I i
WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
De bevrijding.
I I
I
ONZE KONINGIN»
Hoe de Rompmannen werden verjaagd
Plaatselijk nieuws
VERSCHIJ
MT IEDER
VRIJDAG
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Onze nationale driekleur.
HOLLANDS VLAG, JE BENT MIJN GLORIE
Eerbied voor het dundoek moet meer dan een
beleefdheid zijn.
THOLEN
16e jaargang No. 24
29 april 1960
oO
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 01665-375
Adm. Oudelandsestr. 34, Thojen - Tel. 01660-589 b.g.g. 531
Giro 124407
Abonnementen 1.35 per kwartaal
franko p.p. 1.65 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief
Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 - Advertenties worden tot
WOENSDAGMIDDAG 1 uur in Tholen aangenomen
Wanneer het goed is gaan volgende week
woensdagavond en donderdag opnieuw de
-laggen uit. Woensdagavond 4 mei ten te
ken van rouw en gedachtenis aan hen die
vielen. Woensdagavond dus half stok. Don
derdag daaraanvolgend de vlag in top als
herinnering aan de bevrijding op 5 mei 1945.
Het is nu bijna twintig jaar geleden, dat
de oorlog ook over ons land losbrak. Vijftien
jaar scheiden ons alweer van het einde en
daarmee van de bevrijding. Daartussen ligt
een periode van verzet en van vervolging,
van onnoemlijk leed en van persoonlijke
moed en zelfopoffering.
Het verzet is aanvankelijk een spontane
uiting van patriotisme, vermengd met woede
en wraaklust om de aangedane vernedering
en het verlies van vrijheden. Er is voor dit
werk, ten nadele van de Duitse vijand, ont
zaglijke persoonlijke moed aan de dag ge-
I gd. Er is door de eerlijksten, de meest
altruïstischen, kortom de besten van ons
volk voor gestreden en voor geleden, zoals
een mens dat alleen in de uiterste nood kan.
Het was voor de besten van het verzet
een kwestie van nood, van zielenood vooral.
Hun gevoelens kwamen in opstand tegen
de overheersing door een vreemde bezetter,
tegen diens aanslagen op de menselijke rech
ten, tegen zijn wreedheden, tegen de aan
tasten van vrijheid in alle opzicht.
De meesten onder hen verzetten zich hier
tegen, omdat zij vanuit hun innerlijk niet
anders konden. Met alle voorzichtigheid tot
lijfsbehoud die de mens eigen is, namen zij
daarom toch het risico dit te kunnen verlie
zen en in duizenden gevallen hebben zij het
verloren.
Voor hen, die uit deze levensbehoefte tot
het verzet zijn gekomen, is dit geen kwestie
geweest van het behalen van roem of eer.
Er zijn er helaas later velen gekomen, die
er zich voor op de borst hebben geklopt,
die er zich om naar voren hebben gedrongen.
Zij waren de berekenenden, die veelal beter
inzagen, dat deelname aan het verzet hun
toekomst gunstig zou kunnen beïnvloeden
Maar voor de ware, uit nood gedrongen ver
zetsstrijder, hetzij man of vrouw, is dit ook
nu nog geen kwestie van roem of eer, maar
is zijn verzet tegen de bezetter uitsluitend
ten noodzakelijk gevolg geweest.
Het is goed om dat in deze dagen nog
eens vast te stellen en daarbij tegelijk, dat
die zichzelfzoekenden heus de algemene
groep van het verzet niet vormden, zoals
anderen dat zo graag willen doen voorko
men. Er wordt vaak al te grif op ingegaan
om de verzetsdaden te kleineren. Er zijn er
die alleen die zelfverheerlijkers als verzets-
voorbeelden willen aanhalen. Dan moet men
oppassen. Ze hebben iets anders op het oog.
Maar dit zijn slechts bijverschijnselen bij
een herdenking, die verdient de werkelijke
aandacht te krijgen, zoals ook de bevrijdings
dag verdient feestelijk te worden gevierd.
