WEEKBLAD VOOR HET EILAND TNOLEN EN ST.FILIPSLOND
Koningin Juliana regeert 121 jaar.
SAMENSPEL
Plaatselijk nieuws.
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Lof verdiend van de gehele gemeente Poortvliet.
Nu wettelijke augurken op Tholen
DE REDAKTIE LEGT U DEZE WEEK VOOR:
Voor het Kantongerecht*
THOLEN
17c jaargang No. 16
3 maart 1961
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 01660-589 b.g.g 531 - Giro 124407
Abonnementen 1.35 per kwartaal
franko p.p. 1.65 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief
Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot
WOENSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen
Het staartje in vergelijking met het
grote geheel complexwerk, dat de Her
verkaveling op Tholen nog is overgebleven,
brengt nog grote moeilijkheden met zich.
Dit staartje omvat een groot deel van de
Priestermeetpolder en het Oudeland rond
Sint-Maartensdijk. Daarbij zijn toch altijd
nog een paar honderd grondgebruikers be
trokken. Reeds bij het herverkavelingsover
zicht in het oudejaarsnummer 1960 hebben
we er op gewezen, dat het nog een moei
lijk staartje werd. En de situatie is er
sindsdien niet op vooruitgegaan. Toen was
er namelijk nog enige kans dat de situatie
zich tot geringe moeilijkheid zou beperken,
indien een droge, desnoods een niet te
strenge vorstperiode was gevolgd. Inpiaats
daarvan is met uitzondering van enkele fe-
bruari-weken de nattigheid nog overdadig
geweest. En daardoor zijn de moeilijkheden
bijkans ontstellend groot geworden. Groot
dan inzonderheid voor de hierbij betrokken
grondgebruikers, maar toch evengoed moei
lijkheden bij herverkaveling en aannemers.
Van een laatste oplevering op 15 maart a.s.
is al geen sprake meer. Een datum die nog
enige mogelijkheid inhield dat er nog tijdig
bewerking en later dan ook inzaai zou kun
nen plaatsvinden. Integendeel, ondertussen
zitten die gebruikers daar nu niet alleen
met nog niet afgewerkt complexwerk, hiel
en daar egalisatie en op vele plaatsen nog
drainage, maar bovendien is de structuur
door dat geploeter zodanig bedorven, dat er
weinig hoop bestaat op een redelijk gewas.
Wanneer dat door de vele regens bij de
al eerder klaargekomen gronden al niet best
is te noemen, dan is het dat zeker niet bij
datgene wat de laatste tijd is bewerkt of nog
te bewerken staat. Het is dan ook niet zo
menselijk vreemd dat er bij de grondgebrui
kers in die polders klachten opborrelden,
soms tegen beter weten in, soms ook ten
dele gerechtvaadrigd. Klachten dat er ook
in de betrekkelijke korte, maar toch droge
februari-periode niet wat sneller is aange
pakt. Vaak wordt dan vergeten, dat en de
herverkaveling daartegenover machteloos
staat, omdat dit werk nu eenmaal is aan
genomen èn evenzeer de aannemer, die
moeilijk op korte termijn daarop extra ma
teriaal kan zetten. Klachten dus niet altijd
reëel, maar bij de noodtoestand te begrijpen.
Daarom te meer was het juist gezien en
daartoe ook wel de hoogste tijd, dat door
de herverkaveling die grondgebruikers wer
den bijeengeroepen om met toelichting en
met gedachtenWisseling de moe(lijkhedei)j
nog eens klaar op de tafel te brengen en
met open oog voor die teleurstellingen van
beide zijden te trachten door goed samen
spel de overigens niet op te lossen nood
situatie nog enigszins in te kapselen.
Daarbij is dan te betreuren, dat nog lang
niet de helft aan die uitnodiging gevolg
geeft om mede hun belangen te bepleiten.
Dat getuigt van een mentaliteit welk
een schrijnende beeldspraak in dit verband
dan ook dat men Gods water maar over
Gods akker laat lopen.
Vast staat het echter, dat dit staartje de
herverkaveling nog veel narigheid brengt,
de betreffende aannemers nauwelijks wind
eieren legt en de grondgebruiker behoorlijk
wat schade berokkent.
