EENDRACHTBODE STREEKVERBETERING THOLEN Agrarische sociale voorlichting. Huishoudelijke voorlichting? Voorkiemen van pootgoed en de poofmethode. Waarom voorjaars bewerkingen combineren? Waf kan de boer doen om een gezonde veestapel te behouden? TWEEDE BLAD RedactieRijkslandbouwconsulentschap, Grote Markt 24, Goes 16e JAARGANG No. 19 25 MAART 1960 NIEUWSBRIEF Het lijkt mij een goede gedachte van de streekver- beteringscommissie Tholen om in het vervolg in de nieuwsbrief ook ruime aandacht te besteden aan het werk van de agrarische sociale voorlichting. Trouwens dit werk is voor onze streek niet geheel onbekend, denk b.v. aan de voorlichting in het kader van de herverkaveling, als ook aan de voorlichting en de reeds jarenlang gegeven cursussen van de organi saties. Dit werk nu wordt in het streven van de streekver- betering in breder banen geleid. De tentoonstelling over de beroepenvoorlichting, vorig jaar in Tholen gehouden, trok veel belangstelling, terwijl ook de nog kortgeleden gehouden bijeenkomst in het Holland-huis feet als inleider Mr. C. van Stapel, zich in een goede belangstelling mocht verheugen. De Eendrachtbode heeft zowel aan het een als ander uitvoerige beschouwingen gewijd. Wanneer nu in de volgende nieuwsbladen meer aan dacht aan dit werk en zijn onderdelen zal worden besteed, lijkt het mij dienstig reeds thans al in hoofd lijnen te schrijven over de wijze waarop de commissie het werkplan 1960 en volgende jaren heeft gedacht. Als doel wordt gesteld de bewustmaking in de streek van de problemen, die zich naast de technische, eco nomische en huishoudelijke voordoen. Om misverstand te voorkomen, dient wel terdege tot uitdrukking te worden gebracht, dat de uitvoering van deze voorlichting uiteraard bij de bestaande stands organisaties dient te berusten. Kort uitgedrukt houdt het werk in, dat nieuwe akti- viteiten op sociaal gebied zullen worden gestimuleerd, bestaande aktiviteiten worden gecoördineerd en dat de mensen wegwijs gemaakt worden naar de verschillende mogelijkheden die er zijn. Moge dan de doelstelling kort zijn weergegeven, in de praktijk zal blijken dat hier een ruim arbeidsterrein ligt. Direkt voor onze streek springen immers al enkele zeer urgente zaken in het oog. Zo noemt het werkplan van de agrarische sociale voorlichting als eerste zorg b.v. de beroepskeuze, de werkgelegenheid, de jeugdzorg en uitwisseling van jongeren met bedrijven elders. Over deze en andere onderwerpen zal in de volgende nieuws bladen afzonderlijke aandacht worden besteed. Het spreekt vanzelf, dat bij het ondernemen van be paalde aktiviteiten, men zich niet alleen tot de zuiver agrarische bevolking zal kunnen beperken. Bepaalde zaken raken de gehele streekbevolking, vandaar dat in tegenstelling met het meer technische deel van het werk een brede opzet gewenst is. Samenwerking om tot een goed resultaat te komen zal noodzakelijk zijn met de burgelijke en kerkelijke overheid en met bestaande organisaties in de streek, zoals de stichting eiland gemeenschap en commissie werkgelegenheid. De voorlichting wordt thans door de streekverbete- ringscommissie verder op gang gebracht met het doel belangstelling voor het werk te kweken. Hiertoe zullen in de toekomst nog meerdere bijeenkomsten worden be legd. Ook zullen b.v. de onderwijsinstellingen hierin worden betrokken. De daadwerkelijke uitvoering zal dan zoals reeds vermeld later bij de standsorganisaties gaan berusten. Ik sluit mij bij de woorden van Mr. van Stapel, gesproken in het Holland-huis, aan „Hoe groter samen werking op dit terrein, een des te meer ontwikkeld leven". Nu en vooral nu is de tijd rijp om aan de slag te gaan. Voorzitter soc.