EENDRACHTBODE
STREEKVERBETERING THOLEN
Agrarische
sociale voorlichting.
Huishoudelijke
voorlichting?
Voorkiemen van pootgoed
en de poofmethode.
Waarom voorjaars
bewerkingen combineren?
Waf kan de boer doen om
een gezonde veestapel
te behouden?
TWEEDE BLAD
RedactieRijkslandbouwconsulentschap, Grote Markt 24, Goes
16e JAARGANG No. 19
25 MAART 1960
NIEUWSBRIEF
Het lijkt mij een goede gedachte van de streekver-
beteringscommissie Tholen om in het vervolg in de
nieuwsbrief ook ruime aandacht te besteden aan het
werk van de agrarische sociale voorlichting.
Trouwens dit werk is voor onze streek niet geheel
onbekend, denk b.v. aan de voorlichting in het kader
van de herverkaveling, als ook aan de voorlichting en
de reeds jarenlang gegeven cursussen van de organi
saties.
Dit werk nu wordt in het streven van de streekver-
betering in breder banen geleid. De tentoonstelling
over de beroepenvoorlichting, vorig jaar in Tholen
gehouden, trok veel belangstelling, terwijl ook de nog
kortgeleden gehouden bijeenkomst in het Holland-huis
feet als inleider Mr. C. van Stapel, zich in een goede
belangstelling mocht verheugen.
De Eendrachtbode heeft zowel aan het een als ander
uitvoerige beschouwingen gewijd.
Wanneer nu in de volgende nieuwsbladen meer aan
dacht aan dit werk en zijn onderdelen zal worden
besteed, lijkt het mij dienstig reeds thans al in hoofd
lijnen te schrijven over de wijze waarop de commissie
het werkplan 1960 en volgende jaren heeft gedacht.
Als doel wordt gesteld de bewustmaking in de streek
van de problemen, die zich naast de technische, eco
nomische en huishoudelijke voordoen.
Om misverstand te voorkomen, dient wel terdege tot
uitdrukking te worden gebracht, dat de uitvoering van
deze voorlichting uiteraard bij de bestaande stands
organisaties dient te berusten.
Kort uitgedrukt houdt het werk in, dat nieuwe akti-
viteiten op sociaal gebied zullen worden gestimuleerd,
bestaande aktiviteiten worden gecoördineerd en dat de
mensen wegwijs gemaakt worden naar de verschillende
mogelijkheden die er zijn.
Moge dan de doelstelling kort zijn weergegeven, in
de praktijk zal blijken dat hier een ruim arbeidsterrein
ligt. Direkt voor onze streek springen immers al enkele
zeer urgente zaken in het oog. Zo noemt het werkplan
van de agrarische sociale voorlichting als eerste zorg
b.v. de beroepskeuze, de werkgelegenheid, de jeugdzorg
en uitwisseling van jongeren met bedrijven elders. Over
deze en andere onderwerpen zal in de volgende nieuws
bladen afzonderlijke aandacht worden besteed.
Het spreekt vanzelf, dat bij het ondernemen van be
paalde aktiviteiten, men zich niet alleen tot de zuiver
agrarische bevolking zal kunnen beperken. Bepaalde
zaken raken de gehele streekbevolking, vandaar dat in
tegenstelling met het meer technische deel van het
werk een brede opzet gewenst is.
Samenwerking om tot een goed resultaat te komen
zal noodzakelijk zijn met de burgelijke en kerkelijke
overheid en met bestaande organisaties in de streek,
zoals de stichting eiland gemeenschap en commissie
werkgelegenheid.
De voorlichting wordt thans door de streekverbete-
ringscommissie verder op gang gebracht met het doel
belangstelling voor het werk te kweken. Hiertoe zullen
in de toekomst nog meerdere bijeenkomsten worden be
legd. Ook zullen b.v. de onderwijsinstellingen hierin
worden betrokken.
De daadwerkelijke uitvoering zal dan zoals reeds
vermeld later bij de standsorganisaties gaan berusten.
Ik sluit mij bij de woorden van Mr. van Stapel,
gesproken in het Holland-huis, aan „Hoe groter samen
werking op dit terrein, een des te meer ontwikkeld
leven".
Nu en vooral nu is de tijd rijp om aan de slag te gaan.
Voorzitter soc.-agr. werkgroep.