Nu is er voor een boer altijd een groot
risico, risico door de niet menselijk te be
teugelen weersomstandigheden. Risico dus
ook bij een normale situatie. De boer kan
van een overheid niet verlangen dat dit
normale risico wordt overgenomen. Dat is
nu eenmaal het onderdeel van het boer zijn,
dat brengt dit beroep met zich. Maar ont
kent kan toch niet worden, dat er zich hier
een bijzondere situatie voordoet. Een situatie
welke die bij de aanvang der herverkaveling
ni de Scherpenissepolder overtreft.
Dan is het ook begrijpelijk, dat bij de be
trokken landbouwer en veehouder de vraag
rijst of hier geen mogelijkheid tot eventuele
schadevergoeding bestaat. Een mogelijkheid,
welke voortshands door deskundigen nauwe
lijks als een geringe waarschijnlijkheid kon
worden bestempeld.
Straks zal een inzaaidatum worden ge
noemd, straks zal misschien ook een .zo-
genoomde braakdatum worden genoemd. En
dan blijft de vraag of er in deze nood
situatie nog iets resteert, waardoor mogelijke
schade wordt opgevangen.
Een vraag die de gebruiker bij zijn hoop
dat het getij alsnog ten gunste zal keren,
bij zijn wil tot een goed samenspel, begrijpe
lijk overblijft. Een billijke vraag, waarvan
naar onze mening toch nagegaan moet wor
den, in hoeverre die straks gunstig kan wor
den beantwoord. Met gejammer komt men
in deze situatie zeker niet verder. Met goed
samenspel en reëel inzicht kan mogelijk nog
wel iets worden bereikt. Dat laatste hopen
we voor de wel niet grote, maar toch danig
in de penarie zittende groep landbouwers
bij di laatste herverkavelingsstaartje.
Er zijn in onze streek zo'n tweehonderd
boeren die zich met de contractteelt van
augurken bezig houden, zonder dat zulks tot
dusver officieel was toegestaan. Het bestuur
van het produktschap voor groenten en fruit
heeft nu besloten de onwettige toestand te
wettigen. Nu is er in het gehele land de
mogelijkheid voor niet als groentetelers er
kende landbouwers augurken op contract te
telen tot een maximum van twintig are.
Toch wordt hierdoor geen grote uitbreiding
van deze teelt verwacht.
„WIE BEN IK, DAT IK DIT DOEN MAG
Hare majesteit de Koningin wenst haar regeringsjubileum niet
met luidruchtige feestelijkheden gevierd te zien. Maar dat zal
Haar volk niet verhinderen, dankbaar te gedenken, wat Juliana,
Koningin der Nederlanden, gedurende deze jaren voor land en
volk heeft betekend.
„Wie ben ik, dat. ik dit doen mag", dat
waren de woorden in de eerste rede, die Ko
ningin Juliana na haar inhuldiging hield,
die meer dan iets anders indruk maakten op
hen die ze hoorden.
Hoe ver toch lag de gedachtengang, die
door deze woorden werd gekenmerkt, af van
het „Gottesgnadentum", waarop voorheen
de vorsten hun rechten baseerden. Hier toch
ging het niet in de eerste plaats om een
recht, maar om het aanvaarden van een
zware, doch schone plicht. Diep-menselijke
woorden.
En menselijk... dat is de karakteristiek die
men overal hoort geven van Koningin Ju
liana. Dat zeggen vooral de „gewone" men
sen, die met haar in aanraking zijn ge
komen. „Ze is zo gewoon".
Maar het is niet het „gewoon doen" van
de politicus, die babykussend en schouder-
kloppend, met een permanente fotoglimlach,
zich zijn weg baant. Het is eenvoud. De
eenvoudi, die zich manifesteerde in het
Koninklijk woord: „Wie ben ik...?"
Wie Koningin Juliana bij haar verschij
ning in het openbaar heeft kunnen gade
slaan, wordt altijd weer getroffen door de
uitdrukking van haar gezicht: ernstig, enigs
zins bezorgd, zoals een moeder haar kind
kan nakijken, dat in slecht weer de straat
op gaat naar school. Maar tegelijk is daar
een bijna gretig reageren op alles wat vro
lijk stemmen kan. Een snelle reactie, een
flits van een glimlach als Haar gevoel
voor humor wordt geraakt. En de wijze,
waarop Zij in Haar aandacht voor allerlei
zaken de persoon, de mens daarin betrekt.
