WEEKBLAD VOOR HET EILAND TNOLEN EN ST.FILIPSLOND Koningin Juliana regeert 121 jaar. SAMENSPEL Plaatselijk nieuws. WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Lof verdiend van de gehele gemeente Poortvliet. Nu wettelijke augurken op Tholen DE REDAKTIE LEGT U DEZE WEEK VOOR: Voor het Kantongerecht* THOLEN 17c jaargang No. 16 3 maart 1961 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375 Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 01660-589 b.g.g 531 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.65 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot WOENSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen Het staartje in vergelijking met het grote geheel complexwerk, dat de Her verkaveling op Tholen nog is overgebleven, brengt nog grote moeilijkheden met zich. Dit staartje omvat een groot deel van de Priestermeetpolder en het Oudeland rond Sint-Maartensdijk. Daarbij zijn toch altijd nog een paar honderd grondgebruikers be trokken. Reeds bij het herverkavelingsover zicht in het oudejaarsnummer 1960 hebben we er op gewezen, dat het nog een moei lijk staartje werd. En de situatie is er sindsdien niet op vooruitgegaan. Toen was er namelijk nog enige kans dat de situatie zich tot geringe moeilijkheid zou beperken, indien een droge, desnoods een niet te strenge vorstperiode was gevolgd. Inpiaats daarvan is met uitzondering van enkele fe- bruari-weken de nattigheid nog overdadig geweest. En daardoor zijn de moeilijkheden bijkans ontstellend groot geworden. Groot dan inzonderheid voor de hierbij betrokken grondgebruikers, maar toch evengoed moei lijkheden bij herverkaveling en aannemers. Van een laatste oplevering op 15 maart a.s. is al geen sprake meer. Een datum die nog enige mogelijkheid inhield dat er nog tijdig bewerking en later dan ook inzaai zou kun nen plaatsvinden. Integendeel, ondertussen zitten die gebruikers daar nu niet alleen met nog niet afgewerkt complexwerk, hiel en daar egalisatie en op vele plaatsen nog drainage, maar bovendien is de structuur door dat geploeter zodanig bedorven, dat er weinig hoop bestaat op een redelijk gewas. Wanneer dat door de vele regens bij de al eerder klaargekomen gronden al niet best is te noemen, dan is het dat zeker niet bij datgene wat de laatste tijd is bewerkt of nog te bewerken staat. Het is dan ook niet zo menselijk vreemd dat er bij de grondgebrui kers in die polders klachten opborrelden, soms tegen beter weten in, soms ook ten dele gerechtvaadrigd. Klachten dat er ook in de betrekkelijke korte, maar toch droge februari-periode niet wat sneller is aange pakt. Vaak wordt dan vergeten, dat en de herverkaveling daartegenover machteloos staat, omdat dit werk nu eenmaal is aan genomen èn evenzeer de aannemer, die moeilijk op korte termijn daarop extra ma teriaal kan zetten. Klachten dus niet altijd reëel, maar bij de noodtoestand te begrijpen. Daarom te meer was het juist gezien en daartoe ook wel de hoogste tijd, dat door de herverkaveling die grondgebruikers wer den bijeengeroepen om met toelichting en met gedachtenWisseling de moe(lijkhedei)j nog eens klaar op de tafel te brengen en met open oog voor die teleurstellingen van beide zijden te trachten door goed samen spel de overigens niet op te lossen nood situatie nog enigszins in te kapselen. Daarbij is dan te betreuren, dat nog lang niet de helft aan die uitnodiging gevolg geeft om mede hun belangen te bepleiten. Dat getuigt van een mentaliteit welk een schrijnende beeldspraak in dit verband dan ook dat men Gods water maar over Gods akker laat lopen. Vast staat het echter, dat dit staartje de herverkaveling nog veel narigheid brengt, de betreffende