De doolhof der beroepen Bekalking met subsidie in herverkaveliagsverband De Lagere Landbouwschool der ZX-Mte Scherpenisse wordt Lagere Land- en Tuinbouwschool Benoeming Het spuiten van sloten Wat de aandacht vraagt Thoolse dag 1961 17e JAARGANG No. 28 EENDRACHTBODE - TWEEDE BLAD 26 MEI 1961 RedactieRljkslandbouwconsulentschap, Grote Markt 24, Goes PwH Nieuwsbrief streekverbetering Tholen In de Eendrachtbode van 28 april 1.1. werd in een duidelijk inlichtend artikel over „School- en beroepskeuze als probleem van deze tijd" gesproken over een doolhof van beroepen; daarbij werd er op gewezen, dat vooral door de technische ontwikkeling het aantal beroepen zo sterk was toegenomen, dat we er thans meer dan 4000 tellen. De omstandigheid is op zich zelf genomen al voldoende om de beroepskeuze voor ouders en opgroeiende kinde ren enorm ingewikkeld te maken. Als men in een doolhof de weg niet kan vinden, komt men er niet uit, of loopt men vast. Zo is t hier ook. 't Komt mij voor, dat men er op het platteland nog meer moeite mee zal hebben dan in de stad, omdat het aantal beroepen, dat de mensen hier door aanschouwing kennen veel kleiner is dan de beroepsmogelijkheden, die men aantreft in een industriële omgeving. Bovendien worden we allen in onze keus beperkt door een zeker stands-milieu, waardoor veel mogelijkheden buiten onze gezichts kring blijven. Het overkwam me eens, dat een advocaat mijn raad inwon over zijn zoon, die de vierde klas van de HBS had ge haald, maar die in deze klas de moed had opgegeven. Deze man dacht, dat zijn zoon nu was mislukt, omdat hij in zijn familie alleen academische beroepen kende. Na ampel onderzoek bleek deze wat in zich zelf-gekeerde, zeer technisch aangelegde en bijzonder ac^u~ rate knaap hoogst geschikt te zijn voor een opleiding tot bedrijfs leider in het grafisch vak. Dit is gebeurd; de jongen is uitstekend geslaagd, maar voor onze advocaat was dit een beroep, dat geheel buiten zijn gezichtskring viel. En zo zullen er van zelf ook een groot aantal beroepen zijn, waar landbouwers nooit van hun leven aan denken, terwijl toch hun kinderen daarin maatschappelijk kun nen slagen en met voldoening zullen werken. Voorts is er dan nog de moeilijkheid voor de ouders, dat zelfs als ze een bepaald beroep op 't oog hebben, ze niet precies weten, welke eisen hieraan worden gesteld bij de voorbereiding, welke schoolopleiding en diploma's worden gevraagd, welke kosten de studie meebrengt, en hoe men bij de affgelegenheid van de dorpen aan zo'n opleiding komt. Nu is er natuurlijk geen mens, die de 4200 beroepen van haver tot gort kent. Practisch kent een mens zijn eigen vak altijd het beste. Toch is het ook voor een beroepen-deskundige wel mogelijk om de weg in de doolhof te vinden en gewone mensen kunnen eveneens gebruik maken van een paar richtlijnen, die een beetje kunnen helpen bij het zoeken naar een begaanbare weg. Het komt er opaan, dat we een beetje orde scheppen in de chaos. Dat kan bv. door inventarisatie en classificatie van de beroepen. Dit zijn dikke woorden, maar de betekenis ervan is niet moeilijk te begrijpen. Bij inventarisatie denken we aan een min of meer volledige beschrij ving van de aard van het beroep. Daar staat dan in, wat een man of vrouw moet kennen of kunnen, welk gereedschap en ma teriaal wordt gebruikt, hoe de bewerking plaats vindt enz. V/ij heb ben daar tegenwoordig functie-analysten voor, die op de genoemde wijze de'beroepen onderzoeken. Functie-analyst is dus zelf ook al weer zo'n nieuw beroep uit de moderne tijd. Intussen is dit nog maar het begin van de