-agr. werkgroep. W. J. v. Doorn Wat verstaat men hieronder? Huishoudelijke voor lichting, waarom is dit nu nodig, wat weten wij nu niet Kijk dan eens even rond en denk eens even na. Zou U terug willen naar de tijd dat we op de tafel de afwas deden Een blad er op waar het water op moest blijven, maar waar het altijd afliep op de vloer De pannen buiten schuren, of het winter was of zomer Nee, dat toch liever niet meer, dan liever een aanrecht met een gootsteen, reuze fijn en gemakkelijk. Juist, en dat is het nu. Er is zoveel in het huishouden dat veel gemakke lijker kan. En daar is nu de Huishoudelijke voorlichting met haar leraressen voor. Voorlichting in de Huishouding, die is zo veelzijdig: bij het koken, U kent de kookkursussen op het eiland, bij de was: wasbehandeling en strijken; bij de kleding; naaien, zowel nieuw als verstellen. En de woning; niet alleen verfraaiing, maar ook verbetering, dus meer gemak. Hebt U het woord leraressen gelezen Dus op ons eigen terrein. Inderdaad, dacht U dan dat een man aandacht schenkt aan het feit of die kast daar wel erg gemakkelijk is en of het fornuis op de meest praktische plaats staat. Ik vermoed van niet. Wie leert in een huis, nieuw gebouwd of verbouwd, de gemakkelijke en de totaal onpraktische dingen ken nen, dat is toch de huisvrouw. Dan kunnen we daar de timmerman, de metselaar, de architekt, ja zelfs onze man mee lastig vallen, maar ze weten niet beter en werken er zelf niet in. We kunnen geen architekten enz. missen, o nee, want weten wij wat er gebruikt moet worden aan stenen, specie of verdere materialen Zelfs een binnenhuis-architekte kan, wanneer zij echt sportief is, de hulp van een lerares Huishoudelijke voorlichting niet missen, om wat het gemakkelijkst of het meest praktisch is uit te zoeken. U kent waarschijn lijk allen de lerares hier op Tholen, Mej. J. van Es wel, die dank zij de streekverbetering, hier werkzaam is. Jammer genoeg is zij, nu zo pas na de start, enige tijd niet in staat haar werk te doen, maar straks zal zij dit hopelijk weer hervatten. Mocht U straks grote verbouwingen of nieuwbouw hebben, vraag eens om raad, het kan U heel veel on aangename dingen doen voorkomen. Misschien is het wél mogelijk met architekten en anderen die zich be lasten met plannen en tekeningen maken voor nieuw bouw en verbouwingen eens tot een praatje en een vergelijking te komen, zodat er dan geen misverstanden zijn, door te denken dat de voorlichting hen uit wil schakelen. Want deze voorlichting is alleen om de vrouw in het huishouden meer met alle gemakken van bijv. een goede keuken en op een juiste plaats geprojecteerde kast en een verkorting van de looplijnen binnenshuis vertrouwd te maken. Daarom is deze voorlichting voor ons vrouwen van zeer grote betekenis en een ieder die dit wenst kan er gebruik van maken tot meer gemak en meer plezier van Uzelf. J. v. Gorsel-v. Westen Voorzitster werkgroep huishoudelijke voorlichting Verlaging van de arbeidskosten in de landbouw is één van de belangrijkste doelstellingen van het ogen blik. Verhoging van de produktie per man is dure noodzaak. (In april gaan de landarbeidersionen met 4% omhoog). Zowel rationalisatie als mechanisatie geven mogelijkheden op dit gebied. De eerste methode vergt geen of zeer kleine investeringen, de tweede veel meer en beiden vragen uiteraard veel en verstandig overleg. Het voorkiemen van pootgoed is op Tholen vrijwel altijd regel. Vooral voor de vroege rassen en de poot- goedteelt is het voordelig met flinke spruiten en ondiep te poten. We krijgen sneller een vol gewas met al vroeg een flinke knolproduktie. Een vroeg gewas geeft de mogelijkheid om te oogsten voordat eventuele luizenvluchten of phytophthora het gewas kunnen belagen. Voor het groen rooien is voorkiemen dus sterk