Vier mei dienen we het onze kinderen te
vertellen, hoe er onder de druk van de be
zetters mensen waren, die ,,den vaderland
getrouwe" dat tot in den dood zijn gebleven.
Tot in den dood voor de vrijheid, ook van
onze kinderen. Er zijn mensen die daarvan
nu maar liever zwijgen. Ten onrechte zo
menen we. Want wat toen gebeurd is, kön
blijkbaar gebeuren. In de herinnering ligt
een waarschuwing. Zulke ontstellende din
gen als toen zijn voorgevallen kunnen blijk
baar mensen elkander aandoen.
Maar we herinneren elkander ook aan de
dag der bevrijding en het is ook daarvan
dat we onze kinderen vertellen. Er mocht
toen een bange periode in het leven van
ons volk en van ons persoonlijk, ieder voor
zich, worden afgesloten. De bevrijding was
tr. Er was gekomen de vrijheid van zorg,
van angst, van honger. De bevrijding van
westelijk en centraal Nederland is op het
uiterste nippertje geschied. De hongersdood
sloeg reeds snel om zich heen en zou bij
een latere capitulatie zeker nog tienduizen
den slachtoffers meer hebben geëist.
Zowel daarom als om de dapperheid,
waarmede de bevrijding binnen en bui
ten ons land werd bevochten, verdient de
bevrijdingsdag in aller herinnering te blij
ven voortleven. Het betekende immers de
verlossing van onderdrukking, vervolging en
ellende, het herkrijgen van de vrijheid, die
we nimmer zó gewaardeerd hebben, wier
waarde we nimmer zó bewust waren, als
juist toen op die meidag in 1945.
Daarom is er niet alleen gekomen de
vrijheid van, maar ook de vrijheid tót. We
waren van veel bevrijd en tot ontplooiing
van onze nationale eigenheid en niet min
der ook tot ontplooiing van onze menselijke
eigenheid.
Beide waren ze onder de bezetting wel
zeer in het nauw gekomen. Er was geen
vrijheid van spreken, om te schrijven, geen
vrijheid van vereniging en vergadering.
Daarmee was behalve het nationale ook
het menselijke leven beknot geraakt.
Veel van wat er zich in de oorlogsjaren
heeft afgespeeld raakt reeds verloren en ver
geten. De in en na de oorlog geboren kin
deren weten er eigenlijk niet veel méér van
dan ze op school van de tachtigjarige oorlog
leren. Men is daarover ontsteld en ontzet
en dat is begrijpelijk voor wie het bewust
meemaakte. Maar is dat eigenlijk niet een
normale gang van zaken Wat weten en
leren wijzelf nog van lang geleden plaats3
gehad hebbende gebeurtenissen Alleen im
mers de grote lijnen. Al wat persoonlijk
daarbij was, is dan niet meer van belang.
Alleen het doel was en is belangrijk.
Maar daarom te meer is het goed zich
dat te herinneren, dat ook feestelijk te her
denken, want niets in ons bestaan als mens
èn volk is eigenlijk belangrijker geweest dan
die bevrijding. Aanstaande week vieren wij
de dag van de vrijheid. Vijftien jaar geleden
kwam het tot die bevrijdingsdag. Wij doen
dat als volk en binnen dat volk doen wij
het bovendien ieder voor zich, in de kring
van ons gezin en in zo velerlei levenskring.
En dan bij deze 15e bevrijdingsdag mogen
we juichen om de vrijheid, dat duurgekochte
bezit van thans, opdat de jongeren de blij
heid daarvan zullen beseffen en bewaren.
En tegelijk ook Gode dankbaar voor de uit
redding uit die grote nood. Zulks in na
tionale saamhorigheid en in persoonlijke
waarachtigheid. Getuig daarvan ook naar
buiten, al is het slechts door het uitsteken
van de nationale driekleur.