beroepenkennis en het blijft nog in hoge mate verwarrend als we denken aan t enorme aantal van de beroepen, 't Zou de lezers van deze krant ook maar weinig helpen als we hier erg eenvoudige beschijvingen van beroepen gingen geven, t Zou jaren duren voor we door de hele rijstenbrijberg heen waren. Daarom moet het vervolg van ons werk bestaan in de verdeling van de beroepen in een aantal gelijksoortige groepen. Er zijn beroepen, die op de een of andere manier bij elkaar horen en gemeenschappelijke trekken vertonen, zoals bv. alle land bouw- of veeteelt-beroepen. Dat noemen we dan de classificatie. Allerlei mensen hebben daarvoor min of meer handige systemen ontworpen en in ons land heeft vooral het Rijksarbeidsbureau zich op dit terrein bijzonder verdienstelijk gemaakt. Hoe dat is gebeurd, krijgt men zeer duidelijk in de gaten bij een bezoek aan de beroepen- tentoonstellingen, die door de arbeids-bureaux worden georgani seerd. Als er zo'n tentoonstelling in uw buurt wordt gehouden (want men reist er mêe door heel het land), dan moet LI zeker eens gaan kijken. U zult dan zien, dat we een eerste grote indeling maken door aandacht te schenken aan de verstandelijke capaciteiten, die de uitoefening van een beroep eist. Ieder begrijpt bv. dat een chirurg veel knapper moet zijn dan een knopen sorteerder, en dat een zelf standige boer heel wat meer moet weten dan een grondwerker. Er zijn onder alle groepen van de bevolking kinderen, die niet verder kunnen komen dan grondwerker of een dergelijk zeer een voudig beroep, omdat ze na het doorlopen van de Lagere School aan het plafond van hun schoolkennis zijn en ze moeilijk meer kun nen opnemen, en er zijn ook kinderen, die zonder veel moeite een gymnasium en een universiteit kunnen doorlopen. De laatste kunnen dan bv. chirurg worden. Nu zijn grondwerker en chirurg uitersten, maar daar liggen natuurlijk allerlei „klassen tussen in. Het Rijks arbeidsbureau onderscheidt er voor het gemak zeven. De eerste klasse omvat alleen zeer simpele en ongeschoolde beroepen. In de vierde klasse vinden we al echte vakken. In de vijfde klasse liggen de moeilijke vakken als bv. electro-monteur en ook veel administra tieve beroepen als bv. boekhouder. In de zesde heeft men voor zijn beroep al een middelbare schoolopleiding nodig. Voor de beroeps keuze betekent dit nu, dat, als we weten, hoe knap een jongen of een meisje is, (en dikwijls kan een goede onderwijzer ons op dit punt heel wat inlichtingen en goede raad geven), we ook kunnen vaststellen in welke klasse hij of zij nu verder kan zoeken voor een passend beroep. We zijn er dan nog lang niet. Want in zo'n klasse zitten beroe pen van de meest verschillende aard. In de vijfde klasse vinden we beroepen op het gebied van de landbouw, de bandel, de administra tie, de techniek, de kunstnijverheid, de zeevaart enz. Dit vraagt dus om een nauwkeuriger indeling. En voorlopig gaan we dan weer op een beetje ruwe manier verder met classificering. We gaan spreken over technische, administratieve, artistieke, commerciële en organisatorische beroepen. Men kan er nog andere groepen aan toevoegen. Ook zijn er nog anderssoortige onderscheidingen. Som mige beroepen eisen bv. een goed persoonlijk voorkomen, zoals bv. kellner of mannequin, bij andere is dat voorkomen bijzaak. Sommige vragen ook bij de uitoefening een bijzondere mate van lichaams kracht, zoals mijnwerker, terwijl andere weer door lichamelijk zwakke mensen kunnen worden gedaan. Toch zal nu door deze beknopte toelichting duidelijk zijn ge worden, dat een deskundige, wanneer hij een jongen of een