m
Onderhoud van erfbeplantingen
Zakgeld of loon 1
Attentie voor plantenziektenbestrijding en de verdere activiteiten
van de bedrijfsstudiegroep
Huishoudelijke Voorlichting
Inkuilwedstrijd met gras
Aankoop van hoogwaardig fokvee
Bietenzaaiwedstrijd
17c JAAGANG No. 15
EENDRACHTBODE - TWEEDE BLAD
24 FEBRUARI 1961
RedactieRijkslandbouwconsulentschap, Grote Markt 24, Goes
Mechanisatie in de keuken
Nieuwsbrief streekverbetering Tholen
O
:<SS
Dat ieder mens geld nodig heeft is iets wat wij al
jong aan de weet komen. Eigenlijk al in de tijd dat wij
wekelijks een stuiver zakgeld van Moeder of Vader
krijgen, die in het snoepwinkeltje in de buurt in drop,
toffee of andere zoetigheid wordt omgezet, of misschien
ook wel eens in de spaarpot terecht komt. Dat iedereen
graag geld heeft wordt dan ook al duidelijk want ieder
kind weet er wel voor te zorgen dat de wekelijkse uit
deling niet wordt vergeten.
Veel problemen levert overigens in de tijd dat kinde
ren nog niet verdienen het zakgeld niet op. Maar hoe
moet het als ze gaan verdienen Moet er dan aan
inwonende meewerkende kinderen loon worden betaald
alsof ze vreemde arbeiders waren
In de agrarische bedrijven werken de inwonende kin
deren mede op grond van de tussen hun ouders en hen
bestaande familiebetrekking en niet op grond van een
arbeidsovereenkomst. Dit is algemeen bekend en ook
doo de Belastingkamers van de Gerechtshoven in en
kele procedures waarop wij nu niet verder ingaan
uitdrukkelijk erkend.
De algemene opvatting onder de plattelandsbevolking
is dat het normaal is dat inwonende kinderen voor de
ouders verdienen.
Dat geldt niet alleen voor kinderen die meewerken
in het bedrijf van de ouders. Men vindt het ook normaal
dat kinderen die bij derden werken, hun loon thuis af
geven en daartegenover hetzelfde krijgen als de thuis
werkende kinderen nl. kost en inwoning, kleding en
zakgeld. Vooral in goede jaren wordt dan door de
ouders nog wel een bedrag op een spaarbankboekje van
de kinderen gezet.
Tussen de beloning betaald aan meewerkende kin
deren en het loon dat aan vreemde arbeidskrachten be
taald zou moeten worden bestaat als regel geen verband.
De kinderen krijgen minder. Door dit systeem zijn vele
kleine boeren en ook landarbeiders er wat beter
voor komen te zitten in jaren dat de werkende kinderen
thuis waren en hebben ze in die jaren wat kunnen
sparen voor de oude dag.
Zolang de kinderen niet op een leeftijd zijn gekomen
waarop een mens normaal trouwt is er in dit systeem
o.i. niets onrechtvaardigs tegenover de kinderen. Iets
anders wordt het als er uit een gezin met verschillende
kinderen enkele zijn gehuwd en er blijven er één of meer
thuis die „niet tot de trouwdag komen", en men blijft
het zakgeldsysteem dan nog voortzetten. Dan helpt
de thuisblijver vaders of moeders spaartegoed groter
maken, en krijgt hijzelf niets of weinig bij elkaar. Hij
heeft tenslotte als vader en moeder wegvallen, gewerkt
voor broers en zusters en is dikwijls niet in staat het
bedrijf waar hij altijd op heeft gewerkt uit de boedel over
te nemen, omdat hem alleen zakgeld en geen behoorlijk
loon werd betaald. In zo'n geval is het zakgeldsysteem
beslist onrechtvaardig. Met oudere kinderen die thuis
blijven dient men een gezonde financiële regeling te
treffen waardoor zij niet achter komen bij uitwonende
kinderen.