Morgen verjaart onze Koningin. Dan
gaan allerwege de vlaggen uit en is er blijd
schap en dankbaarheid bij heel ons volk.
Terecht, want het koningschap, zoals wij
dat bij ons kennen, is wel een bijzonder
groot goed, waarin wij zeker een aanwijzing
mogen zien van Gods genadig bestel over
onze natie.
Zien wij over de grenzen van ons land,
dan is het helaas niet moeilijk, de ene staat
na de andere in het vizier te krijgen, waarin
allerhande spanningen heersen met betrek
king tot de meest wenselijke en de meest
passende regeringsvorm.
Wanneer wij ook in dit opzicht bij ons een
weldadige evenwichtigheid hebben bereikt,
dan is dat voor een groot deel te danken
aan de standvastige factor, welke juist in het
koningschap is gelegen. En dan met name
het koningschap, zoals het bij ons door de
vorsten van Oranje is bekleed en vandaag
nog wordt bekleed.
Voor de enorme weldaad welke hierin ligt,
mogen wij het oog nimmer sluiten. Wij mo
gen er eigenlijk nooit aan gewennen. Want
een weldaad is het en blijft het. Vandaar
dat de verjaardag van onze geëerbiedigde
Koningin voor ons zulk een bijzonder reliëf
krijgt.
De verjaardag is de dag, waarop wij in
gedachten zo gaarne toeven bij ons vorste
lijk gezin, een gezin dat wij liefhebben en
hoogachten, en waarop onze gedachten uiter
aard in het bijzonder uitgaan naar Haar,
aan wier leven weer een jaar werd toege
voegd.
Maar het is ook de dag, waarop wij ons
meer nog dan anders mogen realiseren, wat
het koningschap als zodanig en in de vorm
waarin wij het kennen mogen voor ons land
en ons volk betekent.
Nederland is reeds in het verleden ge
worden, tot wat het vandaag nog is, onder
het bestier van de Oranjes.
In het jaar 1813 bijvoorbeeld, toen wij
bevrijd waren van het Napoleontische juk
en toen het er om ging, onze nationale zelf
standigheid te herstellen, toen zijn wij niet
begonnen met onze nationaal congres of
iets dergelijks en ook niet met het opstellen
van een grondwet, neen, wij riepen Oranje
in het land, Oranje als het teken van onze
vrijheid en van onze zelfstandigheid, Oranje
als de spil van onze nationale eenheid.
Ook in de laatste oorlog hebben wij het
mogen ervaren. Onze grondwet moest toen
door de omstandigheden krachteloos worden,
onze grondwet, waarin ook de plaats van de
koningin in ons staatsbestel zo nauwkeurig
was omschreven engeregeld. Maar ook of
juist toen werd ervaren de waarde van ons
koningsschap, toen werden wij 't ons duide
lijker dan ooit bewust, dat de koningin meer
is dan een formeel staatshoofd.
In dat koningschap mogen wij ook van
daag nog een waarborg zien voor onze
constitionele rechten en vrijheden.
Morgen verjaart onze Koningin. Onze
Koningin, die volgens de grondwet van ons
land, regeert bij de gratie Gods.
De vlaggen gaan uit. Ons volk is blij en
dankbaar. En het zal zich, met een vreemd
gevoel in het hart, zijn onverdiende rijkdom
bewust zijn. En het daarom te meer spon
taan uitroepen leve de Koningin
„Hollands vlag, je bent mijn glorie,
Hollands vlag, je bent mijn lust.
Ik roep van louter vreugd: Victorie1
Als ik je zie aan vreemde kust."
Misschien, dat velen van II lezers, deze
vier regels van het zo overbekende vader
landse lied wel wat hoog van toon, wat ge
zwollen van inhoud zullen vinden. De Ne
derlander van vandaag is te nuchter om
woorden, zoals hierboven aangehaald, vol
geestdrift te uiten; ook al voelt hij zich toch
wel Nederlander in de goede zin van het
woord. Hoewel, degenen onder U, die het
werkelijk hebben beleefd: Het zien van de
driekleur aan vreemde kust...? Zij zullen
inderdaad toegeven; „Ja, dan gaat er toch
wel wat door je heen..."