meisje leert kennen en daarbij een juiste indruk krijgt van de capaciteiten en het karakter van zijn coruillant(e) zonder al te veel moeite een aantal beroepen kan noemen, die juist bij dit type van mens goed passen, en hem of haar een behoorlijke kans geven om zich in de maatschappij te handhaven en met plezier te werken. Dat is dan voor de zelfwaardering en levensvoldoening van een mens van machtig veel belang. Men zal dus goed doen, misschien wel altijd, maar toch in veel twijfelgevallen de hulp van een deskundige in te roepen, die de ouders dan ter zijde staan om de weg te vinden door de doolhof der beroepen. Wij maken de betreffende grondgebruikers er op attent dat in de polders Schakerloo, Poortvliet (Zuid), 1500 gem. polder en Broek en Roolandpolder alleen voor het jaar 1961 nog subsidie kan worden verstrekt op bekalking die op advies van de Rijks- landbouwvoorlichtingsdienst op basis van het grondonderzoek is aangewend. Men moet daarbij tevens bedenken dat wanneer men in 1961 een kalkmeststal koopt met de bedoeling deze in 1962 aan te wenden, dat hierop dan dus geen subsidie meer zal worden verstrekt. Zoals bekend bedraagt dit subsidiepercentage ongeveer 1!i van de kosten van de kalkmeststof. 'ir **m M Deze grondgebruiker voert de schuimaarde nu aan die hij over de stoppel wenst te strooien om er tijdig de beschikking over te hebben. Reeds nu wordt er op gewezen dat bij de volgende polders Poort vliet (Noord), Priestermeet, Scherpenisse en Oudeland van Sint Maartensdijk 1962 het laatste jaar zal zijn waarin nog subsidie op bekalking zal worden gegeven. Maak van deze gelegenheid nog gebruik om de kalktoestand van uw grond op peil te brengen. R.L.V.D. Goes Daar er op ons Eiland naast de landbouw ook steeds meer tuinbouw wordt bedreven heeft het bestuur van de school gemeend hiermede in het leerplan van de school rekening te moeten houden. Voor enkele jaren werd besloten een aantal uren aan de verschil lende tuinbouwteelten te besteden; al spoedig bleek dat dit toch niet de goede oplossing was. Er was behoefte aan een volledige tuinbouwopleiding, die, naast de praktische ervaring, vereist wordt om de nodige erkenningen en vergunningen te verkrijgen. Het is verheugend, dat van de daartoe bevoegde instanties toe stemming is verkregen de bestaande landbouwschool met ingang van de nieuwe cursus te mogen omzetten in een Lagere Land en Tuinbouwschool. Daar voor beide richtingen de eerste en tweede klas gelijk zijn, vindt de splitsing dus pas plaats na het tweede leerjaar. Op verschillende bedrijven wordt zowel aan land- als tuinbouw gedaan, daarom bestaat ook de mogelijkheid beide richtingen te volgen. Zij, die dit doen moeten in de derde klas vijf in plaats van vier en in de vierde klas vier in plaats van drie dagen naar school. Met de nieuwe cursus hebben reeds negen leerlingen de tuinbouw afdeling gekozen, terwijl vijf van hen ook nog het landbouwonder wijs zullen volgen. De reorganisatie van het land- en tuinbouwonderwijs heeft vele nieuwe en nuttige dingen met zich meegebracht. Was dit onderwijs vroeger in hoofdzaak theoretisch, nu wordt naast de theorie ook veel tijd aan de praktijk besteed. Vakken als hand- en vakvaardig heid zijn daarom ook in het leerplan opgenomen. Handvaardigheid moet de leerlingen leren eenvoudige timmerkar- weitjes, welke toch herhaaldelijk op het bedrijf voorkomen, zelf te verrichten. Hierbij behoort ook eenvoudig metsel- en betonwerk. Om dit onderricht te volgen is het noodzakelijk, dat de leerlingen een set timmergereedschap aanschaffen, die zij na afloop van de derde klas mee