De mens met zijn vreugden en zijn no
den heeft Haar diepe, onvergankelijke be
langstelling. Dat bleek een en andermaal,
wanneer Zij zich richtte tot Haar volk,
waarbij Zij ieder persoonlijk leek aan te
spreken.
Beter dan, onpersoonlijk, te spreken van
de band aan ons vorstenhuis is het bij dit
jubileum te spreken van de band aan onze
Koningin. En van veler lippen zal bij dit
jubileum de zegenbede klinken:
„U zeegne God... Hij stelle U tot een
zegen."
(Nadruk verboden)
EEN KONINGIN, GELIEFD BIJ JONG EN OUD.
Défilé voor het paleis Soestdijk.
Op enigszins feestelijke wijze werden
maandagavond jl. in de verenigingszaal bo
ven het gemeentehuis een viertal brandweer
lieden van het plaatselijk vrijwillig brand
weerkorps gehuldigd in verband met een
25-jarig dienstverband, terwijl van een vier
tal afscheid werd genomen en een welkome
aanvulling van vijf nieuwe brandweerlie
den de groep weer completeerden. Met de
echtgenoten van het brandweerkorps waren
hierbij tevens aanwezig de gemeenteraad,
behoudens dhr. Van Houdt, mevr. van
Doorn, de inspecteur van het Brandweer
wezen te Breda, de heer A. Kortez, de het
KHBB, de heer P. van Voornveld uit Tho
len, evenals oud-commandant der brandweer
de heer K. Endhoven en echtgenote. Zij
allen werden door burgemeester W. J. van
Doorn verwelkomd, die er vervolgens op
wees dat in verband met jubilea, afscheid
en intree aan deze bijeenkomst een wat
feestelijk karakter wordt verleend. Daaraan
geeft dan ook het gemeentebestuur door
haar tegenwoordigheid een bijzonder tintje.
Vervolgens gaf de brandweercommandant
de heer M. W. Deurloo een historisch over
zicht van de gebeurtenissen tijdens het 25
jarig Poortvliets vrijwillig brandweerkorps.
Opmerkelijk was daarbij dat zelden een
jaar passeerde, zonder dat de brandweer tot
een daadwerkelijk optreden moest komen,
soms beperkt tot een schoorsteenbrandje,
soms ook vanwege een grote boerderijbrand
of zoals op die gedenkwaardige 4e novem
ber 1957 toen de korenmolen „De Hoop" in
lichte laaie stond, wat tot een alles vernie
lende vuurzee dreigde te worden door de
stormachtige wind, die nog gelukkig overi
gens, een zodanige richting had, dat de
woningen aan de overzijde der straat be
waard bleven. Het enige nadeel dat er voor
Poortvliet nu nog van overbleef, is het
gemis van de molenkap en wieken, een
markant punt minder in het dcrp.
Het was één van de grootste „calami
teiten" welke de Poortvlietse brandweer be
leefde waarbij hulp werd ingeroepen van
de brandweren te Sint-Maartensdijk, Tho
len en Sint-Annaland. Menig inwoner ziet
het enerzijds benauwende, maar anderzijds
prachtige schouwspel van vlammende rond
vliegende wieken nog voor zich.
De eerste brand die spreker zich nog wist
te herinneren was bij H. Anthonisse. Het
was voor dat het vrijwillige korps was op
gericht, dus voor 1936. Men zag zo'n hon
derd mensen bij het brandend object ver
zameld, maar niemand wist wat te doen
met het armzalig handpompje. Aan roman
tiek ontbrak het niet. Men zag vroeger bij
dergelijke gebeurtenissen de brandweercom
mandant als een machtig democraat, maar
ongenaakbaar door het dorp stappen, met
mogelijk iets versnelde tred dan gewoonlijk,
maar de rust in eigen persoon. Opperbrand-
meester, was toen zijn titel en het teken,
van deze waardigheid bestond in een 1J^ el
lang wit en blauw geschilderde stok met
bovenaan het gemeentewapen. De brand
meester (ondercommandant van tegenwoor
dig) moest het met een stok doen van maar
één Nederlandse el en de eerste brandspuit
gast met y2 el, terwijl de overige manschap
pen kenbaar waren aan de armband. Een
bijzonder contrast, wanneer men nu de
twaalfkoppige keurig geüniformeerde en ge
helmde groep op de trekker ziet springen,
een moderne nevelspuit met zich voerend.