aannemers nauwelijks wind eieren legt en de grondgebruiker behoorlijk wat schade berokkent. Nu is er voor een boer altijd een groot risico, risico door de niet menselijk te be teugelen weersomstandigheden. Risico dus ook bij een normale situatie. De boer kan van een overheid niet verlangen dat dit normale risico wordt overgenomen. Dat is nu eenmaal het onderdeel van het boer zijn, dat brengt dit beroep met zich. Maar ont kent kan toch niet worden, dat er zich hier een bijzondere situatie voordoet. Een situatie welke die bij de aanvang der herverkaveling ni de Scherpenissepolder overtreft. Dan is het ook begrijpelijk, dat bij de be trokken landbouwer en veehouder de vraag rijst of hier geen mogelijkheid tot eventuele schadevergoeding bestaat. Een mogelijkheid, welke voortshands door deskundigen nauwe lijks als een geringe waarschijnlijkheid kon worden bestempeld. Straks zal een inzaaidatum worden ge noemd, straks zal misschien ook een .zo- genoomde braakdatum worden genoemd. En dan blijft de vraag of er in deze nood situatie nog iets resteert, waardoor mogelijke schade wordt opgevangen. Een vraag die de gebruiker bij zijn hoop dat het getij alsnog ten gunste zal keren, bij zijn wil tot een goed samenspel, begrijpe lijk overblijft. Een billijke vraag, waarvan naar onze mening toch nagegaan moet wor den, in hoeverre die straks gunstig kan wor den beantwoord. Met gejammer komt men in deze situatie zeker niet verder. Met goed samenspel en reëel inzicht kan mogelijk nog wel iets worden bereikt. Dat laatste hopen we voor de wel niet grote, maar toch danig in de penarie zittende groep landbouwers bij di laatste herverkavelingsstaartje. Er zijn in onze streek zo'n tweehonderd boeren die zich met de contractteelt van augurken bezig houden, zonder dat zulks tot dusver officieel was toegestaan. Het bestuur van het produktschap voor groenten en fruit heeft nu besloten de onwettige toestand te wettigen. Nu is er in het gehele land de mogelijkheid voor niet als groentetelers er kende landbouwers augurken op contract te telen tot een maximum van twintig are. Toch wordt hierdoor geen grote uitbreiding van deze teelt verwacht. „WIE BEN IK, DAT IK DIT DOEN MAG Hare majesteit de Koningin wenst haar regeringsjubileum niet met luidruchtige feestelijkheden gevierd te zien. Maar dat zal Haar volk niet verhinderen, dankbaar te gedenken, wat Juliana, Koningin der Nederlanden, gedurende deze jaren voor land en volk heeft betekend. „Wie ben ik, dat. ik dit doen mag", dat waren de woorden in de eerste rede, die Ko ningin Juliana na haar inhuldiging hield, die meer dan iets anders indruk maakten op hen die ze hoorden. Hoe ver toch lag de gedachtengang, die door deze woorden werd gekenmerkt, af van het „Gottesgnadentum", waarop voorheen de vorsten hun rechten baseerden. Hier toch ging het niet in de eerste plaats om een recht, maar om het aanvaarden van een zware, doch schone plicht. Diep-menselijke woorden. En menselijk... dat is de karakteristiek die men overal hoort geven van Koningin Ju liana. Dat zeggen vooral de „gewone" men sen, die met haar in aanraking zijn ge komen. „Ze is zo gewoon". Maar het is niet het „gewoon doen" van de politicus, die babykussend en schouder- kloppend, met een permanente fotoglimlach, zich zijn weg baant. Het is eenvoud. De eenvoudi, die zich manifesteerde in het Koninklijk woord: „Wie ben ik...?" Wie Koningin Juliana bij haar verschij ning in het openbaar heeft kunnen gade slaan, wordt altijd weer getroffen door de uitdrukking van haar gezicht: ernstig, enigs zins bezorgd, zoals een moeder haar kind kan nakijken, dat in slecht weer de straat op gaat naar school. Maar tegelijk is