naar huis krijgen, zodat zij dan thuis over de aller noodzakelijkste gereedschappen kunnen beschikken. Dit gereedschap wordt via de school gekocht, en kost ongeveer 35. Het vakvaardigheidsonderwijs geeft naast de praktische land- bouwwerkzaamheden ook nog onderricht in de kennis van tractoren en landbouwwerktuigen. Voor dit laatste moeten de leerlingen een set monteursgereedschap aanschaffen. Op deze wijze beschikken zij dan wanneer ze de school verlaten over een goed stel gereed schap wat zeer zeker op het bedrijf zijn nut zal bewijzen; voor het opbergen wordt een gereedschapskist gekocht. Daar dit vak eerst in het derde leerjaar wordt onderwezen kan met de aanschaf fing tot de derde klas worden gewacht. Een en ander wordt weer via de school gekocht. Hierdoor kunnen zowel het timmer- als het monteursgereedschap aanzienlijk goedkoper dan de winkelprijs worden geleverd. Het monteursgereedschap met de kist kosten ongeveer 64. Voor nadere inlichtingen en aanmelding van nieuwe leerlingen, die met goed gevolg de zesde klas van de lagere school moeten hebben doorlopen kunt U zich tot 15 juni wenden tot A. C. van Heusden Laban Deurloostraat 31 Scherpenise. Drs. J. W. Dippel Na het vertrek van de heer A. Schoonderwoerd als assistent bij de R.L.V.D. die een funktie bij het bedrijfsleven heeft aanvaard delen wij U mede dat de heer J. Kodde per 1 maart j.l. het werk als bedrijfsvoorlichter van de heer Schoonderwoerd heeft over genomen. Als hulpassistent voor streekverbetering is benoemd de heer J. M. van Dijke, Oudelandsepoort 5 Tholen. Wij wensen allen in hun nieuwe functies het allerbeste toe. Het eiland Tholen beschikt nu over een land- en tuinbouwschool Toekomstige land- en tuinbouwers, deze school is voor u de plaats om een basisopleiding te ontvangen Zowel van de zijde van de waterschappen als van de boeren neemt de belangstelling voor het spuiten van de sloten steeds meer toe. In een najaar als 1960 blijkt wel hoe belangrijk een goede waterafvoer door schone sloten is. Drainage, hoe belangrijk ook, komt niet tot zijn recht als de afvoer naar een gemaal of sluis verder niet vlot kan plaats vinden. Het reinigen van de sloten en watergangen met de hand kost veel tijd en geld, afgezien nog van het feit dat plaatselijk de ar beidskrachten eenvoudig ontbreken. De laatste jaren zijn plaatselijk dan ook proefnemingen verricht met chemische middelen. De keuze van deze middelen is echter be perkt mede met het oog op de geschiktheid van het slootwater als drinkwater voor het vee en eventuele schade aan de visstand. Alleen dalapon voor grasachtigen en MCPA of 2.4-D amine voor andere breedbladige onkruiden kunnen momenteel worden aanbe volen. Men dient zich hierbij echter nogwel de nodige beperkingen op te leggen. Er is nog te weinig bekend over verschillende neveninvloeden om toepassing algemeen te kunnen adviseren. Het spuiten wordt momenteel niet verantwoord geacht wanneer! a. het slootwater gebruikt wordt om er mee op gewassen te spuiten of te gieten. b. het visrijk water c. in natuurreservaten. In die gevallen waar men ten aanzien van genoemde punten geen voorbehoud hoeft te maken is de te volgen methode afhan kelijk van het type van sloten. GROTE SLOTEN MET VEEL WATER Dit betreffen meestal sloten en watergangen die of bij een water schap in onderhoud zijn of vallen onder de controle hiervan. Wat hier onderhoud vraagt is overwegend een meer of minder brede rietzoom eventueel met enkele andere grassoorten. Met 15 kg dalapon per ha (5000 m lengte bij 2 m breedte) toegepast eind mei wordt vaak reeds een behoorlijke doding verkregen. In veel gevallen zal de aanwezigheid van andere onkruiden (dus niet-grasachtigen) er toe dwingen om aan de dalapon 2.4-D amine toe te voegen in een dubbele concentratie als die in granen gebruikt wordt. Vaak treedt gedurende de zomer enige hergroei op. Men zal dan een tweede behandeling moeten uitvoeren in de 2e helft van augustus of september. 