Hoe is onze houding tegenover onze vlag?
Hoe gaan we met onze vlag om Hoe
behandelen we onze vlag
„Hollands vlag, je bent mijn glorie..."
Moet er nu een vraagteken worden gezet
De manier, waarop sommige landgenoten de
driekleur behandelen, rechtvaardigt dit
vraagteken maar al te zeer.
SYMBOOL
De nationale kleuren vormen voor ieder
volk een symbool. Het symbool van vrij
heid, van eendracht, van nationale trots...,
noem maar op. In de Verenigde Staten van
Amerika bijvoorbeeld, geldt dit zeer sterk.
Bij plechtige bijeenkomsten, demonstraties of
manifestaties, overal zijn de „Stars and
Stripes", de sterren en de strepen, verenigd
in de vlag, het teken, waaronder men zich
schaart. Meer dan de persoon van de pre
sident, is de vlag het symbool van eenheid,
vrijheid en democratie. De vlag wordt daar
dan ook met bijzondere toewijding behan
deld, nimmer wordt de vlag verwaarloosd,
nimmer misbruikt. Het wapperende doek is
niet zo maar een lap stof, op aardige wijze
voorzien van harmonische kleuren, neen, het
is de vlagfor ever".
Hoe hoog staat de vlag bij ons in Ne
derland aangeschreven Is het rood-wit-
blauw bij ons ook het symbool van vrijheid
en recht, van democratie en nationale een
dracht, van onafhankelijkheid...?
Scharen we ons onder de driekleur in tij
den van geluk en rampspoed „Och", zult
U zeggen... „Die vlag, ja, die hoort er wel
bij, het Rood-wit-blauw, het is wel mooi...,
maar één kleur staat, ook als symbool, hoger
aangeschreven: Het Oranje." Inderdaad,
Oranje en Nederland, wat was en is nau
wer verbonden Door de eeuwen heen en
nu nog Was oranje niet altijd de waar
borg voor vrijheid, recht en onafhankelijk
heid Ja van heel ons zijn al natie Is het
podium re'chts van de spreker en hangt in
de zaal altijd rechts van het publiek.
Ter gelegenheid van een feestdag, die ons
Vorstenhuis betreft, kan een oranje wimpel,
aan het Rood-wit-blauw worden toegevoegd.
Dit zijn de voornaamste richtlijnen zo on
geveer... O, ja, nog iets: Officieel vroe
ger was daar namelijk verschil van mening
over zijn de kleuren van de Nederlandse
vlag: Rood, wit en blauw. Het Oranje-
blanche-bleu is in de veertiger jaren door de
regering als nationale driekleur afgewezen.
Laten we afspreken, dat we bij komende
gelegenheden deze voorschriften, uit eerbied
en achting voor onze fraaie, door en door
Nederlandse vlag, zullen navolgen. Zoals
er ook wat meer eerbied dient te zijn bij het
spelen of zingen van het Volkslied.
Accoord
Nadruk verboden
DE REDAKTIE LEGT U IN DIT NUMMER VOOR
ONZE LANDSVROUWE IS JARIG
BEVRIJDINGSDAG
Het zwakke geslacht een standbeeld, waard
Jan Overeenkam niet vergeten
Eerbied voor de vlag
Een nieuwe predikant in Scherpenisse
Hoe de Rompmannen verjaagd werden
WHS in klasse 2 nog aan de kop
Een lustrum-visjestijn
De V onzer vlaggen van rood, wit en blauw.
De V van de Vrijheid na droefheid en rouw.
Op verzoek van het Nationaal Comité
bevrijdingsdag 5 mei 1960 schreef de onder
wijzer Jan Meilof een bevrijdingsspel voor
schoolkinderen, dat in verschillende plaatsen
in den lande en ook wel in onze omgeving
op die dag zal worden opgevoerd.