daar een bijna gretig reageren op alles wat vro lijk stemmen kan. Een snelle reactie, een flits van een glimlach als Haar gevoel voor humor wordt geraakt. En de wijze, waarop Zij in Haar aandacht voor allerlei zaken de persoon, de mens daarin betrekt. De mens met zijn vreugden en zijn no den heeft Haar diepe, onvergankelijke be langstelling. Dat bleek een en andermaal, wanneer Zij zich richtte tot Haar volk, waarbij Zij ieder persoonlijk leek aan te spreken. Beter dan, onpersoonlijk, te spreken van de band aan ons vorstenhuis is het bij dit jubileum te spreken van de band aan onze Koningin. En van veler lippen zal bij dit jubileum de zegenbede klinken: „U zeegne God... Hij stelle U tot een zegen." (Nadruk verboden) EEN KONINGIN, GELIEFD BIJ JONG EN OUD. Défilé voor het paleis Soestdijk. Op enigszins feestelijke wijze werden maandagavond jl. in de verenigingszaal bo ven het gemeentehuis een viertal brandweer lieden van het plaatselijk vrijwillig brand weerkorps gehuldigd in verband met een 25-jarig dienstverband, terwijl van een vier tal afscheid werd genomen en een welkome aanvulling van vijf nieuwe brandweerlie den de groep weer completeerden. Met de echtgenoten van het brandweerkorps waren hierbij tevens aanwezig de gemeenteraad, behoudens dhr. Van Houdt, mevr. van Doorn, de inspecteur van het Brandweer wezen te Breda, de heer A. Kortez, de het KHBB, de heer P. van Voornveld uit Tho len, evenals oud-commandant der brandweer de heer K. Endhoven en echtgenote. Zij allen werden door burgemeester W. J. van Doorn verwelkomd, die er vervolgens op wees dat in verband met jubilea, afscheid en intree aan deze bijeenkomst een wat feestelijk karakter wordt verleend. Daaraan geeft dan ook het gemeentebestuur door haar tegenwoordigheid een bijzonder tintje. Vervolgens gaf de brandweercommandant de heer M. W. Deurloo een historisch over zicht van de gebeurtenissen tijdens het 25 jarig Poortvliets vrijwillig brandweerkorps. Opmerkelijk was daarbij dat zelden een jaar passeerde, zonder dat de brandweer tot een daadwerkelijk optreden moest komen, soms beperkt tot een schoorsteenbrandje, soms ook vanwege een grote boerderijbrand of zoals op die gedenkwaardige 4e novem ber 1957 toen de korenmolen „De Hoop" in lichte laaie stond, wat tot een alles vernie lende vuurzee dreigde te worden door de stormachtige wind, die nog gelukkig overi gens, een zodanige richting had, dat de woningen aan de overzijde der straat be waard bleven. Het enige nadeel dat er voor Poortvliet nu nog van overbleef, is het gemis van de molenkap en wieken, een markant punt minder in het dcrp. Het was één van de grootste „calami teiten" welke de Poortvlietse brandweer be leefde waarbij hulp werd ingeroepen van de brandweren te Sint-Maartensdijk, Tho len en Sint-Annaland. Menig inwoner ziet het enerzijds benauwende, maar anderzijds prachtige schouwspel van vlammende rond vliegende wieken nog voor zich. De eerste brand die spreker zich nog wist te herinneren was bij H. Anthonisse. Het was voor dat het vrijwillige korps was op gericht, dus voor 1936. Men zag zo'n hon derd mensen bij het brandend object ver zameld, maar niemand wist wat te doen met het armzalig handpompje. Aan roman tiek ontbrak het niet. Men zag vroeger bij dergelijke gebeurtenissen de brandweercom mandant als een machtig democraat, maar ongenaakbaar door het dorp stappen, met mogelijk iets versnelde tred dan gewoonlijk, maar de rust in eigen persoon. Opperbrand- meester, was toen zijn titel en het teken, van deze waardigheid bestond in een 1J^ el lang wit en blauw geschilderde stok met bovenaan het gemeentewapen. De brand meester (ondercommandant van tegenwoor dig) moest