10 kg dalapon/ha is dan voldoende. Een andere mogelijkheid is om te trachten met één bespuiting b.v. eind juni, begin juli met 20 kg dalapon (eventueel -j- groei stoffen) te volstaan. Een derde mogelijkheid is om gedurende de zomer een keer te maaien en dan de hergroei in september te behandelen met dalapon. Het naschonen zal dan minder werk vragen en bij een overvloedige regenval in augustus-september zal men minder over last hebben van het materiaal dat achterblijft bij het spuiten in de zomer. In alle gevallen zal het verwijderen van het dode materiaal in de loop van het najaar noodzakelijk zijn. Dit zal echter met weinig moeite kunnen plaats vinden. Een volgend jaar zal begroeiing dan slechts in die mate voor komen dat met één bespuiting van 10 a 15 kg dalapon en naschonen kan worden volstaan. SMALLE SLOTEN MET WATER Dit type sloten komt algemeen voor en vraagt vrij veel onderhoud juist omdat hier het gevaar van volgroeien aanwezig is doordat de rietzomen vanuit beide zijden de sloot ingroeien. Wat hier echter wel sterk de aandacht vraagt is de toestand van het talud. De verleiding is immers groot om tegelijk met de slootbodem ook de kanten van de sloot over een grote breedte of hoogte mee te spuiten om van het lastige kanten maaien af te zijn. Met het mengsel dalapon en groeistoffen zijn ook de grassen en andere onkruiden op deze taluds ongetwijfeld te bestrijden. Of het zwart maken en houden, dus het weren van alle plantengroei, op een talud mogelijk is, hangt geheel van de situatie ter plaatse af. Voorzichtigheid is hier op zijn plaats. Vermoedlijk is een tussenweg aan te bevelen. De slootbodem met 20 cm (boven het water) van de slootkant zou dan behandeld kunnen worden met 15 a 20 kg dalapon (-)- groeistoffen) en de rest van de kant proefsgewijs met b.v. 2.5 kg dalapon groei stoffen). Op deze wijze zal mogelijk het reinigen van de sloten met het oog op de waterafvoer alsook het maaien van de kanten een minimum aan werk vragen. Tijdstip en middelen toegepast op de bodem, kunnen dezelfde zijn als bij de grotere sloten en watergangen waar de taludbehandeling een minder grote rol speelt. SLOTEN ZONDER WATER Hieronder worden verstaan sloten die bijna het gehele jaar droog staan. Sommigen hiervan moeten echter toch onverwachts soms weer flink wat water verwerken, een schone bodem is dan gewenst. Anderzijds is juist hier vaak de vraag hoe men op de eenvoudigste wijze de zaak vrij van onkruid kan houden. Op een slootbodem waar geen water op staat en de kans klein is dat dit de eerste maanden het geval is kunnen allesdoders gebruikt worden. Bezwaren geldend voor gebruik als drink- of spuitwater gelden dan immers niet. Deze middelen zoals monuron en diuron, mogelijk ook Atrazin en Simazin dienen te worden toegepast op een nog weinig of niet begroeide bodem. Het is dus meer een kwestie van schoonhouden dan van schoonmaken. Toepassing zal dus vooral verantwoord zijn kort na het aanleggen van nieuwe sloten of na het mechanisch verwijderen van een laag slib van de bodem. In hoeverre ook de slootkanten bij deze behandeling betrokken kunnen worden moet in elk geval afzonderlijk bekeken worden. Van zelf kunnen deze kanten weer met het mengsel dalapon groei stoffen