harde noot om te kraken is de taal; speciaal het technisch Frans en Duits levert veel verwarring en tijdverlies. Er heerst een nijpend gebrek aan bekwame vertalers en reeds is de gedachte geopperd om voor technische uitdrukkingen een soort esperanto samen te stellen. Alle begin is moeilijk en geleidelijk aan zullen de struikelblokken verdwijnen. Als troostend lichtpunt aan de overigens vage en onzekere horizon van de Zeeuwse visserij, ziet het bestuur van „Zevibel" de groeien de belangstelling en het begrip voor de vele problemen in deze bedrijfstak van Overheid en publiek. Dit wordt geconstateerd bij de inleiding van het jaarverslag 1960 van de vereniging Zeeuwse Visserij Belangen, maar waarin ook gewag gemaakt kon worden van een gunstig beeld van de totaal) cijfers in het afgelopen jaar. Die vage en onzekere toekomst wordt inzonderheid bepaald door het voortschrij den van de uitvoering van de Delta-werken, waarbij men nog eens extra werd bepaald, toen de Veerse vissersvloot moest verhuizen na een voor haar steeds nauwere uitweg vanaf Veere, wat nogal eens moeilijkheden opleverde en aanvaringen tot gevolg had. Door Zevibel werd steeds het standpunt ingenomen, dat de oesterproeven en ver- wateringsplaatsen voor mosselen in Zeeland dienen te worden gehouden en dat de cultu res en verwaterplaatsen er ook dienen te blijven. Dit standpunt wordt door het meren deel van de vissers in Zeeland gesteund. Een ander somber perspectief is het feit, dat bestendiging van de Zeeuwse Visserij- school door onvoldoende cursisten aan een zijden draad hangt. Naast deze sombere klanken mocht men over de uitkomsten van 1960 een vrolijker klank doen horen. Voor de garnalenvisserij varen er in Zee land 84 schepen met een gezamenlijk motor vermogen van 6451 pk. Daarvan heeft Tho len 9 schepen met 715 pk. tegenover .vorig jaar 7 met 474 pk. Bij de oester- en mosselvisserij waren er 259 schepen met 17.433 pk, waarvan Tho len er dan 20 met 830 pk voor zijn rekening neemt, een met vorig jaar gelijkgebleven aantal. Er werden in de Zeeuwse havens 852.904 kg garnalen aangevoerd voor een bedrag van ƒ2.322.512.— (in 1959 2.578.222.—). De aanvoer in 1960 daalde met ruim een derde wat zich door de gunstige prijzen ge lukkig niet evenredig in de financiële uit komst openbaarde. Door het ongunstige weer zijn begin 1960 nogal wat visdagen ver loren gegaan. Jammer wordt gevonden, dat er in Nederland zelf zo weinig garnalen worden geconsumeerd. MOSSELEN EN OESTERS In het seizoen 1960-61 werden 735.142 tonnen mosselen van 100 kg geleverd te genover vorig jaar 617.680 tonnen. De op brengst van dit jaar was 8.573.375.— en de totale exportwaarde 12.309.739.wat vorig jaar een paar miljoen gulden lager lag. Er zijn dit jaar dus goede resultaten ge boekt, al vielen de opbrengsten op de Zeeuwse percelen wat tegen. De produktie van oesters beweegt zich in stijgende lijn. Frankrijk nam een flinke hoeveelheid af. Het jaar 1960 werd in dit 14 ALISTAIR MACLEAN „Ik weet het. Ik was toen namelijk juist op het idee gekomen dat u wel eens iemand van de AVO zou kunnen zijn, die zich opzettelijk bij me had ingedrongen en daarom dus helemaal geen reden had, om bang te zijn voor een bezoek aan de Andrassy Ut. Ik geef toe, dat ik hieraan eerder had moeten denken. Toen ik u echter ver telde dat ik van plan was u naar een geheime kerker te brengen, zou u als lid van de AVO onmiddelijk begrepen hebben dat ik u doorzien had en tevens dat ik me nu niet de weelde zou kunnen veroorloven u in leven te laten om de boel bij elkaar te schreeuwen. U reageerde echter niet en toen wist ik dat het in ieder geval geen doorgestoken kaart kon zijnJansci, zou je me voor een paar minuten willen verontschuldigen Je weet waarom." „Natuurijlk, maar haast je wat. Mijnheer Reynolds is niet helemaal uit Engeland gekomen om over een Donaubrug te leunen en steen tjes in