In de welvaartstijd waarin we leven (of moeten wij
voor de landbouw al zeggen: leefden is naar onze
indruk het zakgeld vooral voor de jongere groep wel zo
geweest dat de jeugd zich goed kon ontplooien. Dat is
een gelukkige omstandigheid maar men dient zich wel
bewust te zijn dat geld, ook „zakgeld", maar een keer
uitgegeven kan worden. Wie het aan waardeloze rom
mel wegdoet heeft er niets aan. Sparen moet ook geleerd
worden. In een goede tijd bestaat het gevaar dat er te
gemakkelijk geleefd wordt. Dat geldt niet alleen voor de
jeugd, maar voor iedereen. Pas op de centen
G. Paauwe.
De tijd, dat de insekten, schimmels en onkruiden de door u aan
de grond toevertrouwde zaden, bollen en knollen en de daaruit
opgroeiende planten weer gaan belagen, nadert snel.
Jaarlijks wordt over de gehele wereld voor millioenen guldens
schade aangebracht door deze belagers van onze landbouwgewassen.
Gelukkig is men in Nederland dank zij onderzoek en voorlichting
in staat de praktijk te helpen, zodat de verliezen voor haar zo
gering mogelijk zijn. Er is momenteel reeds zeer veel bekend over
de leefwijze van de insekten, de bestrijding en de middelen met
dosering die hiertoe aangewend dienen te worden.
Voor de individuele boer wordt het vaak moeilijk uit de veel
vouden van insekten, middelen en doseringen de juiste methode op
de juiste wijze toe te passen.
De Bedrijfsstudiegroep Tholen en St. Filipsland en de R.L.V.D.
willen en kunnen u behulpzaam zijn. Eerstgenoemde verzend nl. de
zogenaamde waarschuwingskaarten. Deze kaart is bedoeld als een
attentiesein. Men zou het kunnen vergelijken met een knipperlicht
Pas op, er kan iets gebeuren. Gevaren bedreigen uw gewassen.
Het juiste tijdstip van deze bestrijding kunt u dan eventueel
in overleg met de Ioonspuiter vaststellen. U vindt er tevens op
vermeld als aanwijzing de wijze van optreden van deze belagers,
de werking en de dosering van de bestrijdingsmiddelen.
Op Tholen verzend alleen de Bedrijfsstudiegroep deze kaarten.
Wij menen dat iedere landbouwer hiervan dient te profiteren. Dit
kan door u op te geven als lid. De kosten van dit lidmaatschap
bedragen 7,50 per jaar.
Bestrijding van al deze ziekten en plagen heeft rechtstreeks een
invloed op het onderste regeltje, dus de winst.
Iedere ondernemer streeft naar de hoogste winst. En wie geeft
niet graag een dubbeltje uit om hiermee een kwartje terug te
verdienen. Zo zou ik ook graag deze waarschuwingskaarten
willen zien. Geeft u dus nu direkt, wanneer u dit artikel hebt
uitgelezen, op als lid van de Bedrijfsstudiegroep, pak een briefkaart
of de telefoon en bel dhr. Kodde of de Hond uw assistenten op.
Zij zullen gaarne de namen en adressen van u aan de sekretaris
doorgeven.
Wat doet deze Bedrijsstudiegroep nog meer voor de Thoolse
landbouwer en veehouders groot of klein.
1. Zij organiseert demonstraties op allerlei gebied van belang
voor de Thoolse landbouw.
2. Zij organiseert excursies naar objekten die voor de land
bouwer en veehouders van belang zijn.
3. Zij organiseert lezingen in het winterseizoen op het gebied
van de land- en tuinbouw en veeteelt.
4. Zij heeft een werkgroep, die de mechanisatie voor het Thoolse
bedrijf bestudeert en de uitkomsten doorgeeft aan de praktijk.