aan te bevelen, ook omdat de nachtvorstkansen op ons eiland niet groot zijn. Bij alle pootmethoden zowel met langere of korte spruit is een stevige, goed gekleurde spruit gewenst. Bewaarmethoden. In grove trekken tracht men deze ideaal voorge- kiemde poters op de volgende twee manieren te ver krijgen. Ten eerste door het pootgoed van oogst tot uitpoten in speciale kiembakjes in de glazen pootaardappelbe- waarplaats te bewaren. Ten tweede door bewaring in zakjes of losgestort in de luchtgekoelde aardappelbewaarplaats. De eerste methode vraagt veelvuldig omzetten van de bakken en de kunst om in het voorjaar de poterbe waarplaats koel te houden. Deuren tegen elkaar open zetten. De tweede methode vraagt een zgn. warmtestoot in februari waardoor de knollen uit hun kiemrust komen. Daarna wordt het pootgoed in bakjes in een niet te warme ruimte verder voorgekiemd en in het licht ge plaatst of door middel van T.L. buizen. Hier worden wel de T.L. buizen maar niet de bakjes verplaatst. Pootmethoden. De meest eenvoudige pootmethode is het met de hand poten uit de kiembakjes in vooraf getrokken voren of gekapte plantgaten, waarbij men diep gebukt loopt. Voor knollen met een lange flinke spruit de enige methode maar arbeidsintensief en vermoeiend. Voor de middenvroege en late aardappelen bestaat al een verbeterde methode in de vorm van de „pootgor- del". Aanwezig op de demonstratie en tentoonstelling van handgereedschap, zie de „Eendrachtbode" van 12 februari j.l. Hiermee kan men rechtoplopend in plantgaten of voren met twee handen poten. Halfautomatisch. Het halfautomatisch poten geeft al een aanzienlijke ar- beidsverlichting en vermindering van het aantal uren per ha. Ook hier moeten de kiemen kort en sterk zijn, daar bij overstorten en tijdens het poten gemakkelijk kiemen verloren gaan. Automatisch. Op bedrijven met een grote oppervlakte aardappelen en een kleine kern van vast personeel gaat men meer over naar de volautomatische pootmachine. Een machine, die nog hogere eisen stelt aan het pootgoed wat sterke kiemen en regelmatige sorteringen betreft (niet meer dan 5 mm verschil). Een eenvoudig en goed hulpstuk om de kiembescha- diging tegen te gaan is het plaatsen van een schot dwars door de voorraadbak voor de elevatorketting en tot 10 cm van de bodem reikend. De ketting loopt nu door een dunne laag poters en geeft minder beschadiging. Bij alle pootmethoden blijft gelden beter een iets te korte dan een afgebroken kiem. Konklusie. Zorg altijd voor pootgoed met spruiten die niet groter zijn dan nodig. Lukt dit niet neem dan eens een proef met het krijten van de ramen van de poterbewaarplaats en het kunstmatig verlichten met staande of hangende vertikale T. L. buizen. U behoeft nu alleen de T.L. buizen te verplaatsen en niet de bakjes. Op zonnige dagen in februari en maart hebben nl. sommige poterbewaarplaatsen meer weg van broei kassen ondanks openstaande deuren. Rationaliseer uw bedrijf waar u kunt en wat de aardappelteelt betreft allereerst door betere en minder arbeid vragende bewaar- en pootmethoden. Mechaniseer alleen dan, wanneer er veel draai-uren gemaakt kunnen worden of op niet te lange periode kan worden afgeschreven door de vervanging van bv. veel seizoen-arbeid. A. Schoonderwoerd Wat kan ik doen om een goede bodemstructuur ce handhaven dan wel om een minder goede te verbeteren Zijn onze gronden voldoende los De beste groeiomstandigheden voor onze gewassen zijn aanwezig als de bodembestanddelen grond, lucht en water in vrijwel gelijke verhouding aanwezig zijn. Onder droge omstandigheden voldoen onze kleigronden meestal wel aan deze voorwaarden. Onder natte omstandigheden worden de gangen en holten in de grond met water ge vuld zodat een