het water te gooien. Hij heeft ons veel te vertellen." ,Het is alleen voor uw oren bestemd," verklaarde Reynolds, „Vol gens de orders van kolonel Mackintosh." „Kolonel Szendrö is mijn rechterhand, mijnheer Reynolds." „Heel goed, maar dan alleen u beiden." Szendrö boog en verliet het vertrek. „Een fles wijn, Julia," gebood Jansci, terwijl hij zich tot zijn dochter wende. „Hebben we nog wat Villanyi over „Ik zal even gaan kijken." Het meisje draaide zich om, doch Jansci riep haar terug. „Een ogenblikje. Ehmijnheer Reynolds, wanneer heeft u voor het laatst gegeten „Vanmorgen om tien uur." „Dan moet u uitgehongerd zijn Julia „Ik zal zien wat ik kan doen, Jansci." „Prima, maar eerst die wijn Hij keek naar de jonge Imre, die rusteloos op en neer liep. „Maak jij de ronde op het dak, Imre en controleer of alles veilig is. Sandor, de nummerborden van de auto Verbrand ze en zorg voor nieuwe borden." „Verbranden vroeg Reynolds, nadat de reus de kamer ver laten had. „Hoe is dat mogelijk „We hebben een grote voorraad nummerborden," glimlachte Jansci. „Ze zijn van triplex gemaakt en branden prachtig." Julia kwam met een fles wijn binnen. „De laatste Villanyi, zei ze. Het blonde haar was nu keurig ge kamd. Ze lachte en toen ze naar Reynolds keek, lag er een waar derende blik, maar ook eerlijke nieuwsgierigheid in haar blauwe ogen. „Heeft u nog twintig minuten geduld, mijnheer Reynolds „Ik moet wel," grinnikte Reynolds, „maar het zal heel moeilijk zijn." „Ik maak het zo vlug mogelijk voor u klaar," beloofde ze. Nadat het meisje de deur achter zich gesloten had, ontkurkte Jansci de fles en vulde hij twee glazen met koele, witte wijn. „Op uw gezondheid, mijnheer Reynolds, en op het succes 1" „Dank u Reynolds dronk langzaam en zorgvuldig. De wijn was een genot, want hij kon zich niet herinneren dat hij ooit in zijn leven zo'n droge mond en keel had gehad. Daarna duidde hij met het hoofd op het enige voorwerp dat de vrij sombere en onaanlokkelijke kamer wat opvrolijkte: een foto in zilveren lijst, die zich op het bureau van Jansci bevond. „Sprekend uw dochter," complimenteerde hij. „Er moeten uit stekende fotografen in Boedapest zijn." „Ik nam die foto zelf," verklaarde Jansci lachend. „Ze staat er prima op, vindt u niet Zegt u eens eerlijk. Ik ben altijd nieuws gierig naar iemands indrukken." Even keek Reynolds hem wat verbaasd aan. Dan dronk hij op opzicht een recordjaar: 30.8 miljoen stuks zijn gëxporteerd voor een waarde vaö 5.8 miljoen tegenover vijf miljoen gul den in 1959. De afdeling Stavenisse en Omstreken van de Koninklijke Algemene Vereniging van Bloembollen telers heeft het voornemen om, evenals vorig jaar, weer een gladiolen bloe mententoonstelling te organiseren. Vorig maal is gebleken, dat het toen gebruikte „Holland Huis" daarvoor te klein was. Het bestuur wil nu een grote tent huren van zo'n 400 m2. Men hoopt die te kunnen plaatsen waartoe een verzoek aan het gemeentebestuur wordt gedaan op het toekomstige parkeerterrein van Scherpenisse tegenover de woning van dhr. Van Heus- den. Een andere minder goede ervaring, die men de eerste maal heeft opgedaan, was de tijdnood van het organisatorisch gedeelte. Dit wil men nu voorkomen, waartoe even tuele gegadigden dan ook al een schrijven hebben ontvangen om zich tijdig te melden met opgave van de hoeveelheid en het aan tal rassen. Aan belangstelling heeft het vorig jaar niet ontbroken, noch van deelnemerszijde noch van publieke kant. Wel zijn toen ook bij de opening enkele organisatorische foutjes aan het licht gekomen. Met de erva ring van de eerste keer wil het bestuur thans alles in het werk stellen om dat te voorkomen, al heeft daarvan het publiek weinig gemerkt. Ook ditmaal worden de inzendingen weer gekeurd en na de keuring zal de tentoonstel ling weer voor het publiek toegankelijk zijn, waarbij men dan nu over een veel groter ruimte zal