W. J. v. Doorn
Wat verstaat men hieronder? Huishoudelijke voor
lichting, waarom is dit nu nodig, wat weten wij nu niet
Kijk dan eens even rond en denk eens even na. Zou
U terug willen naar de tijd dat we op de tafel de afwas
deden Een blad er op waar het water op moest blijven,
maar waar het altijd afliep op de vloer De pannen
buiten schuren, of het winter was of zomer Nee, dat
toch liever niet meer, dan liever een aanrecht met een
gootsteen, reuze fijn en gemakkelijk. Juist, en dat is het
nu. Er is zoveel in het huishouden dat veel gemakke
lijker kan. En daar is nu de Huishoudelijke voorlichting
met haar leraressen voor.
Voorlichting in de Huishouding, die is zo veelzijdig:
bij het koken, U kent de kookkursussen op het eiland,
bij de was: wasbehandeling en strijken; bij de kleding;
naaien, zowel nieuw als verstellen.
En de woning; niet alleen verfraaiing, maar ook
verbetering, dus meer gemak.
Hebt U het woord leraressen gelezen Dus op ons
eigen terrein. Inderdaad, dacht U dan dat een man
aandacht schenkt aan het feit of die kast daar wel erg
gemakkelijk is en of het fornuis op de meest praktische
plaats staat. Ik vermoed van niet.
Wie leert in een huis, nieuw gebouwd of verbouwd,
de gemakkelijke en de totaal onpraktische dingen ken
nen, dat is toch de huisvrouw. Dan kunnen we daar
de timmerman, de metselaar, de architekt, ja zelfs onze
man mee lastig vallen, maar ze weten niet beter en
werken er zelf niet in.
We kunnen geen architekten enz. missen, o nee, want
weten wij wat er gebruikt moet worden aan stenen,
specie of verdere materialen
Zelfs een binnenhuis-architekte kan, wanneer zij
echt sportief is, de hulp van een lerares Huishoudelijke
voorlichting niet missen, om wat het gemakkelijkst of
het meest praktisch is uit te zoeken. U kent waarschijn
lijk allen de lerares hier op Tholen, Mej. J. van Es wel,
die dank zij de streekverbetering, hier werkzaam is.
Jammer genoeg is zij, nu zo pas na de start, enige tijd
niet in staat haar werk te doen, maar straks zal zij dit
hopelijk weer hervatten.
Mocht U straks grote verbouwingen of nieuwbouw
hebben, vraag eens om raad, het kan U heel veel on
aangename dingen doen voorkomen. Misschien is het
wél mogelijk met architekten en anderen die zich be
lasten met plannen en tekeningen maken voor nieuw
bouw en verbouwingen eens tot een praatje en een
vergelijking te komen, zodat er dan geen misverstanden
zijn, door te denken dat de voorlichting hen uit wil
schakelen.
Want deze voorlichting is alleen om de vrouw in
het huishouden meer met alle gemakken van bijv. een
goede keuken en op een juiste plaats geprojecteerde
kast en een verkorting van de looplijnen binnenshuis
vertrouwd te maken. Daarom is deze voorlichting voor
ons vrouwen van zeer grote betekenis en een ieder die
dit wenst kan er gebruik van maken tot meer gemak
en meer plezier van Uzelf.
J. v. Gorsel-v. Westen
Voorzitster
werkgroep huishoudelijke voorlichting
Verlaging van de arbeidskosten in de landbouw is
één van de belangrijkste doelstellingen van het ogen
blik. Verhoging van de produktie per man is dure
noodzaak. (In april gaan de landarbeidersionen met
4% omhoog). Zowel rationalisatie als mechanisatie
geven mogelijkheden op dit gebied. De eerste methode
vergt geen of zeer kleine investeringen, de tweede veel
meer en beiden vragen uiteraard veel en verstandig
overleg.
Het voorkiemen van pootgoed is op Tholen vrijwel
altijd regel. Vooral voor de vroege rassen en de poot-
goedteelt is het voordelig met flinke spruiten en ondiep
te poten. We krijgen sneller een vol gewas met al
vroeg een flinke knolproduktie.
Een vroeg gewas geeft de mogelijkheid om te oogsten
voordat eventuele luizenvluchten of phytophthora het
gewas kunnen belagen.
Voor het groen rooien is voorkiemen dus sterk aan te
bevelen, ook omdat de nachtvorstkansen op ons eiland
niet groot zijn.