bespoten worden. Het volledig „zwart houden" zal echter ook hier in vele gevallen op bezwaren stuiten. DE GRASWAL LANGS HET BOUWLAND Naast de slootbodem en de slootkant (talud) vraagt ook het onderhoud van de bovenzijde van de slootkant dus de scheiding tussen sloot en bouwland de aandacht. Dit is vaak een bron van onkruidzaad en niet zelden ook van een „ondergrondse" aktiviteit van kweek. Zowel het maaien als het terugdringen en verwijderen van de wortelstokken vraagt veel werk en tijd. Vooral ook in verband met de graszaadteelt is het schoonhouden van deze gras stroken urgent. Ook de mechanisatie spreekt hier een woordje mee. Als men met paarden aan het eggen was, kon al rijdende de eg nog wel geleegd worden. Met de trekker wordt dit echter nogal lastig. Aan de andere kant dringt de mechanisatie, waarbij wij met de trekker toch tot dicht tegen de kant willen rijden ons tot het stevig- houden van de graswal en slootkanten. Het behanedelen van de bovenzijde van slootkanten met de bedoeling grasgroei te weren en zo het maaien geheel achterwege te kunnen laten moet dan ook nog ontraden worden. Het behandelen van slootwallen met groeistoffen, die andere dan grasachtige onkruiden doden kan zeker aanbevolen worden. Dit geeft de grassen een betere kans en dus een versteviging van de grasmat, die het afstoelen en wegzakken bij het rijden met zware machines erlangs, kan tegengaan. Voor een flinke opruiming van brandnetels en bramen wordt de groeistof 2, 4, 5-T aangeraden. DE KOSTEN VAN HET SPUITEN Dalapon kost 16.50 per kg, een 2, 4-D amine prdoukt dat in graan tegen 2 1 en in sloten tegen 4 1 gebruikt wordt 9.50 per liter. Een eenvoudige berekening leert ons dus dat het bespuiten met 15 kg dalapon plm. 250.per hektare vraagt. Omgerekend in slootlengte wil dit zeggen dat bij een sloot van 2 meter breed, 5 km voor dat bedrag van ƒ250.gespoten kan worden. Met 2. 4-D er bij wordt het plm. 300.per hektare en het kost bij 2 meter breedte (5 km) dan ongeveer 6 cent per meter slootlengte. De ervaring leert dat het eerste jaar de kosten aan middel -fj spuiten niet lager zijn dan de kosten van twee keer maaien. Spuiten vraagt echter minder tijd en geeft in volgende jaren zeker een be sparing. SAMENVATTING 1. Het spuiten van sloten verkeert in onze omgeving nog min of meer in proefstadium. 2. Verschillende faktoren dwingen ons hier nog niet al te ri goureus te werk te gaan. 3. 15 kg dalapon per hektare zal in vele gevallen de ontwikke ling van riet in onze sloten voldoende kunnen tegengaan. 4. Bij het terugdringen van riet krijgen andere onkruiden hun kans. Toevoeging van 2, 4-D zal meestal noodzakelijk zijn. 5. In verband met het instorten en afspoelen van de kanten brengt het behadelen van talud en graswal veel risico met zich mee. 6. De omstandigheden die het spuiten van sloten verantwoord doen zijn lopen van plaats tot plaats uiteen. P. Verhagen De tuinen zijn in juni grotendeels volgeplant of bezaaid. Het zijn vooral de ziektebestrijdingen en verdelging dierlijke parasieten die de aandacht vragen. Het gebruik hiertoe van erg giftige middelen moeten wij beslist ontraden. Het hoeft ook niet want de minder giftige, zoals malathion en diazinon tegen dierlijke aantastingen en Karathone tegen meel dauw, spruitzwavel tegen schurft geven evengoed baat. Wie Heptachloor aan de grond heeft toegediend heeft weinig last meer van grondparasieten. Het blijkt dat er dit jaar onnoemelijk veel slakken zijn, die praktisch alle planten aantasten. Het zijn vooral kleine gele eksemplaren die 's nachts te voorschijn komen en dan hun vernielende