groot deel van de aanwezige lucht wordt verdreven. De plantenwortels krijgen zuurstofgebrek en verstikken. Wat doen we hiertegen Door het ploegen trachten we de aanwezige holten te vergroten, hetgeen de aanwending van stalmest of een groenbemestingsgewas wordt bestendigd. In het voorjaar is de bouwvoor bezakt en de boven laag verweerd. De bovenlaag gaat opdrogen, maar de ondergrond is afhankelijk van de regenval en de ont watering min of meer nat. Waartoe dient onze voorjaarsbewerking? Al onze voorjaars-grondbewerkingen zijn erop gericht om voor het cultuurgewas een zo gunstig mogelijk kiem- bed te scheppen. Het eggen geschiedt voor verschillende doeleinden a) om geploegde grond fijner en vlakker te maken b) om een dichte bovenlaag los te maken; c) om onkruiden te bestrijden; d) om meststoffen en zaaizaden onder te brengen. Wat is nu zo nadelig In het voorjaar zijn we spoedig geneigd om wanneer de grond maar een weinig droog aandoet met de voor jaarswerkzaamheden te beginnen. Bij een bewerking van te natte grond wordt de structuur zeer nadelig beinvloed. Wielsporen in het voorjaar gemaakt onder minder gunstige omstandigheden blijven het hele jaar zichtbaar in de gewassen (vlas, lucerne, granen enz.) We moeten dus trachten alle bewerkingen vooral in het voorjaar onder zo gunstig mogelijke omstandigheden toe te pas sen. Dit dringt ons tot snel werken en vaak veel geduld. Wat zijn de moeilijkheden in de praktijk? Een eerste voorwaarde voor het verminderen van wielspoordruk is het zoveel mogelijk gebruik maken van goede kooiwielen. Goede kooiwielen zijn wielen die een iets grotere diameter hebben dan de trekkerluchtband. Met goede kooiwielen kunt U bezwaarlijk over de ver harde weg rijden Verder kunnen we de voorjaarsbewerkingen zoveel mogelijk combineren. De volgende combinaties kunnen op eenvoudige wijze samengesteld worden. a. Als eerste een trekker met kooiwielen met direkt daarachter een stel eggen, waar overheen met een lange boom een kunstmeststrooier wordt bevestigd. Hierachter weer een stel eggen of een staaf om de grond vlak te slepen. Het voorste stel eggen kan met behulp van de hef- inrichting op de kopeinden worden gelicht. De bak van de kunstmeststrooier moet verstevigd wor den voor het bevestigen van het tweede stel eggen. b. Bij de tweede combinatie kan de zaaimachine ook met een verlengde boom aan de trekker worden be vestigd. Hiertussen weer een stel eggen, eventueel aan de driepuntsbevestiging, terwijl achter de zaaimachine (met loopplank) een lichte eg voor ineggen van het zaad wordt gekoppeld. Het aantal malen rijden is nu al teruggebracht van vier tot tweemaal. Deze combinaties kunnen tegelijk op het zelfde perceel werken waardoor de tijd tussen lostrekken en inzaaien tot een minimum beperkt kan worden. Wil men met paarden werken dan vervallen de eggen voor de kunstmeststrooier en de zaaimachine. Er bestaan verder nog uitstekende op- en aanbouw zaaimachines en kunstmeststrooiers die het combineren nog vergemakkelijken. Samenvatting. De laatste jaren wordt het landbouwbedrijf steeds meer van paarden op trekkers overgeschakeld. Hierdoor krijgt men de beschikking over een grotere trekkracht die zo efficiënt mogelijk zal moeten worden gebruikt. In het voorjaar kan men dit doen door verschillende werkzaamheden te combineren. U spaart hierdoor tevens de struktuur door het aantal wielsporen te verminderen. Vergeet U niet dat de wielsporen van de trekker (zonder kooiwielen) van drie bewerkingen, naast elkaar gelegd, Uw gehele perceel bedekken Hieruit blijkt wel duidelijk dat alles in het werk ge steld moet worden om de bodemstruktuur in het voorjaar zoveel mogelijk te sparen. Eén van de effectieve middelen daartoe is het combi neren