WEEKBLRD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND Het wentelend rad WAARIN OPGENOMEN DE THOOtSE COURANT Jan Overeenkam 0p Oudejaars avond. Liever niet betalen. het Oudejaarsnummer „Wat brengt het nieuwe jaar" 17e Jaargang No. 7 30 december 1960 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375 Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 01660-589 b.g.g 531 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.65 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot WOENSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen Wanneer men zich enkele uren na bij de groeve te hebben gestaan van een in de kracht van zijn leven weggenomen streekbewoner, neerzet om het hoofdartikel te schrijven voor het Oudejaarsnummer, dan kan men, al zou men zelfs al het andere leed dat in I960 moest worden gedragen voorbijzien, moeilijk tot een opge wekt en moedgevend schrijven ko men. Temeer omdat de Oudejaars avond de avond van het afscheid is. En bij een afscheid zien we terug en komen de herinneringen op. Meer dan op één ander ogenblik voelen we, met de rug naar de toekomst te staan. Op nieuwjaarsdag kunnen we bij gezondheid, bereid zijn, die toe komst tegen te treden. Op Oude jaarsavond echter toeven we in het heden, en dat heden is een verleden. Zelfs Oudejaarsavond kan niet af doen aan het harde feit, dat het maar één avond is. Wat daarvóór is voor gevallen is verleden tijd. Voltooid verleden. Terugblikken is bezinnen. En wie zich bezint, is op zoek naar de zin. Dan ook heeft het afscheid diepte en zin. Bij het afscheid van 1960, bij de terugblik daarop golft ons veel leed tegemoet. Leed in een wereld, waar veel werd geruzied, waar ook nog veel honger werd geleden, al kunnen we ons dat hier nauwelijks voorstel len. Leed in ons land, waar velen in droefheid neerzitten, omdat een der geliefden het slachtoffer is geworden van het verkeer in het jaar 1960. Honderden Leed in onze streek, waar zoals elk jaar, élke oudejaarsavond, veel ge liefden zijn te betreuren die door de dood zijn weggenomen. Bijzonder leed vanwege bijzonder tragisch om gekomenen. Zorg ook vanwege teleurgestelde uitkomsten in het maatschappelijk le ven. Maar die zorg wordt toch ver overtroffen door het leed van verlies wat nimmermeer hersteld kan wor den. Mogen we hier nog eens allen gedenken, die ons dit jaar zijn ont vallen, arm of rijk, jong of oud, in de kracht van het leven of van hen van wie we zo gemakkelijk zeggenhij was uitgeleefd. XXX Het eigenaardige, óók van de Oudejaarsavond is, dat de mens weer direct verder moet. Ook verder wil en daarom niet stil kan blijven staan bij het onherstelbaar verleden. Deze oudejaarsavond 1960 moet ook nog dankbaarheid brengen. Dank baar dat wij dit nog mogen neer- Een jaar trok weer aan ons voorbij, met 'n rij van wisselende dagen, Die zo verschillend konden zijn, met al hun eisen en hun vragen. Er is zo veel, dat snel vervaagt, zo véél, dat altijd bij zal blijven, En in ons eigen levensboek, zijn naam voorgoed is neer gaan schrijven. Die Oudejaarsavond zo te saam, om wat voorbijging te gedenken. Daar is het lief, daar is het leed. En veel herinneringen wenken. De tijd snelt voort van dag tot dag en maand na maand zinkt in 't verleden, Zo is in 't spel van Vader Tijd, een jaar alweer voorbijgegleden. De wereld gonsde overal, van voorspoed, tegenspoed, geruchten. Nóg zijn er kind'ren ondervoed, nóg doet de rassenhaat ons zuchten. Nóg reden tot verwondering, dat wij in tijd van vrede leven. Al heeft daar Croetsjew dan ook al, een nieuwe schoen aan toegegeven. Al lijkt het Zwarte Werelddeel. Loemoemba's oord een heksenketel, Al ging het in de Kongo mis, al doet de Algerijn vermetel. Al loopt de scheiding altijd nog, tussen 't oosten en het westen Al zit Isrel en Egypte toch, met schier onoplosb're resten. Al twist Rusland en Amerika, hoe gevaarlijk soms te noemen. Al slaat ieder zich de borst, wil de sterkste zich beroemen. De wapens liggen nog in 't vet, men kon in de V.S. nog stemmen Het werd Kennedy zoals U weet, die straks zijn volk vol vuur zal