werkzaamheid aanvangen. Tijdig strooien van korrels op methaldehyde basis heeft of zal ook hier uitkomst bren gen. Onderhoud is het 2e punt waar men regelmatig mee bezig is. Het gazon moet gemaaid worden, hetgeen men liefst 2 x per week doet. Hier mag thans wel eens een overbemesting toegediend wor den. Geef als regen verwacht wordt per 10 m2 2 kg korrelmest, sa menstelling 12-10-18. Komt de regen niet, dan moet de meststof met veel water ingespoeld worden, anders treedt zeker grasver branding op. Regelmatig kunnen uitgebloeide voorzomerbloeiers nog verplant en gescheurd worden. Het laatste doet men als de planten zo'n jaar of drie vast gestaan hebben. Hergroei is alleen verzekerd als geplant wordt in humeuze grond. Dan helpt het niet als slechts een bewijs aan tuinturf door de grond gemengd wordt, maar door klei grond mag zeker een flinke hoeveelheid komen, wil men de grond los en vochthoudend maken. Natuurlijk mogen dan ook de voe dingsstoffen niet ontbreken en mengt men er oude ruige stalmest of korrelmest door. De laatste methode kan ook met korrelmest uitgevoerd worden, samenstelling 12-10-18. Begin juni is de hoogste tijd dat sluitkool geplant wordt, wil er nog een behoorlijke kool van groeien. Hetzelfde is trouwens het ge val metspriutkool. Mogen wij, zover het savoyekool betreft, de aan dacht vestigen op het ras „Bredasche putjes"? Dit is een groene savoyekool, niet groot, maar winterhard. Kan door de smaak zelfs als vervanger van spruitkool aangemerkt worden. Nog kunnen begin juni sperciebonen gezaaid worden. Thans komt zeker het ras „Prelude" in aanmerking. De liefhebber van malse niet te grote kroten, zaaien nogmaals een rijtje „Egyptische platronde uit en zij die de gehele zomer door spinazie willen eten, doen dit ook maar nemen nu zaad van rondzadige rassen. Keren wij nogmaals in de siertuin terug, dan vestigen wij graag de aandacht op het tijdig aanbinden van hogere planten en de snoei aan rozen. Als alle bloemen aan een stengel uitgebloeid zijn, snoeit men deze terug tot net boven een vijfvoedig blad (vijf kleine blaadjes aan een bladsteel). De meeste klimrozen zijn aan het afbloeien. Is de groei goed, dan zijn vanuit de grond of daar nabij nieuwe struiken ontstaan, duidelijk kenbaar door hun roodachtige kleur. Deze zijn alleen waardevol voor 't volgend jaar en daarom kan men al het andere wegsnoeien. Meestal is het handhaven van 3 tot 5 nieuwe scheuten genoeg. C. Gerritsen De Thoolse dag Commissie hoopt op vrijdag 7 juli a.s. evenals vorig jaar een Thoolse dag te houden op een terrein van de heer Joh. Deurloo te Poortvliet. Naast de diverse keuringen, en het springconcours door de Landelijke rijvereniging „de Eendracht- voorlichting. Deze tent zal ook zaterdag 8 juli eveneens geopend ruiters" zal er ook een tent aanwezig zijn over de Huishoudelijke zijn met zo mogelijk gymnastiek demonstraties etc. Op het terrein zullen staanplaatsen gereserveerd worden voor diverse stands. Diegene die een staanplaats wil huren kan zich wenden tot de secretaris van de commissie de heer M. A. de Hond, Singel 65 Tholen, tel. (01660) 382. Verder wordt ieder in de gelegenheid gesteld in te schrijven voor staanplaats voor de consumptie-tent; Patate Frites en ijs. De inschrijvingsbriefjes kunnen voor 10 juni a.s. ingediend worden bij de secretaris. De inschrijvingen voor vee dienen 1 juni binnen te zijn Diegene, die geen aangifteformulier hebben ontvangen kunnen deze aanvra gen bij de secretaris. Namens de Thoolse dag Comissie M. A. de Hond

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1961 | | pagina 5