Was de toenmalige proef van de brandweer
in vroeger tijden een opzienbare gebeurte
nis voor jong en oud in de gemeente, thans
neemt men nog ternauwernood notitie van
een brandweeroefening, die bijna maande
lijks voorkomt. In de plaats van de brand-
weerstok zijn de brandweercursussen geko
men, de oefeningen en de wedstrijden in
streek- of zelfs in provinciaal verband. Er
kwam een nauwe samenwerking met de
Bescherming Bevolkingsorganisatie en in
piaats van de oude kreunende handpomp,
heeft men nu in een oogwenk een moderne
nevelspuit bedrijfsklaar. Dit alles viel op te
maken uit de historische terugblik van com
mandant Deurloo, die overigens alle „brand-
data" opsomde en constateerde dat degenen,
die het korps 25 jaar dienden toch alleen
aan oefenuren 900 uur vrije tijd gaven. En
daarbij kan men dan niet zeggen... a zo
veel Het waren de heren J. A. Kesteloo,
A. C. Sakko, J. K. Krijger en A. Nortier
die op deze 25 jarige diensttijd mogen te
rugblikken, waarmee dhr. Deurloo hen van
harte feliciteerde.
Burgemeester van Doorn wees er vervol
gens op, hoe de gemeentelijke brandweer-
taak voor de oorlog was, waarbij de ge
ringe coördinatie en het toen beschikbare
materiaal de brandweer beperkte tot hand
pompbediening of zgn. emmerhulp. Dat de
gemeente Poortvliet reeds in 1936 is over
gegaan tot aankoop van een motorspuit ge
tuigt van voortvarendheid op dit gebied.
Spreker schetste de tijdens de bezetting ont
stane brandweerregelen en dat dit van het
zeer weinig goede tijdens de bezetting toch
wel een behoorlijke basis had, bleek uit de
bestendiging daarvan ja, zelfs het uitdiepen
na de bevrijding. Zo kregen we de Brand
weerwet 1952 waarin gelukkig duidelijk de
taak van de plaatselijke gemeenschap domi-
neerd. Voor de adviezen van de brandweer
inspectie had spreker grote waardering. In
begin 1954 ging de gemeente over tot aan
koop van een nieuwe spuit. Toen de inspec
tie een nevelapparaat adviseerde keek men
aanvankelijk bedenkelijk. Het was iets ge
heel nieuws, bijna revolutionnair. Opvolging
van het advies bleek later toch juist te zijn
geweest. De nevelspuit heeft reeds onschat
bare diensten hier en elders bewezen. Met
goed materiaal alléén, doet men echter nog
weinig. Er hoort onvoorwaardelijk een des
kundig korps bij. En daarin mag Poortvliet
zich inzonderheid over verheugen. Namens
het gemeentebestuur was hij daarvoor alle
brandweerlieden bijzonder erkentelijk. Hij
wist zich daarbij de tolk van de gehele be
volking. De nog blijvende 25 jarige brand
weer-jubilarissen werd een zilveren medaille
op de borst gespeld, t.w. de heren J. A.
Kesteloo en A. C. Sakko, de scheidende
brandweerlieden, waaronder ook twee ju
bilarissen, nl. J. K. Krijger en A. Nortier
kregen met twee anderen, die deze dienst
ook gaan verlaten, de heren D. Mullié en
H. Overbeeke een boekenbon en oorkonde.
Met een bijzonder dankwoord richtte de
burgemeester zich tot deze vier scheidende
leden. Gelukkig dat de lege plaatsen on
middellijk worden gevuld door vijf nieuwe
korpsleden per 1 maart, nl. de heren J. en
K. H. Elenbaas, W. Geuze, M. de Groen
en Anth. Goudzwaard. Ze kregen een harte
lijk welkom in het brandweerkorps te horen.
De burgemeester was er van overtuigd,
dat men ook voor de toekomst bij noodzaak
op Deurloo en zijn mannen zou kunnen re
kenen.