Bij alle pootmethoden zowel met langere of korte
spruit is een stevige, goed gekleurde spruit gewenst.
Bewaarmethoden.
In grove trekken tracht men deze ideaal voorge-
kiemde poters op de volgende twee manieren te ver
krijgen.
Ten eerste door het pootgoed van oogst tot uitpoten
in speciale kiembakjes in de glazen pootaardappelbe-
waarplaats te bewaren.
Ten tweede door bewaring in zakjes of losgestort in
de luchtgekoelde aardappelbewaarplaats.
De eerste methode vraagt veelvuldig omzetten van
de bakken en de kunst om in het voorjaar de poterbe
waarplaats koel te houden. Deuren tegen elkaar open
zetten.
De tweede methode vraagt een zgn. warmtestoot in
februari waardoor de knollen uit hun kiemrust komen.
Daarna wordt het pootgoed in bakjes in een niet te
warme ruimte verder voorgekiemd en in het licht ge
plaatst of door middel van T.L. buizen. Hier worden
wel de T.L. buizen maar niet de bakjes verplaatst.
Pootmethoden.
De meest eenvoudige pootmethode is het met de hand
poten uit de kiembakjes in vooraf getrokken voren of
gekapte plantgaten, waarbij men diep gebukt loopt.
Voor knollen met een lange flinke spruit de enige
methode maar arbeidsintensief en vermoeiend.
Voor de middenvroege en late aardappelen bestaat al
een verbeterde methode in de vorm van de „pootgor-
del". Aanwezig op de demonstratie en tentoonstelling
van handgereedschap, zie de „Eendrachtbode" van
12 februari j.l.
Hiermee kan men rechtoplopend in plantgaten of
voren met twee handen poten.
Halfautomatisch.
Het halfautomatisch poten geeft al een aanzienlijke ar-
beidsverlichting en vermindering van het aantal uren
per ha.
Ook hier moeten de kiemen kort en sterk zijn, daar bij
overstorten en tijdens het poten gemakkelijk kiemen
verloren gaan.
Automatisch.
Op bedrijven met een grote oppervlakte aardappelen
en een kleine kern van vast personeel gaat men meer
over naar de volautomatische pootmachine.
Een machine, die nog hogere eisen stelt aan het
pootgoed wat sterke kiemen en regelmatige sorteringen
betreft (niet meer dan 5 mm verschil).
Een eenvoudig en goed hulpstuk om de kiembescha-
diging tegen te gaan is het plaatsen van een schot
dwars door de voorraadbak voor de elevatorketting
en tot 10 cm van de bodem reikend.
De ketting loopt nu door een dunne laag poters en
geeft minder beschadiging.
Bij alle pootmethoden blijft gelden beter een iets te
korte dan een afgebroken kiem.
Konklusie.
Zorg altijd voor pootgoed met spruiten die niet groter
zijn dan nodig. Lukt dit niet neem dan eens een proef
met het krijten van de ramen van de poterbewaarplaats
en het kunstmatig verlichten met staande of hangende
vertikale T. L. buizen. U behoeft nu alleen de T.L.
buizen te verplaatsen en niet de bakjes.
Op zonnige dagen in februari en maart hebben nl.
sommige poterbewaarplaatsen meer weg van broei
kassen ondanks openstaande deuren.
Rationaliseer uw bedrijf waar u kunt en wat de
aardappelteelt betreft allereerst door betere en minder
arbeid vragende bewaar- en pootmethoden.
Mechaniseer alleen dan, wanneer er veel draai-uren
gemaakt kunnen worden of op niet te lange periode kan
worden afgeschreven door de vervanging van bv. veel
seizoen-arbeid.
A. Schoonderwoerd
Wat kan ik doen om een goede bodemstructuur ce
handhaven dan wel om een minder goede te verbeteren
Zijn onze gronden voldoende los
De beste groeiomstandigheden voor onze gewassen
zijn aanwezig als de bodembestanddelen grond, lucht en
water in vrijwel gelijke verhouding aanwezig zijn. Onder
droge omstandigheden voldoen onze kleigronden meestal
wel aan deze voorwaarden. Onder natte omstandigheden
worden de gangen en holten in de grond met water ge
vuld zodat een groot deel van de aanwezige lucht wordt
verdreven. De plantenwortels krijgen zuurstofgebrek en
verstikken.