kunnen beschikken, al zal de tentversiering op zichzelf ook nog wel enige hoofdbrekens kosten. Gezien de animo vorig jaar is het wel begrijpelijk, dat het bestuur tot een herha ling wil komen en dat met een groter en beter opzet. Data van deze bloemenshow is gepland op vrijdag 11 en zaterdag 12 au gustus a.s. nieuw van zijn wijn en bestudeerde hij de foto wat nauwkeuriger: het golvende haar, het brede, gladde voorhoofd boven de ogen met de lange wimpers, de wat uitstekende, Slavische jukbeenderen, de lachende mond, de ronde kin boven de sierlijke, slanke hals. Een opmerkelijk gezicht, dacht hij, een gezicht met karakter, een vurig, blij en levenslustig gezicht dat iemand zich altijd zou blijven herinneren. „En, mijnheer Reynolds drong Jansci vriendelijk aan. „Inderdaad heel goed," gaf Reynolds toe. Hij aarzelde even, om dat hij bang was zich wat aan te matigen, keek naar Jansci en begreep intuïtief dat de wijsheid in die vermoeide ogen niet mis leid kon worden. „Ik zou haast zeggen, dat uw dochter op die foto meer krijgt dan haar toekomt." „Ja?" „JawelDe vormen van het gezicht, de gelaatstrekken, zelfs de gimlach is dezelfde, maar toch heeft die foto iets. meer er zit meer wijsheid en rijpheid in. Over twee, misschien drie jaar zal uw dochter er zo uitzien, maar hier heeft u bij wijze van spreken een wissel op de toekomst gefotografeerd en ik weet niet hoe u het klaarspeelde." „Heel eenvoudig. Het is namelijk geen foto van Julia, maar van mijn vrouw." „Uw vrouw Wat lijken ze dan op elkaar Reynolds zweeg en ging haastig na, of hij misschien een onge lukkige onhandigheid gezegd had, maar gerustgesteld constateerde hij dat dit toch niet het geval kon zijn. „Is uw vrouw op het ogenblik ook hier „Nee I" Jansci zette zijn glas neer en draaide het tussen zijn vingers in het rond. „Ik ben bang dat we niet weten waar ze is." „Dat spijt me." Reynolds wist anders niets te zeggen. „Versta me niet verkeerd," zei Jansci zacht. We weten, vrees ik, wel wat er met haar gebeurde. De bruine vrachtauto's begrijpt u me 7" „De staatspolitie 1" Jansci knikte. „Dezelfde vrachtauto's, die een miljoen mensen wegvoerden in Polen, een gelijk aantal in Roemenia, een half miljoen in Bulgarije en allen ging de slavernij en de dood tegemoet. Dezelfde vracht auto s die de middenstand in de Baltische landen wegvaagden en honderdduizend Hongaren van huis haalden, kwamen ook voor mijn vrouw. Wat betekent één mens tussen de miljoenen die zwaar geleden hebben en stierven „Was dat in de zomer van 1951 vroeg Reynolds. Hij wist dat toen de massadeportaties uit Boedapest hadden plaatsgevon den. „In die tijd woonden we hier nog niet. Het gebeurde precies tweeëneenhalf jaar geleden en we waren hier nauwelijks een maand. Ik was tegen middernacht weggegaan en toen mijn vrouw wat koffie wilde zetten, bleek het gas afgesneden te zijn en ze wist niet, wat het betekende. Ze namen haar mee." „Het gas Ik ben bang, dat „Heeft u het niet begrepen Een zwakke plek in uw wapen rusting, mijnheer Reynolds, die de AVO spoedig benut zou hebben. Iedereen in Boedapest begrijpt dat namelijk. Het is de gewoonte van de AVO om de gastoevoer van een blok huizen af te snijden, eer ze er de bekendmakingen tot deportatie uitdelen; een kussen in de oven van een gasfornuis is zeer geriefelijk en er is geen pijn. Ze hebben de aflevering van vergiften door apothekers stop gezet en trachten zelfs de verkoop van scheermesjes te verbieden. Het bleek echter wel moeilijk te zijn om mensen te verhinderen uit het raam te springen." „Kreeg uw vrouw geen waarschuwing „Geen waarschuwing Er werd een blauw stukje papier in haar hand gedrukt, dan een koffertje, de bruine vrachtauto en de gesloten veewagen van de spoorwegen." „Maar misschien leeft ze nog Heeft u niets meer gehoord [(wordt vervolgd))

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1961 | | pagina 5