Inspecteur Kortez weer er aan het begin
Een Koninklijk regeringsjubileum
Het natte herverkavelings-staartje
De verstedelijking van het platteland
Wettige augurken
Brandweer-jubilea
BB-ontspanning
Nog een reeks ouderavonden en
jaarvergaderingen
Jan Overeenkam en de lentebode
Sport van twee weken
De laatste Chantage" in dit nummer
Nieuws in de advertentiepagina's
Alle triestigheid gaat op den duur over in een zoete herinnering.
van zijn toespraak op, dat de brandweer
ook wat de inspectie betreft heel anders
ingedeeld is dan in het naburige land België.
Daar immers zegt de Inspectie: zo en zo
moet het. In ons land beperkt ze zich tot
een adviserende taak. Hij vond het niette
min prettig, dat deze gemeente een open
oog beeft voor deze brandweertaak en her
innerde er aan, hoe het korps, met name
tijdens de molenbrand heeft bewezen voor
zijn taak berekend te zijn. Dit jubileum ge
tuigt van een ander soort trouw dan een
jubileum van een ambtenaar die wordt be
taald. Bij angstige gebeurtenissen, die bij het
uitbreken van brand kunnen voorkomen,
meestal ook bij zeer ongunstige weersge
steldheid (onweersbuien) laat de brandweer
man zijn vrouw en kinderen achter, omdat
een andere vrijwillig opgenomen plicht hem
roept. Daarom verdient dit korps, daarom
verdienen inzonderheid op dit ogenblik de
jubilarissen de lof van geheel Poortvliet.
De gemeente kan bovendien trots zijn op dit
korps. Namens de rijksinspectie van het
brandweerwezen complimenteerde hij ge
meente en jubilarissen met de bereikte mijl
paal. Gelukkig, zo besloot de inspecteur zijn
toespraak, dat er nog zovelen in een ge
meenschap zijn, die bereid zijn die gemeen
schap te dienen.
Namens de scheidende brandweerlieden
sprak de heer P. Overbeeke nog een kort
woord, daarbij gemeentebestuur, comman
dant en collega's dankend voor de prettige
verhouding en het nu ontvangen geschenk.
Ook de oud-commandant dhr. H. Endhoven
bleek nog met de zaak mee te leven. Hij
feliciteerde eveneens de jubilarissen en het
gehele korps. Tenslotte werden enkele con
sumpties aangeboden en een paar filmpjes
vertoond, wat bij elkaar nog een gezellig
samenzijn gaf.
Te Bergen op Zoom kwam voor de
groene tafel A. van H. uit Sint-Annaland
die zonder aanwijsbare oorzaak tegen een
voor hem rijdende autobus was gereden.
Van H. beweerde dat die bus plotseling was
gestopt en toen kon hij met zijn bus niet
tijdig meer tot stilstand komen. Daarvoor
reed ik te hard, zei verdachte en dat vond
de kantonrechter oorzaak genoeg om hem
volgens de eis te veroordelen tot een boete
van 30,of 6 dagen. Dat viel Van H.
nog niet tegen. Dezelfde straf kreeg C. H.
uit Oud-Vossemeer, toen hij op de Halster-
seweg de motorrijder W. J. uit Sint-Anna
land aanreed. Bovendien moet hij ook de
schade aan de motor ontstaan nog betalen,
wat hem boven de boete nog 99,90 kost,
een bedrag dat nog juist door de Kanton
rechter kan worden toegewezen.
DOKTERSDIENSTEN
OP ZONDAG
Dr. A. Kugel, Poortvliet, Tel. 01662-400.
Dr. J. Vermet, Nieuw-Vossemeer,
Tel. 01676-415.
Dr. J. M. v. d. Bel, St.-Maartensdijk,
tel. 01666-400.
HOOGWATER
in de week van 5 t.e.m. 11 maart 1961
zondag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
vm. 5.43 nm. 18.00 uur
6.16
6.55
7.22
8.00
8.42
9.43
18.35
19.10
19.45
20.25
21.12
22.24
10 maart L.K. te 3.58 uur.
BEKENDMAKING
De burgemeester der gemeente Tholen
maakt bekend, dat op het gemeentehuis voor
een ieder ter inzage liggen de beschikking
van de Minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening van 8 februari 1957,
no. L/PA 3037 en de daarbijbehorende op
deze gemeente betrekking hebbende kaarten
en lijst, zoals deze op 1 december 1960 op
nieuw zijn vastgesteld.