In „sprookjesverband" heeft de schrijver
op voor de jeugd begrijpelijke en aantrekke
lijke manier de bezettingstijd en de bevrij
ding weten uit te beelden. Hij heeft daartoe
als decorum een „sprookjesbos" genomen en
neemt figuren, waar ieder kind via de ver
telling van vader of moeder al eens van
heeft gehoord, zoals Klein Duimpje, Holle
Bolle Gijs, Doornroosje, Assepoester enz.
terwijl, zoals dat ook in sprookjes voorkomt
de dieren uit het bos daarbij horen. De „ver
teller" zegt hiervan: De dieren zijn slim
als de mensen, dom als de mensen, jaloers
als de mensen, soms ook erg lief voor el
kaar. Ook als de mensen. In dit kinderlijk
spelletje komen dan behalve voornoemde
figuren ook Hans en Grietje voor, Leep,
de slimme vos, Balk, de ezel, Gluip de rat,
Tam de kraai en Stekel, de egel. Ze zijn
allemaal bij elkaar in het Sprookjesbos. Ze
plagen elkaar een beetje, maken een beetje
ruzie, sussen weer... net als bij de mensen.
En denken er niet aan welk een groot ge
vaar er dreigt. Want vlak naast het Sprook
jesbos is het rijk van Graai, die er op uit
is om zijn rijk steeds groter te maken. Graai
is de hoofdman en leider van de Romp
mannen, die verschrikkelijk sterk zijn, maar
zonder hoofd niet kunnen nadenken en pre
cies doen wat hun leider wil.
Zeker voor de ouderen blijkt hieruit zon
der meer wie met Graai en zijn mannen
wordt bedoeld.
Prachtig wordt dit jeugdspelletje verder
beschreven met achtereenvolgens de zgn.
„beschermers" in Graai en zijn mannen van
de bosbewoners. Op leugenachtige manier
dringt Graai het vredige leventje van de
bosbewoners binnen en gesteund door het
verraad van Gluip de rat worden Hans en
Grietje gevangen gezet, bukken en beven de
andere eens zo vredig levende bewoners
voor de overmacht en alleen Hans de Kraai
is er van overtuigd, dat de eerlijkheid het al
tijd wint van de leugen. In het derde hoofd
stukje wordt het verzet georganiseerd, komt
men tot de verschrikkelijke ontdekking een
verrader in het midden te hebben en is het
tenslotte Klein Duimpje, zoals hij het in het
bekende sprookje met de „steentjes" heeft
gedaan, die het plan beraamd de „gevangen
verzetsstrijders" te bevrijden. Tegelijkertijd
wordt Gluip de verrader ontmaskerd. En
wanneer Graai de overweldiger meent dat
hij alle macht in het Spookjesbos heeft ver
overd, wordt zijn rijk reeds ondermijnd en
tenslotte wordt Graai uit zijn web gehaald
en machteloos gemaakt. Dan blijkt dat Graai
inderdaad zols zijn rompmannen iemand zon
der verstand is geweest en alleen maar heb
zuchtig en machtswellustig.
In het laatste hoofdstuk vieren de bosbe
woners het bevrijdingsfeest en daarbij mag
ook Balk de ezel, die zich tijdens die be
zetting maar erg kinderachtig heeft gedra
gen, weer meedoen. De auteur besluit zijn
stukje: „En zo gaat het leven in het Sprook
jesbos weer z'n gewone gang." De bosbe
woners spelen weer met elkaar, ze maken
weer ruziek met elkaar. Maar het duurt nog
een hele tijd voordat Gluip weer mee mag
spelen in de kring. Ik heb het al eerder ge
zegd: ...net als bij de mensen...
misschien hierom, dat de driekleur bij ons
niet zo „hoog in de mast" prijkt Mogelijk,
maar dat wil nog niet zeggen, dat we on
verschillig kunnen zijn tegenover de drie
kleuren. Want Oranje en Rood-wit-blauw,
ze behoren toch bij elkaar Men kan nu
eenmaal niet de ene kleur eerbiedigen en de
andere kleuren veronachtzamen. Ook de na
tionale driekleur is een symbool.