het met een stok doen van maar één Nederlandse el en de eerste brandspuit gast met y2 el, terwijl de overige manschap pen kenbaar waren aan de armband. Een bijzonder contrast, wanneer men nu de twaalfkoppige keurig geüniformeerde en ge helmde groep op de trekker ziet springen, een moderne nevelspuit met zich voerend. Was de toenmalige proef van de brandweer in vroeger tijden een opzienbare gebeurte nis voor jong en oud in de gemeente, thans neemt men nog ternauwernood notitie van een brandweeroefening, die bijna maande lijks voorkomt. In de plaats van de brand- weerstok zijn de brandweercursussen geko men, de oefeningen en de wedstrijden in streek- of zelfs in provinciaal verband. Er kwam een nauwe samenwerking met de Bescherming Bevolkingsorganisatie en in piaats van de oude kreunende handpomp, heeft men nu in een oogwenk een moderne nevelspuit bedrijfsklaar. Dit alles viel op te maken uit de historische terugblik van com mandant Deurloo, die overigens alle „brand- data" opsomde en constateerde dat degenen, die het korps 25 jaar dienden toch alleen aan oefenuren 900 uur vrije tijd gaven. En daarbij kan men dan niet zeggen... a zo veel Het waren de heren J. A. Kesteloo, A. C. Sakko, J. K. Krijger en A. Nortier die op deze 25 jarige diensttijd mogen te rugblikken, waarmee dhr. Deurloo hen van harte feliciteerde. Burgemeester van Doorn wees er vervol gens op, hoe de gemeentelijke brandweer- taak voor de oorlog was, waarbij de ge ringe coördinatie en het toen beschikbare materiaal de brandweer beperkte tot hand pompbediening of zgn. emmerhulp. Dat de gemeente Poortvliet reeds in 1936 is over gegaan tot aankoop van een motorspuit ge tuigt van voortvarendheid op dit gebied. Spreker schetste de tijdens de bezetting ont stane brandweerregelen en dat dit van het zeer weinig goede tijdens de bezetting toch wel een behoorlijke basis had, bleek uit de bestendiging daarvan ja, zelfs het uitdiepen na de bevrijding. Zo kregen we de Brand weerwet 1952 waarin gelukkig duidelijk de taak van de plaatselijke gemeenschap domi- neerd. Voor de adviezen van de brandweer inspectie had spreker grote waardering. In begin 1954 ging de gemeente over tot aan koop van een nieuwe spuit. Toen de inspec tie een nevelapparaat adviseerde keek men aanvankelijk bedenkelijk. Het was iets ge heel nieuws, bijna revolutionnair. Opvolging van het advies bleek later toch juist te zijn geweest. De nevelspuit heeft reeds onschat bare diensten hier en elders bewezen. Met goed materiaal alléén, doet men echter nog weinig. Er hoort onvoorwaardelijk een des kundig korps bij. En daarin mag Poortvliet zich inzonderheid over verheugen. Namens het gemeentebestuur was hij daarvoor alle brandweerlieden bijzonder erkentelijk. Hij wist zich daarbij de tolk van de gehele be volking. De nog blijvende 25 jarige brand weer-jubilarissen werd een zilveren medaille op de borst gespeld, t.w. de heren J. A. Kesteloo en A. C. Sakko, de scheidende brandweerlieden, waaronder ook twee ju bilarissen, nl. J. K. Krijger en A. Nortier kregen met twee anderen, die deze dienst ook gaan verlaten, de heren D. Mullié en H. Overbeeke een boekenbon en oorkonde. Met een bijzonder dankwoord richtte de burgemeester zich tot deze vier scheidende leden. Gelukkig dat de lege plaatsen on middellijk worden gevuld door vijf nieuwe korpsleden per 1 maart, nl. de heren J. en K. H. Elenbaas, W. Geuze, M. de Groen en Anth. Goudzwaard. Ze kregen een harte lijk welkom in het brandweerkorps te horen. De burgemeester was er van overtuigd, dat men ook voor de toekomst bij noodzaak op Deurloo en zijn mannen zou kunnen re kenen. Inspecteur Kortez weer er aan het begin Een