mennen. Eisenhouwer gaat in rust, niemand zal hem dat misgunnen In België gilt de stakingsfluit, zou dat nu niet anders kunnen In eigen land de toto-wet, die veel tongen deed beroeren Nu viel ook nog het kabinet, men was nauwelijks nog op toeren. Een kabinet van twintig maanden, vond men zeker lang genoeg Nu was woningbouw de oorzaak, men „timmert" aan een nieuwe ploeg. Een jaar van werktijdverkorting, daar zal je straks wel meer van zien Een jaar van ongekend veel regen, van pukkels in de margarien. Van een tekort bij de politie, van hoegenaamd geen zonneschijn. Een jaar van vrije loonsverhoging, al lag die vrijheid aan een lijn. Een jaar waarin de Karei Doorman, de zee koos voor veel vlagvertoon, Een jaar ook van een zuivelcrisis, te veel aan vet, te weinig room. Een jaar dat d'industrie floreerde, een dijk doorbrak: Tuindorp-Oostzaan Een jaar van nationale welvaart, de landbouw is 't niet best gegaan. Dit brengt me tot de eigen streek, waar ook het jaar voorbij gegleden Niet weinig lief heeft meegebracht, maar waar veel leed ook is geleden. Voor menigeen een donker jaar, voor andren nog vol dankbaarheid V/eet dat het voor ons allen is, alweer voltooid verleden tijd. Een „nieuwsbrief" lichtte ieder voor, verkaveling haast afgesloten De trekkers, paarden zakten weg, gemalen draaiden onverdroten. De telefoondraad doorgeknipt, de kiesschijf heeft ons hart gestolen We draaien even Amsterdam: „Hallo, U spreekt met 't eiland Tholen. Waar blijft de mannenindustrie, met dit overschot aan arbeidskrachten We worden dat gependel moe, of kunnen we niet meer verwachten?" Leg de hoorn maar weer neer, Amsterdam blijkt in gesprek We zullen het zelf wel moeten doen, anders komt de „grote trek". Het is niet alles somberheid, waarop ik U hier wil wijzen Er was in onze streek ook wel, zo hier en daar wat om te prijzen. Het Polderhuis is bijna klaar, drie eilandclubs zijn kampioen Twee visconcoursen tegelijk, dat is nu, wat ik eenheid noem. De bevrijding werd gevierd, het was vijftien jaar geleden Voorts werd rond het ziekenhuis, een kwestie eensgezind gestreden. Predikanten zijn gegaan, anderen zijn er weer gekomen Over betere leefbaarheid, heeft men uren kunnen bomen. „Noord Zeeland", de Centrale Dienst, scheen zichzelf te annuleren Maar, het is zoals Bredero zei: Denk er aan, het kan verkeren. schrijven, dat LI dit nog mag lezen. Dankbaar, dat er ondanks die econo mische teleurstellingen, toch dage lijks 'n boterham voor ons is geweest, dankbaar dat we deze drempel nog mogen overschrijden. We weten het, de jaarwisseting is ook een tijd vol van gemeenplaatsen, De redaktie legt U deze week voor met als hoofdartikel „Het wentelend rad", met het gebruikelijke overzicht van Jan Overeenkam, met op een tweetal pagina's een overzicht van de bijna vol tooide herverkaveling op Tholen. De laatste hand werd aan- deze artikelen ge legd, toen het droevig bericht ons be reikte van het overlijden van de heer A. J. Groenewege, die zich bij deze her verkaveling de laatste jaren in het bij zonder voor onze streek heeft ingezet. Het heeft de vreugde over de mede door zijn arbeid in het algemeen zo gunstig bereikte resultaten, doen wegnemen, het deed ons zelfs aarzelen dit overzicht juist in dit oudejaarsnummer te brengen, het deed er ons echter anderszijds toe besluiten dat wel te doen, opdat hierdoor mede zijn arbeid nog eens wordt geac centueerd. Verder halen we enkele herinneringen op in de rubriekjes „vijf en zeventig jaar, vijftig jaar en vijf en twintig jaar ge leden". Een raadsverslag van Tholen, verslagen van kerstfeestvieringen, plaat selijk nieuws en de vele nieuwjaarsgroe ten completeren dit laatste nummer van het jaar 1960, waarbij we alle lezers ten slotte mogen danken voor hun belangstel ling, om, in de hoop dat we ook in 1961 weer samen aan het welzijn van de streek mogen arbeiden, allen een gezegend 1961 toe te wensen van „boodschappen" van groten der aarde, van toespraken en heilwen sen, waarin de fraaiste woorden, ver~ wachtingen en waarschuwingen als confetti uitdwarrelen over de men sen. Zónder de ware