Wat doen we hiertegen
Door het ploegen trachten we de aanwezige holten te
vergroten, hetgeen de aanwending van stalmest of een
groenbemestingsgewas wordt bestendigd.
In het voorjaar is de bouwvoor bezakt en de boven
laag verweerd. De bovenlaag gaat opdrogen, maar de
ondergrond is afhankelijk van de regenval en de ont
watering min of meer nat.
Waartoe dient onze voorjaarsbewerking?
Al onze voorjaars-grondbewerkingen zijn erop gericht
om voor het cultuurgewas een zo gunstig mogelijk kiem-
bed te scheppen.
Het eggen geschiedt voor verschillende doeleinden
a) om geploegde grond fijner en vlakker te maken
b) om een dichte bovenlaag los te maken;
c) om onkruiden te bestrijden;
d) om meststoffen en zaaizaden onder te brengen.
Wat is nu zo nadelig
In het voorjaar zijn we spoedig geneigd om wanneer
de grond maar een weinig droog aandoet met de voor
jaarswerkzaamheden te beginnen. Bij een bewerking van
te natte grond wordt de structuur zeer nadelig beinvloed.
Wielsporen in het voorjaar gemaakt onder minder
gunstige omstandigheden blijven het hele jaar zichtbaar
in de gewassen (vlas, lucerne, granen enz.) We moeten
dus trachten alle bewerkingen vooral in het voorjaar
onder zo gunstig mogelijke omstandigheden toe te pas
sen. Dit dringt ons tot snel werken en vaak veel geduld.
Wat zijn de moeilijkheden in de praktijk?
Een eerste voorwaarde voor het verminderen van
wielspoordruk is het zoveel mogelijk gebruik maken
van goede kooiwielen.
Goede kooiwielen zijn wielen die een iets grotere
diameter hebben dan de trekkerluchtband.
Met goede kooiwielen kunt U bezwaarlijk over de ver
harde weg rijden
Verder kunnen we de voorjaarsbewerkingen zoveel
mogelijk combineren. De volgende combinaties kunnen
op eenvoudige wijze samengesteld worden.
a. Als eerste een trekker met kooiwielen met direkt
daarachter een stel eggen, waar overheen met een lange
boom een kunstmeststrooier wordt bevestigd. Hierachter
weer een stel eggen of een staaf om de grond vlak te
slepen.
Het voorste stel eggen kan met behulp van de hef-
inrichting op de kopeinden worden gelicht.
De bak van de kunstmeststrooier moet verstevigd wor
den voor het bevestigen van het tweede stel eggen.
b. Bij de tweede combinatie kan de zaaimachine ook
met een verlengde boom aan de trekker worden be
vestigd. Hiertussen weer een stel eggen, eventueel aan
de driepuntsbevestiging, terwijl achter de zaaimachine
(met loopplank) een lichte eg voor ineggen van het zaad
wordt gekoppeld.
Het aantal malen rijden is nu al teruggebracht van vier
tot tweemaal. Deze combinaties kunnen tegelijk op het
zelfde perceel werken waardoor de tijd tussen lostrekken
en inzaaien tot een minimum beperkt kan worden.
Wil men met paarden werken dan vervallen de eggen
voor de kunstmeststrooier en de zaaimachine.
Er bestaan verder nog uitstekende op- en aanbouw
zaaimachines en kunstmeststrooiers die het combineren
nog vergemakkelijken.
Samenvatting.
De laatste jaren wordt het landbouwbedrijf steeds
meer van paarden op trekkers overgeschakeld. Hierdoor
krijgt men de beschikking over een grotere trekkracht
die zo efficiënt mogelijk zal moeten worden gebruikt.
In het voorjaar kan men dit doen door verschillende
werkzaamheden te combineren. U spaart hierdoor tevens
de struktuur door het aantal wielsporen te verminderen.
Vergeet U niet dat de wielsporen van de trekker (zonder
kooiwielen) van drie bewerkingen, naast elkaar gelegd,
Uw gehele perceel bedekken
Hieruit blijkt wel duidelijk dat alles in het werk ge
steld moet worden om de bodemstruktuur in het voorjaar
zoveel mogelijk te sparen.
Eén van de effectieve middelen daartoe is het combi
neren van de voorjaarsbewerkingen. U spaart naast de
bodemstruktuur tevens tijd en geld.