van de voorjaarsbewerkingen. U spaart naast de bodemstruktuur tevens tijd en geld. A. Schoonderwoerd. Nu de tijd weer nadert dat het vee weer naar de weide kan, nemen ook de zorgen voor de boer weer toe. De veehouder dient voordat het vee naar buiten gaat maatregelen te nemen tegen a. kopziekteverschijnselen. b. koper- en mangaangebreksverschijnselen. A. DE KOPZIEKTE berokkent jaarlijks grote schade aan de melkveehouderij. Volgens Prof. dr. L. Seekles bedraagt de jaarlijkse schade ruim 4.000.000. Ook in onze streek komen jaarlijks gevallen van kopziekte voor. Waarmee dient rekening gehóuden te worden om het aantal kopziektegevallen te beperken. 1 de bemesting. 2 de overgang van de stal naar de weide. 3 de weersomstandigheden. 1 DE BEMESTING De fosfaat- en kalibemesting dient toegepast te worden volgens het bemestingsadvies. Om een goede kali-natriumverhouding in het gras te verkrijgen verdient kali 20 of magnesiumhoudende kainiet de voorkeur. De stikstof (N) bemesting mag vooral niet te zwaar zijn. 40 kg zuivere N per ha. is voldoende, d.i. 2 baal k.a.s./ba. Bij een zwaardere N bemesting wordt weer te veel kali door het gras opgenomen, zodat de kopziektekansen ook toenemen. 2 OVERGANG VAN STAL NAAR WEIDE. Op percelen waarvan bekend is dat elk jaar kopziekteverschijn selen voorkomen, kan men enkele dagen voordat de koeien in de weide gaan tot 3 a 4 weken dat zij in de weide lopen, magnesium- houdende koekjes bijvoeren. Er mag 50 gram magnesiumoxyde per dier per dag worden verstrekt. Dit komt neer op 4-6 koekjes per dier per dag naar gelang het magnesiumgehalte. Er mag tijdens de periode waarin de koeien gevaar lopen geen onderbreking plaats hebben: één dag overslaan met koekjes voeren kan reeds fatale gevolgen hebben. Deze koekjes mogen niet aan hoogdrachtige koeien worden verstrekt. Ook kan men 2 kg droge pulp in voorgeweekte toestand of 15 a 20 kg kuilpulp, of 15 a 20 kg aardappelvezels bijvoeren (dus eiwit- arme producten). Het bijvoeren van aardappelen, aardappelschillen en voederbieten moet worden ontraden. Hooi en stro wordt ook nogal eens bijgevoerd, maar de resultaten hiervan zijn minder gunstig dan van pulp. 3 WEERSOMSTANDIGHEDEN Kopziekte pleegt vooral op te treden in de eerste weken en in de laatste maanden va8 het weideseizoen. In de praktijk heerst daarom de mening, dat er verband zou bestaan met de zeer koude nachten, die in die perioden voorkomen. Door onderzoekingen van een groot aantal praktijkgegevens zijn de volgende conclusies getrokken. Ie Kopziekte komt in het weideseizoen vrijwel alleen voor als de gemiddelde etmaaltemperatuur per 5 dagen beneden 14°C blijft. 2e In de perioden waarin de gemiddelde etmaaltemperatuur per 5 dagen beneden 14°C blijft, zijn de schommelingen van de gemid delde etmaaltemperatuur van invloed op het aantal kopziektege vallen. Gemiddeld 5 dagen na een sterke stijging van de gemiddelde etmaaltemperatuur is er een duidelijke top in het aantal kopziekte gevallen. Enkele dagen na een daling neemt het aantal af. Wij zien dus dat de kopziektegevallen enkele dagen na een temperatuurstijging sterk toenemen. Elke veehouder dient dus vooral enkele dagen na een sterke temperatuurswisseling het vee goed in de gaten te houden op kopziekte en bij de eerste verschijnselen onmiddellijk de dierenarts te waarschuwen. Elk uur, dat U te laat bent, kan voor Uw koe noodlottig zijn, en voor U een grote schadepost betekenen; omdat juist de hoogst produktieve koeien het gevoeligst zijn. Wat dient U te doen bij konstateren van kopziekte 1 Zijn slechts lichte verschijnselen aanwezig, zoals het zich afzonderen van de koppel, loeien, onrust, en stijve gang in de achterhand, dan moet men het dier rustig naar een ruime donkere