5. Zij heeft een werkgroep voor de mestveehouderij die de
technisch-ekonomische problemen op dit gebied bestudeert en
mogelijke resultaten hiervan doorgeeft aan de praktijk.
6. Zij verleent een financiële bijdrage aan het provinciaal onder
zoekcentrum, die op haar beurt onderzoekingen verricht onder
deskundige leiding van belang voor de Zeeuwse dus ook
voor de Thoolse landbouwers en veehouders.
Welke zegenrijke arbeid is hierdoor reeds niet verricht naar
zaken die nu algemeen in de praktijk ingang hebben gevonden.
Veehouders denk eens aan het Bodem-, Plant- en Dieronderzoek.
Enige jaren geleden kwam in verschillende polders veel sporen
element en gebrek voor bij het vee. Nu strooit u koper en mangaan
of verstrekt u deze mineralen aan uw dieren. Zij groeien nu beter,
het heeft u financieel voordeel gegeven dank zij dit onderzoek.
Momenteel is een onderzoek gaande naar de transportmogelijk
heden van diverse eventueel losgestorte produkten. Door uw lid
maatschap werkt u mee dat verschillende zaken op gebied van
o.a. mechanisatie kunnen worden onderzocht.
Veel landbouwers zien het nut van het lidmaatschap in.
Alleen in 1960 steeg het ledental met 73 tot 197. Een zelfde of
een nog grotere stijging in 1961 is weer mogelijk. Bedenk dat in
deze tijd van enorme ontwikkelingen die aan de gang zijn, ook wat
de landbouw betreft, het bijblijven een eerste vereiste is. Op tech
nisch ekonomisch gebied helpt de Bedrijfsstudiegroep u hierbij in
nauwe samenwerking met de voorlichtingsdiensten.
1 J. Markusse.
Bent u wel eens op een demonstratie-avond of op een
huishoudbeurs geweest waar met elektrische keuken
machines werd gedemonstreerd Het leek dan wel of
uw keukeninventaris niet kompleet was zonder een
dergelijk apparaat. Er werd vruchtensap gemaakt in een
sapcentrifuge, zandtaartdeeg in een mengkom met garde
en de mengbeker was ideaal voor het fijnmaken van
soepgroenten. Apparaten waar al deze hulpstukken en
nog meerdere bijgekocht kunnen worden, zijn voor heel
veel doeleinden te gebruiken.
Misschien kocht u na de demonstratie wel een derge
lijke huishoudmachine. Bij thuiskomst bleek er mis
schien geen behoorlijke plaats voor in de keuken; het
aanrecht was te klein en op de tafel was te lastig. Dus
verhuisde uw dure machine naar een kast in de keuken
of kamer en werd ze alleen te voorschijn gehaald als er
eens veel gebakken moest worden. Sap centrifugeren
gebeurt dan slechts nog een enkele keer, als één van de
kinderen er eens aardigheid in krijgt. Zo gaat het
gelukkig niet met alle mixers en sap-centrifuges en er
zijn veel dames die echt plezier hebben van hun aan
koop. Vooral huisvrouwen die graag veel werk maken
van hun eten en graag bijzondere dingen klaar maken,
gebruiken hun „keukenhulp" regelmatig. Zijn er ge
zinsleden, die de vruchten of groenten niet rauw mogen
gebruiken maar wel gemalen of als sap, dan kan een
keukenmachine een uitkomst zijn. Wel dient men er re
kening mee te houden dat het vitamine C gehalte daalt
naarmate de groente en vruchten fijner verdeeld wor
den. Voor het gebit is het bijzonder goed dat dagelijks
iets hards wordt gegeten. Kloppen van eieren met
schaal en snijden van sinaasappels en citroenen met de
schil erom is niet aan te bevelen uit hygiënische over
wegingen.