A. Schoonderwoerd.
Nu de tijd weer nadert dat het vee weer naar de weide kan,
nemen ook de zorgen voor de boer weer toe. De veehouder dient
voordat het vee naar buiten gaat maatregelen te nemen tegen
a. kopziekteverschijnselen.
b. koper- en mangaangebreksverschijnselen.
A. DE KOPZIEKTE berokkent jaarlijks grote schade aan de
melkveehouderij. Volgens Prof. dr. L. Seekles bedraagt de jaarlijkse
schade ruim 4.000.000.
Ook in onze streek komen jaarlijks gevallen van kopziekte voor.
Waarmee dient rekening gehóuden te worden om het aantal
kopziektegevallen te beperken.
1 de bemesting.
2 de overgang van de stal naar de weide.
3 de weersomstandigheden.
1 DE BEMESTING
De fosfaat- en kalibemesting dient toegepast te worden volgens
het bemestingsadvies.
Om een goede kali-natriumverhouding in het gras te verkrijgen
verdient kali 20 of magnesiumhoudende kainiet de voorkeur.
De stikstof (N) bemesting mag vooral niet te zwaar zijn. 40 kg
zuivere N per ha. is voldoende, d.i. 2 baal k.a.s./ba. Bij een
zwaardere N bemesting wordt weer te veel kali door het gras
opgenomen, zodat de kopziektekansen ook toenemen.
2 OVERGANG VAN STAL NAAR WEIDE.
Op percelen waarvan bekend is dat elk jaar kopziekteverschijn
selen voorkomen, kan men enkele dagen voordat de koeien in de
weide gaan tot 3 a 4 weken dat zij in de weide lopen, magnesium-
houdende koekjes bijvoeren. Er mag 50 gram magnesiumoxyde per
dier per dag worden verstrekt. Dit komt neer op 4-6 koekjes per
dier per dag naar gelang het magnesiumgehalte. Er mag tijdens de
periode waarin de koeien gevaar lopen geen onderbreking plaats
hebben: één dag overslaan met koekjes voeren kan reeds fatale
gevolgen hebben.
Deze koekjes mogen niet aan hoogdrachtige koeien worden
verstrekt.
Ook kan men 2 kg droge pulp in voorgeweekte toestand of 15 a
20 kg kuilpulp, of 15 a 20 kg aardappelvezels bijvoeren (dus eiwit-
arme producten). Het bijvoeren van aardappelen, aardappelschillen
en voederbieten moet worden ontraden. Hooi en stro wordt ook
nogal eens bijgevoerd, maar de resultaten hiervan zijn minder
gunstig dan van pulp.
3 WEERSOMSTANDIGHEDEN
Kopziekte pleegt vooral op te treden in de eerste weken en in
de laatste maanden va8 het weideseizoen. In de praktijk heerst
daarom de mening, dat er verband zou bestaan met de zeer koude
nachten, die in die perioden voorkomen.
Door onderzoekingen van een groot aantal praktijkgegevens zijn
de volgende conclusies getrokken.
Ie Kopziekte komt in het weideseizoen vrijwel alleen voor als
de gemiddelde etmaaltemperatuur per 5 dagen beneden 14°C blijft.
2e In de perioden waarin de gemiddelde etmaaltemperatuur per
5 dagen beneden 14°C blijft, zijn de schommelingen van de gemid
delde etmaaltemperatuur van invloed op het aantal kopziektege
vallen. Gemiddeld 5 dagen na een sterke stijging van de gemiddelde
etmaaltemperatuur is er een duidelijke top in het aantal kopziekte
gevallen. Enkele dagen na een daling neemt het aantal af.
Wij zien dus dat de kopziektegevallen enkele dagen na een
temperatuurstijging sterk toenemen. Elke veehouder dient dus vooral
enkele dagen na een sterke temperatuurswisseling het vee goed in
de gaten te houden op kopziekte en bij de eerste verschijnselen
onmiddellijk de dierenarts te waarschuwen. Elk uur, dat U te laat
bent, kan voor Uw koe noodlottig zijn, en voor U een grote
schadepost betekenen; omdat juist de hoogst produktieve koeien
het gevoeligst zijn.
Wat dient U te doen bij konstateren van kopziekte 1 Zijn slechts
lichte verschijnselen aanwezig, zoals het zich afzonderen van de
koppel, loeien, onrust, en stijve gang in de achterhand, dan moet
men het dier rustig naar een ruime donkere stal brengen, niet uit
melken, lang (eiwitarm) hooi geven en de dierenarts waarschuwen.