dankbaarheid zal dit alles weinig betekenen. Mét die dankbaarheid heeft het afscheid van 1960 diepte en zin. xxx En dan is het 1961en de mens gaat voort. Voort met zijn plicht te doen, zijn dagelijks brood te verdienen, zijn liefhebberijen be vorderen, eens wat goed te doen en vaak verkeerd te handelen. Mense lijk gesproken en wie kan anders is het wel de bedoeling om zo goed mogelijk te slagen in het leven, om niet al teveel fouten te maken, ook anderen wel wat te gunnen, om niet slecht te willen zijn, doch het goede te betrachten. Als we twee dagen verder zijn, heeft het „wentelend rad" ons weer meegesleurd, zijn we weer op onze dagelijkse gang, die ons weer goed en slecht zal brengen, vreugde en verdriet, die ons de levenslessen zat leren. De tijd lijkt sneller te gaan dan vroeger. Er rest ons niet veel ge legenheid meer tot terugzien en tot bezinning. Zelfs niet op oudejaars avond. Vooruit moeten we, ook al zijn we reeds bejaard. De techniek sleurt ons mee, stuwt ons naar nieu wigheden op allerlei gebied, zowel in ons eenvoudig huishoudentje als op de weg naar het land, kantoor of fabriek. Omdat we minder tijd nodig hebben, hebben we, vreemd geval, ook voor alles minder tijd over. Tal men brengt het bestaan in gevaar. aarwisseling Goedwe zijn er nog. Dus we moeten voort. Voort! Voort 1 Soms zouden we willen rem men. We kunnen niet. En de vele „boodschappen"de geschreven ge meenplaatsen, ze suizen aan ons voorbij. Ook het woord van psalm 90 Ook wat op het Kerstfeest is her dacht Of is het zo dat we op deze oudejaarsavond in ware dankbaar heid kunnen terugblikken en er bij zeggen: Wat de toekomst brengen moge, ons geleidt des Heren hand Lezers, moge het U allen wel gaan in het jaar 1961. Het zal niet zo vaak voorkomen, dat U gevraagd wordt om nog niet te be talen. Dat is dit maal toch het geval. Aan de postabonné's die gewend zijn in ja nuari het abonnementsgeld te betalen, wordt verzocht dit tot eind maart uit te stellen, waarbij één kwartaal achteraf en één kwartaal vooruit wordt betaald. Daarom is het eerst eind maart nodig het abonnementsgeld over het 1ste half jaar 1961 te voldoen. Wilt U tot zo lang wachten. In die tijd zullen we er U wel aan herinneren. Alleen wanneer U aan ons verzoek wilt voldoen kunnen we de juiste lijn in onze administratie brengen. Een commissie werd geconfronteerd, met Tholens vele moeilijkheden Voor optimisme is helaas, daarom nog geen enkele reden. De streek verliest de moed nog niet, evenmin als „Zevibel" Dat zijn de Zeeuwse vissers toch, die zitten met een mosselrel. De streek gaat intiensief te werk, zelfs met gladiolen telen Tuinbouw, ja zelfs met klein fruit, dat verschaft dan werk aan velen. In THOLEN sloeg de vissersvloot, flink de zwemvliezen weer uit Ze keerde menigmaal weerom, met een rijk geladen buit. Honderd vijf en twintig jaar, heeft de Nutsspaarbank bestaan Er werd toen gerecipieerd, is U daar ook naar toe gegaan Een tweeling werd er tachtig jaar, zoiets wordt niet vaak gelezen, De politie kreeg een nieuw Tehuis en dat mag er ook best wezen. De Huishoudschool is bijna klaar, de Ulo werd reeds aanbesteed De aanneemsom was veel te hoog, hoe dat nu weer aangekleed De bevolking is er uitgebreid, door Woensdrechtse militairen Dat zal zo straks het overzicht, in het nieuwe jaar wel leren. Koelmeubels worden hier gemaakt, op het sportterrein kan men zo spelen. Nu nog een rioolgemaal, want dat geurtje gaat toch echt vervelen. POORTVLIET's jachtopziener werd, Koninklijk daar onderscheiden. Voor stropers zelfs een reden om, zich ook daarin te verblijden. Men opende er een nieuwe school, men gaat er nog eentje bijbouwen Het was zeventig jaar geleden dat, er een echtpaar maar ging trouwen. Er zijn nog plannen in de pen, maar die mag ik niet verklappen. Daar hoort U binnenkort wel van, nou dat zijn dan flinke stappen. Straten werden er vernieuwd, andere verder doorgetrokken Een zangkoor werd opgericht, waarmee men ook jeugd wil lokken. In SCHERPENISSE 't is bekend woont de oudste uit de streek. Wanneer haar 't leven wordt gegeven, verjaart ze