Het gebruik van een keukenmachine kan krachtbe
sparing geven en soms enige tijdsbesparing. Of het veel
of weinig is hangt samen met de gewoonten van de
huisvrouw. Wie eigengemaakte mayonnaise lekkerder
vindt en deze zelf klaar maakt, zal sneller en met minder
inspanning gereed zijn als een mengbeker wordt ge
bruikt. Wil de vrouw al haar gebak en cake zelf be
reiden, dan zal een huishoudmachine haar veel tijd en
energie besparen, vooral als deze voor het gebruik ge
reed staat. Men denkt wel eens dat kook- en voedings
gewoonten door het kopen van een keukenapparaat ver
anderen, maar dat valt meestal tegen. Wil een huis
vrouw dus overgaan tot het aanschaffen van een keu
kenmachine, dan zou het (afgezien van het feit of het
benodigde geld beschikbaar is) goed zijn eerst te over
leggen of zij
1. Ruimte heeft in de keuken, of deze te maken is,
zodat haar „keukenhulp" altijd bedrijfsklaar staat
en de hulpstukken niet te ver van het apparaat
opgeborgen kunnen worden.
2. Voldoende fantasie Leeft om eens iets nieuws te
proberen.
3. Haar gezinsleden er niet bij voorbaat hun neus
voor optrekken wanneer er wat anders op tafel
komt.
4. Vaak gerechten maakt, die in de keuken gesneden
of lang geroerd of geklopt moeten worden.
5. Of wel ruim gebruik denkt te maken van vruchten
en groentesappen.
Wordt de machine in de keuken of bij de keuken ge
bruikt dan is het voor de veiligheid beslist nodig deze
te voorzien van een drie-aderig snoer met een geaarde
kontaktstop. Deze moet natuurlijk gestoken worden in
een kontaktdoos met randaarde. J. van Es.
Nu het inkuilen van gras meer in de belangstelling
komt, is de bedoeling om in ons gewest een inkuilwed
strijd te organiseren.
Wie zat de beste graskuil maken in 1961?
Dit hangt van verschillende factoren af. Sommige
hiervan vragen al vrij vlug onze aandacht.
1. Welk(e) perceel (en) is voor kuil bestemd
2. Deze percelen dienen begin maart bemest te„wor-
den met 80 a 100 kg zuivere N. per ha.
3. Wanneer in verband met het werk pas half mei
gekuild kan worden, moet het perceel eerst voor-
geweid worden, daar anders een laag eiwitgehalte
verwacht mag worden.
4. Op deze percelen dient U dan begin maart 40 kg
zuivere N. per ha. te strooien; en direkt na het
afweiden 60 a 80 kg zuivere N. per ha.
Alleen door een goed onderhoud kan de beplanting rond llw bedrijfsgebouwen dit aanzicht krijgen.
In een achter ons liggende periode van omstreeks 15 jaar is in
Zeeland een zeer groot aantal erven beplant.
De start was in de inundatie-gebieden na de oorlog en na de
ramp bijzonder moeilijk.
In het algemeen kan worden gezegd, dat slechts daar waar vol
doende zorg aan de beplanting is besteed, deze als geslaagd kan
worden beschouwd.
Fouten in de aanleg worden in het gebruik vrij snel duidelijk,
waar het erf te krap is opgezet om een goede bedrijfsvoering
mogelijk te maken, kan de beplanting niet in stand worden gehouden.
Ook fouten in de sortimentskeuze worden reeds in de eerste jaren
zichtbaar.
Voor het slagen van een erfbeplanting is in de eerste plaats de
belangstelling van de boer zelf nodig. Waar deze weinig of geen
voordeel in een beplanting ziet, is dikwijls juist het noodzakelijke
onderhoud gedurende de eerste jaren van de aanleg het 3 tot
5 maal hakken en 1 maal doorspitten ter bestrijding van de on
kruidvegetatie achterwege gebleven. De jonge beplanting heeft
het hierdoor slecht gedaan en er moest veel worden ingeboet
ook dat blijft echter wel achterwege.