In ernstiger gevallen, met sterke onrust, slingerende gang, ver
minderde melkgift, oren steil naar achteren, verdraaide oogbollen,
ogen krampachtig half dicht en duidelijke kramptoestand van de
halsspieren mag de koe beslist niet worden vervoerd, doch moet
snel diergeneeskundige hulp worden ingeroepen. Maak in de nabij
heid van een koe met kopziekte zo weinig mogelijk lawaai en
bewegingen. Melk de koe nooit uit voor de dierenarts een hiertoe
strekkend advies heeft gegeven.
De laatste jaren werd vooral in de Poortvlietse weihoek veel
schade ondervonden aan het vee door koper- en mangaangebrek.
Maar niet alleen in de Poortvlietse weihoek, maar ook in andere
polders werden gebreksverschijnselen aan het vee geconstateerd,
zij het dan in wat minder ernstige mate.
De schade hiervan kan zeer ernstig zijn z.a. minder melkgift,
moeilijk drachtig worden, slechte groei, en bij zeer ernstige ge
vallen kan het dier zelfs dood gaan.
Door de Gezondheidsdienst voor dieren worden in samenwerking
met de Rijksveeteelt- en Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst nauw
keurige onderzoekingen gedaan het B.P.D. (Bodem Plant Dier)
onderzoek.
HOE KUNT U GEBREKSVERSCHIJNSELEN VOORKOMEN?
Vraagt tijdig advies aan Uw dierenarts. Deze kan U inlichten
hoe U te handelen hebt. Van de drie soorten koekjes die in de
handel zijn kan hij de juiste koekjes voorschrijven.
Bij melkvee verdient koekjes bijvoeren de voorkeur boven een
topdressing, omdat bij een topdressing gebleken is dat wanneer de
dieren gaan liggen de spenen en uier in aanraking komen met koper
en mangaansulfaat. Deze stoffen kunnen bij het melken in de melk
terecht komen hetgeen ongewenst is. De houdbaarheid van melk
en zuivelproducten loopt hierdoor achteruit, (ransig worden).
Voor jongvee zal het toedienen van sporen-elementen koekjes
wel bezwaarlijk zijn. Een topdressing van het weiland om de 3-5
weken afhankelijk van de weersomstandigheden is gewenst indien
een tekort is vastgesteld. Onder topdressing verstaan wij het
strooien of sproeien van koper enjof mangaansulfaat op het weiland
in de volgende dosering
De le keer 2Y2 kg koper-, en 5 kg mangaansulfaat per ha.
De volgende keren \y2 kg koper-, en 5 kg mangaansulfaat per ha.
Bij bespuiting moet minimaal 500 liter water per ha. worden
gebruikt, terwijl bij strooien het koper- en/of mangaansulfaat ver
mengd kan worden met zand. Het strooien op droog gras verdient
de voorkeur boven spuiten. Het is namelijk gewenst dat de stoffen
verder in het gras doordringen dan uitsluitend de bovenste laag.
Om dezelfde redenen kan een bespuiting het beste worden uit
gevoerd op een dauw nat gewas.
SAMENVATTEND.
1 Geef voor beweiding de kali liefst in de vorm van kali 20
of magnesiumhoudende kainiet. Geef nooit meer dan 40 kg zuivere
N per ha. per keer.
2 Zo mogelijk de eerste week dat de koeien in de weide gaan
's nachts opstallen of een koedek op en bijvoeren met eiwitarme
producten.
3 Mangnesiumhoudende koekjes zonder onderbreking de eerste
weken bijvoeren.
4 Houd Uw vee goed in de gaten bij sterke temperatuurs
wisselingen.
5 Zodra U de eerste ziekteverschijnselen waarneemt, waarschuw
dan onmiddellijk de dierenarts.
6 Geef Uw melkvee op advies sporenelementenkoekjes en geef
voor Uw jongvee een topdressing op het weiland. Als U boven
genoemde raadgevingen goed opvolgt, kan de schade door kop
ziekte en koper- en/of mangaangebrek tot een minimum beperkt
worden, zodat onnodig verlies op Uw bedrijf vermeden kan worden.
De assistent A b. d. R.L.V.D.
M. A. de Hond.
B. KOPER- EN MANGAANGEBREKSVERSCHIJNSELEN.