stal brengen, niet uit melken, lang (eiwitarm) hooi geven en de dierenarts waarschuwen. In ernstiger gevallen, met sterke onrust, slingerende gang, ver minderde melkgift, oren steil naar achteren, verdraaide oogbollen, ogen krampachtig half dicht en duidelijke kramptoestand van de halsspieren mag de koe beslist niet worden vervoerd, doch moet snel diergeneeskundige hulp worden ingeroepen. Maak in de nabij heid van een koe met kopziekte zo weinig mogelijk lawaai en bewegingen. Melk de koe nooit uit voor de dierenarts een hiertoe strekkend advies heeft gegeven. De laatste jaren werd vooral in de Poortvlietse weihoek veel schade ondervonden aan het vee door koper- en mangaangebrek. Maar niet alleen in de Poortvlietse weihoek, maar ook in andere polders werden gebreksverschijnselen aan het vee geconstateerd, zij het dan in wat minder ernstige mate. De schade hiervan kan zeer ernstig zijn z.a. minder melkgift, moeilijk drachtig worden, slechte groei, en bij zeer ernstige ge vallen kan het dier zelfs dood gaan. Door de Gezondheidsdienst voor dieren worden in samenwerking met de Rijksveeteelt- en Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst nauw keurige onderzoekingen gedaan het B.P.D. (Bodem Plant Dier) onderzoek. HOE KUNT U GEBREKSVERSCHIJNSELEN VOORKOMEN? Vraagt tijdig advies aan Uw dierenarts. Deze kan U inlichten hoe U te handelen hebt. Van de drie soorten koekjes die in de handel zijn kan hij de juiste koekjes voorschrijven. Bij melkvee verdient koekjes bijvoeren de voorkeur boven een topdressing, omdat bij een topdressing gebleken is dat wanneer de dieren gaan liggen de spenen en uier in aanraking komen met koper en mangaansulfaat. Deze stoffen kunnen bij het melken in de melk terecht komen hetgeen ongewenst is. De houdbaarheid van melk en zuivelproducten loopt hierdoor achteruit, (ransig worden). Voor jongvee zal het toedienen van sporen-elementen koekjes wel bezwaarlijk zijn. Een topdressing van het weiland om de 3-5 weken afhankelijk van de weersomstandigheden is gewenst indien een tekort is vastgesteld. Onder topdressing verstaan wij het strooien of sproeien van koper enjof mangaansulfaat op het weiland in de volgende dosering De le keer 2Y2 kg koper-, en 5 kg mangaansulfaat per ha. De volgende keren \y2 kg koper-, en 5 kg mangaansulfaat per ha. Bij bespuiting moet minimaal 500 liter water per ha. worden gebruikt, terwijl bij strooien het koper- en/of mangaansulfaat ver mengd kan worden met zand. Het strooien op droog gras verdient de voorkeur boven spuiten. Het is namelijk gewenst dat de stoffen verder in het gras doordringen dan uitsluitend de bovenste laag. Om dezelfde redenen kan een bespuiting het beste worden uit gevoerd op een dauw nat gewas. SAMENVATTEND. 1 Geef voor beweiding de kali liefst in de vorm van kali 20 of magnesiumhoudende kainiet. Geef nooit meer dan 40 kg zuivere N per ha. per keer. 2 Zo mogelijk de eerste week dat de koeien in de weide gaan 's nachts opstallen of een koedek op en bijvoeren met eiwitarme producten. 3 Mangnesiumhoudende koekjes zonder onderbreking de eerste weken bijvoeren. 4 Houd Uw vee goed in de gaten bij sterke temperatuurs wisselingen. 5 Zodra U de eerste ziekteverschijnselen waarneemt, waarschuw dan onmiddellijk de dierenarts. 6 Geef Uw melkvee op advies sporenelementenkoekjes en geef voor Uw jongvee een topdressing op het weiland. Als U boven genoemde raadgevingen goed opvolgt, kan de schade door kop ziekte en koper- en/of mangaangebrek tot een minimum beperkt worden, zodat onnodig verlies op Uw bedrijf vermeden kan worden. De assistent A b. d. R.L.V.D. M. A. de Hond. B. KOPER- EN MANGAANGEBREKSVERSCHIJNSELEN.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1960 | | pagina 5