SLORDIGHEDEN
„Is er dan reden om dit zo nadrukkelijk
te stellen zult U zich afvragen .„Wap
peren niet trots van vele gevels de vlaggen,
tijdens nationale feestdagen. Worden niet
hoog de vlaggen gedragen bij optochten
Natuurlijk, gelukkig steken steeds meer men
sen de vlag uit, wanneer dit nodig is, maar
toch... Om maar eens te noemen: Een vlag
mag niet in het duister hangen. Hoeveel
meters dundoek moeten echter in de buiten
lucht overnachten Let U maar eens op,
's morgens na Koninginnedag. Een vlag moet
vrij kunnen waperen. Hoeveel vlaggen wor
den op een ballustrade of balcon gedrapeerd?
Een vlag is geen reclamemiddel. Maar des
ondanks kunt U op het wit van de vlag
lezen, dat de nieuwe haring is uitgekomen,
dat een of andere verfrissende drank zo
lekker is, dat souvenirs worden verkocht,
dat „ansichtkaarten" te koop zijn.... en ga
zo maar door. Gelukkig treedt de overheid
meer tegen dit laatste vergrijp ten aanzien
van onze vlag meer en meer op en is de
driekleur-met-opschrift vrijwel overal ver
dreven van de patattes-frites-kramen, sou
venir-winkels en andere, op het langskomen
de publiek gerichte zakenpanden.
HOE HOORT HET EIGENLIJK?
We moeten het nu ook weer niet te som
ber zien. Meestal is het onkunde en geen j
slechte bedoeling, welke aanleiding geeft
tot misbruik of belediging van de bij
iedere rechtgeaarde Nederlander toch zeer
geliefde driekleur. Daarom enige richtlijnen.
We weten al: De vlag mag niet in het
donker hangen, uitzondering; tenzij door
schijnwerpers verlicht nog al logisch zult
U zeggen, want dan is er van donker geen
sprake. Ook moet elk Nederlands vaartuig,
zelfs in de pikdonkerste nacht, de driekleur
blijven voeren. Elk schip moet nu eenmaal
„kleur bekennen".
Nooit mag de vlag door middel van een
opschrift een „reclame-lading" dekken. De
vlag mag nimmer verfrommeld worden, al
is het op een nog zo artistieke wijze, dus
weg van balcons en omheiningen.
Het dundoek moet natuurlijk schoon en
heel zijn. In ons weer en windklimaat soms
een probleem.
In een bijeenkomst staat de vlag op het
Zaterdag 30 april a.s. hoopt koningin Juliana haar 51ste verjaardag te
vieren. Zoals elk jaar is dit voor het koninklijk gezin, evenals voor ons,
weer een belangrijke dag, die wij in gepaste vreugde willen beleven.
Ongetwijfeld zullen de gedachten van hare majesteit op die dag nog even
verwijlen bij haar verjaardag van twintig jaar geleden, toen zij 31 werd.
Dat was een angstige tijd. Nauwelijks tien dagen later brak voor ons
koningshuis en voor ons land de donkerste tijd aan. Gedurende de volgende
vijf jaren beleefde onze huidige vorstin deze dag in ballingschap, terwijl
haar volk slechts verholen in een kleine kring van vertrouwden uiting
kon geven aan zijn blijdschap over het feit dat de toenmalige kroonprinses
jarig was.
Gelukkig zijn er sinds vijftien jaar betere tijden aangebroken. Overal
wapperen weer de vlaggen en heerst er openlijke vreugde op deze ver
jaardag. Zo zal het ook dit jaar weer zijn: een blij volk geschaard rond
zijn vorstin.