over goed een week. Ze wordt dan honderd drie jaar oud, ja, U weet wel, opoe Quaak. Een leeftijd zeg, dat is niet mis, ruim een eeuw hoort men niet vaak. Solisten in het „Holland Huis", brachten het beste toontje voor Net als de gladiolenshow, wel, dat kon er ook mee door. Het gemeentehuis werd afgekeurd. „Akkoord" zeiden de dorpsgenoten Hoe men 't nieuwe maken zal, moet nog in 't vat worden gegoten. Op de ijsbaan wordt nog steeds gewacht, van de brandspuit kan men nog slechts dromen Maar de loswal dat staat vast, die zal er vast en zeker komen. ST. MAARTENSDIJK werd uitgebreid, er was aanleg van nieuwe straten Een nieuwe school, timmerfabriek, terwijl men er ook al ging praten Over een nieuwe reinigingsdienst, als het kan voor heel de streek Zoals het nu gaat kan 't niet meer, dat ziet men, ook al is men leek. De veiling kwam in het zilver, bloeit er als nooit te voren Maar de haven is niet dicht, en dat kan me niet bekoren. Een bungalow als „eendagsvlieg", in zo korte tijd gebouwd Met vestiging van industrie, is het steeds nog wat benauwd. Het gemeentehuis in 't middelpunt, straks wordt het ook gerestaureerd Een sportcomplex met tennisbaan, naar men ons ook al heeft beweerd. De Pluimpot recreatieoord, laat ons nu niet te lang meer wachten Al is het beter laat dan nooit, zoals we soms ook wel eens dachten. STAVENISSE bij het Scheldt, waar zich badhuisjes verdringen Is wel eens met zorg vervuld, al staat de Bank dan niet op springen. Integendeel, ze stond in 't Goud, vijftig jaar was het geleden Dat de Boerenleenbank kwam, steeds gegroeid, zelfs tot op heden. De dierentuin breidde zich uit, straks wordt de haven afgesloten Dat is jammer, want daardoor is meerdre welvaart uitgesloten. ST.-ANNALAND komt nu aan bod: Rompmannen moesten hier wel vluchten Daar heeft men na 't bevrijdingsfeest, nu geen gevaar meer van te duchten. De zilverui werd ingemaakt, straks volgen wellicht ook augurken Misschien is dat wel voor export, naar Arabieren of naar Turken. Bij het Commissaris' jubileum, trof de muziek de juiste snaar. Een serenade werd gebracht, straks is dat korps al tachtig jaar. De kleuterschool werd ingewijd, een onderscheiding niet genomen. Van de opening der haven is, tot nu toe niets terecht gekomen. OUD-VOSSEMEER in uniform, hier bleek wat eendracht wel vermocht. Het muziekkorps in het nieuw, van oud papier is 't aangekocht. Het laatste stoomgemaal verdween, maar wat hangt daar nu weer te pronken Het smidsklokje, geheel vernieuwd, op de voetbal werd „prosit" geklonken. De wielerronde een succes, vraagt U dat maar aan 't Groene Kruis Die krijgt er steeds de baten van, U ziet, het blijft in eigen huis. ST. FILIPSLAND, geprolongeerd, als hoogste geefster in den lande Voor Rode Kruisinzameling, wat zijn daar toch veel milde hande. De zesde maal het eredoek, men vraagt zich daarbij soms wel af. Of dat altijd zo door zal gaan, ik sta gewoonweg telkens paf. En dat ondanks veel pendelaars die ver van huis moeten gaan werken Omdat mén in de eigen streek, het machinepark steeds ging versterken. Temeer een hulde hier gebracht, aan Filipsland en aan de Polder En nu hou ik er echt mee op, want anders wordt het niets dan kolder. En NIEUWJAARSDAG, wat zal het zijn Nu er weer een jaar zal komen Dat nieuwe moed vraagt, nieuwe kracht, bij die vele toekomstdromen 't Ligt als een onbeschreven blad, wat brengt het ons weer in dit leven? Er is nu al menig blad, in jaren door ons vol geschreven. En vader Tijd zegt: Schrijf maar door, maar zorg dat men het goed kan lezen. En maakt geen fouten, denk er aan, „verschrijving" mag het heus niet wezen. Bedenk elk hoofdstuk geeft een kans, om de toekomst te vergroten Totdat bij 't laatste hoofdstuk eens: het boek voor goed wordt afgesloten. De NIEUWJAARSDAG staat even stil. Voor we weer verder moeten reizen Om naar de weg, die voor ons ligt. Nadrukkelijk ons heen te wijzen Daar wil de plicht de leidsman zijn. De arbeid ziet ons tegen. God geve ons de kracht daartoe. Welaan: VEEL HEIL EN ZEGEN.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1960 | | pagina 1