Koninklijk regeringsjubileum Het natte herverkavelings-staartje De verstedelijking van het platteland Wettige augurken Brandweer-jubilea BB-ontspanning Nog een reeks ouderavonden en jaarvergaderingen Jan Overeenkam en de lentebode Sport van twee weken De laatste Chantage" in dit nummer Nieuws in de advertentiepagina's Alle triestigheid gaat op den duur over in een zoete herinnering. van zijn toespraak op, dat de brandweer ook wat de inspectie betreft heel anders ingedeeld is dan in het naburige land België. Daar immers zegt de Inspectie: zo en zo moet het. In ons land beperkt ze zich tot een adviserende taak. Hij vond het niette min prettig, dat deze gemeente een open oog beeft voor deze brandweertaak en her innerde er aan, hoe het korps, met name tijdens de molenbrand heeft bewezen voor zijn taak berekend te zijn. Dit jubileum ge tuigt van een ander soort trouw dan een jubileum van een ambtenaar die wordt be taald. Bij angstige gebeurtenissen, die bij het uitbreken van brand kunnen voorkomen, meestal ook bij zeer ongunstige weersge steldheid (onweersbuien) laat de brandweer man zijn vrouw en kinderen achter, omdat een andere vrijwillig opgenomen plicht hem roept. Daarom verdient dit korps, daarom verdienen inzonderheid op dit ogenblik de jubilarissen de lof van geheel Poortvliet. De gemeente kan bovendien trots zijn op dit korps. Namens de rijksinspectie van het brandweerwezen complimenteerde hij ge meente en jubilarissen met de bereikte mijl paal. Gelukkig, zo besloot de inspecteur zijn toespraak, dat er nog zovelen in een ge meenschap zijn, die bereid zijn die gemeen schap te dienen. Namens de scheidende brandweerlieden sprak de heer P. Overbeeke nog een kort woord, daarbij gemeentebestuur, comman dant en collega's dankend voor de prettige verhouding en het nu ontvangen geschenk. Ook de oud-commandant dhr. H. Endhoven bleek nog met de zaak mee te leven. Hij feliciteerde eveneens de jubilarissen en het gehele korps. Tenslotte werden enkele con sumpties aangeboden en een paar filmpjes vertoond, wat bij elkaar nog een gezellig samenzijn gaf. Te Bergen op Zoom kwam voor de groene tafel A. van H. uit Sint-Annaland die zonder aanwijsbare oorzaak tegen een voor hem rijdende autobus was gereden. Van H. beweerde dat die bus plotseling was gestopt en toen kon hij met zijn bus niet tijdig meer tot stilstand komen. Daarvoor reed ik te hard, zei verdachte en dat vond de kantonrechter oorzaak genoeg om hem volgens de eis te veroordelen tot een boete van 30,of 6 dagen. Dat viel Van H. nog niet tegen. Dezelfde straf kreeg C. H. uit Oud-Vossemeer, toen hij op de Halster- seweg de motorrijder W. J. uit Sint-Anna land aanreed. Bovendien moet hij ook de schade aan de motor ontstaan nog betalen, wat hem boven de boete nog 99,90 kost, een bedrag dat nog juist door de Kanton rechter kan worden toegewezen. DOKTERSDIENSTEN OP ZONDAG Dr. A. Kugel, Poortvliet, Tel. 01662-400. Dr. J. Vermet, Nieuw-Vossemeer, Tel. 01676-415. Dr. J. M. v. d. Bel, St.-Maartensdijk, tel. 01666-400. HOOGWATER in de week van 5 t.e.m. 11 maart 1961 zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag vm. 5.43 nm. 18.00 uur 6.16 6.55 7.22 8.00 8.42 9.43 18.35 19.10 19.45 20.25 21.12 22.24 10 maart L.K. te 3.58 uur. BEKENDMAKING De burgemeester der gemeente Tholen maakt bekend, dat op het gemeentehuis voor een ieder ter inzage liggen de beschikking van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 8 februari 1957, no. L/PA 3037 en de daarbijbehorende op deze gemeente betrekking hebbende kaarten en lijst, zoals deze op 1 december 1960 op nieuw zijn vastgesteld. Deze beschikking verbiedt de teelt van aardappelen in een tuin, gelegen