Behalve het onderhoud dat het erf een verzorgd aanzien moet
geven het schoonhouden van beplantingsstroken, het knippen
van hagen en het onderhoud van de siertuin komt ook het
probleem van de snoei van de windsingel om de hoek kijken.
Het is moeilijk daarvoor een algemene richtlijn te geven.
Door de samenstelling van de singel en de klimaatsomstandig
heden wordt deze snoeiwijze namelijk bepaald.
Vooral in Zeeland treft men singels aan die zodanig door de
wind worden geschoren dat elke snoei gaten zou veroorzaken die
vervolgens door de wind worden vergroot. Hoe minder hier wordt
gesnoeid, hoe beter.
Daar, waar de omstandigheden echter gunstiger zijn, heeft de
snoei de bedoeling de singel dicht en hoog te laten opgroeien.
Soms zijn de hoofdhoutsoorten, dit zijn de houtsoorten, die later
het boomscherm moeten vormen, als 1, 2 of 3-jarig plantsoen ge
plant. Deze jonge bomen dienen tijdig te worden vrijgesteld, d.w.z.
dat van de omringende struiken zoveel wordt teruggeslagen, dat
de groei niet wordt belemmerd.
Overigens moeten de langzamer groeiende houtsoorten (b.v. eik,
es, veldesdoorn, veldiep) worden beschermd tegen de sneller
groeiende zoals b.v. els, wilg of vogelkers.
Hierbij dient er rekening mede te worden gehouden, dat geen
gaten in de singel worden gemaakt. Zou men uit een singel die b.v.
voor 20 of 30 uit els bestaat, deze els, die niet als blijvend is
te beschouwen, in één keer tot op 30 cm terugslaan, dan zou de
wind te veel schade doen aan de overblijvende struiken.
De soorten, die van nature een boom willen vormen, maar in de
windsingel bedoeld zijn als struik, kunnen tot 30 cm worden
teruggezet, zodat deze opnieuw met meerdere takken terugkomen en
zo meewerken de singel dicht te houden.
Het is vanzelfsprekend dat vrijstaande bomen op een andere
wijze moeten worden aangepakt.
Deze vervullen op het erf meestal alleen maar een „sierfunctie".
Als windschut doen ze dienst, b.v. de twee of meer bomen die
vlak voor het huis staan, of soms kan de schaduwwerking van
betekenis zijn. In het algemeen is het het beste deze bomen zich
vrij te laten ontwikkelen; zij krijgen dan hun natuurlijke en veelal
dan de mooiste vorm.
Het is wel duidelijk, dat zich bij de verzorging van de windsingel
een verscheidenheid van mogelijkheden voordoet, die echter op
zichzelf vrij eenvoudig zijn te behandelen.
Dit is evenzeer het geval bij de snoei van de veelal in een singel
voorkomende bomen.
De zorg hieraan besteed betaalt zich in latere jaren dubbel en
dwars en het is speciaal voor deze bomen, dat kan worden aan
bevolen zich eens te laten adviseren door een deskundige op snoei-
gebied.
Voor alles is echter wel de overtuiging nodig dat een erfbe
planting in het Zeeuwse land bij een boerderij even onmisbaar is
als een dak op het huis.
Alleen zo beschouwd, zal een erfbeplanting kunnen slagen
Wie aan de inkuilwedstrijd mee wil doen dient hier
nu reeds rekening mee te houden.
De fosfaat- en kalibemesting kunt U geven volgens
het advies van het grondonderzoek.
Voor beweiding verdient kalizout 20 de voorkeur
boven de andere kalizouten.
Over de verschillende methoden van inkuilen hoop ik
in de volgende nieuwsbrief iets te schrijven.
De Bedrijfsvoorlichter A
M. A. de Hond.
De tijd voor het inkuilen van gras nadert met rasse
schreden. De bases hiervoor dient begin maart te
worden gelegd.
Indien U Uw veestapel wilt verbeteren door aan
koop, vraagt dan (voordat U koopt) de afstammings
bewijzen van minstens 3 geslachten, en laat die contro
leren door een deskundige.