Deze beschikking verbiedt de teelt van
aardappelen in een tuin, gelegen binnen een
op de kaarten aangeduid en op de lijst om
schreven gebied, tenzij deze teelt wordt uit
geoefend op een voor het betrokken teelt
jaar in de beschikking genoemd en op de
kaarten aangeduid gedeelte van het gebied.
Tholen, 23 februari 1961
De burgemeester,
BEKENDMAKING
Burgemeester en wethouders van Tholen
brengen ter openbare kennis, dat door hun
college, op grond van artikel 140a, 3e en
4e lid, der Algemene Politie-verordening, de
volgende besluiten zijn genomen.
I. Scherven en dergelijke niet tot com
post te verwerken stoffen moet
afzonderlijk van de overige huisvuil-
bestanddelen worden aangeboden.
Daartoe is men niet verplicht gebruik
te maken van door de gemeente ver
strekte huisvuilemmers.
Zoals bekend wordt voor het opha
len van scherven e.d. maandelijks een
extra ophaaldienst ingelegd.
Ila. Het verbod om zich te ontdoen van
huisvuil, anders dan door middel van
de gemeentelijke reinigingsdienst en
in de gemeente verstrekte huisvuil
emmers, geldt niet voor de bewoners
van woningen, welke zijn gelegen
buiten de lijn, aangegeven op de bij
dit besluit behorende, ter gemeente
secretarie ter inzage liggende, teke
ning.
b. Voor de bewoners van het „Oudeland"
blijft het verbod van kracht om zich,
anders dan door middel van de ge
meentelijke reinigingsdienst, te ont
doen van scherven.
Door hen behoeft daartoe geen ge
bruik te worden gemaakt van huis
vuilemmers.
III. Het verbod om, wanneer men niet be
schikt over een closet met waterspoe
ling, voor de verzameling en afvoer
van faecaliën iets anders te gebruiken
dan door de gemeente verstrekte pri-
vaattonnen, geldt niet voor de be
woners van percelen, gelegen buiten
de sub Ila. bedoelde lijn.
Bovenstaande besluiten treden in werking
met ingang van 6 maart 1961.
Tholen, 28 februari 1961.
Burgemeester en wethouders voornoemd.
OUDERAVOND CHR. NAT SCHOOL
In het verenigingsgebouw hield de chr.
nat. school vrijdagavond jl. haar ouder
avond, voor de eerste maal onder leiding
van de heer P. J. Drooger. Na het zingen
van ps. 33 11, het lezen van Lucas 12 en
gebed riep de voorzitter een bijzonder wel
komstwoord tot ds. van Egmond de decla-
matrice mevr. Kooijmans en het onderwij
zend personeel. Het deed hem veel genoe
gen zoveel ouders en belangstellenden te
genwoordig te zien. Voor de school was
het een goed jaar, aldus dhr. Drooger. Er
zijn nu vier leerkrachten. Spijtig is, dat mej.
Boers afscheid neemt wegens haar benoe
ming te Amersfoort, terwijl het hoofd der
school in mei a.s. zal vertrekken. Gelukkig
kon in deze vakature alweer worden voor
zien, zij het dan dat hiervan nog geen offi
ciële bevestiging binnenkwam. Aan de hand
van het gelezen Schriftgedeelte waarschuw
de de voorzitter de kaarsen brandende te
houden en op de bres te blijven staan voor
het werk van deze school. De bedoeling
was, dat dhr. Bennekom uit Middelburg een
causerie zou houden, maar door zijn be
noeming als Kamerlid was hij verhinderd,
zodat het programma op het laatste ogen
blik nog moest worden gewijzigd. Dhr.
Droogers hoopte dat dit aan het gezellige
en interessante van de avond niet zou af
doen. Gevoelvol was hierna de declamatie
van mevr. Kooijmans over het vermoorde
knaapje Marchel, die werd vergeleken met
een vertrapt bloempje.
De heer Van Bezooijen vertoonde enige
kleurendia's van Tholen (luchtopnamen) en
van enkele schoolreisjes, waarna mevr.
Kooijmans opnieuw met een voordracht
kwam, nl. het sprookje „vreemde bezoe
kers". Tijdens de pauze werden handwerken
van de leerlingen bezichtigd en koffie ge
presenteerd. De heer Zonnega bracht ver
volgens mooie dia's van Cicilië en Italië