binnen een op de kaarten aangeduid en op de lijst om schreven gebied, tenzij deze teelt wordt uit geoefend op een voor het betrokken teelt jaar in de beschikking genoemd en op de kaarten aangeduid gedeelte van het gebied. Tholen, 23 februari 1961 De burgemeester, BEKENDMAKING Burgemeester en wethouders van Tholen brengen ter openbare kennis, dat door hun college, op grond van artikel 140a, 3e en 4e lid, der Algemene Politie-verordening, de volgende besluiten zijn genomen. I. Scherven en dergelijke niet tot com post te verwerken stoffen moet afzonderlijk van de overige huisvuil- bestanddelen worden aangeboden. Daartoe is men niet verplicht gebruik te maken van door de gemeente ver strekte huisvuilemmers. Zoals bekend wordt voor het opha len van scherven e.d. maandelijks een extra ophaaldienst ingelegd. Ila. Het verbod om zich te ontdoen van huisvuil, anders dan door middel van de gemeentelijke reinigingsdienst en in de gemeente verstrekte huisvuil emmers, geldt niet voor de bewoners van woningen, welke zijn gelegen buiten de lijn, aangegeven op de bij dit besluit behorende, ter gemeente secretarie ter inzage liggende, teke ning. b. Voor de bewoners van het „Oudeland" blijft het verbod van kracht om zich, anders dan door middel van de ge meentelijke reinigingsdienst, te ont doen van scherven. Door hen behoeft daartoe geen ge bruik te worden gemaakt van huis vuilemmers. III. Het verbod om, wanneer men niet be schikt over een closet met waterspoe ling, voor de verzameling en afvoer van faecaliën iets anders te gebruiken dan door de gemeente verstrekte pri- vaattonnen, geldt niet voor de be woners van percelen, gelegen buiten de sub Ila. bedoelde lijn. Bovenstaande besluiten treden in werking met ingang van 6 maart 1961. Tholen, 28 februari 1961. Burgemeester en wethouders voornoemd. OUDERAVOND CHR. NAT SCHOOL In het verenigingsgebouw hield de chr. nat. school vrijdagavond jl. haar ouder avond, voor de eerste maal onder leiding van de heer P. J. Drooger. Na het zingen van ps. 33 11, het lezen van Lucas 12 en gebed riep de voorzitter een bijzonder wel komstwoord tot ds. van Egmond de decla- matrice mevr. Kooijmans en het onderwij zend personeel. Het deed hem veel genoe gen zoveel ouders en belangstellenden te genwoordig te zien. Voor de school was het een goed jaar, aldus dhr. Drooger. Er zijn nu vier leerkrachten. Spijtig is, dat mej. Boers afscheid neemt wegens haar benoe ming te Amersfoort, terwijl het hoofd der school in mei a.s. zal vertrekken. Gelukkig kon in deze vakature alweer worden voor zien, zij het dan dat hiervan nog geen offi ciële bevestiging binnenkwam. Aan de hand van het gelezen Schriftgedeelte waarschuw de de voorzitter de kaarsen brandende te houden en op de bres te blijven staan voor het werk van deze school. De bedoeling was, dat dhr. Bennekom uit Middelburg een causerie zou houden, maar door zijn be noeming als Kamerlid was hij verhinderd, zodat het programma op het laatste ogen blik nog moest worden gewijzigd. Dhr. Droogers hoopte dat dit aan het gezellige en interessante van de avond niet zou af doen. Gevoelvol was hierna de declamatie van mevr. Kooijmans over het vermoorde knaapje Marchel, die werd vergeleken met een vertrapt bloempje. De heer Van Bezooijen vertoonde enige kleurendia's van Tholen (luchtopnamen) en van enkele schoolreisjes, waarna mevr. Kooijmans opnieuw met een voordracht kwam, nl. het sprookje „vreemde bezoe kers". Tijdens de pauze werden handwerken van de leerlingen bezichtigd en koffie ge presenteerd. De heer Zonnega bracht ver volgens mooie dia's van Cicilië en Italië

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1961 | | pagina 1