EEN DAG EERDER
Waar donderdag 5 mei het
werk wordt neergelegd van
wege de bevrijdingsherdenking
zal voor het volgend nummer
de copie van advertenties en
plaatselijk nieuws een dag
eerder binnen moeten zijn. De
krant verschijnt normaal op
vrijdagmiddag.
DOKTERSDIENSTEN op ZONDAG
Dr. P. J. Duinker, te Tholen, Tel. 01660-500
Dr. H. Menger, Sint-Filipsland,
Tel. 01677-500.
Dr. H. Zoeteman, Stavenisse,
Tel. 01663-400.
HOOGWATER
in de week van 1 t.e.m. 7 mei
zondag vm. 7.12 nm. 7.28 uur
maandag 7.51 8.05
dinsdag 8.39 8.57
woensdag 9.39 10.01
donderdag 10.51 11.20
vrijdag 0.10 12.36
zaterdag 1.17 1.35
Woensdag 4 mei Eerste Kwartier te 2.01 u.
JAARVERGADERING „CONCORDIA"
Vrijdagavond jl. hield de Kon. muziek
vereniging „Concordia" in de zaal van hotel
Zeeland haar jaarvergadering. Voorzitter
A. F. Goedemondt dankte in zijn openings
woord allen die zich het afgelopen vereni
gingsjaar op enigerlei wijze voor „Con
cordia" verdienstelijk hebben gemaakt. Van
het gemeentebestuur was bericht ontvangen,
dat iedere eerste zaterdag van de maand
gebruik kan worden gemaakt van de ge
meentelijke vrachtauto voor het ophalen van
oud papier. Met waardering zal van dit aan
bod gebruik worden gemaakt.
Uit het jaarverslag van secretaris J. H.
Bal bleek, dat de harmonie 23 leden telt, de
drumband 20 en Tremolando 27. Een sa
menvatting van het vele gebeuren in het
gepasseerde verenigingsjaar werd gerele
veerd, waarvan wel het voornaamste was,
dat de harmonie het preadicaat „Konink
lijke" verkreeg, dat er nieuwe uniformen
kwamen en werd meegewerkt aan het oester
feest in Yerseke.
Penningmeester J. Quist bracht zoals van
hem bekend, een uitvoerig financieel verslag
van baten en lasten der vereniging. Er bleek
uiteindelijk een nadelig saldo van 315,89.
Het blijft dus nodig, zo stelde de penning
meester vast, niet te verslappen in aktivi-
teiten zoals de papierinzameling, emmertjes-
aktie en werving van donateurs. Het uni
formenfonds wordt nog altijd verzorgd door
't daartoe gevormde comité met dhr. H. Ne-
lisse als penningmeester. Wel is destijds het
uniformenfonds overgedragen, maar de reke
ning daarvan staat nog buiten de normale
inkomsten en uitgaven der vereniging. Via
de kascommissie werd tot goedkeuring van
alle bescheiden en bedragen besloten. Tot
leden van de kascommissie werden herbe
noemd de heren P. Ottevanger en M. C.
Meerman. Ook beide periodiek aftredende
bestuursleden de heren J. H. Bal en S. van
Duivendijk kregen het vertrouwen voor een
nieuwe zittingsperiode.
Meegedeeld werd dat het in de bedoeling
ligt om deze zomer een bezoek te brengen
aan jhr. J. van Vredenburch te Kapellen
om dan op de avond van die dag een con
cert te geven in Putte (N.Br.). 28 mei gaat
de harmonie naar het festival te Steenber
gen, terwijl in juli medewerking wordt ver
leend aan het festival te Oud-Vossemeer.
Het is nog niet zeker dat men ook zal kun
nen meedoen aan de op 3 september te St.
Filipsland te houden muziekavond, daar het
mogelijk is dat men weer aan de opening
van het mossel- en oesterseizoen te Yerseke
zal deelnemen.
Voor wat de Koninginnedag 1960 betreft
zal de harmonie uitrukken om de drumband
af te halen aan de zaal van dhr. J. van
Boven, die in nieuwe uniformen gestoken