Bij aankoop vee van prima afstamming zal door de
streekverbeteringscommissie nogmaals subsidie gegeven
worden van 1 stuks vee per bedrijf.
Deze subsidie is naar gelang van de kwaliteit
voor kalveren 30 50 per stuk
voor pinken 60 90 per stuk
voor kalfsvaarzen ƒ100 ƒ150 per stuk
voor koeien ƒ125 ƒ175 per stuk
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient U
tevens lid te zijn, of te worden van het N.R.S.; de K.I.;
en de produktiemelkcontröle.
Het gekochte vee en de geboren vaarskalveren mo
gen de eerste 3 jaar niet verkocht worden zonder toe-
stemming.
De minimum
produktieeisen die gesteld worden
zijn
leeftijd bij
kg melk
vetgehalte
melk p. dag
dagen
afkalveren
2.3 j.
3300 kg
min. 3,60%
10 kg
330
2.4 —2.9 j.
3600 kg
min. 3,60
10,91 kg
330
2.10—3.3 j.
3900 kg
min. 3,60
11,82 kg
330
3.4 —3.9 j.
4200 kg
min. 3,60
12,73 kg
330
3.10—4.3 j.
4500 kg
min. 3,60%
13,64 kg
330
4.4 4.9 j.
4800 kg
min. 3,60%
14,55 kg
330
4.10 en ouder
5100 kg
min. 3,60
15,45 kg
330
Als wij de veestapel in ons gebied bekijken dan mo
gen wij konstateren dat deze sinds enige jaren in kwa
liteit gestegen is.
Gezien de grote deelname aan de ekscursies naar het
K.I.-station, het Laboratorium voor vet- en eiwitonder-
zoek in Hoornaar; en naar de bedrijven van de heren
Puijenbroek te Goirle en de Koek te Bergen op Zoom
neemt ook de belangstelling voor een goede melkvee
stapel toe.
Toen wij de veestapel in de Alblasserwaard zagen
moesten wij toch wel erkennen dat wij nog niet aan de
top staan, maar dat er nog veel te doen valt wat de
kwaliteit van de veestapel betreft. Maar ook de Alblas
serwaard werd eens tot een achtergebleven gebied ver
klaard, dus laten wij met zijn allen meewerken om ook
bij ons de veestapel op een hoger peil te brengen. Hoe
kunt U dat bereiken
1. Door Uw koeien te laten controleren op produktie.
2. Door van de beste koeien jongvee aan te fokken.
3. Door Uw koeien te laten insimineren met sperma
van de beste stier.
4. Door aankoop van hoogwaardig fokvee.
Het vee moet ingeschreven zijn bij het N.R.S. De aan
vragen voor subsidie bij aankoop worden op volgorde
van aangifte behandeld. Geef dus tijdig op bij de as
sistenten van de R.L.V.D., of bij de sekretaris van de
veehouderij kommissie M. A. de Hond, Singel 65, Tholen,
tel. (01660)—382.
de Bedrijf svoorlichter A
M. A. de Hond.
De streekverbeteringscommissie organiseert dit voor
jaar een bietenzaaiwedstrijd.
De minimum oppervlakte van het perceel dient 80 are
te zijn. Op de volgende punten zal worden gelet.
Ie Afstelling zaaimachine (onderlinge rijenafstand en
zaaizaadhoeveelheid per rij.
2e Recht rijden.
3e Regelmatigheid van het instellen van de machine
op de kopeinden.
4e Afwerking van hoeken en geren.
5e Algemene indruk.
Aan deze wedstrijd kunnen zij die met trekker of
paarden zaaien meedoen. Inschrijving staat open voor
werknemers, werkgevers en boerenzoons.
Prijzen worden beschikbaar gesteld door de streek
verbeteringscommissie.
Opgaven worden ingewacht bij de assistenten van
de R.L.V.D. voor 15 maart a.s.
T. Markuss